DEZE WEEK: nader beschouwd
De kracht van de rede
Recht op bescheidenheid
Keuze zonder perspectief
Biermarkt: Nederlands stempel
Vlugger en voordeliger
NAVO-defensienota: een
zeer actueel document
'n Stukje' uit snelheid
wêêf
1
In het licht van de jongste gebeurtenissen
Onze militaire
medewerker schrijft
Het evenwicht
Geloofwaardig
Voor de hand
liggend
Lofwaardig
m
Hoe men de gebeurtenissen van de afgelopen week in Tsjecho-Slowakije ook be
oordeelt; welke verwachtingen men ook koestert na het „akkoord" van Moskou en
hoe men ook denkt over politieke, militaire of morele winst (of verlies) één in
druk is onuitwisbaar: wat een volk, wèt een geestelijke kracht! Hoe is het moge
lijk dat een land zó eendrachtig en zó beheerst terwijl toch de handen moeten
hebben gejeukt de arglist, het verraad en de vernedering tegemoet trad. Welk
een prachtige reactie een bijna ongeloofwaardig voorbeeld van menselijke wijs
heid als antwoord op geweld en bedrog. Dat moet de wereld sterk hebben aange
sproken. Oók, dat in dit land geen of nauwelijks een verrader te vinden was.
De Tsjechen en Slowaken hebben geloofd, wat altijd heel schoon wordt voorge
steld, maar wat bijna onuitvoerbaar lijkt in zo'n situatie, namelijk dat de grootste
kracht ligt in heldenmoed zonder bloed. Zij hebben er naar gehandeld. Burgers
met blote handen discussieerden met zwaargewapende soldaten op tanks. Deze
kracht van de rede heeft op de hele wereld indruk gemaakt en heeft zelfs als wij
de berichten mogen geloven een echo nagelaten in en op de tanks bij de zo
nen van vaders die, evenals de Tsjechen nu. geweten hebben waarvoor zij vijfen
twintig jaar geleden vochten. Als burger of als soldaat.
Soldaten, maar ook burgers kunnen vechten een ieder op zijn manier, maar
steeds naar gelang hun soldij. Wat staken de Russische soldaten en hun satellieten
daarbij maar povertjes af tegen de Tsjechische burgers.
Wat hebben wij gedaan? Nederland heeft voor een deel de Tsjechen geëerd
met twee minuten stilte, met hier en daar een gift of een pensionkamer en met
bemoedigende woorden. Het lijkt in tegenspraak met onze diepe verontwaardiging
over het gebeurde en met onze sympathie voor het Tsjechische volk, dat we op "alle
mogelijke terreinen, de deur naar de vijf landen, niet terstond hebben dichtgesla
gen. Maar zouden we met die „hulp" een duidelijk terugdrijven van de commu
nistische volken in eigen isolement niet ook het wezenlijke ideaal der Tsjechen
hebben ontkracht?
Wie de rede roemt, past het streven naar zelfbeheersing.
Het is een typisch modem probleem: hoe ver mag je een medemens aan de publici
teit uitleveren?
Woensdagavond. Op de televisie natuurlijk overvloedig veel nieuws uit Tsjecho-
Slowakije. Terecht. Maar tussen al die beelden een filmpje van Achter het nieuws
over de begrafenis van een 27-jarige Praagse jongen die door een Russische tank
doodgereden was. We zitten dan echt eerste rang, want de cameraman ter plaatse
mikt als goede vakman haarscherp op momenten die ons als leek natuurlijk zijn
ontgaan, zelfs al stonden we er met onze neus bovenop. Zodoende konden we
minutenlang kijken naar het stamelende leed van de broer van de omgekomen
jongen.
Worden we Ce oud om de vaart der volkeren bij te houden? Wie ooit in zijn leven
ogenblikken van machteloos leed heeft doorgemaakt, weet dat een mens nooit
weerlozer en kwetsbaarder is dan in die ogenblikken als je woorden fluistert of
roept, terwijl je weet dat ze nooit meer beantwoord zullen worden. Heeft een
mens, wiens gezicht breekt van wanhoop, geen recht op de bescheidenheid van de
wereld die hem op dat donkere pad niet kan en mag volgen?
Als een mooi meisje op de televisie haar tichaam laat zien, breekt er een storm
van verontwaardiging los. Dat meisje doet zoiets vrijwillig, zij laat niet meer zien
dan haar lichaam de buitenkant.
Dait mag kennelijk niet. Maar een mens, verkrampt van verdriet, mag kennelijk
wel besprongen worden door onbarmhartige camera's waardoor hij onwetend en
onwillend zijn geestelijke naaktheid prijsgeeft om het te laten tentoonstellen in
knusse huiskamers: „Graag nog een beetje suiker in de koffie Mien ja ik zie het
wel, het is inderdaad erg in dat Praag hé nu doe je weer te veel room in m'n
kopje".
Aan die wanhopig huilende jongen in Praag werd groot onrecht gepleegd!
Met groot gemak heeft vice-president Hubert Humphrey de democratische kandi
datuur voor het Amerikaanse presidentschap in de wacht gesleept. Toch is over
zijn benoeming de schaduw van de twijfel gevallen. Twijfel aan de overtuigings
kracht van Humphrey's overwinning; twijfel aan zijn kansen om in november van
de republikein Richard Nixon te winnen; twijfel aan zijn vermogen de bittere won
den te helen die in de democratische partij zijn geslagen.
De gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije heeft de conservatieve krachten in de Ver
enigde Staten duchtig versterkt. Daarvan trekt Nixon meer profijt dan Humphrey.
Opiniepeilingen hebben uitgewezen dat als op dit ogenblik de presidentsverkiezin
gen zouden worden gehouden, Nixon de opvolger van Johnson zou worden. De
Russen hebben de vrijwel zeker lijkende verkiezing van Humphrey tot president dus
wel op losse schroeven gezet.
Humphrey of Nixon. Dat is de keuze waarvoor de Amerikaanse kiezers in novem
ber komen te staan als zij een nieuwe president moeten aanwijzen Voor vele, voor
al jonge Amerikanen, is het een keuze zonder perspectief, terwijl deze Nieuwe We
reld juist zo hard om uitzicht roept.
Wij leven in een razendsnelle wereld. Dat valt aan vele gebeurtenissen te zien. De
Amsterdamse effectenbeurs blijft daarbij niet achter. Nauwelijks was het bpricht
wereldkundig gemaakt dat „Breda Bier" via de fabrikant De Drie Hoefijzers zou'
opgaan in het Engelse concern Allied Breweries, of de „Amstel" kwam in bewe
ging. Zichtbaar in een forse koersstijgende beweging ter beurze en achter de scher
men door een koortsachtig beraad met het bestuur van Heineken.
Natuurlijk staan hier grote belangen op het spel. Door de fusie van De Drie Hoef
ijzers met AJMed Breweries heeft dit Engelse concern, dat eerder al Oranjeboom
kocht, nu ongeveer twintig procent van de Nederlandse biermarkt in handen. Am-
stel heeft ook zo ongeveer dit percentage en Heineken veertig procent. Zou Amstel
eveneens zijn opgegaan in de Allied Breweries, dan zou er zich in ons land een
bierconcem hebben gevormd even groot als Heineken, maar nu geheel onder En
gelse controle.
Aangezien Allied Breweries zelf ook nog fusieplannen heeft met een groot soort
gelijk Engels bierconcem, valt het gemakkelijk in te zien welke belangen hier op
het spel staan. Door de komende fusie tussen Heineken en Amstel blijft in elk
geval ruim de helft van de Nederlandse biermarkt ook in vaderlandse handen.
Het bod, dat op de aandelen Amstel is uitgebracht, lijkt niet onaantrekkelijk en is
in elk geval interessant. Niet onaantrekkelijk, omdat na het uittrekken van de ver
schillende dividendjasjes de overnemingskoers op 600 pet. uitkomt. Hoewel Amstel
een sterk bedrijf is en ook financieel vorig jaar belangrijk is verstevigd, staan nog
belangrijke investeringen op het programma, die nu beter gezamenlijk met Heine
ken kunnen worden uitgevoerd. De nettowinst plus de afschrijvingen lagen in 1967
op bijna duizend gulden per even groot aandeel zodat de verhouding van de over
nemingskoers tot dit bedrag uitkomt op ca. 6.
Voor de fusiepartner Heineken kan zo gezien niet worden gesproken van een door
de omstandigheden opgedrongen hoge prijs, omdat de beurskoers al bijna 500 pet.
bedroeg. Voor de aandeelhouders Amstel zit er echter nog een aantrekkelijke mar
ge in, hoewel in de topjaren 1960 en 1962 nog wel iets hogere koersen zijn voorge
komen.
Het interessante van het bod is, dat de helft van de prijs wordt betaald in contan
ten en 7 pet. obligaties, die op ca. 100 pet. kunnen worden getaxeerd. Deze sa
menstelling van het bod voorkomt, dat de ovememingsprijs te veel zal worden be
ïnvloed door eventuele bonusdruk voor het aandeel Heineken, welke druk nu al
leen betekenis heeft voor de helft van het bod.
De Coöperatieve Boerenleenbank heeft, althans voor het interne postverkeer, ge
broken met de P.T.T. De bank heeft het vervoer van brieven en pakketten in eigen
hand genomen, omdat dat goedkoper uitkomt. Bovendien gaat het sneller. De
P.T.T. heeft nog wel een offerte ingediend, maar die werd terzijde gelegd.
Nu plegen banken gewoonlijk goed te kunnen rekenen. Daarom zal het besluit van
de Boerenleenbank niet anders dan op grond van de harde cijfers zijn genomen. Het
maakt dan wel een vreemde indruk, dat de P.T.T. daar geen enkel steekhoudend
commentaar tegenover kan stellen.
Andere bedrijven worden daardoor ongetwijfeld aan het denken gezet. Grote on
dernemingen zouden het voorbeeld van de Boerenleenbank kunnen volgen en een
P.T.T. voor eigen gebruik kunnen oprichten. Tenzij de P.T.T. aantoont dat haar
prijzen concurrerend zijn en dat is vooralsnog niet gebeurd.
Zelden heeft overigens een defensienota na
de tweede wereldoorlog zo'n stortvloed
van commentaren te verwerken gekregen
als dit document, hetgeen in ieder geval
overeenkomt met de opmerking van minis
ter Den Toom in de defensienota van vo
rig jaar, dat er een toenemende belangstel
ling is te constateren inzake het defensie
beleid. De steen des aanstoots in dit eerste
politieke deel was over hel algemeen de
conclusie van de regering dat de situatie in
Oost-Europa weinig hoop op een snelle
evolutie in de richting van wederzijdse
wapenbeheersing en ontwapening geeft.
Het zal allemaal nog moeten blijken of er
van een werkelijke internationale ontspan
ning sprake is. De verontwaardiging van
sommige commentatoren was groot en men
verweet de regering met dit stuk „met bol
le wangen de koude oorlog aan te blazen".
Hoe volkomen terecht was, zoals nu over
duidelijk is gebleken, de waarschuwing
van de regering.
Het ontbreken van een machtsapparaat
dat internationale overeenkomsten des
noods kan afdwingen ontbreekt en maakt de
Verenigde Naties zo kwetsbaar. Deze vol
kerenorganisatie heeft niet die grootse
taak kunnen verrichten die haar in 1945 al
gemeen werd toegedacht, al is zij dan nog
wel de kern van een nog nader uit te wer
ken internationale rechtsorde blijven beli
chamen.
Naar het oordeel van de regering zal het
daarom noodzakelijk zijn om naast het
blijven streven naar de uiteindelijke verwe
zenlijking van een beproefde wereldrechts
orde de NAVO te blijven beschouwen als de
hoeksteen van haar buitenlands beleid. Dit
stelt Nederlands positie voor wat betreft
het al dan niet verlengen van het NAVO-
verdrag in 1969 duidelijk en zonder
restricties vast.
De hoofdstukken 2, 3 en 4 behandelen de
eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog, de
totstandkoming van het Noordatlantische
Verdrag, de betekenis van het Atlantisch
bondgenootschap in zijn beginperiode en de
verdere ontwikkeling van de NAVO in de
internationale politiek. Het is een stukje ge
schiedenis beginnende met het verwach
tingsvolle begin in 1945 tot en met de cri
sis in het Midden Oosten en het besluit met
de volgende woorden: „De recente gebeur
tenissen in het Midden Oosten hebben dui
delijk aangetoond dat het misleidend zou
zijn de huidige toestand van betrekkelijke
rust en klimaatsverbetering in Europa als
graadmeter voor de verhouding tussen
Oost en West te hanteren. In dit verband
dient trouwens te worden bedacht dat zich
ook in andere delen van de wereld ontwik
kelingen voordoen die tot een verscherping
van de thans min of meer stabiele verhou
dingen tussen Oost en West zouden kunnen
leiden".
Toen ik door de gebeurtenissen in Tsje
cho-Slowakije gedwongen werd mijn voor
al door de televisiebeelden wakker ge
schrokken en verontwaardigde tiener-zoon
de achtergronden van dit alles te verkla
ren, bleek dat bovengenoemde hoofdstuk
ken, zij het dan in iets meer populaire be
woordingen gebracht, de situatie voor hem
volkomen duidelijk maakten. Dit is natuur
lijk nooit de bedoeling van de minister ge
weest met dit stuk, maar ik ben er hem
dankbaar voor en het typeert in ieder ge
val de inhoud.
De militaire taak van de NAVO. In de
nota wordt begonnen te constateren dat de
Sovjet Unie en de Warschau-Pact-landen er
een zeer krachtig militair apparaat op na
blijven houden, zowel in de conventionele als
in de nucleaire sector. Een apparaat dat
met name in de laatste jaren vooral kwa
litatief wordt versterkt en gemoderniseerd.
De feitelijke stabiliteit die thans bestaat is
in feite, zo vervolgen de minister, te dan
ken aan de aanzienlijke Westelijke inspan
ningen met betrekking tot het (door som
migen) zo verguisde politiek-militaire even
wicht.
Wat is nu de invloed van het Tsjechoslo-
waakse drama op deze laatste zinnen?
Is door het (voorlopig) wegvallen van
Tsjecho-Slowakije het evenwicht ten
gunste van het Westen doorgeslagen? Niets
is minder waar. De werkelijke offensieve
macht van het Warschaupact is altijd de
Sovjet-Unie geweest. De satelliet-strijd
krachten speelden, militair gesproken, nooit
een hoofdrol. Er waren voor hen heel an
dere taken met minder politieke en militai
re risico's weggelegd.
Juist door de situatie in Tsjecho-Slowa
kije zijn een aantal Russische divisies uit
Rusland zelf en de Baltische landen in de
voor ons 'zo gevaarlijke zone langs het
IJzeren Gordijn terecht gekomen. Onder
andere politieke omstandigheden zou dit
voor het Westen een grond tot mobilisatie
inhouden. Hopen we dat deze divisies weer
zo spoedig mogelijk teruggaan naar waar
ze vandaan kwamen. Dat de overige War-
schau-Pact-staten zelfs tégen een eigen lid
staat konden worden ingezet geeft een ant
woord op de vraag of een inzet tegen het
Westen tot de mogelijkheden behoort.
Er heerst nu in Oost-Europa een gevaar
lijke militaire situatie, die voor het Wes
ten gevaarlijker wordt naarmate de inter
ne onrust daar verdwijnt.
Terug naar de nota. De Duitse kwestie
blijft Europa's veiligheidsprobleem num
mer 1 en zolang geen democratische en
menselijke oplossing wordt gevonden, zal
een labiele en explosieve situatie in Euro
pa blijven bestaan.
De Sovjet-Unie kan slechts tot een voor
zichtig beleid ten opzichte van West-Euro
pa worden gedwongen door een adequate,
parate en voorwaartse verdediging met een
volstrekt geloofwaardig karakter. Als kant
tekening zou ik hierbij willen plaatsen dat
degenen die een behoorlijke politieke waar
schuwingstijd meenden te kunnen verwach
ten voor het geval dat de Russen iets te
gen het Westen van plan waren, door het
gebeurde van de laatste weken aan het na
denken zijn gezet. Het is juist deze catego
rie mensen die belangrijke taken zien weg
gelegd voor (uiteraard goedkopere) mobi
lisatietroepen in plaats van goed geoefen
de parate eenheden.
De Sovjets moeten weten dat elke agres
sie ten opzichte van een Westeuropees
land een gepast en geloofwaardig militair
antwoord van èlle solidaire NAVO-staten
tot gevolg heeft. Mocht een dergelijk con
ventioneel antwoord uiteindelijk niet vol
doende zijn dan staat daar achter nog im
mer Amerika's nucleaire dreiging.
Hoe geringer echter de conventionele mid
delen zijn hoe eerder aan de nucleaire
noodrem zal moeten Worden getrokken.
Juist in dit verband is de regering van me
ning dat met de huidige Europese strijd
krachten en middelen het absolute mini
mum is berefkt.
De nota blijft ook voor de toekomst de
NAVO zien als 't meest voor de hand lig
gende bondgenootschap voor de Europese
verdediging, aangezien de Europese lan
den zelf, zelfs bij een aanzienlijke verho
ging van hun defensie-uitgaven, niet in
staat zullen zijn hun eigen veiligheid te be
schermen. Europese verdediging in Atlan
tisch verband dus en we blijven voor onze
verdediging voor een zeer belangrijk deel
parasiteren op de Amerikaanse defensie
inspanning en nucleaire garantie. Onze po
litieke invloed zal op deze manier wel
evenredig groot zijn, mag men wel aanne
men.
Bijzonder vaag wordt de nota als ze zich
uitspreekt voor „research, ontwikkeling en
produktie van defensiematerieel", waarop
Europa een technologische achterstand
heeft op de Verenigde Staten. „Vormen van
samenwerking dienen te worden bevor
derd" vervolgt de nota. Hoe hebben de mi
nisters zich dit ingedacht?
Als de NAVO als bondgenootschap ergens
zeer duidelijk tekort schiet is het op het ge
bied van de logistieke integratie en de
standaardisatie van materieel. De mate-
rieelverzorging en -bevoorrading is angst
vallig een zuiver nationale aangelegenheid
gebleven en standaardisatie schijnt te stop
pen bij het samenstellen van procedures
(dat kost niets) en technische details als
trekhaken, wieldiameters enz. Elk land be
voordeelt naarstig zijn eigen economie en
werkgelegenheid echter ten koste van zijn
defensieapparaat, aangezien dit alles na
tuurlijk uiteindelijk tot veel hogere kosten
leidt. Elk land, hoe klein ook, heeft weer
zijn eigen materieeldiensten, beproevings
teams, aankooporganisaties.
Het zijn, gezien de strijdmacht die op de
benen wordt gebracht, onevenredig grote
toporganisaties met enorme „overhead"-
kosten.
In het deel dat handelt over de beginse
len van het bondgenootschappelijke defen
siebeleid ter afschrikking van agressie,
voorkoming van oorlog en handhaving van
de vrede ziet de regering de NAVO-taak als
complementair aan de taak van de Ver
enigde Naties aangezien de wereldvrede
thans, of we dat willen of niet, in hoofd
zaak berust op de werking van het machts
evenwicht. Met het systeem van afschrik
king gebaseerd op een verscheidenheid van
afweer- en afschrikkingsmiddelen zitten we
dan ineens midden in de strategie van de
„flexible reponse", de getrapte afschrik
king, of het afgepaste antwoord. In feite ko
men we dan weer terug bij de gevaarlijke
situatie die kan ontstaan door de aanwezig
heid van een groter aantal Russische divi
sies in Oost-Europa op dit moment. Tot nu
toe heeft het Westen in (te) goed vertrou
wen alleen maar gereduceerd en wil men
deze „flexibele response'-theorie in de
praktijk ten uitvoer brengen dan zullen
daar toch wel parate conventionele midde
len bij nodig zijn. Tenslotte staan de Ame
rikanen met slechts vijf conventionele di
visies in Europa en in geval van een wer
kelijk conflict zullen de Russen hun beslist
de tijd niet gunnen om grootscheepse ver
sterkingen naar Europa over te brengen.
Terecht noemde de regering reeds voor
de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije de
situatie zorgwekkend en wilde zij met hand
having van de kwantiteit vooral de kwaliteit
van de strijdkrachten 'verhogen, met na
druk op de parate strijdkrachten. Dit
klinkt prachtig, maar dat bereikt men be
slist niet, ondanks de zoveelste poging om
de èfficiency op te voeren, door relatief
minder geld aan defensie te besteden.
De regering is vóór versterking van de
kwetsbare NAVO-flankgebieden door het
versterken van de „Allied Command Euro
pe Mobile Force", de in 1960 opgerichte zo
genaamde brandweerbrigade. Het is een
zeer mobiele strijdmacht, waaraan wij met
zee- en luchtstrijdkrachten deelnemen.
Waarom de landmacht aan deze eenheid
niet (bescheiden) deelneemt zal wel finan-
De „Nota inzake het NAVO-defensiebeleid 1968" die op 21 juni 1968 aan onze volks
vertegenwoordiging werd aangeboden, is een uiterst belangrijk document, aangezien
daarin het NAVO-beleid en de defensieplannen voor de periode 19681972 worden
uiteengezet. Dat een dergelijk document op dit moment in het licht van de gebeurte
nissen in Tsjecho-Slowakije bijzonder actueel is geworden, spreekt wel vanzelf. Onze
militaire medewerker wijdt in bijgaand artikel een beschouwing aan de defensienota,
de zesde na de bevrijding. Voor het eerst is de nota in twee delen gesplitst en wel
in een politiek-(eerste) deel, ondertekend door de ministers van Buitenlandse Zaken
en van Defensie en een krijgsmachtdeel ondertekend door de minister van Defensie
en zijn drie staatssecretarissen voor de marine, de land- en de luchtmacht. Het ligt
in de bedoeling van deze militaire medewerker allereerst het politieke deel betref
fende de Noordatlantische Verdragsorganisatie, afweer, veiligheid en ontspanning te
bespreken om tenslotte in de komende weken het meer omvangrijke deel over de
krijgsmacht te behandelen.
ciële redenen hebben, maar daar ligt on
der andere een mogelijkheid om de kwa
liteit der landstrijdkrachten op te voeren.
We hebben nog ergens in Nederland een
complete staf van het voormalige Korps
Commandotroepen zitten, terwijl de duur
opgeleide parachutisten na de mobilisatie
als gewone infanteristen in de mobilisatie-
pot gaan.
van de NAVO behandeld. Geconstateerd
In hoofdstuk 6 wordt de politieke taak
wordt dat de Noordatlantische Raad, geas
sisteerd door de Commissie .van Politieke
Adviseurs, zich heeft ontwikkeld tot 'n or
gaan waarin doorlopend overleg wordt ge
pleegd over een veelheid van politieke
vraagstukken. Hoewel dit niet immer tot
een gemeenschappelijke beleidslijn of con
clusie leidde wordt dit alles als zeer waar
devol gezien met als einddoel een verdere
voortgang van het Europese integratiepro
ces en de vorming van een Verenigd Euro
pa met een democratisch, federaal en open
karakter en in het kader van een Atlanti
sche gemeenschap met Noord-Amerika en
Europa als volledige politiek-economische
gelijkwaardige partners. Dat is een hele
mond vol, maar een lofwaardig streven.
Hoofdstuk 7 behandelt dan het Atlantisch
bondgenootschap in het perspectief van een
wereldrechtsorde. De regering ziet de NA
VO, bij gebrek aan een mondiaal veilig
heidsstelsel, als een normale ontwikkeling
naar grotere verbanden en noodzakelijk
voor het beteugelen van agressie. Zelfs in
de toekomst, als dit mondiaal rechtsbe
stel wel zal zijn verwezenlijkt, ziet de re
gering behoefte aan regionale verbanden
op politiek en ander terrein, zodat de NA
VO dan zal kunnen overgaan in een vreed
zame Atlantische gemeenschap, waarmede
dan wordt bewezen dat in deze nota nog
verder wordt gekeken dan de periode 1968-
1972.
Bij het einde van dit deel 1 is men be
slist onder de. indruk van de toch wel ob
jectieve samenvatting van het naoorlogse
politieke en militair-politieke gebeuren,
voor de ernstige waarschuwingen en de
weloverwogen toekomstvisie.
Dat na dit alles deel 2 van dit 155 pagi
na's tellende boekwerk voor een complete
desillusie zorgt hoop ik u dan in de komen
de weken uit de doeken te doen.
■m
De huidige, snelle ontwikkeling van de techniek zou vrijwel onmogelijk zijn zonder
de sterk gespecialiseerde ontwikkeling van de foto- en filmtechniek waarbij het let
terlijk op zeer grote snelheid aankomt. Wat zouden we te weten komen van snel be
wegende machines, van explosies, van splijtingsprocessen, van metaal- en gesteente
structuren en van de ontwikkeling van micro-organismen als we niet even konden
binnenkijken in de geheimen van de beweging beter gezegd, als we niet even de
beweging zouden kunnen laten stilstaan. Dank zij bijna ongelooflijk snel film- en
fotomateriaal, super-snelle sluiters en uiteraard nog een heel complex van andere
technieken in de fotografie kunnen we ontdekken wit er in de beweging gebeurt
zijn we in staat tot analysering. Deze twee foto's laten zien hoe zeer snel fotomate
riaal ons een kijkje gunt in het, lange tijd verborgen, gebied van de beweging. Een
druppel melk spat uiteen op een glasplaat. De camera pakt als het ware een heel
klein stukje uit het moment. Dat heel kleine stukje is in dit geval één-tienduizendste
deel van een secondeOp de andere foto wordt een geweerkogel door een speel
kaart geschoten. De kogel heeft een snelheid van 350 meter per seconde. Maar de
moderne camera voor wetenschappelijke doeleinden kan de beweging van de kogel
volgen zoals hier. Nog vliegen de snippers van de kaart in 't rond. De kogel is nog
geen tien centimeter weg