DEZE WEEK: nader beschouwd De kracht van de rede Recht op bescheidenheid Keuze zonder perspectief Biermarkt: Nederlands stempel Vlugger en voordeliger NAVO-defensienota: een zeer actueel document 'n Stukje' uit snelheid wêêf 1 In het licht van de jongste gebeurtenissen Onze militaire medewerker schrijft Het evenwicht Geloofwaardig Voor de hand liggend Lofwaardig m Hoe men de gebeurtenissen van de afgelopen week in Tsjecho-Slowakije ook be oordeelt; welke verwachtingen men ook koestert na het „akkoord" van Moskou en hoe men ook denkt over politieke, militaire of morele winst (of verlies) één in druk is onuitwisbaar: wat een volk, wèt een geestelijke kracht! Hoe is het moge lijk dat een land zó eendrachtig en zó beheerst terwijl toch de handen moeten hebben gejeukt de arglist, het verraad en de vernedering tegemoet trad. Welk een prachtige reactie een bijna ongeloofwaardig voorbeeld van menselijke wijs heid als antwoord op geweld en bedrog. Dat moet de wereld sterk hebben aange sproken. Oók, dat in dit land geen of nauwelijks een verrader te vinden was. De Tsjechen en Slowaken hebben geloofd, wat altijd heel schoon wordt voorge steld, maar wat bijna onuitvoerbaar lijkt in zo'n situatie, namelijk dat de grootste kracht ligt in heldenmoed zonder bloed. Zij hebben er naar gehandeld. Burgers met blote handen discussieerden met zwaargewapende soldaten op tanks. Deze kracht van de rede heeft op de hele wereld indruk gemaakt en heeft zelfs als wij de berichten mogen geloven een echo nagelaten in en op de tanks bij de zo nen van vaders die, evenals de Tsjechen nu. geweten hebben waarvoor zij vijfen twintig jaar geleden vochten. Als burger of als soldaat. Soldaten, maar ook burgers kunnen vechten een ieder op zijn manier, maar steeds naar gelang hun soldij. Wat staken de Russische soldaten en hun satellieten daarbij maar povertjes af tegen de Tsjechische burgers. Wat hebben wij gedaan? Nederland heeft voor een deel de Tsjechen geëerd met twee minuten stilte, met hier en daar een gift of een pensionkamer en met bemoedigende woorden. Het lijkt in tegenspraak met onze diepe verontwaardiging over het gebeurde en met onze sympathie voor het Tsjechische volk, dat we op "alle mogelijke terreinen, de deur naar de vijf landen, niet terstond hebben dichtgesla gen. Maar zouden we met die „hulp" een duidelijk terugdrijven van de commu nistische volken in eigen isolement niet ook het wezenlijke ideaal der Tsjechen hebben ontkracht? Wie de rede roemt, past het streven naar zelfbeheersing. Het is een typisch modem probleem: hoe ver mag je een medemens aan de publici teit uitleveren? Woensdagavond. Op de televisie natuurlijk overvloedig veel nieuws uit Tsjecho- Slowakije. Terecht. Maar tussen al die beelden een filmpje van Achter het nieuws over de begrafenis van een 27-jarige Praagse jongen die door een Russische tank doodgereden was. We zitten dan echt eerste rang, want de cameraman ter plaatse mikt als goede vakman haarscherp op momenten die ons als leek natuurlijk zijn ontgaan, zelfs al stonden we er met onze neus bovenop. Zodoende konden we minutenlang kijken naar het stamelende leed van de broer van de omgekomen jongen. Worden we Ce oud om de vaart der volkeren bij te houden? Wie ooit in zijn leven ogenblikken van machteloos leed heeft doorgemaakt, weet dat een mens nooit weerlozer en kwetsbaarder is dan in die ogenblikken als je woorden fluistert of roept, terwijl je weet dat ze nooit meer beantwoord zullen worden. Heeft een mens, wiens gezicht breekt van wanhoop, geen recht op de bescheidenheid van de wereld die hem op dat donkere pad niet kan en mag volgen? Als een mooi meisje op de televisie haar tichaam laat zien, breekt er een storm van verontwaardiging los. Dat meisje doet zoiets vrijwillig, zij laat niet meer zien dan haar lichaam de buitenkant. Dait mag kennelijk niet. Maar een mens, verkrampt van verdriet, mag kennelijk wel besprongen worden door onbarmhartige camera's waardoor hij onwetend en onwillend zijn geestelijke naaktheid prijsgeeft om het te laten tentoonstellen in knusse huiskamers: „Graag nog een beetje suiker in de koffie Mien ja ik zie het wel, het is inderdaad erg in dat Praag hé nu doe je weer te veel room in m'n kopje". Aan die wanhopig huilende jongen in Praag werd groot onrecht gepleegd! Met groot gemak heeft vice-president Hubert Humphrey de democratische kandi datuur voor het Amerikaanse presidentschap in de wacht gesleept. Toch is over zijn benoeming de schaduw van de twijfel gevallen. Twijfel aan de overtuigings kracht van Humphrey's overwinning; twijfel aan zijn kansen om in november van de republikein Richard Nixon te winnen; twijfel aan zijn vermogen de bittere won den te helen die in de democratische partij zijn geslagen. De gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije heeft de conservatieve krachten in de Ver enigde Staten duchtig versterkt. Daarvan trekt Nixon meer profijt dan Humphrey. Opiniepeilingen hebben uitgewezen dat als op dit ogenblik de presidentsverkiezin gen zouden worden gehouden, Nixon de opvolger van Johnson zou worden. De Russen hebben de vrijwel zeker lijkende verkiezing van Humphrey tot president dus wel op losse schroeven gezet. Humphrey of Nixon. Dat is de keuze waarvoor de Amerikaanse kiezers in novem ber komen te staan als zij een nieuwe president moeten aanwijzen Voor vele, voor al jonge Amerikanen, is het een keuze zonder perspectief, terwijl deze Nieuwe We reld juist zo hard om uitzicht roept. Wij leven in een razendsnelle wereld. Dat valt aan vele gebeurtenissen te zien. De Amsterdamse effectenbeurs blijft daarbij niet achter. Nauwelijks was het bpricht wereldkundig gemaakt dat „Breda Bier" via de fabrikant De Drie Hoefijzers zou' opgaan in het Engelse concern Allied Breweries, of de „Amstel" kwam in bewe ging. Zichtbaar in een forse koersstijgende beweging ter beurze en achter de scher men door een koortsachtig beraad met het bestuur van Heineken. Natuurlijk staan hier grote belangen op het spel. Door de fusie van De Drie Hoef ijzers met AJMed Breweries heeft dit Engelse concern, dat eerder al Oranjeboom kocht, nu ongeveer twintig procent van de Nederlandse biermarkt in handen. Am- stel heeft ook zo ongeveer dit percentage en Heineken veertig procent. Zou Amstel eveneens zijn opgegaan in de Allied Breweries, dan zou er zich in ons land een bierconcem hebben gevormd even groot als Heineken, maar nu geheel onder En gelse controle. Aangezien Allied Breweries zelf ook nog fusieplannen heeft met een groot soort gelijk Engels bierconcem, valt het gemakkelijk in te zien welke belangen hier op het spel staan. Door de komende fusie tussen Heineken en Amstel blijft in elk geval ruim de helft van de Nederlandse biermarkt ook in vaderlandse handen. Het bod, dat op de aandelen Amstel is uitgebracht, lijkt niet onaantrekkelijk en is in elk geval interessant. Niet onaantrekkelijk, omdat na het uittrekken van de ver schillende dividendjasjes de overnemingskoers op 600 pet. uitkomt. Hoewel Amstel een sterk bedrijf is en ook financieel vorig jaar belangrijk is verstevigd, staan nog belangrijke investeringen op het programma, die nu beter gezamenlijk met Heine ken kunnen worden uitgevoerd. De nettowinst plus de afschrijvingen lagen in 1967 op bijna duizend gulden per even groot aandeel zodat de verhouding van de over nemingskoers tot dit bedrag uitkomt op ca. 6. Voor de fusiepartner Heineken kan zo gezien niet worden gesproken van een door de omstandigheden opgedrongen hoge prijs, omdat de beurskoers al bijna 500 pet. bedroeg. Voor de aandeelhouders Amstel zit er echter nog een aantrekkelijke mar ge in, hoewel in de topjaren 1960 en 1962 nog wel iets hogere koersen zijn voorge komen. Het interessante van het bod is, dat de helft van de prijs wordt betaald in contan ten en 7 pet. obligaties, die op ca. 100 pet. kunnen worden getaxeerd. Deze sa menstelling van het bod voorkomt, dat de ovememingsprijs te veel zal worden be ïnvloed door eventuele bonusdruk voor het aandeel Heineken, welke druk nu al leen betekenis heeft voor de helft van het bod. De Coöperatieve Boerenleenbank heeft, althans voor het interne postverkeer, ge broken met de P.T.T. De bank heeft het vervoer van brieven en pakketten in eigen hand genomen, omdat dat goedkoper uitkomt. Bovendien gaat het sneller. De P.T.T. heeft nog wel een offerte ingediend, maar die werd terzijde gelegd. Nu plegen banken gewoonlijk goed te kunnen rekenen. Daarom zal het besluit van de Boerenleenbank niet anders dan op grond van de harde cijfers zijn genomen. Het maakt dan wel een vreemde indruk, dat de P.T.T. daar geen enkel steekhoudend commentaar tegenover kan stellen. Andere bedrijven worden daardoor ongetwijfeld aan het denken gezet. Grote on dernemingen zouden het voorbeeld van de Boerenleenbank kunnen volgen en een P.T.T. voor eigen gebruik kunnen oprichten. Tenzij de P.T.T. aantoont dat haar prijzen concurrerend zijn en dat is vooralsnog niet gebeurd. Zelden heeft overigens een defensienota na de tweede wereldoorlog zo'n stortvloed van commentaren te verwerken gekregen als dit document, hetgeen in ieder geval overeenkomt met de opmerking van minis ter Den Toom in de defensienota van vo rig jaar, dat er een toenemende belangstel ling is te constateren inzake het defensie beleid. De steen des aanstoots in dit eerste politieke deel was over hel algemeen de conclusie van de regering dat de situatie in Oost-Europa weinig hoop op een snelle evolutie in de richting van wederzijdse wapenbeheersing en ontwapening geeft. Het zal allemaal nog moeten blijken of er van een werkelijke internationale ontspan ning sprake is. De verontwaardiging van sommige commentatoren was groot en men verweet de regering met dit stuk „met bol le wangen de koude oorlog aan te blazen". Hoe volkomen terecht was, zoals nu over duidelijk is gebleken, de waarschuwing van de regering. Het ontbreken van een machtsapparaat dat internationale overeenkomsten des noods kan afdwingen ontbreekt en maakt de Verenigde Naties zo kwetsbaar. Deze vol kerenorganisatie heeft niet die grootse taak kunnen verrichten die haar in 1945 al gemeen werd toegedacht, al is zij dan nog wel de kern van een nog nader uit te wer ken internationale rechtsorde blijven beli chamen. Naar het oordeel van de regering zal het daarom noodzakelijk zijn om naast het blijven streven naar de uiteindelijke verwe zenlijking van een beproefde wereldrechts orde de NAVO te blijven beschouwen als de hoeksteen van haar buitenlands beleid. Dit stelt Nederlands positie voor wat betreft het al dan niet verlengen van het NAVO- verdrag in 1969 duidelijk en zonder restricties vast. De hoofdstukken 2, 3 en 4 behandelen de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog, de totstandkoming van het Noordatlantische Verdrag, de betekenis van het Atlantisch bondgenootschap in zijn beginperiode en de verdere ontwikkeling van de NAVO in de internationale politiek. Het is een stukje ge schiedenis beginnende met het verwach tingsvolle begin in 1945 tot en met de cri sis in het Midden Oosten en het besluit met de volgende woorden: „De recente gebeur tenissen in het Midden Oosten hebben dui delijk aangetoond dat het misleidend zou zijn de huidige toestand van betrekkelijke rust en klimaatsverbetering in Europa als graadmeter voor de verhouding tussen Oost en West te hanteren. In dit verband dient trouwens te worden bedacht dat zich ook in andere delen van de wereld ontwik kelingen voordoen die tot een verscherping van de thans min of meer stabiele verhou dingen tussen Oost en West zouden kunnen leiden". Toen ik door de gebeurtenissen in Tsje cho-Slowakije gedwongen werd mijn voor al door de televisiebeelden wakker ge schrokken en verontwaardigde tiener-zoon de achtergronden van dit alles te verkla ren, bleek dat bovengenoemde hoofdstuk ken, zij het dan in iets meer populaire be woordingen gebracht, de situatie voor hem volkomen duidelijk maakten. Dit is natuur lijk nooit de bedoeling van de minister ge weest met dit stuk, maar ik ben er hem dankbaar voor en het typeert in ieder ge val de inhoud. De militaire taak van de NAVO. In de nota wordt begonnen te constateren dat de Sovjet Unie en de Warschau-Pact-landen er een zeer krachtig militair apparaat op na blijven houden, zowel in de conventionele als in de nucleaire sector. Een apparaat dat met name in de laatste jaren vooral kwa litatief wordt versterkt en gemoderniseerd. De feitelijke stabiliteit die thans bestaat is in feite, zo vervolgen de minister, te dan ken aan de aanzienlijke Westelijke inspan ningen met betrekking tot het (door som migen) zo verguisde politiek-militaire even wicht. Wat is nu de invloed van het Tsjechoslo- waakse drama op deze laatste zinnen? Is door het (voorlopig) wegvallen van Tsjecho-Slowakije het evenwicht ten gunste van het Westen doorgeslagen? Niets is minder waar. De werkelijke offensieve macht van het Warschaupact is altijd de Sovjet-Unie geweest. De satelliet-strijd krachten speelden, militair gesproken, nooit een hoofdrol. Er waren voor hen heel an dere taken met minder politieke en militai re risico's weggelegd. Juist door de situatie in Tsjecho-Slowa kije zijn een aantal Russische divisies uit Rusland zelf en de Baltische landen in de voor ons 'zo gevaarlijke zone langs het IJzeren Gordijn terecht gekomen. Onder andere politieke omstandigheden zou dit voor het Westen een grond tot mobilisatie inhouden. Hopen we dat deze divisies weer zo spoedig mogelijk teruggaan naar waar ze vandaan kwamen. Dat de overige War- schau-Pact-staten zelfs tégen een eigen lid staat konden worden ingezet geeft een ant woord op de vraag of een inzet tegen het Westen tot de mogelijkheden behoort. Er heerst nu in Oost-Europa een gevaar lijke militaire situatie, die voor het Wes ten gevaarlijker wordt naarmate de inter ne onrust daar verdwijnt. Terug naar de nota. De Duitse kwestie blijft Europa's veiligheidsprobleem num mer 1 en zolang geen democratische en menselijke oplossing wordt gevonden, zal een labiele en explosieve situatie in Euro pa blijven bestaan. De Sovjet-Unie kan slechts tot een voor zichtig beleid ten opzichte van West-Euro pa worden gedwongen door een adequate, parate en voorwaartse verdediging met een volstrekt geloofwaardig karakter. Als kant tekening zou ik hierbij willen plaatsen dat degenen die een behoorlijke politieke waar schuwingstijd meenden te kunnen verwach ten voor het geval dat de Russen iets te gen het Westen van plan waren, door het gebeurde van de laatste weken aan het na denken zijn gezet. Het is juist deze catego rie mensen die belangrijke taken zien weg gelegd voor (uiteraard goedkopere) mobi lisatietroepen in plaats van goed geoefen de parate eenheden. De Sovjets moeten weten dat elke agres sie ten opzichte van een Westeuropees land een gepast en geloofwaardig militair antwoord van èlle solidaire NAVO-staten tot gevolg heeft. Mocht een dergelijk con ventioneel antwoord uiteindelijk niet vol doende zijn dan staat daar achter nog im mer Amerika's nucleaire dreiging. Hoe geringer echter de conventionele mid delen zijn hoe eerder aan de nucleaire noodrem zal moeten Worden getrokken. Juist in dit verband is de regering van me ning dat met de huidige Europese strijd krachten en middelen het absolute mini mum is berefkt. De nota blijft ook voor de toekomst de NAVO zien als 't meest voor de hand lig gende bondgenootschap voor de Europese verdediging, aangezien de Europese lan den zelf, zelfs bij een aanzienlijke verho ging van hun defensie-uitgaven, niet in staat zullen zijn hun eigen veiligheid te be schermen. Europese verdediging in Atlan tisch verband dus en we blijven voor onze verdediging voor een zeer belangrijk deel parasiteren op de Amerikaanse defensie inspanning en nucleaire garantie. Onze po litieke invloed zal op deze manier wel evenredig groot zijn, mag men wel aanne men. Bijzonder vaag wordt de nota als ze zich uitspreekt voor „research, ontwikkeling en produktie van defensiematerieel", waarop Europa een technologische achterstand heeft op de Verenigde Staten. „Vormen van samenwerking dienen te worden bevor derd" vervolgt de nota. Hoe hebben de mi nisters zich dit ingedacht? Als de NAVO als bondgenootschap ergens zeer duidelijk tekort schiet is het op het ge bied van de logistieke integratie en de standaardisatie van materieel. De mate- rieelverzorging en -bevoorrading is angst vallig een zuiver nationale aangelegenheid gebleven en standaardisatie schijnt te stop pen bij het samenstellen van procedures (dat kost niets) en technische details als trekhaken, wieldiameters enz. Elk land be voordeelt naarstig zijn eigen economie en werkgelegenheid echter ten koste van zijn defensieapparaat, aangezien dit alles na tuurlijk uiteindelijk tot veel hogere kosten leidt. Elk land, hoe klein ook, heeft weer zijn eigen materieeldiensten, beproevings teams, aankooporganisaties. Het zijn, gezien de strijdmacht die op de benen wordt gebracht, onevenredig grote toporganisaties met enorme „overhead"- kosten. In het deel dat handelt over de beginse len van het bondgenootschappelijke defen siebeleid ter afschrikking van agressie, voorkoming van oorlog en handhaving van de vrede ziet de regering de NAVO-taak als complementair aan de taak van de Ver enigde Naties aangezien de wereldvrede thans, of we dat willen of niet, in hoofd zaak berust op de werking van het machts evenwicht. Met het systeem van afschrik king gebaseerd op een verscheidenheid van afweer- en afschrikkingsmiddelen zitten we dan ineens midden in de strategie van de „flexible reponse", de getrapte afschrik king, of het afgepaste antwoord. In feite ko men we dan weer terug bij de gevaarlijke situatie die kan ontstaan door de aanwezig heid van een groter aantal Russische divi sies in Oost-Europa op dit moment. Tot nu toe heeft het Westen in (te) goed vertrou wen alleen maar gereduceerd en wil men deze „flexibele response'-theorie in de praktijk ten uitvoer brengen dan zullen daar toch wel parate conventionele midde len bij nodig zijn. Tenslotte staan de Ame rikanen met slechts vijf conventionele di visies in Europa en in geval van een wer kelijk conflict zullen de Russen hun beslist de tijd niet gunnen om grootscheepse ver sterkingen naar Europa over te brengen. Terecht noemde de regering reeds voor de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije de situatie zorgwekkend en wilde zij met hand having van de kwantiteit vooral de kwaliteit van de strijdkrachten 'verhogen, met na druk op de parate strijdkrachten. Dit klinkt prachtig, maar dat bereikt men be slist niet, ondanks de zoveelste poging om de èfficiency op te voeren, door relatief minder geld aan defensie te besteden. De regering is vóór versterking van de kwetsbare NAVO-flankgebieden door het versterken van de „Allied Command Euro pe Mobile Force", de in 1960 opgerichte zo genaamde brandweerbrigade. Het is een zeer mobiele strijdmacht, waaraan wij met zee- en luchtstrijdkrachten deelnemen. Waarom de landmacht aan deze eenheid niet (bescheiden) deelneemt zal wel finan- De „Nota inzake het NAVO-defensiebeleid 1968" die op 21 juni 1968 aan onze volks vertegenwoordiging werd aangeboden, is een uiterst belangrijk document, aangezien daarin het NAVO-beleid en de defensieplannen voor de periode 19681972 worden uiteengezet. Dat een dergelijk document op dit moment in het licht van de gebeurte nissen in Tsjecho-Slowakije bijzonder actueel is geworden, spreekt wel vanzelf. Onze militaire medewerker wijdt in bijgaand artikel een beschouwing aan de defensienota, de zesde na de bevrijding. Voor het eerst is de nota in twee delen gesplitst en wel in een politiek-(eerste) deel, ondertekend door de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie en een krijgsmachtdeel ondertekend door de minister van Defensie en zijn drie staatssecretarissen voor de marine, de land- en de luchtmacht. Het ligt in de bedoeling van deze militaire medewerker allereerst het politieke deel betref fende de Noordatlantische Verdragsorganisatie, afweer, veiligheid en ontspanning te bespreken om tenslotte in de komende weken het meer omvangrijke deel over de krijgsmacht te behandelen. ciële redenen hebben, maar daar ligt on der andere een mogelijkheid om de kwa liteit der landstrijdkrachten op te voeren. We hebben nog ergens in Nederland een complete staf van het voormalige Korps Commandotroepen zitten, terwijl de duur opgeleide parachutisten na de mobilisatie als gewone infanteristen in de mobilisatie- pot gaan. van de NAVO behandeld. Geconstateerd In hoofdstuk 6 wordt de politieke taak wordt dat de Noordatlantische Raad, geas sisteerd door de Commissie .van Politieke Adviseurs, zich heeft ontwikkeld tot 'n or gaan waarin doorlopend overleg wordt ge pleegd over een veelheid van politieke vraagstukken. Hoewel dit niet immer tot een gemeenschappelijke beleidslijn of con clusie leidde wordt dit alles als zeer waar devol gezien met als einddoel een verdere voortgang van het Europese integratiepro ces en de vorming van een Verenigd Euro pa met een democratisch, federaal en open karakter en in het kader van een Atlanti sche gemeenschap met Noord-Amerika en Europa als volledige politiek-economische gelijkwaardige partners. Dat is een hele mond vol, maar een lofwaardig streven. Hoofdstuk 7 behandelt dan het Atlantisch bondgenootschap in het perspectief van een wereldrechtsorde. De regering ziet de NA VO, bij gebrek aan een mondiaal veilig heidsstelsel, als een normale ontwikkeling naar grotere verbanden en noodzakelijk voor het beteugelen van agressie. Zelfs in de toekomst, als dit mondiaal rechtsbe stel wel zal zijn verwezenlijkt, ziet de re gering behoefte aan regionale verbanden op politiek en ander terrein, zodat de NA VO dan zal kunnen overgaan in een vreed zame Atlantische gemeenschap, waarmede dan wordt bewezen dat in deze nota nog verder wordt gekeken dan de periode 1968- 1972. Bij het einde van dit deel 1 is men be slist onder de. indruk van de toch wel ob jectieve samenvatting van het naoorlogse politieke en militair-politieke gebeuren, voor de ernstige waarschuwingen en de weloverwogen toekomstvisie. Dat na dit alles deel 2 van dit 155 pagi na's tellende boekwerk voor een complete desillusie zorgt hoop ik u dan in de komen de weken uit de doeken te doen. ■m De huidige, snelle ontwikkeling van de techniek zou vrijwel onmogelijk zijn zonder de sterk gespecialiseerde ontwikkeling van de foto- en filmtechniek waarbij het let terlijk op zeer grote snelheid aankomt. Wat zouden we te weten komen van snel be wegende machines, van explosies, van splijtingsprocessen, van metaal- en gesteente structuren en van de ontwikkeling van micro-organismen als we niet even konden binnenkijken in de geheimen van de beweging beter gezegd, als we niet even de beweging zouden kunnen laten stilstaan. Dank zij bijna ongelooflijk snel film- en fotomateriaal, super-snelle sluiters en uiteraard nog een heel complex van andere technieken in de fotografie kunnen we ontdekken wit er in de beweging gebeurt zijn we in staat tot analysering. Deze twee foto's laten zien hoe zeer snel fotomate riaal ons een kijkje gunt in het, lange tijd verborgen, gebied van de beweging. Een druppel melk spat uiteen op een glasplaat. De camera pakt als het ware een heel klein stukje uit het moment. Dat heel kleine stukje is in dit geval één-tienduizendste deel van een secondeOp de andere foto wordt een geweerkogel door een speel kaart geschoten. De kogel heeft een snelheid van 350 meter per seconde. Maar de moderne camera voor wetenschappelijke doeleinden kan de beweging van de kogel volgen zoals hier. Nog vliegen de snippers van de kaart in 't rond. De kogel is nog geen tien centimeter weg

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 10