ZIEZO
zaterdag 31 augustus 1968
Auto
Herkennen
„Katvangers"
Al jarenlang broeden architecten, stede-
bouwers, psychologen, planologen en
sociologen, gesteund door kiene denkers
buiten de wetenschapop het probleem
van het wonen. Het gaat hun niet zozeer
om de vraag: hoe brengen we in de kortst
mogelijke tijd zoveel mogelijk mensen on
der dak, dan wel om de vraag: hoe kun
nen wij onze ontwerpen synchroniseren
met de eisen van straks. Anders gezegd:
men maakt zich er zorgen over dat in het
huis, in de stad die wij vandaag bouwen,
morgen al onze kinderen niet meer willen
wonen. „Vandaag" is voor de stedebou
wer zeg maar een periode van vijf jaar
en als hij over „morgen" spreekt, bedoelt
hij misschien over tien, vijftien of twintig
jaar.
In de wereld van planologen en stede
bouwers maakt men zich .in toenemende
mate zorgen over het risico, dat wij steden
bouwen die al niet meer aan de normen
voldoen „als de bomen in de straten nog
tot volle wasdom moeten komen", zoals
een bekende planoloog eens heeft gezegd.
Boompje groot, een stad voor de sloop..."
"lVrederland wordt op een ontstellende wij-
ze volgebouwd met de „zes-en-een
hal ve-meter-woning"zegt de bekende ar
chitect Zuiderhoek die voor Apeldoorn de
wijk Kerschoten bouwde en de geestelijke
vader is van de „drive-in"-woning. Die
„zes-en-een-halve-met er-woning" is het
Flat van eengezinswoningen
huisje alleenstaand of in de rij met
de toegang en daarachter de gang, de trap
naar boven, daarachter de keuken en de
zogenoemde Engelse kamer. In honderd
duizenden huizen in ons land staat het
bankstel op dezelfde plaats in de woonka
mer, ook het televisietoestel, de haard, de
eethoèk....
Andere architecten komen in opstand
tegen het feit dat onze woningblokken op
een fantasieloze manier worden neergezet,
vaak boven op elkaar en niet een minimum
aan groen. Dat gebeurt niet zelden omdat
de giek van de torenkraan, die de elemen
ten voor de woningen moet aanvoeren,
niet verder feiken kan. Het voordeel van
de ratiobouw wordt niet alom geroemd.
Men kan er weliswaar véél en goedkoop
huizen mee bouwen, maar er zijn al
voorbeelden in Nederland te noemen waar
nu al duidelijk wordt dat woningen, van
enkele jaren oud, al niet meer aan de nor
men voldoen.
Omdat „de mens van 1980, 1990 of van
het jaar 2000 een heel ander individu zal
zijn dan de mens van 1968", zoals prof.
Van Poelje het zegt, dienen wij bij het ont
werpen van ons stedelijk milieu zover mo
gelijk vooruit te denken. Men zou er aan
kunnen toevoegen: „...ook al reikt de giek
van de bouwkraan op dit moment niet
verder..."
-S
Een Duitse architect en een landgenoot
socioloog hebben onlangs een boek
uitgegeven met als titel: „Projekt-ldeen
fiir die Umwelt von morgen". Zij zeggen
daarin geen utopieën na te streven. Zij
Roland Frey en Norbert Schmidt zeg
gen een uitweg te zoeken uit de vicieuze
cirkel van: I. het steeds verder verwijderd
raken van de eengezinswoning van het
stadscentrum, 2. het steeds minder syn
chroon lopen van bouwvoorschriften en
wensen, 3. de steeds sterker wordende pro
blemen van de dagelijkse voorzieningen en
4. def steeds groter wordende afstand
letterlijk en figuurlijk van de „buur
man".
Tyovenstaande schets, afkomstig van bei-
de heren, toont naar hun inzich
ten de toekomst van de eengezinswo
ning en de flat. Het zijn vijf a zes beton-
platformen boven elkaar als in een pira
mide, aan de buitenkant waarvan grote
tuinterrassen iedere bewoner een flink stuk
privacy-buiten bieden. Niemand kijkt bij
de ander in, niemand stoort de ander, ook
al „bouwt" hij een groot feest, want de
dubbele plafonds zijn zo geconstrueerd
dat ze alle lawaai van onder en van boven
absorberen. Die dubbele bodems kunnen
bovendien gebruikt worden voor de aan
leg van bloemen bedden of kleine vijver
tjes.
Niet alleen biedt deze eengezins-etage-
woning" de bewoner meer Vrijheid dan in
een eengezinswoning, maar bovendien veel
meer comfort, want geen van de bewoners
van dit, wat Frey en Schmidt noemen: „het
huis van de huizen" behoeft meer ver te
lopen naar zijn garage. In de kern van het
gebouw zijn parkeerplaatsen, sommige met
benzinestation, ondergebracht. Er staat
geen „meer van blik" vóór of achter de
woning en de huisvrouw kan gebruik ma
ken van een' centrale dienstbodenorganisa
tie die eveneens in de kern van dit gebouw
is ondergebracht. Men kent er allerlei ge
makken van het hotel, zeggen de architect
en de socioloog, en omdat er steeds werk
is en voor de diensten per uur kan worden
betaald, zijn de kosten voor service, enz.
vaak veel lager dan elders.
Een van de vele snufjes aan deze wonin
gen is nog, dat met losse tussenwanden
kan worden gewerkt, waarmee men bijna
onbeperkt allerlei variaties kan aanbren
gen in de grootte van de verschillende ka
mers. Ook aantrekkelijk lijkt het, dat de
enorme terrassen door over-energiein
de plafonds kunnen worden verwarmd,
waardoor nten éérder dan anders van het
voorjaar en de bloemen kan genieten en
later dan anders nog buiten kan zijn....
mannen van het idee geven toe, dat
U zo'n woning uiteraard niet onmiddel
lijk kan worden gebouwd in de sector so
ciale woningbouw. Maar zij zijn er van
overtuigd, dat juist omdat zo'n pirami
de-flat niet meer ruimte neemt dan andere
flats (inclusief de par keer gelegenheden,
autoboxen of garages en de centrale voor
zieningen) deze vorm is een van de toe-
konftt is en dat de woning zelf al zoveel
variaties biedt, dat wegen moeten gevon
den worden om tot industriële bouw te
komen. Dat betekent dat de prijzen steeds
lager kunnen gaan, naarmate de eenheden
groter worden.
Bij de cijfertjes geeft het Duitse blad
„Stern", waaraan wij deze tekening ontle
nen, de volgende verklaring: I. bovenste
etage met plat dak, 2. schacht voor ver
warming en air-conditioning, 3. wand als
scheiding tussen twee woningen, 4. meer
dan een meter brede beplanting om het
gezicht op de onderliggende woning te
voorkomen, 5. de grote terrassen kunnen
naar smaak worden ingericht, 6. bodem
en plafond (gemakkelijk toegankelijk) met
buizen voor elektra, koud en warm water,
afvalwater, enz. Deze ruimte werkt zeer
sterk geluiddempend. Men kan er nog ex
tra bloembakken, vijvertjes of kinderbad
jes in aanleggen, 7. trappehuis met lift, 8.
opslagruimte voor elke woning, 9. de wo
ning, 10. vestibule, 11. berging, 12. gara
ges, 13. zwembad of sauna voor de flat. In
andere ruimten ziet men nog andere vor
men van woonkamer en slaapkamer.
't Is maar een idee, zeggen de heren
Frey en Schmidt. Zij willen met dit plan
niet alleen de weg vrij maken voor mensen
die goed verdienen en zich zo'n woning
kunnen veroorloven, maar zij willen ook in
de héle woningbouw van heel goedkoop
af de uniformiteit het onderdoor-
dachte, dat zich manifesteert in stijlloos
heid, te lijf
Van „katvangers" en brave burgers
lVTiemand hoeft meer naar België om
roulette te spelen. In acht casino's in
Nederland draait de roulette op volle toe
ren. Dat zijn op de kop af evenveel speel-
gelegenheden als in België.
Het geldende verbod verhindert niet dat
na de rage van de pseudo-roulettes en de
zogenaamde behendigheidsspellen waarte
gen politie en justitie zo fel en kortstondig
zijn opgetreden, nu al weer enige tijd de
echte en onvervalste roulette in ons land
in zwang is gekomen. De ontwikkeling zet
door. Intussen liggen de in beslag genomen
behendigheidsspellen in de kast van de jus
titie, zonder dat er iemand naar schijnt
om te kijken. De roulette wint zonder slag
of stoot het pleit, zo lijkt het tenminste....
Viermaal per week rijden (gratis) auto
bussen van Den Haag en Amsterdam naar
Loosdrecht. Ook de entree in het casino
kost geen cent Elke speler krijgt bij bin
nenkomst zelfs nog een handjevol fiches
toegestopt om mee te beginnen plus twee
gratis consumptiebonnen.
De waarde van het handgeld varieert.
In de ene club is dat vijf gulden, in een an
dere tien of twintig. Elke bezoeker krijgt
bovendien nog een gratis lot. Daar dingt
hij mee naar prachtige prijzen uit de
maandelijkse tombola.
De acht casino's waar dag* aan dag rou
lette wordt gespeeld, zijn aan de buiten
kant makkelijk te herkennen. De wereld
van exploitanten en spelers is in ons land
zo beperkt, dat iedereen alles wel weet.
Daar komt bij dat de meeste vlak bij el
kaar liggen in de provincie Utrecht; mak
kelijk centraal en vaak in een prachtige
omgeving, al komen de spelers niet om 't
natuurschoon te bewonderen.
Vier zijn er in Loosdrecht gevestigd. Ie
dereen kan ze aanwijzen en de aanduidin
gen op de gebouwen en naast de weg zijn
evenmin mis te verstaan. Verder zijn er
roulette-clubs in Maarssen, Breukelen en
Amersfoort. Nummer acht is in het Bra
bantse Best gevestigd.
Ofschoon alle roulette-sociëteiten een be
sloten karakter hebben, is het niet moeilijk
om tot de speelzalen te worden toegelaten.
Vorige maand was dat een kleurentelevi
sietoestel. Deze maand wordt een auto
van zesduizend gulden verloot. Hoe vaker
men komt spelen hoe meer kansen men
krijgt in deze gratis loterij.
Al deze goede gaven zijn lokmiddelen.
Volgens voorzichtige berekeningen, maken
de vier Loosdrechtse speelclubs elke week
een netto winst van 30.000 tot 35.000 gul
den. Daarvoor moet zeker het drievoudige
binnenkomen, want de onkosten van de ex
ploitanten zijn nogal hoog.
De huur van de autobus en de gratis con
sumpties zijn de kleinste posten. Het meest
hakt de huur van de speelzalen er in: één
tot drieduizend gulden per week.
De salarissen van de croupiers (bijzon
dere vaklieden) draaien om de honderd
gulden per speldag. Daarbij komen de
fooien die de spelers naar oude traditie de
croupier na elke winnende toer toeschui
ven.
Niet mis zijn de zogenaamde bestuurs-
kosten. Er is altijd een vereniging of so
ciëteit met- een bestuur. Dat is wel de min
ste eis wil men binnen de wet blijven, hoe
vaag die dan ook mag zijn opgesteld.
Over de eisen van beslotenheid en het
aantal „leden" van dergelijke gezelschap
pen, zijn de rechtsgeleerden het niet eens
In de praktijk is het ledental nogal zwe
vend. Er vallen er soms wel en soms niet
veel af, maar er komen wel altijd nieuwe
leden bij. De ledenlijsten schijnen onder
de exploitanten, van de speélbanken ook
wel aantrekkelijke handelsartikelen te zijn.
Van de exploitanten die nu al jaren in
ons land actief zijn en die onderhand een
grote bekendheid genieten, zijn volgens
zeggen verscheidenen miljonair.
De juridische risico's die ontstaan als de
justitie de boel in beslag laat nemen en tot
gerechtelijke vervolging zou overgaan,
worden over het algemeen door anderen
gedragen. Deze lieden worden de „katvan
gers" genoemd, volgens het jargon van 't
gilde.
Zij krijgen de rekeningen gepresenteerd
als het misgaat, zoals dat het geval was
in Soestdijk, waar de rouletteclub Chez
Pierre door de justitie werd gesloten op
verzoek van de eigenaresse, die een klacht
had ingediend. De „katvangers" van Chez
Pierre kregen van de gemeente een nota
van 68.000 gulden voor achterstallige ver
makelijkheidsbelasting. Naar ons werd ver
zekerd heeft de landere fiscus ook nog een
aanslag op basis van inkomen in petto.
Om de risico's van de katvangers wat
aantrekkelijker te maken, doen zij soms
ook mee „op de schuier" zoals dat in die
kringen wordt genoemd. Dit zou betekenen
dat men een aandeel heeft in de winst zon
der daarvoor risicodragend geld in de ex
ploitatie te steken. Dat aandeel komt op
het min of meer vaste bedrag van honderd
gulden per speeldag.
Met al deze en andere bijkomende kos
ten, is de exploitatie van een speelbank
niet goedkoop. Daar staat tegenover dat
de ontvangsten niet mis zijn. De bezoekers
die per autobus worden aangevoerd, bren
gen daarvan nog het minste in het laatje.
Toch zijn deze brave burgers, van wie
de kern tot de vaste bezoekers behoort,
bijzonder welkom. Zij maken de middagen
goed waarop anders niet gespeeld zou wor
den. 's Avonds komen de echte spelers, die
grote bedragen over de tafels laten gaan.
De mensen die met de bussen worden
aangevoerd zijn voor het merendeel gepen
sioneerden. Vaak zijn het echtparen, maar
de bejaarde dametjes zijn wel in de meer
derheid. Bij de gezelschappen die men uit
de bus ziet stappen, zijn nimmer mensen
onder de dertig jaar. Men kan zeggen: het
is de middenstand die hier komt spelen
mensen die boven hun inkomen of AOW
nog een centje hebben om mee te spelen,
ofschoon zij allemaal de indruk maken tot
de zuinige categorie te behoren.
Dat blijkt ook uit hun spel. Zij riskeren
geen hoge bedragen. Bovendien zijn zij tuk
op de twee gratis consumptiebonnen en 't
lot. Tijdens het spel verteren zij niets In
de korte pauzes besteden zij hun gratis
bonnen. Gegeten wordt er niet en sterke
drank is er al helemaal niet bij.
Arbeiders ziet men niet onder hen en
slechts een enkele intellectueel. Verspil
lers zijn het zeker niet. Op de terugweg in
de bus komen de meegebrachte pakjes
brood voor de dag met het hardgekookt
eitje, dat gezellig napratend over de speel
middag met zorg wordt verorberd.
Bij uitzondering wordt 's avonds en des
nachts uitsluitend met briefjes van duizend
gespeeld. Een enkele maal doen de exploi
tanten dat zelf als zij bij elkaar op bezoek
zijn. Zij kunnen het zich wel veroorloven
om tien- tot twintigduizend gulden in te
zetten, zonder er een extra kater van t«
krijgen.
De exploitant komt bij tussenpozen da
„cashbox" (geldkist) en de speeltafels ver
wisselen; kennelijk om in geval de politie
een inval zou doen, het verlies aan geld
zo klein mogelijk te houden. Terwijl de
spelers verder gaan, zit ergens op een ho
telbed de spullebaas de ontvangsten te tel
len. Want daar gaat het om. Het draait al
lemaal om geld.