Vorig jaar kwam bijna 90 miljoen via de ether binnen Belangrijk werkgever in het groothertogdom Dit voorjaar onder de vogels geen massale sterfte meer NOG ENIGE NAWERKING VAN VERLEDEN JAAR Na verbod op aldrindieldrin en heptachloor: INDIAANTJE-SPELEN" IS VAAK HELEMAAL NIET NODIG De eerste Deserteurs Helft weer weg SOLD A TEN ZEN DER GULLE LACH WEST-DUITSLAND CHAOS FANS V ergiftigd zaad Roofvogels Goed mogelijk GOUDMIJN LUXEMBURG De goudmijn ligt midden in het stadspark, verscholen ach ter een dicht en hoog loofbos. In plaats van bewakers staan er tieners bij een slagboom, klaar om de eerstkomende film- of popster een handtekeningen- boekje onder de neus te drukken. Villa Louvigny heet de goudmijn. Of exacter: Radio Luxemburg. Het station, waaruit behalve muziek ook klinkende munt komt. Vorig jaar bijvoorbeeld bedroeg het „zakencijfer", wat zoveel wil zeggen als het inkomen, f 265.373.215 Belgische franken. Een kleine negentig miljoen harde Nederlandse guldens. De riante vestiging van het interna tionale radio-sta'jon, dat de ether-com- mercie met zoveel tederheid koestert, is begrijpelijk. Het is één van de groot ste werkgevers van het kleine groot hertogdom Luxemburg en het is even eens de industrie, die voor de fiscus in het staatje de beste klant is. Als het station de overigens volstrekt legale commerciële en muzikale mond werd gesnoerd, zou Luxemburg binnen de kortst mogelijke tijd aan een malai se toe zijn. Grondleggers van één van de stevig ste pijlers van de Luxemburgse eco nomie was een zendamateur die het in 1932 met de regering van het groot hertogdom op een akkoordje wist te gooien. Hij kreeg als enige een zend machtiging en er werd een naamloze vennootschap gesticht, die het radio station ging exploiteren. Een regerings statuut bepaalde dat de radiomaat schappij rustig haar eigen gang kon gaan, mits zij er ook een op Luxem burg afgestemd programma in haar internationaal uitzendingenpakket op nam en zij bovendien een symfonie-or kest in het leven riep, dat ten dienste moest staan van het hele Luxemburg se volk. Het station ging aan de slag. Er kwa men uitzendingen in het Frans en in het Engels, bestaande uit lichte-mu- zickprogramma's en reclame. Met de inkomsten van deze toen vrij nieuwe vorm van adverteren kon de n.v., waarin de staat niet deelnam, stevig op poten worden gezet. De neutraliteitspolitiek van Luxem burg bra met zich mee, dat de uit zendingen in 1938 werden gestaakt. La ter namen de Duitsers bezit van het station en maakten er een soldaten- zender van. Na de Tweede Wereldoorlog kwam Radio Luxemburg in Amerikaanse handen. Toen de maatschappij na en kele jaren echter weer het beheer over het station kreeg, werd het aantal uit zendingen aanmerkelijk uitgebreid. Nu verzorgt het station zo'n 54 zend uren per dag. Het zendt via vijf ver schillende frequenties uit naar Luxem burg, Frankrijk, België, Nederland, Engeland en Duitsland. Het beschikt behalve over zijn hoofdkwartier in Lux emburg over studio's of kantoren in Parijs, Londen, Brussel, Amster dam en Frankfort. Mede door de komst van de televisie (het station geeft een bescheiden t v.-programma, dat bin nen een straal van honderd km van Luxemburg te ontvangen is) is het aantal personeelsleden gestegen tot vierhonderd. De directeur-generaal is met vakan tie. De hoogste in rang, die die dag in het crèmekleurig gebouw in Luxem burgs centrum is te spreken, is de heer C. Fischer, programma-directeur van de Nederlands-Vlaamse, de Fran se, Engelse en Duitse afdeling. Zijn ge zicht is één gulle lach en verandert nauwelijks als er belangwekkende pro blemen worden aangeroerd. „Radio Veronica is geen grote con current van ons", verzekert hij. Hij stapt snel van het onderwerp af en voorspelt dat de radio een grote toe komst tegemoet gaat. Weliswaar is door de komst van de televisie de func tie van de radio enigszins veranderd, maar toch gelooft de heer Fischer, ..dat de mensen niet meer zonder ra dio kunnen leven". Uit het korte onderhoud wordt dui delijk, dat Radio Luxemburg dringend verlegen zit om nog meer golflengten. „We kunnen geen golflengten genoeg hebben. Maar ja, de ether zit vol. Er kan haast niets meer bij", zegt hij en lacht. Ex-schaatskampioen Hans Jürgen Büumler (rechts) is een uurtje te gast bij Radb Luxemburg. In één van de tientallen studio's wordt hij zeer ongedwongen geïnter viewd door disc-jockey Wolfgang. Ook de 41-jarige R. van Cant, hoofd van de Nederlandstalige afdeling houdt vol, dat de positie van radio Lux emburg door de activiteiten van ether- piraten nauwelijks is aangetést. „Wij hebben natuurlijk wel angstvallig zit ten kijken, toen Veronica in de lucht kwam, maar de schade voor ons viel erg mee. Ons publiciteitsvolume is niet achteruit gelopen". Radio Luxemburg is een commer cieel amusementsstation. „Margarine aanprijzen met symfoniemuziek gaat niet en de huisvrouw zal het aardappe len schillen toch wel prettiger afgaan met een lekker licht muziekje dan met een suite", zo formuleert Van Cant de diepere achtergronden van zijn werk. Van Cant heeft bekende Nederlan ders als Max Tailleur en Wim Sonne- veld in zijn programma's als gasten gehad. „Het was leuk, maar de resultaten van de reclame worden door dergelij ke bekende en dure gasten nauwelijks beïnvloed. Je hebt vrijwel dezelfde re sultaten met goedkope programma's". Helmuth Stoldt, hoofd van de in 1957 in het leven geroepen Duitse afdeling van Radio Luxemburg, laat desge vraagd weten dat z(jn programma's gemiddeld door vijftien miljoen West duitsers worden beluisterd. „De offi ciële Duitse zenders waren niet bly, toen wij begonnen uit te zenden. In navolging van ons zijn zij ook be gonnen met lichte muziek en korte nieuwsuitzendingen. Het lukt hun niet de markt te veroveren. Er heerst tus sen ons en de officiële Duitse zenders niet bepaald een goede verstandhou ding. Topmensen gaan nog wel leuk met elkaar om, maar hoe lager je komt hoe meer ze elkaar bevechten". Heintje, het succesvolle Limburgse ziertje, he,t troetelkind geworden J 6 van de Duitse afdeling van Radio Lux emburg. Op 5 oktober krijgt hij van de radio een gouden leeuw, volgens de heer Stoldt een attribuut dat te verge lijken is met een Oscar. Bij een opna me, onlangs in de Luxemburgse stu dio's, moest Heintje een achteruitgang nemen om aan een wilde horde fans te ontkomen. Zo geordend als het er op de Duitse afdeling van het internationale radio station toegaat, zo'n chaos heerst er op de afdeling Engeland. Disk-jockeys hangen op stoelen, de benen op de rommelige bureaus. D.J. Tony Prince, een kleine zwartharige ex-etherpiraat rent door de twee kantoortjes, ziet kans om in een paar minuten dertig Engelse padvinders tevreden te stellen met een flesje cola in de kantine en geeft daarna hoog op over de Engelse pop-uitzendingen van het Luxemburgse station. „Wij hebben negen miljoen luiste raars. Ik krijg duizend brieven per week. Niet alleen uit Engeland, maar soms ook uit Malta en Canada. Des avonds hebben we tien procent meer luisteraars dan, de vier programma's van de BBC bij elkaar. Anderhalf jaar is Tony Prince disk- Tony Prince, één van de disc-jockeys van de Engelse afdeling van Radio Luxemburg, in een gemakkelijke con versatiehouding. In Engeland hebben we negen miljoen luisteraars, beweert hij. Programma-directeur C. Fischer ziet I een grote toekomst voor de radio. Villa Louvigny, het gebouw, waarin 5 Radio Luxemburg is gevestigd. Mid- 3 den in het stadspark, omzoomd door 5 hoge bomen. jockey geweest op het inmiddels uit de ether verdwenen radioschip Caroline. „Het waren de beste anderhalf jaar van mijn leven. Hier in Luxemburg begrijpen de mensen je niet. Ze wijzen ons na, omdat we lang haar hebben. Maar als we het korter gaan dragen, dan krijgen we last met onze fans". Voor het gebouw wacht een groepje fans op Hans Jürgen Baumler, die in één van de tientallen studio's wordt ge ïnterviewd over ztfn schaatssuccessen en -debacles. Een onvoorbereid vraag gesprek. Er is alleen een lijst met de te draaien plaatjes. Baumler nipt tus sen de gesprekjes door aan een glaas je cognac, zijn interviewer eet soep. Radio Luxemburg. „Zij hebben de leeuw vleugels gegeven" luidt haar wapenspreuk. De Luxemburgse leeuw vliegt voorspoedig, gedragen door de lichte muze, het korte nieuwsbericht en de reclameboodschap, die afhanke lijk van de tijd van uitzending 175 tot 2100 gulden per halve minuut in de goudmijn doet vloeien. ARNHEM /UT RECHT Het afgelopen voorjaar heeft zich een massale sterfte onder vogels zoals die de afgelopen jaren met name in Drente was geconstateerd niet meer voorgedaan. Dit is te danken aan het feit, dat met ingang van 1 januari van dit jaar aldrin, dieldrin en heptachloor niet meer mochten worden toegepast bij de ontsmetting en de behandeling van zaaizaden van zomergranen en peulvruchten. Door chemisch onderzoek van de levers van houtduiven, die speciaal voor dit doel geschoten werden, bleek, dat gedurende de voorjaarszaaitijd nog wel een geringe stijging optrad van het dieldrin-niveau, maar in het algemeen bleven de gevonden hoeveelheden ver beneden de grens, waarbij deze land bouwvergiften dodelijk zijn. Belangwekkend in dit verband is, dat in roofvogels nog vrij grote hoeveelhe den van verschillende insecticiden aan wezig waren. Zo werden in een aantal sperwers en in een ransuil, die door on gelukken om het leven waren gekomen toch nog vrtf hogere residuen gevonden. Dit was ook het geval bij exemplaren, die in februari verongelukten, dus nog voor het begin van de voorjaars-zaai. Wij leiden hieruit af, dat de residuen, R. van Cant, die achttien jaar geleden 5 bij Radio Luxemburg kwam, is nu 5 hoofd van de Nederlandse afdeling. Hij maakt en le&st de nieuwsbulletins en verzorgt progrumma's met lichte muziek. „Margarine aanprijzen met 5 S een symfonie gaat niet", is zijn devies. n Met zo'n 30 aanvragen per jaar behoeft ons land met asiel niet karig te zijn DEN HAAG De 22-jarige Portugese deserteur José Rodrigues Monteiro heeft toestemming ge kregen in ons land te blijven. In mei kwam de voormalige hospitaal-soldaat uit Oporto hier aan. Het Angola-comité ving hem op, hield hem twee maanden verborgen en bemiddelde bij de legali satie van Josés verblijf in Nederland. Het was weer een mooi wildwest verhaal, zegt mr. A. J. Fonteijn, raadsadviseur van de minister van Jus titie, op de emoties, die Josés vlucht, compleet met de ontbering van twee maanden onderduiken, heeft omgeven. Dit indiaantje spelen was niet nodig geweest, stelt hij vast. De rechtspositie van iedere vluchte ling die naar Nederland komt, is nauwkeurig gere geld in de Vreemdelingenwet. Het is een weinig aantrekkelijke situatie dat Kamerleden zich met dergelijke aangelegenheden ophouden en daar nog trots op zijn ook De heer A. Terstege, lid van het Angola-comité, is ervan overtuigd dat Monteiro zonder meer was teruggestuurd als hij hier zonder werk en zonder papieren bij Justitie had aangeklopt. Men is niet zo dol meer op arbeiders, nu de markt krap is, aldus de heer Terstege. Wij hebben de Portugees eerst wat aan zijn omgeving laten wennen, hem wat Ne derlands geleerd en daarna met wat tamtam met hulp van het socialistische Tweede-Kamerlid Voogd in de openbaarheid gebracht De publie ke opinie in dergelijke zaken is vaak van een niet te onderschatten invloed, zo weet de heer Terste ge, die verder wijst op het zogenaamde status- verdrag van de Navo. Dit regelt het opvangen van gevluchte militairen uit landen van de Navo. En Nederland is niet schriel met het asiel ver lenen, vervolgt de heer Fonteijn. Dat hoeft ook niet, want de krap dertig aanvragen per jaar vor men nu niet bepaald enorme problemen. Van de tweehonderdduizend vreemdelingen, die wij op het ogenblik herbergen, zijn er vijfduizend vluchtelingen. Nogmaals een bewijs voor de heer Fonteijn, dat de kwestie numeriek nauwelijks speelt. Een deserteur uit het Amerikaanse leger heeft nog nooit op de stoep gestaan, althans ik heb nog nooit een aanvraag gezien, vertelt de raadadvi seur. Ik heb geen reden om aan te nemen, dat Amerikaanse militairen, eventueel gelegerd in West-Duitsland, hier illegaal zouden verblijven, be weert hij. Wat de Nederlandse houding zou zijn als er wel om bescherming wordt gevraagd, valt nog niet te zeggen. Het Eerste-Kamerlid van de PSP, O. M. Boetes waagt het er ook maar liever niet op. Wij vertrou wen het niet, onder meer door het bestaan van het statusverdrag, zo zegt hij. Het zijn vaak emotione le kwesties, vandaar dat zij nogal de aandacht krijgen, verzucht de heer Fonteijn Voor het overige tilt men niet te zwaar aan de normen, die een vluchteling zien als iemand, die met „gegronde vrees voor vervolging wegens ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een be paalde sociale groep of door zijn politieke overtui ging, zich buiten het land, waarvan hij de nationa liteit bezit, bevindt en die de bescherming van dat land niet wil of durft in te roepen en daar ook niet wil of durft terug te keren" De zaak wordt wel bemoeilijkt omdat de gege vens van de „ontsnapte" niet te controleren zijn, maar als blijkt dat geestelijke benauwdheid of ge brek aan een volledige ontplooiing de oorzaak zijn van de wens in Nederland te worden toegelaten, maakt hij al een goede kans. „Soms begrijpen we helemaal niet waarom de man zo nodig aan de haal moest, maar wij sturen hem niet terug", be kent de heer Fonteijn. De asielaanvrager krijgt dan een verblijfsvergunning, die wel degelijk verschilt met de toekennings van de status „vluchteling". De eerste moet voor zijn brood werken, de twee de kan hier blijven zonder middelen van bestaan te hebben. Vandaar dat de comités die zich bezig houden met vluchtelingenhulp zich zo beijveren hun beschermeling aan de status van vluchteling te hel pen. Dan zijn zij van de financiële moeilijkheden af. Dat geldt alleen voor deserteurs, die bijvoor beeld afkomstig zijn van een onderdeel dat in Ne derland zou zijn gelegerd, weerlegt het ministerie van justitie. José Monteiro was dit jaar de eerste Portugees, die om asiel heeft gevraagd. Twee jaar geleden heeft men een dergelijk verzoek gehad. Dat het bewind van Salazar veel Portugezen oplevert, die bescherming bij de Nederlandse regering zoeken is dus iets waar mr. Fonteijn niet aan wil. Er le ven hier 2500 Portugezen, die normaal hun land hebben verlaten en via de gebruikelijke formalitei ten Nederland als woonplaats hebben gekregen. Trouwens de raadaviseur heeft de indruk, dat het aantal aanvragen om asiel afneemt. Dat kan misschien liggen aan de ontwikkeling achter het IJzeren Gordijn. Uit die landen vangt Nederland de meeste vluchtelingen op, meent hij. Ieder geval wordt apart bekeken door mensen, die alleen een vluchteling naar huis sturen als blijkt dat de man wel eens een ander behangetje wenst te zien of van zijn vrouw af wil. De helft van de mensen, die om bescherming heeft gevraagd, verdwijnt na verloop van tijd weer uit Nederland. Soms gaan zij naar het geboorte land, soms naar een ander Van de ongeveer drieduizend Hongaren, die in 1956 een onderkomen in ons land vonden zijn er duizend teruggekeerd. Beroemd is het geval van de Russische chemicus Goloeb, die in 1962 plotseling zijn vaderland weer opzocht nadat hij een jaar daarvoor nogal opzien had gebaard door achter te blijven toen het reisge zelschap met zijn vrouw na een bezoek aan Neder land vertrok. Er ontstond toen zelfs een rel op Schiphol, waardoor Nederland en Rusland hun am bassadeurs terugriepen. die dit voorjaar werden aangetroffen, zeer waarschijnlijk zijn terug te voeren op het legale gebruik van de nu verbo den middelen in het voorjaar van 1967. Zo is ook verklaarbaar, dat dit voorjaar toch nog verscheidene buizerden dood werden gevonden. Hoewel de situatie aanmerkelijk verbeterd is, zijn er door een zekere nawerking van de verboden middelen toch nog onder de roofvogels een aantal slachtoffers gevallen". Met bovenstaande woorden beant woordde de heer Fuchs, verbonden aan het Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur (ITBON) te Arnhem' de vraag of het sinds 1 janua ri 1968 geldende verbod om aldrin, diel drin en heptachloor bij de ontsmetting en behandeling van zaaizaden van zo mergraan en peulvruchten toe te pas sen. al gunstige gevolgen voor de vo gelstand had opgeleverd. Genoemde vraag werd gesteld naar aanleiding van een destijds hier te lan de ingesteld onderzoek of het agrarisch gebruik van landbouwvergiften de sterf te zowel onder de zaadetende als onder de roofvogels zo sterk had doen toene men, gelijk in verschillende landen was geconstateerd. Blijkens een inmiddels verschenen pu- blikatie hadden de onderzoekers zich een vijftal vragen gesteld, namelijk: 1) Eten zaadetende vogels met insec ticiden behandeld zaaizaad? 2) Kunnen in de periode, waarin behandelde gra nen op de akkers liggen, vogels hiervan een dodelijke dosis opnemen? 3) Wor den vergiftigde zaadeters gegeten door roofvogels, in het bijzonder door buizer den? 4) Kan in de periode dat er ver giftigde vogels zijn door een roofvogel, die deze dieren eet, een dodelijke dosis van de toegepaste landbouwvergiften worden opgenomen? en 5) Kan de dood van de gevonden vogels worden toege schreven aan het agrarisch gebruik van schreven aan het agrarisch gebruik van insecticiden? Om vraag één te kunnen beantwoor den, werd van een aantal geschoten dui ven de krop- en de maaginhoud onder zocht. Daaruit bleek, dat vooral in Dren te haver en gerst en in mindere mate ook zomertarwe van de Inzaai af het belangrijkste voedsel waren. Uit de krop van twaalf van een aantal van achttien in Oostelijk Flevoland gescho ten fazanten kwam zaaitarwe. Er was een gemiddelde van 271 korrels per krop, variërend van 23 tot 813. Om een inzicht in de tweede vraag te kunnen' krijgen, werd nagegaan hoe lang aldrin en lindaan op wintertarwe in zandgrond achterbleef en in welke mate. Uit de verkregen gegevens kon worden afgeleid, dat na één week het residu op het zaad tot 25 procent van de aanvankelijke hoeveelheid was afgeno men, maar dat daarna het gehalte vrij wel constant blijft Wanneer een duif gemiddeld 450 korrels per dag eet, kan de vogel direct na de inzaai circa 13 milligram aldrin opnemen. Bij een nor maal lichaamsgewicht van 500 gram, neemt zo'n dier dan in één dag de hal ve dodelijke dosis tot zich. Het is be kend, dat houtduiven in het veld bin nen vijf uur een dodelijke dosis van met insecticiden behandeld zaad kun nen opnemen. Naar gebleken is, is het gevaarlijk ste produkt voor vogels als kippen, pa trijzen, duiven en fazanten: aldrin. Hep tachloor is iets minder riskant en lin daan nog minder. De conclusie is dan ook gewettigd, dat indien met aldrin, dieldrin of heptachloor in de gebruike lijke concentratie behandeld zaaizaad kort na de inzaai door vogels wordt ge geten, de kans op een dodelijke vergif tiging van deze dieren zeer groot is en dat zij binnen enkele dagen kunnen ster ven. De vraag wat roofvogels eten, is niet eenvoudig te beantwoorden, ook niet wat de buizerd betreft. In Engeland schijnt het konijn de hoofdschotel te vormen, elders zijn het voornamelijk de muizen. Ook aas wordt gegeten. Het vinden van dode buizerden in de onmiddellijke nabijheid van aangevre ten duiven, zoals in Drente in 1966 her haaldelijk is geconstateerd, schraagt de conclusie, dat buizerden op dode of stervende duiven azen. Ook vossen voe den zich met dode, zaadetende vogels. Vogels met vergiftigingsverschijnselen vormen voorts een gemakkelijke prooi voor typische roofvogels als havik en sperwer. Als men bij een spiergewtcht van 125 gram en een levergewicht van 18 gram voor een duif een gehalte toevoegt van bijvoorbeeld 30 ppm dieldrin voor de spier en 40 ppm voor de lever, dan komt men voor één duif op een totaal van 4,47 mg (ppm is delen per miljoen). Door het eten van een tiental duiven zou een buizerd dan al een dodelijke dosis kunnen opnemen. Hierbij komt, dat als er ook vet wordt opgenomen, aanzien lijk grotere hoeveelheden dieldrin in de roofvogels terechtkomen, zodat enkele vergiftigde duiven voor de buizerd al noodlottig zijn. Uit veldwaarnemingen is nooit pre cies gebleken wat buizerds eten: de ge hele prooi of alleen bepaalde gedeelten. Vossen, die werden gevoerd met in het veld dood gevonden duiven, gingen na het eten van drie tot acht van deze die ren dood. Vandaar dat de conclusie ze ker gewettigd is, dat een roofvogel door het eten van sterk vergiftigde zaadeterd zelf vergiftigd wordt. Bij de beantwoording van de eerste vier vragen is dus op goede gronden aangetoond, dat het zeer wel mogelijk is, dat zaadetende vogels en bepaalde roofvogels worden vergiftigd door bij de zaadbehandeling toegepaste insectici den. De zeer vele en verspreide waarne mingen, dat de dode vogels juist gedu rende de periode van inzaai van behan delde granen worden gevonden, vormen ook een sterke aanwijzing in deze rich ting. Het is evenwel van groot belang na te gaan of de bedoelde insecticiden ook inderdaad in de kadavers van de slachtoffers kunnen worden vastgesteld en of de dood een gevolg is van vergif tiging door deze stoffen. Aangezien vroeger bij grote vogel sterfte was vastgesteld, dat het ongeoor loofd gebruik maken van met parathion behandeld zaad in ernstige mate tot de sterfte bijdroeg, werd ook nu weer grondig gezocht naar de aanwezigheid van parathion. Het resultaat hiervan was echter negatief. Zoals wellicht bekend, heeft men in Engeland reeds in 1962 de toepassing van aldrin, dieldrin en heptachloor bij de behandeling van zaaizaad beperkt, omdat was vastgesteld, dat duiven en andere zaadeters zeer waarschijnlijk werden vergiftigd door normale toepas sing daarvan. Daarna is in dit land geen sterfte op grote schaal meer ge constateerd.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 11