Vorig jaar kwam bijna 90 miljoen via de ether binnen
Belangrijk werkgever in
het groothertogdom
Dit voorjaar onder de vogels
geen massale sterfte meer
NOG ENIGE NAWERKING
VAN VERLEDEN JAAR
Na verbod op aldrindieldrin en heptachloor:
INDIAANTJE-SPELEN" IS VAAK HELEMAAL NIET NODIG
De eerste
Deserteurs
Helft
weer weg
SOLD A TEN ZEN DER
GULLE LACH
WEST-DUITSLAND
CHAOS
FANS
V ergiftigd zaad
Roofvogels
Goed mogelijk
GOUDMIJN
LUXEMBURG De goudmijn ligt midden in het stadspark, verscholen ach
ter een dicht en hoog loofbos. In plaats van bewakers staan er tieners bij een
slagboom, klaar om de eerstkomende film- of popster een handtekeningen-
boekje onder de neus te drukken.
Villa Louvigny heet de goudmijn. Of exacter: Radio Luxemburg. Het station,
waaruit behalve muziek ook klinkende munt komt. Vorig jaar bijvoorbeeld
bedroeg het „zakencijfer", wat zoveel wil zeggen als het inkomen, f 265.373.215
Belgische franken. Een kleine negentig miljoen harde Nederlandse guldens.
De riante vestiging van het interna
tionale radio-sta'jon, dat de ether-com-
mercie met zoveel tederheid koestert,
is begrijpelijk. Het is één van de groot
ste werkgevers van het kleine groot
hertogdom Luxemburg en het is even
eens de industrie, die voor de fiscus
in het staatje de beste klant is. Als het
station de overigens volstrekt legale
commerciële en muzikale mond
werd gesnoerd, zou Luxemburg binnen
de kortst mogelijke tijd aan een malai
se toe zijn.
Grondleggers van één van de stevig
ste pijlers van de Luxemburgse eco
nomie was een zendamateur die het in
1932 met de regering van het groot
hertogdom op een akkoordje wist te
gooien. Hij kreeg als enige een zend
machtiging en er werd een naamloze
vennootschap gesticht, die het radio
station ging exploiteren. Een regerings
statuut bepaalde dat de radiomaat
schappij rustig haar eigen gang kon
gaan, mits zij er ook een op Luxem
burg afgestemd programma in haar
internationaal uitzendingenpakket op
nam en zij bovendien een symfonie-or
kest in het leven riep, dat ten dienste
moest staan van het hele Luxemburg
se volk.
Het station ging aan de slag. Er kwa
men uitzendingen in het Frans en in
het Engels, bestaande uit lichte-mu-
zickprogramma's en reclame. Met de
inkomsten van deze toen vrij nieuwe
vorm van adverteren kon de n.v.,
waarin de staat niet deelnam, stevig op
poten worden gezet.
De neutraliteitspolitiek van Luxem
burg bra met zich mee, dat de uit
zendingen in 1938 werden gestaakt. La
ter namen de Duitsers bezit van het
station en maakten er een soldaten-
zender van.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam
Radio Luxemburg in Amerikaanse
handen. Toen de maatschappij na en
kele jaren echter weer het beheer over
het station kreeg, werd het aantal uit
zendingen aanmerkelijk uitgebreid.
Nu verzorgt het station zo'n 54 zend
uren per dag. Het zendt via vijf ver
schillende frequenties uit naar Luxem
burg, Frankrijk, België, Nederland,
Engeland en Duitsland. Het beschikt
behalve over zijn hoofdkwartier in Lux
emburg over studio's of kantoren
in Parijs, Londen, Brussel, Amster
dam en Frankfort. Mede door de komst
van de televisie (het station geeft een
bescheiden t v.-programma, dat bin
nen een straal van honderd km van
Luxemburg te ontvangen is) is het
aantal personeelsleden gestegen tot
vierhonderd.
De directeur-generaal is met vakan
tie. De hoogste in rang, die die dag in
het crèmekleurig gebouw in Luxem
burgs centrum is te spreken, is de
heer C. Fischer, programma-directeur
van de Nederlands-Vlaamse, de Fran
se, Engelse en Duitse afdeling. Zijn ge
zicht is één gulle lach en verandert
nauwelijks als er belangwekkende pro
blemen worden aangeroerd.
„Radio Veronica is geen grote con
current van ons", verzekert hij. Hij
stapt snel van het onderwerp af en
voorspelt dat de radio een grote toe
komst tegemoet gaat. Weliswaar is
door de komst van de televisie de func
tie van de radio enigszins veranderd,
maar toch gelooft de heer Fischer,
..dat de mensen niet meer zonder ra
dio kunnen leven".
Uit het korte onderhoud wordt dui
delijk, dat Radio Luxemburg dringend
verlegen zit om nog meer golflengten.
„We kunnen geen golflengten genoeg
hebben. Maar ja, de ether zit vol. Er
kan haast niets meer bij", zegt hij en
lacht.
Ex-schaatskampioen Hans Jürgen Büumler (rechts) is
een uurtje te gast bij Radb Luxemburg. In één van de
tientallen studio's wordt hij zeer ongedwongen geïnter
viewd door disc-jockey Wolfgang.
Ook de 41-jarige R. van Cant, hoofd
van de Nederlandstalige afdeling
houdt vol, dat de positie van radio Lux
emburg door de activiteiten van ether-
piraten nauwelijks is aangetést. „Wij
hebben natuurlijk wel angstvallig zit
ten kijken, toen Veronica in de lucht
kwam, maar de schade voor ons viel
erg mee. Ons publiciteitsvolume is niet
achteruit gelopen".
Radio Luxemburg is een commer
cieel amusementsstation. „Margarine
aanprijzen met symfoniemuziek gaat
niet en de huisvrouw zal het aardappe
len schillen toch wel prettiger afgaan
met een lekker licht muziekje dan met
een suite", zo formuleert Van Cant de
diepere achtergronden van zijn werk.
Van Cant heeft bekende Nederlan
ders als Max Tailleur en Wim Sonne-
veld in zijn programma's als gasten
gehad.
„Het was leuk, maar de resultaten
van de reclame worden door dergelij
ke bekende en dure gasten nauwelijks
beïnvloed. Je hebt vrijwel dezelfde re
sultaten met goedkope programma's".
Helmuth Stoldt, hoofd van de in 1957
in het leven geroepen Duitse afdeling
van Radio Luxemburg, laat desge
vraagd weten dat z(jn programma's
gemiddeld door vijftien miljoen West
duitsers worden beluisterd. „De offi
ciële Duitse zenders waren niet bly,
toen wij begonnen uit te zenden.
In navolging van ons zijn zij ook be
gonnen met lichte muziek en korte
nieuwsuitzendingen. Het lukt hun niet
de markt te veroveren. Er heerst tus
sen ons en de officiële Duitse zenders
niet bepaald een goede verstandhou
ding. Topmensen gaan nog wel leuk
met elkaar om, maar hoe lager je
komt hoe meer ze elkaar bevechten".
Heintje, het succesvolle Limburgse ziertje, he,t troetelkind geworden
J 6 van de Duitse afdeling van Radio Lux
emburg. Op 5 oktober krijgt hij van
de radio een gouden leeuw, volgens de
heer Stoldt een attribuut dat te verge
lijken is met een Oscar. Bij een opna
me, onlangs in de Luxemburgse stu
dio's, moest Heintje een achteruitgang
nemen om aan een wilde horde fans te
ontkomen.
Zo geordend als het er op de Duitse
afdeling van het internationale radio
station toegaat, zo'n chaos heerst er
op de afdeling Engeland. Disk-jockeys
hangen op stoelen, de benen op de
rommelige bureaus. D.J. Tony Prince,
een kleine zwartharige ex-etherpiraat
rent door de twee kantoortjes, ziet
kans om in een paar minuten dertig
Engelse padvinders tevreden te stellen
met een flesje cola in de kantine en
geeft daarna hoog op over de Engelse
pop-uitzendingen van het Luxemburgse
station.
„Wij hebben negen miljoen luiste
raars. Ik krijg duizend brieven per
week. Niet alleen uit Engeland, maar
soms ook uit Malta en Canada. Des
avonds hebben we tien procent meer
luisteraars dan, de vier programma's
van de BBC bij elkaar.
Anderhalf jaar is Tony Prince disk-
Tony Prince, één van de disc-jockeys van de Engelse
afdeling van Radio Luxemburg, in een gemakkelijke con
versatiehouding. In Engeland hebben we negen miljoen
luisteraars, beweert hij.
Programma-directeur C. Fischer ziet I
een grote toekomst voor de radio.
Villa Louvigny, het gebouw, waarin 5
Radio Luxemburg is gevestigd. Mid- 3
den in het stadspark, omzoomd door 5
hoge bomen.
jockey geweest op het inmiddels uit de
ether verdwenen radioschip Caroline.
„Het waren de beste anderhalf jaar
van mijn leven. Hier in Luxemburg
begrijpen de mensen je niet. Ze wijzen
ons na, omdat we lang haar hebben.
Maar als we het korter gaan dragen,
dan krijgen we last met onze fans".
Voor het gebouw wacht een groepje
fans op Hans Jürgen Baumler, die in
één van de tientallen studio's wordt ge
ïnterviewd over ztfn schaatssuccessen
en -debacles. Een onvoorbereid vraag
gesprek. Er is alleen een lijst met de
te draaien plaatjes. Baumler nipt tus
sen de gesprekjes door aan een glaas
je cognac, zijn interviewer eet soep.
Radio Luxemburg. „Zij hebben de
leeuw vleugels gegeven" luidt haar
wapenspreuk. De Luxemburgse leeuw
vliegt voorspoedig, gedragen door de
lichte muze, het korte nieuwsbericht
en de reclameboodschap, die afhanke
lijk van de tijd van uitzending 175 tot
2100 gulden per halve minuut in de
goudmijn doet vloeien.
ARNHEM /UT RECHT Het afgelopen voorjaar heeft zich een massale
sterfte onder vogels zoals die de afgelopen jaren met name in Drente was
geconstateerd niet meer voorgedaan. Dit is te danken aan het feit, dat met
ingang van 1 januari van dit jaar aldrin, dieldrin en heptachloor niet meer
mochten worden toegepast bij de ontsmetting en de behandeling van zaaizaden
van zomergranen en peulvruchten.
Door chemisch onderzoek van de levers van houtduiven, die speciaal voor
dit doel geschoten werden, bleek, dat gedurende de voorjaarszaaitijd nog wel
een geringe stijging optrad van het dieldrin-niveau, maar in het algemeen
bleven de gevonden hoeveelheden ver beneden de grens, waarbij deze land
bouwvergiften dodelijk zijn.
Belangwekkend in dit verband is, dat
in roofvogels nog vrij grote hoeveelhe
den van verschillende insecticiden aan
wezig waren. Zo werden in een aantal
sperwers en in een ransuil, die door on
gelukken om het leven waren gekomen
toch nog vrtf hogere residuen gevonden.
Dit was ook het geval bij exemplaren,
die in februari verongelukten, dus nog
voor het begin van de voorjaars-zaai.
Wij leiden hieruit af, dat de residuen,
R. van Cant, die achttien jaar geleden 5
bij Radio Luxemburg kwam, is nu 5
hoofd van de Nederlandse afdeling.
Hij maakt en le&st de nieuwsbulletins
en verzorgt progrumma's met lichte
muziek. „Margarine aanprijzen met 5
S een symfonie gaat niet", is zijn devies.
n
Met zo'n 30 aanvragen per jaar behoeft
ons land met asiel niet karig te zijn
DEN HAAG De 22-jarige Portugese deserteur
José Rodrigues Monteiro heeft toestemming ge
kregen in ons land te blijven. In mei kwam de
voormalige hospitaal-soldaat uit Oporto hier aan.
Het Angola-comité ving hem op, hield hem twee
maanden verborgen en bemiddelde bij de legali
satie van Josés verblijf in Nederland. Het was
weer een mooi wildwest verhaal, zegt mr. A. J.
Fonteijn, raadsadviseur van de minister van Jus
titie, op de emoties, die Josés vlucht, compleet
met de ontbering van twee maanden onderduiken,
heeft omgeven.
Dit indiaantje spelen was niet nodig geweest,
stelt hij vast. De rechtspositie van iedere vluchte
ling die naar Nederland komt, is nauwkeurig gere
geld in de Vreemdelingenwet. Het is een weinig
aantrekkelijke situatie dat Kamerleden zich met
dergelijke aangelegenheden ophouden en daar nog
trots op zijn ook
De heer A. Terstege, lid van het Angola-comité,
is ervan overtuigd dat Monteiro zonder meer was
teruggestuurd als hij hier zonder werk en zonder
papieren bij Justitie had aangeklopt. Men is niet zo
dol meer op arbeiders, nu de markt krap is, aldus
de heer Terstege. Wij hebben de Portugees eerst
wat aan zijn omgeving laten wennen, hem wat Ne
derlands geleerd en daarna met wat tamtam
met hulp van het socialistische Tweede-Kamerlid
Voogd in de openbaarheid gebracht De publie
ke opinie in dergelijke zaken is vaak van een niet
te onderschatten invloed, zo weet de heer Terste
ge, die verder wijst op het zogenaamde status-
verdrag van de Navo. Dit regelt het opvangen van
gevluchte militairen uit landen van de Navo.
En Nederland is niet schriel met het asiel ver
lenen, vervolgt de heer Fonteijn. Dat hoeft ook
niet, want de krap dertig aanvragen per jaar vor
men nu niet bepaald enorme problemen.
Van de tweehonderdduizend vreemdelingen, die
wij op het ogenblik herbergen, zijn er vijfduizend
vluchtelingen. Nogmaals een bewijs voor de heer
Fonteijn, dat de kwestie numeriek nauwelijks
speelt.
Een deserteur uit het Amerikaanse leger heeft
nog nooit op de stoep gestaan, althans ik heb nog
nooit een aanvraag gezien, vertelt de raadadvi
seur. Ik heb geen reden om aan te nemen, dat
Amerikaanse militairen, eventueel gelegerd in
West-Duitsland, hier illegaal zouden verblijven, be
weert hij. Wat de Nederlandse houding zou zijn als
er wel om bescherming wordt gevraagd, valt nog
niet te zeggen.
Het Eerste-Kamerlid van de PSP, O. M. Boetes
waagt het er ook maar liever niet op. Wij vertrou
wen het niet, onder meer door het bestaan van het
statusverdrag, zo zegt hij. Het zijn vaak emotione
le kwesties, vandaar dat zij nogal de aandacht
krijgen, verzucht de heer Fonteijn
Voor het overige tilt men niet te zwaar aan de
normen, die een vluchteling zien als iemand, die
met „gegronde vrees voor vervolging wegens ras,
godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een be
paalde sociale groep of door zijn politieke overtui
ging, zich buiten het land, waarvan hij de nationa
liteit bezit, bevindt en die de bescherming van dat
land niet wil of durft in te roepen en daar ook niet
wil of durft terug te keren"
De zaak wordt wel bemoeilijkt omdat de gege
vens van de „ontsnapte" niet te controleren zijn,
maar als blijkt dat geestelijke benauwdheid of ge
brek aan een volledige ontplooiing de oorzaak zijn
van de wens in Nederland te worden toegelaten,
maakt hij al een goede kans. „Soms begrijpen we
helemaal niet waarom de man zo nodig aan de
haal moest, maar wij sturen hem niet terug", be
kent de heer Fonteijn. De asielaanvrager krijgt dan
een verblijfsvergunning, die wel degelijk verschilt
met de toekennings van de status „vluchteling".
De eerste moet voor zijn brood werken, de twee
de kan hier blijven zonder middelen van bestaan
te hebben. Vandaar dat de comités die zich bezig
houden met vluchtelingenhulp zich zo beijveren hun
beschermeling aan de status van vluchteling te hel
pen. Dan zijn zij van de financiële moeilijkheden
af.
Dat geldt alleen voor deserteurs, die bijvoor
beeld afkomstig zijn van een onderdeel dat in Ne
derland zou zijn gelegerd, weerlegt het ministerie
van justitie.
José Monteiro was dit jaar de eerste Portugees,
die om asiel heeft gevraagd. Twee jaar geleden
heeft men een dergelijk verzoek gehad. Dat het
bewind van Salazar veel Portugezen oplevert, die
bescherming bij de Nederlandse regering zoeken
is dus iets waar mr. Fonteijn niet aan wil. Er le
ven hier 2500 Portugezen, die normaal hun land
hebben verlaten en via de gebruikelijke formalitei
ten Nederland als woonplaats hebben gekregen.
Trouwens de raadaviseur heeft de indruk, dat
het aantal aanvragen om asiel afneemt. Dat kan
misschien liggen aan de ontwikkeling achter het
IJzeren Gordijn. Uit die landen vangt Nederland
de meeste vluchtelingen op, meent hij.
Ieder geval wordt apart bekeken door mensen,
die alleen een vluchteling naar huis sturen als
blijkt dat de man wel eens een ander behangetje
wenst te zien of van zijn vrouw af wil.
De helft van de mensen, die om bescherming
heeft gevraagd, verdwijnt na verloop van tijd weer
uit Nederland. Soms gaan zij naar het geboorte
land, soms naar een ander
Van de ongeveer drieduizend Hongaren, die in
1956 een onderkomen in ons land vonden zijn er
duizend teruggekeerd.
Beroemd is het geval van de Russische chemicus
Goloeb, die in 1962 plotseling zijn vaderland weer
opzocht nadat hij een jaar daarvoor nogal opzien
had gebaard door achter te blijven toen het reisge
zelschap met zijn vrouw na een bezoek aan Neder
land vertrok. Er ontstond toen zelfs een rel op
Schiphol, waardoor Nederland en Rusland hun am
bassadeurs terugriepen.
die dit voorjaar werden aangetroffen,
zeer waarschijnlijk zijn terug te voeren
op het legale gebruik van de nu verbo
den middelen in het voorjaar van 1967.
Zo is ook verklaarbaar, dat dit voorjaar
toch nog verscheidene buizerden dood
werden gevonden. Hoewel de situatie
aanmerkelijk verbeterd is, zijn er door
een zekere nawerking van de verboden
middelen toch nog onder de roofvogels
een aantal slachtoffers gevallen".
Met bovenstaande woorden beant
woordde de heer Fuchs, verbonden aan
het Instituut voor Toegepast Biologisch
Onderzoek in de Natuur (ITBON) te
Arnhem' de vraag of het sinds 1 janua
ri 1968 geldende verbod om aldrin, diel
drin en heptachloor bij de ontsmetting
en behandeling van zaaizaden van zo
mergraan en peulvruchten toe te pas
sen. al gunstige gevolgen voor de vo
gelstand had opgeleverd.
Genoemde vraag werd gesteld naar
aanleiding van een destijds hier te lan
de ingesteld onderzoek of het agrarisch
gebruik van landbouwvergiften de sterf
te zowel onder de zaadetende als onder
de roofvogels zo sterk had doen toene
men, gelijk in verschillende landen was
geconstateerd.
Blijkens een inmiddels verschenen pu-
blikatie hadden de onderzoekers zich
een vijftal vragen gesteld, namelijk:
1) Eten zaadetende vogels met insec
ticiden behandeld zaaizaad? 2) Kunnen
in de periode, waarin behandelde gra
nen op de akkers liggen, vogels hiervan
een dodelijke dosis opnemen? 3) Wor
den vergiftigde zaadeters gegeten door
roofvogels, in het bijzonder door buizer
den? 4) Kan in de periode dat er ver
giftigde vogels zijn door een roofvogel,
die deze dieren eet, een dodelijke dosis
van de toegepaste landbouwvergiften
worden opgenomen? en 5) Kan de dood
van de gevonden vogels worden toege
schreven aan het agrarisch gebruik van
schreven aan het agrarisch gebruik van
insecticiden?
Om vraag één te kunnen beantwoor
den, werd van een aantal geschoten dui
ven de krop- en de maaginhoud onder
zocht. Daaruit bleek, dat vooral in Dren
te haver en gerst en in mindere mate
ook zomertarwe van de Inzaai af het
belangrijkste voedsel waren. Uit de
krop van twaalf van een aantal van
achttien in Oostelijk Flevoland gescho
ten fazanten kwam zaaitarwe. Er was
een gemiddelde van 271 korrels per
krop, variërend van 23 tot 813.
Om een inzicht in de tweede vraag
te kunnen' krijgen, werd nagegaan hoe
lang aldrin en lindaan op wintertarwe
in zandgrond achterbleef en in welke
mate. Uit de verkregen gegevens kon
worden afgeleid, dat na één week het
residu op het zaad tot 25 procent van de
aanvankelijke hoeveelheid was afgeno
men, maar dat daarna het gehalte vrij
wel constant blijft Wanneer een duif
gemiddeld 450 korrels per dag eet, kan
de vogel direct na de inzaai circa 13
milligram aldrin opnemen. Bij een nor
maal lichaamsgewicht van 500 gram,
neemt zo'n dier dan in één dag de hal
ve dodelijke dosis tot zich. Het is be
kend, dat houtduiven in het veld bin
nen vijf uur een dodelijke dosis van
met insecticiden behandeld zaad kun
nen opnemen.
Naar gebleken is, is het gevaarlijk
ste produkt voor vogels als kippen, pa
trijzen, duiven en fazanten: aldrin. Hep
tachloor is iets minder riskant en lin
daan nog minder. De conclusie is dan
ook gewettigd, dat indien met aldrin,
dieldrin of heptachloor in de gebruike
lijke concentratie behandeld zaaizaad
kort na de inzaai door vogels wordt ge
geten, de kans op een dodelijke vergif
tiging van deze dieren zeer groot is en
dat zij binnen enkele dagen kunnen ster
ven.
De vraag wat roofvogels eten, is niet
eenvoudig te beantwoorden, ook niet
wat de buizerd betreft. In Engeland
schijnt het konijn de hoofdschotel te
vormen, elders zijn het voornamelijk
de muizen. Ook aas wordt gegeten.
Het vinden van dode buizerden in de
onmiddellijke nabijheid van aangevre
ten duiven, zoals in Drente in 1966 her
haaldelijk is geconstateerd, schraagt de
conclusie, dat buizerden op dode of
stervende duiven azen. Ook vossen voe
den zich met dode, zaadetende vogels.
Vogels met vergiftigingsverschijnselen
vormen voorts een gemakkelijke prooi
voor typische roofvogels als havik en
sperwer.
Als men bij een spiergewtcht van 125
gram en een levergewicht van 18 gram
voor een duif een gehalte toevoegt van
bijvoorbeeld 30 ppm dieldrin voor de
spier en 40 ppm voor de lever, dan
komt men voor één duif op een totaal
van 4,47 mg (ppm is delen per miljoen).
Door het eten van een tiental duiven zou
een buizerd dan al een dodelijke dosis
kunnen opnemen. Hierbij komt, dat als
er ook vet wordt opgenomen, aanzien
lijk grotere hoeveelheden dieldrin in de
roofvogels terechtkomen, zodat enkele
vergiftigde duiven voor de buizerd al
noodlottig zijn.
Uit veldwaarnemingen is nooit pre
cies gebleken wat buizerds eten: de ge
hele prooi of alleen bepaalde gedeelten.
Vossen, die werden gevoerd met in het
veld dood gevonden duiven, gingen na
het eten van drie tot acht van deze die
ren dood. Vandaar dat de conclusie ze
ker gewettigd is, dat een roofvogel door
het eten van sterk vergiftigde zaadeterd
zelf vergiftigd wordt.
Bij de beantwoording van de eerste
vier vragen is dus op goede gronden
aangetoond, dat het zeer wel mogelijk
is, dat zaadetende vogels en bepaalde
roofvogels worden vergiftigd door bij de
zaadbehandeling toegepaste insectici
den.
De zeer vele en verspreide waarne
mingen, dat de dode vogels juist gedu
rende de periode van inzaai van behan
delde granen worden gevonden, vormen
ook een sterke aanwijzing in deze rich
ting. Het is evenwel van groot belang
na te gaan of de bedoelde insecticiden
ook inderdaad in de kadavers van de
slachtoffers kunnen worden vastgesteld
en of de dood een gevolg is van vergif
tiging door deze stoffen.
Aangezien vroeger bij grote vogel
sterfte was vastgesteld, dat het ongeoor
loofd gebruik maken van met parathion
behandeld zaad in ernstige mate tot de
sterfte bijdroeg, werd ook nu weer
grondig gezocht naar de aanwezigheid
van parathion. Het resultaat hiervan
was echter negatief.
Zoals wellicht bekend, heeft men in
Engeland reeds in 1962 de toepassing
van aldrin, dieldrin en heptachloor bij
de behandeling van zaaizaad beperkt,
omdat was vastgesteld, dat duiven en
andere zaadeters zeer waarschijnlijk
werden vergiftigd door normale toepas
sing daarvan. Daarna is in dit land
geen sterfte op grote schaal meer ge
constateerd.