BALANS NA VIJF JAAR UIT
EEN FEL BEWOGEN PONTIFICAA T
Paus van groot formaat
schiep toch gezagscrisis
Ki
Chr. Geref. Synode nam
verstrekkende besluiten
VERANDERING
OP KOMST AAN
HOGESCHOOL
^Jret hart
naar ooien
Aftreden te
verwachten?
Ter overdenking
Aandacht
voor het
jubileu
m
Barmhartig
voor de zondaar
Niet zonder vrees
Angst om de gevolgen
TTerinnert u zich nog het jaar 1963 en her-
innert u zich ook nog hoe de rooms-
katholieke kerk was in dat jaar dat kardi
naal Montini paus Paulus VI werd? De
meeste rooms-katholieken hoorden toen de
mis hoofdzakelijk in het Latijn, onthielden
zich op vrijdag van het eten van vlees en
lazen geen boeken die door het Vaticaan
waren veroordeeld en dus op de Index ston
den. Oecumenische contacten waren nog
maar pas aan het ontluiken, een officiële
dialoog met atheïsten bestond niet. De Ro
meinse Curie, het centrale bestuurslichaam
van de kerk, bestond grotendeels uit con
servatieve kardinalen die voor het leven wa
ren benoemd.
Nu, nog maar vijf jaar later, is dit alles door
het uitvoeren van decreten van het oecume
nisch concilie, grondig veranderd. De mis
wordt gelezen in tientallen talen. In de meeste
diocesen mogen de rooms-katholieken op alle
vrijdagen behalve die in de grote vasten
vlees eten en de Index der verboden boeken
is buiten werking gesteld. Een Vaticaans secre
tariaat voor niet-gelovigen bevordert contac
ten met Godloochenaars en communisten. En
zelfs is de schriftelijke belofte afgeschaft die
een niet-katholiek moest afleggen om met een
rooms-katholiek te kunnen trouwen: de be
lofte dat de kinderen zouden worden grootge
bracht in het katholieke geloof. Nu is een
mondelinge belofte voldoende.
En nu is dan „de" encycliek gekomen,
„Humanae Vitae" over het menselijk leven,
de pauselijke uitspraak waarbij aan alle
rooms-katholieken kunstmatige geboortebe
perking wordt verboden en aan alle anderen
wordt ontraden. Het is een beslissing die de
wereld heeft geschokt omdat ze anders ver
wacht had. En velen hebben er een bevesti
ging in gezien van de uitspraak dat deze
Paulus VI „een besluiteloze Hamlet" is, een
man die heen en weer geslingerd wordt
tussen liberale en conservatieve opvattingen.
Terwijl men hem toch ook heel anders kan
zien: een gekwelde paus die zwaar verdriet
heeft om hen die lijden omdat hun landen zo
overbevolkt zijn en hun voedsel zo schaars is.
Maar die gelooft dat op sommige gebieden de
regels zijn gesteld door God en dat deze niet
mogen worden veranderd!
Het is paus Joannes XXIII geweest, die „het
schip van Petrus" zoals de kerk wel wordt
genoemd in de woelige zee der veranderin
gen heeft gestuurd met het oecumenisch
concilie, maar paus Paulus moest het roer
houden terwijl de stromen de laatste vijf jaar
wilder werden. In de eerste maanden na de
sluiting van het concilie (december 1965), heeft
hij de rooms-katholieke gelovigen herhaalde
lijk vermaand de veranderingen in de kerk
met blijdschap te begroeten en er zich bij aan
te passen. Maar naarmate de hervormingen
meer houvast kregen, scheen de geneigdheid
tot wijzigen verder te gaan en meer radicale
theologen gingen fundamentele katholieke
waarheden in twijfel trekken.
Het roer glipte de paus wat uit de hand in
juni 1967, toen hij zijn vijfde encycliek, hande
lend over het priestercelibaat, had gepubli
ceerd. Hierin handhaafde hij het 1500 jaar
oude celibaat voor de priesters van de Ro
meinse westerse ritus. Protesten en klachten
volgden onmiddellijk (ieder jaar komen er
duizenden verzoeken binnen van priesters die
vragen ontslagen te worden van hun celibaats-
gelofte) maar het was allemaal nog maar
een voorspel van de kritiek die losbarstte na
de encycliek betreffende de geboorteregeling.
Het lijkt alsof het roer de nu 70-jarige paus
bijna geheel uit de hand wordt gewrongen.
Het schip van Petrus schommelt lelijk in de
afwijkende mening van priesters en leken, die
vinden dat het verbod geen voeling heeft met
de realiteit van een harmonieus huwelijks
leven en met de noodzakelijkheid paal en perk
te stellen aan de geweldige groei van de wereld
bevolking. Zijn „neen" heeft zonder twijfel tal
loze echtparen onder de miljoenen katholieken
die, aangemoedigd door de pauselijke com
missie tot bestudering van de geboortebeperking, gewend waren ge
raakt aan kunstmatige voorbehoedmiddelen, in een geloofscrisis
gebracht. En daarmee is er sprake van een gezagscrisis, want de
erkenning van de bevoegdheid van de paus om gehoorzaamheid te
vorderen van de vijfhonderd miljoen katholieken in deze wereld, staat
op het spel. Zozeer zelfs dat priesters in Engeland aan hun oversten
al de vraag hebben gesteld: „Hoe kunnen we de paus afzetten?".
Is het dan inderdaad zo dat deze paus niet past in onze tijd? Is hij
zo conservatief, zo „behoudend" dat het maar inderdaad beter zou
zijn als hij zich terug trok? Daarmee miskent men zonder twijfel het
vele progressieve dat hij tot stand heeft gebracht. Behalve dat hij de
structuur van de kerk heeft „gestroomlijnd" en de liturgie toegan
kelijk heeft gemaakt voor nieuwe, vindingrijke uitingen, heeft hij
gewerkt voor de wereldvrede als geen andere. Zijn pleidooi voor de
Ver. Naties in oktober 1966 „geen oorlog meer, nooit meer oorlog"
is een leidend beginsel geworden van hen die voor de vrede werken.
Hij heeft zijn beste diplomaten aan het werk gezet om mee te helpen
aan een oplossing voor de conflicten in deze wereld: Viëtnam, het
Midden-Oosten, Nigeria-Biafra. Hij heeft gesproken met alle moge
lijke wereldleiders, zelfs president Podgorny van de Sowjet-Unie is
bij hem op audiëntie geweest. Men kan al dat werk niet zo maar in de
hoek vegen als het gaat om vrede en om het recht van armen en
verdrukten is deze paus een bijzonder progressief denkend mens, een
man van groot formaat.
Maar even onmiskenbaar is hij conservatief in zaken van geloof en
zeden. „Als er maar de geringste twijfel bestaat met betrekking tot
een leerstellig vraagstuk, schaart hij zich aan de zijde van de conser
vatieven!", zo zei in Rome een theoloog van de congregatie der Paulis-
ten. En een Vaticaans theoloog: „Hij is nooit in het minst geneigd
geweest tot aanvaarding van de aanbevelingen van zijn studiecommissie
inzake de geboorteregeling."
Dezer dagen is het vijf jaar geleden
dat Giovanni kardinaal Montini, aarts
bisschop van Milaan, tot paus werd ge
kozen als opvolger van de alom beminde
„paus van de vernieuwing", Joannes
XXIII. Daarmee werd op de schouders
van deze Montini - na zijn kroning Pau
lus VI - een bijzonder zware last gelegd.
Hij had niet dat beminnelijk-vaderlijke,
die haast vanzelfsprekende wijsheid die
de wereld in zijn voorganger zo had be
wonderd - in de Vaticaanse diplomatie
ke dienst waarin hij groot was geworden
zijn andere karaktereigenschappen nu
eenmaal van groter betekenis. En toch
moest hij het werk van Joannes voort
zetten, de eenmaal begonnen vernieu
wing uitdiepen en in goede banen leiden.
Dat is hem zwaar gevallen nog maar
zelden is het pauselijk gezag zo in dis
cussie geweest als heden ten dage het
geval is. Er lopen in kringen rond het
Vaticaan geruchten dat hij het plan heeft
zijn ambt neer te leggen, ook al omdat zijn
gezondheidstoestand niet zo „uitstekend"
zou zijn als zijn artsen voorgeven. En als
hij dat plan koestert zijn er in de rooms-
katholieke kerk velen die hem graag een
duwtje in die richting willen geven, want
sommigen maken er geen geheim van
dat ze hem graag kwijt willen.
Is dat rechtvaardig? De correspon
dent van het Amerikaanse persbureau
Associated Press bij het Vaticaan heeft
de balans opgemaakt van deze vijf jaren
pontificaat. Het is niet gebruikelijk dat
persbureaus commentariërende artike
len doen verschijnen - het is daarom
des te interessanter de mening van deze
(Amerikaanse) insider op paus Paulus
en zijn problemen te lezen.
mate wordt op het Vaticaan druk uitgeoefend
om abortus en hertrouwen na echtschei
ding toe te staan en sommige katholieke
theologen hebben verklaard, dat zij niet
langer alle geslachtsverkeer vóór het
huwelijk als doodzonde kunnen beschouwen.
In „Humanae Vitae" heeft de paus juist tegen
dit alles stelling genomen. De toeneming van
„elke vorm van losbandigheid en van por
nografie" betreurt hij in hoge mate en ook
vreest hij dat het Italiaanse parlement wellicht
de echtscheiding in Italië wettig zal maken.
Het is alsof de paus van mening is dat de kerk
zich niet kan veroorloven ten aanzien van enig
seksueel vraagstuk iets toe te geven zonder
zich bloot tè stellen aan zware druk om ook
ten aanzien van andere punten te wijken.
De felheid waarmee men hem thans bestrijdt
moet de paus pijn doen. Hijzelf heeft het
besluit omtrent de geboortregeling „het moei
lijkste van zijn regering" genoemd en het is
bekend dat hij niet alleen hiermee, maar ook
met vele andere moeilijke vraagstukken in
tensief worstelt. Maar bij alles gaat hij uit
van zijn grondstelling: „Christus is onver
zoenlijk geweest wat de zonde betreft, maar
barmhartig voor de zondaar." Hij had van hen
die het niet eens waren met zijn besluiten
inzake het celibaat en de geboorteregeling
stilzwijgen kunnen eisen, maar hij heeft dat
niet gedaan. Integendeel. In „Humanae Vitae"
schreef hij: „Het is te voorzien dat deze leer
misschien niet door allen gemakkelijk zal
worden aanvaard" en daarom gaf hij de pries
ters de raad geduld te hebben met echtparen
die kunstmatige geboortebeperking in praktijk
blijven brengen. Toén hij enkele weken ge
leden tijdens het 38ste Eucharistische Congres
in Bogota zijn zegen gaf aan de grote mensen
menigten, moet het door hem zijn heengegaan:
„Velen zijn niet echt blij met mijn komst om
dat ze het niet met mij eens zijn!" Het moet
hem pijn gedaan hebben. Want deze paus
Paulus is niet alleen maar leraar hij is ook
herder en zo voelt hij zich.
Tot zover loopt enigszins bekort de be
schouwing van Associated Press. Na wat deze
week bekend is geworden over de moeilijk
heden rond prof. Schillebeeckx is het niet
moeilijk er een hiaat in te ontdekken: in hoe
verre is er in de visie van paus Paulus VI
ruimte voor een afwijkende mening? Het is
merkwaardig dat juist in deze Amerikaanse
beschouwing dit aspect ontbreekt, want, het
lijkt er op dat het „ketterij-proces" tegen
prof. Schillebeeckx vooral is ingegeven door
beschuldigingen uit de Ver. Staten. Men weet
wat er met professor magister doctor E. C. F.
A. Schillebeeckx. dominicaan, aan de hand is.
Deze week is uitgelekt dat er in Rome een
proces tegen hem op gang gebracht wordt
omdat men daar van mening is dat zijn theo
logie in strijd is met de leer van de rooms-
katholieke kerk inderdaad dus een proces
wegens ketterij. Het nare van de zaak was
dat prof. Schillebeeckx zelf hiervan onkundig
was gelaten hij hoorde het van een collega,
de Westduitse theoloog Karl Rohner, omdat
die hem wist te vertellen dat hij als verde
diger zou optreden. De beklaagde wist nog
van niets maar een verdediger was al aange
zocht een wonderlijk staal van rechtsvoe-
ring!
Wat heeft prof. Schillebeeckx in de ogen van
Rome misdaan? In de eerste plaats is hij al
verdacht omdat hij, als hoogleraar in de dog
matiek en de geschiedenis van de theologie in
Nijmegen, beschouwd wordt als een van de
voornaamste theologische raadgevers van het
Nederlandse episcopaat en de Nederlandse
Kerkprovincie staat er in Rome nu eenmaal
niet zo goed op. Denk slechts aan de catechis
mus! Bovendien heeft hij de prelaten van de
Romeinse Curie nogal geërgerd in de dagen
van het concilie. Regelmatig hield prof. Schil
lebeeckx toen in Rome lezingen en ze werden door een steeds groter
aantal bisschoppen en priesters bezocht. Wat beslist niet naar de zin
was van de behoudende Romeinen. De maat leek vol te zijn toen hij
tijdens een recent bezoek aan de Ver. Staten tijdens lezingen aan ver
schillende universiteiten al evenveel publiek trok dat geboeid naar hem
luisterde en het in vele opzichten met hem eens bleek te zijn. Een
klacht van sommige Amerikaanse prelaten schijnt er het gevolg van
te zijn geweest.
Maar dit alles zijn bijzaken de diepere inhoud van de kritiek is dat
prof. Schillebeeckx bepleit dat er ruimte moet zijn voor het theologi
sche denken en voor het naast elkaar voortbestaan van verschillende
theologische opvattingen. Die ruimte wenst men in Rome niet en die
ruimte wenst blijkbaar ook paus Paulus niet. Een onverkwikkelijke
zaak als dit „ketterij-proces" zal er het gevolg van zijn.
Oud en nieuw zijn in de ge
bouwen van de Theologische
Hogeschool in Apcldoorns
parkenbuurt tot een harmo
nisch geheel samengevoegd.
Ze symboliseren als het wa
re de veranderingen die nu
worden doorgevoerd en die
al evenzeer tot een harmo
nisch geheel kunnen leiden.
Aan de bijna vijfenzeventig jaar oude Theologische Hogeschool van de Christelijke
Gereformeerde Kerken te Apeldoorn zijn veranderingen op komst. De generale
synode van deze kerken die in Hilversum wordt gehouden, heeft dezer dagen na
melijk besloten dat aan de hogeschool ook anderen dan aanstaande predikanten
voor de eigen gemeenten kunnen worden toegelaten.
Aanleiding daartoe waren verschillende verzoeken die bij het curatorium waren
binnengekomen en de instructie die dooi de synode van het zuiden bij de synode
was ingediend. Tot nu toe kon men alleen aan de Hogeschool studeren als men het
admissie-examen met goed gevolg had afgelegd. Dit examen wordt ieder jaar in
juli gehouden en het is niet alleen maar een onderzoek naar de kennis van de a.s.
studenten. Het wordt dan ook niet, zoals het kandidaatsexamen, afgenomen door de
hoogleraren in aanwezigheid van curatoren maar omgekeerd:'de curatoren nemen
het examen af, bijgestaan door de hoogleraren. Een van de vragen aan de a.s.
studenten was en is waarom zij predikant willen worden. Iemand die dat verlan
gen niet had, kon dus ook niet worden toegelaten.
In allerlei kringen is nu de wens opgeko
men daarin verandering te brengen. De
Vereniging van Verontrusten in de gerefor
meerde kerken deed enige tijd geleden al
de suggestie dat ook leden van deze kerken
de gelegenheid zouden krijgen aan de hoge
school te Apeldoorn te gaan studeren. In
het buitenland is er interesse. En dan zijn
er nog de groeperingen die zich aan de
Christelijke Gereformeerde Kerken ver
want voelen: de Geref. Bond in de Ned.
Hervormde Kerk en de Gereformeerde Ge
meenten. En niet te vergeten de jongeren
uit de eigen kerken die wel belangstelling
hebben voor de theologie, maar niet of
althans niet direct het verlangen koeste
ren predikant te worden. Of geen predikant
kunnen worden, zoals de meisjes. De chr.
gereformeerden kennen nl. niet de vrouw
in het ambt zij hebben daar grote bezwa
ren tegen. Op dezelfde dag waarop de syno
de de hogeschool openstelde voor een grote
re kring, behandelde zij ook de vraag of
aan de vrouw het actieve kiesrecht mag
worden verleend. Velen beantwoordden die
vraag bevestigend maar in de discussie
daarover waren de leden van de synode het
erover eens dat de toekenning van dit
kiesrecht aan de vrouw nooit de eerste stap
mocht zijn naar haar toelating tot de amb
ten. Voor hen die de preekstoel in de Chris
telijke Gereformeerde Kerken niet willen
of kunnen beklimmen biedt de studie in de
theologie toch wel mogelijkheden. Zij zou
den b.v. leraar godsdienstonderwijs bij het
voortgezet onderwijs kunnen worden.
Aan de wensen van al deze categorieën
belangstellenden heeft de synode nu vol
daan. De curatoren van de hogeschool had
den dit ook voorgesteld. Zij waren over
tuigd van de roeping tot het verbreiden
van de gereformeerde theologie ook door
deze hogeschool. Natuurlijk behoeven de
studenten die geen predikant willen worden
niet het admissie-examen af te leggen. Wel
moeten zij hun instemming betuigen met
de gereformeerde belijdenisgeschriften.
Wat zal dit nu in de toekomst voor de
hogeschool gaan betekenen? Die vraag heb
ben ook sommige synodeleden gesteld en
daarin klonk wel enige vrees door. De
sfeer aan de school kan zo gemakkelijk ver
anderen en dan misschien niet ten goede.
Zo merkte ouderling J. van Ledden te Cu-
lemborg tijdens de besprekingen op, dat de
levensstijl van sommige studenten toch wel
een groot bezwaar kon betekenen. Die be
zwaren werden onder woorden gebracht
door een minderheidsrapport dat een lid
van de rapporterende commissie, diaken
Joh. van Vulpen te Bunnik, op de synode
tafel had gelegd. Ook de heer Van Vulpen
was overtuigd van de noodzaak om de ge
reformeerde theologie te verbreiden, maar
hij vreesde dat het oude beginsel „door de
kerk, voor de kerk" terzijde zou worden ge
steld en hij zag het gevaar van een infec
tie dreigen. Er werd in de synode op aange
drongen dat het karakter van het admissie-
examen gehandhaafd blijft voor hen die
wèl predikant in de Christelijke Gerefor
meerde Kerken willen worden. „Dat zal
ook beslist het geval zijn" verzekerden ds.
P. N. Ribbers te Enschede-West, de rappor
teur van de commissie, en ook ds. P. op den
Veldé te Zierikzee als president-curator.
„En als er nu eens een student zou wor
den geïnfecteerd?" vroeg ds. Ribbers. „Zou
dat zo erg zijn zo lang hij toch nog onder
het toezicht van de artsen staat? Dan is hij
later immuun" Op de heer Van Vulpen na
waren alle synodeleden het er ten slotte
over eens dat de school een ruimere taak
heeft dan alleen predikanten op te leiden.
Prof. dr. J. van Genderen, de rector van
de hogeschool, bracht dit standpunt onder
woorden toen hij zei dat de school in Apel
doorn nu misschien wat kan gaan beteke
nen voor anderen!
L
'msmmssmim, ami tm i
Zoekt men naar het waarom, dan komt men tot de uitspraak .van
de paus over zijn ambt, dat hij „de hoeder is van de kern van de katho
lieke leer". In een toespraak heeft hij geklaagd: „Wij zien zelfs
katholieken die zich laten overmeesteren door een soort passie voor
verandering en nieuwigheid. De grootste zorgvuldigheid moet worden
betracht om geen schade toe te brengen aan de stellingen van de
christelijke leer. want dit zou aanleiding geven tot verwarring en ver
legenheid in vele geloofsgetrouwe zielen." En tot die kern van de
christelijke leer rekent hij de stelling dat God als Schepper van het
leven heeft gewild dat de mens het scheppend vermogen van de ge
slachtsdaad in het huwelijk niet zal belemmeren. Let wel: deze pays
kent de benauwenis van de verontruste katholieke echtparen
en hij heeft met tranen in de ogen de ondervoede menigten van India
gezien dat honger en een ongebreidelde bevolkingsvermeerdering
met elkaar samenhangen, is hem nooit ontgaan. Maar in de eenzaam
heid van zijn ambt als geestelijk leider van het grootste christelijk
geloof ter wereld, heeft hij gekozen voor wat hij beschouwt als gehoor
zaamheid aan God.
Daar komt nog iets bij. Het is geen toeval dat de twee beslissingen
waarover men hem het meest heeft aangevallen celibaat en geboorte
beperking te maken hebben met het geslachtsleven. De paus moet
zich namelijk hebben afgevraagd wat de volgende eis zou zijn als hij
op een van deze twee standpunten had toegegeven. In toenemende
„Zoekt de dingen, die boven elke verticale dimensie ontbreekt Paulus bedoelt hier echt geen sombe- ter rechterhand Gods". Op Hem moet
zijn" Col. I. zulk een levenshouding in zekere zin re levenswijding en verachting van al ons leven zijn gericht om Hem te
wordt gesanctioneerd. Met God heeft wat de aarde ons biedt. Wie de Bij- kennen als onze Leidsman, naar
Eens vroeg een adjudant aan Na- men afgerekend, om de zogenaamde bel goed kent, weet dat zulk een ge- Wiens Woord we luisteren. Om Hem
poleon of hij de zonsverduistering medemenselijkheid er voor in de dachte hem geheel vreemd is. te kennen als onze Borg, die onze
ook had gezien. „Nee", was het ant- plaats te stellen. Wel echter wil de apostel ons dit zonde en schuld vergeeft. Om Hem
woord van de keizer, „ik heb het Lijnrecht hier tegenover staat het zeggen, dat we nooit en te nimmer dit te kennen als onze Koning, die door
veel te druk met de dingen van de aar- woord van de apostel, dat wij wèl zul- aardse leven op zichzelf mogen stellen. Zijn Geest ons leven regeert. Dit
de, dan dat ik me met de dingen len zoeken de dingen die boven zijn: door dit te bezien als het een en al, vraagt van ons de dagelijkse bele-
van de hemel zou bemoeien". terwijl hij dit nog verduidelijkt door te door zo daarin op te gaan, dat er geen ving van ons hart, maar van daar uit
Wat wordt door dit woord de le- zeggen: „Bedenkt de dingen, die bo- hogere waarden, geen hogere werke- ook de doorwerking in heel ons verdc-
vensinstelling van velen vertolkt. Al ven zijn, niet die op de aarde zijn." lijkheden voor ons zouden zijn. Wie re leven, niet als staande buiten, maar
zegt men het dan niet met woorden, Wat bedoelt Paulus hiermee? Bedoelt zo leeft vergeet wat de eigenlijke be- als staande midden in de wereld, waar
maar met daden spreekt men het hij dat we ons uit deze wereld zou- stemming en het uiteindelijke doel God Zijn taak en roeping ons geeft,
maar al te zeer uit: den moeten terugtrekken, onze aard- van zijn leven is. Die verloochent Zulk leven heeft toekomst. Het le-
„lk heb het veel te druk met se roeping zouden moeten» verzaken, zijn menszijn en stelt zich als het ven dat alleen op beneden is gericht
mijn werk, met mijn huishouding, met van alle aardse genoegens ons zou- ware op één lijn met het dier, dat niet. Van het leven, waarvan Christus
mijn zaken, met mijn studie, met mijn den moeten onthouden, om, zoals ook geen hogere bestemming kent en het geheim en de gemeenschap met
(vult u zelf maar in), om mij in vol- wel eens gezegd wordt, met een boek- geen hoger doel nastreeft. Christus de drijfkracht is geldt: „Wan-
le ernst met God en Zijn dienst, om je in een hoekje ons op te sluiten, en Ons leven moet een ander uitgangs- neer nu Christus zal geopenbaard zijn,
mij met de dingen der eeuwigheid te in de overpeinzing van de eeuwige punt kennen. Het zwaartepunt van ons Die ons leven is, dan zult ook gij met
bemoeien". Het leven is alleen hori- dingen onze levensdagen te slijten? leven mag niet beneden, maar moet Hem geopenbaard worden in heer-
zontaal gericht. Het gevaar dat zo Wanneer we de woorden van de boven liggen. De dingen die boven lijkheid".
dreigt wordt nog vergroot, nu vanuit apostel zo zouden opvatten, zouden zijn, duidt Paulus ons daarbij nader
de nieuwere theologie waaraan we hem geheel verkeerd verstaan, aan als „waar Christus is, zittende Veenendaal Ds. J. Brons.
De Theologische Hogeschool van de
Christelijke Gereformeerde Kerken te
Apeldoorn staat aan de vooravond
van een jubileum. De school werd In
1894 in Rijswijk gesticht volgend
jaar bestaat zij dus vijfenzeventig
jaar. Uit het rapport dat deputaten
hierover aan de synode hebben uitge
bracht blijkt dat men op de hoge
schooldag die volgend jaar zal wor
den gehouden, aan dit jubileum aan
dacht wil schenken. Er is een com
missie benoemd die deze herdenkings
dag zal voorbereiden en tijdig hier
over nadere mededelingen zal doen.
Er is in die afgelopen vijfenzeventig
jaar heel wat veranderd in de Chris
telijke Gereformeerde Kerken en dus
ook in haar hogeschool. Niet alleen
dat zij verplaatst werd van Rijswijk
naar Apeldoorn, maar ook het aantal
docenten heeft verandering onder
gaan. Vele jaren lang hebben drie
hoogleraren het onderwijs gegeven
maar juist nu, op deze synode in Hil
versum, is een vijfde docent be
noemd: drs. J. P. Versteeg te Wormer-
veer.
Terugbladerend in de historie komt
men een reeks van namen van docen
ten tegen mannen die in de gerefor
meerde theologie iets te zeggen heb
ben gehad: F. P. L. C. van Lingen, J.
Wisse Czn, P. J. M. de Bruin, A. van
der Heiden, F. Lengkeek, J. J. van
der Schuit, G. Wisse, J. W. Geels, L.
H. van der Meiden en Joh. Prins. Van
hen is alleen de laatstgenoemde nog
in leven prof. Van der Schuit over
leed enkele maanden geleden en met
hem ging de laatste hoogleraar uit de
periode voor de tweede wereldoorlog
heen. De enige emeritus-hoogleraar
van de school is prof. W. Kremer. Hij
aanvaardde zijn ambt in 1954 en ging
in 1966 met emeritaat. Veel rust werd
hem overigens nog niet vergund want
de hoogleraar ontving op datzelfde
ogenblik een bijzondere leeropdracht
voor de duur van twee jaar!
Maar die uitbreiding van het docenten
korps is niet de enige verandering.
De vroegere hoogleraren hadden zelf
een theologische opleiding tot aan het
kandidaatsexamen ontvangen de
laatste jaren echter heeft de synode
hoogleraren benoemd die de studie
hadden voortgezet. Drie van de vier
hoogleraren die nu aan de school ver
bonden zijn dragen de doctorstitel en
drs. Versteeg, de nieuw-benoemde
hoogleraar, zal binnen afzienbare tijd
aan de Vrije Universiteit promoveren.
Anders dan vroeger is ook de voorop
leiding van de meeste studenten. De
hogeschool heeft nimmer de aanstaan
de predikanten de verplichting opge
legd het eindexamen gymnasium A
te behalen voor zij het kandidaats
examen aflegden. Zij die dit diploma
niet hadden werden eveneens toegela
ten, ook al moesten zij dan een voor
bereidende opleiding volgen. In de
laatste jaren echter is het aantal stu
denten met een gymnasiale opleiding
steeds groter geworden.
Maar niet alleen de school is anders ge
worden, een belangrijke wijziging
heeft zich ook voltrokken in de posi
tie van de Christelijke Gereformeer
de Kerken. Zij zijn in de kring van de
gereformeerde gezindte een centrale
plaats gaan innemen. Vele gerefor
meerden die de ontwikkeling in hun
eigen kring met verontrusting gade
slaan, voelen zich aan de Chr. Geref.
Kerken verwant. Zo is ook het ver
langen van de Vereniging van Ver
ontrusten te verklaren. Nu de synode
dit verlangen heeft ingewilligd breekt
er voor de oude hogeschool een nieuw
tijdperk aan. Wat er in de wereld om
haar heen gebeurt, gaat ook haar na
tuurlijk niet voorbij. Dat weerspiegelt
zich in het besluit dat de synode heeft
genomen en dat ongetwijfeld een mijl
paal is.