DEZE WEEK: nader beschouwd De tv verslindt haar kinderen Eensgezindheid over beleidslijn Drie wensen Als de Spelen begonnen stond de oorlog stil! Regen kan spelbreker zijn voor de Olympische televisie-reportag es Een onbeantwoorde vraag: hebben Olympische Spelen nut voor de samenleving? Het klassieke I verhaal verteld door Chinny van Erven Tijdrekening s- Andere weg Het televisiescherm in Nederland is als het firmament: telkens weer verschijnen er nieuwe namen en ze worden als ster ren aangekondigd. Maar net als met de echte sterren: ze blinken en ze verzinken. Op een dag grijpt - om welke reden dan ook - een harde hand in en de zo veelste rel is geboren. Alles en iedereen gaat zich er dan meer bemoeien, er wordt een flink stuk weggescholden op de Ne derlandse bekrompenheid en op het dom me zuilengedoe maar intussen heeft de televisie dan weer een van haar kinderen verslonden. Want zo mag men het toch wel zeggen. Het geval-Frits van der Poel is er een voorbeeld van. Van der Poel was en is een uitstekend journalist en als mede werker aan KRO's Brandpuntploeg had hij zich grote faam verworven. Hij was Immers „de jongen die het zo lekker scherp kon zeggen!" Die populariteit be zorgde hem een eigen programma, voor 'n tv-man 'n begerenswaardig bezit. Het heeft een jaar gedraaid en het was niet zo'n erg goed programma Van der Poel moet dat zelf geweten hebben. Daar om had hij voor deze week een stunt in het hoofd: een interview met een meisje dat zich graag bloot laat zien en dat dan opgesierd met beelden van een tribune met veel naakt. Niet erg hoogstaand al lemaal en van een man als Van der Poel had men beter mogen verwachten, maar wat doet een tv-man al niet om de aan dacht te trekken! Voor die stunt was geen toestemming gevraagd aan de KRO- leiding, de NTS-personeelsleden die het programma technisch moesten verzorgen deden wat hun in 'n dergelijk geval was opgedragen: hogere instanties van al dat bloot in kennis stellen en de stunt ging niet door. Maar Frits van der Poel was blijkbaar niet voor één gat te vangen. Hij had nog een „grapje" in het hoofd, zo'n tussen-neus-en-lippen opmerking waarom hij bekend is geworden. Dat grapje was niet anders dan een smerige insinuatie, betrekking hebbend op mensen die zich niet verdedigen kunnen. In de gewone samenleving heeft een dergelijk „grap je" al vele malen een verdiende klap in het gezicht opgeleverd! Frits van der Poel lanceerde zijn grapje, werd op staan de voet geschorst en een paar dagen la ter op staande voet ontslagen. Nu zijn Bussum en Hilversum weer in last, ieder een bemoeit er zich weer meer, enz. enz. We vragen ons af of men er in Bussum en Hilversum niet beter aan zou doen zich eens wat dieper op de oorzaken van dit geval-Van der Poel te bezinnen. Dan moet men ongetwijfeld heel wat fouten te genkomen. Fouten in de benadering, in de mentaliteit, maar ook fouten in de or ganisatie. Zo is het bijvoorbeeld in tele visiekringen bon-ton de zogenaamde „har de journalistiek" toe te passen. De (juis te) redenering die hierachter schuilt is dat gezag niet iets is dat aan bepaalde mensen vanzelfsprekend toekomt dat een gezagsdrager zijn gezag ook inderdaad waar moet kunnen maken. Als een mi nister geïnterviewd wordt moet hij kun nen waarmaken dat hij een bewindsman Is, dat hij weet waarover hij praat en dat hij de grote lijnen kan trekken. Kan hij dat niet dan mag hij gerust voor de ogen van heel kijkend Nederland door de mand vallen. En voor een captain of Industry geldt hetzelfde: hij moet in het interview bewijzen dat hij terecht leider is van een groot bedrijf die beschikken kan over miljoenen èn over het maatschappelijk wel en wee van soms duizenden werkne mers. Maar de man die die harde jour nalistiek toepast moet wél weten hoe groot de verantwoordelijkheid is die hii dusdoende op zijn schouders neemt. Hij moet wel heel duidelijk beseffen dat het op deze wijze aan de tand voelen van het gezag ernstige consequenties kan hebben Dat dit onrust en ontevredenheid kan wek ken. En daarom zal hij - naar goed journalistiek gebruik altijd het alge meen belang voor ogen moeten houden. Soms kan het beter zijn een interview maar achterwege te laten al was het alleen maar om deze reden dat menige geïnterviewde niet tegen de televisie openbaarheid is opgewassen en soms domme dingen zegt en doet. Want die in terviewer, de man die dagelijks met die tv-lampen leeft, moet wel degelijk besef fen dat hij in een voordeel, in een machts positie zit. En dat besef heeft men in Bus sum menen wij#- lang niet altijd ge had. De eigen machtspositie is sommige medewerkers boven het hoofd gegroeid en dan komt het moment dat de televisie haar kinderen opeetI Als (niet altijd even trouwe) televisie kijker menen we dat er nog iets anders ontbreekt: respect voor wat men dan met een denigrerend woord „burgelijkheid" pleegt te noemen. Als geboren Amster dammer mogen we het wel zeggen: men is naar ons gevoel teveel besmet met het typisch-Amsterdamse avant-gardisme. Met de grote-stads-mentaliteit die al het andere dom en provinciaals vindt. Men vindt dat vooral terug in de culturele programma's, de écht-culturele dan voor de provincie heeft men af en toe het Snip en Snap amusement! „Zo is het toe vallig.." en „Hoepla", dat waren échte programma's maar het domme publiek heeft dat weer niet begrepen! Dat die mentaliteit tot ongelukken leidt - het kan niet anders. Ook dan weer verslindt de televisie haar kinderen. Buiten kijf ligt hier misschien wel In de eerste plaats de schuld bij de organi saties. Men laat zich daar te veel leiden door de gedachte dat de tv-man of -vrouw een eenzame individualist moet zijn. Dat klinkt wel heel aardig maar het is niet waar. De journalist bij een krant is ook een individualist maar desondanks is een krant teamwork. Gezamenlijk werk van zelfstandig denkende mensen. Waarom zou dat niet kunnen bij radio en televisie? Het lijkt ons dat het moet! Al was het alleen maar om de medewerkers in hun grote verantwoordelijkheid tegen zichzelf te beschermen. Juist daarvan is de affaire-Van der Poel een voorbeeld. Hij is gestruikeld juist omdat men hem een te grote kans gegeven had om te struikelen. Terwijl het toch anders kan: het is niet zo dat de televisie haar kinde ren moét verslinden. Het verwijt dat de debatten deze week in de Tweede Kamer zijn gevoerd over de politieke gang van zaken „weer niets hebben opgeleverd" is een onbillijk verwijt. Ze hebben namelijk dit opgele verd dat de grote meerderheid van de volksvertegenwoordiging (en naar men dus mag aannemen ook de grote meer derheid van ons volk) vertrouwen blijkt te hebben in de beleidslijn die de rege ring voor het komende jaar heeft uitge stippeld. En dat is alleen maar verheu gend. Want hoe groter de eensgezindheid Is, des te groter is ook de kans dat men In samenwerking de juiste weg zal vin den. Het verwijt is trouwens ook onbillijk omdat men zo oordelende de waarde van een dergelijk debat miskent. Die waarde wordt niet bepaald door het al dan niet ten val brengen van een kabinet dat Is het uiterste dat men ervan verwach ten mag (of ervan vrezen moetl). Die waarde ligt niet minder hierin dat iede re partij de kans krijgt de eigen opvat tingen aan de anderen voor te leggen, zodat ieder weet wat men aan elkaar heeft. Als een PSP met een tegenbegro- ting komt dan is dat niet een waarde loos gebaar omdat het kansloos is die tegenbegroting leert het Nederlandse volk waar de PSP staat en wat zij wil. En ieder kan dan zelf bepalen of hij al dan niet met deze partij in zee wil gaan, waar zij voorstelt drastisch op defensie te bezuinigen. En dan is er nog een derde punt: de regering is wel degelijk gewaarschuwd, dat zij grote aandacht zal moeten beste den aan het stuk van de welvaartsverde ling. Zij zal die waarschuwing in haar beleid moeten verdisconteren moeilijkheden voorkomen. Alleen om waren deze debatten zinvol. wil zij al daar in Mexico City zijn de afgelopen weken doden ge vallen. Bij tientallen. Jonge mensen meestal die op hun wijze in verzet zijn gekomen tegen de huidige structuur van hun land. Die het niet langer verkrop pen kunnen dat de machthebbers steeds machtiger worden en de rijken steeds rijker ten koste meestal van de armen, de machtelozen want bezitlo zen. En toch worden vandaag in datzelfde Mexico City de Olympische Spelen geopend. In steden en dorpen van Tsjecho-Slowakije rijden Russische tanks als trieste vertolkers van de trouwe loosheid van een „broedervolk". Niet Praag maar Moskou is de eigenlijke hoofdstad geworden van dit land dat vrijheid zoekt maar bezetting dulden moet. Maar op die Olympische Spelen in Mexico City zul len Tsjechen èn Russen samen optrekken in de sport- arena en als „sportbroeders" met elkaar moeten sa menleven. Het is niet moeilijk zo door te gaan. In de Verenigde Staten wordt de neger gekleineerd en ge discrimineerd maar in Mexico City zullen neger en blanke zij aan zij lopen voor de eer van hun land. In Viëtnam vallen doden, in Biafra worden mensen vermoord maar in Mexico City lijkt dat alles ver weg, want de Olympische Spelen zijn Immers van een andere orde. Kan dat allemaal zo maar? Kan men in deze wereld anno 1968 nog een sportfestijn organiseren als de Olympische Spelen? Wie zal het antwoord op deze vraag geven? Er is immers niet één, afdoend, antwoord voor. Als ontmoetingspunt der vol- keren hebben deze Spelen waarde, grote waarde zelfs. Professor Oldrich Hradec, de chef de mission van de Tsjechische ploeg in Mexico, zei het in een interview zo: „Ik heb er werkelijk geen behoefte aan om naar drogredenen te zoeken of om hoogdravend idealistische taal uit te slaan, maar nuchter beschouwd hadden wU onszelf onnodig geïsoleerd als we nu waren thuis gebleven. Ons uitgangspunt is: wij willen best demonstreren tegen de landen die volkomen on verwacht ons land zijn binnengevallen, maar wij wil len proberen dat te doen in de sportarena!" En den ken de anderen daar niet net zo over? Is er niet precies dezelfde drang tot demonstratie van de „arme" landen jegens de welvaartsstaten? Van de neger je gens de blanke? Wie zal beweren dat deze Spelen als „vreedzaam gevecht" waardeloos zijn? Trouwens, laten we ons niet verbeelden dat wij alléén met deze problematiek worstelen. Het is haast 28 eeuwen geleden dat er voor het eerst Olympische Spelen werden gehouden en in al die eeuwen heb ben oorlog, honger, discriminatie, sociale onrechtvaar digheid bestaan. Helaas kan nu niet meer wat zoveel eeuwen geleden in het oude Griekenland nog wel kon: dat herauten rondgingen om de „heilige sta king" af te kondigen, een pauze in het oorlogsgewoel want Olympische Spelen en oorlog gingen niet samen. Maar als de Spelen ook maar iets kunnen bijdragen tot een beter begrip, tot meer onderlinge waardering tussen mensen en volkeren, dan hebben ze hun nut. Zoals ze dat de eeuwen door altijd gehad hebben. Zo weinige uren voordat in Mexico-City de Olympische Spelen beginnen, willen wij drie wensen uitspreken* wensen waarvan wij vu rig hopen dat ze in vervulling zullen gaan. Eerste wens is dat de Nederlandse ploeg veel goud zal winnen. Of zilver als het niet anders kan en desnoods brons. Want daarvoor zijn deze jongens en meisjes, dames en heren naar Mexico gegaan! Ze hebben ervoor getraind, hebben zich vele opofferingen getroost het is toch geen nationalistisch egoïsme als men hoopt dat al die opofferingen tot het hoogste resultaat zullen leiden. Daar komt trouwens bij dat de populariteit van een land niet weinig wordt beïnvloed door de kwaliteit van zijn topsporters. Overwinning betekent goodwill voor Nederland en daarom hopen we op overwinningen. Tweede wens is dat deze Spelen, hoe fel de strijd ook zal zijn, zullen uitblinken door sportiviteit. In vele takken van sport ont breekt daar wel het een en ander aan wie regelmatig voetbal ziet zal dat moeten be amen. Juist Olympische Spelen, spelen waar aan een groot ideaal ten grondslag ligt en spelen ook met een rijk verleden, behoren in sportief opzicht een voorbeeld te zijn. We twijfelen er niet aan of onze Nederlandse ploeg zal daaraan het zijne bijdragen. Een derde wens is dat er iets zal overblijven van deze Olympische Spelen. Het besef zal moe ten groeien dat strijd, competitie tussen lan den en volkeren ook in een andere sfeer kan plaatshebben dan in nijd en afgunst. Dat eerlijkheid, sportiviteit, respect voor de ander voor een dergelijke strijd een heel wat betere basis vormen. We hopen dat deze Spelen zul len bijdragen tot meer begrip tussen Oost en West, tussen blank en zwart, tussen rijk en arm. We weten het: die wens is bijna een wensdroom. Maar wie niet begint met iets te willen zal nooit iets bereiken! "Pke oorsprong van de Olympische Spe- len ligt in de waas der Griekse mythen. Zo vertelt Pindarus het, de dich ter uit een ver verleden: Pelops, een ko ningszoon uit Klein-Azië, dong naar de hand van de dochter van Oenomaus, ko ning van Elis, een landstreek rond Olym- pia. Oenomaus was echter door het ora kel gewaarschuwd dat hij gedood zou worden door de man die zijn dochter huwde. Daarom moest elke huwelijkskan didaat zich eerst met hem meten in het wagenrennen. Daar Oenomaus van Po seidon, de god der zee, onoverwinnelijke paarden ten geschenke had gekregen, stond reeds van te voren vast wie de win naar zou zijn. Pelops echter beloofde 't konings wagenmenner Myrtilos, die hei melijk ook op de prinses verliefd was, dat hij haar mocht huwen als hij een wagen spie van de koningswagen voor een was sen pen verwisselde. Myrtilos nam dit voorstel aan, doch toen koning Oenomaus uit de bocht vloog en gedood werd, dood de Pelops ook Myrtilos. Als zoenoffer voor de goden stelde hij toen de Olym pische Spelen in. En hoewel niet over eenkomend met zijn vorig gedrag bepaal de Pelos dat het bij de Spelen allemaal .strikt eerlijk" moest toegaan. In een ander verhaal is Heracles de stichter van de Spelen. Toen hij hier zijn Augiasstal had gereinigd en de koning hem de beloofde beloning onthield zou hij zo kwaad zijn geworden dat hij met zijn knots koning Augias doodsloeg. Hij kreeg spijt en als offerdoening stelde hij de Spe len in. Deze sage vertelt ook hoe Heracles uit „het land boven de noordenwind" de „heilige olijfboom" liet halen en die plant te in Olympia. Nog steeds staat daar een olijfboom en omdat de Spelen alleen ter wille van de eer gehouden werden, was een tak van deze boom het enige eerbe- an dat een overwinnaar te beurt viel. oracles zelf hield volgens dit verhaal de eerste Spelen. Voor de maat van het sta dion (197,27 meter) had hij 600 maal zijn ene voet voor de andere gezet schoen maat 48 dus! Uit deze en dergelijke ver halen wordt duidelijk dat men de oor sprong van de Spelen op religieus terrein moet zoeken. De wedstrijd was een mid del om een waardig offer aan een god te brengen. Het oude Olympia had dan ook niet alleen het stadion en het Hyppodroom maar telde tevens vele tempels voor de goden. Zo illustreert de bewaard gebleven beeldengroep van de Zeustempel het stich tingsverhaal van Pindarus. Diezelfde Pin darus laat trouwens zien dat ook toen de Spelen als meer beschouwd werden dan alleen maar een wedstrijd. In zijn Olym pische ode dichtte hij: „Hij die een schone prijs wint in de jaren van zijn jeugd hoopt op grotere dingen. Hij heeft grotere dingen in zijn hart dan rijkdom". lntelsat-3 voor lancering van een andere kunstmaan van het type Intelsat. Nu de televisiereportages van de Olympische Spelen voor de kijkers in Europa aan een zij den draadje zijn komen te hangen, krijgen in de Verenigde Staten de Europese fabrieken die aan de bouw van de Intelsat-3 meewerk ten daarvan de schuld. Die fabrieken zou den oorzaak van de vertragingen zijn geweest. De vertragingen zouden zijn uitgebleven in dien de vervaardiging van de Intelsat-3 ge heel in Amerikaanse handen was gebleven. Bij slecht weer bestaat er de kwade kans dat wij in Europa geen goede televisiereportages van de Olympische Spelen zullen ontvangen. Dit staat in het jongste nummer van het Engelse weekblad New Scientist. Wanneer de signalen die de beeld reportages moeten overbrengen naar de kunstmaan ATS-3, die voor het doorgeven ervan naar Europa moet zorgen, een lange weg moeten afleggen door regen of waterdamp, zal de beeldkwaliteit daardoor zeer slecht kunnen worden, bericht de New Scientist. Het is zelfs mogelijk dat de beelden dan helemaal niet zullen doorkomen. Bij goed weer kunnen wij uitstekende tv-reportages (in kleur) verwachten. Deze kwade kans zou er niet in hebben ge zeten indien de communicatiekunstmaan In- telsat-3, met een veel grotere capaciteit dan de ATS-3, goed op zijn plaats boven de Atlan tische Oceaan terecht was gekomen in plaats van neer te storten na een hopeloos mislukte lancering. Volgens een bekendmaking van de NASA, de Amerikaanse rijksdienst voor lucht vaart en ruimtevaart, zal de ATS-3 tijdens de Olympische Spelen in Mexico-Stad in totaal 120 uur televisiereportages moeten doorgeven naar Europa. De kunstmaan die als noodhulp zal moeten dienen seint alleen de beelden door. Die volgen de kortste weg: van 't grote grondstation bij Mexico-Stad via de ATS-3 naar het grondstation Goonhilly Downs in het uiterste zuidwesten van Engeland. Valt het grondstation bij Mexico-Stad uit dan gaan de beeldreportages langs verbindingen over land eerst naar een grondstation bij Etam, in de Amerikaanse staat West-Virginia, en vandaar via de ATS-3 naar Europa. Valt het grondstation bij Goonhilly Downs uit dan zal het grondstation bij Raisting in Beieren de beeldreportages van de ATS-3 opvangen. Het bijbehorende geluid volgt omdat daarvoor de ATS-3 niet voldoende capaciteit heeft, een geheel andere weg. Het gaat eerst over land, dwars door Mexico en de Verenigde Staten naar het Canadese grondstation bij Mill Vil lage in de provincie Nova Scotia. Vandaar gaat het de wereldruimte in om door de com municatiekunstmaan Early Bird naar Europa te worden gekaatst. Indien bij de technische voorbereidingen op de lancering van de Intelsat-3 geen vertraging van vijf maanden was opgetreden, aldus het weekblad New Scientist, zou er tijd genoeg zijn geweest na de mislukte lancering van de Als alles goed gaat en vanavond tijdens de openingsceremonie zullen we weten of alles goed is! zullen beeld en geluid uil Mexico-City ons bereiken op de wijze die dit kaartje in beeld brengt. ATS-3 en Early Bird zijn satellieten. De eerste Spelen waarvan de namen van de winnaars zijn opgetekend, vielen in het jaar 776 voor Christus, voor de Grieken een zo belangrijk jaartal dat ze daarmee huil jaartelling zijn begonnen. Trouwens hun verdere tijdsaanduiding geschiedde ook niet in jaartallen maar in namen van winnaars. Iets gebeurde bijvoorbeeld in „het tweede jaar nadat Glaucus van Kro- ton de Spelen won". Al vóór 776 v. Chr. werden er Olympische Spelen gehouden (Koroibos, de kok uit Piri, was dus niet de eerste „olympionike") en na die tijd zijn er 290 tussenliggende periodes ge weest, olympiades genaamd het woord olympiade betekent dus niet de Spelen zelf. Talloos zijn de verhalen over en rond de ze oude Olympische Spelen. Veertien Spelen na die in 776 wierp Orsippos van Mégara zijn 1 eindedoek af om net iets harder te kunnen lopen dan zijn rivalen sindsdien werden de Spelen naakt ge houden. Voor vrouwen waren de Spelen strikt ver boden. Eens ging een moeder met haar 17-jarige zoon mee naar Olympia. In de „overall" van trainer, met haar slanke figuur en kortgeknipt haar, viel ze ech ter niet op. Pas toen haar zoon won en ze juichend naar hem toe rende en hem zoende, besefte men dat er iets niet klop te. Volgens de wet had men haar ter plaatse van de rots moeten werpen, maar liever veranderde men maar haas tig het voorschrift: van toen af moesten de trainers net als de spelers naakt in de arena verschijnen. In 66 na Christus verscheen keizer Nero met een wagen bespannen met tien paar den aan de start. Welk eeij pover figuur sloeg hij toen hij al onmiddellijk na het begin van de bok werd gesleurd! Wie de Spelen eenmaal won kreeg, behal ve de olijftak, ook een standbeeld van een soort he-man. Wie hem driemaal achtereen won kreeg een gelijkend stand beeld. Van Leonidas van Rhodos is be kend dat hij viermaal achtereen de Spe len gewonnen heeft. Niet alleen tijdens de Spelen werd een winnaar geëerd, maar ook bij terugkeer in zijn vaderstad werd hij met roem overladen. En voor de rest van zijn leven mocht hij op kos ten van de staat in het raadhuis eten. (Toen in 1896 de Spelen opnieuw inge steld werden en op 15 april de eerste marathonloper te Athene binnenkwam, vroeg hij om de Olympische olijftak en kreeg hij als alle olympioniken zijn le ven lang vrij eten!) Diagoras van Rhodos, zelf eens overwin naar van de Spelen, mocht er op zijn ou de dag getuige van zijn dat diezelfde eer zijn beide zonen ten deel viel. De zonen namen hum vader op de schouders en droegen hem langs de juichende menig ten. „Sterf nu, Diagoras", riep men, „want niets is je meer te wensen over gebleven!" De oude man stierf inderdaad van vreugde! Vele voorbereidingen waren nodig voor en aleer eens in de vier jaar, tijdens vol le maan tussen eind juni en begin septem ber, de Spelen gehouden konden worden. Tien maanden tevoren werden de scheids rechters gekozen en in de voor hen be stemde huizen op het terrein geïnstalleerd (de spelers kampeerden in tenten). Alle deelnemers waren verplicht tenminste tien maanden van te voren aanwezig te zijn voor de trainig. Voor zij aan de Spe len mochten deelnemen moesten ze zwe ren dat ze aan deze voorwaarde hadden voldaan. Tevens moest de eed afgelegd worden dat ze „vrije Griek" waren (wi® zou overigens zijn slaaf tien maanden lang aan de Spelen hebben willen afstaan!) Herauten werden door het land gezonden om de datum bekend te maken en de „hei lige staking" af te kondigen, de pauze in alle oorlogshandelingen. Niet alleen de lichamelijke krachtsin spanning werd bewonderd, ook in concer ten en declamatie werd gewedijverd. He rodotus, de bekende geschiedschrijver, las in Olympia stukken uit zijn werk voor. „Op de groene zoden aan de oever van 'n riviertje, kijkende wie van hen het hard ste liep om de prijs van een takje groen dat er bloeide", schreef hij in 480 voor Christus, toen de Spelen voor de 75e maal werden gehouden. Vele tempel resten, vernielde schathuizen en een overblijfsel van het stadion heeft men in Olympia weer opgegraven. In de marmeren „startstreep" zijn nog duidelijk de groeven voor de voet te zien. Uit spor tief oogpunt interessant is dat men ook d® zogenaamde Zanes, standbeelden voor Zeus heeft blootgelegd. Wanneer men vroe ger door de overdekte ingang het stadion binnenkwam zag men links van de „kryp- te" deze Zanes. Wanneer namelijk de Hel- lanodiken een onsportieve overtreding ont dekten, dan verplichtte men de stad waar uit de speler afkomstig was tot het oprich ten van zo'n standbeeld. De twee laatst® Zanes werden door de Grieken uit Egyp te betaald in 125 na Christus. In totaal zijn er zestien Zanes gegeven dat er zo'n 1200 jaar lang klassieke Spelen zijn gehou- den is dat een zeer gering aantal. Zeker als men dat cijfer vergelijkt met de sport- schandaaltjes die in onze tijd in de open baarheid komen! Maar ook in het oude Olympia verloren de Spelen langzamerhand hun idealisti sche instelling. De beroepssport begon haar intrede te doen. Omkoperij was niet zeld zaam meer. In 384 na Christus werden de laatste klassieke Spelen gehouden en in 393 vaardigde keizer Theodosius een alge meen verbod voor de Spelen uit. Als be zienswaardigheid liet hij het beroemde Zeus-beeld, een der zeven wereldwonderen, naar Konstantinopel verslepen waar het een eeuw later een roemloos einde vond tijdens een paleisbrand. In 426 gaf Theo dosius II opdracht alle heidense tempels te vernielen. Het verval van Olympia was definitief. In de zesde eeuw verwoestten aardbevingen de rest. Vele eeuwen later, tussen 1875 en 1881, zijn de resten opgedolven door Duitse ar cheologen. Hun oogst was groot: 13.000 bronzen voorwerpen, 6.000 muntenr 400 in scripties, 1000 aardewerken voorwerpen en 130 beeldhouwwerken. En niet veel later werden ook de Spelen weer tot leven ge bracht door de Fransman Pierre baron de Coubertin. Athene was, uiteraard, de plaats waar in 1896 weer Olympische Spe len gehouden werden nadat ze 1500 jaar in vergetelheid waren geweest. Moge het „heilige vuur" van de oude Grieken ook in 1968 branden in de harten van deelne mers en deelneemsters en moge geen var hen verplicht worden tot het oprichten van een „Zan"!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 10