DEZE WEEK: nader beschouwd
De tv verslindt haar kinderen
Eensgezindheid over beleidslijn
Drie wensen
Als de Spelen begonnen
stond de oorlog stil!
Regen kan spelbreker zijn voor de
Olympische
televisie-reportag es
Een onbeantwoorde vraag:
hebben Olympische Spelen
nut voor de samenleving?
Het klassieke
I verhaal
verteld door
Chinny van Erven
Tijdrekening
s- Andere weg
Het televisiescherm in Nederland is als
het firmament: telkens weer verschijnen
er nieuwe namen en ze worden als ster
ren aangekondigd. Maar net als met de
echte sterren: ze blinken en ze verzinken.
Op een dag grijpt - om welke reden
dan ook - een harde hand in en de zo
veelste rel is geboren. Alles en iedereen
gaat zich er dan meer bemoeien, er wordt
een flink stuk weggescholden op de Ne
derlandse bekrompenheid en op het dom
me zuilengedoe maar intussen heeft de
televisie dan weer een van haar kinderen
verslonden. Want zo mag men het toch
wel zeggen.
Het geval-Frits van der Poel is er een
voorbeeld van. Van der Poel was en is
een uitstekend journalist en als mede
werker aan KRO's Brandpuntploeg had
hij zich grote faam verworven. Hij was
Immers „de jongen die het zo lekker
scherp kon zeggen!" Die populariteit be
zorgde hem een eigen programma, voor
'n tv-man 'n begerenswaardig bezit. Het
heeft een jaar gedraaid en het was niet
zo'n erg goed programma Van der
Poel moet dat zelf geweten hebben. Daar
om had hij voor deze week een stunt in
het hoofd: een interview met een meisje
dat zich graag bloot laat zien en dat dan
opgesierd met beelden van een tribune
met veel naakt. Niet erg hoogstaand al
lemaal en van een man als Van der Poel
had men beter mogen verwachten, maar
wat doet een tv-man al niet om de aan
dacht te trekken! Voor die stunt was
geen toestemming gevraagd aan de KRO-
leiding, de NTS-personeelsleden die het
programma technisch moesten verzorgen
deden wat hun in 'n dergelijk geval was
opgedragen: hogere instanties van al dat
bloot in kennis stellen en de stunt ging
niet door. Maar Frits van der Poel was
blijkbaar niet voor één gat te vangen. Hij
had nog een „grapje" in het hoofd, zo'n
tussen-neus-en-lippen opmerking waarom
hij bekend is geworden. Dat grapje was
niet anders dan een smerige insinuatie,
betrekking hebbend op mensen die zich
niet verdedigen kunnen. In de gewone
samenleving heeft een dergelijk „grap
je" al vele malen een verdiende klap in
het gezicht opgeleverd! Frits van der
Poel lanceerde zijn grapje, werd op staan
de voet geschorst en een paar dagen la
ter op staande voet ontslagen. Nu zijn
Bussum en Hilversum weer in last, ieder
een bemoeit er zich weer meer, enz. enz.
We vragen ons af of men er in Bussum
en Hilversum niet beter aan zou doen
zich eens wat dieper op de oorzaken van
dit geval-Van der Poel te bezinnen. Dan
moet men ongetwijfeld heel wat fouten te
genkomen. Fouten in de benadering, in
de mentaliteit, maar ook fouten in de or
ganisatie. Zo is het bijvoorbeeld in tele
visiekringen bon-ton de zogenaamde „har
de journalistiek" toe te passen. De (juis
te) redenering die hierachter schuilt is
dat gezag niet iets is dat aan bepaalde
mensen vanzelfsprekend toekomt dat een
gezagsdrager zijn gezag ook inderdaad
waar moet kunnen maken. Als een mi
nister geïnterviewd wordt moet hij kun
nen waarmaken dat hij een bewindsman
Is, dat hij weet waarover hij praat en dat
hij de grote lijnen kan trekken. Kan hij
dat niet dan mag hij gerust voor de ogen
van heel kijkend Nederland door de mand
vallen. En voor een captain of Industry
geldt hetzelfde: hij moet in het interview
bewijzen dat hij terecht leider is van een
groot bedrijf die beschikken kan over
miljoenen èn over het maatschappelijk
wel en wee van soms duizenden werkne
mers. Maar de man die die harde jour
nalistiek toepast moet wél weten hoe
groot de verantwoordelijkheid is die hii
dusdoende op zijn schouders neemt. Hij
moet wel heel duidelijk beseffen dat het
op deze wijze aan de tand voelen van het
gezag ernstige consequenties kan hebben
Dat dit onrust en ontevredenheid kan wek
ken. En daarom zal hij - naar goed
journalistiek gebruik altijd het alge
meen belang voor ogen moeten houden.
Soms kan het beter zijn een interview
maar achterwege te laten al was het
alleen maar om deze reden dat menige
geïnterviewde niet tegen de televisie
openbaarheid is opgewassen en soms
domme dingen zegt en doet. Want die in
terviewer, de man die dagelijks met die
tv-lampen leeft, moet wel degelijk besef
fen dat hij in een voordeel, in een machts
positie zit. En dat besef heeft men in Bus
sum menen wij#- lang niet altijd ge
had. De eigen machtspositie is sommige
medewerkers boven het hoofd gegroeid
en dan komt het moment dat de televisie
haar kinderen opeetI
Als (niet altijd even trouwe) televisie
kijker menen we dat er nog iets anders
ontbreekt: respect voor wat men dan met
een denigrerend woord „burgelijkheid"
pleegt te noemen. Als geboren Amster
dammer mogen we het wel zeggen: men
is naar ons gevoel teveel besmet met het
typisch-Amsterdamse avant-gardisme.
Met de grote-stads-mentaliteit die al het
andere dom en provinciaals vindt. Men
vindt dat vooral terug in de culturele
programma's, de écht-culturele dan
voor de provincie heeft men af en toe het
Snip en Snap amusement! „Zo is het toe
vallig.." en „Hoepla", dat waren échte
programma's maar het domme publiek
heeft dat weer niet begrepen! Dat die
mentaliteit tot ongelukken leidt - het
kan niet anders. Ook dan weer verslindt
de televisie haar kinderen.
Buiten kijf ligt hier misschien wel In
de eerste plaats de schuld bij de organi
saties. Men laat zich daar te veel leiden
door de gedachte dat de tv-man of -vrouw
een eenzame individualist moet zijn. Dat
klinkt wel heel aardig maar het is niet
waar. De journalist bij een krant is ook
een individualist maar desondanks is een
krant teamwork. Gezamenlijk werk van
zelfstandig denkende mensen. Waarom
zou dat niet kunnen bij radio en televisie?
Het lijkt ons dat het moet! Al was
het alleen maar om de medewerkers in
hun grote verantwoordelijkheid tegen
zichzelf te beschermen. Juist daarvan is
de affaire-Van der Poel een voorbeeld.
Hij is gestruikeld juist omdat men hem
een te grote kans gegeven had om te
struikelen. Terwijl het toch anders kan:
het is niet zo dat de televisie haar kinde
ren moét verslinden.
Het verwijt dat de debatten deze
week in de Tweede Kamer zijn gevoerd
over de politieke gang van zaken „weer
niets hebben opgeleverd" is een onbillijk
verwijt. Ze hebben namelijk dit opgele
verd dat de grote meerderheid van de
volksvertegenwoordiging (en naar men
dus mag aannemen ook de grote meer
derheid van ons volk) vertrouwen blijkt
te hebben in de beleidslijn die de rege
ring voor het komende jaar heeft uitge
stippeld. En dat is alleen maar verheu
gend. Want hoe groter de eensgezindheid
Is, des te groter is ook de kans dat men
In samenwerking de juiste weg zal vin
den.
Het verwijt is trouwens ook onbillijk
omdat men zo oordelende de waarde van
een dergelijk debat miskent. Die waarde
wordt niet bepaald door het al dan niet
ten val brengen van een kabinet dat
Is het uiterste dat men ervan verwach
ten mag (of ervan vrezen moetl). Die
waarde ligt niet minder hierin dat iede
re partij de kans krijgt de eigen opvat
tingen aan de anderen voor te leggen,
zodat ieder weet wat men aan elkaar
heeft. Als een PSP met een tegenbegro-
ting komt dan is dat niet een waarde
loos gebaar omdat het kansloos is die
tegenbegroting leert het Nederlandse volk
waar de PSP staat en wat zij wil. En
ieder kan dan zelf bepalen of hij al dan
niet met deze partij in zee wil gaan,
waar zij voorstelt drastisch op defensie
te bezuinigen.
En dan is er nog een derde punt: de
regering is wel degelijk gewaarschuwd,
dat zij grote aandacht zal moeten beste
den aan het stuk van de welvaartsverde
ling. Zij zal die waarschuwing in haar
beleid moeten verdisconteren
moeilijkheden voorkomen. Alleen
om waren deze debatten zinvol.
wil zij
al daar
in Mexico City zijn de afgelopen weken doden ge
vallen. Bij tientallen. Jonge mensen meestal die op
hun wijze in verzet zijn gekomen tegen de huidige
structuur van hun land. Die het niet langer verkrop
pen kunnen dat de machthebbers steeds machtiger
worden en de rijken steeds rijker ten koste
meestal van de armen, de machtelozen want bezitlo
zen. En toch worden vandaag in datzelfde Mexico
City de Olympische Spelen geopend.
In steden en dorpen van Tsjecho-Slowakije rijden
Russische tanks als trieste vertolkers van de trouwe
loosheid van een „broedervolk". Niet Praag maar
Moskou is de eigenlijke hoofdstad geworden van dit
land dat vrijheid zoekt maar bezetting dulden moet.
Maar op die Olympische Spelen in Mexico City zul
len Tsjechen èn Russen samen optrekken in de sport-
arena en als „sportbroeders" met elkaar moeten sa
menleven. Het is niet moeilijk zo door te gaan. In de
Verenigde Staten wordt de neger gekleineerd en ge
discrimineerd maar in Mexico City zullen neger en
blanke zij aan zij lopen voor de eer van hun land.
In Viëtnam vallen doden, in Biafra worden mensen
vermoord maar in Mexico City lijkt dat alles ver
weg, want de Olympische Spelen zijn Immers van
een andere orde. Kan dat allemaal zo maar? Kan
men in deze wereld anno 1968 nog een sportfestijn
organiseren als de Olympische Spelen? Wie zal het
antwoord op deze vraag geven? Er is immers niet één,
afdoend, antwoord voor. Als ontmoetingspunt der vol-
keren hebben deze Spelen waarde, grote waarde
zelfs. Professor Oldrich Hradec, de chef de mission
van de Tsjechische ploeg in Mexico, zei het in een
interview zo: „Ik heb er werkelijk geen behoefte aan
om naar drogredenen te zoeken of om hoogdravend
idealistische taal uit te slaan, maar nuchter beschouwd
hadden wU onszelf onnodig geïsoleerd als we nu
waren thuis gebleven. Ons uitgangspunt is: wij willen
best demonstreren tegen de landen die volkomen on
verwacht ons land zijn binnengevallen, maar wij wil
len proberen dat te doen in de sportarena!" En den
ken de anderen daar niet net zo over? Is er niet
precies dezelfde drang tot demonstratie van de „arme"
landen jegens de welvaartsstaten? Van de neger je
gens de blanke? Wie zal beweren dat deze Spelen als
„vreedzaam gevecht" waardeloos zijn?
Trouwens, laten we ons niet verbeelden dat wij
alléén met deze problematiek worstelen. Het is haast
28 eeuwen geleden dat er voor het eerst Olympische
Spelen werden gehouden en in al die eeuwen heb
ben oorlog, honger, discriminatie, sociale onrechtvaar
digheid bestaan. Helaas kan nu niet meer wat zoveel
eeuwen geleden in het oude Griekenland nog wel
kon: dat herauten rondgingen om de „heilige sta
king" af te kondigen, een pauze in het oorlogsgewoel
want Olympische Spelen en oorlog gingen niet samen.
Maar als de Spelen ook maar iets kunnen bijdragen
tot een beter begrip, tot meer onderlinge waardering
tussen mensen en volkeren, dan hebben ze hun nut.
Zoals ze dat de eeuwen door altijd gehad hebben.
Zo weinige uren voordat in Mexico-City de
Olympische Spelen beginnen, willen wij drie
wensen uitspreken* wensen waarvan wij vu
rig hopen dat ze in vervulling zullen gaan.
Eerste wens is dat de Nederlandse ploeg veel
goud zal winnen. Of zilver als het niet anders
kan en desnoods brons. Want daarvoor zijn
deze jongens en meisjes, dames en heren naar
Mexico gegaan! Ze hebben ervoor getraind,
hebben zich vele opofferingen getroost
het is toch geen nationalistisch egoïsme als
men hoopt dat al die opofferingen tot het
hoogste resultaat zullen leiden. Daar komt
trouwens bij dat de populariteit van een land
niet weinig wordt beïnvloed door de kwaliteit
van zijn topsporters. Overwinning betekent
goodwill voor Nederland en daarom hopen
we op overwinningen.
Tweede wens is dat deze Spelen, hoe fel de
strijd ook zal zijn, zullen uitblinken door
sportiviteit. In vele takken van sport ont
breekt daar wel het een en ander aan wie
regelmatig voetbal ziet zal dat moeten be
amen. Juist Olympische Spelen, spelen waar
aan een groot ideaal ten grondslag ligt en
spelen ook met een rijk verleden, behoren in
sportief opzicht een voorbeeld te zijn. We
twijfelen er niet aan of onze Nederlandse
ploeg zal daaraan het zijne bijdragen.
Een derde wens is dat er iets zal overblijven van
deze Olympische Spelen. Het besef zal moe
ten groeien dat strijd, competitie tussen lan
den en volkeren ook in een andere sfeer kan
plaatshebben dan in nijd en afgunst. Dat
eerlijkheid, sportiviteit, respect voor de ander
voor een dergelijke strijd een heel wat betere
basis vormen. We hopen dat deze Spelen zul
len bijdragen tot meer begrip tussen Oost en
West, tussen blank en zwart, tussen rijk en
arm. We weten het: die wens is bijna een
wensdroom. Maar wie niet begint met iets te
willen zal nooit iets bereiken!
"Pke oorsprong van de Olympische Spe-
len ligt in de waas der Griekse
mythen. Zo vertelt Pindarus het, de dich
ter uit een ver verleden: Pelops, een ko
ningszoon uit Klein-Azië, dong naar de
hand van de dochter van Oenomaus, ko
ning van Elis, een landstreek rond Olym-
pia. Oenomaus was echter door het ora
kel gewaarschuwd dat hij gedood zou
worden door de man die zijn dochter
huwde. Daarom moest elke huwelijkskan
didaat zich eerst met hem meten in het
wagenrennen. Daar Oenomaus van Po
seidon, de god der zee, onoverwinnelijke
paarden ten geschenke had gekregen,
stond reeds van te voren vast wie de win
naar zou zijn. Pelops echter beloofde
't konings wagenmenner Myrtilos, die hei
melijk ook op de prinses verliefd was, dat
hij haar mocht huwen als hij een wagen
spie van de koningswagen voor een was
sen pen verwisselde. Myrtilos nam dit
voorstel aan, doch toen koning Oenomaus
uit de bocht vloog en gedood werd, dood
de Pelops ook Myrtilos. Als zoenoffer
voor de goden stelde hij toen de Olym
pische Spelen in. En hoewel niet over
eenkomend met zijn vorig gedrag bepaal
de Pelos dat het bij de Spelen allemaal
.strikt eerlijk" moest toegaan.
In een ander verhaal is Heracles de
stichter van de Spelen. Toen hij hier zijn
Augiasstal had gereinigd en de koning
hem de beloofde beloning onthield zou hij
zo kwaad zijn geworden dat hij met zijn
knots koning Augias doodsloeg. Hij kreeg
spijt en als offerdoening stelde hij de Spe
len in. Deze sage vertelt ook hoe Heracles
uit „het land boven de noordenwind" de
„heilige olijfboom" liet halen en die plant
te in Olympia. Nog steeds staat daar een
olijfboom en omdat de Spelen alleen ter
wille van de eer gehouden werden, was
een tak van deze boom het enige eerbe-
an dat een overwinnaar te beurt viel.
oracles zelf hield volgens dit verhaal de
eerste Spelen. Voor de maat van het sta
dion (197,27 meter) had hij 600 maal zijn
ene voet voor de andere gezet schoen
maat 48 dus! Uit deze en dergelijke ver
halen wordt duidelijk dat men de oor
sprong van de Spelen op religieus terrein
moet zoeken. De wedstrijd was een mid
del om een waardig offer aan een god te
brengen. Het oude Olympia had dan ook
niet alleen het stadion en het Hyppodroom
maar telde tevens vele tempels voor de
goden. Zo illustreert de bewaard gebleven
beeldengroep van de Zeustempel het stich
tingsverhaal van Pindarus. Diezelfde Pin
darus laat trouwens zien dat ook toen de
Spelen als meer beschouwd werden dan
alleen maar een wedstrijd. In zijn Olym
pische ode dichtte hij:
„Hij die een schone prijs wint
in de jaren van zijn jeugd
hoopt op grotere dingen.
Hij heeft grotere dingen in zijn hart dan
rijkdom".
lntelsat-3 voor lancering van een andere
kunstmaan van het type Intelsat.
Nu de televisiereportages van de Olympische
Spelen voor de kijkers in Europa aan een zij
den draadje zijn komen te hangen, krijgen in
de Verenigde Staten de Europese fabrieken
die aan de bouw van de Intelsat-3 meewerk
ten daarvan de schuld. Die fabrieken zou
den oorzaak van de vertragingen zijn geweest.
De vertragingen zouden zijn uitgebleven in
dien de vervaardiging van de Intelsat-3 ge
heel in Amerikaanse handen was gebleven.
Bij slecht weer bestaat er de kwade kans dat
wij in Europa geen goede televisiereportages
van de Olympische Spelen zullen ontvangen.
Dit staat in het jongste nummer van het
Engelse weekblad New Scientist.
Wanneer de signalen die de beeld reportages
moeten overbrengen naar de kunstmaan
ATS-3, die voor het doorgeven ervan naar
Europa moet zorgen, een lange weg moeten
afleggen door regen of waterdamp, zal de
beeldkwaliteit daardoor zeer slecht kunnen
worden, bericht de New Scientist.
Het is zelfs mogelijk dat de beelden dan
helemaal niet zullen doorkomen. Bij goed
weer kunnen wij uitstekende tv-reportages
(in kleur) verwachten.
Deze kwade kans zou er niet in hebben ge
zeten indien de communicatiekunstmaan In-
telsat-3, met een veel grotere capaciteit dan
de ATS-3, goed op zijn plaats boven de Atlan
tische Oceaan terecht was gekomen in plaats
van neer te storten na een hopeloos mislukte
lancering. Volgens een bekendmaking van de
NASA, de Amerikaanse rijksdienst voor lucht
vaart en ruimtevaart, zal de ATS-3 tijdens de
Olympische Spelen in Mexico-Stad in totaal
120 uur televisiereportages moeten doorgeven
naar Europa. De kunstmaan die als noodhulp
zal moeten dienen seint alleen de beelden
door. Die volgen de kortste weg: van 't grote
grondstation bij Mexico-Stad via de ATS-3
naar het grondstation Goonhilly Downs in het
uiterste zuidwesten van Engeland.
Valt het grondstation bij Mexico-Stad uit dan
gaan de beeldreportages langs verbindingen
over land eerst naar een grondstation bij
Etam, in de Amerikaanse staat West-Virginia,
en vandaar via de ATS-3 naar Europa. Valt
het grondstation bij Goonhilly Downs uit dan
zal het grondstation bij Raisting in Beieren de
beeldreportages van de ATS-3 opvangen.
Het bijbehorende geluid volgt omdat daarvoor
de ATS-3 niet voldoende capaciteit heeft, een
geheel andere weg. Het gaat eerst over land,
dwars door Mexico en de Verenigde Staten
naar het Canadese grondstation bij Mill Vil
lage in de provincie Nova Scotia. Vandaar
gaat het de wereldruimte in om door de com
municatiekunstmaan Early Bird naar Europa
te worden gekaatst.
Indien bij de technische voorbereidingen op
de lancering van de Intelsat-3 geen vertraging
van vijf maanden was opgetreden, aldus het
weekblad New Scientist, zou er tijd genoeg
zijn geweest na de mislukte lancering van de
Als alles goed gaat en vanavond tijdens
de openingsceremonie zullen we weten of
alles goed is! zullen beeld en geluid uil
Mexico-City ons bereiken op de wijze die dit
kaartje in beeld brengt. ATS-3 en Early Bird
zijn satellieten.
De eerste Spelen waarvan de namen van
de winnaars zijn opgetekend, vielen in het
jaar 776 voor Christus, voor de Grieken
een zo belangrijk jaartal dat ze daarmee
huil jaartelling zijn begonnen. Trouwens
hun verdere tijdsaanduiding geschiedde
ook niet in jaartallen maar in namen van
winnaars. Iets gebeurde bijvoorbeeld in
„het tweede jaar nadat Glaucus van Kro-
ton de Spelen won". Al vóór 776 v. Chr.
werden er Olympische Spelen gehouden
(Koroibos, de kok uit Piri, was dus niet
de eerste „olympionike") en na die tijd
zijn er 290 tussenliggende periodes ge
weest, olympiades genaamd het woord
olympiade betekent dus niet de Spelen
zelf.
Talloos zijn de verhalen over en rond de
ze oude Olympische Spelen. Veertien
Spelen na die in 776 wierp Orsippos van
Mégara zijn 1 eindedoek af om net iets
harder te kunnen lopen dan zijn rivalen
sindsdien werden de Spelen naakt ge
houden.
Voor vrouwen waren de Spelen strikt ver
boden. Eens ging een moeder met haar
17-jarige zoon mee naar Olympia. In de
„overall" van trainer, met haar slanke
figuur en kortgeknipt haar, viel ze ech
ter niet op. Pas toen haar zoon won en
ze juichend naar hem toe rende en hem
zoende, besefte men dat er iets niet klop
te. Volgens de wet had men haar ter
plaatse van de rots moeten werpen,
maar liever veranderde men maar haas
tig het voorschrift: van toen af moesten
de trainers net als de spelers naakt in
de arena verschijnen.
In 66 na Christus verscheen keizer Nero
met een wagen bespannen met tien paar
den aan de start. Welk eeij pover figuur
sloeg hij toen hij al onmiddellijk na het
begin van de bok werd gesleurd!
Wie de Spelen eenmaal won kreeg, behal
ve de olijftak, ook een standbeeld van
een soort he-man. Wie hem driemaal
achtereen won kreeg een gelijkend stand
beeld. Van Leonidas van Rhodos is be
kend dat hij viermaal achtereen de Spe
len gewonnen heeft. Niet alleen tijdens
de Spelen werd een winnaar geëerd,
maar ook bij terugkeer in zijn vaderstad
werd hij met roem overladen. En voor
de rest van zijn leven mocht hij op kos
ten van de staat in het raadhuis eten.
(Toen in 1896 de Spelen opnieuw inge
steld werden en op 15 april de eerste
marathonloper te Athene binnenkwam,
vroeg hij om de Olympische olijftak en
kreeg hij als alle olympioniken zijn le
ven lang vrij eten!)
Diagoras van Rhodos, zelf eens overwin
naar van de Spelen, mocht er op zijn ou
de dag getuige van zijn dat diezelfde eer
zijn beide zonen ten deel viel. De zonen
namen hum vader op de schouders en
droegen hem langs de juichende menig
ten. „Sterf nu, Diagoras", riep men,
„want niets is je meer te wensen over
gebleven!" De oude man stierf inderdaad
van vreugde!
Vele voorbereidingen waren nodig voor
en aleer eens in de vier jaar, tijdens vol
le maan tussen eind juni en begin septem
ber, de Spelen gehouden konden worden.
Tien maanden tevoren werden de scheids
rechters gekozen en in de voor hen be
stemde huizen op het terrein geïnstalleerd
(de spelers kampeerden in tenten). Alle
deelnemers waren verplicht tenminste
tien maanden van te voren aanwezig te
zijn voor de trainig. Voor zij aan de Spe
len mochten deelnemen moesten ze zwe
ren dat ze aan deze voorwaarde hadden
voldaan. Tevens moest de eed afgelegd
worden dat ze „vrije Griek" waren (wi®
zou overigens zijn slaaf tien maanden lang
aan de Spelen hebben willen afstaan!)
Herauten werden door het land gezonden
om de datum bekend te maken en de „hei
lige staking" af te kondigen, de pauze in
alle oorlogshandelingen.
Niet alleen de lichamelijke krachtsin
spanning werd bewonderd, ook in concer
ten en declamatie werd gewedijverd. He
rodotus, de bekende geschiedschrijver, las
in Olympia stukken uit zijn werk voor.
„Op de groene zoden aan de oever van 'n
riviertje, kijkende wie van hen het hard
ste liep om de prijs van een takje groen
dat er bloeide", schreef hij in 480 voor
Christus, toen de Spelen voor de 75e maal
werden gehouden.
Vele tempel resten, vernielde schathuizen
en een overblijfsel van het stadion heeft
men in Olympia weer opgegraven. In de
marmeren „startstreep" zijn nog duidelijk
de groeven voor de voet te zien. Uit spor
tief oogpunt interessant is dat men ook d®
zogenaamde Zanes, standbeelden voor
Zeus heeft blootgelegd. Wanneer men vroe
ger door de overdekte ingang het stadion
binnenkwam zag men links van de „kryp-
te" deze Zanes. Wanneer namelijk de Hel-
lanodiken een onsportieve overtreding ont
dekten, dan verplichtte men de stad waar
uit de speler afkomstig was tot het oprich
ten van zo'n standbeeld. De twee laatst®
Zanes werden door de Grieken uit Egyp
te betaald in 125 na Christus. In totaal zijn
er zestien Zanes gegeven dat er zo'n
1200 jaar lang klassieke Spelen zijn gehou-
den is dat een zeer gering aantal. Zeker
als men dat cijfer vergelijkt met de sport-
schandaaltjes die in onze tijd in de open
baarheid komen!
Maar ook in het oude Olympia verloren
de Spelen langzamerhand hun idealisti
sche instelling. De beroepssport begon haar
intrede te doen. Omkoperij was niet zeld
zaam meer. In 384 na Christus werden de
laatste klassieke Spelen gehouden en in
393 vaardigde keizer Theodosius een alge
meen verbod voor de Spelen uit. Als be
zienswaardigheid liet hij het beroemde
Zeus-beeld, een der zeven wereldwonderen,
naar Konstantinopel verslepen waar het
een eeuw later een roemloos einde vond
tijdens een paleisbrand. In 426 gaf Theo
dosius II opdracht alle heidense tempels
te vernielen. Het verval van Olympia was
definitief. In de zesde eeuw verwoestten
aardbevingen de rest.
Vele eeuwen later, tussen 1875 en 1881,
zijn de resten opgedolven door Duitse ar
cheologen. Hun oogst was groot: 13.000
bronzen voorwerpen, 6.000 muntenr 400 in
scripties, 1000 aardewerken voorwerpen en
130 beeldhouwwerken. En niet veel later
werden ook de Spelen weer tot leven ge
bracht door de Fransman Pierre baron de
Coubertin. Athene was, uiteraard, de
plaats waar in 1896 weer Olympische Spe
len gehouden werden nadat ze 1500 jaar in
vergetelheid waren geweest. Moge het
„heilige vuur" van de oude Grieken ook
in 1968 branden in de harten van deelne
mers en deelneemsters en moge geen var
hen verplicht worden tot het oprichten van
een „Zan"!