Trilogie over klein stukje historie S.A. VERMOORDDE IN 1933 JOODSE STERRENWICHELAAR heid werden toch beloond Con &Verdonck Moed en onverzettelijk- thuisblijvers. Zij bestaat Verdwenen Raadselachtige dood opgelost Gelukkig Vlucht Paradijs Proces Als een vorst Etenstijd Vermist Uwou dus wegblijven? Goed. Maar wèl even weten wat u mist. U mist een feest. U mist een prachtcollectie. Prijzen in jubelstemming. Die Hamadan van 750.- min 7%. Die Bidjar van 9250.- min 8%. Dat Mossoul kussen van 85.- voor 55.- Dat mist u allemaal. Wist u dat allemaal HET OOSTERS TAPÏJTHUIS De zee tochten van Mary Bryant s< ANTHONY VAN KAMPEN GERAAKTE IN DE BAN VAN MARY BRYANT "WERGEN - Onder de titel „De verban- ning" verschijnt dezer dagen het eerste deel van een trilogie over een fascinerend mooie en jonge Engelse vrouwdie op haar zeventiende jaar in gevangenschap raakte uit liefde en die daarna in een wereldreis vol gevaren en avonturen met mannenmoed vocht voor haar vrijheid. Die mooie en moedige jonge vrouw is Mary BryantHaar avonturen verhaal speelt zich af op het eind van de achttiende eeuw. En de schrijver is de be kende Nederlandse auteur Anthony van Kampen. Half Nederland kent Anthony van Kampen: Ontelbaren hebben zijn boeken over zee en avontuur gelezenduizenden hoorden hem in zijn causerieën in alle delen van Nederland en nog eens duizen den kennen hem van radio of televisie. Anthony van Kampen werd op 28 augustus 1911 in Heilevoetsluis geboren als spruit uit zowel van vaders- als van moederszijde een geslacht van koop vaarders en marine-officieren. Op zesjarige leeftijd verhuisde hij met 't ouder lijk gezin naar de marinehaven Den Helder. Vanzelfsprekend zou hij naar de zeevaartschool gaan. „Maar ik werd wegens mijn slechte ogen afgekeurd", zegt de donkerbebril- de auteur ons, als we tegenover hem zitten in de werkkamer van zijn gast vrije huis in het Noordhollandse kun stenaarsdorp Bergen. Maar de zee en het avontuur zaten de jonge Van Kam pen in het bloed. Begonnen als journa list bij de Heideree Courant van uitge verij C. de Boer dezelfde, bij wie hij later al zijn boeken zou uitgeven de buteerde hij in 1934 als schrijver met „Een stad sterft", een boekje over zijn geboorteplaats Heilevoetsluis, die na 't vertrek van de marine ten dode opge schreven stond. Anthony van Kampen werd echter als schrijver niet de man van achter de schrijftafel. Hij trok evenals zijn voorvaderen naar verre landen om er zijn stof te zoeken. „Ik heb van mijn voorouders zwerversbloed en de be langstelling voor boeken en mensen ge- erfd. Op hun zeereizen namen zij altijd kisten vol boeken mee". Bij een gesprek met de wat kalende, bijna zestigjarige, die zijn geweldige vitaliteit verraadt in een bijna niet te stuiten woordenstroom die hij onder streept met weidse gebaren, is een en kel woord van de ondervrager genoeg om telkens herinneringen aan beleefde avonturen te horen. Van Kampen maakte reportages van reizen in Europa; hij schreef over be levenissen tijdens een Monte Carlo-ral ly; hij zwierf jaren door Nieuw-Guinea; hij was in Groenland en in het Amazo negebied van Brazilië. En dat alles re sulteerde in tientallen boeken, waarvan er vele herhaaldelijk zijn herdrukt. Drie jaren geleden scheen er aan het reizen en trekken van de romancier een eind gekomen, Hij had toen juist de actie beëindigd voor de bouw van een melaatsendorp in Brazilië, waar voor hij met zijn boek „Het land dat God vergat" en met vele artikelen een miljoen gulden had ingezameld. Hij werkte aan een artikel voor het maritieme maandblad „De blauwe wimpel", waarvan hij sinds '46 hoofd- ANTHONY VAN KAMPEN boeiende speurtocht naar Mary Bryant directeur is. „Ik moest de naam van een oud schip opzoeken. Bij het bla deren in oude boeken stuitte ik op de Eerste Vloot, The first fleet, een verzameling van elf schepen, die dui zend gevangenen, mannen, vrouwen en kinderen uit Engeland, naar de pas ondekte kolonie New South Wa les in Australië bracht. Het was een verschrikkelijke reis van een jaar en de lectuur boeide mij zo sterk, dat ik besloot er een boek over te schrijven." „Ik bedacht, dat er tussen al die ge vangenen wel een mooie, jonge vrouw moest zijn geweest. Zo'n vrouw zou ik creëren en tot heldin van mijn ro man maken. Toen ik dat een poosje later vertelde aan mijn oude vriend, de Rotterdamse kapitein Arie van Nieuwkoop, riep die uit: Maar man, zo'n vrouw hoef jij niet meer te schep pen. Zij heeft bestaan. Zij heette Mary Bryant." Mary Bryant werd daarna een naam, die Anthony v. Kampen aan zijn schrijf tafel hield gebonden: Een jaar lang snuffelde hij in boeken, speurde in ar chieven en bibliotheken, schreef duizen den brieven over de gehele wereld en zette tientallen vrienden en relaties in Engeland, Australië, Indonesië en Kaapstad aan het werk om gegevens te krijgen over zijn jonge heldin. Boeken, pamfletten, kopieën van kran ten uit 1792, rapporten van gevangenis directeuren en van de Nederlandse gouverneur op Timor kwamen uit het stof te voorschijn. Zij leverden stukje voor stukje de bouwstenen voor het mo nument, dat Anthony v. Kampen daar na in werkdagen van 's morgens vijf uur tot 's avonds laat in een jaar tijd zou opbouwen voor zijn heldin: Mary Bryant, die in de kranten van haar tijd genoemd wordt „De amazone van de zeeën". En Anthony van Kampen vertelt ons dan een dag lang van zijn boeiende speurtocht in die zee van documenten om ons daarna op de van hem uit zijn boeken zo bekende spannende en kleuri ge verteltrant het verhaal van Mary Bryant voor te toveren. Het is een tra gisch stuk mensenleven, romantisch en tegelijk diep treurig; het is een brok geschiedenis ook van de zeevaart, van Engeland, van ons Nederlands-Indie. Het is een verhaal, waar een film in zit, zoals dat ook het geval was met „De muiterij op de Bounty", welke ge schiedenis trouwens de avonturen van Mary Bryant heeft doorkruist. Hieronder geven wij de ro man, die in een trilogie van duizend pagina's wel als een voorlopige bekro ning van Anthony van Kampen's uit gebreid oeuvre beschouwd kan worden, in het kort weer. Het bewogen leven van een jonge veroordeelde vrouw dagen nog te melden, dat een hoog geplaatst heer Mary opwachtte en haar naar een gereedstaand koetsje bracht. Daarmee zou het verhaal van Mary Bryant ten einde zijn gekomen, als on ze Anthony van Kampen bij zijn speur tochten niet gestuit was op de naam van de beroemde Engelse schrijver Ja mes Boswell (1740-1795). Op zoek naar documenten over Mary Bryant vond Van Kampen de naam van een Ame rikaanse professor Pottle, die een boek je zou geschreven hebben over „Bos well en Mary Bryant". Professor Pottle was degene, die de achttien delen van Boswell's Dagboek („Private Papers'') in 1928-'34 had uit gegeven. Die dagboeken waren na de dood van Boswell verdwenen en pas an derhalve eeuw later te voorschijn geko men. In een van die Dagboeken beschreef de vreemde „angry young man" van de achttiende eeuw die Boswell was, hoe hij in de kranten las over het pro ces van Mary Bryant. „Dat meisje mag niet veroordeeld worden", schreef de sentimentele auteur in zijn notities. Daaruit blijkt, hoe hij daarna zijn re laties heeft aangewend om Mary vrij te krijgen en hoe hij het was, die haar aan de gevangenis afhaalde. Boswell kocht een huisje voor haar in de Titchfieldstreet, waar hij haar volgens zijn eigen aantekeningen ge regeld bezocht. De laatste romance waarschijnlijk van een op zijn vijftigste jaar door drank en vrouwen al uitge leefde man. Boswell was het ook, die ontdekte, dat Mary's vader nog leefde in Fowy. Hij betaalde haar bootreis naar haar ge boortestadje, gaf haar een jaargeld, bracht haar naar het schip en wuifde haar na. En dan verdwijnt Mary Bryant in het niets. Nergens is daarna iets over haar te vinden. Misschien, dat de roman van Anthony van Kampen die ongetwij feld ook vertaald zal worden in het En gels nabestaanden wakker maakt. „Want", zegt de Nederlandse schrijver, „het is bijna onmogelijk, dat zo'n jon ge en fascinerend mooie vrouw onge trouwd zou zijn gebleven". Misschien komt er dan nog een roman óver Ma ry's verdere leven. (Van onze correspondent) BONN Op 8 april 1933 vond een houthakker in een bos bij Berlijn het lijk van een man in rokkostuum, dat was doordrenkt van de regen. De dode was de societyfiguur en helderziende Eric Jan Hanussen (43). geldver kwister, vrouwenjager en vertrouweling van ettelijke nazileiders. Het gerucht dat hij was neergeknald door Hitiers volgelingen, werd nooit be vestigd. Pas nu, 35 jaar later, heeft de Westberlijnse justitie de moord opge helderd. Hanussen werd neergeschoten op bevel van de toenmalige SA-com- mandant in Berlijn en Brandenburg, Ernst. Het waarom is nog altijd niet geheel duidelijk. Hanussen was Jood en heette eigen lijk Herschel Steinschneider. De ge wiekste astroloog en helderziende was de sensatie van het Berlijnse variété Scala. Hij verdiende schatten met zijn voorstellingen en met particuliere séan ces in zijn huis. Hanussen leefde als een vorst. Hij be zat ettelijke villa's, een groot plezier jacht en hij was voordurend verwikkeld in affaires met mooie vrouwen uit de society. Ook was hij de vertrouwens man en raadgever en zelfs de geld schieter van prominente nazi's in het bijzonder uit de SA, die in het begin '"Tan de jaren '30 bijzonder machtig was. Op 7 april 1933 Verdween hij kort voor de avondvoorstelling in het Scala thea ter. De dag daarop vond men zijn lijk. De Berlijnse recherche begon een on derzoek, maar dat werd weldra ge staakt „op aanwijzing van hogerhand". De nazi's hadden zich in die tijd juist de macht over het politieapparaat ver worven. Pas in 1966 kwam de affaire opnieuw tot leven door een anonieme brief aan de Westberlijnse justitie. De justitie be gon daarop een speurtocht en vond ten slotte twee documenten, waarin de toe dracht werd geschilderd. Drie SA-mannen, aldus de justitie, hebben Hanussen omstreeks etenstijd uit zijn huis ontvoerd. Met een auto reden zij met hem de stad uit en on derweg schoten ze hem dood. Ze gooi den zijn lijk in het bos. Het motief is niet meer met zekerheid vast te stellen. Inderdaad staken voor aanstaande nazi's onder wie de Berlijnse politiepresident graaf Hell- dorf bij Hanussen in de schuld. Mo gelijk ook voelde de SA zich gecom promitteerd, omdat intussen iets over de Joodse afkomst van de astroloog was uitgelekt. Een belangrijke factor kan ook de machtsstrijd zijn geweest tussen po-, litiepresident Helldorf en de Berlijn-* a -commandant De drie SA-mannen die de moord pleegden zijn allen gesneuveld in de oorlog ofwel vermist en sindsdien dood verklaard. Graaf Helldorf werd in 1944 opgehangen wegens samenwerking met de groep die op 20 juli van dat jaar een aanslag op Hitier pleegde. rv I .99 II/ZIISam* «tf aaUe Cl«\nhtr vf\iorfnn An triccon Onder die gevangenen was William Bryant, die gegrepen was wegens smok kelen. Hij was de geliefde van de ze ventienjarige Mary Broad, de dochter van een ami zeemansgezin in Fowy (Cornwall). Het meisje was ontroost baar en ontvluchtte het ouderlijk huis. Vriendinnen vertelden haar. dat het mogelijk moest zijn haar William te bevrijden door de bewakers om te ko pen. Maar hoe aan geld te komen? Zichzelf als prostituée v^kopen, of ste len. De vriendinnen besloten tot het laatste en pleegden een roofoverval op een oude dame. Vier uur later zaten zij al in de cel. Mary werd echter van de galg gered. Ook zijn kwam in ge vangenschap. Het kon haar niets sche len, want één nacht ontmoette zij er haar William Bryant, die toen 'n kind bij haar verwekte. Niet lang daarna op 13 mei 1787 vertrok de First fleet van elf sche pen met ongeveer duizend gevangenen, mannen, vrouwen en kinderen naar de nieuwe kolonie. Via Kaapstad werd het een verschrikkelijke reis. Mannen en vrouwen waren gescheiden. Marv bracht halverwege de tocht haar kind ter wereld. Dank zij de scheepsarts John White, die kennelijk in het mooie, tengere vrouwtje wel wat zag, werd Mary in de ziekenboeg van de beman ning uitstekend geholpen en verzorgd. Op advies van de dokter kreeg het kind, een meisje, de naam van het schip waarop Mary verbleef: Charlot te. In Australië aangekomen werden eerst de mannen aan land gebracht. Zij moesten het kampement in orde brengen. Na enkele weken vdgden de vrouwen. Niet te temmen wellust en gesmokkelde rum maakten die eerste nacht tot een bacchanaal en een orgie. Geschiedschrijvers noemden die nacht later „de nacht waarin Australië is verwekt." Mary trok zich met haar man en de kleine Charlotte terug in haar hut. Na enkele weken werd zij in de echt ver bonden en was zij voortaan Mary Bry ant. Zij was gelukkig. Zij zouden met ziln drietjes oiuéw9r Minnen beginnen. Maar al spoedig Week, dat de nieuwe kolonie niet het beloofde land was, dat de ontdekkers er van hadden ver wacht. Slechts met jagen en vissen, met moeizaam bewerken van het land kon de strafkolonie in leven blijven. Het waren twee verschrikkelijke jaren waarin hongersnood velen deed ster ven. William Bryant, die aangesteld was als leider van een visploeg, zorgde er voor dat zijn gezin wel eens een ex tra visje kreeg. Toen dat ontdekt werd, stond de galg voor hem klaar. Maar dokter White, die blijkbaar nog steeds een zwak plekje voor Mary had, pleitte voor hem. En William kwam er af met vijfhonderd geselslagen. Meer dood dan levend kwam hij bij Mary terug. Dat riep in de jonge vrouw, die in middels ook aan een zoontje het leven had geschonken (Emmanuel) haat op tegen alles. Zij zouden en moesten vluchten. Maar hoe? Het binnenland in en een zekere dood vinden? Of over de zee, die zonder kaart en kompas ook de dood betekende. Een Nederlandse kapitein. Dettmer Smit, bracht uitkomst. Met zijn schip De Waecksaemheid was hij uit Batavia naar de strafkolonie geko men om er duur zijn proviand te verkopen. De uitgekookte zeeman dacht ook zijn schip nog wel tegen een veelvoud van de prijs aan de En gelsen kwijt te kunnen. Drie maan den bleef hij daarom onderhandelen. In die tijd leerde hij Mary Bryant kennén, op wie hij een welgevallig oog liet vallen. Met haar wilde hij wel een liefdesavontuurtje. En Ma ry, die besefte dat er van de Hollan der wel eens hulp te verwachten viel, speelde het spelletje met me deweten van haar man mee. Zij kreeg behalve adviezen van de beva ren kapitein ook een kaart van hem. benevens een klein vloeistofkompas en een kwadrant. Intussen was uit Engeland de Twee de vloot aangekomen, die het „drij vend bordeel" werd genoemd wegens de taferelen die zich er tijdens de reis op de schepen hadden afgespeeld. Tot de gevangenen behoorde er een, die met kaart en kompas kon omgaan. Hij kwam tp-ecM bij de visploeg van Bry ant. En het v luchtplan nam vastere- vormen aan. In een donkere nacht gleed de open sloep van Bryant de baai van Port Jackson uit de wijde zee op. Het werd een tocht van 3600 mijlen, die drie maanden duurde. De verschrikkingen van die tocht laten zich nauwelijks be schrijven: storm, bijna schipbreuk, gevaar op riffen te pletter te lopen, hongersnood, dorst en hitte voor de elf opvarenden, de acht mannen, de vrouw en haar twee kinderen Charlotte en Emmanuel (negen maanden). De mannen gaven telkens de moed op. William Bryant, die hun leider was, takelde lichamelijk en geestelijk af. Maar in Mary was het verlangen naar de vrijheid zo groot, dat zij tel kens tot nieuwe moed inspireerde. Zij werd de leidster van de hachelijke on derneming. Haar moed en onverzettelijkheid werden beloond. Na drie maanden be reikte de sloep met ex-gevangenen, die meer dood dan levend waren, de ha ven van Koepang op Timor, Gastvrij werden zij als schipbreukelingen van een Britse walvisvaarder, zoals zij zelf in een verhaal opdisten door het „opperhoofd" van Timor, de Zeeuw Ti- motheus Wanjon ontvangen. De familie Bryant kreeg een kamer in het huis van Wanjon. En Mary sliep er in een bed, waar een jaar eer der de kapitein van de Bounty als gast had geslapen. Die kapitein Bligh had, nadat hij door de muiters over boord was gezet, dezelfde tocht gemaakt en was ook op Timor geland. Drie gelukkige maanden braken aan voor Mary, haar familie en vrienden. Zij waren vrij. Maar na drie maanden pakten zich opnieuwe noodlotswolken boven hun hoofden samen. Op een goe den dag legden vier sloepen met hon derd opvarenden aan bij de steiger van Koepang. Het bleek de Britse ka pitein Edwards, die door de Engelse regering was uitgezonden om de mui ters van de Bounty gevangen te ne men. Met zijn bemanning en zijn ge vangenen leed hij schipbreuk en red de zijn hachje via de sloepen. Edwards, die het verhaal van de schipbreukelingen van de walvisvaar der te horen kreeg, geloofde daar niets van, omdat de aanwezigheid van een vrouw en haar kinderen op zo'n schip onverklaarbaar was. Tijdens een feest, waar de arak overvloedig stroomde, boegen de mannen van Mary Bryant door. Opnieuw waren zij gevangenen van de Engelse regering. Na enkele weken werden zij naar Ba tavia overgebracht. Op die reis stier ven Mary's man en haar zoontje Em manuel. Van Batavia ging de groep, de mannen opnieuw in de ketenen, naai Kaapstad. Daar nam een Engels oor logsschip, de Gorgon, hen over. Op de reis naar Engeland, twee dagen na het passeren van Sint Helena, stierf Mary's dochtertje Charlotte. Het kon de jonge vrouw dan ook maar weinig schelen, dat zij in mei 1792 weer in de gevangenis terecht kwam en er een proces begon, dat voor haar en haar vrienden wel aan de galg zou eindigen. Maar de Engel- ROUTE UI: Weer gevangene. Van Timor, via Batavia en De Kaap, te rug naar Engeland. se kranten van die dagen hadden lucht gekregen van de belevenissen van de jonge vrouw. Er werd gepleit voor ge neraal pardon. Achter de schermen werd met kracht de clementie van hoge autoriteiten ingeroepen. En inderdaad: het proces werd opge schort, en bij hernieuwing werd Ma ry na enkele maanden vrijgesproken. De kranten meldden het: „Het was een onvergetelijk schouwspel de jon ge vrouw met opgeheven hoofd uit de gevangenis te zien komen". En verder wisten de journalisten van die ADVERTENTIE Galerij Gclr RijdcrsjtlHn 41 Telefoon 20495 AMSTERDAM - ROTTERDAM - 1)EN HAAG - EINDHOVEN In Engeland aan het einde der achttiende eeuw puilden de ge vangenissen uit. Niet alleen echte boeven, moordenaars, dieven, prostituees en politieke misdadigers werden ingesloten, maar ook de kleinste vergrijpen werden gestraft. Toen de gevangenissen vol waren werden veel gevangenen geketend in de donkere rui men van zogenaamde hulken in de Engelse havens. Geboeid wachtten zij daar óf op de galg öf op het moment, dat zij met de First fleet, de eerste vloot, naar de tientallen jaren eerder door James Cook ontdekte kolonie Botany B in New South Wales (Australië) vervoerd zouden worden. ROUTE I: De verbanning. Met de First fleet van Portsmouth via De Kaap naar Australië (Port Jackson). ROUTE II: De vlucht. In ecn open sloep van Port Jackson naar Timor.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 19