WERKNEMER EN MEDEZEGGENSCHAP Ontwikkeling eist andere mentaliteit dan de vakbondsgeest Bij mondigheid ook de gevolgen aanvaarden JONGE MENSEN KRAP IN WOONRUIMTE A.R.P. wil zich niet exclusief opstellen De wereld van boven „Elke generatie heeft de jeugd die zij verdient" Enquête vakcentrales: REDE PROF. PEROUIN IN ROERMOND Staat leent onderhands „In concrete zin samenwerken" Jongeren willen meer inspraak Vragen over Dow Chemical Even lachen met Handboek Soldaat De emigranten Goed verhaal over zeilvaart Wie is Noele? Canadees kreeg ander hart Democratisering Gelijk recht Onbehagen Kapitalistisch 1700 REACTIES BELEMMERING Protestantse raad \an overleg in Limburg Felle strijd ILLUSIE KIESWET BOEKENNIEUWS SUBSIDIE IN TOTAAL AL 61 LOODSEN AANGEHOUDEN ZATERDAG 26 OKTOBER 1968 "DEÊUWIJK De heer P. J. J. Mertens begon: Als voorzitter van het Ne- derlands Katholiek Vakverbond zei hij in Sneek, dat de maatschap pelijke ordening in Nederland dringend aan verandering toe was en dat de werknemers recht hadden op winstdeling. Prof. dr. F. van Muiswinkel, hoogleraar in de bedrijfseconomie uit Amster dam, antwoordde dat een recht voor de werknemers op winstdeling niet aan toonbaar was, waarop de vakbonden zeiden dat de professor een halve eeuw achter liep. Terwijl vakbondsleider P. Brussel (NKV) vervolgens in Utrecht zei dat de vakbeweging zich kritischer diende op te stellen, protesteerde prof. Van Muiswinkel tegen de vakbondsprotes ten: hij was niet tegen winstdeling, maar -hij had slechts het recht daarop betwijfeld. Het waren dus enkele rumoerige da gen die vooral tot resultaat hadden, dat de doorsnee man allang niet meer wist, waarom het nu in feite ging: de democratisering van het bedrijfsleven. Prof. mr. N. E. H. van Esveld, 53 Jaar, lid van de VVD en hoogleraar in Sociaal Recht aan de Leidse univer siteit, heeft in zijn woning te Reeuwijk de redevoeringen of uittreksels daarvan voor zich. Hij zegt niet gelukkig te zijn met de term „democratisering van het bedrijfsleven", omdat daarbij gevoels matig meer aan medezeggenschap dan aan medeverantwoordelijkheid wordt gedacht. Is het mogelijk en wenselijk dat in het bedrijfsleven de werknemers medeverantwoordelijkheid gaan dragen, waardoor zij bijna automatisch medc- besllssingsbevocgdheid krijgen en mee delen in de economische groei van het bedrijf? „Of het mogelijk is, weet ik nog niet. Dat zou de praktijk moeten uitwijzen. Een dergelijke ontwikkeling acht ik wel wenselijk, al vraag ik me af of zij ook door de werknemers zelf wordt ge wenst. Men constateert over het alge meen bij de werknemers een zekere tevredenheid met de verworven wel vaart. Medeverantwoordelijkheid voor de economische zijden van hun bedrijf brengt lasten mee die zij nog nooit heb ben gedragen". ten krijgen. Bij het zoeken naar op lossingen voor deze voor hem nieuwe vraagstukken zal de werknemer zich aan bedrijfseconomische wetten moeten houden. Hij zal dan een recht krijgen óp een deel van de winst, maar hij zal ook de gevolgen moeten durven aan vaarden als het zijn bedrijf eens niet zo goed gaat". Prof. Van Muiswinkel meent dat er voor de werknemer geen recht op winstdeling bestaat. Als de kapitaal verstrekkers van een bedrijf echter bo ven de r.-inte van hun kapitaal ook recht hebben op overwinst, hebben de werknemers dan hoven hun salaris ook geen recht op overwinst? Ondanks die welvaart constateert men toch een vorm van groeiend onbehagen. Is dat geen uiting van on tevredenheid omdat men ondanks zijn welvaart maatschappelijk niet mondig is? „Dat is mogelijk, maar om die mon digheid te verwerven zal de werknemer een totaal andere mentaliteit jegens de onderneming in het algemeen en jegens de onderneming waar hij werkt, moe- „Als er overwinst is wat lang niet altijd het geval is dan zou op deze grond een gelijk recht kunnen worden aanvaard. In vele bedrijven bestaat trouwens al een vorm van winstdeling". Er zijn winsten die niet worden uit gekeerd maar in het bedrijf worden geïnvesteerd. Daarvan profiteert alleen de kapitaalverstrekker, doordat het be drijf dus zijn aandeel meer waard wordt. Acht u het redelijk dat ook de werknemers in de vorm van bijvoor beeld investeringsaandelen deel zouden hebben in de economische groei van het bedrijf? „Al voorzie ik vele technische pro blemen in beginsel zou ik daar geen bezwaar tegen hebben. Dit alles echter alleen als het een gevolg zou zijn van het aanvaarden van medeverantwoorde lijkheid. De meeste werknemers zullen daartoe op dit moment niet in staat zijn. Op dit punt is de vakbe weging tekort geschoten. Te weinig is de werknemer erop voorbereid om een medeverantwoordelijkheid in het be drijfsleven te kunnen aanvaarden". Als de technische en geestelijke moeilijkheden overwonnen zouden zijn en de werknemer in zijn onderneming een positie van medeverantwoordelijk heid. medezeggenschap, winstdeling en via de investeringsaandelen een positie van aandeelhouder zou hebben gekre gen, zou deze vorm dan nog passen in onze kapitalistische samenleving? ..Kapitalisme wil zeggen: het bijeen- /"VIST KAPELLE By een enquê- te onder jongeren van 18 tot 30 jaar is gebleken, dat van de gehuwde hoofd bewoners 31 procent over een te kleine woonruimte beschikt en van de gehuw de inwonenden 60 procent. Het onder zoek is ingesteld door de jeugdorgani saties van de drie vakcentrales. De re sultaten zijn neergelegd in een rapport van het Bureau Intomart, dat evenals het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk was betrok ken bij de voorbereiding en uitvoering van de enquête. Het rapport zal wor den toegestuurd aan de politieke par tijen, de gemeenten, woningbouwstich- tingen en andere belanghebbenden, ter wijl onder de jongeren een „populaire vertaling" met een oplage van 65.000 exemplaren zal worden verspreid. De resultaten van het onderzoek zijn gisteravond bekend gemaakt door de voorzitter van de Christelijke Sociale Jeugdorganisatie „Werkende Jeugd", de heer T. J. Pel, op een najaarsbij eenkomst van deze organisatie in Oost- Kapelle. Van de 3.000 geënquêteerden (die geen lid waren van een van de drie jeugdorganisaties) reageerden er 1700. Van de gehuwden was 27 pro cent inwonend en 73 procent hoofdbe woner. Voor de ongehuwden lagen deze percentages op 98, respectieve lijk 2. Van de hoofdbewoners was 27 procent eigenaar van de woning. Van de inwonenden woonde 73 procent bij de eigen ouders, 15 procent bij men sen die men vöordien niet kende en 12 ■-ó-o-f hij ^eleden of ke^n'^en Van de gehuwde inwonenden had 41 procent kinderen (29 procent beant woordde echter de vraag naar het kindertal niet) en van de hoofdbewo ners 68 procent. Wanneer 'als eis ge steld wordt, dat een echtpaar zonder kinderen over minstens twee kamers moet beschikken, een echtpaar met een kind over drie. enzovoorts, dan blijkt dat minstens 31 procent van de gehuwde hoofdbewoners -en 60 pro cent van de gehuwde inwonenden over te weinig woonruimte beschikt. Uit het onderzoek bleek verder, dat de inwonenden vrijwel geen belemme ring wordt opgelegd bij het luisteren naar muziek, het draaien van platen of het spelen van een instrument (68 procent) en dat degenen die bij familie inwonen minder vrijheid hebben ten aanzien van het ontvangen van bezoek dan degenen die elders een kamer heb ben. Dat valt vooral op bij de antwoor den op de vraag naar herenbezoek aan vrouwen: van de vrouwen die bij fami lie inwonen mag 22 procent geen heren ontvangen, voor de andere helft is dit percentage maar 8. Op de vraag, wat zij de belangrijkste nadelen van hun woonsituatie vonden noemden de meeste inwonenden: onvol doende beweging en leefvrijheid. HEERLEN Voor de provincie Lim burg is ingesteld een „protestantse raad van overleg in Limburg", waar in nagenoeg alle protestantse georgani seerde maatschappelijke verenigingen deelnemen. De bedoeling is dat deze raad o.a. representatief zal gaan op treden in provinciaal en regionaal ver band en zal deelnemen ar alle ont- wJkvangen op se'*"1, r"1*,,~<,e1 er be stuurlijk gebied in Limburg. De raad heeft als doel om niet alleen te fun geren als gesprekscentrum, maar wil ook de beleidsadviezen gaan „even. Het secretariaat van de protestantse raad van overleg is gevestigd in Sittard. brengen van kapitaal om vrije onderne mingen te stichten en draaiende te hou den. Wie dat kapitaal bijeenbrengt en hoe de vrije onderneming wordt geleid, is niet belangrijk voor het kapitalisti sche stelsel. Kapitalisme heeft een on gunstige klank gekregen, omdat in het verleden het geld bij een zeer kleine groep opgehoopt was, waardoor deze kleine groep een onevenredig grote macht kreeg." Volgens de heer Mertens is dat neg steeds zo. Hij heeft gezegd dat zo'n tweehonderd personen het economisch bestel van Nederland in handen houden. „Afgezien nog van dat volkomen willekeurige getal, is de hele bewe ring onzin. De heer Mertens spreekt zich trouwens op dat punt in zijn rede zelf tegen, wanneer hij zich ver bolgen toont over de vele fusies. Hoeveel commissarisposten en di rectiefuncties zijn door deze fusies niet overbodig geworden. De groep machthebbers zou zich zelf dan maar erg slecht beschermen". „De fusies bewijzen wel dat ons economische leven nog steeds wordt beheerst door een zeer felle strijd om het bestaan. Over deze strijd wordt de werknemer via de vakbeweging niet of nauwelijks ingelicht. Daar door heeft de vakbeweging zich ver enigd tot een pure belangengroep, die Prof. mr. N. E. H. van Esveld is 53 jaar. Hij doceert in Leiden Sociaal Recht. De ontwikkeling van de democratisering van het be drijfsleven ziet hij langs de volgen de lijn: medeverantwoordelijkheid, medezeggingschap, winstdeling delen in de economische groei van het bedrijf. zelfs niet bekend wil worden met de vraagstukken van de ondernemer die men als zijn natuurlijke tegenstander wil blijven zien. „Ik geloof dat juist deze mentaliteit vele ondernemers kopschuw maakt als er over medezeggenschap wordt gesproken, al zijn er natuurlijk nog altijd onder de ondernemers patriar chale figuren, die alles alleen willen bepalen." Zou de vakbeweging zich dit falen niet bewust worden? „Dat is mogelijk, maar ik betwijfel het of de vakbeweging zoals wij die nu kennen, in deze ontwikkeling een grote plaats zal innemen. De ontwikkeling eist een totaal andere mentaliteit dan de vakbondsgeest van de afgelopen der tig jaar. Bovendien is het de vakbonden onmogelijk om te selecteren en dat zal vooral in het begin nodig zijn de ontwikkeling kan niet over de hele linie van het bedrijfsleven in gelijk tempo verlopen. De jongste uitlatingen van de vak bondszijde klinken mij wat panisch: het is alsof men zichzelf nieuwe taken wil opleggen omdat er anders geen taak meer zal zijn. De vakbeweging zo als wij die nu kennen is echter geen doel op zichzelf. Als de ontwikkeling beter langs andere wegen kan verlopen ik denk bijvoorbeeld aan politieke partijen in een nieuwe stijl dan zul len de vakbonden zich daarbij hebben neer te leggen." UTRECHT „Wij zijn een loyale regeringspartij. Dat mag en kan men van ons verwachten. Maar wij zien in de huidige regeringscombinatie niet het begin van een bepaalde politieke concentratie. Op die basis is zij niet tot stand gekomen en dat kan zij ook niet worden". Aldus dr. A. Veerman, voorzitter van de Anti-Revolutionaire Partij, op het vanmorgen in Utrecht begonnen AR-partijconvent. Na te hebben gewezen op de plaats van de ARP In de partijverhoudingen concludeerde hij onder meer, dat de partij zich in de vervulling van de op gelegde taak zich niet exclusief mag opstellen, maar dat wil doen „in open heid en solidariteit met ieder mens om met hen in concrete zin samen te wer ken". Dr. Veerman merkte op, dat het schijnt dat tegenover deze openheid bij anderen duidelijk een streven naar ex clusiviteit staat. Hij betreurde dat, „al is het wel te begrijpen." De ARP-voorzitter noemde het een il lusie als zou een exclusieve opstelling bijdragen tot en misschien zelfs dwin gen tot een polarisatie van de politieke verhoudingen ep tot de vorming in be ginsel van een twee-partijensysteem, althans tot de vorming van twee con centraties. „Ik acht dat een illusie. De christelijke partijen mogen zich niet laten dwingen en wij willen ons niet laten dwingen in een schema, dat an dere partijen ons trachten op te drin gen", zo merkte hij op. Dr. Veerman concludeerde, dat de ARP niet een programpartij kan en wil worden, zelf niet en in een samen werkingsverband niet. Voor politieke samenwerking is, zo zei hij, overeen stemming nodig over uitgangspunt, program en over de uitvoering daar van. „Vanuit die positie is er de open heid naar buiten. In een politieke sa menwerking, wat ons betreft een bre de samenwerking, willen wij duide lijk onszelf blijven". Dr. Veerman ging voorts in op het vraagstuk van de wijziging van de Kies wet, waarbij hij stelde, dat uitgangs- Pastoraal Concilie UTRECHT De leden van de sectie jeugd van de afdeling Katholieke Or ganisaties en verenigingen van het Ne derlands Pastoraal Concilie hebben de centrale commissie van het Pastoraal Concilie schriftelijk gevraagd bij de der de zitting van de plenaire concilieverga dering in januari de jongeren op ruime schaal in te schakelen. Zoals bekend komen in de derde zit ting van het Pastoraal Concilie behal ve de rapporten „de zedelijke levens houding van de Christen in de wereld" en „huwelijk en gezin" ook het rapport „jeugd, ruimte tot menswording voor de jeugd" aan de orde. De sectie jeugd heeft nu gevraagd dit laatste rapport op grote schaal onder de jongeren in het hele land te versprei den, zodat zowel georganiseerde als niet-georganiseerde jongeren over het rapport kunnen discussiëren en erop kunnen reageren. Ook wil de sectie op de dag, dat het rapport en zijn beleidsvoorstellen wor den besproken 50 tot 100 jongeren als toehoorders de zitting laten meema ken. Indien blijkt dat het aantal geko zen jongeren in de diocesane delegaties samen met de aangewezen jongeren- deelnemers slechts een fractie van al le deelnemers uitmaakt, wil de sectie jeugd dat tijdig andere jongeren wor den uitgenodigd om mee te kunnen dis cussiëren. Tenslotte wordt gevraagd al le rapporten, die door het concilie zijn of worden aanvaard, aan de denk- en leefwereld van de jongeren te toetsen en op hun consequenties voor jeugd- en jongerenpastoraal door te lichten. Gisterochtend heeft de heer Sidney J. van den Bergh, die gisteren zijn ze ventigste verjaardag vierde uit handen van de minister van Economische Za ken, mr. L. de Block, de versierselen ontvangen behorende bij het comman deurschap in de Orde van Oranje-Nas- sau. Deze hoge onderscheiding werd aan de heer Van den Bergh toegekend op grond van zijn vele verdiensten in tal van functies in het openbare leven. Dit is het gedeelte van de Saturnus, dat de Apolio ruimtecapsule in een baan om de aarde heeft gebracht, gefoto grafeerd door de ruimtevaarders kort na dat hun cabine zich ervan had losge maakt. Beneden is de kustlijn van Florida en een gedeelte van Cape Kennedy nog net zichtbaar. i L OOERMOND TUdens het ron- gres van de vrouwelijke geüni formeerde politie-ambtenaren in Roermond ter gelegenheid van het lustrum van deze instelling, heeft prof. N. Perquin S. J., oud-hoogleraar aan de universiteit van Nijmegen, dezer dagen de jeugd van heden „on der de loep genomen" in een goed gedocumenteerde inleiding. ..Elke generatie heeft de jeugd die zij verdient", aldus de inleider, wiens rede zich kenmerkte door een scepti sche, kritische houding ten opzichte van gezag, politiek, religie en ande re gevestigde instellingen. Daarbij keerde de inleider allereerst terug naar de door allerlei conventies en lu'.soe* gei «iiide vorige generaties, die omstreeks de jaren '20 hevig wer den geschokt door een zich snel ont wikkelend modernisme, waarop, zo zei hij, een brutale ketterjacht werd ontketend in het kader van een ver beten strijd tegen moderne kleding, dans, make-up en sport. De gedurende generaties gevormde voorstelling van de jeugd, in het bij zonder van het meisje, bleek na we reldoorlog nummer twee niets anders dan een volkomen verwrongen ka rikatuur. Zo ook die van de houding tegenover andersdenkenden. Toen In de jaren '60 de greep van ouderen op de jeugd volkomen verslapte, ver- anderden de leiders opeens in zoekers. De jeugd, aldus prof. Perquin, zoekt naar een eigen bestaansvorm, waar bij men zich niet door bepaalde ex cessieve symptonen al te zeer moet laten verontrusten. De liefhebbers irn •looien iets dat al in de achttiende eeuw be gon, wat betreft de sexualiteit tracht de jeugd deze een eigen plaats in het leven te geven. Sprekende over de negatieve houding van de jeugd ten aanzien van de po litiek zei prof. Perquin dat de zoge heten „politieke jongeren" geenszins representatief mogen worden be schouwd voor de jeugd als zodanig en dat wat gemeenlijk als democratie wordt gepresenteerd weinig anders is dan een streven naar nivellering op elk terrein. Wat betreft de afwij kende houding van vele jongeren te genover elke vorm van gezag, stelde prof. Perquin dat in deze tijd alleen nog het morele gezag telt en dat is iets dat door de gezagsdragers dient te worden verworven. Het uniform daartoe is geen middel, doch slechts een gezagssymbool. Elk uiterlijk ge- zagsvertoon werkt op de jeugd uiter- r- (J'-*—be tekend in feite een onbeperkte eer bied voor de menselijke waardigheid en dat is iets dat in vele kringen, ook in kerkelijke, vaak schromelijk wordt vergeten. Dr. VEERMAN loyaal punt voor de ARP is, dat de gedachte van de evenredige vertegenwoordiging moet worden vastgehouden. Hij vroeg zich af of in de hantering van het hui dige stelsel een verbetering mogelijk is, er op wijzend te geloven dat die mo gelijkheden er zeker zijn. Die verbete ring moet, naar de mening van de AR- voorzitter, inhouden dat tegenover de dreiging tot versplintering nu juist komt te staan 'n bereidheid tot integra tie. Die verbetering zou zijns inziens ook moeten inhouden, dat in plaats van re geringscombinaties, die een zekere ma te van toevalligheid hebben die niet uit de aard van hun program naar voren komt, een grotere evidentie komt. Dr. Veerman zei zeker te geloven, dat daar mogelijkheden zijn. „Daar is uiteraard de mogelijkheid van een gezamenlijk gezochte samenwerking, zoals „de acht tien" samen zoeken op basis van uit gangspunt, program en beleid. Daar naast is er dunkt me, ook een mogelijk heid voor de verkiezingen een voorkeur op basis van programs uit te spreken. Duidelijk is, dat daarvoor alleen in con- creto een beslissing kan vallen in een gegeven situatie, wanneer de pro grams op tafel liggen. Maar het is goed nu in het algemeen te stellen, dat wij deze mogelijkheid op zichzelf niet uit sluiten," aldus dr. Veerman. De AR-voorzitter noemde een nader beraad over de subsidiëring van de po litieke jongerenorganisaties gewenst. „De ontwikkeling bréngt mee dat na gegaan wordt of en op welke wijze ac tiviteiten gericht op politiek onderzoek en op politieke vorming, in het bijzon der ook van jongeren, voor steun van de overheid in aanmerking behoort te komen", aldus dr. Veerman. DEN HAAG Het lid van de Eerste Kamer voor de Partij van de Arbeid, de heer W. Thomassen, heeft minister De Block (Economische Zaken) ge vraagd of de kans op vestiging van een groot bedrijf van Dow Chemical in Delfzijl verloren is gegaan, omdat (of mede omdat) de prijs van elektrische stroom in ons land aanzienlijk hoger ligt dan in sommige buitenlandse indus triegebieden. De heer Thomassen vraagt of minis ter IDe Block in dit feit een aansporing ziet om te overwegen de hoofdelemen ten van de elektricitéitsvoorziening in rijkshanden te nemen. In een toelich ting wijst de heer Thomassen er op, dat de huidige structuur van de Nederland se elektriciteitsvoorziening het onmoge lijk maakt, althans zeer moeilijk, een belangrijk instrument voor de indus trialisatie slagvaardig en op grond van nationale overwegingen te hanteren. Het lijkt aanbevelenswaardig, aldus de toelichting op de vragen, .die toestand te veranderen. De heer Thomassen vraagt voorts welke de omvang van bedoelde investe ring zou zijn geweest en welke vooruit zichten voor de werkgelegenheid verlo ren gingen. AMSTERDAM De Rijkspolitie te water Amsterdam heeft de laatste da gen weer zeven IJmuidense loodsen aan gehouden op verdenking van het aanne men van steekpenningen. Donderdag waren het de 36-jarige K. H. H., de 37- jarige J. M., de evenoude H. A. V., de 35-jarige G. S. en de 39-jarige C. van A., gisteren de 32-jarige M. H. en de 37-jarige T. P. S. Hiermee is het aan tal aanhoudingen gestegen tot 61. DEN HAAG Het ministerie van Financiën deelt mee, dat onder over eenkomstige voorwaarden als die van de onlangs uitgegeven 6Vt procent le ning 1968 III, een onderhandse lening is aangegaan met het Algemeen Bur gerlijk Pensioenfonds tot een bedrag van f400 miljoen. Voor het bedrag van deze lening zal de voorinschrijfrekening van het fonds bij 's rijks schatkist op 1 november '68 worden belast. Op de voorinschrijfreke ning worden de gelden verantwoord die het fonds in de schatkist heeft gestort ter deelneming in nog uit te geven staatsleningen. De onderhandse lening houdt dus een consolidatie in van een gedeelte van deze gelden en betekent geen nieuw beroep op de kapitaalmarkt. Het vermaarde „Handbeek soldaat", ook naar de inzichten van vele hoge le gerofficieren totaal verouderd, vormt eerlijk gezegd al vele jaren een bron van veel vermaak voor iedere dienst plichtige, die het beroepshalve pleegt te ontvangen. Men heeft op tal van regels en stellingen zoals „ondergeschikt heid en gehoor/aamheid vormen de ziel van de militaire dienst" nogal wat aanmerkingen niet alleen maar maakt er ook tal van grappen over zodat het Handboek ondanks alles een zekere po pulariteit verkregen heeft. Van die populariteit heeft de cartoo nist Cor Hoekstra, alias CORK, ge ducht gebruik gemaakt door het maken van talrijke cartoons die een min of l meer geslaagde persiflage vormen op bekende uitspraken uit Handboek Sol daat. Toch zijn de tekeningen niet alle maal zo geweldig leuk want wanneer men iets belachelijk tracht te maken dat op zich al belachelijk is in de ogen van velen, dan resulteert die poging vaak niet in een geslaagde mop. Het boekje staat vol met kwinkslagen die wat oubollig aandoen, maar zolang het leger niet verandert, zullen die oude soldaten moppen het nog wel doen. De tekeningen zijn over het algemeen wel geslaagd, de moppen naar onze smaak wat minder. Het boekje zal echter zijn weg, vooral in soldatenkringen, zeker wel vinden. (Cork, Handboek Soldaat, Uitgave NV De Forel te Rotterdam f 6,90) Van uitgeverij Hollandia nv in Baarn ontvingen wij het derde deel van de emigrantentrilogie, waarin Vil helm Moberg op boeiende wijze het .ver haal doet van een groep Zweedse emigranten die zo'n honderd jaar gele den hun vaderland verlieten, de Oce aan overstaken een onbekende toe komst in* Amerika tegemoet. Reeds eerder versohenen in deze trilogie „De emigranten" waarin verteld wordt over de voorbereidingen in Zweden en de reis over de Oceaan en „Pioniers in de nieuwe wereld", waaruit men leest hoe aanvankelijk een handjevol Zweden uit het niets een nog armzalig bestaan op bouwen. In het derde deel „Kolonisten in Minnesota" vertelt Moberg hoe de emigranten en dan in het bijzonder Karl Oskar Nilsson met zijn vrouw Kristina en hun kinderen" lang zaam maar zeker een bestaan opbou wen in de nieuwe wereld. Men deelt in de vreugden die men beleeft aan een goede oogst, een klein succesje of de aanschaf van een nieuw stuk gereed schap, waardoor het werken wordt ver eenvoudigd. Het is onvoorstelbaar dat Amerika, dat nu op ieders lip is als het land met de onbegrensde mogelijk heden een honderd jaar geleden de emi granten niets anders kon bieden dan de oneindigheid van het landschap. Deze trilogie geeft de lezer wel een heel scherp beeld van „die goeie ouwe tijd", een tijd echter waarin maar heel wei nigen van ons geslacht zich zouden we ten te handhaven, zoals „De emigran ten" dat deden. In de AP-jeugdserie verscheen van de Engelse schrijver K. M. Peyton in de Nederlandse vertaling van Margreet Hirs een kostelijk en gedegen verhaal over de zeevaart in Engeland uit de tijd waarin het zeilschip nog opgeld deed onder de titel „Schoener in de mist". Het is het boeiende verhaal van de vissersjongen Matt Pullen, die met zijn vader op oude vissersschepen uit- zeilt en na diens dood hoger op komt. Het boek beschrijft de toestanden, zo als die vroeger op de oude scheeps werven heersten, de gebruiken en ge woonten op grote zeilschepen, de machi naties van reders en kapiteins en voor al het leven op zee. Hoe de vissersjon- gen Matt er door hard werken en na veel teleurstellingen uiteindelijk in slaagt de eigenaar van een schoener te worden wordt uitvoerig en soms aandoenlijk beschreven. Echt een verhaal voor jongens, maar vooral voor hen die nog houden van het echte, ruige avontuur. Hetgeen niet wil zeggen dat dit vlot geschreven verhaal ook ouderen niet zou kunnen boeien. Victor G. Ambrus zorgde voor pittige, de jeugd goed aan sprekende illustraties. K. M. Peyton: „Schoener in de mist". Uitgave NV De Arbeiderspers te Am sterdam. Geb. f 5,90. Bij de nv De Arbeiderspers in Am sterdam verscheen van de hand van Pieter Beek de Nederlandse vertaling van de in Frankrijk zeer veel gelezen roman „Noele aux quatre vents" van Dominique Sant-Alban. Het boek ver telt, in een levendige stijl het verhaal van een 20-jarig meisje dat een nor maal zorgeloos leven leidt bij haar ou ders, vrienden en vriendinnen. Alles loopt goed, tot het meisje er achter komt dat haar ouders niet haar echte vader en moeder zijn. Zij is een aange nomen kind, en achter de schermen wordt nog steeds gezocht naar het be gin van haar levensdraad. Deze weten schap vervult het meisje eerst met schrik en angst, maar tegelijkertijd met grote nieuwsgierigheid. Wanneer komt vast te staan dat haar echte va der niemand anders is dan een schat rijke wereldberoemde scheepsmagnaat, die er alles voor over blijkt te hebben om zijn dochter te ontmoeten en het haar naar de zin te maken, verandert Noele langzaamaan volledig. Zij blijkt niet bestand tegen de aantrekkings kracht van haar niéuwe omgeving, komt in aanraking met een jonge vriend vah haar vader en kiest tenslot te voor deze man en daarmee voor haar vader. Zij verbreekt de band met haar pleegouders en haar oude omge ving, waarin zij zich in haar jeugd zo gelukkig en beschermd voelde. („Wie is Noele?" - f 7,50). MONTREAL In het cardiologisch instituut van Montreal is gisteren weer een harit^.r.splantatie verricht. Ont vanger was de 35-jarige Ludger Sene- chal, vader van drie kinderen uit de omgeving van Quebec; donor de 25-jari- ge Marcel Gagnon die aan de gevolgen vaft een auto-ongeluk was gestorven. Het is de achtste harttransplantatie in Canada en de zevende van het insti tuut

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 11