•Tl
Verkeersruit
woensdag
in gebruik
Garagehouder wil ook wel
eens nacht rustig slapen
Bij vergissing
nooit stoppen
Houten borden
gingen de
kachel
tn
1
Hulpdienstkrijgt het minder druk
Een merkwaardige
dokter en een
flinke weduwe
Vernieuwing bij
toneelfonds
„Comedia"
Duurder
„Vergeet 't maar"
1r tTRECHT - Woensdag: neemt het Nederlandse ver-
CJ keer het nieuwe klaverblad Oudenrijn in gebruik.
Dan is het afgelopen met de lange files die zich de laatste
jaren op drukke tijden steevast vormden voor dit uiterst
drukke kruispunt tussen het verkeer van Amsterdam
naar Den Bosch en dat van Rotterdam en Den Haag naar
Arnhem.
VEEL TE DUUR
RUIT
ONTLASTEN
NIEUWE WEG
BOEKENNIEUWS
MAANDAG II NOVEMBER 1968
J39/39t9JJ9JUMêtt93ëJ999999339939999933J99
r/s///////////////ss/ss'//s//////s/.
Hoofdinspecteur M. van Dorsselaar
Oudenrijn is jarenlang een zorgen
kindje geweest voor hoofdin
specteur M. van Dorsselaar van de
Utrechtse verkeerspolitie. „We
moesten er altijd veel surveilleren.
Als het druk werd moesten we het
verkeer gaan regelen, zodat de door
de lichten toegestane capaciteit nog
weer wat werd opgevoerd. Bij file
vorming moesten we met lichten
waarschuwen voor de staart van de
file. En dan waren er nog de vele
aanrijdingen. Het nieuwe klaverblad
betekent voor de Utrechtse politie
dan ook een aanzienlijke ontlas
ting."
De heer Van Dorsselaar verwacht
dat het publiek snel zal wennen aan
het klaverblad. Hij heeft enkele
grondregels klaar: „De borden ge-
v.:n alleen de hoofdrichtingen aan.
Degeen die bijvoorbeeld naar Gel-
dermalsen wil, moet dus weten dat
hij de borden Den Bosch moet vol
gen. Verder is alles uiterst simpel,
er is geen enkele reden voor angst
voor dit grote klaverblad. Rustig
doorrijden, borden volgen, kan niet
missen."
„Het rechtdoorgaande verkeer
komt op de linker rijstroken terecht,
van het afslaande verkeer geschei
den door een middenbermbeveili
ging. Het kan dus zonder meer op
snelheid doorrijden. Kort nadat het
rechtdoorgaande verkeer van de rest
is gescheiden, komt de afslag naar
rechts voor het verkeer dat rechtsaf
wil. Nog weer een eind verder komt
dan opnieuw een afslag naar rechts,
voor het verkeer dat linksaf wil en
daartoe over een van de krullen
wordt geleid."
Laatste advies: als er toch een
vergissing wordt gemaakt nóóit
stoppen. Doorrijden en de eerste
afslag gebruiken om terug naar Ou
denrijn te komen."
GEEN LANGE FILES MEER BIJ OUDENRIJN
99999999999999999993999999099999999999999900999999999999tit 9 Ui
heer J. P. Huibersvan Rijks-
waterstaat heeft zijn hele le
ven in de buurt van Oudenrijn ge
werkt. In de jaren dertig was hij be
trokken bij de bouw van de brug
gen en viaducten in de weg Den
Haag!Rotterdam-Oudenrijn. Later
bouwde hij de bruggen in het ge
bied rond de rotonde, die in 1938
en 1939 werd aangelegd. De laatste
jaren was hij belast met het directe
toezicht op de aanleg van het nieu-
I we klaverblad. Hier laat hij een
kaart zien van het nieuwe klaver-
blad, met het plan van 1935 voor
een klaverblad erin getekend. Dat
oude klaverblad was veel kleiner
van opzet. Dat valt vooral bij de
krullen op. Zoals die nu zijn, staan
ze hogere snelheden toe, betekenen
I ze dus een hogere verkeerscapaci-
i teit."
Op de foto rechts achter de heer
I Huibers de oude rotonde Ouden-
rijn. Links achter hem het huidige
klaverblad in aanleg.
Met het nieuwe klaverblad Ouden
rijn is dan eindelijk een heel oud plan
gerealiseerd. De rotonde Oudenrijn
werd destijds alleen maar aangelegd,
omdat het geld voor de aanleg van een
klaverblad ontbrak, maar al in 1935
stelde Rijkswaterstaat zich de krui
sing van de grote verkeerswegen noord
zuid en west-oost die toen werden aan
gelegd als een klaverblad voor.
De constructie van de autosnelwegen
van Amsterdam naar het zuiden en
van Den Haag naar het oosten was in
de dertiger jaren een belangrijk project
voor de werkverschaffing. Van heinde
en verre kwamen de werklozen, die
voor 33 cent per uur graag grondwerk
gingen verrichten. Een schop kregen ze
van de werkverschaffing, maar moes
ten zelf maar zien hoe ze op het werk
kwamen en voor laarzen moesten ze
ook zelf zorgen.
In 1938 was de noord-zuidverbinding
tot iets voorbij het huidige Oudenrijn
gevorderd. En de west-oostverbinding
naderde, 't Klaverblad dat Rijkswater
staat wilde bouwen, was veel kleiner
van "Opzet dat het nieuwe, maar het
was toch nog veel té duur. Daaróm
werd besloten de kruising te verzorgen
met een rotonde. In 1939 kon die in
gebruik worden genomen, gigantisch
groot naar toenmalige begrippen, met
een middellijn van maar liefst twee
honderd meter.
Met die rotonde met twee rijstro
ken kon men tot 1959 doen. Toen moest
de capaciteit worden opgevoerd door
de aanleg van een derde rijstrook. Een
jaar later bleek verkeersregeling met
lichten noodzakelijk. Daarna was men
uitgepraat, begon met de toeneming
van het aantal auto's de ellende op
spitsuren. Steeds duidelijker werd het
dat er beslist toch een klaverblad moest
komen.
Daar werd in '65 aan begonnen. Twee
jaar later was de ruit om het klaver
blad, bestemd voor het rechtsafslaande
verkeer, klaar. Het verkeer dat tót dan
nog van de rotonde gebruik had ge
maakt, werd over de ruit geleid en
daarbinnen werd begonnen met de aan
leg van een groot viaduct voor het
rechtdoorgaande verkeer en de krullen,
die het ldnksafslaan mogelijk moeten
maken.
Nu is dat alles achter de rug. Weons-
dag zal de minister drs. J. A. Bakker,
het nieuwe klaverblad in gebruik stel
len. Het heeft dan 21 miljoen gulden
gekost.
<rr/miirrtrrrrtiirtimtnmrrrtttirrmirrmifnnitmttnirttrrnr,H
Nu al wordt er kritiek op het klaver
blad gehoord. Een klaverblad heeft ge
deelten waarop het verkeer dat van
rijstroom verandert, zich moet verwe
ven. De capaciteit van deze „weefvak-
ken" is beperkt. Daarom zal Ouden
rijn binnen enkele jaren weer vertra
ging opleveren, volgens critici.
De mannen van Rijkswaterstaat wij
zen dat van de hand. In de buurt van
Utrecht wordt aan vele nieuwe ver
keerswegen en -knooppunten gewerkt,
zo zeggen zij, die Oudenrijn te zijner-
tijd zeer aanzienlijk zullen ontlasten.
En de capaciteit van het nieuwe kla
verblad is ruimschoots voldoende
voor de tijd dat Oudenrijn het ver
keer nog alleen moet verwerken.
Om te beginnen worden de wegen naar
en van Oudenrijn over enkele kilo
meters verbreed met een derde rij
strook om een vlotte afwikkeling van
het verkeer op Oudenrijn te verzeke
ren. Dan wordt de weg van Ouden
rijn oostwaarts aan de zuidkant van
de stad Utrecht aangepast aan de ste
delijke sfeer door middel van paral
lelwegen die er voor moeten zorgen
dat het verkeer op de hoofdweg de
vaart erin kan houden.
Tenslotte komt er aan de oostkant van
de stad een nieuwe weg haaks op de
weg Oudenrijn-Arnhem. Deze nieuwe
weg, rijksweg 22, ten oosten van
Utrecht moet in de toekomst aansluiten
op de weg AmersfoortAmsterdam.
Vanuit het zuiden moet de nieuwe weg
BredaGorkumVianen, rijksweg 27,
uitkomen op rijksweg Daardoor ont
staat dan een nieuwe grote kruising met
de weg OudenrijnArnhem, die even
eens als klaverblad zal worden uitge
voerd.
Nog enkele dagendan wordt het
nieuwe klaverblad Oudenrijn
in gebruik genomen. Nog rijdt het
verkeer rond over de ruit, die straks
alleen zal worden gebruikt voor het
verkeer dat rechtsaf wil. Het recht
doorgaande verkeer rijdt dan onge
hinderd door, van Amsterdam naar
Den Bosch (van links naar rechts
op de foto) over het viaduct, van
Den Haag!Rotterdam naar Utrecht
van onder naar boven op de foto)
onder het viaduct door. Het ver
keer dat linksaf wil, moet gebruik
maken van de krullen. Degeen die
T~)e Haarlemse uitgevery J. H. Gott-
rre.- heeft aardig wat lectuur voor
de donkere dagen op de markt gebracht:
geen van zware problematiek bestaan
de romans, maar prettige lees-boeken.
Wij doelen op: „Help! De dokter ver
zuipt..." door Toon Kortooms en „Waar
de heide bloeit" door Hendrik Lansink.
Het eerste boek is het jongste gees
teskind van de rasverteller Toon Kort
ooms, die al eerder verrukkelijke ver
halen" uit de Brabantse Peel als „Beek
man en Beekman" en „Mijn kinderen
eten turf" heeft geschreven. Zijn nieu
we boek gaat over de dorpsgeneesheer
Edmund Angelino een wel zeer merk
waardig man, die al in de eerste hoofd
stukken te water raakt en dreigt te ver
drinken, maar gelukkig voor de
lezers door een aantal woonwagenbe
woners wordt gered. In de loop van
het. verhaal passeert een bonte reeks
patiënten enandere dorpsgenoten de
revue, die borg staan, voor een aantal
kluchtige verwikkelingen. Een boek om
in één adem uit te lezen; wie dat niet
doet en daardoor uit de sfeer geraakt,
gaat de specifieke humor van Toon
Kortooms al gauw als wat al te gefor
ceerd ervaren en dat Werkt dan als een
anticlimax.
„Waar de heide bloeit" is een streek
roman uit de GelderseAchterhoek,
waarin de dialogen grotendeels in de
streektaal worden gevoerd. Het is een
vlot leesbaar verhaal over het klom
penmakersgezin Dennekamp geduren
de de vooroorlogse crisisjaren. Nadat
vader Willem op tragische wijze om het
leven is gekomen, slaat zijn weduwe
Harda zich kranig door de moeilijkhe
den heen. De zorgelijke sfeer van werk
loosheid en oorlogsdreiging is goed ge
troffen; storend en historisch onjuist is
evenwel het veelvuldige gebruik^ van
het modewoordje „ergens", dat pas de
laatste jaren in zwang is gekomen.
Cedert Henri van Wermeskerken de
w redactie op zich genomen heeft
van het loneelfonds „Comoedia" van
Uitgeveri, on Drukkerij Hollandia NV
te Baarn, is er een duidelijke tendens
tot vernieuwing van heit repertoire op
te merken. Het moderne toneel gaat
er een be'angrijke plaats innemen.
„Comoedia" richt zich dan ook sterk
op de toekomst van het amateurto
neel. Dat wil niet zeggen, dat het ou
i)
e weg van de zestig brugge-
tjes, noemden wij de oude weg 5
van Utrecht naar Den Haag. Over
Woerden. Alphen aan den Rijn en
Leiden ging dat toen. Er was ook
wel een weg over Zoetermeer„\
maar die namen de mensep. liever
niet, want dan moesten ze onder- 5
weg veertig cent tol betalen."
Aan het woord is een oudgedien
de van de ANWB, de heer H. Hes-
se. Hij heeft het over de tijd dat
Den HaagUtrecht nog een dag
reis was.
„We hadden toen voor onze leden
kaarten op vrij kleine blaadjes. Er
waren speciale plankjes in de han
del die de mensen op het stuur be
vestigden en daar werd het kaartje
dan op vastgeklemd. Als de kaart
niet verder ging, werd uit de tas
aan de stuur de aansluitende kaart
gezocht.
Voor auto's was dat natuurlijk
s niets. Daarom kwam in 1933 de
autokaart voor Nederland ook. Bij
de kaartjes hoorden complete
routebeschrijvingen.
S „De andere weg naar Utrecht,
van Rotterdam uit, ging toen over
Gouda, Oudewater, Montfoort. Hij
kwam in de toenmalige buurtschap
Oudenrijn w maar nu het kla-
verblad is genoemd vlak ten 5
westen van Utrecht op de weg van
uit Den Haag uit.
Die oude route van Rotterdam
naar Utrecht is voor de ANWB van
historisch belang. Het was de eer
ste weg waar wij wegwijzers langs
zetten.
Dat deden de gebroeders Pos
één vanhen was bestuurslid op
de fiets. Ze begonnen in Gouda.
Toen ze klaar tvaren, moesten ze
hun fietsen op de terugweg al de
tolbomen over tillen, want de tol
len waren toen al gesloten. Na een
paar weken bleek ook dat alle
moeite tevergeefs was geweest. De
boeren stopten de houten wegwij-
zers in de kachel. Dat was de reden
dat de ANWB toen op ijzeren weg
wijzers overging."
1lll9i9l9999909i9$fU999i9Ht9i0l9të0099099tt9000»li090i9900999t9909tt909
„Yfergeet het maar" is^ dé titel van het
nieuwste boek van de schrijfster
Jos van Manen-Pieters, dat door de
uitgeverij Kok te Kampen is uitgege
ven in de VCL-reeks. Jos van Manen-
Pieters heeft reeds eerder voor deze
serie boeken geschreven, en met suc-
cus. Het verhaal van „De Tuinfluiter"
heeft velen - ook buiten de kring van
VCL-abonnees - geboeid, en het is be
grijpelijk, dat een nieuwe uitgave van
deze schrijfster met interesse ter hand
wordft genomen.
„Vergeet het maar" is opnieuw een
goed geschreven boek. Het behandelt
de gespannen situatie in een gezin,
waar de vader niet de natuurlijke va
der is van de oudste zoon. De belang
rijke rol, die de moeder in dit gezin
speelt en de moeilijkheden die zij on
dervindt, worden op levendige, onopge
smukte wijze door de schrijfster weer
gegeven. Een boek dat de VCL-abon
nees zeker zal boeien, en hen niet al
leen. (f 7.90)
Veel minder hebben wij gehad aan
het boek „Er is nog tijd" van Stan
Barstow. Óp de flap lezen wij dat dit
boek een vervolg is op het in 1960 van
de hand van deze schrijver verschenen
boek „Noem het maar liefde", welk
boek ook verfilmd werd. Het boek be
handelt de op zich zelf niet schokkende
belevenissen van Victor Brown die
zijn leven slijt aan de zijde van een
vrouw, van wie hij niet werkelijk
houdt. Alleen in de slaapkamer vindt
hij wat hij zoekt, maar verder is er
van echt contact geen sprake.
Victor besluit een baan te nemen in
een ander deel van Engeland. Zijn
vrouw kan hem nog niet. direct volgen,
omdat er geen woning is. In zijn nieu
we woonplaats komt Victor in aanra
king met een actrice, bij wie hij de
echte liefde meent te vinden. Met haar
leeft hij zo zijn eigen leven, zonder
zich van zijn vrouw veel aan te trek
ken. Als de actrice hem tenslotte ln de
steek laat. blijft hem niets over.
Het is een roman uit de Ar-
iój-;eeks van „De Arbeiderspers" te
Amsterdam (f 7,50).
aragehouder Sam van Lingen in Houten en zijn personeel gaan het een stuk
rustiger krijgen door het nieuwe klaverblad Oudenrijn. De laatste jaren
hadden zij het steeds druk met de reparatie van bij Oudenrijn gestrande auto's
of met het wegslepen van verongelukte wagens.
Van Lingen begon zijn „hulpdienst
Oudenrijn", zoals hij het zelf ironisch
noemt, een jaar of tien geleden, zomaar
omdat hij met zijn garage in Houten
nu eenmaal dichtbij was. „We zaten
toen soms hele zondagen op Oudenrijn",
vertelt hij. „Met het ene karweitje wa
ren we nog niet klaar of het volgende
stond al te wachten. We waren dan ook
allemaal bly toen de Wegenwacht ook
op zondag ging rijden. Dat nam ons heel
wat werk uit handen".
„Nu zijn we helemaal ingericht op
vrij ingrijpende reparaties. Dat is wel
leuk omdat het altijd verschillend werk
is, maar ook lastig omdat je 'er geen
rekening mee kunt houden met je plan
ning. Oudenrijn is dus lastig voor ons
gewone werk als dealer".
„Waarom Oudenrijn zoveel kapotte
auto's oplevert? Kijk, zoalng de mensen
maar lekker door kunnen rijden, houdt
die auto het wel, maar als ze dan het
gaspedaal los moeten laten, of als ze
even later weer gas moeten geven, kan
door de wisselende belasting van alles
het opgeven. En dat i6 dan heel vaak
in de buurt van Oudenrijn".
„Ons magazijn is er nu helemaal op
ingericht. We hebben een tachtig ver
schillende waterpompen klaar liggen,
160 ruildynamo's, ruilrad-iateurs, water
slangen, ventilateurrie^nen, lampen, en
zovoorts. We hebben zelfs complete ruil-
motoren voor de meest voorkomende
auto's klaar staan".
.Kan niet, bestaat bij ons niet. We
krijgen eike auto weer lopend. Zo'n gek
magazijn kost natuurlijk wel geld. Wij
zijn duurder met de onderdelen dan an
deren. Moet wel, want op de vijf stuks
die we verkopen moet het ene exem
plaar dat we nooit kwijt raken mee
draaien.
dus van Den HaagRotterdam on
der op de foto) komt en naar Am
sterdam wil (naar links op de foto)
moet eerst onder het viaduct door.
dan rechtsaf de krul op, om ver
volgens op de weg van Den Bosch
naar Amsterdam terecht te komen.
Voor de reparaties zelf hebben we
twee tarieven. Wil iemand zijn auto
's nachts of op zondag gerepareerd krij
gen, dan kost dat meer dan overdag.
Komt er iemand 's nachts met een re-
i pa ra tie binnen en wil hij wachten op het
5 dagtarief dan kan dat. We maken des-
noods nog een kermisbed in de wacht
kamer ook".
„Dat nieuwe klaverblad zal waar
schijnlijk aanzienlijk gaan schelen. De
mensen kunnen door blijven rijden en
dan houden hun auto's het nog wat ver
der uit. Erg rouwig zijn we daar niet
om. De gewone garage wordt steeds
drukken en we willen 's nachts ook wel
eens blijven slapen".
de repertoire maar zo overboord wordt
gezet. Integendeel, vele stukken blij
ven gehandhaafd, maar er is wel sterk
geselecteerd. Dit is geschied op grond
van de peilverbetering van het reper
toire voor het amateurtoneel..
De catalogus 1968 - 1969 wijst duide
lijk de richting aan, die het amateur
toneel te gaan krijgt. Enkele stukken,
die ons ter inzage werden gestuurd
wijzen sterk op modernisering.
„De schildpad" van Carrie Rens en
„Mensen in meervoud" zijn eenakters van
de moderne bühne, soms vaag van in
houd, maar sterk van karaktertekening.
De toeschouwer is van luisteraar en kij
ker medespelende geworden in een
vaak belangwekkend probleem, waar
op een ieder zijn eigen visie kan en
mag hebben.
De tweeakter „Spel zonder einde"
van Marie Louise Doudart de la Grée, en
„Struisvogeleieren" van André Roussin
zijn twee voorbeelden van goede stuk
ken, waarvan het fonds er overigens
vele heeft.