„Bij klachten over
ontwikkelingshulp
niet generaliseren"
„Damaanleg naar Ameland
beeft ernstige gevolgen
Nixon brengt
onzekerheid
in economie
Artsen moeten
onder goede
condities werken"
KEIZER LIJK PA LEIS IN TOKIO
Natuurlijk schiet men er wel eens naast, maar
Werkgroep Waddengebied:
Nieuw toestel voor Aeroflot
W 7
y>
IN ARME LANDEN
De ironie van
prof. Oomen
Knap werk
Mike Lorsch:
GOEDE WIJZE VAN
ETEN IS BASIS
VAN GELUK EN
GEZONDHEID
Voor de keus
Onjuist verwijt
De eerste baan
Missie-arts
Nijdig
Minimum
Geen hiaten
Misschien toch
regeling met
Rhodesië
VRIJDAG 15 NOVEMBER l*6«
ÖERGEN OP ZOOM Een kleine
explosie van kritiek is de laatste
Moeken losgebarsten over de ontwikke
lingshulp door Nederlandse jongeren-
vrijwilligers. Een brochure van enkele
oud-vrijwilligers „Vrijwilligers in het
ontwikkelingsland" met een foto
van de Columbiaanse priester-revolu
tionair Camillo Torres op de voorkant
gevolgd door een radiodebat dat er
niet om loog, vormde de voornaamste
springstof. De kritiek heeff drs. L. J.
M. van de Laar, de voorzitter van de
Stichting Nederlandse Vrijwilligers,
niet onberoerd gelaten.
„Dat teruggekeerde vrijwilligers wat
sputteren Over dingen die niet naar
wens zijn verlopen, vind ik niet erg.
Wel erg vind ik dat ze ontstellend ge
neraliseren en dat allerlei geïsoleerde
dingen worden samengevoegd tot een
veel te algemeen gestelde kritiek".
In het bijzonder de uitspraak in de
brochure, dat het werk van enthousiast
begonnen vrijwilligers vaak niet meer
is dan „zwaar gesubsidieerd padvin-
derswerk" is in het verkeerde keelgat
geschoten. Gaat het dan allemaal fijn?
Drs. Van de Laar, in zijn burgemees
terskamer in het Bergen-op-Zoomse
stadhuis: „Natuurlijk niet. Het is men
selijk. dat 't niet allemaal treffers zijn
en dat men er wel eens naast schiet.
Maar als Nederlandse vrijwilligers in
twee jaar een compleet ziekenhuis uit
de grond stampen (in het Braziliaanse
Panapanema), is dat dan padvinders-
werk?"
„In Caravelas hebben Nederlandse
vrijwilligers in één jaar tijd een ver
waarloosd ziekenhuis omgetoverd in
een goed functionerende polikliniek met
operatie-afdeling. Noem dat maar pad-
AMSTERDAM In zijn onderkomen
aan de Looiersgracht in Amsterdam
heeft Mike Lorsch de mensen leren
eten. Sinds kort zet hij dat voort in
een restaurant aan de Tweede Rozen
dwarsstraat in de Jordaan. Hij poogt
de mensen voedselbewust en onafhan
kelijk van verplichtingen en banden die
niet nodig zyn, te maken, en te leren,
dat de mens vaak naar dingen streeft,
die later geen wezenlijke rol in het le
ven blijken te spelen. Mike Lorsch be
lijdt de macro-biotiek, waarvan de Ja
panner Nyoiti Sakurazawa (Vijver om
geven door bloeiende kersenbomen) de
grondlegger is.
Grondslag van Sakurazawa's filoso
fie is een goede wijze van eten en
drinken, „de basis van geluk en ge
zondheid, de eerste stap in de richting
van zelfverwerkelijking en bevrijding"
Precies uitleggen, wat de diepere bete
kenis van de filosofie is, doet Mike
Lorsch niet. „De westerse mens spreekt
al te veel", zegt hij. „Uitleggen is ook
een beetje nutteloos. Het is beter om
het proefondervindelijk te ervaren".
Dus eet men.
Het hoofdbestanddeelvan het macro
biotische voedsel wordt gevormd door
granen: mais, gerst, haven, rogge, boek
weit, rijst en nog zo wat. Door de
eeuwen heen, ongeveer zo lang als de
mensheid bestaat, hebben granen tot
de voornaamste voedingsmiddelen be
hoord.
„De volle graarfprodukten zijn ook
het meest geschikt voor de menselijke
spijsvertering, mits goed gekauwd".
Vandaar ook dat in de macrobiotiek
het „honderdvoudige kauwen" een voor
name plaats inneemt.
Een goed dieet betekent het opnieuw
in conditie brengen van de lichamelij
ke gesteldheid. Want waardoor ontstaat
een ziekte? „Door een verstoring in de
continuïteit. Pijn is daarbij een alarm
signaal, een duidelijk maken, dat er
iets niet klopt; dan kunnen we door
farmaceutische produkten de pijn wel
stillen, maar we gaan vaak voorbij aan
de oorzaak ervan".
Een goed dieet. „Natuurlijk; besef,
dat verkeerd eten een enorme belasting
voor ons lichaam betekent. Zie ons li
chaam als een fabriek, waarin uit voed
sel stoffen moeten blijven bestaan. Al
le voedsel moet worden gedetermineerd
en het goede moet in levensgrondstof
fen worden omgezet".
„Wat een enorme belasting voor onze
organen als wij verkeerd voedsel ge
bruiken! In een auto doe je toch ook
geen slaolie in plaats van benzine?
Maar in ons lichaam, daar stoppen we
van alles in".
Voor Mike Lorsch was het niet zo'n
verschrikkelijke overgang om naar het
macrobiotische leven over te stappen.
Hij is schilder en leefde toch al op be
scheiden voet. Het zijn voornamelijk
non-conformisten, die hem volgen. Sui
ker, „het grootste gevaar voor de mens",
komt in zijn leven niet meer voor.
Door een macrobiotisch dieet waar
tegen men heus wel eens mag zondigen,
blijft het lichaam gezond. Men wordt
niet dik, wat Mike Lorsch bepaald
niet is wel oud, wat Lorsch nog lang
niet is. Voornamelijk volle graanpro-
dukten en verder alle koolsoorten, wor
telen, uien, prei, ongeraffineerd zeezout,
soja. linzen; geen vet. En nooit meer
eten dan waaraan men behoefte heeft,
want het teveel is niet nodig voor het
lichaam en betekent daarom verspilling
van een kostbaar goed.
„Ik merkte dat deze levenswijze
enorm gunstig werkt; je voelt je er heel.
goed bij", zegt Mike Lorsch, die Macro
biotiek Nederland stichtte, de Neder
landse tak van een internationale be
weging, die in het buitenland al com
plete macrobiotische restaurants heeft.
Drs. L. J. M. VAN DE LAAR
het is menselijk dat het niet
allemaal treffers zijn en dat men er
wel eens naast schiet
vinderswerk! Zo zijn er talloze voor
beelden te geven."
Mr. L. P. J. Mazairac, plaatsvervan
gend chef van de afdeling Jongeren
Vrijwilligers van het ministerie van
Buitenlandse Zaken (uitvoerend orgaan
van de stichting) vult aan:
„De kritiek in de brochure komt uit
de projecten in Narino en El Meta in
Columbia. Dat betreft de derde groep
vrijwilligers, die werd uitgezonden na
het begin van het Nederlandse vrijwil
ligers programma. Natuurlijk zijn er in
het begin fouten gemaakt. De klachten
zijn te vinden bij drie of vier man, ter
wijl de hele groep uit 34 mensen be
stond."
Een boekhouder moest les in tui
nieren geven. Hoe kwam dat?
Mr. Mazairac: „Wij hadden geen goe
de opgave gekregen van de mensen die
nodig waren. Daardoor kwamen we voor
de keus: moeten we de uitgezonden vrij
willigers terughalen of voor ander werk
inzetten? We hebben voor het laatste
gekozen.
De vrijwilligers betwijfelen in de
brochure het nuttig effect van hun be
zigheden. Heeft de stichting die twij
fels niet?
Drs Van de Laar: „Er is een groot
aantal vrijwilligers, dat wel degelijk
het idee heeft wat nuttigs te hebben ge
daan. Uit rapporten van ontvangende
landen zou ik ook heel gemakkelijk een
bloemlezing van tevredenheidsbetuigin-
gen kunnen maken. Van een aantal
projecten, bijvoorbeeld medische centra,
is het nut direct te zien. Bij andere
projecten zie je echter pas na langere
tijd, soms na vele jaren, resultaat. Dat
geldt zeker voor community develop
ment (gemeenschapsontwikkeling), zo
als in Narino en El Meta. Het is een
beetje vergelijkbaar met woonwagen-
werk in Nederland. Wat heeft een so
ciaal werkster na twee jaar bereikt?
Maar denk ze eens weg! Op den duur
is hun werk onmisbaar".
De vrijwilligers beseften dat blijk
baar niet. Ze waren ook teleurgesteld
door de geringe medewerking van de
Columbianen. Ze voelden zich, vooral
in het begin, geïsoleerd. Waren ze on
voldoende voorbereid op wat hun te
wachten stond?
De heer M. de Vries, hoofd van de
afdeling Oost-Afrika van de afdeling
Jongeren Vrijwilligers: „Het is moei
lijk bij de opleiding over te brengen,
wat ze elders zullen aantreffen. Vrij
willigers uit Zambia klaagden eens:
over die en die zaken hadden jullie in
het KIT (Koninklijk Instituut voor de
Tropen, waar de vrijwilligers worden
opgeleid) wel eens mogen praten. Maar
ik kon hun in de gestencilde lessen aan
wijzen waar het stond. Als je over een
klapperboom praat, moet je er eigen
lijk een naast je hebben staan".
Mr. Mazairac: „Eiaarom geven we na
twee maanden opleiding hier tegen
woordig nog een maand opleiding in 't
ontwikkelingsland zelf. Dat gebeurt in
Brazilië, Columbia, Peru, Zambia, Ken
ya en Kameroen. Oud-vrijwilligers
worden ook veel bij de opleiding be
trokken. Daarmee kun je levende voor
beelden geven van de problemen, die
zich kunnen voordoen. Maar in de
praktijk ziet het er altijd anders uit
dan bij de opleiding".
Drs. Van de Laar: „Sommige proble
men waar de vrijwilligers niet op had
den gerekend, komen voort uit de struc
tuur van een ontwikkelingsland. Niet
alles marcheert er zo perfect als bij
ons. Daarom is het nu een ontwikke
lingsland."
„Factoren die enorm spelen, betref
fen de vrijwilligers zelf. Voor velen is
het de eerste kennismaking met een
vreemde cultuur en de eerste werk
kring in het buitenland. Dan is* er de
taal, die moeilijk te hanteren is. En
voor heel wat vrijwilligers is het de
eerste baan van hun leven".
„Heel belangrijk is dan, dat de lei
ding van het team hun problemen on
derkent. De teamleider moet de wijs
heid hebben om te kunnnen zeggen:
Wat jij hebt meegemaakt aan fustraties
heeft niets met vrijwilligerswerk te ma
ken, maar alles met het feit, dat dit je
eerste baan is."
„Maar hoe goed de vrijwilligers ook
zijn voorbereid: fustraties na een maand
of drie doen zich steeds voor. De klap
komt altijd. Dat uit een slecht verwerk
te klap kritiek voortkomt is niet zo gek.
Bovendien: onze taal is rijker aan vloe
ken dan aan zegeningen."
AMSTERDAM De inpoldering van het Amelander Wad door middel van
het zogenaamde tweedammenplan zal grote nadelige gevolgen hebben die tot
buiten onze landsgrenzen reiken. De verbinding van Ameland met het vaste
land door middel van één dam zal eveneens verstrekkende gevolgen hebben.
Tot deze conclusie komt de Werk
groep Waddengebied, een in hoofdzaak
uit wetenschappelijke onderzoekers be
staand gezelschap van biologen, fy
sisch -geografen en oceanografen, die
naar aanleiding van de plannen van
het provinciaal bestuur van Friesland
tot aanleg van een of twee dammen
naar A. ieland een rapport heeft uitge
bracht over de mogelijke gevolgen van
deze ingreep. Zoals bekend hebben de
Friese plannen, o.a. wegens de water
staatkundige consequenties, tot dus
verre niet de vereiste goedkeuring van
de rijksoverheid verkregen.
De te verwachten gevolgen van een
inpoldering van het Amelander wad
(tweedammenplan) worden als volgt
samengevat. De verhoogde waterstan
den in het westelijk deel van de Wad
denzee kunnen verreikende gevolgen
hebben voor de eilanden Terschelling,
Ameland en Griend, speciaal voor de
flora en fauna van hun kwelders en
het aangrenzende land. Het opheffen
van de doorstroming zal een stagne
ren van de afvoer van geloosd afval
water tot gevolg kunnen hebben. Scha
de aan het biologisch milieu door toe
nemende vervuiling in de oostelijke
Waddenzee wordt niet uitgesloten ge
acht. Het meest karakteristieke deel
van de oostelijke Waddenzee zal ver
dwijnen. Voor de in noordelijke landen
broedende steltlopers en andere vogel
soorten zou een niet onbelangrijk voed-
selgebied verloren gaan. Het aantal
dagporties dat hiermee is gemoeid
wordt geschat op tenminste 14 miljoen.
De sterke afname van de rotgans na
het verdwijnen van het zeegras in 1932
bewijst volgens het rapport hoezeer
het voortbestaan van een vogelpopula
tie van de voedselhoeveelheid in het
winterhalfjaar kan afhangen. Voor de
zeehond zijn de gevolgen tweeledig:
een gedeelte van het voedselgebied zou
bij inpoldering verloren gaan. Daaren
tegen zou de Waddenzeepopulatie in
tweeën worden gesplitst.
Wat de visserij betreft is de tégen-
woordige rijkdom van de Waddenzee
voor een belangrijk gedeelte te danken
aan de mosselcultuur, die de mossel-
produktie sinds 1950 enkele tientallen
malen heeft verhoogd en waarschijn
lijk ook belangrijke gevolgen voor de
aantalsterkte van andere soorten, met
name voor de paling, heeft gehad.
De visserij zou op twee wijzen ern
stige gevolgen van inpoldering van
het Amelander Wad ondervinden: a.
doordat het areaal zou worden ver
kleind en b. doordat de rechtstreekse
verbinding tussen westelijke en ooste
lijke Waddenzee zou worden verbro
ken. De mosselparasiet is volgens het
rapport ten onrechte in beschouwingen
over de dammenplannen betrokken
omdat de parasiet het Amelander Wad
reeds heeft overschreden.
Ameland zelf zal er rekening mee
moeten houden dat haar typische ei
landflora en -fauna in snel tempo zul
len verarmen en dat haar natuurgebie
den en cultuurlandschappen veel van
hun aantrekkelijkheid zullen verliezen.
De betekenis van te scheppen natuur
reservaten in het ingepolderde Ame
lander Wad wordt van aanzienlijk min
der belang geacht dan die van de hui
dige natuurterreinen in het Waddenge
bied, die door hun specifieke karakter
nimmer kunnen worden gecompenseerd.
Na aanleg van een vaste oeververbin
ding zal men niet kunnen voorkomen
dat het eiland een toeristenstroom te
verwerken zal krijgen die flora en fau
na in zeer veel sneller tempo achteruit
doet gaan dan tot dusver.
Daarom zou, indien tot het leggen
van een dam mocht worden besloten,
alles moeten worden gedaan om de
schadelijke invloed van een groot be
zoek te voorkomen. Noodzakelijk zal
zijn het stichten van natuurreservaten
van grote omvang alvorens de dam
zou worden gebouwd. Ook een aanpas
sing van het wegennet aan de legging
van deze reservaten is noodzakelijk.
Tijdens haar werkzaamheden is de
werkgroep tot de overtuiging gekomen
dat de waarde van het Waddengebied
sterk is onderschat. Zij rekent het
daarom tot haar plicht het Nederland
se volk en zijn regering er op te wij
zen dat het Waddengebied een kost
baar bezit is, dat zeker waard is in
zijn geheel als „Nationaal park" te be
houden. Bij beslissingen over het Wad
dengebied loopt men, zo besluit het
rapport, groot gevaar maatregelen te
hemen die spoedig zullen worden be
treurd.
Het belangrijkste, dat voor de
effectenbeurs uit de Amerikaan
se presidentsverkiezingen te
voorschijn is gekomen, is de te
verwachten wijziging in het fi-
nancieel-econoniisch beleid. De
moderne samenleving heeft ge
leerd, dat het overheidsbeleid,
wil het voldoende effectief zijn,
een welbewuste economische po
litiek tot hoeksteun moet heb
ben. In de afgelopen vijftien jaar
is in Amerika een dusdanig
scherpe tegenstelling opgetreden
in de economische ontwikkeling
onder een republikeins en de
mocratisch bewind, dat een na
dere analyse voor de in dit op
zicht te verwachten toekomst op
zijn plaats lijkt.
Nc een spannende nek-aan-nek-
race Is dan uiteindelijk de Republi
kein Richard Nixon als overwinnaar
uit de bus gekomen. Onder zijn lei
ding zal het komende vierjarige be
wind van Amerika worden ge
plaatst.
Voor het gehele land en ook
voor de rest van de wereld is dat
van groot belang, voor 's lands eco
nomie, beurs en bedrijfsleven in
niet mindere mate, vooral nu met
het verdwijnen van president John
son van het politieke toneel de hoog
ste leiding van 's lands zaken zal
overgaan naar de Republikeinen,
zodat dus de nu acht jaar heersende
democratische continuteit zal wor
den doorbroken. En ook zal de
nieuwe president voorlopig moeten
regeren met een door zijn politieke
tegenstanders beheerst Congres, aan
het feit van een nieuw bewind aan
de top doet dat niets af.
I-Jet is begrijpelijk, dat velen in
Amerika en eveneens weer
daarbuiten zich nu het hoofd bre
ken over de vraag hoe de lijnen op
de terreinen van de binnen- en bui
tenlandse politiek en het firiancieel-
ecoomisch bestel zullen worden
uitgestippeld. Veel daaromtrent
hangt natuurlijk nog volledig in de
mist en ook de nieuwe president zal
daarover nog lang geen sluitend
beeld voor ogen hebben.
Enig houvast aan het financieel-
economisch beleid en de mogelijke
gevolgen voor beurs en bedrijfsle
ven is echter toch wel te trekken
uit de in de verkiezingstijd gedane
uitspraken van de heer Nixpn en
zijn mede-verantwoordelijkheid voor
het bewind-Eisenhower (1952 - 1960)
toen hij de functie van vice-presi
dent uitoefende.
Tie periode-Eisenhower werd, wat
het financieel-economisch be
leid betreft, gekenmerkt door wat
tegenwoordig in de economische po
litiek bekend staat als het behou
dende standpunt. nEen standpunt
overigens, dat in de jaren vijftig
nog als vrij modern gold en neer
kwam op een felle bestrijding van
inflatie, uitlopend op een vertraag
de economische groei Het zo veel
geprezen stokpaardje van een be- Ut
grotingsevenwicht gold als hoogste h *'st de part'cu'iere secJtor
6 een besparingsoverschot aan, dan
kan een begrotingstekort het defla-
toire effect daarvan neutraliseren.
Een begrotingsevenwicht zou dat
NIXON
dubieus
sluitstuk voor het algehele even
goed.
Daarnaast werd bemoeienis van
de overheid met het economische
proces tot het uiterste beperkt en
het ambtenarenkorps slechts schoor- drukkende effect op de conjunctuur
i hAPTAWni rrAW /vm it r Afvlr toni v\
voetend en in elk geval met weer
zin vergroot. Economisch gezien
was de achtjarige regeringsperiode 18 Seneura.
van het duo-Eisenhower-Nixon geen
tijdvak, waarop Amerika met trots
en voldoening kan terugzien.
In de verkiezingscampagne heeft
Richard Nixon ar,a de hand van tal
rijke uitlatingen duidelijk gemaakt
in diepste wezen nog altijd het be
houdende standpunt aan te hangen,
belangrijker nog, het weer tot hoek
steen van zijn financieel-economi-
sche politiek te zullen maken. Zo
verklaarde hij onlangs het beginsel
van een sluitende begroting weer te
willen nastreven, in elk geval voor
een periode van ongeveer vijf jaar.
Belangrijk in dit opzicht is ook,
dat Nixon zich heeft voorzien van
eveneens al zeer behoudend denken
de economische adviseurs als de
uit Gold waters verkiezingscampag
ne berucht geworden Milton Fried
man en de uiterst rechts denkende
Alan Greenspan (1964). Helemaal
bont maakte Nixons toekomstige vi-
bestendigen en dit is dan ook wat in
de regering-Eisenhower voortdurend
De door de Republikeinse vrij
heidsbeginselen natuurlijk oplopen
de koerslijn werd voortdurend door
recessieverschij nsel en onderbrok en
en naarmate de tijd verstreek zelfs
in steeds snellere opeenvolging. In
deze acht jaren dienden zich drie
recessies aan en alleen het enorme
begrotingstekort in 1958, dat de eer
ste Russische Spoetnik Eisenhower
afdwong, redde het bewind van een
complete economische ineenstorting.
Als president Nixon in de leer
van zijn Republikeinse voor
ganger blijft volharden, kunnen het
Amerikaanse bedrijfsleven en de
beurs dus uitzien op vrij dubieuze
vooruitzichten. De nieuwe president
heeft weliswaar verklaard een, eco
nomische terugval te zullen bestrij
den, maar dat deed Eisenhower
ook: zijn regeringsperiode werd ge
kenmerkt door een aanhoudende be-
1_ n-cilllici JVL UWI CC 11 dtuuiuuucnuc uc-
ce-president Spiro Agnew het met „triidin„ van rprPcciP t^n kns-
riin ,.u7ir.ni<ro „ittroiior, ««jamg van recessie, aie ten kos-
5 zijn welhaast uitzinnige uitvallen te-
5 gen de Democratische begrotingspo-
5 litiek.
5 "JVaar zijn zeggen is de helft van
5 Amerika's economische groei
5 sinds 1960 te danken aan de produk-
5 tie van oorlogsmaterieel. In diezelf-
5 de periode dus toen Eisenhower
J van het politieke toneel verdween
5 zou de Amerikaanse bevolking met
10 pet. zijn gestegen, het ambtena-
5 renkorps met 20 en de regeringsuit-
gaven met bij 100 procent.
De vraag, die kan worden ge-
steld, luidt: Wat betekent dit nu al-
5 lernaal en wat houdt het in voor de
5 toekomst, voor de economische toe-
komst bovenal? In de theoretische
5 en toegepaste economie is het be-
5 ginsel van een sluitende begroting
S reeds lang achterhaald.
De staatsbegroting wordt nu op-
5 genomen in het totale macro-econo-
5 mische geheel van besparingen en
5 investeringen en fungeert als een
te ging van de groei, maar inflatie
buiten de deur hield.
De periode Kennedy-Johnson
daarentegen had als parool: beter
voorkomen dan genezen. Zij gaven
Amerika een sterke economische
groei, die pas door Viëtnam in in
flatoir vaarwater belandde.
Ook thans blijft de Amerikaanse
economie nog beheerst door het in
flatiebeeld, zodat een meer behou
dend Republikeins bewind voorlopig
eerder sanerend dan remmend kan
werken, maar op iets langere ter
mijn bestaat het gevaar van het
doorslaan van de economische ba
lans naar de kant van deflatie en
stagnatie. Voor Wal Street zou dat
betekeken: Gunstig op korter ter
mijn, maar dubieus op iets langere.
Kennedy en Johnson brachten de
beursindex voor industriële waarden
van Dow Jones van 560 op bijna
1000. Een daling onder Nixon van
1000 naar 700 lijkt niet uitgesloten.
0 De nieuwe TU-154, een driemotorig straalvliegtuig voor 160 passagiers
zal binnenkort door de Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot in
gebruik worden genomen. Het toestel kan onder zeer moeilijke meteorologi-
sche omstandigheden vliegen. De snelheid op 11.000 meter hoogte bedraagt
850 tot 920 km. fuur.
AMSTERDAM De ironie van prof. dr. H. A. P. C. Oomen heeft het
gewonnen van starre ambtenarij. De oud-directeur van de afdeling Tro
pische Hygiëne van het Koninklijk Instituut voor de Tropen kwam in actie
toen de uitzending en het werk van de Nederlandse artsen in ontwikkelings
landen aan een zijden draad hingen. Dit voorjaar draaide de Directie Inter
nationale Technische Hulpverlening (D.T.H.) op het ministerie van Buiten
landse Zaken plotseling de geldkraan dicht.
Dertig artsen die zich hadden aange
meld, of de elfde nationale voorberei
dingscursus al volgden, zagen hun plan
nen in duigen vallen. Aan de vraag
naar zeventig artsen kon niet worden
voldaan. Artsen die in ontwikkelings
landen werkten, kregen bericht dat zij
voor dit jaar niet op het suppletiebe
drag (aanvullend salaris) konden re
kenen.
Er zijn voorbeelden van artsen die
op lokale condities zijn blijven door
werken. Dat betekent: tegen duizenden
guldens per jaar minder.
Prof. Oomen, man met vele jaren er
varing als missie-arts: „Het motief was:
geen geld. Economen hébben dat later
betwist. Minister Udink heeft een paar
miljoen gulden niet besteed voor het
doel waarvoor zij waren bestemd. Het
suppletiebeleid werd opzij gezet. Men
wilde alleen nog artsen uitzenden als
deskundigen, in dienst van de DTH".
Al pratend wordt de toon van prof.
Oomen wat heftiger. „Begrijp me
goed, ik heb niets tegen vrijwilligers,
niet om x-aantal vrijwilligers, maar
om zoveel artsen, zoveel houtvesters,
enzovoort. Die hele hulpverlening
was een leuk ideetje van Luns, maar
het is niet reëel".
„Wilt u voorbeelden? Een arts vroeg
in Den Haag bij de DTH twee ver
pleegsters aan. Het antwoord luidde:
„Twee kan niet, u kunt er wel twaalf
krijgen, als een team".
Wat moest die man met twaalf ver
pleegsters beginnen? En dit dan: Na de
devaluatie van het pond sterling behiel
den de Engelse artsen in Afrika hun
zelfde salaris, de Nederlandse moesten
het met veertien procent minder doen".
Het komt er volgens prof. Oomen op
neer, dat alle artsen, die met de DTH
hebben te maken, het bloed van de he
ren wel kunnen drinken. „Zij werden
nijdig, soms onfatsoenlijk, als zij door
ambtelijke grappen voor de voeten
werden gelopen. Onze artsen daar zijn
geen oplappers, maar mensen die bij
dragen aan de sociaal-economische ont
wikkeling van een land; door 'n nieuw
ziekenhuis of centrum, hun kennis, be
strijding van ziekten, opleiding van ver
pleegsters".
Prof. Oomen schreef een artikel in
Medisch Contact waar de ironie dik
bovenop lag. Hij noemt dat: „Ik heb de
heren een stel cijfers onder de ogen
gelegd om de nonsens duidelijk te ma-
Het nieuwe keizerlijke paleis in Tokio zal binnenkort worden opgeleverd. De bouwkosten hebben ruim 100 mil
joen gulden bedragen. Op de foto de hal, die gebruikt zal worden voor bijzondere plechtigheden
ken".
Hij schreef: „Om circa 150 Neder
landse jongeren vrij willigere op de been
te houden, staat in 1968 een bedrag
van 8.300.000 gulden op de begroting.
Hier volgt een suggestie om via een
suppletiestelsel ongeveer 840 artsen per
jaar in functie te houden voor hetzelfde
bedrag".
Het sommetje zag er zo uit: Aange
nomen dat de arts voor Afrikaanse
schalen normaal salaris van 15.000-
20.000 gulden per jaar ontvangt, zou de
suppletie van Nederlandse zijde onge
veer achtduizend gulden per arts per
jaar moeten bedragen; x 840 is
6.720.000 gulden. Daarbij komen:
1.394.400 gulden als bijdrage in uitzend-
kosten, 165.000 gulden voor voorberei
dingscursussen en dergelijke en twin
tigduizend gulden voor administratie.
Een dergelijk groot aantal artsen zou
overeenkomen met de plaats die Neder-,
landse artsen voor de oorlog in de ge
zondheidszorg in Indonesië innamen. Nu
wordt een minimum van tweehonderd
noodzakelijk geacht. Een bedrag van
twee miljoen per jaar zou dus voldoen
de zijn.
De ironie kwam kennelijk hard aan.
Tijdens een gesprek beloofde minister
Udink subsidies voor 40 tot 45 artsen
per jaar, ook op operationele posten
voor gouvernementen, missie en zen
ding. Er zou een nieuw suppletiebeled
komen.
Op de vraag of de zaak nu weer in
kannen en kruiken is, is het voorzich
tige antwoord: „De uitzending is weer
enigszins op gang gekomen. De minis
ter heeft ons veel beloofd. In hem en
in zijn visie heb ik groot vertrouwen.
Dat heb ik niet in zijn ambtenaren. Ik
zeg dat niet lichtvaardig. Er zijn aller
lei gekke dingen gebeurd en er zijn
rotbrieven naar de artsen geschreven.
Ik moet zeggen: zij zijn nu veel be
leefder".
Wil een ontwikkelingsland goed pro
fijt hebben van een arts, dan zal hij
er niet twee, maar acht tot tien jaar
moeten werken. Daarom moeten er
geen hiaten vallen zoals nu is gebeurd.
„Dan kan je er -beter wegblijven",
vindt prof. Oomen.
Hij zegt ook nog: „Wij willen geen
verguld bestaan voor de artsen daar;
wel behoorlijke condities en mogelijk
heden om hun talenten te ontplooien.
Nederlandse artsen hebben in Afrika
een goede naam".
LONDEN In Britse politieke krin
gen worden de kansen op een regeling
van het geschil met het rebellenbe-
wind in Rhodesië steeds groter ge
acht, hoewel hierdoor een scheuring in
de Labourparttf van premier Harold
Wilson zou kunnen ontstaan.
Het optimisme in politieke kringen
houdt aan, hoewel de minister-presi
dent gisteren tijdens het vragenuurtje
in het Lagerhuis heeft gezegd, dat er
nog steeds diepgaande meningsver
schillen bestaan over enkele fundamen
tele kwesties en sommige details.
Indien er een regeling tot stand
komt zal Rhodesië voor het eerst
sinds november 1965 weer een consti
tutioneel bewind kunnen voeren. In
november 1965 verklaarde de regering
van blanke kolonisten zich onafhanke
lijk, omdat zij geen bewind van de
Afrikaanse meerderheid wil aanvaar
den.
In politieke kringen te Londen wordt
gezegd, dat er slechts één kwestie is,
waarover de beide partijen het oneens
zijn, nl. over de waarborgen in een
nieuwe Rhodesische grondwet om te
voorkomen, dat Smith en zijn opvol
gers de beloften van vooruitgang der
Afrikanen niet gestand doen.
De kansen op een regeling worden te
Londen groter geacht sinds er berich
ten de ronde doen dat de thans in ge
vangenschap verblijvende Afrikaanse
leiders bereid zijn voorstellen te aan
vaarden, waardoor Smith en Wilson in
de afgelopen maand te Gibraltar bij
zonder dicht bij een akkoord zijn ge
weest. Die berichten zijn tot dusverre
niet bevestigd.