Zr. Haaijer mag droomreis
om de wereld gaan maken
HAAR REDDINGBOIS
INSTITUUT GEWORDEN
Kandidaten voor het
presidentschap
Gerhard Schroder
Gustav Heinemann
Officier laakt kansspel
van benzinemaatschappij
Het is nog niet zo ver
zegt Haya van Sonieren
Rotterdamse, die duizenden loeejt geholpen en voor
iedereen klaar staat wordt nu zelf eens verwend
Opvolging Lübke in W est-Duitsland
In heel het land
Bolwerk
Dertig jaar lang
Geen subsidie
Alles en iedereen
Oude kleren
Rustig
aan
Kandidate voor voorzitterschap V.V.D.:
Mannetje staan
Zoontje
Bescheiden
Nederlaag
Teg<
en nazisme
Hereniging
Vijftig prijzen op tien miljoen kaartjes
Kans
PROEFPROCES
TWEESLACHTIG
MAANDAG 18 NOVEMBER 1963
ter Haaijer is het! Zuster Miep f mvtu
P. C. Haaijer hitna ren halve JmÈÊÊÊkid, "V
fts>ijnntlnnr '/i/ir Am X
gutter Haaijer is het! Zuster Miep
P. C. Haaijer bijna een halve
eeuw steunpilaar voor duizenden Ne
derlanders in nood is uitgekozen
om een droomreis te maken. Acht da
gen de wereld rond. Acht dagen snoe
pen van Japan. China en Thailand.
Boodschappen doen in die enorme To-
kiose winkelstraat Ginza, hangende
tuinen zien. in de kleermakerszit thee
drinken en op de grond slapen in een
hotel in Kyoto. Wandelen door die
draaikolk van nationaliteiten. die
Hongkong heet en tempels fotografe
ren in Bangkok. ,.lk droom toch niet
he'. is de eerste reactie van zuster
Miep Haaijer in Rotterdam. Neen, he
lemaal niet. „IJ bent het en ik ben ge
woon bijzonder blij voor u". zegt in
Den Haag Zijne Excellentie Masato
Fujisaki, de Japanse ambassadeur in
Nederland. En daarom stapt zuster
Haaijer woensdag op Schiphol in een
grote DC-8 van Japan Air Lines en
vliegt via Alaska naar Tokio.
Hè, hè, de spanning is voorbij en
de stapels brieven liggen aan de kant.
Als ooit een jury het moeilijk heeft ge
had dan was het deze keer. Wie moest
die droomreis maken, wie stak met
kop en schouders boven de anderen
uit? Het leek wel of het allemaal van
die geweldige mensen waren, die hun
hele of halve leven alleen maar voor
anderen bezig waren. Mannen die
steeds maar oorlogsinvaliden vervoer
den, vrouwen die altijd bezig waren
voor zieken, artsen die dag en nacht
klaar stonden. Wie?
Lezen en herlezen, selecteren en op
nieuw zorgen dat de stapel kleiner
werd. Telkens opnieuw werd geval
voor geval besproken, zelfs op zonda
gen werd er bij elkaar gekomen^ En
ten slotte was daar een heel klein sta
peltje brieven, zeven stuks.
Zeven brieven waarin mannen en
vrouwen landgenoten voordroegen
voor die droomreis. Zeven mannen en
vrouwen, die beslist dingen hadden ge
daan. waardoor zij „in de zon staan"
verdiend hebben.
En ten slotte, na eindeloos wikken
en wegen, na alle kanten van elk „ge
val" zeer zorgvuldig te hebben be
sproken, was de jury onder leiding
van de Japanse ambassadeur het
eens: zuster Miep Haaijer moest het
zijn.
Zeker weten doe ik nu dit: hon
derden in heel het land zullen blij zijn
voor zuster Haaijer. Misschien wel
duizenden. Want ze zijn of door zuster
Haaijer zelf geholpen, of ze kennen
haar werk en helpen juist haar om dit
werk te blijven doen.
Een jaar of wat geleden heeft heel
Nederland zuster Haaijer gezien, toen
ze uitvoerig op de beeldbuis verscheen
in „Dit is uw leven".
Wie is nu precies Miep„ Haaijer?
Nou, ik mag best van haar zeggen,
dat ze 63 jaar is en als u haar ziet,
gelooft u dat toch niet. En dan: ja, wie
is zuster Haaijer?
Kijk, dat is nou moeilijk. Hoe
noem je iemand, die vandaag door
een souteneur ergens bijna een trap
wordt afgegooid, die morgen twee ou
de mensen kolen brengt omdat ze zit
ten te blauwbekken van de kou. die
overmorgen tien mensen in de kleren
zet, die de volgende week een boek
houder raad moet geven omdat zijn
vrouw een vriend heeft en niets meer
van hem wil weten en die over een
maand wellicht weer ergens een paar
kamers aan het zoeken is, voor een
heel jong stelletje dat moet trouwen.
Hoe noem je zo Iemand? Zo Iemand
is een Instituut, een instelling Zo ie
mand is een bolwerk van vertrouwen
voor ontelbaren. Zo iemand zit van
daag tussen de prostituees en gisteren
bij een ambassadeur.
Zo'n instituut heet gewoon: Haaijer.
Toen Miep Haaijer (geboren in Din-
teloord uit Zeeuwse ouders) een jong
meisje was, werd ze verpleegster; ze was
toen achttien jaar. Wat jaren later
was het ineens: directrice Haaijer,
van een Union-huis voor meisjes in
Hilversum. En tussen die twee banen
in was Miep Haaijer ook nog leidster
van een kamp in Laren met honderd
werkloze jongens.
In 1939 kwam ze naar Rotterdam en
het volgend jaar bestaat dat „insti
tuut Haaijer" dus dertig jaar. Ze heeft
er zelf ook een naam voor gevonden,
want bijna dertig jaar geleden richtte
ze meteen de Stichting Reddingboot op,
haar stichting, zuster Haaijer zelf,
zou ik willen zeggen.
Ze lacht „Vroeger keek ik in het
ziekenhuis op tegen een zuster met
vijfentwintig dienstjaren. Volgend jaar
doe ik mijn werk zelf al dertig jaar.
Maar één ding, jongeman, als ik het
over kon doen. dan ging het weer pre
cies op dezelfde manier en - precies
hetzelfde werk".
Met alle teleurstellingen?, vraag
ik.
„Ja, mèt de teleurstellingen, want
dat is gezond voor jezelf".
Moortje - het hondje met een vuilnis
bakken-stamboom, jaren geleden door
zuster Haaijer gered van het „stik-
hok", zoals ze dat zelf noemt - blaft
als we in haar kamer aan de Rotter
damse Schieweg zitten te praten.
Ik heb zuster Haaijer net het nieuws
verteld. Ze heeft al twee keer ge
vraagd of ze niet droomt en dan in
eens zegt ze: „Aan de ene kant vind
ik het geweldig, aan de andere kant
ben ik doodsbang. Maar bovendien
zijn er vrouwen die veel meer doen
dan ik en vergeet niet, ik doe het voor
m'n plezier. - Zég, wat erg. als je werk
moet doen dat je niet graag doet".
Zuster Haaijer. dat u van geen
mens subsidie krijgt, dat weten we.
Dat u het moet hebben van mensen
die gewoon u en uw Reddingboot wat
in de hand stoppen, dat weten we ook.
Dat uw eigen krantje, dat ook
De Reddingboot heet, niet alleen voor
duizenden een soort troostbrief is, maar
voor honderden anderen een reden om
wat guldens aan u kwijt te raken, zo
dat u weer verder kunt, - het is ook be
kend. Dat u nauwelijks iets voor uzelf
nodig hebt, iedereen die ooit van u
hoorde kan dat bevestigen.
Maar nu wat anders zuster Haaijer.
Hoe zou u nu uzelf eigenlijk noemen,
wanneer iemand naar uw beroep in
formeerde?
Zuster Miep Haaijer krijgt die on
deugende trek op haar gezicht, waar
door ze bekend is. Iets spottends, iets
jongensachtigs.
„Ja. hoe moet ik mezelf noemen?
Joh, dat weet ik toch helemaal niet.
Wie op een of andere manier in de
knoei zit, probeer je te helpen. Het
geeft niet waarmee".
Er zou een gemeente mee te vullen
zijn. met de mensen die zuster Haaijer
in die bijna dertig jaar Reddingboot
hééft geholpen Alles en iedereen
kruiste haar pad. Dronkaards en on
gehuwde moeders, zwervers en sadis
ten. prostituees en woningzoekenden^
souteneurs en mensen die van plan
waren uit dit leven te stappen.
„Die woningnood", zegt ze, „dat is
nog zo'n ellende. Dan komen de men
sen bij me en zeggen: Ik heb acht kin
deren. we barsten uit ons huis, ik kan
een ander huis krijgen voor tweehon
derd gulden per maand, maar dat
kunnen we niet betalen, kunt u wat
doen? - Nou, daar sta je dan, ga maar
eens proberen. Maar het kan óók niet
dat jongens van zeventien op één ka
mer liggen met zusjes van vijftien en
veertien. En dan die jonge stellen die
moeten trouwen. Natuurlijk hebben ze
geen huurmachtiging, stappen bij de
ouders naar binnen, maar als de baby
er is moeten je daar doorgaans weg.
Soms, na heel veel knokken', krijg je
dan ergens een goedkoop huisje voor
ze".
Zolang zuster Haoyer in Rotterdam
zit „doet ze al in jassen en broeken".
Duizenden hebben haar kleding (en meu
bels) gegeven. Met haar medewerkers
zoekt ze uit, schift, verstelt en maakt
weer anderen, die een nieuwe jas ge
woon niet kunnen betalen, dolgeluk
kig.
En al twaalf jaar stoeit ze rond deze
tijd met een zolder vol speelgoed, want
Sinterklaas wil tenslotte ook geholpen
worden.
Nog heel kort geleden zag ze op een
vuilniswagen een kastje staan en ze
wist wie er net zo'n kastje kon gebrui
ken. „Maar het mag er niet af, dame",
zei de vuilnisman, „de inspecteur heeft
het al gezien en hij zou denken dat wij
het verkocht". Maar zuster Haaijer
zag dat het een goed kastje was en ze
is niet voor één gat te vangen. Kortom:
het kastje staat nu bij degene die het
hard nodig had voor baby'-leertjes.
Eén dag in de week I judt zuster
Haaijer spreekuur. „Ik ben steeds stom
verbaasd wie en wat er binnen
komt", zegt ze. Dat varieert van
mensen die geen nagel hebben om ach
ter hun oor te krabbelen tot ingeni
eursvrouwen die in moeilijkheden zit
ten; daar is wel eens iemand die tot
over de oren in de schuld zit vanwege
een dure flat en ook de man die van de
drank af wil.
„Ik ben óp van de zenuwen",
getuigde zuster Haaijer, toen
ze de Japanse ambassade binnen
ging, maar de innemende ambas
sadeur wist haar snel met een paar
grapjes op haar gemak te stellen
en toen werd er volop gelachen.
redt af en toe letterlijk mensen het le
ven, kleedt kinderen en volwassenen
aan en mag van de dokter eigenlijk
maar vier dagen per week werken.
„Dan rustig houden in Japan," zegt
ambassadeur Fujisaki in zijn Haagse
werkkamer. „Denk aan het tijdverschil
in Tokio, af en toe eens even ergens
een uur gaan zitten om op verhaal te
komen en niet alle uitnodigingen aan
nemen."
Zuster Haaijer knikt. Ze belooft 't al
lemaal te doen, ze vindt voor de eerste
keer vliegen een beetje eng, maar voor
lopig moet ze lezen, want eerste secre
taris van de Japanse ambassade, de
heer Küchi Terada en attaché mejuf
frouw Mafumi Sumudi stoppen haar vol
met boekjes en vouwbladen over Ja
pan. „Om. vast een eerste indruk te
krijgen", zegt de heer Terada.
Zuster Haaijer, nog 'n paar nachtjes
slapen en dan staat die zilveren vogel
van de JAL op u te wachten. In zestien
uur over de Noordpool naar Tokio.
En tussen al die landgenoten stapt
het Instituut Haaijer door, organiseert.Uw droomreis staat voor de deur.
J^enk erom, het is nog niet zo ver",
zegt Haya van Someren met na
druk nadat ze vrijdagavond kandidaat
was gesteld voor het voorzitterschap
van de Volkspartij voor Vrijheid en
Democratie. „Er kunnen nog tegenkan
didaten komen en de verkiezing is pas
in maart."
Ze wil dan ook niet veel zeggen over
de manier waarop ze straks aan het
stuurwiel van de partij gaa«t draaien.
Toch wel iets, nadat ze is uitgedaagd.
Er wordt weieens gezegd dat u uw
eigen politiek wilt voeren. U zou een
grote invloed hebben gehad op de val
van het kabinet-Marijnen. omdat u
uw radio- en televisiebeleid wilde
doordrukken.
Ze reageert heftig. „Dat is onzin. Ove
rigens geloof ik dat het voor een
partijvoorzitter onmogelijk is een eigen
politiek te voeren. De allervoornaam
ste taak van een voorzitter is een brug
te vormen tussen de bestuursleden, om
te binden. In de toekomst zal ik, als
ik tenminste wordt gekozen, zeker
geen eigen standpunten meer verkon
digen. Ik moet gewoon binden."
Binnen de party, maar ook daarbui
ten? Ik denk bijvoorbeeld aan de be
kende uitspraken van de heer Joekes
over een eventuele samenwerking
met D '66.
Ze trapt er niet in. Uk ben nog slechts
kandidate voor het voorzitterschap. Ik
weet niet hoe de politieke situatie in
maart zal zijn".
In een afdeling van uw partij is ge
zegd da* de nieuwe voorzitter zijn
of haar mannetje moet staan.
Doet u dat?
Haar eerste spontane reactie is: „Oei".
Ze moet even denken. Dan: ..Wat
moet ik daarop antwoorden? Ik moet
dat oordeel maar aan de partij overla
ten, die me tenslotte kandidaat heeft
gesteld. Ik ben in elk geval niet bang;
ik heb als Kamerlid voldoende train
ing. Dat geeft me goede hoop. In de
Kamer debatteerde ik heel veel met
•mannen."
Haya van Someren is nu anderhalve
maand Kamerlid-af. Denkt ze met wee
moed terug?
„Niet aan de behandeling van de be
grotingen, wel aan grote debatten. Aan
de andere kant: Ik ben blij dat ik nu
weer eens kan lezen. Al» je lang Ka
merlid bent, word je wel een uitgekne
pen citroen. Het Kamerlidmaatschap
wordt ongelofelijk zwaar; er wordt
steeds harder gewerkt. Ik vraag me
weieens af: waar gaat het heen? Wie
wil het nog doen. zelfs voor veertig
mille?"
Heeft een vrouw in de politiek
misschien beter: een werkende
vrouw het moeilijker dan een
man?
„Ja, ik geloof het wel. Een vrouw
moet naast haar werk nog iets aan
haar huishouden doen; voor de man
staat het natje en droogje klaar. Er
is nog een andere moeilijkheid. Als je
vooral in de politiek je werk goed
doet, krijg je het verwijt dat je zo
mannelijk bent. Als je het er slecht af
brengt zeggen ze: „Dat is nu echt een
vrouw".
Het neemt niet weg dat mevrouw
Van Someren er niets voor zou voelen
om werkende vrouwen op hun zestigste
met pensioen te sturen, zoals wel ge
vraagd wordt. Er zijn volgens haar
ook mannen die het niet meer rooien
als ze zes kruisjes achter de rug heb
ben. Een vervroegd pensioen voor
vrouwen is een omgekeerde discrimina
tie.
U bent om uw zoontje Bart-Jeroen
uit de Kamer gegaan. Heeft u nu
wel tijd om eventueel voorzitter te
worden?
„Het is bepaald niet hetzelfde. Als Ka
merlid werkte je, vooral de laatste ja
ren, van 's morgens tot in de nacht.
Een bestuursfunctie is tenslotte iets
wat iedereen bij ons in zijn vrije tijd
doet. Er is natuurlijk wel veel avond
werk, en af en toe een congres op za
terdag. Bovendien en haar ogen flik
keren om een binnenpretje krijg ik
het beslist gemakkelijker dan de voor
zitter van de Partij van de Arbeid."
Ze doet meteen een scheutje politiek
in het gesprek.
„Ik vind het eigenlijk helemaal niet
zo prettig wat er nu in de Partij van
de Arbeid gebeurt. Niet uit medelijden,
maar omdat onze democratie eronder
kan lijden. Ik geloof dat het kabinet-
De Jong zich straks moet aandienen
als inzet voor de verkiezingen. Dan
moet er echter een soort schaduwkabi
net van de oppositie zijn. De kiezer
moet tenslotte een keuze kunnen ma
ken. Ik verwacht niet dat het kabinet-
De Jong het niet zal halen, maar dat
neemt niet weg dat we in de politiek
hierop toch moeten zijn voorbereid."
Een laatste vraag.
U wordt waarschijnlijk voorzitster
van uw partij. Bent u al voorzitster
van uw huisgezin?
De reactie is direct en kort: „Neen."
En lachend: „Mijn Jan is een heel goed
voorzitter. Hij heeft bovendien ook
praktische ervaring, want hij heeft ja
renlang de Amsterdamse afdeling van
de V.VJ). geleid."
Van onze correspondent
BONN De christen-democratische unie (C.D.U.)
heeft Gerhard Schroder, de minister van Defen
sie. als kandidaat aangewezen voor het Westduitse pre
sidentschap. In april van het volgend jaar moet West-
Duitsland een nieuwe president kiezen.
'President Heinrich Lübke (74) treedt op 30 juni af. Dat
is twee maanden voor het einde van zijn ambtstermijn.
De VVestduitse sociaal-democraten hebben als hun kan
didaat voor het presidentschap de minister van Justitie,
Gustav Heinemann. aangewezen.
Na vijftien jaar ministerschap is dr.
Gerhard Schroder (58) in West-
Du itsland bijna evenzeer 'n „natio
nale instelling geworden" als mi
nister Luns bij ons. Acht jaar lang
was Schroder minister van Binnen
landse Zaken, vijf jaar minister van
Buitenlandse Zaken en sipds 1966
beheert hij de portefeuille van De
fensie.
Nu zal de eerzuchtige en Ietwat
hooghartige politicus als kandidaat
van de christen-democraten dingen
naar het hoogste Westduitse ambt,
het presidentschap.
Schroder, vader van een gezin
met drie kinderen, is ongetwijfeld
een persoonlijkheid van allure. Hij
is een literatuur- en muziekliefheb
ber, een snedig redenaar en een van
de meest stijlvolle figuren in de po
litieke wereld van Bonn.
De in Saarbrücken geboren Schro
der is voor de oorlog gepromoveerd
in de rechtswetenschappen. Hij was
wetenschappelijk medewerker aan
de universiteit en advocaat in Bonn.
De man die later als minister van
Defensie de chef zou worden van
bijna een half miljoen militairen,
maakte de oorlog door in een be
scheiden onderofficiersrang.
Na 1945 is Schroder, opnieuw ad
vocaat geworden, ook jarenlang be
trokken geweest bij de herordening
van de kolen- en staalindustrie. Hij
was van het begin af aan lid van
de Bondsdag.
In 1953 trad de conservatief den
kende Schroder als minister van
Binnenlandse Zaken in het tweede
kabinet-Adenauer. Reeds in die ja
ren werd hem de uitspraak toege-
Dat kwam hem te staan op verkoe
ling ten opzichte van Parijs.
GERHARD SCHRODER
schreven: „Een politicus van mijn
formaat kan maar twee ambities
hebben: minister van Buitenlandse
Zaken of Bondskanselier".
Acht jaar later werd Schroder in
derdaad minister van Buitenlandse
Zaken. Het eerste doel dat hij zich
had gesteld, was bereikt. Schroder
diplomaat in hart en nieren, ijverde
voor de Europese eenwording en
voor een nauwe band met Amerika.
„IJzeren Gustav" noemt men in
Bonn de sociaal-democratische kan
didaat voor het Westduitse presi
dentschap. Die bijnaam betekent al
lerminst dat dr. Gustav Heinemann.
minister van Justitie, een fanaticus
of een heerszuchtig potentaat zou
zijn. Hij kenschetst veeleer de on
verstoorbaarheid. de onkreukbaar
heid en het politieke uithoudings
vermogen van Heinemann. maar
ook iets van de onaantastbaarheid
die voortspruit uit zijn algemeen er
kende niveau.
Een knap geleerde en politicus,
een diep gelovig christen, een man,
die moedig staat voor zijn principes,
een intellectueel mèt een ruime en
tolerante visie dat zijn enkele
van de karakteristieken die van toe
passing zijn op de huidige minister
van Justitie. Hoedanigheden die hem
zeker geschikt maken voor 't hoog
ste Westduitse staatsambt.
Gustav Heinemann, geboren in
Westfalen, groeide op in Essen, stu
deerde rechten, economie en ge
schiedenis en verwierf maar liefst
twee doctorstitels. In de jaren der
tig vervulde hij verschillende juri
dische functies in de wereld van de
mijnbouw. Als overtuigd protestant
was hij een aanhanger van de zgn.
Belijdende Kerk, een christelijke be
weging die gericht was tegen het
nazibewind.
Heinemann is een van de leidende
mensen in de Westduitse evangeli
sche kerk. Jarenlang was hij voor-
GUSTAV HEINEMANN
zitter van de Algemeen Duitse Sy
node. Zijn vrouw is een theologe, twe
van zijn dochters hebben godge
leerdheid gestudeerd, en hij heeft
een dominee als schoonzoon.
Zijn politieke carrière begon Hei
nemann iij 1946 als burgemeester
van Essen. Hij werd minister van
Justitie van de deelstaat Nordrhein-
Westfalen en daarna bewindsman
55
Ook de zgn. „gaullisten" onder
zijn partijvrienden keerden zich van
hem af. Schröders ster, die in de
loop der jaren herhaaldelijk ver
bleekte en opnieuw schitterde, leek
te zinken toen hij mede verantwoor
delijk werd gesteld voor het échec
van Erhards politiek. Hij leed dan
ook een nederlaag, toen hij zich in
1966 kandidaat stelde voor het
Bondskanselierschap tegen Kurt-
Georg Kiesinger. Drie jaar eerder'
waren Schröders pogingen om Aden
auer als regeringschef op te vol
gen gestrand op de grote populari
teit van Ludwig Erhard.
In het kabinet-Kiesinger werd
Schroder, nog steeds een zeer in
vloedrijk politicus, met het minis
terie van Defensie belast.
Daar liet hij nog eenmaal zijn po
litieke tanden zien toen hij door het
lanceren van tendentieuze berichten
en het dreigen met zijn ontslag Kie
singer poogde te dwingen het defen
siebudget zo min mogelijk te be
snoeien.
Kort na dit conflict, dat hem he
vig schijnt te hebben aangegrepen,
kreeg Schroder een hartaanval in
zijn vakantiehuis op het Wadden
eiland Sylt. Hij was nog niet hele
maal de oude toen hij een jaar gele
den weer terugkeerde op zijn minis
terie in Bonn. Met de groeiende ze
kerheid dat hij het ambt van Bonds
kanselier wel niet meer zou kun
nen veroveren, schijnt toen bij hem
de gedachte te zijn gerijpt te stre
ven naar het presidentschap. De
kans daartoe heeft zijn partij en
vooral zijn sterke aanhang uit de
evangelische kerk hem nu gegeven.
van Binnenlandse Zaken onder
Adenauer, Toen de bondskanselier
eigenmachtig besloot tot de herbe
wapening van West-Duitsland, trad
de pacifistisch gezinde Heinemann
uit protest uit het kabinet.
Als tegenwicht tegen Adenauers
politiek van de koude oorlog stichtte
hij een „Gesammtdeutsche Volks
pa rtei", die de hereniging der beide
Duitslanden op gang zou moeten
brengen. Het bleef een al te intel
lectueel droomheid. Na vijf jaar
werd de kleine partij opgeheven en
Heinemann trok de consequentie uit
zijn opvattingen: hij werd lid van
de sociaaldemocratische SPD.
De succesrijke advocaat., die vele
boeken en artikelen publiceerde,
kwam in 1966 als sociaaldemocrati*
sche minister in de regering-Kiesin
ger. Als minister van Justitie heeft
hij zijn schouders gezet onder het
reuzenwerk van de modernisering
van het Duitse strafrecht. Ook het
huwelijksrecht wordt herzien en
Heinemann had, op het heetst van
de relletjes met Pasen dit jaar, ver
rassend milde en wijze woorden
voor de opstandige jonge generatie.
Hij is ook de voorvechter van het
schrappen van de verjaringstermijn
voor oorlogsmisdaden.
De 69-jarige Heinemann is fit en
kwiek voor zijn leeftijd. In Bonn
heeft hij een éénkamerflatje; hij
woont in Essen en heeft een vakan
tiehuisje op het Waddeneiland Spie
keroog. Mocht hij president wor
den, dan zal hij vrede moeten vin
den met meer ceremoniële praal en
protocolaire«vormelijkheid dan eigen
lijk strookt met zijn aard.
DEN HAAG „Het kwaad grüpt steeds meer om zich heen. Het is een laakbare
manier van reclame maken om op de laagste instincten van de mens te werken".
Dit bromde de officier van Justitie b(j het Haagse kantongerecht, mr. F. van der
Dussen. tegen de chef van de afdeling publiciteit van Esso Nederland N.V., de
heer A. F. S. De officier was na z(jn onderzoek of de benzinrmaatschappjjen
Esso. Chevron (Caltex) en Shell met hun acties de wet op de kansspelen hadden
overtreden tot vervolging overgegaan.
„Er zijn in de Prijzenparade 1968
tien miljoen kaartjes uitgegeven. Er
waren maar vijftig kansen om dui
zend gulden te winnen. Die kans be
stond dus gewoon niet. En wat een
verspilling van geld, want andere
maatschappijen moeten uit concurren-
tie-overwegingen dan ook meedoen",
vond mr. Van der Dussen. De invloed
die de kanshebber volgens de wet
moet hebben, vond hij al even ge
ring. „Je moet een rebus oplossen,
maar die is zo kinderachtig dat een
analfabeet het kan."
Hij achtte de publiciteitschef. lei
der en ontwerper van de actie, schul
dig omdat hij geen vergunning voor
de actie had gevraagd en eiste een
boete van vijfduizend guide.
Mr. J. E. Grootjans, de verdediger
van Esso, vond dat door onjuistheden
en onduidelijkheden niet was op te
maken wat de publiciteitschef wordt
verweten. Hij vroeg vernietiging van
de dagvaarding, of een nader onder
zoek naar de prijzen, waarover de
dagvaarding onvolledig was.
Mr. Grootjans zag het proces als
een proefprocedure. „Juist daarom
heeft de officier de plicht met een
foutloze dagvaarding voor de dag te
komen."
„Het is absoluut niet waar" zei mr.
Grootjans, „dat er alleen kaartjes
werden afgegeven bij verkoop van
benzine. Iedereen, di^ erom vroeg,
kreeg ze. En wat is een gemakkelijk
op te lossen rebus? Van 28 rebussen
kon ik er maar twee ineens tot een
goed einde brengen. Trouwens van
de vijftig prijzen van duizend gulden
zijn er maar 28 uitgereikt, een teken
dat nog altijd twaalf mensen het te
moeilijk vonden."
„Zij hebben niet voldoende belang
stelling voor het spel", antwoordde
mr. Van der Dussen. „Ik tank zelf
ook Esso, maar die kaartjes gooi ik
altijd direct weg."
„De niet", antwoordde de verdedi
ger. „Het enige bezwaar is de haast
waarmee dat gebeurt, zodat onder het
rijden de jacht naar de tijger wordt
gehouden. Ik ben meer dan eens op
de linker weghelft terecht gekomen."
Tot slot voer mr. Grootjans uit te
gen de naar zijn mening tweeslachti
ge, onrealiseerbare Loterijwet. „Er
worden wekelijks miljoenen over de
grenzen gebracht voor Lotto, Belgi
sche loterij en Nordwestdeutsche
Lotterie, waar niets tegen te doen is.
De sporttoto en de Staatsloterij heb
ben de kapitaalsvlucht nauwelijks ver
anderd."
„Waarom niet meer realistisch, en
de bedrijven een kans te geven, om
met overheidscontrole prijsvragen en
kansspelen te organiseren?