CNV: „Liever overleg dan strijd Zuid-Afrika bezien door een bereisd literator Rennies memoires van emeestersvrouw n Ontwikkelingshulp wordt al steeds meer samenwerking 99 Wapengekletter van de anderen onwezenlijk99 Oeroud gebruik in Twente 55 „EERST SAMEN HET TERREIN OVERZIEN" TWEE AMBTSWONI Beleid krijgt een nieuwe inhoud s- Britse vorstin De Sjah Verlegen prinses Actie „Kerstschip voor Biafra" IS IET AFDWINGEN BIJ OPGEVOED Bij reumatische pijnen, spit, neusverkoudheid, verstuikingenen winterhanden. 42.50 PHILIPS Brandend maagzuur, STOPGEZET S WOENSDAG 20 NOVEMBER 1968 wmmm. mmmrn m mm TTet seizoen is geopend en de voormannen van de Nederlandse vakbeweging roeren dapper de trom. In hun pogingen de maatschappelijke orde te ver- anderen anders gezegd: de werknemers meer inspraak te geven komen som migen tot stevige uitspraken: De gewoonlijk zo zachtmoedige voorzitter van het Nederlands Katholiek Vak verbond (422.000 leden) de heer P. J. Mertens, dreigt de overlegorganen van werk gevers en werknemers in de steek te laten als er gene voortgang wordt gemaakt. Zijn collega A. H. KIoos van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (556.000 leden) wil het stakingswapen wel uit het vet halen, als werkgevers en re gering de overlegorganen als ijskast blijven gebruiken: juist goed genoeg om deli cate vakbondswensen een tijdlang in op te bergen. mmmmm Na de schoten van het N.K.V. en het N.V.V. is nu de beurt aan de kleinste van de drie vakcentrales, het Christelijk Nationaal Vakverbond (240.000 leden). Het is een van nature wat minder luidruchtige organisatie, ook nu weer, die zich soms tot woede van haar grootste zus een eigen geluid veroorlooft. Een geluid dat mil der is en veel plaats inruimt voor overleg. De mannen aan de Utrechtse Maliebaan passen voor buitenparlementaire oppo sitie en voor zware woorden, die huns inziens ook waar moeten worden gemaakt. Wellicht dat het stabielere ledental in dit opzicht een (verklarend) woordje mee spreekt: Het N.K.V. verloor in een jaar tjjd (per 1 juli) ruim 9600 leden, het N.V.V. 4700 man en het C.N.V. 1600 man. 1 De „machtsoverneming" is in volle gang. In de stemmige, ruime herenhuis kamer, hoofdkwartier van het C.N.V., staan vandaag twee bureaus. De heer Jan van Eibergen (64) gaat komend jaar het roer overdragen aan de heer Jan Lanser (42). Oude Jan doet het woord, jonge Jan vult spaarzaam aan. Van tijd tot tijd schiet bestuurder Pieter Tjeerdsma ing. (52) bij, altijd bereid tot het plaatsen van enkele forse voetnoten, die, getuige de glimlachjes bij de anderen, soms wat hartig uitvallen. De mensen van het C.N.V. hebben vorige week verbaasd enige uitspraken van van hun collega Kloos van het N.V.V. aangehoord. Het wapengekletter, dat in het Amsterdamse Krasnapolsky opklonk, maakte op hen een wat onwezenlijke indruk; dat van voorzitter Mertens van het N.K.V. in Sneek, enkele weken ge leden, trouwens ook. „"Degryp me goed", zegt de vaderlij ke heer Van Eibergen. „Ook wij vinden dat het gesprek in de Stichting van de Arbeid allesbehalve naar wens gaat, dat je niet eeuwig kan blijven praten zonder dat de verandering van de maatschappij voortgang vindt. Ook wij zijn zo nodig bereid tot staking. Ik verkies echter het overleg boven de strijd. Voordat je tot actie overgaat, voordat je overlegorganen in de steek laat, zul je samen met elkaar het ter rein moeten overzien, zul je na moe ten gaan waar de vakbeweging is in gekapseld". Het is duidelijk dat de christelijke vakcentrale er op dit moment niet over piekert de „medezeggenschap" via actie op de werkgevers te veroveren. Welke bond zou overigens de leden tot staking kunnen aanzetten als „inspraak" in plaats van een loonsverhoging de inzet is? De „hardere" lijn die de voorzitter van het CNV bij sommige van zijn col lega's ontdekt, het verkiezen van strijd boven overleg, verdriet de staker van weleer: „Het betekent 'n terugval naar oude stellingen. En dat terwijl de af gelopen jaren hebben getoond hoeveel zaken met overleg bereikt kunnen wor den, zaken waarvoor de werknemers in Frankrijk dit jaar op de barricades zijn gegaan om ze tenslotte nog niet tot stand te brengen". Naast het „evenwicht van krachten" van voorzitter Kloos stelt de heer Van Eibergen „de gezamenlijke verantwoor delijkheid" van beide partijen. Zijn rechterhand Tjeerdsma vult aan: „Het gaat niet om een overidealis- tische verzoeningstheorie van kapitaal en arbeid. Spanningen zullen er altijd blijven. Het gaat om de samenwerking in de onderneming". Hij werpt ook tegen: „Wat zouden we in de commissie van de Sociaal- Economische Raad zijn opgeschoten als beide partijen onwrikbaar hadden vast gehouden aan hun eerste standpunten. Een eensluidend advies over de (grote re) bevoegdhedenv oor de ondernemings raad zou nooit mogelijk zijn geweest". „Het ligt aan ons als de werkgevers erin slagen zaken „zwevende" te hou den in de overlegorganen. Wij zullen hen moeten overtuigen dat, wanneer we zelf geen richting aangeven de veran deringen in de maatschappij zonder ons gebeuren". rpjeerdsma meent: „Het heeft geen zin deze noodzakelijke veranderin gen af te dwingen, als zij niet door de tegenpartij en vooral door de ach terban worden gedragen. Op papier kunnen we een zaak afdwingen. Maar hoe krijgen we zonder medewerking de zekerheid dat zij ook wordt uit gevoerd?" Een van de maatschappijveranderin gen waarnaar hij toe wil: „Een raad van commissarissen, geheel gekozen door de werknemers". Zijn de aandeelhouders dan geen me de-eigenaar meer? Van Eibergen: „Kapitaal is een dood ding en aandeelhouders zijn beleggers geworden, zij verhuren hun kapitaal tegen een bepaalde vergoeding". Zal het beeld van Tjeerdsma als eis op tafel komen? Lanser: „Gegeven de economische or de houden we het er voorlopig maar op dat aandeelhouders en werknemers elk de helft van de commissarissen kiezen". Het is een nog wat nevelige kwestie, want op dit punt zijn de drie vakcen trales nog niet tot een eensluidend standpunt gekomen. Evenmin trouwens inzake de voorgenomen loonwet van minister Roolvink, die de bevoegdheden van de regering in het (vrije) loonspel aangeeft. Het gehoor door de Tweede J. VAN EIBERGEN men zal ons wel weer behoudend vinden Kamer moest ervoor worden uitgesteld. Verwonderd heeft de heer Van Ei bergen „ons overleg liep nog" zijn collega Kloos vorige week het „onaan vaardbaar" horen uitspreken: zijn wei gering „de overheid tot automatische bondgenoot van de werkgevers te ma ken". Het NVV wil de overheid wel het recht geven in te grijpen als het een maal mis is gegaan. Maar geen controle vooraf. Tjeerdsma: „Ingrijpen achteraf bete kent in de kortste tijd 100.000 werklo zen. In landen als Zweden, Engeland en de Verenigde Staten, waar de lonen ge heel vrij zijn, is de werkloosheid veel groter dan bij ons". Het CNV is bereid de regering meer gelegenheid tot ingrijpen te geven, het NKV trouwens ook. Vooral door de in greep (vooraf) in afzonderlijke cao's mogelijk te maken, kan het gevaar van een loonpauze voor alle werknemers worden afgewend, zo redeneert men op de Maliebaan. De heer Van Eibergen: „Nu zal men ons wel weer voor behoudend verslij ten. Maar leest u er de Kamerverslagen maar op na: ik pleitte al voor een vrije loonpolitiek toen de socialist Suurhoff nog de geleide politiek ter bescherming van de werknemers voorstond". voorzitter begrypt heel goed dat de grotere bevoegdheden voor de rege ring zijn leden minder dwars zullen zit ten dan die van een NVV. „Onze men sen beschouwen de overheid nu een maal als „een gezag van God gegeven". Daar zijn ze mee opgevoed, dat bepaalt hun levenspatroon". In een laatste poging zullen de drie voorzitters van de vakcentrales nu pro beren alsnog tot een gezamenlijk stand punt te komen. De loonwet is het meer dan waard, menen zij. Het ledenverlies komt aan de orde. In een jaar tijd verloor de vakbeweging (per saldo) 16.000 man. De heer Kloos zei: „Een kwestie van conjunctuur". Maar ook: „De vakbeweging is bezig zich anders op te stellen. We willen niet langer door de leden en de ongeorgani seerden tot „het allesbetuttelende Den Haag" worden gerekend". Is de vakbeweging gaan behoren tot wat tegenwoordig heet „establishment, de gevestigde orde?" Is zij teveel ap paraat geworden in plaats van strijd organisatie? De heer Van Eibergen: De vakbewe ging is altijd twee wegen gegaan: „Een weg van goed overleg, in or ganen waarin zij volwaardig kan mee spreken en een weg van afstand nemen: niet zo ver integreren dat de vakbeweging haar vrijheid van handelen verliest". „In de ogen van vele leden zijn we op die eerste weg te ver gegaan". De voorzitter vraagt zich ook af of de vakbeweging met haar streven naar volmaakte voorzieningen voor onge vallen, ziekte en ouderdom wel het juiste pad is gegaan. „Al deze zaken, zijn zo vanzelfsprekend en onpersoon lijk geworden dat alleen de ouderen nog weten dat zij de vruchten van de vak beweging zijn. Als ik het gewapend met deze kennis over mocht doen, zou ik zoeken naar vormen die deze vruchten als activiteit van de vakbe weging zichtbaar lieten blijven. Vooral voor de jonge mensen". ADVERTENTIE Overal waar warmte helpt, helpt de geneeskrachtige warmte van Philips Infraphil beter. ■nfraphil geneeskrachtige warmte die diep doordringt „Wie iets van Zuid-Afrika en zijn ge voelens, zijn houding, wil begrijpen, die poge de indrukwekkendheid en de ernst te doorgronden, de eerbied te zien en de ontroering te ondergaan, waar mee de nazaten van de pioniers de her innering bewaren aan het werk der voortrekkers, die met ondernemings geest bezield hun roepstem volgden, die leidde tot avontuur en ontbering, tot voldoening over tot stand gebrachte werken. Die zal echter ook iets begrij pen van de voortvarendheid, moed en durf om grote problemen aan te pak ken, van hun verwondering en soms van hun afkeer tegenover een oudere, misschien wat vermoeider en vervlakte wereld vol twijfels en kritiek, waar na tionale trots en streng godsgeloof voor zovelen tot relikwieën geworden zijn". Dat schrijft de bekende dichter, pro zaschrijver en literair criticus Willem Brandt in zijn boek over Zuid-Afrika, dat als een zeer uitvoerig en goed ge documenteerd reisjournaal onlangs bij de uitgeverij „Hollandia" te Baarn is verschenen. Zuid-Afrika staat thans in het brand punt van de belangstelling en velen vragen zich af „Wat is daar nu eigen lijk precies aan de hand?" Willem Brandt geeft daar, naar onze mening, wel een heel goed en gedegen antwoord op in zijn beschrijving van land en volk, die getuigt van een meer dan normale observatie en zeker uitgaat boven het gebruikelijke reisverslag. Willem Brandt, die de lezers van ons blad regelmatig plegen tegen te komen in zijn literaire kronieken, ontpopte zich in dit boek als een ontdekkingsreiziger, aan wiens ogen niets voorbijgaat en die hart heeft voor de mensen, die hij be schrijft. Hij behoort, al zou men het misschien niet denken, tot de meest be reisde auteurs van ons land. Hij be zocht alle continenten en heeft zich ge durende een lange reeks van jaren door persoonlijke waarneming een grote ken nis van Afro-Aziatische toestanden ei gen gemaakt. In zijn boek „Zuid-Afrika" geeft hij, gesteund door deze rijke ervaring, zijn recente indrukken over dat land weer. Indrukken over mensen en dingen, over de politiek en het rassenvraagstuk, de economie, wetenschap en literatuur. Hij beschrijft op indringende wijze het landschap en geeft de lezer een indruk van de rijke historie van dat veelbe sproken land. Hij had aandacht voor de opinies van mensen van verschillend ras en verschillende huidskleur en schroomt niet zijn eigen, welgefundeer- de mening over tal van vraagstukken ten beste te geven. Een stuk eerlijke, heldere en uitvoe- Alleen geoefende mannen, ferme jonge kerels, verstaan het moeilijke vak van midwinterhoornblazen. Vanavond zullen ze weer (voor het i eerst, dit jaar) aan de slag gaan. Als de avond valt kunt u hen aantreffen bij een diepe put, die voor de nagalm zorgt als ze uit de meer dan één meter lange hoorns een donker dreunend geluid hopen te persen, dat som- mige toehoorders door merg en been moet gaan. Tot en met 6 januari zullen de tonen zo elke avond opklinken in Dene- kamp, Losser, Oldenzaal, Ootmarsum, Tubbergen, Weerselo en ook in de omgeving van Almelo, Borne en Hengelo. Het midwinterhoornblazen is een oeroud gebruik. Er zijn heel wat ver- i klaringen voor. Eén ervan wil dat er vroeger vooral zo hard en nadrukke- i lijk werd geblazen, om op die manier de zeer boze geesten op een afstand te houden. rige informatie, waarmee hij niet al leen Zuid-Afrika, maar vooral ook de lezers in ons land een grote dienst heeft bewezen. Het schept een beter inzicht en meer waardering voor een volk, waarmee wij Nederlanders door tal van historische banden verwezen zijn. Willem Brandt geeft van de steden en hun geschiedenis een kort, maar boei end overzicht. Hij vertaalt voor ons wat daar in Zuid-Afrika het woord nationa lisme betekent, schenkt aandacht aan de neger-culturen, vertelt ook eerlijk wat er voor de gekleurde volkeren door de staat wordt gedaan, laat de kerken aan het woord komen, wijdt zijn aan dacht aan denkers en dichters, kortom, laat vrijwel geen facet van de wonder lijke gemeenschap aan zijn aandacht ontsnappen. Over Indiërs, Bantoes en Zoeloes weet hij veel interessants te vertellen. Mooi foto-materiaal illus treert het geschrevene op een aantrek kelijk wijze. Een leerrijk en interessant boek, dat men vlot leest en graag bij de hand zal houden, omdat het ook als naslagwerk veel verdiensten heeft. L.S. Willem Brandt, „Zuid-Afrika". Uitgave „Hollandia" Baarn, f 19,50. ADVERTENTIE druk op de maag, opgeblazen gevoel? i Mevrouw mr. J. M. Corver-van Haaften, burgemeester van Heiloo, heeft dezer dagen tijdens een bijeenkomst in Rotterdam het boek „Twee ambts- j woningen" van mevrouw J. M. van Walsum-Quispel ten doop gehouden. Beide dames weten wat een ambtswoning een verlengstuk van het raadhuis, be- tekent. Mevrouw Corver-van Haaften heeft nog enkele weken geleden ge- S klaagd over de onpraktische inrichting van haar Heiloose huis, terwjjl me vrouw Van Walsum-Quispel als oud-burgemeestersvrouw in Delft en in Rot terdam zeventien jaar ervaring heeft. In het boek Twee Ambtswoningen een uitgave van Zomer en Keu- ning te Wageningen (prijs f 17,50) beschrijft mevrouw Van Walsum de vele menselijke gebeurtenissen, die zich in haar leven hebben afge speeld, op een levendige en humo ristische wijze. Over het bezoek van koningip. Eli zabeth en koningin Juliana aan Rot terdam: „Bij het binnenkomen van H.M. en Koningin Elizabeth en de Prinsessen, sloeg de schrik mij om het hart. Hier was iets mis ge gaan! Koningin Juliana zei vrien delijk: „Het is hier een beetje warm". (Het was om te stikken) Zij maakte een manuaal om zich van haar mantel te ontdoen. „Ik zou mijn mantel wel uit willen doen." Dat wilden alle vier de da mes wel, maar dat had in de B. en W.-kamer gebeurd moeten zijn! We haastten ons de dames van dienst te zijn. Ik opende de kast, waarin mijn mans jas hing: één enkele klerenhanger „Ik zal dadelijk een bode waarschuwen om de mantels weg te halen", zei ik en ik legde H.M.'s mantel over de leuning van een fauteuil. Nog één minuut overbruggen, dan zou een bode stellig de heren aankon digen. Alles was een werk van se conden. Ik schoot op Koningin Eli zabeth toe om haar behulpzaam te zijn. Met een effen gezicht zei ze: „Hij zal niet kreuken?" Op dat ogenblik ontdekte ik, dat zij behel- ve het mos-groene zijden tasje van dezelfde stof als haar mantel en hoedje nog een grote, bslist niet nieuwe weekendtas aan haar arm had hangen. Vanuit het raam in de uitbouw van de kamer had den wij de aankomst op het bor des kunnen volgen, maar ik wist zeker dat de Koningin toen die tas niet bij zich had gedragen. Een hofdame moet haar die later in de gang in handen hebben gespeeld. Zonder een woord te zeggen, zette Koningin Elizabeth het gevaarte op de lage kast, die een deel van de binnenwand van de kamer in beslag nam, ze ritste het open en haalde er een opgevouwen kleren- haakje uit, dat op stapels hand schoenen, zakdoeken en andere ac cessoires lag." Qver het bezoek van de Sjah van Perzië: „Ik zat naast de Sjah. Er was in die tijd nog geen sprake van een nieuw huwelijk en hij was uitslui tend omgeven door strakke, ge disciplineerde mannen, die soms zeer serviel konden buigen. Ik heb in mijn bezit twee merkwaardige foto's die vlak na elkaar aan de lunch genomen zijn. Op de eerste zit de Sjah vriendelijk te luisteren, terwijl ik hem iets vertel, want de Sjah kan luisteren en ook onthou den en antwoorden. Hij laat het gesprokene niet zo maar langs zich heen gaan. Het viel mij bijv. op dat hij op de hoogte was van de dood van onze jonge neef in Perzië, waarbij de ambassadeur ons had geholpen bij het verschaf fen van een visum op zondag voor zijn oudere broer. Op de tweede foto echter, maar even later genomen, luistert hij over zijn schouder heen naar een van de heren van zijn gevolg, die slaafs gebogen, de handen over el kaar heen gevouwen, hem iets komt mededelen. Daar is hij de gepersonifieerde, hooghartige heerser en ook de toon had niets meer van het vriendelijke behou den. Maar behalve dit korte mo- menit was de sfeer van de lunch zo aangenaam als maar kon." Over het eerste optreden van prin ses Margriet in Rotterdam in 1957: „En daar zat een dood-verlegen meisje in een grijs mantelpakje met plooirokje, dat de dag tevoren nog met griep in bed had gelegen, op de punt van haar stoel, terwijl haar beide begeleiders in opge wekt gesprek met mijn man ge wikkeld waren. Ik kon geen woord uit haar krijgen. Kon ze zich maar wat ontspannen, dacht ik. Het was omstreeks Pasen en er stond een schaal chocolade-eitjes in gekleurd zilverpapier op tafel. Ik belde mijn meisje. „Laat Jonas de hond los," zei ik. „Ja, ja, los" toen ze mij verschrikt aankeek. Een seconde later stoof een wilde, opgewonden ruigharige terrier de kamer bin nen. „Kalm", zei ik, terwijl ik hem bij zijn halsband greep. „Kalm, dan krijg je een chocola- tje. Helpt u even Hoogheid, dan kan ik hem vast blijven houden. Hij is er dol op." Dat brak het ijs. Ik geloof niiet dat Jonas ooit zo veel chocola achter elkaar te eten heeft gekregen." /"Ontwikkelingshulp is onder het be- leid van minister Udink geleide lijk ontwikkelingssamenwerking gaan heten. De andere naam dekt ook een nieuwe inhoud van het beleid. In deze dagen blijkt dat duidelijk, nu de Twee de-Kamercommissie voor ontwkkelings- samenwerking in het openbaar spreekt over een meerjarenplan voor hulp aan arme landen. Het meerjarenplan is opgezet omdat economische en sociale ontwikkeling van de arme landen steeds duidelijker een planning op lange termijn vraagt. De ontwikkelingsbijstand moet een doorlopend karakter krijgen. Bij de stij ging van het bedrag voor ontwikke lingshulp uit de schatkist wordt het bo vendien noodzakelijk, de gevolgen voor het hele financieel-economische beleid van de overheid tijdig te voorzen. Het meerjarenplan legt daarom de overheidsuitgaven voor ontwikkelings hulp nauwkeurig vast. Dit jaar was het bedrag 540 miljoen gulden en in het meerjarenplan staat voor 1969 632 miljoen 1970: 722 miljoen en 1971: 833 miljoen. Daarmee is volgens de ramingen het peil bereikt dat het kabinet-De Jong voor ogen staat, namelijk één procent van het netto nationaal inkomen bij 't einde van de regeringsperiode. Een nieuw accent legt minister Udink door de nadruk op de ontwikkelings bijstand als samenwerking tussen ge lijken. Het hoog-geïndustrialiseerde land dient niet hooghartig een brokje rijkdom af te schuiven aan de arme sloebers in andere werelddelen. De gelijkheid bestaat echter per de finitie niet op het gebied van de eco nomische en sociale ontwikkeling. De minister stelt dan ook, dat de samen werking over en weer de bereidheid eist tot verbintenissen, overeenkomsten, op voorwaarden die door beide partijen en niet alleen door het gevende land als redelijk worden gevoeld. ADVERTENTIE Zeg, zo samen eten in de stad - wat jullie wel vaker doen - nou, we hebben ook de smaak te pakken hoor. Het Nederlandse overheidsgeld moet doelmatig worden gebruikt. Hiertoe dient een ander nieuwtje, het concentratiebeleid. De „geografische concentratie" beoogt de steun te richten op een beperkt aantal landen: Surina me en de Nederlandse Antillen, Indone sië, India, Pakistan, Columbia, Peru, Nigeria, Tunesië, Kenya, Tanzania en Soedan. De keuze van de landen zal de Ka mercommissie nog wel wat aanleiding tot debatteren geven. De minister is uit gegaan van het standpunt dat landen met ontwikkelingsplannen die de We reldbank heeft goedgekeurd, de beste kans op goede besteding van de hulp bieden. Daarnaast tellen nog andere overwegingen, vooral de speciale ban den die Nederland met een bepaald ontwikkelingsland heeft, zoals met In donesië. Maar hoe zit het met landen als Ni geria en Peru, waar respectievelijk een oorlog en een revolutie de aan de gang zijnde ontwikkeling verstoren? Het ant woord is, dat Nederland zich aan de politieke gebeurtenissen in de ontwik kelingslanden weinig gelegen zal laten AMSTERDAM Als het geld ervoor binnenkomt zal op 15 december uit Ne derland een „kerstschip" via New York naar Biafra varen met levens middelen, medicamenten hulpmiddelen aan boord. en andere Het initiatief hiertoe is genomen door de vredespiloot Abi Nathan, in samen werking met de Nederlandse stichtin gen Luchtbrug Biafra en Terre des Hommes. Het plan kwam tot stand tijdens een recent bezoek van een aantal binnen- en buitenlandse parlementsleden on der wie de Tweede-Kamerleden Dan- kert (PvdA) en dr. M. J. J. A. Imkamp (D '66) aan Biafra In ons land is het gironummer 55500 ten name van Kerstschip Biafra ge opend voor giften. Iggen als het land is uitgekozen. eenmaal voor hulp De regering beschouwt dit als een lo gisch gevolg van de opvatting, dat de ontwikkelingshulp een samenwerking tussen soevereine staten is. Wel kan, zoals in het geval van Nigeria, een oor log de goede besteding van de hulp op losse schroeven zetten. Dan zal de hulp worden stopgezet. Inzake Nigeria is dat ook gebeurd. Behalve de „geografische concentra tie" wordt bij de hulpverlening ge streefd naar „functionele" en „operatio- nale concentratie". De functionele con centratie betekent: het accent leggen op die technische hulp waar Nederland bij zonder deskundigheid bezit. Voorbeel den zijn weg- en waterbouw, tropische landbouw, luchtkartermg. De operationele concentratie beoogt een opeenstapeling van verschillende soorten hulp die elkaar versterken. Technische hulp kan worden gecom bineerd met opleiding van studenten, uitzending van deskundigen en derge lijke om de hulp zo rendabel mogelijk te maken. Deze nieuwe aanpak van de ontwik kelingssamenwerking zal gepaard moe ten gaan en minister Udink onder kent dit ook met een uitgebreidere voorlichting aan het Nederlandse volk. Al was het in het begin alleen maar om de nieuwe termen van het beleid vertalen. ADVERTENTIE 1667 MICHIEL DE RUYTER MAAKT TOCHT NAAR CHATHAM. GEHEIM WAPEN: HARTVERSTERKERTJE ACHTER DE HAND:"VLEK". Wel wis en waarachtig was in die tijd "Vlek" er al. Van 1550 af wordt "Vlek" volgens hetzelfde oude recept uit zuiver graan gestookt. Ook die extra zachte jonge Jenever "Vlekje". De goedkoopste van alle merkjenevers. 10.25 per liter. ANNO 1550

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 15