CNV: „Liever overleg dan strijd
Zuid-Afrika bezien door
een bereisd literator
Rennies
memoires van
emeestersvrouw
n
Ontwikkelingshulp wordt al
steeds meer samenwerking
99 Wapengekletter van de
anderen onwezenlijk99
Oeroud gebruik in Twente
55
„EERST SAMEN
HET TERREIN
OVERZIEN"
TWEE AMBTSWONI
Beleid krijgt een nieuwe inhoud
s- Britse vorstin
De Sjah
Verlegen prinses
Actie „Kerstschip
voor Biafra"
IS IET AFDWINGEN
BIJ OPGEVOED
Bij
reumatische pijnen,
spit, neusverkoudheid,
verstuikingenen
winterhanden.
42.50
PHILIPS
Brandend maagzuur,
STOPGEZET
S
WOENSDAG 20 NOVEMBER 1968
wmmm. mmmrn m mm
TTet seizoen is geopend en de voormannen van de Nederlandse vakbeweging
roeren dapper de trom. In hun pogingen de maatschappelijke orde te ver-
anderen anders gezegd: de werknemers meer inspraak te geven komen som
migen tot stevige uitspraken:
De gewoonlijk zo zachtmoedige voorzitter van het Nederlands Katholiek Vak
verbond (422.000 leden) de heer P. J. Mertens, dreigt de overlegorganen van werk
gevers en werknemers in de steek te laten als er gene voortgang wordt gemaakt.
Zijn collega A. H. KIoos van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen
(556.000 leden) wil het stakingswapen wel uit het vet halen, als werkgevers en re
gering de overlegorganen als ijskast blijven gebruiken: juist goed genoeg om deli
cate vakbondswensen een tijdlang in op te bergen.
mmmmm
Na de schoten van het N.K.V. en het N.V.V. is nu de beurt aan de kleinste van
de drie vakcentrales, het Christelijk Nationaal Vakverbond (240.000 leden). Het is
een van nature wat minder luidruchtige organisatie, ook nu weer, die zich soms
tot woede van haar grootste zus een eigen geluid veroorlooft. Een geluid dat mil
der is en veel plaats inruimt voor overleg.
De mannen aan de Utrechtse Maliebaan passen voor buitenparlementaire oppo
sitie en voor zware woorden, die huns inziens ook waar moeten worden gemaakt.
Wellicht dat het stabielere ledental in dit opzicht een (verklarend) woordje mee
spreekt: Het N.K.V. verloor in een jaar tjjd (per 1 juli) ruim 9600 leden, het
N.V.V. 4700 man en het C.N.V. 1600 man.
1
De „machtsoverneming" is in volle gang. In de stemmige, ruime herenhuis
kamer, hoofdkwartier van het C.N.V., staan vandaag twee bureaus. De
heer Jan van Eibergen (64) gaat komend jaar het roer overdragen aan de heer
Jan Lanser (42).
Oude Jan doet het woord, jonge Jan vult spaarzaam aan. Van tijd tot tijd
schiet bestuurder Pieter Tjeerdsma ing. (52) bij, altijd bereid tot het plaatsen
van enkele forse voetnoten, die, getuige de glimlachjes bij de anderen, soms
wat hartig uitvallen.
De mensen van het C.N.V. hebben vorige week verbaasd enige uitspraken van
van hun collega Kloos van het N.V.V. aangehoord. Het wapengekletter, dat in
het Amsterdamse Krasnapolsky opklonk, maakte op hen een wat onwezenlijke
indruk; dat van voorzitter Mertens van het N.K.V. in Sneek, enkele weken ge
leden, trouwens ook.
„"Degryp me goed", zegt de vaderlij
ke heer Van Eibergen. „Ook wij
vinden dat het gesprek in de Stichting
van de Arbeid allesbehalve naar wens
gaat, dat je niet eeuwig kan blijven
praten zonder dat de verandering van
de maatschappij voortgang vindt. Ook
wij zijn zo nodig bereid tot staking. Ik
verkies echter het overleg boven de
strijd. Voordat je tot actie overgaat,
voordat je overlegorganen in de steek
laat, zul je samen met elkaar het ter
rein moeten overzien, zul je na moe
ten gaan waar de vakbeweging is in
gekapseld".
Het is duidelijk dat de christelijke
vakcentrale er op dit moment niet over
piekert de „medezeggenschap" via actie
op de werkgevers te veroveren. Welke
bond zou overigens de leden tot staking
kunnen aanzetten als „inspraak" in
plaats van een loonsverhoging de inzet
is?
De „hardere" lijn die de voorzitter
van het CNV bij sommige van zijn col
lega's ontdekt, het verkiezen van strijd
boven overleg, verdriet de staker van
weleer: „Het betekent 'n terugval naar
oude stellingen. En dat terwijl de af
gelopen jaren hebben getoond hoeveel
zaken met overleg bereikt kunnen wor
den, zaken waarvoor de werknemers in
Frankrijk dit jaar op de barricades zijn
gegaan om ze tenslotte nog niet tot
stand te brengen".
Naast het „evenwicht van krachten"
van voorzitter Kloos stelt de heer Van
Eibergen „de gezamenlijke verantwoor
delijkheid" van beide partijen.
Zijn rechterhand Tjeerdsma vult
aan: „Het gaat niet om een overidealis-
tische verzoeningstheorie van kapitaal
en arbeid. Spanningen zullen er altijd
blijven. Het gaat om de samenwerking
in de onderneming".
Hij werpt ook tegen: „Wat zouden
we in de commissie van de Sociaal-
Economische Raad zijn opgeschoten als
beide partijen onwrikbaar hadden vast
gehouden aan hun eerste standpunten.
Een eensluidend advies over de (grote
re) bevoegdhedenv oor de ondernemings
raad zou nooit mogelijk zijn geweest".
„Het ligt aan ons als de werkgevers
erin slagen zaken „zwevende" te hou
den in de overlegorganen. Wij zullen
hen moeten overtuigen dat, wanneer we
zelf geen richting aangeven de veran
deringen in de maatschappij zonder ons
gebeuren".
rpjeerdsma meent: „Het heeft geen
zin deze noodzakelijke veranderin
gen af te dwingen, als zij niet door de
tegenpartij en vooral door de ach
terban worden gedragen. Op papier
kunnen we een zaak afdwingen. Maar
hoe krijgen we zonder medewerking
de zekerheid dat zij ook wordt uit
gevoerd?"
Een van de maatschappijveranderin
gen waarnaar hij toe wil: „Een raad
van commissarissen, geheel gekozen
door de werknemers".
Zijn de aandeelhouders dan geen me
de-eigenaar meer?
Van Eibergen: „Kapitaal is een dood
ding en aandeelhouders zijn beleggers
geworden, zij verhuren hun kapitaal
tegen een bepaalde vergoeding".
Zal het beeld van Tjeerdsma als eis
op tafel komen?
Lanser: „Gegeven de economische or
de houden we het er voorlopig maar op
dat aandeelhouders en werknemers elk
de helft van de commissarissen kiezen".
Het is een nog wat nevelige kwestie,
want op dit punt zijn de drie vakcen
trales nog niet tot een eensluidend
standpunt gekomen. Evenmin trouwens
inzake de voorgenomen loonwet van
minister Roolvink, die de bevoegdheden
van de regering in het (vrije) loonspel
aangeeft. Het gehoor door de Tweede
J. VAN EIBERGEN
men zal ons wel weer
behoudend vinden
Kamer moest ervoor worden uitgesteld.
Verwonderd heeft de heer Van Ei
bergen „ons overleg liep nog" zijn
collega Kloos vorige week het „onaan
vaardbaar" horen uitspreken: zijn wei
gering „de overheid tot automatische
bondgenoot van de werkgevers te ma
ken". Het NVV wil de overheid wel het
recht geven in te grijpen als het een
maal mis is gegaan. Maar geen controle
vooraf.
Tjeerdsma: „Ingrijpen achteraf bete
kent in de kortste tijd 100.000 werklo
zen. In landen als Zweden, Engeland en
de Verenigde Staten, waar de lonen ge
heel vrij zijn, is de werkloosheid veel
groter dan bij ons".
Het CNV is bereid de regering meer
gelegenheid tot ingrijpen te geven, het
NKV trouwens ook. Vooral door de in
greep (vooraf) in afzonderlijke cao's
mogelijk te maken, kan het gevaar van
een loonpauze voor alle werknemers
worden afgewend, zo redeneert men op
de Maliebaan.
De heer Van Eibergen: „Nu zal men
ons wel weer voor behoudend verslij
ten. Maar leest u er de Kamerverslagen
maar op na: ik pleitte al voor een vrije
loonpolitiek toen de socialist Suurhoff
nog de geleide politiek ter bescherming
van de werknemers voorstond".
voorzitter begrypt heel goed dat de
grotere bevoegdheden voor de rege
ring zijn leden minder dwars zullen zit
ten dan die van een NVV. „Onze men
sen beschouwen de overheid nu een
maal als „een gezag van God gegeven".
Daar zijn ze mee opgevoed, dat bepaalt
hun levenspatroon".
In een laatste poging zullen de drie
voorzitters van de vakcentrales nu pro
beren alsnog tot een gezamenlijk stand
punt te komen. De loonwet is het meer
dan waard, menen zij.
Het ledenverlies komt aan de orde. In
een jaar tijd verloor de vakbeweging
(per saldo) 16.000 man. De heer Kloos
zei: „Een kwestie van conjunctuur".
Maar ook: „De vakbeweging is bezig
zich anders op te stellen. We willen niet
langer door de leden en de ongeorgani
seerden tot „het allesbetuttelende Den
Haag" worden gerekend".
Is de vakbeweging gaan behoren tot
wat tegenwoordig heet „establishment,
de gevestigde orde?" Is zij teveel ap
paraat geworden in plaats van strijd
organisatie?
De heer Van Eibergen: De vakbewe
ging is altijd twee wegen gegaan:
„Een weg van goed overleg, in or
ganen waarin zij volwaardig kan mee
spreken en
een weg van afstand nemen: niet
zo ver integreren dat de vakbeweging
haar vrijheid van handelen verliest".
„In de ogen van vele leden zijn we
op die eerste weg te ver gegaan".
De voorzitter vraagt zich ook af of
de vakbeweging met haar streven naar
volmaakte voorzieningen voor onge
vallen, ziekte en ouderdom wel het
juiste pad is gegaan. „Al deze zaken,
zijn zo vanzelfsprekend en onpersoon
lijk geworden dat alleen de ouderen nog
weten dat zij de vruchten van de vak
beweging zijn. Als ik het gewapend
met deze kennis over mocht doen,
zou ik zoeken naar vormen die deze
vruchten als activiteit van de vakbe
weging zichtbaar lieten blijven. Vooral
voor de jonge mensen".
ADVERTENTIE
Overal waar warmte helpt,
helpt de geneeskrachtige
warmte van Philips Infraphil
beter.
■nfraphil
geneeskrachtige
warmte die
diep doordringt
„Wie iets van Zuid-Afrika en zijn ge
voelens, zijn houding, wil begrijpen,
die poge de indrukwekkendheid en de
ernst te doorgronden, de eerbied te zien
en de ontroering te ondergaan, waar
mee de nazaten van de pioniers de her
innering bewaren aan het werk der
voortrekkers, die met ondernemings
geest bezield hun roepstem volgden,
die leidde tot avontuur en ontbering, tot
voldoening over tot stand gebrachte
werken. Die zal echter ook iets begrij
pen van de voortvarendheid, moed en
durf om grote problemen aan te pak
ken, van hun verwondering en soms
van hun afkeer tegenover een oudere,
misschien wat vermoeider en vervlakte
wereld vol twijfels en kritiek, waar na
tionale trots en streng godsgeloof voor
zovelen tot relikwieën geworden zijn".
Dat schrijft de bekende dichter, pro
zaschrijver en literair criticus Willem
Brandt in zijn boek over Zuid-Afrika,
dat als een zeer uitvoerig en goed ge
documenteerd reisjournaal onlangs bij
de uitgeverij „Hollandia" te Baarn is
verschenen.
Zuid-Afrika staat thans in het brand
punt van de belangstelling en velen
vragen zich af „Wat is daar nu eigen
lijk precies aan de hand?" Willem
Brandt geeft daar, naar onze mening,
wel een heel goed en gedegen antwoord
op in zijn beschrijving van land en volk,
die getuigt van een meer dan normale
observatie en zeker uitgaat boven het
gebruikelijke reisverslag.
Willem Brandt, die de lezers van ons
blad regelmatig plegen tegen te komen
in zijn literaire kronieken, ontpopte zich
in dit boek als een ontdekkingsreiziger,
aan wiens ogen niets voorbijgaat en die
hart heeft voor de mensen, die hij be
schrijft. Hij behoort, al zou men het
misschien niet denken, tot de meest be
reisde auteurs van ons land. Hij be
zocht alle continenten en heeft zich ge
durende een lange reeks van jaren door
persoonlijke waarneming een grote ken
nis van Afro-Aziatische toestanden ei
gen gemaakt.
In zijn boek „Zuid-Afrika" geeft hij,
gesteund door deze rijke ervaring, zijn
recente indrukken over dat land weer.
Indrukken over mensen en dingen, over
de politiek en het rassenvraagstuk, de
economie, wetenschap en literatuur. Hij
beschrijft op indringende wijze het
landschap en geeft de lezer een indruk
van de rijke historie van dat veelbe
sproken land. Hij had aandacht voor de
opinies van mensen van verschillend
ras en verschillende huidskleur en
schroomt niet zijn eigen, welgefundeer-
de mening over tal van vraagstukken
ten beste te geven.
Een stuk eerlijke, heldere en uitvoe-
Alleen geoefende mannen, ferme jonge kerels, verstaan het moeilijke
vak van midwinterhoornblazen. Vanavond zullen ze weer (voor het i
eerst, dit jaar) aan de slag gaan. Als de avond valt kunt u hen aantreffen
bij een diepe put, die voor de nagalm zorgt als ze uit de meer dan één
meter lange hoorns een donker dreunend geluid hopen te persen, dat som-
mige toehoorders door merg en been moet gaan.
Tot en met 6 januari zullen de tonen zo elke avond opklinken in Dene-
kamp, Losser, Oldenzaal, Ootmarsum, Tubbergen, Weerselo en ook in de
omgeving van Almelo, Borne en Hengelo.
Het midwinterhoornblazen is een oeroud gebruik. Er zijn heel wat ver- i
klaringen voor. Eén ervan wil dat er vroeger vooral zo hard en nadrukke- i
lijk werd geblazen, om op die manier de zeer boze geesten op een afstand
te houden.
rige informatie, waarmee hij niet al
leen Zuid-Afrika, maar vooral ook de
lezers in ons land een grote dienst heeft
bewezen. Het schept een beter inzicht
en meer waardering voor een volk,
waarmee wij Nederlanders door tal van
historische banden verwezen zijn.
Willem Brandt geeft van de steden en
hun geschiedenis een kort, maar boei
end overzicht. Hij vertaalt voor ons wat
daar in Zuid-Afrika het woord nationa
lisme betekent, schenkt aandacht aan
de neger-culturen, vertelt ook eerlijk
wat er voor de gekleurde volkeren door
de staat wordt gedaan, laat de kerken
aan het woord komen, wijdt zijn aan
dacht aan denkers en dichters, kortom,
laat vrijwel geen facet van de wonder
lijke gemeenschap aan zijn aandacht
ontsnappen. Over Indiërs, Bantoes en
Zoeloes weet hij veel interessants te
vertellen. Mooi foto-materiaal illus
treert het geschrevene op een aantrek
kelijk wijze.
Een leerrijk en interessant boek, dat
men vlot leest en graag bij de hand zal
houden, omdat het ook als naslagwerk
veel verdiensten heeft.
L.S.
Willem Brandt, „Zuid-Afrika".
Uitgave „Hollandia" Baarn, f 19,50.
ADVERTENTIE
druk op de maag, opgeblazen gevoel?
i
Mevrouw mr. J. M. Corver-van Haaften, burgemeester van Heiloo, heeft
dezer dagen tijdens een bijeenkomst in Rotterdam het boek „Twee ambts- j
woningen" van mevrouw J. M. van Walsum-Quispel ten doop gehouden. Beide
dames weten wat een ambtswoning een verlengstuk van het raadhuis, be-
tekent. Mevrouw Corver-van Haaften heeft nog enkele weken geleden ge- S
klaagd over de onpraktische inrichting van haar Heiloose huis, terwjjl me
vrouw Van Walsum-Quispel als oud-burgemeestersvrouw in Delft en in Rot
terdam zeventien jaar ervaring heeft.
In het boek Twee Ambtswoningen
een uitgave van Zomer en Keu-
ning te Wageningen (prijs f 17,50)
beschrijft mevrouw Van Walsum
de vele menselijke gebeurtenissen,
die zich in haar leven hebben afge
speeld, op een levendige en humo
ristische wijze.
Over het bezoek van koningip. Eli
zabeth en koningin Juliana aan Rot
terdam:
„Bij het binnenkomen van H.M.
en Koningin Elizabeth en de
Prinsessen, sloeg de schrik mij om
het hart. Hier was iets mis ge
gaan! Koningin Juliana zei vrien
delijk: „Het is hier een beetje
warm". (Het was om te stikken)
Zij maakte een manuaal om zich
van haar mantel te ontdoen. „Ik
zou mijn mantel wel uit willen
doen." Dat wilden alle vier de da
mes wel, maar dat had in de B.
en W.-kamer gebeurd moeten
zijn! We haastten ons de dames
van dienst te zijn. Ik opende de
kast, waarin mijn mans jas hing:
één enkele klerenhanger „Ik zal
dadelijk een bode waarschuwen
om de mantels weg te halen", zei
ik en ik legde H.M.'s mantel over
de leuning van een fauteuil. Nog
één minuut overbruggen, dan zou
een bode stellig de heren aankon
digen. Alles was een werk van se
conden. Ik schoot op Koningin Eli
zabeth toe om haar behulpzaam
te zijn. Met een effen gezicht zei
ze: „Hij zal niet kreuken?" Op dat
ogenblik ontdekte ik, dat zij behel-
ve het mos-groene zijden tasje
van dezelfde stof als haar mantel
en hoedje nog een grote, bslist
niet nieuwe weekendtas aan haar
arm had hangen. Vanuit het raam
in de uitbouw van de kamer had
den wij de aankomst op het bor
des kunnen volgen, maar ik wist
zeker dat de Koningin toen die tas
niet bij zich had gedragen. Een
hofdame moet haar die later in de
gang in handen hebben gespeeld.
Zonder een woord te zeggen, zette
Koningin Elizabeth het gevaarte
op de lage kast, die een deel van
de binnenwand van de kamer in
beslag nam, ze ritste het open en
haalde er een opgevouwen kleren-
haakje uit, dat op stapels hand
schoenen, zakdoeken en andere ac
cessoires lag."
Qver het bezoek van de Sjah van
Perzië:
„Ik zat naast de Sjah. Er was in
die tijd nog geen sprake van een
nieuw huwelijk en hij was uitslui
tend omgeven door strakke, ge
disciplineerde mannen, die soms
zeer serviel konden buigen. Ik heb
in mijn bezit twee merkwaardige
foto's die vlak na elkaar aan de
lunch genomen zijn. Op de eerste
zit de Sjah vriendelijk te luisteren,
terwijl ik hem iets vertel, want de
Sjah kan luisteren en ook onthou
den en antwoorden. Hij laat het
gesprokene niet zo maar langs
zich heen gaan. Het viel mij bijv.
op dat hij op de hoogte was van
de dood van onze jonge neef in
Perzië, waarbij de ambassadeur
ons had geholpen bij het verschaf
fen van een visum op zondag voor
zijn oudere broer.
Op de tweede foto echter, maar
even later genomen, luistert hij
over zijn schouder heen naar een
van de heren van zijn gevolg, die
slaafs gebogen, de handen over el
kaar heen gevouwen, hem iets
komt mededelen. Daar is hij de
gepersonifieerde, hooghartige
heerser en ook de toon had niets
meer van het vriendelijke behou
den. Maar behalve dit korte mo-
menit was de sfeer van de lunch zo
aangenaam als maar kon."
Over het eerste optreden van prin
ses Margriet in Rotterdam in 1957:
„En daar zat een dood-verlegen
meisje in een grijs mantelpakje
met plooirokje, dat de dag tevoren
nog met griep in bed had gelegen,
op de punt van haar stoel, terwijl
haar beide begeleiders in opge
wekt gesprek met mijn man ge
wikkeld waren. Ik kon geen woord
uit haar krijgen. Kon ze zich maar
wat ontspannen, dacht ik. Het was
omstreeks Pasen en er stond een
schaal chocolade-eitjes in gekleurd
zilverpapier op tafel. Ik belde mijn
meisje. „Laat Jonas de hond los,"
zei ik. „Ja, ja, los" toen ze mij
verschrikt aankeek. Een seconde
later stoof een wilde, opgewonden
ruigharige terrier de kamer bin
nen. „Kalm", zei ik, terwijl ik
hem bij zijn halsband greep.
„Kalm, dan krijg je een chocola-
tje. Helpt u even Hoogheid, dan
kan ik hem vast blijven houden.
Hij is er dol op." Dat brak het ijs.
Ik geloof niiet dat Jonas ooit zo
veel chocola achter elkaar te eten
heeft gekregen."
/"Ontwikkelingshulp is onder het be-
leid van minister Udink geleide
lijk ontwikkelingssamenwerking gaan
heten. De andere naam dekt ook een
nieuwe inhoud van het beleid. In deze
dagen blijkt dat duidelijk, nu de Twee
de-Kamercommissie voor ontwkkelings-
samenwerking in het openbaar spreekt
over een meerjarenplan voor hulp aan
arme landen.
Het meerjarenplan is opgezet omdat
economische en sociale ontwikkeling
van de arme landen steeds duidelijker
een planning op lange termijn vraagt.
De ontwikkelingsbijstand moet een
doorlopend karakter krijgen. Bij de stij
ging van het bedrag voor ontwikke
lingshulp uit de schatkist wordt het bo
vendien noodzakelijk, de gevolgen voor
het hele financieel-economische beleid
van de overheid tijdig te voorzen.
Het meerjarenplan legt daarom de
overheidsuitgaven voor ontwikkelings
hulp nauwkeurig vast. Dit jaar was
het bedrag 540 miljoen gulden en in
het meerjarenplan staat voor 1969 632
miljoen 1970: 722 miljoen en 1971: 833
miljoen.
Daarmee is volgens de ramingen het
peil bereikt dat het kabinet-De Jong
voor ogen staat, namelijk één procent
van het netto nationaal inkomen bij 't
einde van de regeringsperiode.
Een nieuw accent legt minister Udink
door de nadruk op de ontwikkelings
bijstand als samenwerking tussen ge
lijken. Het hoog-geïndustrialiseerde
land dient niet hooghartig een brokje
rijkdom af te schuiven aan de arme
sloebers in andere werelddelen.
De gelijkheid bestaat echter per de
finitie niet op het gebied van de eco
nomische en sociale ontwikkeling. De
minister stelt dan ook, dat de samen
werking over en weer de bereidheid eist
tot verbintenissen, overeenkomsten, op
voorwaarden die door beide partijen
en niet alleen door het gevende land
als redelijk worden gevoeld.
ADVERTENTIE
Zeg,
zo samen eten in de stad
- wat jullie wel vaker doen -
nou, we hebben ook de smaak te pakken hoor.
Het Nederlandse overheidsgeld moet
doelmatig worden gebruikt.
Hiertoe dient een ander nieuwtje, het
concentratiebeleid. De „geografische
concentratie" beoogt de steun te richten
op een beperkt aantal landen: Surina
me en de Nederlandse Antillen, Indone
sië, India, Pakistan, Columbia, Peru,
Nigeria, Tunesië, Kenya, Tanzania en
Soedan.
De keuze van de landen zal de Ka
mercommissie nog wel wat aanleiding
tot debatteren geven. De minister is uit
gegaan van het standpunt dat landen
met ontwikkelingsplannen die de We
reldbank heeft goedgekeurd, de beste
kans op goede besteding van de hulp
bieden. Daarnaast tellen nog andere
overwegingen, vooral de speciale ban
den die Nederland met een bepaald
ontwikkelingsland heeft, zoals met In
donesië.
Maar hoe zit het met landen als Ni
geria en Peru, waar respectievelijk een
oorlog en een revolutie de aan de gang
zijnde ontwikkeling verstoren? Het ant
woord is, dat Nederland zich aan de
politieke gebeurtenissen in de ontwik
kelingslanden weinig gelegen zal laten
AMSTERDAM Als het geld ervoor
binnenkomt zal op 15 december uit Ne
derland een „kerstschip" via New
York naar Biafra varen met levens
middelen, medicamenten
hulpmiddelen aan boord.
en andere
Het initiatief hiertoe is genomen door
de vredespiloot Abi Nathan, in samen
werking met de Nederlandse stichtin
gen Luchtbrug Biafra en Terre des
Hommes.
Het plan kwam tot stand tijdens een
recent bezoek van een aantal binnen-
en buitenlandse parlementsleden on
der wie de Tweede-Kamerleden Dan-
kert (PvdA) en dr. M. J. J. A. Imkamp
(D '66) aan Biafra
In ons land is het gironummer 55500
ten name van Kerstschip Biafra ge
opend voor giften.
Iggen als het land
is uitgekozen.
eenmaal voor hulp
De regering beschouwt dit als een lo
gisch gevolg van de opvatting, dat de
ontwikkelingshulp een samenwerking
tussen soevereine staten is. Wel kan,
zoals in het geval van Nigeria, een oor
log de goede besteding van de hulp op
losse schroeven zetten. Dan zal de hulp
worden stopgezet. Inzake Nigeria is dat
ook gebeurd.
Behalve de „geografische concentra
tie" wordt bij de hulpverlening ge
streefd naar „functionele" en „operatio-
nale concentratie". De functionele con
centratie betekent: het accent leggen op
die technische hulp waar Nederland bij
zonder deskundigheid bezit. Voorbeel
den zijn weg- en waterbouw, tropische
landbouw, luchtkartermg.
De operationele concentratie beoogt
een opeenstapeling van verschillende
soorten hulp die elkaar versterken.
Technische hulp kan worden gecom
bineerd met opleiding van studenten,
uitzending van deskundigen en derge
lijke om de hulp zo rendabel mogelijk
te maken.
Deze nieuwe aanpak van de ontwik
kelingssamenwerking zal gepaard moe
ten gaan en minister Udink onder
kent dit ook met een uitgebreidere
voorlichting aan het Nederlandse volk.
Al was het in het begin alleen maar
om de nieuwe termen van het beleid
vertalen.
ADVERTENTIE
1667
MICHIEL DE RUYTER MAAKT TOCHT
NAAR CHATHAM. GEHEIM WAPEN:
HARTVERSTERKERTJE
ACHTER DE HAND:"VLEK".
Wel wis en waarachtig was in die tijd
"Vlek" er al. Van 1550 af wordt "Vlek"
volgens hetzelfde oude recept uit zuiver
graan gestookt. Ook die extra zachte
jonge Jenever "Vlekje". De goedkoopste
van alle merkjenevers. 10.25 per liter.
ANNO
1550