Politie beraadt zich over begeleidingsprobleem IJltransporten per ambulance brengen groot risico met zich mee post vóórde 16 De kruiers zien hun toekomst somher in Man zijn" I heeft veel voordelen Bonden met geld alléén niet meer tevreden Kunstschilder vrijgesproken van oplichting Hoge snelheid in drukke steden is te gevaarlijk Straf vermindering „incivieken" PTT GEVAAR KNAUW TOCH NIET VIER UUR NIEUW99 NOODZAAK Utrecht grootste Rijksuniversiteit in Nederland SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN STEEDS BELANGRIJKER BIJ CAO-ONDERHANDELINGEN ZATERDAG 7 DECEMBER 1968 O Als inleiding op de (gisteren zo tragisch verlopen) levertransplantatie in het gemeenteziekenhuis in Arnhem, werd vorige week zondag met dc grootste spoed de lever van een overleden donor van Nijmegen naar Arnhem gebracht. Een politiewagen begeleidde dit sneltransport. Uit Deventer werd bloed van een nierdonor naar het Academisch Zieken huis in Leiden gebracht. Het ging hierbij om minuten. Porsches «van dt Rijkspolitie begeleiden dit sneltransport. Bij gemeentegrenzen werd het escorte overgenomen door wagens van gemeentepolitie. Een baby in levensgevaar werd van Breda naar een ziekenhuis in Rotter dam gebracht. Seconden zouden beslissen over leven of dood* Porsches van de Rijkspolitie begeleidden dit sneltranssport. Bij de grens van Rotterdam nam een Volvo van de Rotterdamse politie het escorte over. 0 Met ernstige ademhalingsmoeilijkheden werd een door kolendamp ver giftigd gezin met grote spoed van Dordrecht naar een Haags ziekenhuis gebracht. Ook hier zou snelheid beslissen over het leven van de gezinsleden. Wagens van Rijkspolitie en gemeentepolitie zorgden voor de begeleiding van het snelle transport. :r--v Politiemannen begeleiden een ijl transport door een druk stads centrum. AMSTERDAM De Amsterdamse rechtbank heeft gisteren de 59-jarige Haagse kunstschilder D. H. vriigespro ken van oplichting van een 67-jarige vrouw uit Amstelveen, op wier hu welijksadvertentie hjj had gereflecteerd. De vrouw, die de kunstschilder een blanco volmacht had gegven waardoor hij over haar bezittingen kon beschik ken was ruim 6000 gulden aan de man kwijtgeraakt. Toen zij gisteren het vrij sprekende vonnis hoorde riep zij hef tig vanaf de publieke tribune: Vuile oplichter, boef. ADVERTENTIE Het gebeurde vrijdagmiddag 22 november in Rotterdam. Het verhaal wordt eentonig: Een patiënt, wiens leven op het spel stond, inoest met spoed van een Dordts ziekenhuis naar een ziekenhuis in Rotterdam worden gebracht. Een Porsche van de Rijkspolitie stoof vóór de ziekenauto uit over de snelweg. Een patrouillewagen van de Rotterdamse politie nam bij de gemeentegrens de begeleiding over. Met een snelheid van 120 kilometer per uur raasden de twee wagens door de Rotterdamse binnenstad, op weg naar het ziekenhuis. Het leven van de patiënt werd gered. Commissaris P. Kruit van de Rotter damse politie, hoofd van de geünifor meerde dienst en waarnemend hoofd commissaris, zegt „Zoiets is volgens mij onverantwoord. Wij vragen ons nu af, of wij inderdaad dergelijke risico's moeten nemen, om het leven van één patiënt te redden. Natuurlijk zeg ik niet, dat wij moeten stoppen met deze vorm van dienstverlening, want wij kunnen in deze gevallen op de grens van leven en dood vaak de helpende hand bieden." BRUSSEL. Een aantal Belgen die na de oorlog wegens hun gedrag tijdens de Duitse bezetting werden veroordeeld, onder wie de in Nederland wonende leterkundige Wies Moens, hebben straf vermindering gekregen. Het betreft hier ter dood veroordeelden en anderen, zo maakte het kabinet van de minister van Justitie vrijdag in Brussel bekend. De strafvermindering is zodanig, dat in veel gevallen de verjaringsprocedure is in getreden, aldus dezd mededeling. „Ik begrijp best", zegt commissaris Kruit, „dat de chauffeur van een be geleidende politieauto emotioneel be trokken raakt bij zo'n geval, wanneer hij weet, het leven van een patiënt te kunnen redden. Hij gaat dan op het AMSTERDAM Veertig kruiers op Schiphol hebben dezer dagen gestaakt uit protest tegen de vaststelling van hun loon en het ontbreken van verscheide ne sociale voorzieningen. De kruiers op het Centraal Station in Amsterdam zijn nog niet tot zulke daden overge gaan, hoewel het ook daar „niets dan kommer en ellende is, wat de klok slaat". Drie kruiers, al uren wachtehd op enige klandizie, verklaren resoluut dat het heel slecht is op het station. „De oorzaken liggen voor de hand. Meer en meer mensen hebben een auto tot him beschikking gekregen en hebben aan het treinvervoer geen boodschap". „Er wordt ook steeds meer door de lucht gereisd. Dat merken we vooral als Schiphol dicht zit door de mist. Dan blijkt plotseling hoeveel we nog te doen kunnen hebben". Niet alleen de veranderingen in het reispatroon van de steeds gehaaster wor dende reiziger zijn oorzaak van het ge brek aan werk voor de kruiers. Het ver lies van Nederland-Indië heeft een ge duchte knauw betekend in 't inkomen van de kruier en ook gewijzigde trein verbindingen, waarbij de trein uit Duitsland direct doorgaat naar Zand- voort en reizigers niet meer behoeven over te stappen op het Centraal Station. Tenslotte betreuren de kruiers, die allemaal al van ver vo< de oorlog hun beroep uitoefenen, dat de hoeden geen grote hoedendozen meer behoeven en dat de kleding aanzienlijk lichter is ge worden, niet ernstig meer kreukt en aanzienlijk kleiner kan worden opge vouwen. Al deze zaken maken het werk van een kruier geen vijfdaagse werk week en honderdtien gulden vuil per per week, zonder de fooi, „die ook al niet meer is wat het was" niet tot het meest aantrekkelijke beroep. „Hou er de moed maar in" zeggen de kruiers füosofisch, „want voor ons is er toch nergens anders meer iets te vinden. We moeten hier zo weg, maar waar moeten we heen?" „We zijn een vrij leven gewend. In «en fabriek of een magazijn kunnen we niet meer wennen". „Daarbij komt dat we te oud zijn om nog iets anders te gaan doen. Kijk gaspedaal staan en scheprt kilometer door de stad." met 120 maar eens in de advertenties. Er wor den nooit mensen van boven de veertig gevraagd en wij zijn allemaal boven die leeftijd". Ondanks al hun somberheid denken de kruiers dat zij niet de laatste ver tegenwoordigers van een uitstervend beroep zijn. „Er zullen altijd opnieuw mensen zijn die zich dienstbaar willen maken aan een reiziger. Die een hoe veelheid bagage per steek wagentje of gewoon aan de arm, van de ingang van het station tot in de trein brengen. Lo pend, want op verschillende perrons zijn de liften al jaren kapot". Die adspirant-kruiers moeten er vol gens de door jarenlange arbeid enigs zins scheefgegroeide en met platvoeten uitgeruste kruiers, wel op rekenen dat het een beroep is waaraan de welvaart alleen gemanifesteerd wordt in een steeds geringer aantal treinreizigers met veel bagage. Een beroep waarbij men sterke benen moet hebben, ook al is het niet om de weelde te dragen. „Maar ik ben verantwoordelijk en ik weet, dat wanneer je met zo'n snel heid door het stadsverkeer rijdt, niet alleen de risico's voor de bemanningen van de politieauto en van de ziekenwa gen te groot worden, maar ook dat je andere weggebruikers in gevaar brengt. Gelukkig zijn er bij deze snel- transporten tot nu toe geen slachtof fers gevallen, hoewel het al verschil lende keren is gebeurd, dat andere auto's, die plotseling moesten remmen voor zo'n transport,, werden aangere den." „Wij bestuderen op het ogenblik de mogelijkheid", aldus de commissaris, „om de chauffeur van een politiewa gen, die een ambulance begeleid, op dracht te geven in de stad niet har der te rijden dan zeventig kilometer per uur. Als wij die beslissing nemen, zullen wij daar nooit van afwijken, al is de urgentie nog zo groot." Comhjissaris Kruit vindt een mede stander in de Amsterdamse hoofdin specteur Van Steenbergen, die zegt: „Het heeft geen enkele zin, om in de stad, dus op korte trajecten een zie kenwagen met topsnelheid door het verkeer te loodsen. De tijdwinst die je dan hebt kun je verwaarlozen." Ook de Rijkspolitie is niet blij met de ontwikkeling van het begeleiden van sneltransporten. Kapitein K. de Maat, commandant van de surveil- lancegroep autosnelwegen in Drieber gen, de man, die de wittel Porsche over de rijkswegen leidt, heeft andere be zwaren. Hij vindt, dat de overige weg gebruikers te weinig respect hebben voor ziekenwagens, die niet drietonige hoorn en blauw zwaailicht om ruim baan vragen. Hij zegt: „De gemiddelde Neder landse automobilist staat té nadrukke lijk op zijn recht. Dat merken wij ie dere keer, wanneer wij met een Por sche een ambulance over een snelweg begeleiden. Een Nederlander wil eerst wéten, waarom hij met zijn auto opzij moet, als er een sneltransport nadert." Is de mentaliteit van de weggebrui kers de enige reden, dat de Rijkspoli tie sneltransporten van ziekenwagens begeleidt? „Beslist niet", verzekert kapitein •De Maat. „Vergeet niet, dat wij steeds meer van dergelijke transporten moe ten begeleiden, omdat er in ons land steeds meer orgaantranspla'ntaties wor den uitgevoerd. Voor het vervoer van een brgaan van een donor heb je meest al hooguit vier uur de tijd. Snelheid is in die gevallen dus erg belang rijk." „Je kunt niet riskeren dat een zie kenwagen vast komt te zitten in een verkeersknoop. Ook 't aantal verkeers- knopen neemt toe omdat de intensiteit van het verkeer groter wordt. In nor male gevallen heeft een ziekenwagen aan zijn eigen blauwe zwaailicht en zijn meertonige hoorn voldoende om door het verkeer te komen. Maar wan neer een weg vol zit met vastzittende auto's, dan heeft de chauffeur van een ambulance géén bevoegdheden om han delend op te treden, maar een pblitie- man wél." Gemiddeld begeleiden de Porsches van de Rijkspolitie zes tot zeven sneltransporten per week. De klachten van kapitein De Maat over de mentaliteit van de overige weg gebruikers ten aanzien van ziekenauto's wordt niet gedeeld door zijn collega's van de gemeentepolitie in Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Hoofdinspecteur Van Steenbergen van de Amsterdamse politie zegt echter: „Onze ervaring is ook, dat het publiek vaak uit egoïsme, soms nogal moeizaam reageert op de drietonige hoorn en het zwaailicht van een ambulance. Snel transporten komen bij ons in Amster dam overigens sporadisch voor. Meest al kunnen wij ons beperken tot het door de stad loodsen van de chauffeür van een ziekenauto, die van buiten de stad komt en in Amsterdam de weg niet weet." De Haagse politie zegt: „Ook bij ons komt het niet vaak voor dat wij een ziekenauto moeten begeleiden. Hoog stens tweemaal per maand. Onze zie kenwagens blijken voldoende te hebben aan hun eigen zwaailicht en hoorn. Als het ons wordt gevraagd zetten wij wel eens enkele kruispunten af in een route die een ziekenauto moet nemen. Maar de klachten over mentaliteit van het publiek ten aanzien van ziekenwagens zijn voor ons nieuw." Een soortgelijke mening verkondigt de Utrechtse politie „De mentaliteit van het publiek is goed. Ook wij be perken ons in voorkomende gevallen tot het vrijhouden van kruispunten. Trouwens het komt zelden voor, dat wij een ziekenwagen moeten begeleiden." Ook commissaris Kruit van de Rot terdamse politie vindt de mentaliteit van het publiek redelijk. „Ik geloof dat iedere automobilist in het stadsverkeer wel bereid is een ziekenauto voorrang te verlenen. Trouwens, dat is ook zijn plicht. Maar het is vaak moeilijk voor de automobüist om te horen uit welke richting het geluid van een drietonige hoorn komt. Daarom reageren veel weg gebruikers af en toe wat moeizaam. Bo vendien is het verkeer in een stad vaak zo druk dat een automobilist eerst goed moet uitkijken naar welke kant hij kan uitwijken, wanneer er een zie kenwagen aankomt. In voorkomende gevallen zetten wij daarom wel eens het hele verkeer stil, vooral wanneer die ziekenauto door de Maastunnel of over de Botlekbrug moet." De Rotterdamse politie begeleidt ge middeld zes a zeven sneltransporten per week. In dat aantal zijn ook de ziekenwagens begrepen, die van buiten de stad komen. Commissaris Kruit ver trouwt erop dat hij door de artsen van de Rotterdamse GG en GD, die om een escorte van een ziekenwagen vragen, niet als „krullenjongen" wórdt behan deld. „Wanneer onze GG en GD onze hulp inroept, dan weten zij dat de noodzaak dubbel en dwars is bekeken. Een der gelijk vertrouwen hebben wij niet ten aanzien van geneeskundige diensten in andere gemeenten. Nadat wij een zie kenauto van buitens de stad met top snelheid door de stad hebben gebracht, hebben wij wel eens de noodzaak van zo'n sneltransport onderzocht. Soms bleek dat wij het heel wat kalmer aan hadden kunnen doen." De Rotterdamse politie voert daarom op het ogenblik besprekingen met de dergelijke voorvallen in de toekomst te autoriteiten in de randgemeenten om vermijden. „Wij hebben behoefte aan meer inzicht in de noodzaak van een sneltransport vooral wanneer dit trans port van buiten de stad komt. De moei lijkheid is dat wij dan het risico lopen dat onze mening van tijd tot tijd zal afwijken van die van een medisch kun dige arts", aldus commissaris Kruit. „Het wordt tijd dat de betrokkenen uit alle- gemeenten eens rond de tafel gaan zitten om over dit probleem te praten." UTRECHT Onder de Ryksuniversi- teiten in Nederland neemt die in Ut recht thans wat betreft de aantallen studenten de eerste plaats in. Bij de na-inschrijving is gebleken dat in Utrecht thans meer dan 14.000 studenten aan de Rijksuniversiteit stu deren. Per 1 dec. van dit jaar waren er al 14.071, eind november 1967 telde de universiteit 12.900 studenten. De faculteit der wiskunde en na tuurwetenschappen, geneeskunde en rechtsgeleerdheid trekken relatief de meeste studenten aan (respetievelijk 2837, 2068 en 1847), daarna volgen de faculteit der letteren (1644)) en die voor diergeneeskunde (1159). De centrale interfaculteit (wijsbegeer te), sociale wetenschappen (culturele anthropologic) en de interfaculteit der aardrijkskunde en prehistorie trekken het minste aantal studenten, respetie velijk 39, 85, en 328. NEW YORK Eén van de din gen waarvoor een man dankbaar moet zijn, is, dat hij niet als vrouw is geboren. Ik zou niet graag een vrouw willen zijn. Een man zijn is veel eenvoudiger. Nu en dan hoor je een vrouw, ontevreden met haar levenslot, afgunstig uitroepen: Ik wou dat ik een man was, maar het is werkelijk een zeldzaamheid, dat je een man de wens hoort uiten, een vrouw te zijn. Hij weet dart; hij als man beter af is. Het leven is zoveel gemakkelijker, als je een man bent. Al wat een man 's morgens te doen heeft is zijn keel schrapen, zich wassen, zyn baard krabben,i zich aankleden en hij is klaar om'weg te gaan en zich in de strijd des levens te storten. Maar met een vrouw is het an ders. Alles wat zij doet kost tijd, rtijd en nog eens tijd. 's Morgens op staan is voor een vrouw een bijna even ingewikkelde procedure als 't maken van 'n film door wylen Cecil B. de Mille was. Ze moet haar lichaam inwrijven met lotions en haar gezicht met crèmes. Ze moet haar kousen op ladders controleren en zich zonder hulp in een jarretel gord el wringen, die even nauw is als een middel eeuws folterwerktuig. Zij moet haar wenkbrauwen plukken, rouge op haar wangen brengen en haar mond bewerken met een lippensrtift. Een man kan zichzelf vrij gemak kelijk vergeten, een vrouw nooit. Zij maakt voortdurend de inventaris van zichzelf op. plukt aan haar kle ding of doet iets aan haar gezicht. Hebt gij ooit een vrouw goed in het oog gehouden? Zij kan geen vijf minuten stil zitten zonder een deel van zichzelf te controleren om er ze ker van te zijn, dat alles in orde is. Vrouwen hebben zoveel plichten en zo weinig vrijheid. Ze kunnen niet in het openbaar spuwen. Ze kunnen niet een „café-billard" bin nenlopen en een partijtje spelen met onbekenden. Ze kunnen niet vloe ken zonder tot de orde te worden geroepen. Ze moeten bevallig gaan zitten en oppassen als ze de benen over elkaar slaan. Alles wat ze doen is zo ingewik keld. Een man kan zijn haar wassen in precies drie minuten, maar een vrouw heeft er minstens een uur voor nodig en dan moet ze nog een machine gebruiken om het droog te krijgen. Als een man een taxichauffeur moet betalen heeft hij niets anders te doen dan zijn hand in zijn zak te steken en het geld eruit te halen, maar voordat een vrouw bij haar geld kan komen moet ze eerst haar huissleutel in haar mond steken en en vervolgens met de hand haar weg zoeken tussen de warboel van rommel in een handtas, byna zo groot als een hutkoffer en tegen de tijd dat zij het gevonden heeft is er een verkeersopstopping ter leng te van drie huizenblokken. Vrouwen kunnen geen betaald voetbal spelen of iemand een klap op zijn rug geven, als hij een leuke mop heeft verteld. Als een vrouw een mening uitspreekt over de in ternationale toesrtand staat vast dat de een of andere man spottend zal zeggen: Hoor haar eens. Als een vrouw getrouwd is, brengt zij het grootste deel van haar tijd door met het afvegen van natte neu zen. knopen aannaaien en wachten op haar man die laat thuis komt. Is zq uit eigen verkiezing onge huwd gebleven, dan vraagt ieder een zich af wat er aan haar man keert. Ongeveer het enige dat een vrouw kan doen en een man niet, is kinde ren krijgen en haar schoenen uit schoppen in een bioscoop. Maar als men het goed bekijkt wegen dez« voordelen nauweiyks op tegen alle nadelen van het vrouw-zyn. Tn de dagen vóór Sinterklaas heb- ben veel vakbonden een verlang lijstje in de schoen gestopt. Zij vroe gen geen suikergoed of marsepein, maar wel hogere lonen, langere va kanties, betere pensioenen, kortere werkdagen, meer zekerheden. De eisen van de vakbonden zijn het begin van de onderhandelingen over nieuwe col lectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) Soms kunnen bij zo'n c.a.o. een kwart miljoen werknemers betrokken zijn (groot-metaal, bouw), maar het kan ook gaan om hooguit vier of vijf man. Onderhandelaars over een nieuwe cao praten niet alleen over lonen, inte gendeel. Voor de vakbonden zijn veel andere onderwerpen (de zogenaamde secundaire arbeidsvoorwaarden) min stens even belangrijk geworden. Trou wens voor de werkgevers tellen deze eisen even zwaar, omdat al de wen sen van de vakbonden veel geld gaan kosten. Vandaar dat de werkgevers altijd komen met een cijfer dat aan geeft met hoeveel procent de loonkos ten zullen stijgen als de vakbonden hun zin krijgen. Tn de afgelopen jaren is (en wordt nog steeds) veel gepraat over ho gere basisionen; integratie (gelijkma ken) lonen handarbeiders en beamb ten; langere vakanties en kortere werk dagen; bedrijvenwerk; spaar- en inves- teringsloon; en betere pensioenen. Wat betekent dat allemaal? Hogere basisionen. De vakbonden willen in het algemeen af van wat zij de franje in de arbeidsvoorwaarden noe men (toeslagen voor zwaaf en voor zeer zwaar werk, voor vuil en voor zeer vuil werk, enz.). Zij willen minder toe slagen en hogere basisionen. Als de toe slagen niet kunnen worden gemist wil len de vakbonden andere (betere) si' temen om de prestaties van de w -r' nemers te meten. Ook in werkgever.- kringen is men wel te vinden voor een duidelijker opbouw van de lonen al ge looft men niet dat het systeem van prestatie- en waarderingsbeloningen zal verdwijnen. Integratie arbeidsvoorwaarden handarbeiders en beambten. Hoogovens kent al één c.a.o. voor beide groepen werknemers. Voorheen zo schreef de c.a.o. het tenminste voor „lunchten" beambten en „schaftten" de handarbei ders. Deze en andere verschillen zijn verdwenen. In de metaalindustrie, de z.g. groot-metaal hoopt men qver drie jaren ook zo'n c.a.o. voor handarbei ders en beambten af te sluiten. In de metaalnijverheid, de z.g. klein-metaal, zijn de arbeidsvoorwaarden voor be ambten pas geregeld. Van een integra tie zal in deze bedrijfstak voorlopig wel niets komen. In de chemische industrie is men al een heel eind op weg naar één c.a.o., maar in de textiel bestaan nog steeds verschillen. Voor beambten in de tex tiel is zelfs nog geen c.a.o„ al zouden de beambten het graag willen. Hetzelf de geldt voor de bouwnijverheid. In vele kleine bedrijfstakken moet een gesprek over één c.a.o. nog op gang komen en het zal nog heel wat jaartjes duren voordat een dergelijke overeen komst gemeengoed is geworden. Het gelijkmaken van arbeidsvoorwaarden betekent vaak dat veel status moet wor den opgeruimd en een heel andere men taliteit moet worden aangekweekt. Tf ortere werkdagen. De vakbonden stu- ren aan op een werkweek van veer tig uur. Op het ogenblik wordt in de regelmatige diensten nog 433/i uur ge- werk, in de onregelmatige diensten minder: in de papierindustrie en in de haven veertig uur per week, bij AKU, Philips en in de metaalindustrie 42 uur >m maar een paar belangrijke vóor- ~'deh te noemen. Tegen het-éind van de jaren zeventig willen de vakbonden de werkweek op veertig uur zien ge bracht. De werkgevers geloven daar nog niet in, men houdt het liever op een werkdag van 8Vi uur (42V2 uur per week). Langere vakanties. De vakbonden streven bij elke herziening van de cao ernaar de vakanties met één dag te verlengen. Voorlopig einddoel is men hoopt over drie of vier jaar zo ver te zijn een betaalde vakantie van vier weken voor iedereen. Bedrijvenwerk. De bonden wensen ook in de onderneming hun leden ter zijde te staan. Zij willen een soort „eer ste man" van de vakbond kunnen aan wijzen onder de werknemers, die als dat nodig is namens de vakbond op komt voor de belangen van de georga niseerde werknemer. De groot-metaal heeft deze eis ook nu weer op het lijstje staan. In kringen van werkgevers voelt men weinig voor deze ideeën en men wijst op de slechte ervaringen die men in Engeland met soortgelijk werk heeft opgedaan. Cpaar- en investeringsloon. Bij veel onderhandelingen praten de vak bonden over „bezitsvorming". Parade- paardjes zijn spaar- en investerings loon. Zij willen dat de werknemers niet alleen zoveel procent loon méér krij gen, maar ook dat de werkgevers een spaarpotje maken voor de werknemers. Over de inhoud van dat niet uitgekeerde loon moet een werknemer dan later kunnen beschikken. Hoogovens heeft spaarloon al afgewezen, maar de groot metaal wil er toch over praten, evenals de bouw. Pensioenen. Een heet hangijzer is de kwestie van de pensioenen. Er wordt zowel door werkgevers als door werk nemers steeds meer aangedrongen op betere pensioenen. De grootmetaal krijgt per 1 januari een pensioenregeling die er zijn mag. Ook in een aantal andere bedrijfstakken komt het gesprek daar voor nu op gang.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 12