Politie beraadt zich over begeleidingsprobleem
IJltransporten
per ambulance
brengen groot risico met zich mee
post
vóórde
16
De kruiers zien hun
toekomst somher in
Man zijn" I
heeft veel
voordelen
Bonden met geld alléén
niet meer tevreden
Kunstschilder
vrijgesproken
van oplichting
Hoge snelheid in drukke
steden is te gevaarlijk
Straf
vermindering
„incivieken"
PTT
GEVAAR
KNAUW
TOCH NIET
VIER UUR
NIEUW99
NOODZAAK
Utrecht grootste
Rijksuniversiteit
in Nederland
SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN STEEDS
BELANGRIJKER BIJ CAO-ONDERHANDELINGEN
ZATERDAG 7 DECEMBER 1968
O Als inleiding op de (gisteren zo tragisch verlopen) levertransplantatie in
het gemeenteziekenhuis in Arnhem, werd vorige week zondag met dc
grootste spoed de lever van een overleden donor van Nijmegen naar Arnhem
gebracht. Een politiewagen begeleidde dit sneltransport.
Uit Deventer werd bloed van een nierdonor naar het Academisch Zieken
huis in Leiden gebracht. Het ging hierbij om minuten. Porsches «van dt
Rijkspolitie begeleiden dit sneltransport. Bij gemeentegrenzen werd het escorte
overgenomen door wagens van gemeentepolitie.
Een baby in levensgevaar werd van Breda naar een ziekenhuis in Rotter
dam gebracht. Seconden zouden beslissen over leven of dood* Porsches
van de Rijkspolitie begeleidden dit sneltranssport. Bij de grens van Rotterdam
nam een Volvo van de Rotterdamse politie het escorte over.
0 Met ernstige ademhalingsmoeilijkheden werd een door kolendamp ver
giftigd gezin met grote spoed van Dordrecht naar een Haags ziekenhuis
gebracht. Ook hier zou snelheid beslissen over het leven van de gezinsleden.
Wagens van Rijkspolitie en gemeentepolitie zorgden voor de begeleiding van
het snelle transport.
:r--v
Politiemannen begeleiden een ijl
transport door een druk stads
centrum.
AMSTERDAM De Amsterdamse
rechtbank heeft gisteren de 59-jarige
Haagse kunstschilder D. H. vriigespro
ken van oplichting van een 67-jarige
vrouw uit Amstelveen, op wier hu
welijksadvertentie hjj had gereflecteerd.
De vrouw, die de kunstschilder een
blanco volmacht had gegven waardoor
hij over haar bezittingen kon beschik
ken was ruim 6000 gulden aan de man
kwijtgeraakt. Toen zij gisteren het vrij
sprekende vonnis hoorde riep zij hef
tig vanaf de publieke tribune: Vuile
oplichter, boef.
ADVERTENTIE
Het gebeurde vrijdagmiddag 22 november in Rotterdam. Het verhaal wordt
eentonig:
Een patiënt, wiens leven op het spel stond, inoest met spoed van een Dordts
ziekenhuis naar een ziekenhuis in Rotterdam worden gebracht.
Een Porsche van de Rijkspolitie stoof vóór de ziekenauto uit over de snelweg.
Een patrouillewagen van de Rotterdamse politie nam bij de gemeentegrens de
begeleiding over.
Met een snelheid van 120 kilometer per uur raasden de twee wagens door de
Rotterdamse binnenstad, op weg naar het ziekenhuis. Het leven van de patiënt
werd gered.
Commissaris P. Kruit van de Rotter
damse politie, hoofd van de geünifor
meerde dienst en waarnemend hoofd
commissaris, zegt „Zoiets is volgens mij
onverantwoord. Wij vragen ons nu af,
of wij inderdaad dergelijke risico's
moeten nemen, om het leven van één
patiënt te redden. Natuurlijk zeg ik
niet, dat wij moeten stoppen met deze
vorm van dienstverlening, want wij
kunnen in deze gevallen op de grens
van leven en dood vaak de helpende
hand bieden."
BRUSSEL. Een aantal Belgen die
na de oorlog wegens hun gedrag tijdens
de Duitse bezetting werden veroordeeld,
onder wie de in Nederland wonende
leterkundige Wies Moens, hebben straf
vermindering gekregen. Het betreft hier
ter dood veroordeelden en anderen, zo
maakte het kabinet van de minister van
Justitie vrijdag in Brussel bekend. De
strafvermindering is zodanig, dat in veel
gevallen de verjaringsprocedure is in
getreden, aldus dezd mededeling.
„Ik begrijp best", zegt commissaris
Kruit, „dat de chauffeur van een be
geleidende politieauto emotioneel be
trokken raakt bij zo'n geval, wanneer
hij weet, het leven van een patiënt te
kunnen redden. Hij gaat dan op het
AMSTERDAM Veertig kruiers op
Schiphol hebben dezer dagen gestaakt
uit protest tegen de vaststelling van hun
loon en het ontbreken van verscheide
ne sociale voorzieningen. De kruiers op
het Centraal Station in Amsterdam
zijn nog niet tot zulke daden overge
gaan, hoewel het ook daar „niets dan
kommer en ellende is, wat de klok
slaat".
Drie kruiers, al uren wachtehd op
enige klandizie, verklaren resoluut dat
het heel slecht is op het station. „De
oorzaken liggen voor de hand. Meer
en meer mensen hebben een auto tot
him beschikking gekregen en hebben
aan het treinvervoer geen boodschap".
„Er wordt ook steeds meer door de
lucht gereisd. Dat merken we vooral
als Schiphol dicht zit door de mist. Dan
blijkt plotseling hoeveel we nog te doen
kunnen hebben".
Niet alleen de veranderingen in het
reispatroon van de steeds gehaaster wor
dende reiziger zijn oorzaak van het ge
brek aan werk voor de kruiers. Het ver
lies van Nederland-Indië heeft een ge
duchte knauw betekend in 't inkomen
van de kruier en ook gewijzigde trein
verbindingen, waarbij de trein uit
Duitsland direct doorgaat naar Zand-
voort en reizigers niet meer behoeven
over te stappen op het Centraal Station.
Tenslotte betreuren de kruiers, die
allemaal al van ver vo< de oorlog hun
beroep uitoefenen, dat de hoeden geen
grote hoedendozen meer behoeven en
dat de kleding aanzienlijk lichter is ge
worden, niet ernstig meer kreukt en
aanzienlijk kleiner kan worden opge
vouwen.
Al deze zaken maken het werk van
een kruier geen vijfdaagse werk
week en honderdtien gulden vuil per
per week, zonder de fooi, „die ook al
niet meer is wat het was" niet tot
het meest aantrekkelijke beroep.
„Hou er de moed maar in" zeggen
de kruiers füosofisch, „want voor ons
is er toch nergens anders meer iets te
vinden. We moeten hier zo weg, maar
waar moeten we heen?"
„We zijn een vrij leven gewend. In
«en fabriek of een magazijn kunnen we
niet meer wennen".
„Daarbij komt dat we te oud zijn
om nog iets anders te gaan doen. Kijk
gaspedaal staan en scheprt
kilometer door de stad."
met 120
maar eens in de advertenties. Er wor
den nooit mensen van boven de veertig
gevraagd en wij zijn allemaal boven
die leeftijd".
Ondanks al hun somberheid denken
de kruiers dat zij niet de laatste ver
tegenwoordigers van een uitstervend
beroep zijn. „Er zullen altijd opnieuw
mensen zijn die zich dienstbaar willen
maken aan een reiziger. Die een hoe
veelheid bagage per steek wagentje of
gewoon aan de arm, van de ingang van
het station tot in de trein brengen. Lo
pend, want op verschillende perrons
zijn de liften al jaren kapot".
Die adspirant-kruiers moeten er vol
gens de door jarenlange arbeid enigs
zins scheefgegroeide en met platvoeten
uitgeruste kruiers, wel op rekenen dat
het een beroep is waaraan de welvaart
alleen gemanifesteerd wordt in een
steeds geringer aantal treinreizigers
met veel bagage. Een beroep waarbij
men sterke benen moet hebben, ook al
is het niet om de weelde te dragen.
„Maar ik ben verantwoordelijk en
ik weet, dat wanneer je met zo'n snel
heid door het stadsverkeer rijdt, niet
alleen de risico's voor de bemanningen
van de politieauto en van de ziekenwa
gen te groot worden, maar ook dat je
andere weggebruikers in gevaar
brengt. Gelukkig zijn er bij deze snel-
transporten tot nu toe geen slachtof
fers gevallen, hoewel het al verschil
lende keren is gebeurd, dat andere
auto's, die plotseling moesten remmen
voor zo'n transport,, werden aangere
den."
„Wij bestuderen op het ogenblik de
mogelijkheid", aldus de commissaris,
„om de chauffeur van een politiewa
gen, die een ambulance begeleid, op
dracht te geven in de stad niet har
der te rijden dan zeventig kilometer
per uur. Als wij die beslissing nemen,
zullen wij daar nooit van afwijken, al
is de urgentie nog zo groot."
Comhjissaris Kruit vindt een mede
stander in de Amsterdamse hoofdin
specteur Van Steenbergen, die zegt:
„Het heeft geen enkele zin, om in de
stad, dus op korte trajecten een zie
kenwagen met topsnelheid door het
verkeer te loodsen. De tijdwinst die je
dan hebt kun je verwaarlozen."
Ook de Rijkspolitie is niet blij met
de ontwikkeling van het begeleiden
van sneltransporten. Kapitein K. de
Maat, commandant van de surveil-
lancegroep autosnelwegen in Drieber
gen, de man, die de wittel Porsche over
de rijkswegen leidt, heeft andere be
zwaren. Hij vindt, dat de overige weg
gebruikers te weinig respect hebben
voor ziekenwagens, die niet drietonige
hoorn en blauw zwaailicht om ruim
baan vragen.
Hij zegt: „De gemiddelde Neder
landse automobilist staat té nadrukke
lijk op zijn recht. Dat merken wij ie
dere keer, wanneer wij met een Por
sche een ambulance over een snelweg
begeleiden. Een Nederlander wil eerst
wéten, waarom hij met zijn auto opzij
moet, als er een sneltransport nadert."
Is de mentaliteit van de weggebrui
kers de enige reden, dat de Rijkspoli
tie sneltransporten van ziekenwagens
begeleidt?
„Beslist niet", verzekert kapitein
•De Maat. „Vergeet niet, dat wij steeds
meer van dergelijke transporten moe
ten begeleiden, omdat er in ons land
steeds meer orgaantranspla'ntaties wor
den uitgevoerd. Voor het vervoer van
een brgaan van een donor heb je meest
al hooguit vier uur de tijd. Snelheid
is in die gevallen dus erg belang
rijk."
„Je kunt niet riskeren dat een zie
kenwagen vast komt te zitten in een
verkeersknoop. Ook 't aantal verkeers-
knopen neemt toe omdat de intensiteit
van het verkeer groter wordt. In nor
male gevallen heeft een ziekenwagen
aan zijn eigen blauwe zwaailicht en
zijn meertonige hoorn voldoende om
door het verkeer te komen. Maar wan
neer een weg vol zit met vastzittende
auto's, dan heeft de chauffeur van een
ambulance géén bevoegdheden om han
delend op te treden, maar een pblitie-
man wél." Gemiddeld begeleiden de
Porsches van de Rijkspolitie zes tot
zeven sneltransporten per week.
De klachten van kapitein De Maat
over de mentaliteit van de overige weg
gebruikers ten aanzien van ziekenauto's
wordt niet gedeeld door zijn collega's
van de gemeentepolitie in Rotterdam,
Den Haag en Utrecht.
Hoofdinspecteur Van Steenbergen van
de Amsterdamse politie zegt echter:
„Onze ervaring is ook, dat het publiek
vaak uit egoïsme, soms nogal moeizaam
reageert op de drietonige hoorn en het
zwaailicht van een ambulance. Snel
transporten komen bij ons in Amster
dam overigens sporadisch voor. Meest
al kunnen wij ons beperken tot het door
de stad loodsen van de chauffeür van
een ziekenauto, die van buiten de stad
komt en in Amsterdam de weg niet
weet."
De Haagse politie zegt: „Ook bij ons
komt het niet vaak voor dat wij een
ziekenauto moeten begeleiden. Hoog
stens tweemaal per maand. Onze zie
kenwagens blijken voldoende te hebben
aan hun eigen zwaailicht en hoorn. Als
het ons wordt gevraagd zetten wij wel
eens enkele kruispunten af in een route
die een ziekenauto moet nemen. Maar
de klachten over mentaliteit van het
publiek ten aanzien van ziekenwagens
zijn voor ons nieuw."
Een soortgelijke mening verkondigt
de Utrechtse politie „De mentaliteit
van het publiek is goed. Ook wij be
perken ons in voorkomende gevallen
tot het vrijhouden van kruispunten.
Trouwens het komt zelden voor, dat wij
een ziekenwagen moeten begeleiden."
Ook commissaris Kruit van de Rot
terdamse politie vindt de mentaliteit
van het publiek redelijk. „Ik geloof dat
iedere automobilist in het stadsverkeer
wel bereid is een ziekenauto voorrang
te verlenen. Trouwens, dat is ook zijn
plicht. Maar het is vaak moeilijk voor
de automobüist om te horen uit welke
richting het geluid van een drietonige
hoorn komt. Daarom reageren veel weg
gebruikers af en toe wat moeizaam. Bo
vendien is het verkeer in een stad
vaak zo druk dat een automobilist eerst
goed moet uitkijken naar welke kant
hij kan uitwijken, wanneer er een zie
kenwagen aankomt. In voorkomende
gevallen zetten wij daarom wel eens het
hele verkeer stil, vooral wanneer die
ziekenauto door de Maastunnel of over
de Botlekbrug moet."
De Rotterdamse politie begeleidt ge
middeld zes a zeven sneltransporten
per week. In dat aantal zijn ook de
ziekenwagens begrepen, die van buiten
de stad komen. Commissaris Kruit ver
trouwt erop dat hij door de artsen van
de Rotterdamse GG en GD, die om een
escorte van een ziekenwagen vragen,
niet als „krullenjongen" wórdt behan
deld.
„Wanneer onze GG en GD onze hulp
inroept, dan weten zij dat de noodzaak
dubbel en dwars is bekeken. Een der
gelijk vertrouwen hebben wij niet ten
aanzien van geneeskundige diensten in
andere gemeenten. Nadat wij een zie
kenauto van buitens de stad met top
snelheid door de stad hebben gebracht,
hebben wij wel eens de noodzaak van
zo'n sneltransport onderzocht. Soms
bleek dat wij het heel wat kalmer aan
hadden kunnen doen."
De Rotterdamse politie voert daarom
op het ogenblik besprekingen met de
dergelijke voorvallen in de toekomst te
autoriteiten in de randgemeenten om
vermijden. „Wij hebben behoefte aan
meer inzicht in de noodzaak van een
sneltransport vooral wanneer dit trans
port van buiten de stad komt. De moei
lijkheid is dat wij dan het risico lopen
dat onze mening van tijd tot tijd zal
afwijken van die van een medisch kun
dige arts", aldus commissaris Kruit.
„Het wordt tijd dat de betrokkenen
uit alle- gemeenten eens rond de tafel
gaan zitten om over dit probleem te
praten."
UTRECHT Onder de Ryksuniversi-
teiten in Nederland neemt die in Ut
recht thans wat betreft de aantallen
studenten de eerste plaats in.
Bij de na-inschrijving is gebleken
dat in Utrecht thans meer dan 14.000
studenten aan de Rijksuniversiteit stu
deren. Per 1 dec. van dit jaar waren
er al 14.071, eind november 1967 telde
de universiteit 12.900 studenten.
De faculteit der wiskunde en na
tuurwetenschappen, geneeskunde en
rechtsgeleerdheid trekken relatief de
meeste studenten aan (respetievelijk
2837, 2068 en 1847), daarna volgen de
faculteit der letteren (1644)) en die voor
diergeneeskunde (1159).
De centrale interfaculteit (wijsbegeer
te), sociale wetenschappen (culturele
anthropologic) en de interfaculteit der
aardrijkskunde en prehistorie trekken
het minste aantal studenten, respetie
velijk 39, 85, en 328.
NEW YORK Eén van de din
gen waarvoor een man dankbaar
moet zijn, is, dat hij niet als vrouw
is geboren. Ik zou niet graag een
vrouw willen zijn. Een man zijn is
veel eenvoudiger. Nu en dan hoor
je een vrouw, ontevreden met haar
levenslot, afgunstig uitroepen: Ik
wou dat ik een man was, maar het
is werkelijk een zeldzaamheid, dat
je een man de wens hoort uiten,
een vrouw te zijn. Hij weet dart; hij
als man beter af is.
Het leven is zoveel gemakkelijker,
als je een man bent. Al wat een
man 's morgens te doen heeft is zijn
keel schrapen, zich wassen, zyn
baard krabben,i zich aankleden en
hij is klaar om'weg te gaan en zich
in de strijd des levens te storten.
Maar met een vrouw is het an
ders.
Alles wat zij doet kost tijd, rtijd
en nog eens tijd. 's Morgens op
staan is voor een vrouw een bijna
even ingewikkelde procedure als 't
maken van 'n film door wylen Cecil
B. de Mille was.
Ze moet haar lichaam inwrijven
met lotions en haar gezicht met
crèmes. Ze moet haar kousen op
ladders controleren en zich zonder
hulp in een jarretel gord el wringen,
die even nauw is als een middel
eeuws folterwerktuig. Zij moet haar
wenkbrauwen plukken, rouge op
haar wangen brengen en haar mond
bewerken met een lippensrtift.
Een man kan zichzelf vrij gemak
kelijk vergeten, een vrouw nooit. Zij
maakt voortdurend de inventaris
van zichzelf op. plukt aan haar kle
ding of doet iets aan haar gezicht.
Hebt gij ooit een vrouw goed in
het oog gehouden? Zij kan geen vijf
minuten stil zitten zonder een deel
van zichzelf te controleren om er ze
ker van te zijn, dat alles in orde is.
Vrouwen hebben zoveel plichten
en zo weinig vrijheid. Ze kunnen
niet in het openbaar spuwen. Ze
kunnen niet een „café-billard" bin
nenlopen en een partijtje spelen met
onbekenden. Ze kunnen niet vloe
ken zonder tot de orde te worden
geroepen. Ze moeten bevallig gaan
zitten en oppassen als ze de benen
over elkaar slaan.
Alles wat ze doen is zo ingewik
keld.
Een man kan zijn haar wassen in
precies drie minuten, maar een
vrouw heeft er minstens een uur
voor nodig en dan moet ze nog een
machine gebruiken om het droog te
krijgen.
Als een man een taxichauffeur
moet betalen heeft hij niets anders
te doen dan zijn hand in zijn zak te
steken en het geld eruit te halen,
maar voordat een vrouw bij haar
geld kan komen moet ze eerst haar
huissleutel in haar mond steken en
en vervolgens met de hand haar weg
zoeken tussen de warboel van
rommel in een handtas, byna zo
groot als een hutkoffer en tegen de
tijd dat zij het gevonden heeft is
er een verkeersopstopping ter leng
te van drie huizenblokken.
Vrouwen kunnen geen betaald
voetbal spelen of iemand een klap
op zijn rug geven, als hij een leuke
mop heeft verteld. Als een vrouw
een mening uitspreekt over de in
ternationale toesrtand staat vast dat
de een of andere man spottend zal
zeggen: Hoor haar eens.
Als een vrouw getrouwd is, brengt
zij het grootste deel van haar tijd
door met het afvegen van natte neu
zen. knopen aannaaien en wachten
op haar man die laat thuis komt.
Is zq uit eigen verkiezing onge
huwd gebleven, dan vraagt ieder
een zich af wat er aan haar man
keert.
Ongeveer het enige dat een vrouw
kan doen en een man niet, is kinde
ren krijgen en haar schoenen uit
schoppen in een bioscoop. Maar als
men het goed bekijkt wegen dez«
voordelen nauweiyks op tegen alle
nadelen van het vrouw-zyn.
Tn de dagen vóór Sinterklaas heb-
ben veel vakbonden een verlang
lijstje in de schoen gestopt. Zij vroe
gen geen suikergoed of marsepein,
maar wel hogere lonen, langere va
kanties, betere pensioenen, kortere
werkdagen, meer zekerheden. De eisen
van de vakbonden zijn het begin van
de onderhandelingen over nieuwe col
lectieve arbeidsovereenkomsten (cao's)
Soms kunnen bij zo'n c.a.o. een kwart
miljoen werknemers betrokken zijn
(groot-metaal, bouw), maar het kan
ook gaan om hooguit vier of vijf man.
Onderhandelaars over een nieuwe
cao praten niet alleen over lonen, inte
gendeel. Voor de vakbonden zijn veel
andere onderwerpen (de zogenaamde
secundaire arbeidsvoorwaarden) min
stens even belangrijk geworden. Trou
wens voor de werkgevers tellen deze
eisen even zwaar, omdat al de wen
sen van de vakbonden veel geld gaan
kosten. Vandaar dat de werkgevers
altijd komen met een cijfer dat aan
geeft met hoeveel procent de loonkos
ten zullen stijgen als de vakbonden
hun zin krijgen.
Tn de afgelopen jaren is (en wordt
nog steeds) veel gepraat over ho
gere basisionen; integratie (gelijkma
ken) lonen handarbeiders en beamb
ten; langere vakanties en kortere werk
dagen; bedrijvenwerk; spaar- en inves-
teringsloon; en betere pensioenen. Wat
betekent dat allemaal?
Hogere basisionen. De vakbonden
willen in het algemeen af van wat zij de
franje in de arbeidsvoorwaarden noe
men (toeslagen voor zwaaf en voor
zeer zwaar werk, voor vuil en voor zeer
vuil werk, enz.). Zij willen minder toe
slagen en hogere basisionen. Als de toe
slagen niet kunnen worden gemist wil
len de vakbonden andere (betere) si'
temen om de prestaties van de w -r'
nemers te meten. Ook in werkgever.-
kringen is men wel te vinden voor een
duidelijker opbouw van de lonen al ge
looft men niet dat het systeem van
prestatie- en waarderingsbeloningen zal
verdwijnen.
Integratie arbeidsvoorwaarden
handarbeiders en beambten. Hoogovens
kent al één c.a.o. voor beide groepen
werknemers. Voorheen zo schreef de
c.a.o. het tenminste voor „lunchten"
beambten en „schaftten" de handarbei
ders. Deze en andere verschillen zijn
verdwenen. In de metaalindustrie, de
z.g. groot-metaal hoopt men qver drie
jaren ook zo'n c.a.o. voor handarbei
ders en beambten af te sluiten. In de
metaalnijverheid, de z.g. klein-metaal,
zijn de arbeidsvoorwaarden voor be
ambten pas geregeld. Van een integra
tie zal in deze bedrijfstak voorlopig wel
niets komen.
In de chemische industrie is men al
een heel eind op weg naar één c.a.o.,
maar in de textiel bestaan nog steeds
verschillen. Voor beambten in de tex
tiel is zelfs nog geen c.a.o„ al zouden
de beambten het graag willen. Hetzelf
de geldt voor de bouwnijverheid.
In vele kleine bedrijfstakken moet
een gesprek over één c.a.o. nog op gang
komen en het zal nog heel wat jaartjes
duren voordat een dergelijke overeen
komst gemeengoed is geworden. Het
gelijkmaken van arbeidsvoorwaarden
betekent vaak dat veel status moet wor
den opgeruimd en een heel andere men
taliteit moet worden aangekweekt.
Tf ortere werkdagen. De vakbonden stu-
ren aan op een werkweek van veer
tig uur. Op het ogenblik wordt in de
regelmatige diensten nog 433/i uur ge-
werk, in de onregelmatige diensten
minder: in de papierindustrie en in de
haven veertig uur per week, bij AKU,
Philips en in de metaalindustrie 42 uur
>m maar een paar belangrijke vóor-
~'deh te noemen. Tegen het-éind van
de jaren zeventig willen de vakbonden
de werkweek op veertig uur zien ge
bracht. De werkgevers geloven daar
nog niet in, men houdt het liever op
een werkdag van 8Vi uur (42V2 uur per
week).
Langere vakanties. De vakbonden
streven bij elke herziening van de cao
ernaar de vakanties met één dag te
verlengen. Voorlopig einddoel is
men hoopt over drie of vier jaar zo
ver te zijn een betaalde vakantie
van vier weken voor iedereen.
Bedrijvenwerk. De bonden wensen
ook in de onderneming hun leden ter
zijde te staan. Zij willen een soort „eer
ste man" van de vakbond kunnen aan
wijzen onder de werknemers, die als
dat nodig is namens de vakbond op
komt voor de belangen van de georga
niseerde werknemer. De groot-metaal
heeft deze eis ook nu weer op het lijstje
staan. In kringen van werkgevers voelt
men weinig voor deze ideeën en men
wijst op de slechte ervaringen die men
in Engeland met soortgelijk werk heeft
opgedaan.
Cpaar- en investeringsloon. Bij veel
onderhandelingen praten de vak
bonden over „bezitsvorming". Parade-
paardjes zijn spaar- en investerings
loon. Zij willen dat de werknemers niet
alleen zoveel procent loon méér krij
gen, maar ook dat de werkgevers een
spaarpotje maken voor de werknemers.
Over de inhoud van dat niet uitgekeerde
loon moet een werknemer dan later
kunnen beschikken. Hoogovens heeft
spaarloon al afgewezen, maar de groot
metaal wil er toch over praten, evenals
de bouw.
Pensioenen. Een heet hangijzer is
de kwestie van de pensioenen. Er wordt
zowel door werkgevers als door werk
nemers steeds meer aangedrongen op
betere pensioenen. De grootmetaal krijgt
per 1 januari een pensioenregeling die
er zijn mag. Ook in een aantal andere
bedrijfstakken komt het gesprek daar
voor nu op gang.