1 ER ZIT MUZIEK IN VEENENDAAL Schupse muziek trad in kroningsjaar 1898 voor eerste maal °P Marktkooplieden gaan in Veenendaal meer betalen Wie niet kon leren spelen mocht meedoen in t koor Bromfietser overleed na botsing met personenauto „Nu of nooit", dacht de smid Wouter Hendriks in 1897 en hij klopte aan bij de D.S.-directie om de muziekinstrumenten van het failliete fanfare-orkest in Renswoude aan te kopen. Kroning Op de fles Animo Huldiging door Adriaan P. de Kleuver Malhe ?ur Reveil Prijsuitreiking DINSDAG 10 DECEMBER 1968 iVAVWlWmWWWVNMV i«n»m\»\\\\«u,x\\t»>H»nHmnnm\nnm«v .i\\v<H«\otwvv\m\vv\wnuvH<tv\tHnti Lier, aulus en Pausfluit waren de voorouders van alle tokkelinstrumenten van een vleugel tot een gitaar toe en van alle houten blaasinstrumenten tot het ko ninklijke kerkorgel toe. Altijd en overal trad de muziek binnen het rayon van de menselijke geest. Of dat nu bij grootmeester Bach het geval was of bij de Petrus Datheen-psalmen galmende gemeenschappen, bij Tsjaikowski toen hij zijn ouverture 1812 op het plein voor de tsarqnburcht in Moskou dirigeerde voor 6000 orkestleden, ja zelfs bij Indianenstammen uit het Amazonegebied die nog nooit een blanke gezien hebben en tóch hun eigen muziekcultuur heb ben. Overal muziek „alleen in het Veenendaal van 1897 was de muziek ver stomd. Het was een buitengewone belevenis als eens een paar „Duitse poepen" met hun koperklanken het stille dorp in stuwden. Boze, deftige mannen, in hun middagslaapje gestoord, zeiden dat het Êelialsklanken waren. Ergens op de rommelzolder van gros sier Van Essen, een joden an in de Hoofdstraat, lagen vergeten wat blaas instrumenten en een paar trommels, overblijfselen van een prille poging om een muziekvereniging op te richten. Oude Jan Middelhoven wist zich daar over nog wat te herinneren. Hij noem de een paar namen: Van Wijk „ui 'de straot" en zekere Schaap, óók een jo- denman, en idem dito Freyda en dan nog Van Essen van de koloniale waren. Jan had het wel eens over ,,'t muziek van vroeger". Het was vreemd dat die instrumen ten zo lang stommetje bleven spelen. Niemand dacht er aan toen er weer po gingen werden ondernomen voor oprich ting van 'een muziekvereniging. Die in strumenten bij Van Essen kwamen eerst véél later op de proppen. Ineens was er weer „muziek" in Vee nendaal. In 1898 daverde Veenendaal van het muziekgedruis. 't Schupse mu ziek presenteerde^ zich voor de eerste maal. Er was een -.vermaarde fanfare gekomen, de Marburger Uniform Ka pel (Did.) met directeur Anton Schaub en ook de Rhenense muziekvereniging kwam een duit in het zakje doen. Er was een fiks zangkoor uit de grond ge stampt en dat allemaal ter ere van-de 18-jarige Oranjeprinses die als Wilhel- mina de Grote vijftig jaar later de schepter aan onze koningin Juliana zou overdragen. Trots als pauwen met vliegend vaandel en slaande trom stappen de mannen van de Schupse fabriek het fabriekshek uit. De hele fabriek had al een jaar lang op haar grondvesten staan dreunen en 's avonds, als het in het repetitielokaal heet was en er „gelucht" werd, dan stonden weieens mensen te luisteren naar het fabrieks- personeel dat ook zong als lijsters. Daar bij „de firma" werd in alle stilte (nou ja: stilte...) iets bekok stoofd. Nu mag men praten wat men wil, maar het was altijd zo dat wat wij nu als Scheep jeswolfabriek kennen, het bedrijf dat officieel de firmanaam voert van N.V. Koninklijke Veenendaalse Sa jet- en Vijfschachtfabriek v.h. Wed. D, S. van Schuppen en Zoon, steeds op voorbeeldige wijze de plaatselijke cul tuur gediend heeft. Wij willen niets af of toe doen aan de belangrijke andere muziekmakende of zingende verenigingen men zal straks bemerken dat schrijver het standpunt „gelijke monniken; gelijke kappen hul digt als gangmaker en ook als oud ste nog bestaande muziekvereniging moet in de eerste plaats de Scheepjes- wolharmonie genoemd worden. Men praat wel eens smalend over het feit, dat Veenendaal geen cultuur be zit; dat alles hier om de commercie draait; dat men alles wat met de men selijke geest, in verband staat torpe deert met tot dat doel niet bestemde bijbelteksten, maar wie dat zeggen kénnen Veenendaal niet. Zeker, men had het vroeger als mu sicus en schilder niet gemakkelijk. Een echt Veens smoesje was altijd ,,'k Heb er het geduld niet voor..." Met andere woorden wilde men je toch duidelijk laten weten dat „ze" dat allemaal ook wel konden. Ze hadden er gewoon geen zin in... toe maar, zo dacht je dan. Renswoude bezat vór 1897 al jaren lang een fanfareorkest. Maar het ging de vereniging niet naar den vleze en ze ging op de fles. Nu liepen in Veenen daal mensen, en vooral een smid van D.S., die verwoede muziekliefhebbers waren. Die werkten op het bedrijf van de erven van de Weduwe D. S. van Schuppen en die smid heette Wouter Hendriks. Toen hij dat van Renswoude hoorde dacht Wouter: „Nu of nooit!" Hij trok de stoute schoenen aan, klop te aan bij de directeuren en ja, men voelde er voor die muziekinstrumen ten van Renswoude te kopen. Wouter moest maar eens gaan informeeren naar de prijs. Er was al eens op de fabriek over een eigen muziekvereniging gesproken, maar die droom zou wel nooit werke lijkheid worden, zo dacht men. En nu werd het het gesprek van de dag. Het goede bericht dat Wouter Hendriks meebracht werd met gejuich ontvangen. Diezelfde avond gingen een paar en thousiastelingen al naar Renswoude, er werd gepraat en gepingeld en het resultaat was dat „de firma" de instru menten kocht. Ze kwamen in het kantoor te liggen en te staan. Iedereen wilde die tuters wel eens bekijken, 't Jonge, wat een knapen waren er bij. Er waren er die ze eens „probeerden" maar veel meer dan een hartverscheurend geblèr werd het niet. Een paar arbeiders bleven maar rond die instrumenten heen draai en. Die waren uit 't goeie muzikanten hout gesneden en dat moest ook. Er waren wel instrumenten, maar geen muzikanten... en,die moesten er komen. Wouter Hendriks informeerde links en rechts of er gegadigden voor ,,'t muziek" waren. Zo goed als de helft van de arbeiders voelde er wat voor. Animo genoeg dus. Maar er doemde een nieuw punt van overweging aan de horizon: Wie moest ze leren blazen? Veenendalers plagen graag - én hoe! - en er zeiden er een paar: „Wout, jij het ut angehaold en knap jij 't maor op". Maar onze Wouter was zelf een leek en zo moest er een kundig dirigent ko men. Ze stapten op de trein naar Amers foort en klopten aan bij de kapelmees ter van ,,'t vijfde". Dat moest een hele goeie zijn. Na wat over en weer ge praat voelde adjudant-kapelmeester G. Bikkers er wel wat voor mensen met zo veel enthousiasme bezield vooruit te helpen. Bikkers werd al spoedig een geziene gast in Veenendaal. Ieder ken de al spoedig de kleine, vlotte militair uit Amersfoort die zijn wekelijkse tocht met de trein naar Veenendaal maakte. Hij had niet getekend op zo'n belang stelling. Op aanraden van de dirigent ging de directie van D. S. er spoedig toe over wat klarinetten aan het instru mentarium toe te voegen. De fanfare van Renswoude werd getransformeerd tot een volwassen harmonieorkest. En dat bleef het tot de dag van vandaag. De repetities werden gehouden in de oude Sociëteit achter het huis van dok ter Willemsen aan de Nieuweweg. Bik kers was een hard man als het de mu ziek betrof, en velen gaven het' al gauw op. Dat viel toch maar bar tegen. De overgeblevenen wist Bikkers evenwel bij elkaar te houden en voor de rest wist hij ook raad. „Wie niet kan blazen, die moet maar zingen", zei hij op een goede dag", we zetten een zangkoor op poten en... de dames mogen ook mee doen". En zo gebeurde hei. Het zangkoor van D.S. was uit de nood geboren. Bik kers kreeg er op de koop toe de taak van zangleraar bij. Het was hem alle maal toevertrouwd en het resultaat kon men reeds een jaar later met stomme verwondering beluisteren. Op mijn tafel ligt voor mij een zeld zaam boekje. Een feestgids, maar een bijzondere. Een uit 1888. uitgegeven ter gelegenheid van de Inhuldigingsfeesten van de jonge koningin Wilhelmina. Een zelfzaam boekje waarvan er misschien nog 2 of 3 bestaan. Bij het doorbladeren blijkt alweer dat Wouter Hendriks één van de stuwende krachten was. Hij had zitting in de cómmissie van de feeste lijkheden onder voorzitterschap van G. W .H. M. van der Kaay, bij de oudere D.S.-ers nog welbekend. Wouter Hendriks had ook zitting in de optocht commissie, hij was voorts trompetter van de herant J. C. Kroes- De Koninklijke Scheepjeswol-har monie is ook in het Olympisch Stadion te Amsterdam geen onbe kende. Op de foto de harmonie in de rust van de wedstrijd BenficaReal Madrid. De Scheepjeswol-harmonie ver eeuwigd in 1923 bij de herdenking van het 25-jarig regeringsjubtieum van H.M. Koningin Wilhelmina. De zangvereniging die ontstond nadat er zich te veel msnsen hadden aange meld voor het muziekkorps van de D.S. bergen en wij vinden hem onder de programma's ook als „componist" ver meld. Een bijzonder veelzijdig man dus. Maar bovenal een rasmuzikant. Op de grote dag, het was op woensdag 7 sep tember 1898 luidden om 7 uur 's mor gens de klokken van de kerk op de markt en daarna werden in de kerken bijeenkomsten belegd om 9 uur. Even een uur van bezinning en toen brak het feestgedruis los. Het grote moment voor de muzikan ten van D.S. brak aan. Wie zal de zenuwachtigheid van deze mensen bij benadering kunnen schetsen. De vuur doop moesten ze ondergaan. Eerst was mei een plechtig gespeeld Wilhelmus de oud-Lombokstrijder Piet van Wake ren in de Sociëteit gehuldigd (hij woon de in het straatje dat nog altijd naar deze man de volksnaam 't Lombok heet en nadien (1898) herdoopt werd als Wilhelminastraat, maar wij zeggen toch nog eenvoudig dat die en die „op 't Lombok" woont. Daarna marcheerde het korps naar het gemeentehuis met Piet van Wake ren als middelpunt. De directie van D.S. had deze optocht aangeboden. Re ken er op dat héél Veenendaal op de been was om ,,'t Scheefje muziek" te horen en te zien. Te zien was er niet veel anders dan de glimmende instru menten. Uniformen had men nog niet en onze Veenendaalse muzikanten zul len wel met lede ogen gekekeen hebben naar de geüniformeerde Marburgers die er stuk voor stuk als generaals bij liepen. Van het gemeentehuis ging het naar de Markt waar de Wilhelminaboom ge plant werd. Die linde staat er nog even eenzaam als altijd. Daarna in optocht met de schoolkinderen naar het feest terrein aan de Kanaalwég. Daarmede was het muziekkorps van D.S. die mor gen al drie keer opgetreden! Het is opmerkelijk dat de liederen die de schoolkinderen toen zongen tot voor kort nog dezelfde waren. Nóg waakt iedere jongen steeds voor Ko- De Scheepjeswol-harmonie ge fotografeerd in 1913 op Onafhan kelijkheidsdag. Bovenste rij v.l.n.r.: W. van Barneveld, G. Smits, L. Vee nendaal, D. Hendriks, F. Leppers, M. Diepeveen, H. Septer, Van Hunen, G. Schoeman. Tweede rij v.l.n.r.: Stuyvenberg, B. Hok, J. Oosterbeek, Kroes, P. van de Bovenkamp, W. Hendriks, direc teur Bikkers, M. Hendriks. H. Bruis, C. de Gooyer, A. Achterberg, R. van Beek en J. van de Bovenkamp. Derde rij v.l.n.r.: S. Schoeman, C. van Eden, A. van de Bovenkamp, Ant. Diepenveen, H. van de Weerd- hof, H. de Ruiter, H. Kroesbergen, G. Schoonderbeek, J. Mulder, J. van Barneveld, G. Muller, C. van de Lust- graaf, G. van de Heuvel, Bolderman, E. Veenhuis, C. Schoonderbeek en A. van dè Weerd. ningin en Vaderland mee. U weet wel! Met die moeilijke passage... één-twee- „Voor Koningin en Vaderland" waar alle volkszangleiders in het verleden hun nek haast over gebroken hebben. Veenendaal bezat toen al wel een muziekonderwijzer, J. F. Smit, die viool- en pianoles gaf aan een viertal kostscholen in ons dorp. Want hóé gek het ook moge klinken, op schoolgebied sprai Veenendaal een woordje/ mee. Een flinke jongenskost school was die van mijnheer Hoxel op de Markt. Ze stond op de plek waar nu de Hema gevestigd is. Over dat exclusieve schoolwezen van Veenendaal volgt binnenkort meer. Op het van ouds reeds bekende feestterrein aan de Ka- na al weg concerteerde het Veenendaalse1' Muziek- en Zanggezelschap D.S. 's mor gens om 5 uur. Het waren marsen, lie deren uit operettes, walsen en polka's. En niet eens zulke gemakkelijke. In korte tijd was reeds heel wat bereikt. In de pauze dan trad het zangkoor op. In het programma lees ik letter lijk: „De Pauze zal worden aange vuld door de uitvoering van enige nommers door het zanggezelschap D.S. voor meld, waarbij zal worden uitgevoerd het Kroningslied van onze dorpsgenoot R. G. Bos (Muziek van G. Bikkers), 'k Had er wat voor over die muziek in te mogen zien. De tekst bestaat nog gedrukt en wel. Rut Bos! Welk een figuur, die mees ter van de Openbare School, die volks dichter bij uitnemendheid was, graag met beide ogen in één glaasje keek (dat bemerkte je eerst als zij de hele klas urenlang liet zingen) en kon zwem men als een rat. Dichten deed hij zo voor de vuist weg. Hij raakte eens op kwade voet met dominee Jongebreur en stapte wat onvast op een regenavond onder een grote paraplu verscholen de Markt op^ belde bij de pastorie aan en zei tegen het wat ontdane dienstmeis je: „Ik heb een groot malheur aan do minee Jongebreur'. Ach,. Rut Bos stond in feite boven de massa. Die schreef over de liberale staatsman jonkheer W. A. de Beaufort: „Zijn naam, hij staat gegrift, in eer, deugd en verdraagzaamheid, met ene gouden stift." Dat is ók een stukje Vee nendaalse volkshumor. Helaas hebben ze in een onbewaakt ogenblik bij D.S. al die oude muziek in de kolomkachel verbrand. Die eerste feestdag werd besloten door een concert van de Rhenense Mu ziekvereniging onder de eminente lei ding van A. C. Moinat. De naam Moi- nat zal in Rhenen menige gevoelige ziel laten trillen. De ouderen weten wat dit voor een musicus geweest is. Na Klim merboom heeft de Cunerakerk nooit meer een organist gehad als hij. Hoe moet juist Moinat de grote ramp die Rhenen in 1897 trof had, de torenbrand, waarbij dat meesterlijke Leichelorgel verwoest werd, aan den lijve gevoeld hebben, staande bij een hoop gesmolten tin. Een jaar later leidde deze beroemde dirigent in Veenendaal zijn in die da gen eveneens vermaarde Rhenense Mu ziekvereniging. Tijdens dit concert werd het feestterrein rondom in Bengaals vuur gezet. Zo'n oud boekje doet écht een boekje open over het Veenendaal van toen. De historische optocht had de dag daarop hoe kon het er af: twee da gen feest! niet veel om het lijf. Wouter Hendriks was met de herant en zijn twee pages 's morgens weer rondgegaan. De historische taferelen be stonden merkwaardig genoeg uit slechts twee vorstelijke personen met hun ge volg: bisschop David van Bourgondië met 14 hellebaardiers en turfgravers (door de VSW verzorgd) en Koning Willem III met twee adjudanten geze ten in een boot (aak!) bemand met stuurman en matrozen. Dat laatste be greep ieder: het bezoek aan het door watersnood geteisterde Veenendaal in 1855. Met de vader van de jonge konin gin waren de Veenendalers echt wel een beetje gek! Hoe goed begrepen diezelfde Veenen dalers dat het aan het initaitef van bisschop David toen hij in 147 opdracht gaf de grift naar Veenka te graven te danken was dat ons dorp er kwam. Beter dan in 1949 toen men meer zag in een grondspeculant die in feite met het Rhenense Veenlo niets van dien had, maar slechts opereerde in de Prattenburger venen onder Rhenen en eerst na veel vijven en zessen toegela ten werd tot de Veengenoten en het nooit heeft beleefd dat zijn Schoonbeek- se grift, van Emmikhuizen naar de Lun- terse beek gegraven werd verbonden met bisschop Davids schepping. Alléén die bisschop mag men de man van het eerste uur noemen. Maar goed, de rest van de wagens waren aan allegorie gewijd (de Machi nale Sajetfabriek D. van Woudenberg met de Nederlandse maagd omringde de elf provincie-maagden om het zo maar eens te zeggen) en... reclame. In dé optocht liepen die Marburgers mee en vanzelf onze eigen harmonie D.S. Uit dit boekje weten wij dat de harmonie annex zangvereniging uit... 85 leden bestond. Je zou zeggen dat de hele fabriek muziek maakte of zong. Er volgde 's avonds nog eèn groot con cert door de Marburger Uniform Kapel en' twee voor Veenendaal enerverende dagen werden besloten met een „groot en schitterend" vuurwerk, zoals dat dan in vaktermen heet. oorspronkelijk fotograaf, bracht het ver in de muziek. Mede door zijn bemin nelijk karakter -werd Jan Knijff een waardig opvolger van Bikkers. Met dat al bracht D.S. vele muzikale zegenin gen in ons dorp. Een gevaarlijke ziekte maakte een einde aan de zo succesvolle loopbaan van dirigent Bikkers. De zangvereniging was een gemengd koor. Ongeveer veertig meisjes uit het bedrijf zongen mee, maar vreemd ge noeg liep in de loop der jaren het .aan tal damesleden terug en maakte Bik kers er een mannenkoor van. Hij kreeg in 1924 als opvolger de onder-kapel meester A. L. Maas van ,,'t vijfde" uit Amersfoort, een klarinettist van klasse, maar ook een buitengewoon op- vliegerig man. Slechts één jaar hield hij het uit, doordat hij op Koninginnedag 1925 de boel finaal in de soep liet lopen. De aan de rustige Bikkers gewende muzi kanten waren zo verbolgen dat ze hem wel in de vaart hadden kunnen gooien. Maas kwam niet meer terug en de di rectie legde het orkest een flinke straf op wegens dit onbeheerste optreden. Een tijd lang moest men voortsukkelen met eigen krachten. Eerst trad J. Bruis en later Wouters Hendriks als hulpdirigent op. Maas breidde de klarinetten bezetting sterk uit, wat van een klarinettist van zijn klasse niet te verwonderen was, Het zangkoor werd van de baan ge schoven; wie er idee in had moest maar bij de harmonie gaan. Overziet men dit objectief, dan wa ren die maatregelen van dirigent Maas nog zo gek niet. Jammer dat die ruzie er kwam. Zoiets is nooit goed voor het goed functioneren van een vereniging. De directie stond in feite achter de dirigent. Voor een leerling „de straat opging" werd hij eerst getest. Hij moest behoor lijk de inzet van een mars kunnen bla zen. De „oude rotten" waren er zeer Indien wij de oude Veenendalers mo gen geloven heeft Veenendaal nooit zo'n feest meer meegemaakt. Er was van standverschil geen sprake en dat wilde voor 1898 wel wat zeggen! Midden in de nacht bonkten de tamboers van D.S. bij he»t gat waarin de Wilhelminaboom geplant zou worden het halve Veen uit de veren en danste men er hand in hand omheen onder een heldere sterren hemel. Willem de Vries vertelde dat het over dag zó heet was dat hij op de esterikken van de keukenvloer een „tukje had ge daan" en bij het wakker worden ont dekte dat zijn hele profiel „in zweet" op de grond aftetekend stond. Jan Middelhoven (de oude!) wist nog dat de hardste boerenkinkels uit het Rauweveld zelfs met grote oranjestrik- ken op liepen. Menigeen 's avonds ge- tatoueerd thuis kwam. Dat waren in Veenendaal altijd zo'n beetje de na-weeën van een voorspoe dige feestdag. ,,'t Muziek van D.S." was in de open baarheid getreden en'het was de bevol king van Veenendaal best bevallen. Toen kreeg D.S. opnieuw een kans zich te laten horen. Het zat eigenlijk zo mooi. In Transvaal woedde een oorlog waarin het dappere Boerenleger de strijd opnam tegen Engeland. Het zal gelegen hebben aan de verwantschap met de Nederlanders dat D.S. op 16 de cember 1899 een concert ging geven waarvan de baten geheel ten goede zou den komen aart de Nederland-Zuid-Afri ka Vereniging. Het concert werd ge geven in het tot concertzaal omgetover de „omwerkershok" op het fabriekster rein van D.S. Deze geïmproviseerde „zaal" liep stampvol; de vloer kraakte onder het gewicht! Blikkers had in Veenendaal een complete omwenteling teweeg ge bracht. Naast zijn functie als dirigent verzamelde hij een grote leerlingen kring rond zich. Het voorbeeld van de D.S.-ers vond ook in de huiselijke kring navolging. De meeste burgers „ui 'de straot" had den wel een piano of een harmonium. Er werd hevig gestudeerd en omdat Bikkers een uitmuntend violist was deed ook de viool zijn intrede in de huiskamer. Maar de resultaten van dat alles waren pover. Alléén Jan Knijff, op gebrand dat die jonge maatjes me^» liepen. Bij de traktaties leverde dat ex tra „maatjes "op, want de borrels weir- den voor die brodejes meegeteld e* kwamen „ten goede" aan de rest! Ferdinand de Goey leidde vervolgen» vanaf 1925 het orkest en dat ging toeai niet onverdienstelijk. Vooral de uitvoe ringen in 1930 voor de NCRV-microfoon genoten bekendheid. Op dezelfde avon den concerteerde de destijds zeer goede zangvereniging „Excelsior" onder lei ding van Henk .Heuterman. Dit gemeng de koor, dat uitvoeringen van Hay dn» „Die Schöpfung", etc., gegeven heeft, overleefde de crisisjaren en de tweede Wereldoorlog niet. Tijdens de mobilisatie 1939-'40 maak te het muziekkorps wederom een diep tepunt mede. Veel muzikanten moesten in dienst en na de inzinking na vijf bange oorlogsjaren begon men opnieuw met nog slechts achtentwintig muzikan ten. Het is nadien nog een keer zo ver gekomen dat men zich afvroeg of het zin had door te gaan. Men kwam het te boven en in 1950 werd voor een korte periode Lucas Oordijk dirigent. Deze uitmunteende musicus was hoornist van het Utrechts Stedelijk Orkest. Dan, in 1952, vangt een nieuwe perio de van bloei aan met de komst van de nieuwe dirigent M. de Graaf, de mar kante oud-kapelmeester van de Prins- Bernhard Kapel. Met deze dirigent wer den buiten onze gemeente talloze evene menten muzikaal verzorgd. Het was een lust voor het oog de muzikanten op de weg te zien, want naast goed blazen vond dirigent De Graaf het belangrijk dat het korps perfect marcheerde. In 1958 waren er 75 werkende leden, waar van 30 in de drumband. Na dirigent De Graaf volgde H. W. A. Warnas, kapelmeester van de Lucht machtkapel, die thans nog de leiding heeft. Betrekkelijk recent is de toevoe ging van een majorettenkorps aan het muziekgezelschap. VEENENDAAL De marktkooplie den zullen, indien de raad het met het college eens blijkt, vanaf 1 januari 1969 meer moeten betalen voor het hu ren van een kraam, of het innemen van een standplaats op de markt in Veenendaal. De tarieven worden door de voorgestelde maatregelen ongeveer 45 pet. hoger. Het college becijfert voor 1969 een tekort op de exploitatie van de markt van f 7.865. Door de tarieven te verho gen wil men dat tekort terugdringen tot ongeveer f 3.000,-. De marktgelden, die nu f 10.000,- per jaar opbrengen zullen volgend jaar een opbrengst kun nen hebben van f 14.500,-. Voor kramen moet in januari in plaats van f0,35 per m2 f0,50 betaald worden. Op de grond liggende waren gaan de verkoper in plaats van f 0.95 per 3 m2 of minder fl,25 kosten. Elke vierkante meter meer gaat in plaats van een kwartje f 0,40 kosten. Stand werkers betaalden tot nu toe voor de eerste drie vierkantemeter f 1,25, dat gaat een rijksdaalder worden. De vol gende .vierkante meters, die tot nu toe f 0,40 kosten komen op twee kwartjes. Schapen, lammeren, bokken, geiten en biggen, waarvoor nu drie stuivers per stuk betaald moet worden, komen in januari op een kwartje. De voorstellen van het college zijn genomen na overleg met een commis sie ad hoe. De vaste marktcommissie stelde een wijziging in' het voorstel voor, waardoor het voor kraamtarieven wat gunstiger zouden komen te liggen. Dit zou de gemeente per jaar f 1.000,- kosten. Dat vindt het college te veel en daarom blijft het bij zijn voorstel, zo als hierboven gemeld. VEENENDAAL In hei Julianazie- kenhuis overleed gisteravond de 17-ja rige N. G. van Doorn uit de Zandstraat te Veenendaal aan verwondingen die hij een uur tevoren had opgelopen bft een verkeersongeluk op de Buurtlaan- oost. Het slachtoffer botste met zijn brom fiets tegen de personenauto van de heer C. M. M. uit Ede. Uit verklaringen van de automobilist en getuigen is gebleken dat van D. geen gebruik maakte van het ter plaatse aanwezige fietspad en slipte bij het remmen voor een rechts van de weg geparkeerde vrachtwagen. Daardoor kwam hij op de linker weg helft terecht met het bovengenoemde ernstige gevolg. ELST Morgenavond vindt de ver loting en prijsuitreiking plaats van de St. Nicolaasactie van de contactgroep van Elster winkeliers. Een en ander is gepland fci de ziektent in Eist.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 5