EEN LADDER OP AARDE Volgend jaar stereo in heel Nederland The Beatles in dubbelalbum Van Hand Vier LP's van Sonnevel en één van Toon Rembrands leven opnieuw belicht Driehonderd jaar geleden stierf de grote schilder Wiliü^Ui ft 'Vfcct'l Snip en Snap tijdelijk zonder Trea Dobbs Steve Miller Grandioos Strawinski Serieuze zaak ~JÊÊÊ^— Voordelen LITERAIRE KRONIEK door XXet komt niet zo vaak meer voor, althans op de Nederlandse boekenmarkt, dat men met een volwassen roman te maken krijgt, een doorwrocht en in elk opzicht compleet werk; naar gestalte, inhoud en stijl een literaire creatie waaraan kennelijk ook veel studie vooraf is gegaan. Het aantal prozawerkjes dat de hedendaagse lezers wordt aangeboden is groot genoeg, en pleegt steeds groter te worden, maar vaak blijkt de inhoud ervan dan maar een schamel ge val. zonder veel smaak, merg en omvang, hetgeen nog niet betekent dat ook kleine boekjes geen meesterwerken zouden kunnen zijn. Doch dit is een zeldzaamheid. Van veel modern prozawerk krijgt men wel eens de indruk dat het haastwerk is, voortgejaagd door een niet zo nobele drang naar gelding en publiciteit, naar vluchtige roem of sensatie, om toch vooral niet verge ten te worden, en misschien ook uit over wegingen van commercie. Of wellicht is het mede de geest des tijds, op jachterigheid gericht, die hier schuldig aan staat. De on rijpheid viert triomfen, de literaire appels vallen in enorme kwantiteiten te vroeg uit de boom. Maar misschien is het ook verkeerd te zeggen dat er veel te veel verschijnt en moe ten wij met een commentator in de Neue Zürcher Zeitung, Louis Ribaux, bedenken dat dit nu eenmaal de prijs is, en een niet te hoge, „den wir für unsere geistige Frei- heit bezahlen müssen". Tot die weinige nieuwe romans in ons taalgebied, die rijpheid paren aan even ta lentvolle als zorgvuldige stilistiek, eruditie en geest aan bewogenheid, behoort een bij Querido verschenen prozawerk van Hélène Nolthenius: „Een ladder op aarde" genaamd. De schrijfster had zich al eerder met essays onder literaire fijnproevers een naam ver worven. Het blijken nu echter slechts voor oefeningen te zijn geweest voor haar nieuw ste boek, een tamelijk omvangrijk werk (236 pag.), gesitueerd in het oude Italië in de kleurige en spannende overgangstijd tussen de middeleeuwen en de renaissance. Het is een „historische" roman in zoverre dat men er wel historische personages uit die tijd in aantreft, of althans hun namen, en dat allerlei gebeurtenissen die er een rol in vervullen zich destijds ook inderdaad hebben afgespeeld. Maar het echt-historisch karakter van de roman beperkt zich toch hoofdzakelijk tot de schildering van de at mosfeer en het uitdiepen van de intrige, die voor de levens- en wereldbeschouwing de zer periode typerend moet zijn geweest. In het geheel genomen ligt bij deze „histori sche roman" dus toch wel de nadruk op het tweede epitheton. TXe romantisch-tragische geschiedenis speelt zich af in de hofkringen der Ita liaanse heersers van Ravenna. Verona en Venetië, met steeds als centrale figuur een jonge vrouw, Beatrice, die zich bij de aan vang van het boek in een nonnenklooster bevindt, als religieuse, en daar juist als door een wonder een pest-epidemie heeft overleefd. Dat zij, als de jongste, niet zoals haar meeste mede-zusters in het convent, bij de verpleging van pest-patiënten dode lijk besmet is geraakt, maar de ziekte slechts in lichte mate krijgt en weet te herstellen, maakt de vrome jonge vrouw als beschaamd tegenover de anderen omdat het is alsof God haar offer niet waardig genoeg vond. In die verslagen stemming wordt zij door vooraanstaande familiekringen uit het klooster gehaald, omdat de dynastie een jon ge vrouw nodig heeft voor het sluiten van een diplomatiek huwelijk. Plotseling ziet zij die van jongsaf het habijt heeft gedragen, zich nu in de weelderige en kaleidoscopische wereld van het Italiaanse hofleven ge plaatst, met al zijn intriges en tegenstel lingen, zijn opsmuk en zijn wereldsheid, mede bepaald door allerlei nieuwe filosofi sche ideeën die daar ingang vinden, zo ge heel anders dan de nederigheid van een een voudige middeleeuwse godsvrucht waarin zij was opgevoed. De renaissancistische wereldbeschouwing, die zij ontmoet in haar aanraking met staatslieden, hovelingen, dichters en wijsge ren, waaronder een wijze Jood, Simon Ju- dea, die om zijn rijke filosofische geest veel voor haar gaat betekenen, brengt haar in verwarring. En daarbij komt dan nog de .aardse liefde waardoor zij, een bruid nu maar geen bruid des hemels meer, onver mijdelijk wordt aangeraakt. lXfaar hoe feestelijk naar de uiterlijke schijn, daarachter schuilen de zich reeds spoedig manifesterende Schaduwen van onderlinge haat en strijd, burgeroorlog, een watersnoodramp, vervolging en moord. Beatrice geraakt in tal van tragische situa ties verwikkeld, waarbij zij zich mede ver antwoordelijk weet en voelt, zelf in geduri ge worsteling met het eigen innerlijk con flict tussen de directe binding met God, waartoe alles is terug te voeren, of de weg der zgn. verlichting, die de kennis verder voert, de ogen opent, maar tevens veel ont luistert, al worden daarbij ook in deze ro man vaak maskers van heiligheid wegge trokken die inderdaad vals bleken te zijn. Zij voelt zich als de bijbelse Jacob op de ladder, een ladder waarlangs engelen Gods klommen, die de hemel raakte en waardoor Jacob de Heer zelf aan zijn zijde kon zien. Maar Jacob ziet, als Beatrice, in een volgende droom hoe die ladder niet alleen op aarde staat, maar zelfs dieper reikt dan die aarde, de afgrond in, de onderste sporten ver dwijnend in zwaveldamp. „En ziet, die daar langs op en neder klommen waren duivelen; en de afgrond was gevuld met ontzetting". Jacob ontwaakte bevreesd en als hij om ontferming bidt spreekt de Heer: „Eén lad der is het, die hoog met laag verbindt, en zonder het tweede stuk is er geen eerste". „En Jacob zette op deze plaats een steen, en hij gooide er olie op en noemde die plaats: Wasdom". XXit bijbelcitaat verklaart niet alleen de ti- tel van Hélène Nolthenius' nieuwe ro man, doch vormt mede de sleutel tot het geestelijk hoofdthema: de strijd van een vrouw die van uit de beschermde klooster muren plots in de baaierd van een deels verworden, gevaarlijke, maar toch ook fas cinerende wereld geworpen werd en die daarin nochtans met ziel en geest staande probeert te blijven, gevende wat zij te ge ven heeft, naar beste weten en zonder al thans bewust verraad aan de liefde Gods. Het drama, waarin zij betrokken raakt en noodzakelijkerwijs een rol moet spelen, is tenslotte een drama van ondergang en wereldlijk verlies. Aan het eind van het boek vinden wij haar terug in een cel, op nieuw een kloosterzuster, nog slechts le vend om te bidden, boetend na de offers die zij gebracht heeft, en de schuld waar mee zij zich ook voor anderen beladen voelt. Misschien begint hier de onderste trede van de tweede ladder, wij komen het niet te weten. Na alle roerigheid, een verhaal als vuurwerk, vol speels of schel licht en ge vaarlijke knallen, treedt de stilte ener nog wat weifelende maar toch berustende ver zoening in. „I^en ladder op aarde" is een briljant ge- schreven boek. De schrijfster, die ken nelijk een uitgebreide historische kennis van de als achtergrond gebruikte tijdsperiode bezit, beschikt over verfijnde en zorgvuldi ge stijlmiddelen, die mede zeer bijdragen tot het scheppen van de eigenaardige atmo sfeer waar zij onze verbeelding binnenleidt; exotisch en heroïek zowel als tragisch in zijn felheid van botsing, ondergang en dood. Alles bijeen heeft zij onze letteren hier door een waardevol prozawerk geschonken dat de volle rijpheid van een respectabel schrijvers-talent openbaart. In het najaar van 1969 zal heel Neder land stereofonische radio-uitzendingen kun nen ontvangen. De PTT hoopt omstreeks die tijd Wieringermeer als laatste zender voor dergelijke uitzendingen geschikt te hebben gemaakt Tot nu toe zijn stereofo nische uitzendingen alleen te ontvangen binnen een straal van tachtig kilometer van de zender Lopik. In de laatste maanden van het volgende Jaar begint de PTT met stereofonische proefuitzendingen van de zender Markelo. Wanneer er geen moeilijkheden optreden, zullen deze uitzendingen geleidelijk in nor male uitzendingen overgaan. Tegelijkertijd zal de zender Smilde worden voorzien van een zogenoemde Ballontvanger, waarmee het stereofonisch signaal van de zender Markelo kan worden opgevangen en verder doorgezonden. In de loop van februari wordt de zen der Goes geschikt gemaakt voor stereo. In de zomer volgt de zender Roermond en in het najaar komt de zender Wieringermeer aan de beurt Of de PTT deze plan nen op tijd zal kunnen verwezenlijken is echter afhankelijk van de levering van het materiaal voor de straalverbindingen en de montage. Alle radiostudio's in Hilversum zijn voor stereo ingericht. De Nederlandse Radio Unie zal binnenkort een nieuwe stereoreportage- wagen in gebruik nemen. De Rotterdamse première van de 31ste Snip en Snaprevue zal vrijdag 20 december plaatsvinden zonder een van de sterren uit het programma zangeres Trea Dobs. Zij is ziek en wordt voorlopig vervangen door Lily Kok. De dirigent Co van der Heide Wijna gaat vanaf 23 december het orkest leiden dat de musical Sweet Charity begeleidt. Hij wordt in de Snip en Snaprevue vervangen door Wim de Vries. De Nederlandse liefhebbers van popmuziek zijn op het ogen blik te verdelen in twee groepen; zij die de nieuwe LP van The Beatles al bezitten en zij die nog even tegen de grote uitgave voor dit dubbelalbum aankijken. Een dubbelalbum dus: dertig Beatie- nummers op twee platen met een Apple-etiket, gevat in een spierwitte hoes* De muziek kan worden be schouwd als een staalkaart van drie decennia Amerikaanse en Europese lichte-muziekgeschie- denis, inclusief de historie van The Beatles zelf. Neem bijvoor beeld Honey Pie, dat John Len- non zingt als een refreinzanger uit de jaren dertig, compleet met komische ritmische effect- jes en zoete saxpartijen. Bij een nummer als Good Night denk je aan een zoetelijke showfilm van omstreeks 1950 met iemand als Gordon McRae, omlijst door mierzoete koorzang en vioolspel. Een van de hoogtepunten, het cabaret-ach tig voorgedragen Bungalow Bill, is een rake persi flage op het heldendom van de cowboys. Back in the USSR wordt gebracht op het in de ja ren vijftig zo populaire rock- stramien en Ob-La-Di, Ob-La-Da mikt duidelijk op het goed ver koopbare volkse element, dat bij voorbeeld Yellow Submarine (Jelle zal wel zien) ook heeft. Dan zijn er verder een* aantal mooie, overgevoelig door Paul McCartney voorgedragen liedjes in de sfeer van Yesterday en Eleanor Rigby. Een paar titels: Cry baby cry, Mother nature's son, Martha my dear en Sexy Sady. „Zijn dat The Beatles nu?" zullen sommige jongere pop liefhebbers zich afvragen bij het beluisteren van de hierboven ge signaleerde persiflages op aller lei lichte-muziekstijlen. Wie deze vraag stelt, ziet de dubbele bo dem niet, die door deze vier gro te eigentijdse artiesten in dit club- bel-album is gebracht. The Beatles", nieuw dub- b el-album. Apple Records PCS 7067 en PCS 7068, 32. Phonogram vertegenwoordigt sinds kort het Engelse pop-label Island. Op een van de eerste hier uitgebrachte LP's staat de uit stekende Engelse Bluesband „Jet- thro Tuil", die een mengsel pro duceert van oude blues en mo derne jazz. Er is goed harmoni ca- en fluitwerk, het laatste dui delijk geïnspireerd op Roland Kork. Het vrolijke en zeer mu zikale walsje „Move on alone" moet maar gauw op de hitpara de. De Traffic (Dave Mason, Chris Wood, Steve Win wood en Jim Capaldi) spelen en zingen in dezelfde serie een plaat vol met mooie, melodieuze maar intens weemoedige muziek. Prachtig spel op piano en sopraansax het hoogtepunt van deze LP: time to live. Perfecte blues, shuffle en boo- gie-woogiespel komt voor op een nieuwe Capitol-plaat van The Steve Miller Band (drie gitaren, orgel en slagwerk). De meeste composities (met als topper Back in the USA) zijn van Steve Mil ler zelf. Wie wil weten hoeveel under- groundgroepen onder de vlag CBS varen, kan terecht bij „That's Underground", een zorg vuldig samengestelde verzamel plaat met opnamen van o.a. The Electric Flag, Big Brother and the Holding Company, Bob Dy lan en Blood Sweat and Tears. Op het merk Blue Horizon ten slotte zijn twee LP's van de En gelse rhytm and blues groep Fleetwood Mac uitgebracht, „Fleetwood Mac" en „Mr. Won derful". Dat de 12 Concerti gross! van Handel, die onder het opusnum- mer 6 verschenen, een jeugdwerk zouden zijn, is een onjuiste ge volgtrekking. Handel was in de vijftig toen hij ze componeerde. Het lage opusnummer werd er door de uitgever aan gehecht. De nieuwste opname van deze Concerti grossi werd verzorgd door het kamerorkest The Aca demy of Saint Martin-in-the- Fields, dat ditmaal niet voor het merk Argo doch voor Decca speelde. De partituren werden nauwkeurig bezien door de diri gent Neville Marriner en de ex pert Thurston Dart, die ook de klavecimbelpartijen voor zijn re kening nam. Zijn toelichtende tekst op de hoezen is het lezen waard. Het klinkende resultaat is grandioos. Dit is Handel op ztfn best, majestueus in de lan delen, licht en verend in de le, een kwestie van temp ritme. Marriners orkest zich andermaal een ens zonder weerga, zuiver en het krachtigste forte wellui eensgezind in zijn toewijding De opstelling van de violen links en de tweede rechts verhoogt in de stere<| sche opname de verstaan heid van deze prachtige m die in haar toch zo rijk geva de eenvoud de luisteraar geen enkel probleem stelt. Ook in moderne muziek het kamerorkest The Acal of Saint Martin-in-the-Field| der Neville Marriner tot su re verrichtingen in staat. Mi ballet Apollon Musagete e Pulcinella-suite van Stra leverden zij een plaat di hoogste onderscheiding ven In de Apollon, wellicht het v: delykste werk dat Str a winskyg schreef, is de klank der strijfl van een hemelse schoonheid. Een stel virtuoze blazers daarbij in de elfdelige suite, de componist zelf trok uit zestien nummers bevattende let Pulcinella, gebaseerd op ziek van de 18de eeuwse Ital: se componist Pergolesi. Straj sky kruidde een en ander De onverslijtbare cabaretier Wim Sonneveld heeft vijftien jaar uit zijn carrière op de plaat gezet. De cassette met vier LP's is gelukkig niet onverteerbaar geworden door een teveel aan topnummers; er is ook geen „programma-opbouw"De laat ste twee platen zijn zonder pu bliek opgenomen. Zijn keuze, die in 36 liedjes en conferences re sulteerde, heeft zoals zijn optre den in een zaal de voor Sonne veld karakteristieke onnadruk kelijkheid. Het is elegant net even aangegeven. Zelfs denderende succesnum mers als Frater Venantius, de le gendarische Willem Parel („Niet op reageren Lena"), Tearoom tango. Nikkelen Nelis en Marjo- lijne blijven ook zonder het visu ele element, dat bij Sonneveld zo belangrijk is, licht van toon. Een prachtige registratie is de ze serie van Sonnevelds talenten scala. Hij kan bitterzoet zijn l- risch, sociaal bewogendwaas- komisch, navrant; ondeugend, melancholiek of vermakelijk, maar nooit sentimenteel. Hij mist daaraan met de licht ironische twijfel die hem eigen is de behoefte. Amuseren is ook een serieuze zaak", schrijft Jean Senn in de inleiding. Voor die „serieuze wel het het Amstelveens als het p landsaccent beheerst. Een stem bovendien die in enkele fraaie liedjes zoals „Wat moet ik doen zonder jou" (Lee Young Ver- hage) en Marjolijne (Kellenbach Schmidt) een vol en smeuïg timbre laat horen, dat hem ook voor de Davids-vertolkingen zo geschikt maakt. Een van de succespijlers bij live-optreden is de verbindende conférence. Die ontbreekt uiter aard op de plaat met de niet chronologische nummers. Maar door geluidstechnische foefjes lijken de LP's toch een afge rond optreden. Een musisch, maar vooral muzikaal optreden, waarvoor Harry Bannink en Jean Senn het leeuwedeel voor hun rekening namen. De teksten zijn maar in enkele gevallen van Sonneveld. Zijn lijfschrijvers zijn Simon Carmiggelt, Annie M. G. Schmidt, Michel van der Plas en Hugo Verhage. De taalvirtuoos Sonneveld be- gesteld. De firma Bovema heeft kenne lijk zuiver gelet op de nieuwe impuls voor geschenk-kopers en dat is een plaat van Toon Her mans altijd. Er staan oude tot zeer oude nummers op, die over het algemeen ook al op andere platen voorkomen. Bij sommige onderdelen zoals de conféren ce over de stoel wordt boven dien het gemis van het „zien" bijzonder storend. Wonderlijk is het dat vrijwel tegelijkertijd door de firma Ira- mac (van Willem Duys) een plaat is uitgebracht met een op name van Toons show voor Ame rika. Een touwtrekken van twee platenmaatschappijen dat een artiest in dit geval Toon Her mans beslist niet ten goede komt. Toon Hermans, leve Toon. His Master's Voice XLPH 20023 f 13,90. Wat precies het Rembrandtjaar 1969 gaat brengen, is nog niet in alle onderdelen rijp voor bekendmaking. Maar zeker is dat dat jaar waarin het feit wordt herdacht dat driehonderd jaar geleden Rembrandt stierf, terdege voorbereid wordt opgewacht door de Nederlandse uitgevers. Minstens drie belangrijke uitgaven liggen vanaf het einde van dit jaar op belangstel lenden te wachtenRembrandt en Amster dam van Rudi Fuchs uitgave Lemniscaat, Rotterdamhet monumentale werk van pro fessor H. Gerson over het geschilderde werk (uitgave Meulenhoff) en dan het zojuist ten doop gehouden prachtige boek van B. Haak, hoofdconservator van het Amsterdams Histo risch museum. Dit boek is in samenwerking met buiten landse uitgevers en de Nederlandse Boeken club uitgegeven door de Uitgeverij Contact in Amsterdam. De prijs is verrassend laag voor het gebodene: f 75 bij voorintekening voor 31 december, daarna f 85. Leden van de Nederlandse Boekenclub betalen aanzien lijk minder. Blijkt het bijzondere aspect van het boek van Fuchs al uit de titel en bepaalt Gerson zich strikt tot de wetenschap en de nieuwste inzichten omtrent echt en onecht van Rembrandt's schilderijen, Haak treedt als gids op, met de nieuwste gegevens achter zich. Hij wendt zich vanuit zijn vak tot het grote publiek. Hij doet dit aan de hand van 612 afbeeldingen, waarvan 109 in kleur. „Met 80 procent ervan ben ik gelukkig, er zijn er maar een paar die ik graag anders had gezien", zegt prof. Gerson als wij hem naar de kleurkwaliteit vragen. Zijn tekst waar in inderdaad werk, leven en wat van de tijd bekend is in elkaar verweven werden, volgt zo consequent mogelijk het beeld. Wat verder tot die eenheid bijdraagt is dat hij niet in aparte hoofdstukken te werk is gegaan, maar zijn veelzijdig thema onge broken heeft gelaten. Zo volgt hij wel de data en de chronologie, maar laat de ge lijktijdigheid van de aspecten verder zijn gids zijn. Enig nadeel: wie iets speciaals zoekt heeft langer werk, tenzij hij bijtijds het zeer zorgvuldige register heeft geraadpleegd voor het paginanummer. Haak's „sociologische" methode is voor de niet-vakman een der weinig juiste, althans hanteerbare. Wat ieder zeker interesseert is vooral die ingewikkelde man Rembrandt, su perieur en nobel, en tegelijk vol van dezelf de agressies en tekorten, die ieder heeft. Bij het genie komen ze in verdubbelde mate te voorschijn. Joor wat de etsen aangaat, heeft Haak ge- streefd naar de aanschouwelijkheid van de werkwijze. Hij vergelijkt de verschillende sta ten van de etsen en toont aldus hoe juist Rembrandt al in zijn tijd radicaal is ten aanzien van het „vak" door hele partijen weg te raderen en over te maken. De kunstenaar aan het werk dat fascinerende aspect van de meester is er onder Haak's hand volledig uitgekomen, zoals dat bij Picasso door Hélè ne Parmelin werd gedaan. Zij blijken boven dien opvallend vergelijkbaar, de grootmees ters Rembrandt en Picasso ds Blazersensem- platendebuut ge- •bluffende opna- ks Serenade, opua phonie van Char Menuet en finale De opnamen die msterdamse Con- akté, hebben een die de luisteraar |et feilloos ensem- te toonvorm ing en ig, doorzichtig en en. die de enkele ja- erleden Thom de opvolgde als leider van het ensemble, kan zich over deze schit terende plaat dan ook in de han den wrijven. Met zijn jonge musi ci, het puikje uit de Nederlandse symfonie-orkesten, laat hij op in ternationaal niveau horen waar toe onze blazers in "staat zijn. Klarinettist Georges Pieterson, een van de toegewijden uit het Nederlands Blazersensemble: „Het heeft lang geduurd voor we door een platenmaatschappij wer den gevraagd. Tenslotte was het Philips die ons benaderde. Edo de Waart en opnameleider Van Ginniken bleken twee kracht bronnen die een geweldig team vormden. We hebben elkaar alle maal enorm zitten opzwepen. Op een concert vervliegt je spel op hetzelfde moment dat het tot klinken komt. Zo niet bij een pla- tenopname. Dat is een tastbaar documten en iets om erg gelukkig mee te zijn." Over Edo de Waart zegt Georges Pieterson: „Onder Thom de Klerk zat hij nog als hoboïst in onze club. De hele stijl van het ensem ble is een stuk van hemzelf ge worden. De meesten van ons ken nen elkaar bij wijze van spreken vanaf de wieg. Dat heeft soms zijn nadeel, maar muzikaal alleen maar voordelen. Als ik in het Al gemeen Dagblad moet lezen dat Edo de Waart aspiraties heeft als operadirigent, houden we ons hart vast bij het Nederlands Bla zersensemble. Voor ons is hij on vervangbaar." Philips laat het overigens niet bij deze eersteling zitten. Maart volgend jaar komt de tweede plaat van het Blazersensemble uit met serenades van Mozart. De eersteling van het Blazers ensemble, waarvoor Philips ook al entree heeft gevonden op de Japanse markt, en waarop Gou nod, Schubert en Dvorak zo spi ritueel eer wordt bewezen, zal echter zonder twijfel een aanspo ring voor Edo de Waart en de zij nen zijn op deze weg voort te gaan. Nederlandse Blazersensemble o.l.v. Edo de Waart, met werken van Gounod, Schubert en Dvorak, Philips LY 839704, f 23,50.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 13