EEN LADDER
OP AARDE
Volgend jaar stereo
in heel Nederland
The Beatles in dubbelalbum
Van Hand
Vier LP's van
Sonnevel
en één van Toon
Rembrands leven opnieuw belicht
Driehonderd jaar geleden stierf de grote schilder
Wiliü^Ui ft 'Vfcct'l
Snip en Snap tijdelijk
zonder Trea Dobbs
Steve Miller
Grandioos
Strawinski
Serieuze zaak
~JÊÊÊ^—
Voordelen
LITERAIRE KRONIEK
door
XXet komt niet zo vaak meer voor, althans
op de Nederlandse boekenmarkt, dat
men met een volwassen roman te maken
krijgt, een doorwrocht en in elk opzicht
compleet werk; naar gestalte, inhoud en
stijl een literaire creatie waaraan kennelijk
ook veel studie vooraf is gegaan. Het aantal
prozawerkjes dat de hedendaagse lezers
wordt aangeboden is groot genoeg, en pleegt
steeds groter te worden, maar vaak blijkt
de inhoud ervan dan maar een schamel ge
val. zonder veel smaak, merg en omvang,
hetgeen nog niet betekent dat ook kleine
boekjes geen meesterwerken zouden kunnen
zijn. Doch dit is een zeldzaamheid.
Van veel modern prozawerk krijgt men
wel eens de indruk dat het haastwerk is,
voortgejaagd door een niet zo nobele drang
naar gelding en publiciteit, naar vluchtige
roem of sensatie, om toch vooral niet verge
ten te worden, en misschien ook uit over
wegingen van commercie. Of wellicht is het
mede de geest des tijds, op jachterigheid
gericht, die hier schuldig aan staat. De on
rijpheid viert triomfen, de literaire appels
vallen in enorme kwantiteiten te vroeg uit
de boom.
Maar misschien is het ook verkeerd te
zeggen dat er veel te veel verschijnt en moe
ten wij met een commentator in de Neue
Zürcher Zeitung, Louis Ribaux, bedenken
dat dit nu eenmaal de prijs is, en een niet
te hoge, „den wir für unsere geistige Frei-
heit bezahlen müssen".
Tot die weinige nieuwe romans in ons
taalgebied, die rijpheid paren aan even ta
lentvolle als zorgvuldige stilistiek, eruditie
en geest aan bewogenheid, behoort een bij
Querido verschenen prozawerk van Hélène
Nolthenius: „Een ladder op aarde" genaamd.
De schrijfster had zich al eerder met essays
onder literaire fijnproevers een naam ver
worven. Het blijken nu echter slechts voor
oefeningen te zijn geweest voor haar nieuw
ste boek, een tamelijk omvangrijk werk (236
pag.), gesitueerd in het oude Italië in de
kleurige en spannende overgangstijd tussen
de middeleeuwen en de renaissance.
Het is een „historische" roman in zoverre
dat men er wel historische personages uit
die tijd in aantreft, of althans hun namen,
en dat allerlei gebeurtenissen die er een rol
in vervullen zich destijds ook inderdaad
hebben afgespeeld. Maar het echt-historisch
karakter van de roman beperkt zich toch
hoofdzakelijk tot de schildering van de at
mosfeer en het uitdiepen van de intrige, die
voor de levens- en wereldbeschouwing de
zer periode typerend moet zijn geweest. In
het geheel genomen ligt bij deze „histori
sche roman" dus toch wel de nadruk op het
tweede epitheton.
TXe romantisch-tragische geschiedenis
speelt zich af in de hofkringen der Ita
liaanse heersers van Ravenna. Verona en
Venetië, met steeds als centrale figuur een
jonge vrouw, Beatrice, die zich bij de aan
vang van het boek in een nonnenklooster
bevindt, als religieuse, en daar juist als
door een wonder een pest-epidemie heeft
overleefd. Dat zij, als de jongste, niet zoals
haar meeste mede-zusters in het convent,
bij de verpleging van pest-patiënten dode
lijk besmet is geraakt, maar de ziekte slechts
in lichte mate krijgt en weet te herstellen,
maakt de vrome jonge vrouw als beschaamd
tegenover de anderen omdat het is alsof
God haar offer niet waardig genoeg vond.
In die verslagen stemming wordt zij door
vooraanstaande familiekringen uit het
klooster gehaald, omdat de dynastie een jon
ge vrouw nodig heeft voor het sluiten van
een diplomatiek huwelijk. Plotseling ziet zij
die van jongsaf het habijt heeft gedragen,
zich nu in de weelderige en kaleidoscopische
wereld van het Italiaanse hofleven ge
plaatst, met al zijn intriges en tegenstel
lingen, zijn opsmuk en zijn wereldsheid,
mede bepaald door allerlei nieuwe filosofi
sche ideeën die daar ingang vinden, zo ge
heel anders dan de nederigheid van een een
voudige middeleeuwse godsvrucht waarin
zij was opgevoed.
De renaissancistische wereldbeschouwing,
die zij ontmoet in haar aanraking met
staatslieden, hovelingen, dichters en wijsge
ren, waaronder een wijze Jood, Simon Ju-
dea, die om zijn rijke filosofische geest veel
voor haar gaat betekenen, brengt haar in
verwarring. En daarbij komt dan nog de
.aardse liefde waardoor zij, een bruid nu
maar geen bruid des hemels meer, onver
mijdelijk wordt aangeraakt.
lXfaar hoe feestelijk naar de uiterlijke
schijn, daarachter schuilen de zich
reeds spoedig manifesterende Schaduwen
van onderlinge haat en strijd, burgeroorlog,
een watersnoodramp, vervolging en moord.
Beatrice geraakt in tal van tragische situa
ties verwikkeld, waarbij zij zich mede ver
antwoordelijk weet en voelt, zelf in geduri
ge worsteling met het eigen innerlijk con
flict tussen de directe binding met God,
waartoe alles is terug te voeren, of de weg
der zgn. verlichting, die de kennis verder
voert, de ogen opent, maar tevens veel ont
luistert, al worden daarbij ook in deze ro
man vaak maskers van heiligheid wegge
trokken die inderdaad vals bleken te zijn.
Zij voelt zich als de bijbelse Jacob op de
ladder, een ladder waarlangs engelen Gods
klommen, die de hemel raakte en waardoor
Jacob de Heer zelf aan zijn zijde kon zien.
Maar Jacob ziet, als Beatrice, in een volgende
droom hoe die ladder niet alleen op aarde
staat, maar zelfs dieper reikt dan die aarde,
de afgrond in, de onderste sporten ver
dwijnend in zwaveldamp. „En ziet, die daar
langs op en neder klommen waren duivelen;
en de afgrond was gevuld met ontzetting".
Jacob ontwaakte bevreesd en als hij om
ontferming bidt spreekt de Heer: „Eén lad
der is het, die hoog met laag verbindt, en
zonder het tweede stuk is er geen eerste".
„En Jacob zette op deze plaats een steen,
en hij gooide er olie op en noemde die
plaats: Wasdom".
XXit bijbelcitaat verklaart niet alleen de ti-
tel van Hélène Nolthenius' nieuwe ro
man, doch vormt mede de sleutel tot het
geestelijk hoofdthema: de strijd van een
vrouw die van uit de beschermde klooster
muren plots in de baaierd van een deels
verworden, gevaarlijke, maar toch ook fas
cinerende wereld geworpen werd en die
daarin nochtans met ziel en geest staande
probeert te blijven, gevende wat zij te ge
ven heeft, naar beste weten en zonder al
thans bewust verraad aan de liefde Gods.
Het drama, waarin zij betrokken raakt
en noodzakelijkerwijs een rol moet spelen,
is tenslotte een drama van ondergang en
wereldlijk verlies. Aan het eind van het
boek vinden wij haar terug in een cel, op
nieuw een kloosterzuster, nog slechts le
vend om te bidden, boetend na de offers
die zij gebracht heeft, en de schuld waar
mee zij zich ook voor anderen beladen voelt.
Misschien begint hier de onderste trede
van de tweede ladder, wij komen het niet te
weten. Na alle roerigheid, een verhaal als
vuurwerk, vol speels of schel licht en ge
vaarlijke knallen, treedt de stilte ener nog
wat weifelende maar toch berustende ver
zoening in.
„I^en ladder op aarde" is een briljant ge-
schreven boek. De schrijfster, die ken
nelijk een uitgebreide historische kennis van
de als achtergrond gebruikte tijdsperiode
bezit, beschikt over verfijnde en zorgvuldi
ge stijlmiddelen, die mede zeer bijdragen tot
het scheppen van de eigenaardige atmo
sfeer waar zij onze verbeelding binnenleidt;
exotisch en heroïek zowel als tragisch in
zijn felheid van botsing, ondergang en dood.
Alles bijeen heeft zij onze letteren hier
door een waardevol prozawerk geschonken
dat de volle rijpheid van een respectabel
schrijvers-talent openbaart.
In het najaar van 1969 zal heel Neder
land stereofonische radio-uitzendingen kun
nen ontvangen. De PTT hoopt omstreeks
die tijd Wieringermeer als laatste zender
voor dergelijke uitzendingen geschikt te
hebben gemaakt Tot nu toe zijn stereofo
nische uitzendingen alleen te ontvangen
binnen een straal van tachtig kilometer
van de zender Lopik.
In de laatste maanden van het volgende
Jaar begint de PTT met stereofonische
proefuitzendingen van de zender Markelo.
Wanneer er geen moeilijkheden optreden,
zullen deze uitzendingen geleidelijk in nor
male uitzendingen overgaan. Tegelijkertijd
zal de zender Smilde worden voorzien van
een zogenoemde Ballontvanger, waarmee
het stereofonisch signaal van de zender
Markelo kan worden opgevangen en verder
doorgezonden.
In de loop van februari wordt de zen
der Goes geschikt gemaakt voor stereo. In
de zomer volgt de zender Roermond en in
het najaar komt de zender Wieringermeer
aan de beurt Of de PTT deze plan
nen op tijd zal kunnen verwezenlijken is
echter afhankelijk van de levering van het
materiaal voor de straalverbindingen en de
montage.
Alle radiostudio's in Hilversum zijn voor
stereo ingericht. De Nederlandse Radio Unie
zal binnenkort een nieuwe stereoreportage-
wagen in gebruik nemen.
De Rotterdamse première van de 31ste
Snip en Snaprevue zal vrijdag 20 december
plaatsvinden zonder een van de sterren uit
het programma zangeres Trea Dobs. Zij
is ziek en wordt voorlopig vervangen door
Lily Kok.
De dirigent Co van der Heide Wijna gaat
vanaf 23 december het orkest leiden dat de
musical Sweet Charity begeleidt. Hij wordt
in de Snip en Snaprevue vervangen door
Wim de Vries.
De Nederlandse liefhebbers
van popmuziek zijn op het ogen
blik te verdelen in twee groepen;
zij die de nieuwe LP van The
Beatles al bezitten en zij die nog
even tegen de grote uitgave voor
dit dubbelalbum aankijken. Een
dubbelalbum dus: dertig Beatie-
nummers op twee platen met
een Apple-etiket, gevat in een
spierwitte hoes*
De muziek kan worden be
schouwd als een staalkaart van
drie decennia Amerikaanse en
Europese lichte-muziekgeschie-
denis, inclusief de historie van
The Beatles zelf. Neem bijvoor
beeld Honey Pie, dat John Len-
non zingt als een refreinzanger
uit de jaren dertig, compleet
met komische ritmische effect-
jes en zoete saxpartijen. Bij een
nummer als Good Night denk je
aan een zoetelijke showfilm van
omstreeks 1950 met iemand als
Gordon McRae, omlijst door
mierzoete koorzang en vioolspel.
Een van de hoogtepunten,
het cabaret-ach tig voorgedragen
Bungalow Bill, is een rake persi
flage op het heldendom van de
cowboys. Back in the USSR
wordt gebracht op het in de ja
ren vijftig zo populaire rock-
stramien en Ob-La-Di, Ob-La-Da
mikt duidelijk op het goed ver
koopbare volkse element, dat bij
voorbeeld Yellow Submarine
(Jelle zal wel zien) ook heeft.
Dan zijn er verder een* aantal
mooie, overgevoelig door Paul
McCartney voorgedragen liedjes
in de sfeer van Yesterday en
Eleanor Rigby. Een paar titels:
Cry baby cry, Mother nature's
son, Martha my dear en Sexy
Sady.
„Zijn dat The Beatles nu?"
zullen sommige jongere pop
liefhebbers zich afvragen bij het
beluisteren van de hierboven ge
signaleerde persiflages op aller
lei lichte-muziekstijlen. Wie deze
vraag stelt, ziet de dubbele bo
dem niet, die door deze vier gro
te eigentijdse artiesten in dit club-
bel-album is gebracht.
The Beatles", nieuw dub-
b el-album. Apple Records
PCS 7067 en PCS 7068, 32.
Phonogram vertegenwoordigt
sinds kort het Engelse pop-label
Island. Op een van de eerste hier
uitgebrachte LP's staat de uit
stekende Engelse Bluesband „Jet-
thro Tuil", die een mengsel pro
duceert van oude blues en mo
derne jazz. Er is goed harmoni
ca- en fluitwerk, het laatste dui
delijk geïnspireerd op Roland
Kork. Het vrolijke en zeer mu
zikale walsje „Move on alone"
moet maar gauw op de hitpara
de. De Traffic (Dave Mason,
Chris Wood, Steve Win wood en
Jim Capaldi) spelen en zingen in
dezelfde serie een plaat vol met
mooie, melodieuze maar intens
weemoedige muziek. Prachtig
spel op piano en sopraansax
het hoogtepunt van deze LP:
time to live.
Perfecte blues, shuffle en boo-
gie-woogiespel komt voor op een
nieuwe Capitol-plaat van The
Steve Miller Band (drie gitaren,
orgel en slagwerk). De meeste
composities (met als topper Back
in the USA) zijn van Steve Mil
ler zelf.
Wie wil weten hoeveel under-
groundgroepen onder de vlag
CBS varen, kan terecht bij
„That's Underground", een zorg
vuldig samengestelde verzamel
plaat met opnamen van o.a. The
Electric Flag, Big Brother and
the Holding Company, Bob Dy
lan en Blood Sweat and Tears.
Op het merk Blue Horizon ten
slotte zijn twee LP's van de En
gelse rhytm and blues groep
Fleetwood Mac uitgebracht,
„Fleetwood Mac" en „Mr. Won
derful".
Dat de 12 Concerti gross! van
Handel, die onder het opusnum-
mer 6 verschenen, een jeugdwerk
zouden zijn, is een onjuiste ge
volgtrekking. Handel was in de
vijftig toen hij ze componeerde.
Het lage opusnummer werd er
door de uitgever aan gehecht.
De nieuwste opname van deze
Concerti grossi werd verzorgd
door het kamerorkest The Aca
demy of Saint Martin-in-the-
Fields, dat ditmaal niet voor het
merk Argo doch voor Decca
speelde. De partituren werden
nauwkeurig bezien door de diri
gent Neville Marriner en de ex
pert Thurston Dart, die ook de
klavecimbelpartijen voor zijn re
kening nam. Zijn toelichtende
tekst op de hoezen is het lezen
waard.
Het klinkende resultaat is
grandioos. Dit is Handel op ztfn
best, majestueus in de lan
delen, licht en verend in de
le, een kwestie van temp
ritme. Marriners orkest
zich andermaal een ens
zonder weerga, zuiver en
het krachtigste forte wellui
eensgezind in zijn toewijding
De opstelling van de
violen links en de tweede
rechts verhoogt in de stere<|
sche opname de verstaan
heid van deze prachtige m
die in haar toch zo rijk geva
de eenvoud de luisteraar
geen enkel probleem stelt.
Ook in moderne muziek
het kamerorkest The Acal
of Saint Martin-in-the-Field|
der Neville Marriner tot su
re verrichtingen in staat. Mi
ballet Apollon Musagete e
Pulcinella-suite van Stra
leverden zij een plaat di
hoogste onderscheiding ven
In de Apollon, wellicht het v:
delykste werk dat Str a winskyg
schreef, is de klank der strijfl
van een hemelse schoonheid.
Een stel virtuoze blazers
daarbij in de elfdelige suite,
de componist zelf trok uit
zestien nummers bevattende
let Pulcinella, gebaseerd op
ziek van de 18de eeuwse Ital:
se componist Pergolesi. Straj
sky kruidde een en ander
De onverslijtbare cabaretier
Wim Sonneveld heeft vijftien
jaar uit zijn carrière op de plaat
gezet. De cassette met vier LP's
is gelukkig niet onverteerbaar
geworden door een teveel aan
topnummers; er is ook geen
„programma-opbouw"De laat
ste twee platen zijn zonder pu
bliek opgenomen. Zijn keuze, die
in 36 liedjes en conferences re
sulteerde, heeft zoals zijn optre
den in een zaal de voor Sonne
veld karakteristieke onnadruk
kelijkheid. Het is elegant net
even aangegeven.
Zelfs denderende succesnum
mers als Frater Venantius, de le
gendarische Willem Parel („Niet
op reageren Lena"), Tearoom
tango. Nikkelen Nelis en Marjo-
lijne blijven ook zonder het visu
ele element, dat bij Sonneveld
zo belangrijk is, licht van toon.
Een prachtige registratie is de
ze serie van Sonnevelds talenten
scala. Hij kan bitterzoet zijn l-
risch, sociaal bewogendwaas-
komisch, navrant; ondeugend,
melancholiek of vermakelijk,
maar nooit sentimenteel. Hij
mist daaraan met de licht
ironische twijfel die hem eigen
is de behoefte.
Amuseren is ook een serieuze
zaak", schrijft Jean Senn in de
inleiding. Voor die „serieuze
wel het
het Amstelveens als het p
landsaccent beheerst. Een stem
bovendien die in enkele fraaie
liedjes zoals „Wat moet ik doen
zonder jou" (Lee Young Ver-
hage) en Marjolijne (Kellenbach
Schmidt) een vol en smeuïg
timbre laat horen, dat hem ook
voor de Davids-vertolkingen zo
geschikt maakt.
Een van de succespijlers bij
live-optreden is de verbindende
conférence. Die ontbreekt uiter
aard op de plaat met de niet
chronologische nummers. Maar
door geluidstechnische foefjes
lijken de LP's toch een afge
rond optreden. Een musisch,
maar vooral muzikaal optreden,
waarvoor Harry Bannink en
Jean Senn het leeuwedeel voor
hun rekening namen. De teksten
zijn maar in enkele gevallen van
Sonneveld. Zijn lijfschrijvers zijn
Simon Carmiggelt, Annie M. G.
Schmidt, Michel van der Plas
en Hugo Verhage.
De taalvirtuoos Sonneveld be-
gesteld.
De firma Bovema heeft kenne
lijk zuiver gelet op de nieuwe
impuls voor geschenk-kopers en
dat is een plaat van Toon Her
mans altijd. Er staan oude tot
zeer oude nummers op, die over
het algemeen ook al op andere
platen voorkomen. Bij sommige
onderdelen zoals de conféren
ce over de stoel wordt boven
dien het gemis van het „zien"
bijzonder storend.
Wonderlijk is het dat vrijwel
tegelijkertijd door de firma Ira-
mac (van Willem Duys) een
plaat is uitgebracht met een op
name van Toons show voor Ame
rika. Een touwtrekken van twee
platenmaatschappijen dat een
artiest in dit geval Toon Her
mans beslist niet ten goede
komt.
Toon Hermans, leve Toon.
His Master's Voice XLPH
20023 f 13,90.
Wat precies het Rembrandtjaar 1969 gaat
brengen, is nog niet in alle onderdelen
rijp voor bekendmaking. Maar zeker is dat
dat jaar waarin het feit wordt herdacht dat
driehonderd jaar geleden Rembrandt stierf,
terdege voorbereid wordt opgewacht door de
Nederlandse uitgevers.
Minstens drie belangrijke uitgaven liggen
vanaf het einde van dit jaar op belangstel
lenden te wachtenRembrandt en Amster
dam van Rudi Fuchs uitgave Lemniscaat,
Rotterdamhet monumentale werk van pro
fessor H. Gerson over het geschilderde werk
(uitgave Meulenhoff) en dan het zojuist ten
doop gehouden prachtige boek van B. Haak,
hoofdconservator van het Amsterdams Histo
risch museum.
Dit boek is in samenwerking met buiten
landse uitgevers en de Nederlandse Boeken
club uitgegeven door de Uitgeverij Contact
in Amsterdam. De prijs is verrassend laag
voor het gebodene: f 75 bij voorintekening
voor 31 december, daarna f 85. Leden van
de Nederlandse Boekenclub betalen aanzien
lijk minder.
Blijkt het bijzondere aspect van het boek
van Fuchs al uit de titel en bepaalt
Gerson zich strikt tot de wetenschap en de
nieuwste inzichten omtrent echt en onecht
van Rembrandt's schilderijen, Haak treedt
als gids op, met de nieuwste gegevens achter
zich. Hij wendt zich vanuit zijn vak tot het
grote publiek. Hij doet dit aan de hand van
612 afbeeldingen, waarvan 109 in kleur.
„Met 80 procent ervan ben ik gelukkig, er
zijn er maar een paar die ik graag anders
had gezien", zegt prof. Gerson als wij hem
naar de kleurkwaliteit vragen. Zijn tekst waar
in inderdaad werk, leven en wat van de tijd
bekend is in elkaar verweven werden, volgt
zo consequent mogelijk het beeld.
Wat verder tot die eenheid bijdraagt is dat
hij niet in aparte hoofdstukken te werk
is gegaan, maar zijn veelzijdig thema onge
broken heeft gelaten. Zo volgt hij wel de
data en de chronologie, maar laat de ge
lijktijdigheid van de aspecten verder zijn gids
zijn. Enig nadeel: wie iets speciaals zoekt
heeft langer werk, tenzij hij bijtijds het zeer
zorgvuldige register heeft geraadpleegd voor
het paginanummer.
Haak's „sociologische" methode is voor de
niet-vakman een der weinig juiste, althans
hanteerbare. Wat ieder zeker interesseert is
vooral die ingewikkelde man Rembrandt, su
perieur en nobel, en tegelijk vol van dezelf
de agressies en tekorten, die ieder heeft. Bij
het genie komen ze in verdubbelde mate te
voorschijn.
Joor wat de etsen aangaat, heeft Haak ge-
streefd naar de aanschouwelijkheid van de
werkwijze. Hij vergelijkt de verschillende sta
ten van de etsen en toont aldus hoe juist
Rembrandt al in zijn tijd radicaal is ten
aanzien van het „vak" door hele partijen weg
te raderen en over te maken. De kunstenaar
aan het werk dat fascinerende aspect van
de meester is er onder Haak's hand volledig
uitgekomen, zoals dat bij Picasso door Hélè
ne Parmelin werd gedaan. Zij blijken boven
dien opvallend vergelijkbaar, de grootmees
ters Rembrandt en Picasso
ds Blazersensem-
platendebuut ge-
•bluffende opna-
ks Serenade, opua
phonie van Char
Menuet en finale
De opnamen die
msterdamse Con-
akté, hebben een
die de luisteraar
|et feilloos ensem-
te toonvorm ing en
ig, doorzichtig en
en.
die de enkele ja-
erleden Thom de
opvolgde als leider van het
ensemble, kan zich over deze schit
terende plaat dan ook in de han
den wrijven. Met zijn jonge musi
ci, het puikje uit de Nederlandse
symfonie-orkesten, laat hij op in
ternationaal niveau horen waar
toe onze blazers in "staat zijn.
Klarinettist Georges Pieterson,
een van de toegewijden uit het
Nederlands Blazersensemble:
„Het heeft lang geduurd voor we
door een platenmaatschappij wer
den gevraagd. Tenslotte was het
Philips die ons benaderde. Edo de
Waart en opnameleider Van
Ginniken bleken twee kracht
bronnen die een geweldig team
vormden. We hebben elkaar alle
maal enorm zitten opzwepen. Op
een concert vervliegt je spel op
hetzelfde moment dat het tot
klinken komt. Zo niet bij een pla-
tenopname. Dat is een tastbaar
documten en iets om erg gelukkig
mee te zijn."
Over Edo de Waart zegt Georges
Pieterson: „Onder Thom de Klerk
zat hij nog als hoboïst in onze
club. De hele stijl van het ensem
ble is een stuk van hemzelf ge
worden. De meesten van ons ken
nen elkaar bij wijze van spreken
vanaf de wieg. Dat heeft soms zijn
nadeel, maar muzikaal alleen
maar voordelen. Als ik in het Al
gemeen Dagblad moet lezen dat
Edo de Waart aspiraties heeft
als operadirigent, houden we ons
hart vast bij het Nederlands Bla
zersensemble. Voor ons is hij on
vervangbaar."
Philips laat het overigens niet
bij deze eersteling zitten. Maart
volgend jaar komt de tweede
plaat van het Blazersensemble
uit met serenades van Mozart.
De eersteling van het Blazers
ensemble, waarvoor Philips ook
al entree heeft gevonden op de
Japanse markt, en waarop Gou
nod, Schubert en Dvorak zo spi
ritueel eer wordt bewezen, zal
echter zonder twijfel een aanspo
ring voor Edo de Waart en de zij
nen zijn op deze weg voort te
gaan.
Nederlandse Blazersensemble
o.l.v. Edo de Waart, met werken
van Gounod, Schubert en Dvorak,
Philips LY 839704, f 23,50.