De VELUWSE bodem
kan veel vertellen
Jaap Groenhof vliegt
onder zijn flatje
Talloze archeologische vondsten
SCHAKEN
door H. KRAMER
li
mm i
■llilil
m
m
m
«Ril
O
E
m
a
AS Al
m
■x
DAMMEN
door J. M. BOM
\,ji I HPM
BRI
door H. W. FILARSKI
E
CRYPTOGRAM
v ->
ï~)e Veluwe is een belangrijk
gebied voor de historicus.
Archeologisch staat dit cen
trale deel van Nederland al
vrij lang in de belangstelling
en uit vele opgravingen is
reeds gebleken, dat de bodem
tal van historische schatten en
wetenswaardigheden bevat.
De Veluwse bodem kan heel
veel vertellen over de rijke
geschiedenis van dit gewest
dat al ver voor de Romeinse
tijd door mensen bewoond
jnoet zijn geweest die, zij het
q? nog zeer primitieve wijze,
hier de landbouw en de vee
teelt hebben beoefend om in
hun bestaan te kunnen voor
zien.
Over die rijkdom van de
Veluwse bodem kan drs. R.
S. Hulst, conservator van de
Rijksdienst voor Oudheidkun
dig Bodemonderzoek te
Amersfoort en provinciaal ar
cheoloog voor Gelderland, veel
vertellen. Al lang voor de op
richting van deze dienst, thans
de grootste in ons land sinds
die na de oorlog is ontstaan,
hebben archeologen van het
Rijksmuseum van Oudheden
in Leiden al activiteiten op de
Veluwe ontwikkeld met het
doel iets van de geschiedenis
van dit gewest te weten te
komen.
Vooral sedert de eeuwwisse
ling is het archeologisch werk
op de Veluwe sterk tot ont
wikkeling gekomen.
Tal van wetenschappelijke
instellingen hebben er al ge
werkt. In de dertiger jaren
was hier bijvoorbeeld profes
sor Van Giffen, verbonden
aan het Biologisch-Archeolo-
gisch Instituut van de Rijks
universiteit van Groningen
vaak werkzaam.
Ook in het afgelopen jaar
is er op de Veluwe belangrijk
wetenschappelijk werk ver
richt. We denken aan de op
gravingen in de wijk Ede-
Veldhuizen en bij Zuid Gin-
kel ook in Ede. Voorts aan de
ontgraving van 'n grafheuvel
op de Groevenbeekse heide
onder Ermelo, 't onderzoek van
'n zogenaamd Celtic-field in
de buurt van Vaassen en de
algehele restauratie van een
grafheuvelgroep-. op de Drie
berg bij Ede.
/"Opgravingen naar oudheid-
kundige vondsten, zoals er
nit elleen op de Veluwe, maar
ook op tal van andere plaatsen
in ons land worden verricht,
hebben veelal geen direct re
sultaat.
Definitieve resultaten en
het trekken van conclusies
■ijn zaken die meestal later
aan de orde komen. Het staat
echter wel vast dat hoe meer
Een grafheuvelgroep uit
de Bronstijd, daterende uit
circa 15001200 voor Chris
tus, op de Bergsham te Gar
deren.
er over de geschiedenis van
een bepaald gewest, vooral ook
mede door de opgravingen, be
kend is geworden, des te meer
de daar wonende bevolking
zich aan die streek gebonden
voelt. Daarom ook voorden de
onderzoekers veelal met een
zekere welwillendheid ontvan
gen. Er zijn dan ook tussen
de wetenschappelijke instel
lingen die, waar dan ook, op
gravingen verrichten en over
heidsinstanties zowel als par
ticulieren, goede betrekkingen.
Met vele aannemers van
grondwerken is er een goede
samenwerking, die vaak tot
uiting komt in het gezamen
lijk gebruik van graaf werktui
gen en het in onderling over
leg uitstippelen van een be
paalde werkindeling waarbij
de opgravers alle kansen krij
gen voor hun onderzoekingen.
JJoe komt men aan objecten,
die voor archeologen in
teressant zijn?
Drs. Hulst vertelde is. dat
men daarover vaak „getipt"
de inwoners zelf uit een be
paalde streek of door mensen,
die door hun studie of oplei
ding interesse hebben voor ar
cheologisch werk. Aan de an
dere kant is het ook moge
lijk, dat men aan een bepaald
wetenschappelijk instituut be
zig is met een studie over een
of andere streek of een be
paald tijdvak en de veronder
stellingen over geschiedkun
dige feiten aan de praktijk ge
toetst wil zien.
Dat er bijvoorbeeld in de bo
dem van Ede-Veldhuizen ge
gevens te vinden zouden zijn
over een intensieve bewoning
uit de Romeinse tijd, die re
presentatief is voor de toestand
van de Veluwe in die jaren,
was niet bekend, totdat men
bij grondwerkzaamheden op
oude resten van bewoningen
stuitte. Een amateur-archeo
loog, de heer E. Zuurdeeg
in Ede, tipte de dienst in
Amersfoort en toen is men
gaan graven. Men had echter
weinig tijd, want het grond
werk voor het bouwrijp ma
ken van het terrein moest
doorgaan.
Bij het werk bij Zuid Gin-
kej, Ede, lag het weer anders.
De Rijksdienst voor Oudheid
kundig Bodemonderzoek wist
uit eigen gegevens, dat daar
een urnenveld moest zijn. Dat
lag dicht bij een kampeerbe-
drijf en om het terrein veilig
te stellen werd het voorgedra
gen voor de monumentenlijst.
Toen voor uitbreiding van de
camping egalisatiewerkzaam
heden moesten plaats vinden,
kon de Rijksdienst onmiddel
lijk een onderzoek instellen.
Weer anders lag de zaak in
Vaassen, waar men te doen
had met een „keuze-object".
In Ermelo daarentegen
moest "men er weer tijdig bij
zijn. De grafheuvel, die daar
op de Groevenbeekse heide ligt
was al lang bekend. Maar toen
zich daar de situatie voordeed
dat de betrokken grond in het
uitbreidingsplan van de ge
meente zou vallen, moest men
snel werken om de heuvel op
tekening en in tekst voor het
nageslacht te kunnen bewa
ren.
ÏOe werkzaamheden van de
Rijksdienst voor Oudheid
kundig Bodemonderzoek heb
ben ook een conserverende
betekenis. Waar woning- of
industriebouw komt, daar is
het terrein voor de weten
schappelijke onderzoekers ver
loren. Maar er zijn ook tal
van plaatsen waar men niet
alleen naar hartelust kan gra
ven, doch ook bepaalde ob
jecten kan bewaren. Dat is
met name het geval met de
grafheuvels op de Ginkelse
heide bij Ede, die in hun oor
spronkelijke staat werden te
ruggebracht en een markant
punt van het landschap uit zijn
gaan maken.
Wie vanaf Ede in de rich
ting Arnhem fietst of rijdt,
ziet even buiten de bebouwde
kom van Ede links in de hei
de de grafheuvels liggen. In
Ermelo zal men enkele graf
heuvels, na restauratie, op
kunnen nemen in een groen
strook.
De archeologen, voor wie
de tijd eigenlijk geen rol zou
mogen spelen, hebben haast
gekregen. Door de aanleg van
wegen, de uitbreiding van ve
le steden en dorpen, dreigen
tal van interessante objecten
voor de wetenschap definitief
verloren te gaan. De weten
schapsmensen moet er als de
kippen bij zijn om de bull
dozers en graafmachines voor
te kunnen blijven. Veelal lukt
dat, maar soms ook niet want
voor dit wetenschappelijk
werk is maar een bepaald
budget beschikbaar waarmee,
lang niet alle opgravingen, die
men graag zou willen verrich
ten, gefinancieerd kunnen wor
den.
Bij vele oudere steden 'of
dorpen ligt eigenlijk wel een
interessant object, vertelt ons
drs. Hulst, maar er zijn ook
tal van gebieden waarover we
niets weten. Dat is met name
het geval van de streek tus
sen Harderwijk en Hattem en
ook met de zuid-oost Veluwe-
zoom tussen Arnhem en Brum-
men. Ook de Gelderse Vallei
bergt nog veel meer schatten
dan de archeologen op dit
moment vermoeden.
Nu al weer is men in
Amersfoort doende om zich 'n
idee te vormen waar men het
volgend jaar zal gaan wer
ken.
Alle objecten worden van
geval tot geval bekeken.
Het gebeurt maar zelden dat
grondeigenaren hun mede-
Bij opgravingen op de
Zuid-Ginkelse Heide te
Ede werden een crematie
urn en de fragmenten van
twee schalen gevonden in een
graf uit de periode 600500
voor Christus.
werking niet verlenen. In som
mige gevallen, waarin schade
aan de bodem zou kunnen
worden veroorzaakt. moet
een vergoeding in onderling
overleg worden vastgesteld.
Daarvoor zijn bij de ROB geen
vaste bedragen zoals bijvoor
beeld bij de Gasunie voor het
leggen van buizen. „Maar we
komen er altijd wel uit", zegt
drs. Hulst, die zich maar wei
nig gevallen kan herinneren,
dat grondeigenaren met de wet.
in de hand (Monumentenwet
1961, artikel 23) gedwongen
moesten worden om de ar
cheologen op hun land toe te
laten.
„We moeten natuurlijk wel
vaak onze plannen en bedoe
lingen toelichten, want niet
iedereen is direct van het nut
van ons werk overtuigd".
Dat nut is ook niet altijd di
rect aanwijsbaar. Maar alles
wat de bodem oplevert kan er
toch toe meewerken, dat er
een zekere gebondenheid van
de huidige bewoners met de
streek versterkt wordt. En
velen tonen als er eenmaal
„iets voor de dag" gekomen
is, grote interesse voor het
werk van de archeologen.
eschiedkundig zijn de vond
sten op de Veluwe gedaan
van groot belang. „We zijn
geconfronteerd met voorwer
pen en overblijfselen van be
bouwingen die teruggaan tot
ongeveer 10.000 jr. voor Chris
tus en reiken tot de late mid
deleeuwen.
Er zijn op verschillende
plaatsen op de Veluwe vond
sten gedaan die dateren uit 't
paleolithicum, de tijd van on
geveer 10.000 voor Christus in
welke periode hier al mensen
moeten hebben geleefd. Dan
gaan de vondsten over naar
het mesolithicum, de midden
steen tijd uit welke periode men
vrij veel overblijfselen heeft
kunnen vinden.
Ook uit het neolithicum
zijn vondsten afkomstig. Men
heeft kunnen constateren, dat
zo rond 4200-4000 voor Chris
tus in Zuid-Limburg de eer
ste landbouwers verschenen.
Frappant zijn de vondsten
uit het Veluws verleden in de
vorm van aardewerk. De oud
ste daarvan zijn de trechter-
bekers. De standvoetbekers
en de klokbekers dateren uit
een jonger verleden. Van bei
de soorten zijn er op de Ve
luwe veel gevonden. Belang
rijk zijn ook de vondsten die
wijzen op de bronstijd en de
daarop volgende ijzertijd. Die
vondsten worden o.m. gedaan
bij urnenvelden. Overigens, die
late bronstijd is belangrijk
voor ons land geweest. Die
heeft een stempel gedrukt op
latere eeuwen en heeft ons
land eigenlijk meer gezicht ge
geven.
/"Op de Veluwe is ook, dat is
uit talloze vondsten wel
gebleken, de invloed van de
Romeinse cultuur merkbaar
geweest, al vielen deze stre
ken niet direct binnen de Ro
meinse invloedssfeer. De ri
vieren vormden de grenzen
van het Romeinse Rijk, maar
het is aan te nemen, dat er
wel betrekkingen zijn geweest
tussen de Romeinen en de
volken op de Veluwe, en via
de Veluwe met noordelijker
streken.
Het werk van de archeolo
gen is ook van betekenis voor
het aanzicht van het land
schap. Daarom wordt in vele
gevallen grote aandacht be
steed aan de restauratie van
bijv. grafheuvels. Als zo'n
heuvel is onderzocht, waarbij
vele grondlagen voorzichtig
moeten worden afgegraven,
dan bouwt men die heuvel ook
weer op. Zo'n heuvel of heu-
velgroep blijkt vaak van grote
landschappelijke betekenis.
Daarom is het werk van de
Rijksdienst voor Oudheidkun
dig Bodemonderzoek vandaag
de dag ook van betekenis voor
de ruimtelijke ordening. Het
komt de laatste jaren ook
voor dat men bij de uitvoering
van ruilverkavelingswerk
zaamheden op archeologische
vondsten stuit of dat men, in
het kader van de ruilverkave
lingen, bepaalde onderzoekin
gen kan verrichten.
Frankische bronzen riem-
tong uit de zevende eeuw,
gevonden bij een opgraving
te Beekbergen.
Zo werd kortgeleden in de
taluds van een pas gegraven
afvoersloot aan de voet van
de boerderijterp „De Koppel"
in de Malburgse polder bij
Arnhem op een diepte van on
geveer een halve meter een
met klei overdekt maaiveld ge
vonden waarin resten van een
bewoning voorkwamen. Die
bestonden uit scherven van
aardewerk, baksteenpuin en
beenderen. Een en ander da
teert uit de veertiende en vijf
tiende eeuw. De terp valt he
laas binnen het uitbreidings
plan van Arnhem-Zuid en zal
moeten worden geslecht.
TOe hier genoemde oudheid
kundige objecten zijn maar
enkele voorbeelden van de
vele vondsten op archeologisch
gebied, die er op wijzen, dat
de Veluwe tot in de verre oud
heid een belangrijk cultuurcen
trum moet zijn geweest.
De opgravingen van de weten
schapsmensen mogen dan geen
directe baten opleveren, ze ge
ven toch de geleerden de ge
legenheid zich een beeld te
vormen over de culturele en
landschappelijke ontwikkeling
en gegevens te verzamelen
over de opbouw van de bo
dem, waarmee men thans zijn
voordeel kan doen. En dat is
vaak meer waard dan baar
geld...
SOMS kan één anke'« partij t
geweldige invloed hebben op een
groot toernooi. Er tijn gevallen be
kend dat een groot meester zich de
eerate prijs zag ontgaan doordat hij ver
loor van de hekkeshilter. Iets dergelijke
gebeurde in de wedstrijd Canada Ne
derland in de voorgroep van de schaak
olympiade te Lugano, een krachtmetin;
die voor onze landgenoten met 21/*11
verloren ging.
Wel behaalden onze landgenoten in de
ze voorgroep evenveel punten als de Ca
nadezen, maar de onderlinge uitsla e
besliste over een plaats in de finale
Onze landgenoot Lodewijk Prins, die van
zijn vier partijen in de voorgroep er drit
won, trof het niet dat zijn Canadese
tegenstander Day juist tegen hem zijn
(Hrinajeajdeg had. Veel dergelijke dagen
had Dar, gezien lijn resultaat van 3V« uit
13 partijen, in Lugano niet.
Hieronder het verloop van deze ge
denkwaardige partij.
Wit: Lodewijk Prins (Nederland).
Zwart: Laurence Day (Canada).
Siciliaanse verdediging. (Lugano 1968).
1. e2—e4, c7c3 2. Pgl— f3, e7—e€ 3
c2c4, *7—aft
(Niet een erg overtuigende reactie op
wita ongebruikelijke derde zet).
4. Lfl—e2, Pbftcft 5. 0—0, Pgg—f6 6.
Pbl—c8. Dd*—c7 7. aS—a3. b7—b€ 8.
d2—d<. c5xd4 Pfjxdl (Nu kan wit met
het resultaat van zijn terughoudende be
handeling van de opening zeer tevreden
zijn. HIJ heeft een overwicht aan terrein
waai zwart weinig tegenovei kan stel
len).
9L08b7 10. Lel—e3. Lf8—-d6 11.
hl—hl (Na 11. M, Pxd4 12. Dxd4, Lc5 13.
Dd8, Lxe3t 14. Dxe3, Dc5 heeft wit niets
.reikt).
11Ld6e5! (Nu gaat 12. 14 niet
vegans 12. Pxd4 13. Lxd4, Lxf4.)
12. Ddl—d3, h7hS!? 13. Tfl—cl,
ea—hit 14. Kgl—fl (Dit ia veiliger dan 14.
hl waarop 14Pg4 kan volgen).
GEEN VLUCHTVELD
;4. Pc6e5 15. Dd3—dl (Listig: na 15
PXC4 16. Lxc4, Dxc4t 17. Pce2! heeft
e zwarte dame geen vluchtveld meer!).
15Pf6xe4 16. Pc3a4, Pe4—c5 17.
Paixbfi! (Een sehijnoffer, dat de partijen,
althana in materieel opzicht weer op ge
lijke voet brengt).
17 Dc7xb6 18. Pdi13 (Valt niet
alleen de loper op h2 aan, maar dreigt
teven* 19. b4).
18. Db6c6 19. Le3xc5, Lh2—f4!
(Dwingt een kleine verzwakking af).
20. Lc5e3, Lf4xe3 21. f2xe3, Pe5—g4!?
22. Ih3xg47! (Goed en sterk was 22. Tc3.)
'22.'..., h5xg4 23. PO—el? (Verliest gefor
ceerd. Juist was 23. Kf2 met ongeveer
gelijke kansen).
23. Th8—hit 24. Kfl-f2
De opgave van de week: hoe won
zwart de partij vanuit de diagramstel-
Hng?
De oplossing komt in de rubriek van
de volgende week.
s
7
6
5
4
8
2
1
BW
a
a b
c d
e
I h
PRINS
OPLOSSING
De stand was:
Wit (Hort): Kgl, De2, Tel en e6, LbS,
Pc3, pionnen a2, b2, f2, g2, h3. Zwart
(Larsen): Kf8, Dd4, Tc8 en d8, Lg7, Pd5,
pionnen a6, c6, f5. g6, h7. Er volgde: 27.
Te6xc6ü, Tc8xc6 28. Lb3xd5 en zwart gaf
het op, gezien de mogelijkheden 28.
TxdS 29. De8 mat. T6c8 29. De7 mat en 28.
Tc7 29. De6, dreigend 30. Dg8 mat.
I lU dambord" heeft Ton 8ybrands zich
thans ook als auteur aangediend bij
het (zeer kritisch ingestelde) dampubliek.
I In veertig zorgvuldig bijeengebrachte
partijen van topspelers is met analyses
en commentaren niet alleen een gedegen
studiewerk geschapen, maar heeft hij
ook duidelijk zijn strategische opvattin
gen uitgestald.
1 De analyses zijn overzichtelijk tussen
1 de gespeelde zetten gegroepeerd en de
lezer wordt niet vermoeid met allerlei
I onnodige details. Vooral op de kernpun
ten legt Sybrands de nadruk. Hier en
daar zou men van mening kunnen
verschillen over de al of niet speelbaar
heid van sommige varianten, maar van
principieel belang is dit niet. De litera
tuur is verrijkt met «en bijzonder goed
boek, dat zowel voor „volleerden" als
„beginners" nog vaak ter hand zal wor
den genomen.
Als enig nadeel zouden we willen noe
men, dat de partijen in de verschillende
strategische opstellingen niet bij elkaar
gegroepeerd staan, zodat de theoretisch
minder geschoolden moeite zullen heb
ben de kernpunten van verschillend*
spelsystemen te herkennen.
Hieronder een door Sybrands in het
boek behandelde partij van hemzelf: T.
Sybrands (wit) - M. Verlaene (zwart)
Livorno, 8 september 1967. 1. 33—28 19—24-
2. 39-33 14—19: 3. 44—39 17—21: 4. 32—28
20—25; 5. 29x20 25x14 6 37—31 15—20.
Het boek maakt geen opmerking over
deze zet, maar o.i. laat (21—26) zwart
meer keus tot verschillende opbouw dan
het gespeelde.
7- *1-37 1013; 8. 31—26 o10. Sybrands
™<>rkeur aan (18-23). o.i. echter
blijft de zwarte stelling na (20—24) het
meest elastisch.
VOORBARK,
8. 26x17 12x21; beter is naar onze me
ning (11*22) 28x17 (12X21) waarna zwart
oeter tot ontwikkeling van zijn linker
vleugel komt.
10. 36—31 7—12; 11. 46—41 1—7; 12. 50—44
21—26: 13. 31—27 18—23. Over deze zet
maakt Sybrands ook geen opmerking,
doch het is wel duidelijk, dat alle latere
narigheden voor zwart door deze voorba
rige centrumbezetting veroorzaakt wor
den. Zowel 20—24 als 20—25 of zelfs 11—17
of 19—23 zijn allemaal te prefereren!
14. 3430 20—24. Alsnog is 2025, on
danks (41—36) 25x34 (40x18) 13x31 (36x27)
15. 40—34 11—17; 18. 41-36 17—21; 17.
44-40 7—11; 18. 49—44! Niet (30—25) we
gens 24—29! (33X24) 19x30 (28x19) 14x23
(35X24) 23—38 (32x23) 21x41 (36—31) 26x37
(47x36) en nu 10—14—20 met schijfwinst.
18. -12—18; 19. 37—31 26x37 20. 42x31
31-26; 21. 47-42 26x37 22. 42x31 8-12; 23.
30—25 2-8.
Zwart dreigt nu door 24—30 het even
wicht enigszins te herstellen; daarom
volgt: 24. 34—30 12—17; 25. 48—42 Aanvan
kelijk wilde Sybrands hier 39-347 spelen,
maar zag nog bijtijds: (16—21!) 27x7
(17—22) 28x17 (23—29) 34x12 (13—18) 12x23
(19x50) 30x19 (50x8!) en wint!
25. 812. In een uitvoerige analyse
toont Sybrands hier aan. dat (17—21) de
sterkste voortzetting is, waarna b.v.
31—26 als volgt tot zeer goed apel voor
zwart leidt: (15-20) 26x17 (11x31) 36x27
(19-15) 42—37 (24—29!) 33x24 (20x29) 37—31
(8—12) 31—26 (29—34!) 40x29 23x34). Nu
falen 30—24 en 44—40 op (12—17) en (18—
22). Er dreigt bovendien (3440) en
(14—20). Het offer 27—22 (18x27 32x21
(17x27) 39—33 faalt op (13—18—23).
Het beste volgens Sybrands is: 28—22
(34—40) 45X34 (14—20) 25x23 (18x49) 32—28
(12—17!) 22X11 (6X17) 38—32 (49x38) 32x43
(13—18!!) en er dreigt nu (17—21) (18—23)
en (813) waardoor wit moet offeren met
26—21.
Na 30—24 acht Sybrands (terecht) het
afspel remiseachtig. Wit krijgt echter na
(17—21) als volgt toch zeer goede kansen:
42—37 (21—26) 27—22 (18x27) 31x22 (11—17)
22x11 (6x17) 36—31! en zwart staat slecht
omdat op b.v. (1318) 31—27 (9-13) dam
volgt door 25—20 (14x34) 40x20 (15x24)
(23X34) 39x30 (35x24j
35—30 (24X35)
27—21! enz.
In de partij volgde nu: 26. 31—26 3—6;
27. 27—21! 16x27; 28. 32x21 23x32; 29. 38x27
11—16; 30. 42—37! 15—20; 31. 37—31 6—11;
32. 4034 1823; (zie diagram).
Oppervlakkig gezien schijnt zwart na
alle woelingen toch het ergste te boven,
maar met. een schitterende manoeuvre
forceert Sybrands nu de winst: Aan onze
lezers de opgave: Hoe bereikt wit de
winststelling?
OPLOSSING
Wit (Kuyken) 22, 27, 28, 32. 38, 35, 45, 41
(8 at.)
Zwart (Cazemier) 8, 13, 16, 16, 18, 21.
24. 25 (8 st.)
Op zwarts foutzet (21—26?) volgde be
kend, maar nog steeds verrassend 28—23!
(26x17 meerslag!) 23x3 (17—22 gedw.) 3—26
wint.
Zwart had moeten spelen: (2530) 31—26
of? (39-34!) 26x17 (34-39!) en zwart heeft
minstens remise na b.v. 28—23 (19x37)
77—21 (18x27) 21X41 (13—.18).
'iINDHOVEN is dit weekcui-v
1 centrum van de meesterklasse-brie
gestrijd waarin Culemborg
landskampioen gaat worden en twet
teams moeten degraderen. Ongetwijfeld
gillen er bij deze wedstrijden die ook op
brldgerama gebracht worden vele
toeschouwers zijn die deze titanenstrijd,
waarbij zelfs wereldkampioenen in de
gradatiegevaar verkeren, willen volgen
Vorige week liet ik u het partijtje zien
uit de wedstrijd tussen landskampioen
(1968 (Bridgekring) en de vermoedelijke
1 kampioen 1969 (Culemborg). Het was:
èB 5
CHV 7 2
A 109 2
4 B 109 5
V93432
A 108
<>8 7
H3
#10 7 6
(?B8B4
A AV842
$AH
9 6
O AHVB643
A 7 6
X. gever, allen kwetsbaar. Culemborg
had in NZ tot drie SA geboden en na
schoppenstart tien slagen gemaakt (630).
Slavenburg-Kreyns (NZ) boden deze drie
SA ook. maar Kokkes-van Heusden na
men dat goede bod af met vier schop
pen. waarin van Heusden twee down
ging voor een verlies van 590 punten.
Twee vragen werden de lezer voorge
legd: A) Had west er na start met kla
verboer met één down kunnen afkomen?
Indien in de eerste drie slagen door OW
hoge klaveren afgespeeld worden, zal
zuid praktisch weinig beters kunnen
doen dan introeven met schoppenheer,
waarop west een harten wegdoet. Zuid
speelt harten na die west direct met het
■ïeenm om met een kleine senoppt.
c -I-volgen, waarna het met één dowr.
afloopt. Zuid kan wel, na Introeven der
derde klaver, met open kaarten noord
aan slag brengen met ruiten tien, doch
wanneer noord opnieuw klaver speelt en
zuid hoog troeft doet west zijn tweede
harten weg en gaat nog slechts schop
penboer verloren.
Merkwaardig is dat (B) na het nemen
•■n slag 1 met klavervrouw (oost) en in
slag 2 ruiten na, west altijd twee down
moet gaan. Zuid wint die rultenslag en
speelt harten na en als west duikt neemt
noord hartenvrouw om (zoals Slavenburg
uitstekend deed) ruiten te vervolgen, die
de tafel (oost) aftroeft en waarop de
k'.averkleur bij OW blokkeert. OW ver
hezen nu in totaal twee schoppens, één
ruiten en twee hartens.
Tracht west in slag 3 zijn lot te ont
gaan door direct hartenaas te nemen,
klaverheer te spelen en vervolgens zijn
tweede ruiten op tafel (oost) af te troe
ven dan gaat hij toch twee down! Want
wanneer oost klaveraas speelt troeft zuid
met schoppenheer, west doet zijn tweede
harten weg. Nu vervolgt zuid met harten
voor noords hartenvrouw, noord speelt
klaver of harten die zuid met schoppen
aas lntroeft. waarna noord de schop
penboer nog krijgt!
WIJ geloven met meer in Slnttr-
kUaa, was de strekking van enkele
briefjes die ik mocht ontvangen na
bespreking van het spel uit de
MK-wedstrijden
.ia ver) na? iedereen maakt zo'n spel
natuurlijk aan tafel, want hij „telt" een
voudig zeven hartens, twee lngetroefde
klaveren en drie ruitens. Schoppenstart
en klaver na kan daar evenmin wat aan
veranderen. De blindheid waarmee ik dit
■ibc-geval eenvoudig over het hoofd zag
en een veel meer gecompliceerde speel
wijze aanbeval, haalde zelfs het clubblad
van de Rotterdamse Bridgekring 1935.
Mijn enige uitleg: er is niet één brid-
geschrijver op de wereld die het gehele
Jaar achtereen erin slaagt voortdurend
waterdichte analyses te geven.
Verheugend was het aantal „lk verbaas
mij "-briefjes, die bewezen hoezeer dit
kolommetje zaterdags uitgeplozen wordt.
U zit natuurlijk nog vol met speculaas
en andere sinterklaasgerechten. Daarom
vandaag een héél licht kostje:
5
^AHV84S
9 8 7 5
ff 2
A863
~?B962
H V 104
A B
T
West
B1072
A94
O A H B fi 5 3
-
Oost
8
(?H V B 108 5 2
O V
AHB3?
Hoe zes harten door oost te spelen bij
•choppenstart door zuid en schoppen (of
in een parenwedstrijd, zuid gever, nie
mand kwetsbaar, opent noord in derde
hand met twee harten oost volgt met
twee schoppen zuid past west vier
schoppen einde. Zuid start met harten
vijf, noord begint hartenvrouw en har
tenheer te maken, op de tweede harten
doet zuid ruiten twee bij. Aangezien NZ
„omgekeerd" signaleren, betekent ruiten
twee dat zuid waarschijnlijk ruitenaas
heeft. Dus speelt u als noord in slag 2
natuurlijk na...'??
ontl?reken v.a" 'en; 57. ion; 59. net; 60. en; 61. ver- 23. aanzetten; 25. bespatten; 27. le-
(71 4 IfiTfS f metele; te; 66. Tine; 67. lira; 69 gende; 28. rekenen; 31. broei; 32. na-
iniima Vondel; 70' aspect den^ 35- ore^ 37- aas: 40- »tev*n: 42.
(fill. 1.1 n Verticaal: 2. la; 3. oma; 4. perk; 5. katoen; 44. vatten; 46 open; 48. E-
xVeini erg: 7 Spa: 8 tram; 9 hen= 10- ei: lim= 49 Lent; 51- «e1! 56- eend: 58-
Het Blitzlicht van het heelal (7); 12. n. Vorden; 13. snavel; 15. Caland; klip; 61. vin; 62. ree; 63. els; 64. ere;
iiL<ï-«n»??igeP/^Ser. I T0. 17- 8ire; 19- even; 20. tred; 21. Bala: 66. To; 68. A.C.
moet hij betalen (4); 14. Een letter
eruit en het verband is weg (6); 17.
i Het potje van de huisvrouw (6); 19.
Zo vinden moderne meisjes het fijn
(4); 23. Teruggang (7); 25. Negatieve
krachtpatser (7); 26. Dat is opgewon
den (11); 27. Het voedsel in de ge
vangenis is maar heel gewoon (7);
28. Het succes van de bliksem (7).
Verticaal: l. De militair in het
j klooster (7); 2. Kijken met geduld
(7); 4. Als dit niet groot is, is het
maar dom (5); 5. Ysland (7); 6. Ne
mesis als Shylock (11); 7. Zo lang dit
dier klein is, loopt hij op een steile
helling voor aan de file (4); 8. Deze
vensters staan niet vast (5); 9. Lie
veling (11); 13. Deze knappe vrouw
komt spoedig (3); 15. In de boom zit
een dier achterstevoren (3); 16. Vol
gens Darwin onze lelijke neef (7):
18. Men zegt dat vele wegen naar
Rome leiden; deze doet het stellig
(5); 20. Deze apparaten zorgen voor
het verband (7); 21. Porties maken
(7); 22. Gedeserteerde druppel (4);
24. Uit de kunst (5).
Oplossing vorige
kruiswoordraadsel
Horizontaal: 1. slopen; 6. Esther;
12. Amer; 14. prei; 16. os; 18. argen-
1 taan; 21. ba; 22. Ria; 24. Var; 25. bal;
26. draf; 27. lever; 29. sela; 30. éen;
131 beneden; 33. San; 34. zorg; 36.
i kaap; 38. beroet; 39. gedaan; 41.
teen; 43. nest; 45. tot; 47. idealen; 50.
tra; 51. Epen; 53. Elten; 54. keet; 55.
Het duurt naar schatting nog een
jaar en dan zegt in Schiedam
de heer Jaap Groenhof tegen zijn
vrouw: „Ik ga een beetje vliegen
in de kelder". Hij zal inderdaad de
bergruimte onder het flatgebouw
instappen en daarna de cockpit van
het eigen vliegtuigje. Dat dan weer
alleen uit die vliegerscabine zal be
staan.
Om kort te gaan: de heer Groen
hof gaat „droogvliegen" in een ca
bine waarin alle instrumenten wer
ken en die cockpit zal dan weer in
een stalen frame rusten, waarin het
geheel 360 graden kan draaien, zo
dat het net echt vliegen is.
En waarom allemaal? De heer
Groenhof vliegt zo graag. En niet
in een vliegclub, wat voor de hand
zou liggen, want zo'n zestig gulden
voor één uur les krijgen in de lucht
vindt hij te kostbaar.
„Nu zou je normaal zeggen: is die
beweging die je in de kelder wilt
gaan bouwen dan niet kostbaar en
tijdrovend", springt hij zelf in,
„maar dat is het nu juist niet".
Hij stapt, nageroepen door de
grijze papegaai Lolita, die een le
peltje koffie wil, naar de logeer
kamer. Daar kan niet gelogeerd
worden, omdat het vertrek helemaal
volstaat met complete instrumenten-
borden van vliegtuigen, ontvangers
voor de radio-boodschappen van ver
keerstorens en vliegtuigen en bij
voorbeeld ook een losse stuurknup-
pel en voet-pedalen.
„Alles werkt weer", zegt de heer
Groenhof, die van beroep machinist
is in de machinekamer van een
olieraffinaderij. „Ik heb er jaren
aan zitten repareren, want als je
die vliegtuig-instrumenten in een
dump of op een rommelmarkt koopt,
hebben ze tevoren de bijl er even
in gezet".
Voorbeelden heeft hij niet, want
in het link-train-centrum van bij
voorbeeld de KLM heeft hij, begrij
pelijkerwijs misschien, nooit toegang
gekregen.
Maar het stalen frame, waarir
zijn cockpit zal moeten komen, is
al klaar. „Als het lukt en he
lukt me wordt het toch iets ge
weldigs". aldus de heer Groenhof.
„Maar als ik moest kiezen en ik
had geld te over, zou ik toch liever
een beetje op Zestienhoven of zo
gaan lessen".
In dumps en op rommeimarKien Kocnt ae heer Jaap Groenhof uit Schie
dam deze vliegtuiginstrumenten bij stukjes en beetjes op, hoewel ze
zoals gebruikelijk voor de verkoop werden vernield. Maar het werkt alle
maal weer en over een jaar hoopt de heer Groenehof een complete cockpit
te hebben opgebouwd in de kelder.