ER ZIT MUZIEK
IN VEENENDAAL
Auto tegen
groentezaak
Muziekgezelschap leidde
jaren zwer
Flambard
Repetities
Wonder
AGENDA
Bibliotheek
Dirigenten
Uitslag verloting
W. van Rennes
slaagde
cum laude
Gratis
Martelares
Adriaan P. de Kleuver
door
Pagina 5
DINSDAG 17 D€CEMBER 1968
Wanneer men met oudgedienden
van een muziekvereniging gaat pra
ten over „vrögger" hoort men voor
de helft anekdoten die op zichzelf
een héél artikel waard zijn. De ge
schiedenis van „D.S." leerde reeds
dat alle snippertjes, briefjes en reke
ningen indertijd door de kolomka
chel „gejaagd" werden. Van een
keurig bijgehouden archief is geen
sprake. Gelukkig bézit schrijver een
rijk gevuld kranteknipselarchief
dat goede diensten kan bewijzen en
voorts zijn er nog de betrouwbare
zegslieden die het een en ander vei
lig in hun „bovenkamer" opgebor
gen hebben. Zo was het de oud-
voorzitter van Caecilia, Evert van
Walsum, die op voortreffelijke wij
ze de ontbrekende gegevens wist aan
te vullen.
Wij weten niet of Schetzer soms zie
kelijk was, want ook in Ehenen legde
hij er het bijltje bij neer. Sindsdien is
de naam Nannenberg zo met de mu
ziekvereniging verweven geweest dat
oude mensen nóg spreken over „de mu
ziek van Nannenbaarg", nou, endan
weet men het: „Caecilia".
Als bezetenen werd er soms gestu
deerd, want men wilde zich zo snel
mogelijk laten horen. In het voorjaar
van 1905 ging Nannenberg met zijn
orkest voor het eerst op straat. Er
waren twee lichte marsjes ingestu
deerd, die om en om ten gehore wer
den gebracht. Hoofdzaak was dat het
ging! En dat in de tijd van een half
jaar! Dat moet men niet uitvlakken!
De muzikanten liepen er op hun zon
dags bij met pet of bolhoed, flambard
of strooien dop zoals de mode van 1905
was. De muzikanten hadden onderling
een fondsje gesticht (één dubbeltje per
week) en in 1912 kwam Caecilia met
echte muziekpetten op straat. De pak
ken waren toch allemaal zowat van de
zelfde snit.
Het werd een lange weg eer de keu
rige, maar wat al te stemmige bruine
uniformen aangeschaft konden worden,
nu weer vervangen door het fleurige
blauwe jasje met grijze broek. Bij het
25-jarige jubileum paradeerden de mu
zikanten nog steeds met die oude, groe
ne petten.
Het eerste concoursnummer werd
naarstig ingestudeerd. „La rêve d'or"
heette het, een toepasselijke titel overi
gens, want men droomde van goud.
Maar ja, óók Caecilia moest bij de laat
ste trede beginnen; het werd een twee
de prijs in Hilversum. Dat was in 1907.
Het volgende concours was dat te
Amersfoort en nog vóór de muzikan
ten Veenendaalse bodem betraden wist
héél Veenendaal dat het een éérste prijs
geworden was met bevordering naar de
Caecilia" poseerde ter gelegenheid
van het 40-jarig bestaan.
Uit het persoonlijke archief van de
heer G. van Walsum is ook deze foto
afkomstig. De foto is genomen in het
jaar 1908.
volgende afdeling.
De burgerij dacht dat Caecilia het
pleit voorgoed gewonnen had en men
ging met een intekenlijst rond voor de
aanschaf van een vaandel dat er ook
kwam. Een mooi vaandel en de titel
van dat eerste concoursnummer stond
er met gouddraad op geborduurd: „La
rêve d'or". Het bleef niet bij die droom.
Na verloop van tijd kwam aan het
vaandel goud te 'hangen!
Als wij Dirk Jan van de Scheur zo
trots dat vaandel van Caecilia hoog
zien houden, dan is men geneigd te den
ken aan de vader van Toon Hermans,
die ook zo'n goed vaandeldrager ge
weest moet zijn. Dirk Jan is in goed
gezelschap. Caecilia zou een muzikaal
begrip voor Veenendaal worden! Nu al
zo'n 65 lange jaren!
De voorbereidingen voor de eerste
concoursen kwamen voor een groot
deel tot stand ten huize van Johannes
Nannenberg in de Wilhelminastraat.
Het korps was nog klein en in de
schilderswerkplaats ging het wel en bij
mooi weer werd eindeloos gerepeteerd
in de tuin van Nannenberg. Dan kwam
soms mijnheer Vos, een directielid van
de VSW een kijkje nemen, beter nog
gezegd, een oor te luisteren leggen. Dat
was óók een uitstekend musicus die bo
vendien de kunst van het dirigeren ver
stond.
Hij nam wel eens plaats achter de
De heer Nannenberg die veel bijdroeg
aan het instandhouden van Caecilia.
directielessenaar en dan stond Nannen
berg op 'n afstandje te luisteren en ook
wel omgekeerd. Zó werd gewerkt om
zo snel mogelijk tot een goed korps te
komen. Het leerlingenaantal steeg nog
steéds en het instrumentarium werd
dan ook aangevuld met wat overcom
plete instrumenten van een vereniging
uit Dirksland.
Het jaar 1913 bracht grote festivitei
ten, Veenendaal maakte zich op om de
onafhankelijkheid voor honderd jaar
verworven vrijheid luisterrijk te vieren.
Er waren twee muziekkorpsen en ons
dorp kon het af zonder hulp van bui
ten. Dat ging als aan een lopende band.
Maar dat jaar bracht bijna óók de on
dergang van Caecilia. De vereniging
zette een muziekconcours op poten,
dat echter op een groot financieel fias
co uitdraaide. Bijna lag de vereniging
voor Pampus. Met moeite hield men
zich nog staande.
1914 bracht de eerste Wereldoorlog en
Caecilia kreeg mede een veeg uit de
hete pan. Heel wat muzikanten werden
gemobiliseerd en alweer kwam men
met moeite die vier oorlogsjaren door.
Na de oorlog 1914 - 1918 blééf Caecilia
kampen met een ernstig muzikanten
verloop. Het dieptepunt kwam geduren
de de ellendige crisisjaren en wel héél
speciaal in 1931 toen nog slechts zes
werkende leden en twee muzikanten
over waren. In arren moede heeft Jo
hannes Nannenberg er toen het bijltje
maar bij neergelegd....
En toch... opgeven? Dat kleine groep
je hield stand. Evert van Walsum trom
melde zijn nog steeds enthousiaste
doorbijters bij elkaar en het wonder
geschiedde. De weggebleven leden drup
pelden de een na de ander weer bin
nen het oude verenigingsverband. Men
besloot maar weer naar een nieuwe di
rigent uit te zien. Dat werd een staf
muzikant uit Ede, G. F. Tabois, die
voortbouwende op het in 27 harde ja
ren door Nannenberg gelegd fundament,
Caecilia naar de grenzen van het mo
gelijke dirigeerde.
In 1916 was de vereniging federatief
gaan werken en onder Tabois kwamen
ze al snel in de eerste afdeling terecht.
En weer werd een oorlog spelbreker.
Kapelmeester G. F. Tabois werd in
1939 opgeroepen om een ander soort
muziek te gaan beluisteren: kanonge
bulder.
Toen heeft voorzitter Van Walsum ge
toond wat verenigingstrouw wil zeg
gen. Hij was wat men zo noemt de
ziel van het hele spul. Gedurende 16
moeilijke jaren haalde hij Caecilia op
van nog slechts acht leden in 1931 tot
40 werkende leden in 1947. Dat is toch
iets dat nog wel eens gememoreerd
mag worden nu Evert van Walsum
zijn oude dag genoeglijk slijt in „De
Engelenburgh".
In deze hulde delen dan mede Ab Ja-
cobsen die met 38 dienstjaren de ver
eniging op onnavolgbare wijze 28 jaar
als penningmeester diende en de mu
zikanten Jan en Evert van Manen niet
respectievelijk 38 en 40 dienstjaren. In
1959 bij het 55-jarig jubileum van Cae
cilia was het toer\ oudste lid Cees Hen-
sen 32 jaar muzikant. Dat zijn toch ke
rels geweest om je pet voor af te zet
ten. Want daar stond uiteindelijk geen
firma achter om bij te spijkeren.
voortgebracht had. Na de oorlog moest
men weer opnieuw beginnen met in
strumenten die geheel „uitgediend" wa
ren. Er waren er nog bij die yan dat
pakhuis van Van Essen afkomstig wa
ren!
Sinds enige tientallen jaren beschikt
Caecilia over een „eigen huis" maar
wat is er een water door die oude Bis
schop Davidsgrift gestroomd éér het zo
ver was. 't Begon in de O.L. school, de
oude bij de Straatbrug, maar wegens
verbouwing geraakte men op de keien.
Er volgde een tijd van zwerven van 't
een naar 't ander, soms in gelegenhe
den zó onwaardig voor een hardwer
kend muziekgezelschap dat je jezelf
achteraf nóg de vraag stelt": „Hoe hiel
den ze het er in vredesnaam uit".
't Was in dat oude Veenendaal maar
een armoedige bedoening. Wilt u die
martelgang van Caecilia meevolgen?
Van café Ravenhorst aan de Vendel-
seweg naar een schuur bij „de Gel-
dersche Waag" van Van Schuppen,
van de Tekenschool naar de (var
kens !)schuur van café Vonk, van 't
blikslagerijtje van Woutertje Bou-
man in 't Achterstraatje (waar ze
met z'n allen op een paar vierkante
meters opeengepakt zaten) naar een
bakkerij waar 's avonds nog de hit
te van de gloeiende oven hing, van
de wel grote maar 's winters ijskou
de Eierhal naar een deel van de VSM-
spinnerij.
In de oorlogsjaren zat men nog in het
schuurtje van de familie Jacobsen aan
de -Emmalaan. Moeder Jacobsen had
een goed hart voor die doordouwers en
heeft daar kannenvol koffie leegge
schonken. Aan al deze misère kwam
een einde toen het oud-lid en op dat
moment erelid aannemer Jan Boers zei:
„Mensen, dat gaat zo niet langer, daar
moet wat gebeuren; luister goed! Ik
zal voor jullie een lokaal zetten en dan
ga je dat verhuren en betaalt mij met
dat huurgeld maar terug tot het verre
kend is". Zo kwam Caecilia voorgoed
onder dak en kan eerlang met trots
zeggen: eigen haard is goud waard!
De nare oorlogstijd was voorbij en
de muzikanten opperden het idee dat nu
dé tijd voor concoursbezoek wel weer
daar was. Evert van Walsum had de
gehele oorlog door voor de directie-les
senaar gestaan. Eén en al bescheiden
heid zei deze man toen tot zijn veertig
muzikanten: „Jongens, daarvoor heb ik
niet genoeg in mijn mars; wij gaan uit
zien naar een goede dirigent". De eer
ste dirigent na de oorlog was de heer
Veerman uit Utrecht, die evenwel
slechts een paar jaar bleef en opge
volgd werd door dirigent Van Meckelen
uit Nijmegen.
Onder deze uitstekende leiding bracht
Caecilia het in 1054 tot de Ere-afdeling.
Waarlijk een eclatant presentje voor het
50-jarige bestaan! Naar aanleiding van
dit gouden jubileum organiseerde de
vereniging in 1954 een groot muziekcon
cours en het mag gezegd worden: met
een uitgesproken sucses.
geziene en geliefde vereniging mede.
De muzikanten steken keurig in d«
uniformen en het totaal uitgespeelde ou
de materiaal werd vervangen door een
uitstekend instrumentarium. Bijna 65
jaar loopt Caecilia nu mee en dat be
tekent even zovele jaren goede muziek.
Er zit tóch muziek in Veenendaal.
Van Walsum ging in de bezettings
tijd door of er geen cultuurkamer be
stond. Onder zijn hoede was een ver-
enigingsmuziebibliotheek opgebouwd die
tot de beste van ons land behoorde.
Puur en alleen door vernielzucht van
de bezetter ging deze in 1944 totaal ver
loren. Ja, dat deed het „herrenvolk"
dat mannen als Bach, Brahms, Beetho
ven en zo veel andere grootmeesters
De dirigenten-lessenaar van Caecilia
heeft wel iets weggehad van 'n duiven
slag, zo veelvuldig waren de dirigenten
wisselingen. Na Van Meckelen kwam
Arnold Tromp uit Winsen uit het Rijk
van Nijmegen, een muzikale knaap,
maar ook die nam in 1954 afscheid.
In 1954 werd tot dirigent benoemd J
Weijers uit Hilversum, die er ook al zo
het bijltje bij neer legde. Zo kwam de
taaie vereniging, die van geen opgeven
wilde horen, onder leiding van de be
kwame dirigent Adee, die met Caecilia
in 1964 op grootse wijze het 60-jarig ju
bileum vierde.
Er is met ons „vrije" muziekkorps in
de loop der jaren wel zo het een en an
der gebeurd. Ouderen gingen en jongen
kwamen. Het was een hele gebeurtenis
toen in 1964 een fusie met het Tam
boer- en Pijperkorps „Prins Bernhard'
tot stand kwam. Sindsdien marcheren
de „roodjassen" mee en verlevendigen
het totaalbeeld. Zulke fusies werken al
tijd goed voor beide partijen en Caeci
lia redde er een in Veenendaal graag
Heden, dinsdag
SCHERPENZEEL
Verenigingsgebouw Molenweg, 19.30 u.;
Kerstavond NVV-Vrouwenbond.
BIOSCOOP
Luxor Theater Veenendaal, geen voor
stelling.
Morgen, woensdag
VEENENDAAL
Postkantoor 9-.12 u.: Stand kinderzegel*
geopend.
SCHERPENZEEL
Boszicht, 19.30 u.: Kaartavond N.V.V.-
bes tuu rdersbond
Philalethes, 19.30 u.: Kerstfeest NCVB.
AMERONGEN
Dorpshuis, 20 u.: Nutsavond.
Gemeentehuis, 19 uur: Raad.
WAGENINGEN
Junushof, 20 u.: Gert en Hermien Tim
mermanshow.
BIOSCOOP
Luxor Theater Veenendaal, 19.30 uur:
„Grand Prix".
ELST De prijzen van de zaterdag
j.l. in Pniël te Eist gehouden verloting,
ten behoeve van het Bouwfonds Hoof-
denwoning Bijzondere School zijn ge
vallen op de lotnummers: 35, 57, 81, 170,
187, 215, 238, 248, 292, 312, 345, 425, 435,
470, 482, 553, 555, 568, 590, 633, 703, 730,
737, 753, 756, 770, 781, 815, 835, 903, 930,
944, 957, 965, 966, 972, 978, 980, 1011, 1102,
1105, 1117, 1.138, 1182, 1183, 1203, 1214,
1254, 1262, 1283, 1305, 1310, 1325, 1351,
1381, 1382, 1387, 1411, 1492, 1559, 1561,
1566, 1615, 1665, 1707, 1730, 1743, 1750,
1755, 1772, 1801, 1845, 1866, 1902, 1937,
1950, 1959.
Twee van de hierboven vermelde
nummers n.l. 292 en 1743 zijn gevallen
op een tafelkleed resp. een plaid.
Alle prijzen zijn af te halen bij mevr.
Kr. van Lienden, Rijksstraatweg 103 te
Eist. De prijzen gevallen op de num
mers 1590, 1668, 1679 en 1690 werden
reeds zaterdag gehaald.
ELST Maandagmiddag is op de
Veenendaalseweg in Eist een personen
auto bestuurd door de 42-jarige Marok
kaan D. C. uit de bocht gevlogen.
De Marokkaan, die vergezeld was
van drie landgenoten, reed met 'grote
snelheid, verloor de macht over het
stuur en reed pardoes in op de groente
en fruithandel van T. van Dam. Ge
volg was, dat beide etalageruiten to
taal vernield werden.
De auto raakte total-loss, terwijl de
inzittenden lichte verwondingen oplie
pen. De Marokkanen zijn gehuisvest
in een pension in Amerongen.
VEENENDAAL De heer W. van
Rennes is cum laude geslaagd voor
het „kerkelijk" examen theologie. De
heer Van Rennes studeerde aan de
Rijks Universiteit te Utrecht.
De heer Van Rennes, die 42 jaar is,
was gedurende lange tijd werkzaam
op de inkoopafdeling van de Scheep-
jeswolfabriek in Veenendaal. Hij be
gon eerst op latere leeftijd aan de
predikantenstudie. Op 9 januari, om
19.30 uur, begint in de Geertekerk in
Utrecht zijn „proefpreek".
CAECILIA KLOM OP
MUZIKALE LADDER
NAAR ERE-AFD.
Caecilia is óók op muzikaal gebied voor Veenendaal een begrip geworden.
Eigenlijk wint deze particulière verenging het van „D.S." omdat de laatste
pooit de kans kreeg zich op een concours met anderen te meten. Caecilia
en dan bedoel ik daarmee de muzikanten! Caecilia dan bond vele malen
deze strijd aan en klom op de muzikale ladder naar de de ere-afdeling.
Om naar de top te stijgen moet men
eindeloos repeteren. Zo'n vereniging
vóelt dat het moet, want nooit heeft
iemand het sportieve element zo prach
tig omschreven als de apostel Paulus
die spreekt over het najagen van de
erepalm. Paulus bedoelde dat in gees
telijke zin, maar er op voortborduren
de, is muziek een geestelijke prestatie
en ja, dan moeten wij het maar rustig
in die overdrachtelijke zin houden. Zon
der oefening, óók in het geestelijke,
géén erepalm.
Maar goed, Caecilia dan en alles wat
met de oprichting ervan samenvalt.
Deze vereniging is niet opgericht uit
jaloezie jegens „DS", maar eenvoudig
gezegd omdat er voor andere muziek
liefhebbers geen kans was bij dit fa-
brieksorkest te komen. Toen „DS" er
eenmaal was wilden anderen óók mu
ziek maken. Niets van naijver dus,
maar eenvoudig de liefde tot de muziek
drong een aantal andere .Veenendalers
ook tot daden.
Op de rommelzolder van grossier
Van Essen lagen dan een paar instru
menten uit vroeger dagen. „DS" toe
terde er lustig.op los met de failliete
boedel van Renswoude's muziekvereni
ging; Caecilia ging starten met de er
fenis van het geliquideerde Veenendaal
se probeersel. Een paar „vrije" mu
ziekbeoefenaren kregen er de lucht van
dat bij „Van Essen" een rommeltje
van voorheen moest zitten. Ze stapten
eens naar Van Essen toe en vroegen of
ze het spul eens mochten zien.
Nu waren daar een paar kenners bij.
Wij leren ze aanstonds kennen. Van
Essen vroeg of ze soms van plan wa
ren óók een muziekvereniging op te
richten. Ja, dat waren ze. Van Essen
lachte eens breed en zei of het de ge
woonste zaak van de.wereld was: „Nou
ik ken jullie goed en weet dat dat wel
goed zit; neem ze maar mee en veel
geluk er mee". Zo maar voor niks, ca
deau, voor niemendal! Aan de andere
kant ogen als soepborden vanzelf. Dui
zendmaal bedankt mijnheer Van Es
sen... maar die stond allang weer kof
fie te branden achter 't pakhuis „Het
suikervat".
Wie déze muziekanten in spe waren?
Natuurlijk Johannes Nannenberg en
diens zoon Onno en de heren Berkhout
en Van Bezooyen. Misschien zat mijn
heer Schetser er ook wel achter. Gerui
me tijd reeds hadden deze heren bij
.Johannes Nannenberg aan huis een
blaaskwartet gevormd. Johannes Nan
nenberg was in Winsum (Groningen)
geboren, had in Vlagtwedde ook al een
harmonie opgericht en was daar diri
gent van geweest.
Geen wonder dat deze man zat te po
pelen om in zijn nieuwe woonplaats
Veenendaal een vrije muziekvereniging
op te richten. Wat stond hem nog in
de weg toen de fenomenale schenking
door de firma L. N. van Essen los
kwam?
Niet lang duurde het of er kwamen
liefhebbers opdagen en op 4 oktober
1904 werd ten huize van schilder Jo
hannes Nannenberg aan de Wilhelmina
straat, van ouds 't Lombok dus, een
muziekgezelschap opgericht dat de
naam Caecilia meekreeg. In het oer-
calvinistische Veenendaal liet men er
„Sint" maar af.
Velen vinden voor een muziekgezel
schap te Veenendaal zo'n „roomse"
naam een beetje vreemd. In Brabant
en Limburg wemelt het van de Sint-
Caeciliaverenigingen. Het lijkt mij goed
hierop iets dieper in te gaan. Weten
l
wij van Cunera van Rhenen in feite
niets dat historisch vaststaat, van Sint-
Caecilia is men zekerder. Zij was een
Romeinse martelares uit de 3e eeuw en
haar verering nam zo'n grote vlucht
dat zij in de heiligencanon en dus te
vens in de mis op haar feestdag 22 no
vember vermeld staat.
In de 5e eeuw reeds werd zij als
Maagd Caecilia vereerd. Zij zal te ver
eenzelvigen zijn als de Caecilia die in
de 3e eeuw haar huis in de wijk Tras-
tevere aan de Kerk te Rome schonk en
daardoor in de catacombe van Callis-
tus bij andere martelaren werd bijge
zet. Heel veel over haar berust even
wel op legendevorming. Bovendien
heeft men in de 13e eeuw de officiële
tekst van haar matelaarsakte geheel
verkeerd begrepen, waardoor zij aan
gemerkt werd als de patrones van de
kerkelijke muziek.
In haar martelaarsakte staat: „ter
wijl anderen op haar bruiloftsfeest mu-
ziekmaken, heeft zij enkel oor voor God;
Zij zong voor God (in haar hart)". Het
tussen haakjes staande „in haar hart"
liet men later weg. „Zij zong voor God"
nam men letterlijk en zo werd zij ook
bij het volk patrones van de muziek.
Wij noemden in haar verband Cunera
van Rhenen. Jhr. Van Asch van Wijck
had aan het begin van de 19e eeuw
reeds een schilderij dat naar zijn me
ning Sint-Cunera voorstelde. Zij speelt
daarop op een harp. Dat laatste geeft
te denken. Het schilderij hangt nóg in
het huis Prattenburg. Het is een doek
van de Utrechtse meester Paulus Mo-
reelse en stelt onbetwist Sint-Caecilia
voor. Merkwaardige samenloop van om
standigheden dat wij dus nogal goed in
de Caecilia's zitten.
Wij kunnen in dit bestek niet al te
diep op deze heiligenkwestie ingaan. In
de 13e - 14e eeuw is heel wat afgezwen-
deld met de heiligencanon. Sirit-Caeci-
lia was helemaal geen muziekminnares.
De oude akte zegt het zo mooi: „Zij
zong voor God in haar hhart". Dat kan
een mens op een moment. Niemand be
hoeft zich te schamen als er gezegd kan
worden dat er een danklied aan God in
het hart opwelde. Dat men de zaak
ging vervalsen om aan een bescherm
heilige voor de kerkmuziek te geraken
is evenwel een zéér laakbaar feit.
Tegen de uitwassen daarvan tekenden
de grote reformatoren protest aan en
wij bleven protesteren. Met dat al be
hoeft onze „vrije" muziekvereniging
écht niet over naamverandering te gaan
denken, 't Is een welluidende naam en
dat Caecilia niets met muziek te ma
ken heeft mag hem de p(r)et niet druk
ken. En het werd eenvoudig een begrip.
Wij maakten al kennis met de heer
Schetzer. Die woonde in ,,'t Zaand",
Zandstraat werd dat officieel, waar nu
de groenten- en fruit- annex vishandel
van Jan Albers gevestigd is. Daar had
Schetzer een boekwinkeltje en een cou
rantendrukkerij. Later kwam daar
Kroes (of was het Croes) de schilder
te wonen en dreef vrouw Kroes een
handeltje in stokvis en zoute vis met in
'n kopje een lik mosterd en Ab Gaas
beek ging daar op de oude voet voort.
Dus wel echt zo'n oud en vertrouwd
zaakje in 't oude deel van ons dorp.
Dat daar een drukkerij gevestigd
was, zullen weinigen zich herinneren.
Die drukker was ook een goed musi
cus. Jarenlang is hij dirigent van de
Rhenense Muziekvereniging geweest,
opgevolgd door de Moinat en later door
Gerrit Karei Lelievelt Nu weten wij
beslist niet wie de eerste dirigent van
Caecilia geweest is: Nannenberg of
Schetzer. Nannenberg heeft in iéder ge
val dp. spits afgebeten en Schetzer hééft
voor de dirigentlessenaar gestaan maar
al spoedig moet hij gezegd hebben te
gen Nannenberg: „Neem jij het maar
van mij over".