Mansholt ongeschokt door kritiek op zijn plannen „Andere keus is er niet" Weinig perspectieven voor Europese eenwording Eindhoven bestrijdt misbruik van sociale uitkeringen RECORD-AANTAL NEDERLANDERS MET KERST NAAR DE SNEEUW Na 1 januari nieuwe eisen gevaren driehoeken Aantal botsingen met treinen niet groter Iels heel anders Tegenprestatie Salariskosten voor „sociale rechercheur komen er dubbel en dwars uit VELEN NEMEN EEN TWEEDE VAKANTIE Twee soorten Ontheffing Ta |r|pjf|A Cph'k')! IJTet Europese front vertoont geen enkele opening naar JLl. IyICIiIv M 11(1(11 J_ meer eenheid, democratie of bovennationaliteit. KR UIS TOCH TEN STAP VAN MR. LUNS I GEEN VERVOLGING MEEST WANDELAARS POLITIEK VRIJDAG 20 LLo-MBLk I /68 De boerenbevolking in de Europese Gemeenschap is in rep en roer. De ingrijpende landbouwplannen van dr. S. L. Mansholt onlangs gelanceerd zyn hard aangekomen. Uit de storm van protesten, die ogenblikkelijk opstak, zou men kunnen denken, dat de vice-voorzitter van de Europese Commissie de landbouw om zeep wilde helpen. Het tegendeel is waar: hij wil de boeren in West-Duitsland, Frankrijk, Italië en Benelux juist een menswaardig bestaan geven. Tachtig procent van de bedrijven in de gemeenschap is, volgens hem, niet winstgevend; amper geschikt om drie kwart man per bedrijf werk te geven. Hij wil ook voorkomen dat overschotten aan landbouwpro- dukten ontstaan, dat consument en belastingbetaler gebukt gaan onder de groeiende financiële last, die de gezamenlijke landbouwers op hun rug stapelen. Daarom wordt het sluitstuk van dr. Mansholts landbouw beleid gevormd door een fors pakket maatregelen, gericht op: halvering van de actieve landbouwbevolking tot vijf mil joen in 1980 (sociaal begeleid wel te verstaan); aaneensluiting van bedrijven; vermindering van de landbouwgrond met 5 miljoen ha: geen prijsverhogingen meer voor produkten, waarin grote overschotten bestaan. I Ongeschokt heeft dr. Sicco Leendert Mansholt (60) de eerste storm doorstaan. Striemend klinkt niettemin zijn verwijt aan de voormannen van de Nederlandse landbouw: „Als zij me nen, dat het in hun land wel goed gaat. moeten zij ook maar genoegen nemen met een lager inkomen in de land bouw dan in de industrie. In elk geval zullen zij goed moeten weten, dat er langs de weg van hogere Europese prijzen niets meer valt te bereiken. Dat is er niet meer bij". De rijzige landbouwdeskundige heeft zich kennelijk toch wat geërgerd aan de eerste reacties uit Nederland. Mi nister Lardinois (landbouw) en voor zitter ir. C. S. Knottnerus van het lanbouwschap hebben gezegd dat het voor ons land allemaal niet zo'n vaart zou lopen. Dat de landbouw hier nog niet zo ongezond is. Op de zevende verdieping van het Brusselse hoofdkwartier zegt Europa's landbouwhervormer echter: „Zestig procent van de Nederlandse landbouw bedrijven is onrendabel. Wie dan zegt, dat het allemaal wel meevalt, neemt een gevaarlijk standpunt in". „Nederland zal, net als de andere landen, alle zeilen bij moeten zetten om daar verandering in te brengen. Anders blijven we zitten met te hoge landbouwprijzen (voor de consument dan) en enorme financiële lasten. Een verkeerde keuze nu zal zich later on herroepelijk wreken op de boeren". Dr. S. L. Mausholt is nu tien jaar Europees Commissaris, speciaal belast met landbouw. Van 1945 tot 1958 was hij Nederlands minister van Landbouw. Zijn verdiensten in beide functies leverden hem twee ere-docto- raten op: een van de Landbouwhoge school in Wapeningen en een van het Landbouwkundig Instituut van Gem- bloux (België). De graag zeilende en schaatsende heer Mansholt ging na de middelbare school (in Groningen) naar de School voor Tropische Landbouw in Deven ter. Van 1931 tot 1934 deed hij praktijk ervaring op in Nederlands-Indië, als assistent op een theeplantage. Terug gekeerd in Nederland, begon hij een boerenbedrijf in de Wieringermeer, dat hij 'aan de kant moest doen toen hij vice-voorzitter van de Europese Commissie werd. De heer Mansholt heeft twee zoons en twee dochters. De jongste zoon treedt in de voetsporen van zijn vader. Hij studeert aan de Landbouwhoge school in Wageningen. „Enkele musjes mogen rondfladderen. Maar daar- mee komt de werkelijke oplossing van Europa's vraagstuk- ken geen stap dichterbij". Waar schuilt de grootste kwaal in onze landbouw? Dr. Mansholt: „De grootte van de bedrijven is veel te klein. De laatste twintig jaar is op dit punt heel weinig gebeurd, ondanks alle ruilverkavelin gen. Zeker, er is stevig geïnvesteerd (vaak te stevig) maar ondanks dat is zestig procent van alle bedrijven te klein om een man een volwaardige bo terham te laten verdienen. De boerenzoon met de wilskrachtige kop en de sterke handdruk praat wei nig, maar zegt veel. Hij staat er ook in zijn Europese werk om bekend zijn koers haarscherp uit te zetten, om er vervolgens dan ook met volledige in zet voor te vechten. Natuurlijk weet hij hoe ver zijn plan nen gaan, hoe diep zij ingrijpen in het maatschappelijk bestaan van vele mil joenen. Maar een andere keuze ziet hij niet. Die hoort hij trouwens even min van de Nederlandse voormannen uit de landbouw. Kort en zakelijk rekent hij af met kritiek op het plan. Als minister Lardi nois het geringe resultaat van het Ne derlandse premiestelsel op het weglok ken van boeren uit hun bedrijven op tafel brengt, zegt de Commissaris: „Wat wij voorstellen is geheel iets an ders. Nederland heeft op dit punt nooit een gerichte landbouwpolitiek ge voerd". Over de onwil van de minister mee te betalen aan een soort a.o.w. voor Italiaanse boeren zegt.hij: „Inderdaad het door ons voorgestelde pensioen voor oudere boeren zal voor de Neder landers weinig uitmaken. Het gaat om een aanvulling van nationale pensioe nen (in ons land de a.o.w.) tot 3600 gulden per jaar. Italië kent geen natio naal pensioen en zal dus volledig pro fijt trekken van de regeling". Erg is dit volgens hem niet: „De Commissie vindt dat er een gemeen schappelijke politiek moet komen. Dat houdt tevens in het mede-verantwoor delijk zijn van elk van de partners voor problemen in andere gebieden: financieel, maar ook sociaal". Dus we moeten de bijdrage aan de Italiaanse boeren maar beschouwen als een stuk ontwikkelingshulp? „Beslist niet" vindt de landbouwkun dige. „Nederland profiteert economisch in hoge mate van de gemeenschappe lijke markt, zeker wat de landbouw be treft Het is naar verhouding de groot ste exporteur. Logisch dat daar iets tegenover mag staan. Bovendien kan ik me voorstellen, dat er nu druk op de Italiaanse regering zal worden uit geoefend om ook een soort a.o.w. in het leven te roepen". Zullen de omvangrijke plannen goeddeels ongeschonden tot werke lijkheid worden? De landbouwkundige zelf is vol goe de moed. Dat er ook in de Commissie fel tegen wordt geageerd bestrijdt hij. „Inderdaad, het heeft lang geduurd voordat de plannen naar buiten kon den. Tenslotte is het een financieel kostbare geschiedenis. Maar mijn col lega's hebben niets essentieels aan mijn voorstellen gewijzigd". Dat is de bloemrijke, waar weinig hoopvolle visie van dr. S. L. Mansholt op het Europese toneel van nu. Het weer j hervatten van het gesprek over technologie (binnen de Zes. maar later ook met Engeland), de toeschietelijker houding van De Gaulle in de NAVO, de monetaire perike- len die tot meer solidariteit hebben geleid, het zijn alle- maal zaken die het ongeloof in de koers van de huidige j Europese Gemeenschap bij hem niet kunnen wegnemen. meer is teveel politicus om zich uitsluitend aan land- bouwzaken te wijden. De man die het socialisme van zijn vader eens hereboer in Ulrum met de paplepel kreeg j ingegoten, maakt daarom van tijd tot tijd kruistochten om mensen wakker te schudden. Dit najaar verkondigde hij in Rotterdam, Leiden, Utrecht en Tilburg: We hebben ons vergist. Economische eenwor- ding leidt niet vanzelf tot politieke eenheid, de geschiede- nis bewijst het. Een aparte wilsbeschikking is nodig, wil Europa zijn vraagstukken kunnen oplossen, wil het zijn rol in de wereld kunnen meespelen. Daarom vroeg hij de Europese regeerders: Organiseer een topconferentie. Stel vervolgens een commissie in (een tweede „commissie-Spaak") met de opdracht: Schep een j platform voor een gemeenschappelijk buitenlands-, tech- nologisch- en defensiebeleid, zaken dus die buiten de Ver- dragen van Rome en Parijs vallen. Alle Europese landen# moeten hier aan mee kunnen doen. Dr. Mansholt zei echter ook: Desnoods doet Frankrijk niet mee. Zal de huidige gemeenschtp dan niet uiteenvallen? Kunnen er bovendien twee gemeenschappen die van de Zes en een grotere naast elkaar leven? De vice-voorzitter van de Europese Commissie: „Geen land, ook Frankrijk niet, zal het zich kunnen permitteren duur- zaam buiten zo'n grote politieke gemeenschap te blijven, i Bovendien mogen we ons niet laten beheersen door de angst. Op den duur zullen beide gemeenschappen vanzelf in elkaar opgaan". Hoe lang nog zal de hardwerkende idealist zijn werk aan het niet-democratische, niet bovennationale en zich tot de Zes beperkende Europa voortzetten? Wanneer ik de maat voor hem vol? Dr. Mansholt, niet uit de tent te lokken: „Zo iets zeg ik nooit van te voren. Dat zeg ik pas als het moment er is". Ongerust is hij wel. Trouwens ook over het geloof van Engeland in bovennationale Europese organen: De conser vatieve leider Heath was op het Haagse parlementair con gres, begin november, bijzonder terughoudend. De houding van de Engelse delegatie was in zijn ogen „dubieus" en het „gescharrel met de slotresolutie, toebedeeld aan een klein clubje" beneden peil. Niettemin is de Commissaris blij met het initiatief van-= minister Luns een Europese conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken te houden. Dit zou een eerste stap kunnen zijn naar de door het congres bepleite topconfe- rentie. Voorwaarde nummer één moet zijn: „Een goede voorbereiding, aan een mislukking bestaat geen enkele be hoefte". Voor dr. Mansholt betekent dit: „Stel vooraf het doel vast". Wie moet dat vaststellen? „De man die het initiatief tot de conferentie nam: minis ter Luns". Wat het doel moet zijn is duidelijk: „Oprichting van, een Europese Politieke Gemeenschap. Aangevoerd door orga- nen met bovennationale bevoegdheden." EINDHOVEN Er moet in Neder land zo spoedig mogelijk een strenge controle komen op misbruik van so ciale wetten. Die stelling is de basis van de „sociale recherchedienst", die wet houder P. Timmers in Eindhoven heeft ingesteld. De proef die er aan vooraf is gegaan, heeft ergerlijke vormen van fraude aangetoond. Daarom komt er nu in Eindhoven een vaste rechercheur, die alle twijfelgevallen gaat onderzoeken. In zijn kamer in het Eindhovense stadhuis zegt wethouder Timmers: „Het land wordt voor miljoenen opge licht. Iedereen weet dat er profiteurs zijn, die soms nog ergere vormen van bedrog plegen dan een gewone oplich ter. Een inbreker doet bij wijze van spreken nog moeite voor zijn misdrijf, die profiteurs niet. Voor zover ons be kend is, zijn wij de eerste stad in Ne derland die een recherchedienst voor sociale misdrijven heeft opgezet Wat vindt hij van de landelijke si tuatie? Zo bezien springt Eindhoven er zeker niet uit. Er zijn nu 700 men sen die op een of andere manier uitke ringen op basis van sociale wetten krijgen. „In 150 twijfelgevallen is veertig procent misbruik vastgesteld. Dat is op zichzelf niet onrustbarend". Maar wethouder Timmers, die de portefeuil le van Economische Ontwikkeling be heert. is van mening, dat de controle op wantoestanden zou moeten worden ingebouwd in de reeks sociale wetten. „Wij kennen", aldus de wethouder, „economische misdrijven, die gerech telijk worden vervolgd. Maar als het om sociale misdrijven gaat komt er lang niet alt(jd de justitie aan te pas. De uitkering houdt op en dat is dan al les". „Is het niet belachelijk", zegt wet houder Timmers, „dat mensen die zich duizenden guldens toeëigenen, niet kun nen worden vervolgd?" Hij vindt dat het bestaan van een sociale recherche dienst alleen al corrigerend werkt. Nog belangrijker vindt de wethouder het dat de mensen die op sociale uit keringen zijn aangewezen, door scher pe controle worden beschermd. Want zij mogen, naar zijn mening, absoluut niet de dupe worden van de misbrui ken. ADVERTENTIE HET MEEST ZUIVERE NATUURPRODUCT Volgens een 2 eeuwen oud iecept ge stookt in de distilleerderij van N.V. Joh.s Verhoeven, 's-Graveland. VW/V hebben iTe indruk, dat het 't komende winterseizoen zowel met de win- T» tersportvakanties als met de zogenaamde zon-reizen bijzonder goed zal lopen. De gunstige verwachtingen zijn enerzijds gebaseerd op het minder goede zomerseizoen. Anderzijds nemen steeds meer mensen een tweede vakantie", aldus de heer F. Benningen, voorzitter van de Algemene Nederlandse Vereni ging van Reisbureaus (A.N.V.R.) Ook de Nederlandse Skivereniging (ruim 5.000 leden) is hoopvol gestemd. Vol gens de voorlichtingsfunctionaris A. Th. G. Sanberg, zullen met de kerstdagen meer Nederalnders naar de wintersportgebieden gaan dan ooit tevoren. Hij schat het aantal op ruim 25.000. In totaal inclusief degenen die in januari, februari of maart naar de wintersport gaan verwacht hij, dat ruim 130.000 Nederlanders van een der gelijke vakantie gaan genieten. „Maar dan zal er beslist geen lange dooiperi- ode in de skilanden moeten komen", vertelt hij. „Gewoon waanzinnig", vindt hij de onlangs gepubliceerde cijfers van de leerlingen van de School voor Toeristische Vorming in Breda, die hebben berekend, dat 210.000 mensen naar de wintersport zullen gaan. De heer Benningen verklaarde hele maal geen last te hebben van de kort geleden opgerichte federatie van Reis adviseurs. „Deze kleine groep van in dividuele ondernemers ken ik niet en ook hun ledenlijsten zijn onbekend". Bij de ANVR zijn thans 226 reisbu reaus in Nederland aangesloten met in totaal 600 kantoren. De ANWB kan ook al optimistische geluiden over het komende wintersei- zoen laten horen. Een voorlichtings- I functionaris benadrukte echter, dat het geven van exacte cijfers van het aan tal wintersportgangers altijd erg moei lijk is, omdat niet kan worden vastge steld hoeveel vakantiegangers per auto naar het Zuiden" gaan. „Deze catego rie is ongrijpbaar en valt dan ook niet .te peilen. We kunnen alleen maar zeg gen, dat hun aantal volgens de sum miere gegevens, ieder jaar iets toe neemt". Bij de ANWB zijn tot nu toe meer aanvragen voor de wintersportreizen naar de Skandinavische landen binnen gekomen dan in andere jaren het geval was. Het aantal boekingen voor de zonge- bieden is vrij groot. Er blijkt veel be langstelling te zijn voor de Canarische Eilanden, Mallorca en Spanje. Ook voor de zogenaamde overwinteringsrei- zen meestal twee tot vier maanden bestaat volgens de ANWB een steeds grotere interesse. Een geliefd gebied voor deze „overwinteraars" is Sicilië. Korte reizen, bij voorkeur tijdens de komende feestdagen, gaan voor het me rendeel naar Londen en Parijs. „Al les zit al vol", maar ook Brussel en Wenen zijn in trek. Volgens de ANWB, is Oostenrjk het land, dat de meeste wintersportlief hebbers trekt. Direct daarna volgen Zwitserland en Italië. De heer H. Klee, directeur van het Zwitserse Verkeersbureau in Amster dam, verwacht, dat in de komende maanden tien procent meer Nederlan ders naar Zwitserland zal gaan dan in het vorige winterseizoen. Hij schat het aantal Nederlandse wintersporters in 1967/1968 op ongeveer 40.000, maar, al dus de heer Klee, ruim 60 procent van deze mensen behoort tot de niet- actieve skiërs en gebruikt zijn vakan tie vooral voor het maken van wan deltochten. „Graubünden (het gebied rond St. Moritz, Arosa, Davos, Flims, Lenzer- heide) is voor de meeste „winterse" vakantiegangers nog altijd het geliefde einddoel. „Van de tien wintersporters gaan er altijd zes naar deze streek", aldus de heer Klee. Overigens kunnen automobilisten op 30 belangrijjke pas sen en toegangswegen tot de Zwitser se wintersportplaatsen sneeuwkettingen huren. Deze „uitleendienst" is van de Touring Club Suisse en de Autortiobil- club Ier Schweiz. De adjunct-directeur van het reisbu reau Centouri uit Haarlem, drs. P. mmmmm De jongste cijfers van de proef in Eindhoven zijn intussen geanalyseerd. Zij brachten de meest geraffineerde trucs aan het licht. Om er enkele te noemen: Zogenaamd gescheiden vrou wen trokken al meer dan een jaar bij- standsgeld, terwijl hun mannen weer gewoon in huis waren en geld verdien den. In vier gevallen werd op deze ma nier gefraudeerd. Een ander geval: twintig mensen kregen een uitkering, ofschoon ze niet meer in Eindhoven woonden. In zeven gevallen bleek dat de vroegere hospita's van deze lieden aan dit spelletje meewerkten. Als de heren hun uitkering kwamen halen, kon er voor de hospita's zwijggeld af voor de moeite. De arbeidsinspectie bemoeit zich niet met deze fraudes. De controleur van de bedrijfsverenigingen is ook niet de speurder, die deie onregelmatighe den signaleert. Daarom krijgt de Eind hovense dienst van sociale zaken een vaste rechercheur voor aangelegenhe- P.TIMMERS controle broodnodig den, die uitsluitend de gemeente aan gaan. Het gaat daarbij over wetten die Eindhoven zelf uitvoert. De gemeente weet zo langzamerhand wel, waar de profiteurs zitten. Volgens de wethou der het meest onder de categorie die hij als „minder aangepasten" wil aan duiden. De bezoeken van een maat schappelijk werkster, anonieme tips en buurtonderzoek zijn zo de bronnen, waaruit de gegevens binnenkomen. De gemeente Eindhoven verwacht baat te hebben bij deze nieuwe maat regelen. Het stadsbestuur is er intus sen van overtuigd, dat de misdrijven zich over het hele terrein van de so ciale wetgeving uitstrekken. „Daar om", zegt wethouder Timmers „moet er snel schoon schip worden gemaakt". De resultaten van het speurwerk we gen naar zijn mening ruimschoots op tegen het salaris van de sociale recher cheur. UTRECHT Terwijl de stijging van het aantal ongelukken op onze wegen ongeveer gelijke tred houdt met de snelle toeneming van het wegverkeer, stijgt het aantal botsingen met treinen verhoudingsgewijs maar in zeer gerin ge mate. Het aantal ongelukken met doden of gewonden als gevolg van die botsingen, is de laatste twaalf jaar vrij wel gelijk gebleven. Deze conclusie springt er duidelijk uit bij het bekijken van een door de Nederlandse Spoorwegen bijgehouden statistiek. Eén cijfers om de gedachten te bepalen: Het wegverkeer en het aan tal ongelukken door het wegverkeer namen sinds 1955 beide van honderd tot 250 procent toe. „Statistisch gezien fcebben wij niet slecht geboerd", zei ons ir. H. A. Robbé Groskamp van de afdeling Verkeers- kruisingen van de Spoorwegen. Hij schrijft de lichte stijging van het aantal botsingen met treinen toe aan: 1 Betere beveiliging van de overwe gen; Stijging van het aantal beveiligde overwegen Het verdwijnen van 200 overwegen in acht. jaar. De situatie laat zich' in een klein staatje samenvatten: seerd. De resultaten bieden nog te wei nig houvast voor het trekken van con clusies. Of het zou deze moeten zijn: Hoe meer mensen bij of op een over weg bij elkaar zijn, hoe minder slecht zij zich gedragen. Kohnstamm. voorspelt, dat zo'n 5.000 Nederlanders 't vliegtuig zullen nemen om de kerstdagen en de jaarwisseling elders te vieren. Volgens hem gaan on geveer 35.000 mensen tussen 1 oktober van dit jaar en 1 april 1969 met het vliegtuig op vakantie. „Het luchtver keer, voornamelijk charters in deze tijd van het jaar ia in verhouding met het vorig seizoen toegenomen met circa 30 procent", aldus de heer Kohnstamm, die zei dat er bij deze vluchten bijna geen lege stoel de lucht ingaat. De directeur van de Nederlandse Reisvereniging (N.R.V.), de heer C. van Zwijndrecht, toont zich zeer tevre den. „Alle kerstreizen zitten vol, waar- bjj vooral Oostenrijk weer erg in trek is, evenals Zwitserland. Voor Joego slavië is de belangstelling tijdens de kerst nog wel behoorlijk, maar na die periode wordt het minder. Waarschijn lijk heeft de politieke toestand er wat mee te maken", verklaart de heer Van Zwijndrecht. De NRV vervoert met de Bergland combinatie de komende weken, ruim 5.500 mensen. Volgens dit reisbureau, is de totale treinbezetting voor vakantie gangers met ongeveer 15 procent toe genomen. Alleen de NRV heeft al 54 rijtuigen voor dit vervoer besteld. Eind Eind 1960 1968 1200 1550 750 450 100 400 300 bijna 700 50 bijna 50 1800 1250 900 tot 2800 Beveiligde ovprwegen: Onderverdeeld in: Met hele bomen: Ahobs Akis „Beveiligd" door man met vlag Niet beveiligde overwegen: Waarvan in onverharde wegen: Totaal aantal overwegen: afgenomen van 3000 „Wij zouden de overwegen liever in een sneller tempo dan nu laten verdwij nen", aldus de heer Groskamp, „maar ons ontbreken daartoe de juridische en financiële middelen. Binnen een ruil verkaveling lukt het wel eens een paar kleine overwegen tegelijk op te ruimen, soms in ruil voor één beter beveiligde' Enkele tientallen overwegen in Ne derland staan als extra gevaarlijk be kend. Samen met de politie in de be trokken gemeenten gaan de Spoorwe gen nu proberen achter de oorzaken te komen. Die zullen, denken de Spoorwe gen, eerder gezocht moeten worden in de siutaties ter plaatse (of dichtbij) dan in bijvoorbeeld baldadigheid. De Stichting Wetenschappelijk Onder zoek Verkeersveiligheid in Den Haag en de Spoorwegen zijn intussen sinds het begin van dit jaar samen bezig met'een zeer gedetailleerd onderzoek naar de ongelukken op overwegen. Over vier jaar moeten de hoofdoorzaken kunnen worden aangewezen. De Spoorwegen be schikten al over veel gegevens, maar nu worden andere uitgangspunten ge hanteerd. De enige tijd geleden gemaakte films op en bij overwegen zijn nu geanaly-, s I/en groot aantal Nederlandse - automobilisten riskeert na 1 ja nuari een proces-verbaal wegeijs het niet bezitten van een deugdelijke ge varendriehoek. Het komende jaar worden namelijk speciale zichtbaar- heidseisen van kracht, waaraan me nige driehoek, die nu wordt ver kocht, niet voldoet. Goed zijn in ieder geval de driehoeken die het keurings merk RAI/TNO dragen. Zo worden bij Vroom en Drees- I mann op het ogenblik twee soorten verkocht, een van ongeveer negen gulden, die wel is goedgekeurd, en een van 2,45 gulden, die volgens het ministerie van Verkeer en Water staat na 1 januari niet meer voldoet. Bij het warenhuis zegt men: „We vertellen de klant welk risico hij loopt. De meesten verkiezen echter toch de goedkoopste". Ook de firma Loe Lap verkoopt volgens het ministerie driehoeken (2,50 gulden per stuk) die na 1 janua- ri niet meer zijn toegestaan. Een ver- koper van de firma oordeelde: „Van- daag voldoen ze zeker. Of dat na 1 januari niet meer het geval is kun nen wij moeilijk uitmaken". j Omdat de industrie zich bij het verplicht stellen van de driehoek in oktober '66 nog onvoldoende op de richtlijnen kon instellen, werd toen ontheffing verleend van de „zichtbaarheidseisen". Het komende jaar zal ieder automobilist echter een driehoek in de auto moeten heb- ben die „bij donker weer op de weg geplaatst, duidelijk zichtbaar is voor een bestuurder van een voertuig dat S dimlicht voert en dat zich op een af- stand van 250 meter van de driehoek bevindt". •■imimiiimmiitmmiiiimiiiimiimmih miiiii1iimim

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 15