Mansholt ongeschokt door
kritiek op zijn plannen
„Andere keus
is er niet"
Weinig perspectieven voor
Europese eenwording
Eindhoven bestrijdt misbruik
van sociale uitkeringen
RECORD-AANTAL NEDERLANDERS
MET KERST NAAR DE SNEEUW
Na 1 januari
nieuwe eisen
gevaren
driehoeken
Aantal botsingen met
treinen niet groter
Iels heel anders
Tegenprestatie
Salariskosten voor „sociale rechercheur
komen er dubbel en dwars uit
VELEN NEMEN
EEN TWEEDE
VAKANTIE
Twee soorten
Ontheffing
Ta |r|pjf|A Cph'k')! IJTet Europese front vertoont geen enkele opening naar
JLl. IyICIiIv M 11(1(11 J_ meer eenheid, democratie of bovennationaliteit.
KR UIS TOCH TEN
STAP VAN MR. LUNS I
GEEN VERVOLGING
MEEST WANDELAARS
POLITIEK
VRIJDAG 20 LLo-MBLk I /68
De boerenbevolking in de Europese Gemeenschap is in
rep en roer. De ingrijpende landbouwplannen van dr.
S. L. Mansholt onlangs gelanceerd zyn hard
aangekomen. Uit de storm van protesten, die ogenblikkelijk
opstak, zou men kunnen denken, dat de vice-voorzitter van
de Europese Commissie de landbouw om zeep wilde helpen.
Het tegendeel is waar: hij wil de boeren in West-Duitsland,
Frankrijk, Italië en Benelux juist een menswaardig bestaan
geven. Tachtig procent van de bedrijven in de gemeenschap
is, volgens hem, niet winstgevend; amper geschikt om drie
kwart man per bedrijf werk te geven.
Hij wil ook voorkomen dat overschotten aan landbouwpro-
dukten ontstaan, dat consument en belastingbetaler gebukt
gaan onder de groeiende financiële last, die de gezamenlijke
landbouwers op hun rug stapelen.
Daarom wordt het sluitstuk van dr. Mansholts landbouw
beleid gevormd door een fors pakket maatregelen, gericht
op:
halvering van de actieve landbouwbevolking tot vijf mil
joen in 1980 (sociaal begeleid wel te verstaan);
aaneensluiting van bedrijven;
vermindering van de landbouwgrond met 5 miljoen ha:
geen prijsverhogingen meer voor produkten, waarin grote
overschotten bestaan.
I
Ongeschokt heeft dr. Sicco Leendert
Mansholt (60) de eerste storm
doorstaan. Striemend klinkt niettemin
zijn verwijt aan de voormannen van de
Nederlandse landbouw: „Als zij me
nen, dat het in hun land wel goed gaat.
moeten zij ook maar genoegen nemen
met een lager inkomen in de land
bouw dan in de industrie. In elk geval
zullen zij goed moeten weten, dat er
langs de weg van hogere Europese
prijzen niets meer valt te bereiken. Dat
is er niet meer bij".
De rijzige landbouwdeskundige heeft
zich kennelijk toch wat geërgerd aan
de eerste reacties uit Nederland. Mi
nister Lardinois (landbouw) en voor
zitter ir. C. S. Knottnerus van het
lanbouwschap hebben gezegd dat het
voor ons land allemaal niet zo'n vaart
zou lopen. Dat de landbouw hier nog
niet zo ongezond is.
Op de zevende verdieping van het
Brusselse hoofdkwartier zegt Europa's
landbouwhervormer echter: „Zestig
procent van de Nederlandse landbouw
bedrijven is onrendabel. Wie dan zegt,
dat het allemaal wel meevalt, neemt
een gevaarlijk standpunt in".
„Nederland zal, net als de andere
landen, alle zeilen bij moeten zetten
om daar verandering in te brengen.
Anders blijven we zitten met te hoge
landbouwprijzen (voor de consument
dan) en enorme financiële lasten. Een
verkeerde keuze nu zal zich later on
herroepelijk wreken op de boeren".
Dr. S. L. Mausholt is nu tien jaar
Europees Commissaris, speciaal
belast met landbouw. Van 1945 tot 1958
was hij Nederlands minister van
Landbouw. Zijn verdiensten in beide
functies leverden hem twee ere-docto-
raten op: een van de Landbouwhoge
school in Wapeningen en een van het
Landbouwkundig Instituut van Gem-
bloux (België).
De graag zeilende en schaatsende
heer Mansholt ging na de middelbare
school (in Groningen) naar de School
voor Tropische Landbouw in Deven
ter. Van 1931 tot 1934 deed hij praktijk
ervaring op in Nederlands-Indië, als
assistent op een theeplantage. Terug
gekeerd in Nederland, begon hij een
boerenbedrijf in de Wieringermeer,
dat hij 'aan de kant moest doen toen
hij vice-voorzitter van de Europese
Commissie werd.
De heer Mansholt heeft twee zoons
en twee dochters. De jongste zoon
treedt in de voetsporen van zijn vader.
Hij studeert aan de Landbouwhoge
school in Wageningen.
„Enkele musjes mogen rondfladderen. Maar daar-
mee komt de werkelijke oplossing van Europa's vraagstuk-
ken geen stap dichterbij".
Waar schuilt de grootste kwaal in
onze landbouw?
Dr. Mansholt: „De grootte van de
bedrijven is veel te klein. De laatste
twintig jaar is op dit punt heel weinig
gebeurd, ondanks alle ruilverkavelin
gen. Zeker, er is stevig geïnvesteerd
(vaak te stevig) maar ondanks dat is
zestig procent van alle bedrijven te
klein om een man een volwaardige bo
terham te laten verdienen.
De boerenzoon met de wilskrachtige
kop en de sterke handdruk praat wei
nig, maar zegt veel. Hij staat er ook
in zijn Europese werk om bekend zijn
koers haarscherp uit te zetten, om er
vervolgens dan ook met volledige in
zet voor te vechten.
Natuurlijk weet hij hoe ver zijn plan
nen gaan, hoe diep zij ingrijpen in het
maatschappelijk bestaan van vele mil
joenen. Maar een andere keuze ziet
hij niet. Die hoort hij trouwens even
min van de Nederlandse voormannen
uit de landbouw.
Kort en zakelijk rekent hij af met
kritiek op het plan. Als minister Lardi
nois het geringe resultaat van het Ne
derlandse premiestelsel op het weglok
ken van boeren uit hun bedrijven op
tafel brengt, zegt de Commissaris:
„Wat wij voorstellen is geheel iets an
ders. Nederland heeft op dit punt nooit
een gerichte landbouwpolitiek ge
voerd".
Over de onwil van de minister mee
te betalen aan een soort a.o.w. voor
Italiaanse boeren zegt.hij: „Inderdaad
het door ons voorgestelde pensioen
voor oudere boeren zal voor de Neder
landers weinig uitmaken. Het gaat om
een aanvulling van nationale pensioe
nen (in ons land de a.o.w.) tot 3600
gulden per jaar. Italië kent geen natio
naal pensioen en zal dus volledig pro
fijt trekken van de regeling".
Erg is dit volgens hem niet: „De
Commissie vindt dat er een gemeen
schappelijke politiek moet komen. Dat
houdt tevens in het mede-verantwoor
delijk zijn van elk van de partners
voor problemen in andere gebieden:
financieel, maar ook sociaal".
Dus we moeten de bijdrage aan de
Italiaanse boeren maar beschouwen
als een stuk ontwikkelingshulp?
„Beslist niet" vindt de landbouwkun
dige. „Nederland profiteert economisch
in hoge mate van de gemeenschappe
lijke markt, zeker wat de landbouw be
treft Het is naar verhouding de groot
ste exporteur. Logisch dat daar iets
tegenover mag staan. Bovendien kan
ik me voorstellen, dat er nu druk op
de Italiaanse regering zal worden uit
geoefend om ook een soort a.o.w. in
het leven te roepen".
Zullen de omvangrijke plannen
goeddeels ongeschonden tot werke
lijkheid worden?
De landbouwkundige zelf is vol goe
de moed. Dat er ook in de Commissie
fel tegen wordt geageerd bestrijdt hij.
„Inderdaad, het heeft lang geduurd
voordat de plannen naar buiten kon
den. Tenslotte is het een financieel
kostbare geschiedenis. Maar mijn col
lega's hebben niets essentieels aan
mijn voorstellen gewijzigd".
Dat is de bloemrijke, waar weinig hoopvolle visie van dr.
S. L. Mansholt op het Europese toneel van nu. Het weer
j hervatten van het gesprek over technologie (binnen de
Zes. maar later ook met Engeland), de toeschietelijker
houding van De Gaulle in de NAVO, de monetaire perike-
len die tot meer solidariteit hebben geleid, het zijn alle-
maal zaken die het ongeloof in de koers van de huidige
j Europese Gemeenschap bij hem niet kunnen wegnemen.
meer is teveel politicus om zich uitsluitend aan land-
bouwzaken te wijden. De man die het socialisme van zijn
vader eens hereboer in Ulrum met de paplepel kreeg
j ingegoten, maakt daarom van tijd tot tijd kruistochten om
mensen wakker te schudden.
Dit najaar verkondigde hij in Rotterdam, Leiden, Utrecht
en Tilburg: We hebben ons vergist. Economische eenwor-
ding leidt niet vanzelf tot politieke eenheid, de geschiede-
nis bewijst het. Een aparte wilsbeschikking is nodig, wil
Europa zijn vraagstukken kunnen oplossen, wil het zijn
rol in de wereld kunnen meespelen.
Daarom vroeg hij de Europese regeerders: Organiseer een
topconferentie. Stel vervolgens een commissie in (een
tweede „commissie-Spaak") met de opdracht: Schep een
j platform voor een gemeenschappelijk buitenlands-, tech-
nologisch- en defensiebeleid, zaken dus die buiten de Ver-
dragen van Rome en Parijs vallen. Alle Europese landen#
moeten hier aan mee kunnen doen. Dr. Mansholt zei echter
ook: Desnoods doet Frankrijk niet mee.
Zal de huidige gemeenschtp dan niet uiteenvallen? Kunnen
er bovendien twee gemeenschappen die van de Zes en
een grotere naast elkaar leven?
De vice-voorzitter van de Europese Commissie: „Geen land,
ook Frankrijk niet, zal het zich kunnen permitteren duur-
zaam buiten zo'n grote politieke gemeenschap te blijven, i
Bovendien mogen we ons niet laten beheersen door de
angst. Op den duur zullen beide gemeenschappen vanzelf
in elkaar opgaan".
Hoe lang nog zal de hardwerkende idealist zijn werk aan
het niet-democratische, niet bovennationale en zich tot de
Zes beperkende Europa voortzetten? Wanneer ik de maat
voor hem vol?
Dr. Mansholt, niet uit de tent te lokken: „Zo iets zeg ik
nooit van te voren. Dat zeg ik pas als het moment er is".
Ongerust is hij wel. Trouwens ook over het geloof van
Engeland in bovennationale Europese organen: De conser
vatieve leider Heath was op het Haagse parlementair con
gres, begin november, bijzonder terughoudend. De houding
van de Engelse delegatie was in zijn ogen „dubieus" en het
„gescharrel met de slotresolutie, toebedeeld aan een klein
clubje" beneden peil.
Niettemin is de Commissaris blij met het initiatief van-=
minister Luns een Europese conferentie van ministers van
Buitenlandse Zaken te houden. Dit zou een eerste stap
kunnen zijn naar de door het congres bepleite topconfe-
rentie. Voorwaarde nummer één moet zijn: „Een goede
voorbereiding, aan een mislukking bestaat geen enkele be
hoefte".
Voor dr. Mansholt betekent dit: „Stel vooraf het doel vast".
Wie moet dat vaststellen?
„De man die het initiatief tot de conferentie nam: minis
ter Luns".
Wat het doel moet zijn is duidelijk: „Oprichting van, een
Europese Politieke Gemeenschap. Aangevoerd door orga-
nen met bovennationale bevoegdheden."
EINDHOVEN Er moet in Neder
land zo spoedig mogelijk een strenge
controle komen op misbruik van so
ciale wetten. Die stelling is de basis van
de „sociale recherchedienst", die wet
houder P. Timmers in Eindhoven heeft
ingesteld.
De proef die er aan vooraf is gegaan,
heeft ergerlijke vormen van fraude
aangetoond. Daarom komt er nu in
Eindhoven een vaste rechercheur, die
alle twijfelgevallen gaat onderzoeken.
In zijn kamer in het Eindhovense
stadhuis zegt wethouder Timmers:
„Het land wordt voor miljoenen opge
licht. Iedereen weet dat er profiteurs
zijn, die soms nog ergere vormen van
bedrog plegen dan een gewone oplich
ter. Een inbreker doet bij wijze van
spreken nog moeite voor zijn misdrijf,
die profiteurs niet. Voor zover ons be
kend is, zijn wij de eerste stad in Ne
derland die een recherchedienst voor
sociale misdrijven heeft opgezet
Wat vindt hij van de landelijke si
tuatie? Zo bezien springt Eindhoven
er zeker niet uit. Er zijn nu 700 men
sen die op een of andere manier uitke
ringen op basis van sociale wetten
krijgen.
„In 150 twijfelgevallen is veertig
procent misbruik vastgesteld. Dat is
op zichzelf niet onrustbarend". Maar
wethouder Timmers, die de portefeuil
le van Economische Ontwikkeling be
heert. is van mening, dat de controle
op wantoestanden zou moeten worden
ingebouwd in de reeks sociale wetten.
„Wij kennen", aldus de wethouder,
„economische misdrijven, die gerech
telijk worden vervolgd. Maar als het
om sociale misdrijven gaat komt er
lang niet alt(jd de justitie aan te pas.
De uitkering houdt op en dat is dan al
les".
„Is het niet belachelijk", zegt wet
houder Timmers, „dat mensen die zich
duizenden guldens toeëigenen, niet kun
nen worden vervolgd?" Hij vindt dat
het bestaan van een sociale recherche
dienst alleen al corrigerend werkt.
Nog belangrijker vindt de wethouder
het dat de mensen die op sociale uit
keringen zijn aangewezen, door scher
pe controle worden beschermd. Want
zij mogen, naar zijn mening, absoluut
niet de dupe worden van de misbrui
ken.
ADVERTENTIE
HET MEEST ZUIVERE NATUURPRODUCT
Volgens een 2 eeuwen oud iecept ge
stookt in de distilleerderij van N.V. Joh.s
Verhoeven, 's-Graveland.
VW/V hebben iTe indruk, dat het 't komende winterseizoen zowel met de win-
T» tersportvakanties als met de zogenaamde zon-reizen bijzonder goed zal
lopen. De gunstige verwachtingen zijn enerzijds gebaseerd op het minder goede
zomerseizoen. Anderzijds nemen steeds meer mensen een tweede vakantie",
aldus de heer F. Benningen, voorzitter van de Algemene Nederlandse Vereni
ging van Reisbureaus (A.N.V.R.)
Ook de Nederlandse Skivereniging (ruim 5.000 leden) is hoopvol gestemd. Vol
gens de voorlichtingsfunctionaris A. Th. G. Sanberg, zullen met de kerstdagen
meer Nederalnders naar de wintersportgebieden gaan dan ooit tevoren. Hij
schat het aantal op ruim 25.000.
In totaal inclusief degenen die in
januari, februari of maart naar de
wintersport gaan verwacht hij, dat
ruim 130.000 Nederlanders van een der
gelijke vakantie gaan genieten. „Maar
dan zal er beslist geen lange dooiperi-
ode in de skilanden moeten komen",
vertelt hij. „Gewoon waanzinnig", vindt
hij de onlangs gepubliceerde cijfers
van de leerlingen van de School voor
Toeristische Vorming in Breda, die
hebben berekend, dat 210.000 mensen
naar de wintersport zullen gaan.
De heer Benningen verklaarde hele
maal geen last te hebben van de kort
geleden opgerichte federatie van Reis
adviseurs. „Deze kleine groep van in
dividuele ondernemers ken ik niet en
ook hun ledenlijsten zijn onbekend".
Bij de ANVR zijn thans 226 reisbu
reaus in Nederland aangesloten met
in totaal 600 kantoren.
De ANWB kan ook al optimistische
geluiden over het komende wintersei-
zoen laten horen. Een voorlichtings-
I functionaris benadrukte echter, dat het
geven van exacte cijfers van het aan
tal wintersportgangers altijd erg moei
lijk is, omdat niet kan worden vastge
steld hoeveel vakantiegangers per auto
naar het Zuiden" gaan. „Deze catego
rie is ongrijpbaar en valt dan ook niet
.te peilen. We kunnen alleen maar zeg
gen, dat hun aantal volgens de sum
miere gegevens, ieder jaar iets toe
neemt".
Bij de ANWB zijn tot nu toe meer
aanvragen voor de wintersportreizen
naar de Skandinavische landen binnen
gekomen dan in andere jaren het geval
was.
Het aantal boekingen voor de zonge-
bieden is vrij groot. Er blijkt veel be
langstelling te zijn voor de Canarische
Eilanden, Mallorca en Spanje. Ook
voor de zogenaamde overwinteringsrei-
zen meestal twee tot vier maanden
bestaat volgens de ANWB een steeds
grotere interesse. Een geliefd gebied
voor deze „overwinteraars" is Sicilië.
Korte reizen, bij voorkeur tijdens de
komende feestdagen, gaan voor het me
rendeel naar Londen en Parijs. „Al
les zit al vol", maar ook Brussel en
Wenen zijn in trek.
Volgens de ANWB, is Oostenrjk het
land, dat de meeste wintersportlief
hebbers trekt. Direct daarna volgen
Zwitserland en Italië.
De heer H. Klee, directeur van het
Zwitserse Verkeersbureau in Amster
dam, verwacht, dat in de komende
maanden tien procent meer Nederlan
ders naar Zwitserland zal gaan dan in
het vorige winterseizoen. Hij schat het
aantal Nederlandse wintersporters in
1967/1968 op ongeveer 40.000, maar, al
dus de heer Klee, ruim 60 procent
van deze mensen behoort tot de niet-
actieve skiërs en gebruikt zijn vakan
tie vooral voor het maken van wan
deltochten.
„Graubünden (het gebied rond St.
Moritz, Arosa, Davos, Flims, Lenzer-
heide) is voor de meeste „winterse"
vakantiegangers nog altijd het geliefde
einddoel. „Van de tien wintersporters
gaan er altijd zes naar deze streek",
aldus de heer Klee. Overigens kunnen
automobilisten op 30 belangrijjke pas
sen en toegangswegen tot de Zwitser
se wintersportplaatsen sneeuwkettingen
huren. Deze „uitleendienst" is van de
Touring Club Suisse en de Autortiobil-
club Ier Schweiz.
De adjunct-directeur van het reisbu
reau Centouri uit Haarlem, drs. P.
mmmmm
De jongste cijfers van de proef in
Eindhoven zijn intussen geanalyseerd.
Zij brachten de meest geraffineerde
trucs aan het licht. Om er enkele te
noemen: Zogenaamd gescheiden vrou
wen trokken al meer dan een jaar bij-
standsgeld, terwijl hun mannen weer
gewoon in huis waren en geld verdien
den.
In vier gevallen werd op deze ma
nier gefraudeerd. Een ander geval:
twintig mensen kregen een uitkering,
ofschoon ze niet meer in Eindhoven
woonden. In zeven gevallen bleek dat
de vroegere hospita's van deze lieden
aan dit spelletje meewerkten. Als de
heren hun uitkering kwamen halen,
kon er voor de hospita's zwijggeld af
voor de moeite.
De arbeidsinspectie bemoeit zich
niet met deze fraudes. De controleur
van de bedrijfsverenigingen is ook niet
de speurder, die deie onregelmatighe
den signaleert. Daarom krijgt de Eind
hovense dienst van sociale zaken een
vaste rechercheur voor aangelegenhe-
P.TIMMERS
controle broodnodig
den, die uitsluitend de gemeente aan
gaan.
Het gaat daarbij over wetten die
Eindhoven zelf uitvoert. De gemeente
weet zo langzamerhand wel, waar de
profiteurs zitten. Volgens de wethou
der het meest onder de categorie die
hij als „minder aangepasten" wil aan
duiden. De bezoeken van een maat
schappelijk werkster, anonieme tips en
buurtonderzoek zijn zo de bronnen,
waaruit de gegevens binnenkomen.
De gemeente Eindhoven verwacht
baat te hebben bij deze nieuwe maat
regelen. Het stadsbestuur is er intus
sen van overtuigd, dat de misdrijven
zich over het hele terrein van de so
ciale wetgeving uitstrekken. „Daar
om", zegt wethouder Timmers „moet
er snel schoon schip worden gemaakt".
De resultaten van het speurwerk we
gen naar zijn mening ruimschoots op
tegen het salaris van de sociale recher
cheur.
UTRECHT Terwijl de stijging van
het aantal ongelukken op onze wegen
ongeveer gelijke tred houdt met de
snelle toeneming van het wegverkeer,
stijgt het aantal botsingen met treinen
verhoudingsgewijs maar in zeer gerin
ge mate. Het aantal ongelukken met
doden of gewonden als gevolg van die
botsingen, is de laatste twaalf jaar vrij
wel gelijk gebleven.
Deze conclusie springt er duidelijk
uit bij het bekijken van een door de
Nederlandse Spoorwegen bijgehouden
statistiek. Eén cijfers om de gedachten
te bepalen: Het wegverkeer en het aan
tal ongelukken door het wegverkeer
namen sinds 1955 beide van honderd tot
250 procent toe.
„Statistisch gezien fcebben wij niet
slecht geboerd", zei ons ir. H. A. Robbé
Groskamp van de afdeling Verkeers-
kruisingen van de Spoorwegen.
Hij schrijft de lichte stijging van het
aantal botsingen met treinen toe aan:
1 Betere beveiliging van de overwe
gen;
Stijging van het aantal beveiligde
overwegen
Het verdwijnen van 200 overwegen
in acht. jaar.
De situatie laat zich' in een klein
staatje samenvatten:
seerd. De resultaten bieden nog te wei
nig houvast voor het trekken van con
clusies. Of het zou deze moeten zijn:
Hoe meer mensen bij of op een over
weg bij elkaar zijn, hoe minder slecht
zij zich gedragen.
Kohnstamm. voorspelt, dat zo'n 5.000
Nederlanders 't vliegtuig zullen nemen
om de kerstdagen en de jaarwisseling
elders te vieren. Volgens hem gaan on
geveer 35.000 mensen tussen 1 oktober
van dit jaar en 1 april 1969 met het
vliegtuig op vakantie. „Het luchtver
keer, voornamelijk charters in deze tijd
van het jaar ia in verhouding met het
vorig seizoen toegenomen met circa 30
procent", aldus de heer Kohnstamm, die
zei dat er bij deze vluchten bijna geen
lege stoel de lucht ingaat.
De directeur van de Nederlandse
Reisvereniging (N.R.V.), de heer C.
van Zwijndrecht, toont zich zeer tevre
den. „Alle kerstreizen zitten vol, waar-
bjj vooral Oostenrijk weer erg in trek
is, evenals Zwitserland. Voor Joego
slavië is de belangstelling tijdens de
kerst nog wel behoorlijk, maar na die
periode wordt het minder. Waarschijn
lijk heeft de politieke toestand er wat
mee te maken", verklaart de heer Van
Zwijndrecht.
De NRV vervoert met de Bergland
combinatie de komende weken, ruim
5.500 mensen. Volgens dit reisbureau, is
de totale treinbezetting voor vakantie
gangers met ongeveer 15 procent toe
genomen. Alleen de NRV heeft al 54
rijtuigen voor dit vervoer besteld.
Eind
Eind
1960
1968
1200
1550
750
450
100
400
300 bijna 700
50 bijna 50
1800
1250
900
tot 2800
Beveiligde ovprwegen:
Onderverdeeld in:
Met hele bomen:
Ahobs
Akis
„Beveiligd" door man
met vlag
Niet beveiligde
overwegen:
Waarvan in onverharde
wegen:
Totaal aantal overwegen:
afgenomen van 3000
„Wij zouden de overwegen liever in
een sneller tempo dan nu laten verdwij
nen", aldus de heer Groskamp, „maar
ons ontbreken daartoe de juridische en
financiële middelen. Binnen een ruil
verkaveling lukt het wel eens een paar
kleine overwegen tegelijk op te ruimen,
soms in ruil voor één beter beveiligde'
Enkele tientallen overwegen in Ne
derland staan als extra gevaarlijk be
kend. Samen met de politie in de be
trokken gemeenten gaan de Spoorwe
gen nu proberen achter de oorzaken te
komen. Die zullen, denken de Spoorwe
gen, eerder gezocht moeten worden in
de siutaties ter plaatse (of dichtbij)
dan in bijvoorbeeld baldadigheid.
De Stichting Wetenschappelijk Onder
zoek Verkeersveiligheid in Den Haag en
de Spoorwegen zijn intussen sinds het
begin van dit jaar samen bezig met'een
zeer gedetailleerd onderzoek naar de
ongelukken op overwegen. Over vier
jaar moeten de hoofdoorzaken kunnen
worden aangewezen. De Spoorwegen be
schikten al over veel gegevens, maar
nu worden andere uitgangspunten ge
hanteerd.
De enige tijd geleden gemaakte films
op en bij overwegen zijn nu geanaly-,
s I/en groot aantal Nederlandse
- automobilisten riskeert na 1 ja
nuari een proces-verbaal wegeijs het
niet bezitten van een deugdelijke ge
varendriehoek. Het komende jaar
worden namelijk speciale zichtbaar-
heidseisen van kracht, waaraan me
nige driehoek, die nu wordt ver
kocht, niet voldoet. Goed zijn in ieder
geval de driehoeken die het keurings
merk RAI/TNO dragen.
Zo worden bij Vroom en Drees-
I mann op het ogenblik twee soorten
verkocht, een van ongeveer negen
gulden, die wel is goedgekeurd, en
een van 2,45 gulden, die volgens het
ministerie van Verkeer en Water
staat na 1 januari niet meer voldoet.
Bij het warenhuis zegt men: „We
vertellen de klant welk risico hij
loopt. De meesten verkiezen echter
toch de goedkoopste".
Ook de firma Loe Lap verkoopt
volgens het ministerie driehoeken
(2,50 gulden per stuk) die na 1 janua-
ri niet meer zijn toegestaan. Een ver-
koper van de firma oordeelde: „Van-
daag voldoen ze zeker. Of dat na 1
januari niet meer het geval is kun
nen wij moeilijk uitmaken".
j Omdat de industrie zich bij het
verplicht stellen van de driehoek
in oktober '66 nog onvoldoende op
de richtlijnen kon instellen, werd
toen ontheffing verleend van de
„zichtbaarheidseisen". Het komende
jaar zal ieder automobilist echter
een driehoek in de auto moeten heb-
ben die „bij donker weer op de weg
geplaatst, duidelijk zichtbaar is voor
een bestuurder van een voertuig dat
S dimlicht voert en dat zich op een af-
stand van 250 meter van de driehoek
bevindt".
•■imimiiimmiitmmiiiimiiiimiimmih miiiii1iimim