Maria en Machteld deden dapper mee
Gelderse molens in
waardevol boekwerk
boeiend beschreven
Enclave tenslotte toch
weer bij Gelderland
Ei 4f
■uit
Nieuw wapen
Represailles
Verwarring
Enclave
cr Gelders
Straf
cr Arbiter
cr Competitie
I
Verbond
SCHAKEN
door H. KRAMER
1KB
IK
if 1
win m
BA Wh
S i
ES B
R UAH
door J. M. BOM
BRIDGE
door H. W. FILARSKI
KRUISWOORDRAADSEL
Strijd om Tiel leek soms op een
- bloedige - voetbalcompetitie
TPiel lag dus als het ware
tussen twee vuren in, het
Mn nog heter dan het ander.
Voor de graven van Gelre en
Holland was het geen pretti
ge gedachte dat de hertogen
van Brabant daar op de
noordoever van de Waal zulk
een belangrijk bruggehoofd
hadden. De „Brabantse tijd"
van Tiel duurde niet minder
dan ongeveer driehonderd
jaar en in die tijd dan moet
Tiel de stadsrechten verwor
ven hebben. Het juiste jaar
waarin deze belangrijke pri
vilegiën ontvangen werden is
helaas niet. bekend. Maar van
lieverlede duikt Tiel als stad
in de archivalia op. Bij tijd
en wijle verschenen de gra
ven van Gelre en Holland
voor de muren en dat waren
bepaald geen „beleefdheids
visites". In het gevolg van
die graven marcheerden le
gers mee. Zo plunderde in
1202 graaf Dirk VII van Hol
land uit weerwraak de stad.
Het Tolhuis ging bij die gele
genheid in vlammen op. De
onfortuinlijke graaf van Hol
land had de knie moeten bui
gen voor de hertog van Bra
bant, de uit de geschiedenis
bekende Hendrik I, trouwe va
zal van keizer Frederik II, en
schenker van talrijke stads
rechten. Het is niet uitgeslo
ten dat de stadsrechten voor
Tiel uit die tijd stammen.
Hendrik I had zich verbon
den met de bisschop van
Utrecht en dat had weer tot
gevolg dat deze bisschop en
passant van geheel Holland
een leengoed van het bisdom
Utrecht maakte. Het rommel
de hevig aan onze politieke
hemel. En Tiel bleef voort
durend het mikpunt van deze
of gene.
T")e ondernemende graaf Ot
to II wist de macht van
Gelre tot grote ontplooiing te
brengen. Hertog Jan I van
Brabant gaf de stad Tiel even
wel maar niet zonder slag of
stoot over. Het was diens be
doeling jflist vanuit Tiel gro
te invloed in het gebied tus-
■en de grote rivieren te ver
krijgen. Graaf Otto II orga
niseerde in 1270 een veldtocht
naar Tiel. De hertog van
Brabant wierp een geheel
nieuw wapen in de strijd, de
inundatie van het gebied
rond de stad. Maar de bewo
ners van de Betuwe waren
daarvan niet gediend. De
Waaldijk was nog maar kort
daarvoor gelegd en de daar
door ontstane veiligheid werd
als 't rijkste bezit beschouwd.
Omwonenden slaagden er in
het gemaakte gat te dichten
en op deze wijze een natte
ramp te voorkomen. Ze had
den hun hofsteden vele ma
len in vlammen zien opgaan
en vernietiging van de oogst
vreesden zij meer dan iets
anders.
l~)e dijk werd in 1274 opnieuw
door de Brabanders door
graven en gedurende twee ja
ren bleef het gat open. Telkens
werd Tiel nu eens door de
één dan weer door de ander
bezet. Voortdurend namen de
Brabanders represaillemaat
regelen. Op zijn beurt wist de
nieuwe graaf van Gelre, Rei-
noud I, in 1284 de stad op
nieuw te bezetten met het doel
zijn Betuwse gewesten tegen de
Brabantse overvallen te be
schermen. En twee jaar later
werden de Geldersen door de
tegenstanders weer uit Tiel
verdreven, bijgestaan door de
Hollandse graaf Floris V. Her
tog Jan en graaf Floris kwa
men in de stad bijeen en be
sloten de strijd gezamenlijk
voort te zetten. Als getergde
leeuwen verschenen de Gelder
sen opnieuw voor de muren
en er bleek opnieuw geen hou
den aan. Een nieuwe Gelderse
bezetting volgde, catastrofaler
dan de voorgaande, want de
stad werd grondig verwoest.
Het bleef spannen.
TTet scheen dat de Geldersen
in 1288 voorgoed het on-
spit zouden delven in de be
ruchte slag bij Woeringen op
5 juni van dat jaar. Woerin
gen ligt aan de Rijn ten noor
den van Keulen. Het ging om
het bezit van het hertogdom
Luxemburg. Dat kwam door
dat Irmgard van Luxemburg
gemalin van Reinoud I van
Gelre kinderloos stierf. De
meeste vorsten uit de Neder
landen hadden op dat mo
ment hun voorkeur te kennen
gegeven. De aartsbisschop
van Keulen stond aan de zijde
van graaf Reinoud, zo ook de
meeste vertegenwoordigers
van de vorstenhuizen uit de
lage landen. Hertog Jan kreeg
hulp van Holland. Berg, Kleef
en van de opstandige burgerij
van Keulen. De aanval is
meestal nog de beste verdedi
ging. Jan I trok te velde met
een verbonden leger tegen de
aartsbisschoppelijke burcht
van Woeringen. Voor zekere
tijd werd de hegemonie van
Brabant tussen het Maas en
Rijn erkend. Graaf Reinoud
en de aartsbisschop werden
zelfs gevangen genomen en de
graaf van Luxemburg sneuvel
de. De Geldersen moesten te
vens smadelijk Tiel verlaten
en hertog Jan trok zegevie
rend de stad binnen. Hij bleef
evenwel op zijn hoede en voor
alle zekerheid werden in 1305
de stadsmuren grondig her
steld. Tevergeefs evenwel! Het
schijnt dat in die tijd Otto
van Buren bevelhebber van de
Gelderse troepen was, want in
1317 verschenen de Geldersen
wederom voor de stad en
volgde de teruggave door Ot
to van Buren, die de benarde
veste niet kon houden. Het
was evenwel een zéér ver
warde toestand geworden.
ïfn tóch zou Tiel definitief
Gelders worden! Viel het
u op dat Tiel in die tijd er
nog beroerder aan toe was dan
Berlijn nu? Tiel was eenvou
dig een Brabatse enclave in
het Gelderse gebied. Van de
gouw Teisterbant viel geen
spoor meer te ontdekken. Als
graafschap had Buren zijn in
trede gedaan en met de macht
van de Geldersen moest op
den duur rekening gehouden
worden. Het slechte financiële
beheer van graaf Reinoud had
ten gevolge dat geheel Gelre
zich tegen hem verzette. Zulk
een inwendige verscheurdheid
was uiteraard funest voor de
toestand waarin de stad Tiel
verkeerde. Aan welke kant
moest men staan? Het einde
loze getwist met de hertog van
Brabant bracht Tiel steeds in
aanraking met schermutselin
gen. Toevoeging bij het Gel
derse gebied zou rust en vre
de... en welvaart brengen. Het
is in feite een volslagen raad
sel hoe de inwoners van de
stad het op die plek nog zo
lang volhielden.
Gelre in een stedenverbond
van vrije steden. De magistra-
turen van deze Gelderse ste
den verklaarden elkaar in ge
val van nood bijstand te ver
lenen. Hel werd van meet af
aan erkend als Gelderse stad.
En dat verwondert ons niets,
daar het een groot punt van
belang was juist dit op Bra
bant veroverde bruggehoofd
volledig in de Geldere rechten
op te laten delen.
Het jaar 1348 bracht een
rampzalige binnenlandse oor
log. Men zou zich de vraag
kunnen stellen of het dan ooit
wel eens vrede zou worden.
In Holland waren het de Hoek-
sen en Kabeljauwen die twist
ten over algemeen politieke,
zowel als economische belan
gen. Ging het daarbij wel om
het landsheerlijk gezag? Be
slist niet alléén! En in Gelre
laaide gelijktijdig de strijd
op tussen de Van Hekerens en
de Bronkhorsten. Men zou
kunnen denken dat dit toch
ver van Tiels poorten zich af
speelde. Notabene begon de
strijd over wat jacht- en wei-
derechten tussen de bewoner
van het kasteel Hekeren bij
Steenderen en het bezit van
de heren van het stadje Bronk-
horst! Jan van Arkel bisschop
van Utrecht, geraakte in oor
log met Gijsbrecht van Bronk-
horst die op de hand was van
Eduard, de broer van Rei
noud III. De hertog van Gel
re was dus Eduard geworden.
Reinoud vond steun bij de
partij van de Van Hekerens
en de Utrechtse bisschop.
Als 'graaf deed Reinoud II
in 1318 zijn intrede. De
oude graaf zag er geen gat
meer in en deze imponerende
zóón, die er een schitterende
hofhouding op na hield en vele
kostbare oorlogen voerde, wist
in 1334 Tiel voorgoed van het
Brabantse „juk" te verlossen.
Hij had in 1327 reeds een ver
geefse poging gedaan de stad
in handen te krijgen. Hij kwam
niet verder dan de huizen bui
ten de stadsmuur. Die gingen
dan ook prompt in vlammen
op. Eerst in 1333 daagde het
succes en het volgende jaar
was.en blééf Tiel defini
tief in handen van de Gelder
se vorsten. In 1328 had hij
reeds de Oudewaard tegen
over Rhenen in handen gekre
gen en was het einde van de
bisschoppelijke watertol die
zetelde op de Tollenburg voor
Lienden geslagen. Het sprook
je van de Schuilenburg in de
Oudewaard blijkt dus inder
daad naar het rijk der legen
den verwezen te moeten wor
den. Uit een mij nu eerst be
kend geworden acte blijkt dat
de Sculenburg reeds bestond in
die veertiende eeuw. Maar ze
wordt nergens een burcht of
havezate genoemd. Het zou 'n
adellijke hofstede geweest kun
nen zijn, maar eerst sinds
1328 in bezit gekomen van de
graaf van Gelre. Reinoud II
stelde de dijkrechten in en zo
werden onze gebieden beter te
gen wateroverlast beschermd.
De graaf bezat rechten op de
Brabantse plaatsen Heusden,
Engelen en Vlijmen.
17 oning Philips VI van
Frankrijk trad op als ar
biter in het eindeloze geharre
war tussen Brabant en Gelre.
De genoemde Gelderse gebie
den in Brabant werden in ruil
gegeven voor Tiel en Zand
wijk op de noordoever van de
Waal. Eveneens kwam het
dorp Heerewaarden bij deze
transactie aan Gelre. Het zal
met bloedend hart geweest
zijn dat Brabant de stad Tiel
afstond. Een uitermate belang
rijk steunpunt in het vijande
lijke gebied moest worden
prijsgegeven. Denk er eens
aan wat een toestand zou ont
staan als de geallieerden de
vrije stad Berlijn op moesten
geven. Zó was toen de toestand
van Tiel. En het zal de inwo
ners van Tiel toch niet
allemaal onberoerd gelaten
hebben. Maar ja, de grote
machten beslisten eenvoudig
over het lot van duizenden. Al
léén waren de machthebbers
slechts personen en hun wil
was wet. Heel de verscheurde
maatschappij rustte onder de
knoet (en) van talloze minia
tuur dictatortjes. Het ging bij
ons er veelal Zuidamerikaans
toe. En Gelres ster rees al ho
ger aan de wereld van toen.
Op 19 maart 1339 werd graaf
Reinoud II door Keizer Lode-
wijk van Beieren tot hertog
verheven. Voor Tiel volgde 'n
tijd van |rote vooruitgang.
T^iel was evenwel op de
hand van hertog Eduard,
wat tot gevolg had dat Rei
noud, na in 1350 Nijmegen te
hebben bezet, oprukte naar
Tiel. Na een hardnekkig ver
zet gaf de stad zich over aan
de tegenstander van de offi
ciële vorst Eduard. Reinoud
III strafte Tiel door grote ver
nielingen aan te richten, ja,
de onmenselijkheid te hebben
de toren van de Sint-Walbur-
giskerk in brand te steken,
toen bleek dat 145 poorters
van Tiel meenden daar een
goede schuilplaats te hebben
gevonden. Ze kwamen allen
om het leven. Het zou 1357
worden eer de twistende
broers het weer met elkaar
konden vinden. Voor het oog
van Gelres volk althans. Een
andere broer, Jan, graaf van
Kleef, trad op als medestan
der van Eduard. Het was bij
die gelegenheid dat Tiel als
stad genoemd werd in het
verdrag dat hertog Reinoud
III na overgave van het vors
tendom Gelre door Eduard met
de ridderschap, knapen en
steden van Gelre en Kleef
maakte. Het scheen dat
Reinoud het pleit gewonnen
had. Maar schijn bedriegt zo
gauw. Het verdrag ook
Landvrede genoemd bepaal
de dat als de gezworen raden
ontrouw of vijandelijkheden
zouden constateren, de ambt
man van Neder-Betuwe uit
zijn ambt en de stad Tiel to
taal 30 gewapende mannen te
paard moest leveren.
HTiel en Nijmegen hielden
zich evenwel niet aan het
verdrag en riepen in 1361
Eduard wederom tot hertog
uit. Op dit bericht kwam de
van zijn troon vervallen ver
klaarde oud-hertog ijlings
naar Tiel en reed de voor hem
geopende poort binnen. Niet
evenwel om er te blijven. Hij
reed de stad door „met ope
nen banieren en blasende cla-
roens" en trok de tegenover
liggende poort weer uit. Niet
in de hem trouw g-, bleven
stad wenste hij zijn broer te
ontmoeten.
Die bevond zich met een
leger op een uiterwaard bij
de Waal, sindsdien de Strijd-
weerd geheten. De positie van
hertog Reinoud was zwak en
na een verbitterde strijd moest
hij zich overgeven.
Reinoud en zijn aanhang
werden als gevangenen de
stad binnengevoerd.
Wat zal er in Tiel een ge
juich opgegaan zijn. Dit hele
gedoe heeft iets weg van een
voetbalcompetitie. Eduard was
favoriet en bracht de beste
ploeg in het veld. Maar daar
mede houdt de vergelijking
dan ook op. Het aantal ge
sneuvelden aan Reinouds zijde
was groot, terwijl de onder
bevel van Eduard gestaan
hebbende troepen maar heel
weinig verlies geleden had
den. Deze toestand duurde 10
jaar, tot de tegen-hertog Edu
ard op 24 augustus 1371 ver
moord werd. Gedurende deze
tien jaar hield Eduard zijn
broer op het kasteel Roosen
daal en later op het kasteel
Nijenbeek bij Voorst gevan
gen.
Tiel ook weer talloze verwik
kelingen, waarover in een vol
gend hoofdstuk.
Waar in dit hoofdstuk enige
poorten van de ommuurde
stad ter sprake kwamen daar
over nog wot meer. Tiel had
vier poortende Buren se
poort, de Zandwijkse poort,
de Kleibergse poort, die ook
Waterpoort genoemd werd en
de Westluydense poort. De bij
zonder fraaie Waterpoort be
stond nog in de Tweede We
reldoorlog maar werd in 1945
verwoest en niet gerestau
reerd. Deze vier buitenpoorten
bestonden alle nog in 1836.
Een vijfde poort was reeds in
de Middeleeuwen in onbruik
geraakt en werd de Vrijdagse
poort genoemd. Het resteren
de deel van dit gebouw heeft
lange tijd als kruittoren dienst
gedaan. In de rondelen van de
Westluydense poort waren de
tolkamers gevestigd. Over de
ze tollen van de stad willen
wij in een afzonderlijk hoofd
stuk uitvoeriger handelen.
Adriaan P. de Kleuver.
TAe in 1959 door net provinciaal bestuur van Gelderland in
gestelde molencommissie heeft een hoogtepunt in haar
bestaan beleefd bij de verschijning van het „Gelders Molen
boek". De voorzitter van deze commissie, Gedeputeerde dr. H. J.
van Eek, heeft tijdens een bijeenkomst in het Arnhemse
provinciehuis het eerste exemplaar aangeboden aan de commis
saris der koningin, mr. H. W. Bloemers.
Met het verschijnen van het Gelders Molenboek is een bij
zonder fraai en uiterst waardevol boekwerk toegevoegd aan
de al vrij uitgebreide documentatie over Nederlands zo waarde
volle, maar steeds geringer wordend, molenbezit.
TTet Gelders Molenboek (formaat 18 x 27. cm) telt meer dan
600 bladzijden en is gedrukt op houtvrij kunstdrukpapier
bij De Walburg Pers in Zutphen. Het boek geeft in 400 blad
zijden een uitvoerige beschrijving van alle 103 windmolens
(waarvan 10 standerdmolens) en de 13 watermolens die onze
provincie nog telt, alsmede van elk van die molens een fraaie
foto. In verschillende van deze beschrijvingen zijn nog niet
eerder gepubliceerde historische bijzonderheden vermeld. Als
uitgangspunt voor de werkzaamheden van de redactiecommissie,
onder leiding van mr. Jan Korf, diende de moleninventarisatie
welke door de provinciale monumentencommissie op initiatief
van haar lid ir. M. M. van Hoffen in de jaren 1953 tot 1962 was
samengesteld.
Teeneinde Het Gelders Molenboek niet alleen boeiend te doen
zijn voor de deskundigen, maar net ook als geschenkboek
interessant te maken voor het grote publiek heeft de redactie
commissie een achttal deskundigen verzocht een bijdrage te
leveren, hetgeen heeft geresulteerd in een aantal bijzonder
interessante artikelen op het gebied van de molen. Achtereen
volgens vindt men in Het Gelders Molenboek van P. J. W.
Beitjes een artikel over „Het vrouwenoproer te Culemborg in
1650", naar berichten van tijdgenoten. Van J. den Hoed een
artikel over „De domeinmolens in het graafschap Buren" en
„De oude korenmolens van Tiel". De heer E. J. van Ebbenhorst
Tengbergen leverde een bijdrage over „De afschaffing van de
molendwang in Gelderland, 1796 Jacob de Wit, patriot en
dwangmolenaar". Van de heer T. Blok leest men over „Polder
molens in de Bommelerwaard" en van de heer W. Zondervan
is een artikel opgenomen over „De voormalige molens te Does
burg". Een uitgebreid artikel leverde de heer R. Hardonk over
„Apeldoorn, centrum der Veluwse waterradmolens". Bijzonder
is ook de bijdrage van Anton Sipman over „De ontwikkeling
van de vang". De heer J. H. Rijnenberg leverde tenslotte een
„Technische beschrijving van de Gelderse molens".
n het „Woord Vooraf" schrijft mr. H. W. Bloemers dat dit
Molenboek meer beoogt te zijn dan een momentopname van
het molenbestand in de provincie Gelderland. Het heeft tevens
ten doel om in de reeds verscheidene decennia durende strijd om
het behoud van de molens, die ons zijn overgebleven, de nodige
steun te geven.
Het molenbestand in Nederland is door de jaren heen schrik
barend gedaald. Onderzoekingen hebben het bewijs geleverd,
dat ons land ruim 10.000 windmolens heeft gehad. Er zijn er
thans geen 1000 meer over. Na de eerste wereldoorlog waren er
naar schatting nog 1800 en op 1 mei van dit jaar telde men er
nog 946. De in 1923 opgerichte Vereeniging tot behoud van molens
in Nederland „De Hollandsche molen", beijvert zich al 45 jaar
„om iets te redden uit de razende orkaan die onze molens bij
tientallen nedervelt". Het rijk en de verschillende provinciale
besturen steunen dit werk financieel en in tal'van plaatsen
heeft men molens kunnen behouden en restaureren.
i~kok kent men al verscheidene provinciale molenboeken. De
eerste, het Groningse, verscheen in 1958, daarna verschenen
in Limburg en Utrecht bescheiden geschriften over het molen
bestand in deze provincies. In 1961 gaf Zuid-Holland een fraai
uitgevoerd molenboek uit, welk voorbeeld werd gevolgd door
Zeeland, zij het dat het daar niet van het provinciaal bestuur
uitging, en Noord-Holland. Er zijn thans molenboeken in voor
bereiding in Friesland, Noord-Brabant, Drente en Utrecht.
]Va de dood van hertog
Reinoud II verbond Tiel
zich met de andere steden van
verzoening tussen Rei-
noud en Tiel kwam dan
ook eerst na deze moord tot
stand. Reinoud III werd de
onbetwiste heerser over Gel
re. Kort daarop, reeds drie
maanden na Eduard, overleed
Reinoud. Hij overleed kinder
loos en om de erfopvolging
volgde een hevig krakeel
tussen zijn zusters Maria en
Machteld. Dit gaf voor de stad
XXet Gelders Molenboek is samengesteld in opdracht van het
provinciaal bestuur van Gelderland, dat in 1967 een krediet
Krakeel beschikbaar stelde voor het verzorgen van dit boekwerk. De
arvcci in ig5g ingestelde molencommissie die het provinciaal bestuur
van advies dient over alle vragen betreffende molenbescherming,
alsmede de bestaande en verdwenen molens inventariseert en
gegevens over deze molens verzamelt, benoemde uit haar midden
een redactiecommissie die met het samenstellen van het boek
werd belast. Deze commissie bestond uit de heren mr. P. J. W.
Beitjes, ir. T. Blok, E. J. van Ebbenhorst Tengbergen, mr. Jan
Korf, J. H. Rijnenberg en J. A. Spoel.
Deze commissie is er, met medewerking van velen, in geslaagd
een voor Gelderland bijzonder waardevol boekwerk samen te
stellen dat ook buiten onze provincie met waardering en vreugde
zal worden begroet.
De prqs van het Gelders molenboek is vastgesteld op f 44,50.
Na 1 januari is de prijs f 46,—.
VOOR de vierde achtereenvolgo.,
keer wordt er op het nog steeds
zonnig Mallorca een groot internationaal
ischaaktornooi gehouden. De bezetting
j overtreft die van de vorige: achttien
deelnemers. waaronder Petrosjan.
Spassky. Korchnoi, Larseo. Gligoric.
Gheorghiu, Ivkov, Benkö, Matanovic en
Donald Byrne. In dit belangrijke toer
nooi speelt ook een Nederlander een ro!
van betekenis: Harry de Graaf, die al?
wedstrijdleider optreedt en die zich ir
deze functie in het buitenland in eer
steeds toenemende populariteit mag ver
heugen. Door zijn toedoen kreeg ik, hee:
van de naald, de -eerste partijen. Hieron
der een fraaie tactische prestatie vai
kandidaat-wereldkampioen Boris
Spassky.
Wit: B. SPASSKY. Zwart: B. IVKOV
(Palma de Mallorca 1968).
Caro-Kann verdediging.
1. e2e4, c7c6 2. d2—d4, d7—d5 2.
e4xd5, c6xd5 4. c2—c4, Pg8—f6 5. Pbl—c.i.
e7e6 6. Pgl—f3. Lf8—e7 7. Lfl—d3
(Van objectief standpunt uit
beschouwd, minder nauwkeurig dan 7.
cxd5, Pxd5 8. Lc4. Overigens leidt de
vroeger zo gebruikelijke voortzetting 7.
CS. 0—0 8. Ld3, b6 9. b4. a5 10. Pa4, Pbd7!
volgens de huidige inzichten slechts tot
gelijk spel.)
I 7d5xc4 8. Ld3xc4, 0—0 9. 0—0.
Pb8c6 10. a2a3. a7—a6 11. Lel—g5.
b7—b5 12. Lc4a2, Lc8—b7 13. Tal—cl,
Ta8c8
(Zwart heeft een bevredigende stelling,
ondanks het feit. dat 13b4! nog
sterker was dan de tekstzet.)
14. Ddl—d3, Tf8e8 15. Tfl—dl. Pf6—d5
i6. Pc3e4
(Wit moet wel op verwikkelingen spe
len. Voor de hand liggende mogelijkhe
den als 16. Pxd5, Lxg5 of 16. Lxe7, Pcxe7
geven zwart de leiding in handen.)
16h7h6
(Na 16. Lxg5 17. PexgS, f5 wilde
Spassky met 18. Pxe6. Txe6 19. Dxf5 een
'<ansrijk stukoffer brengen.)
17. Lg5—d2. Dd8—b6 18. La2—bl. f7—f6
(Voorkomt een overval langs de diago
nal bl—h7. De verzwakking van de
e-pion is wel uit te houden.)
19. Pe4—g3. Le7—f6 20. Pg3—e2,
rc8d8
(De druk tegen de zwakke vijandelijke
damepion neemt toe.)
21. Lbl—a2. Kg8h8 22. b2—b4, Pc6—e7
i?)
(Consequenter is 22Td7 eventueel
gevolgd door Ted8.)
23. Pe2g3, Pd5— C7
(Op het verleidelijke 23e5 had de
witspeler een briljante combinatie in
petto: 24. dxe5, Pxb4 25. Lxb4!, Txd3 26.
Txd3, Lg5 27. Pxg5, hxg5 28. Pe4!, g4
29. Pd6 en wint.)
24. Pg3—h5. Lb7e4 25. Dd3—e2.
Le4xf3
(Zwart acht de tijd gekomen om de
oogst binnen te halen. In werkelijkheid
loopt hij evenwel regelrecht in de vai.)
26. De2xf3, Lf6xd4? 27. Ld2—c3!
In deze stelling zette de zwartspeler
voort met 27e6—e5 waarna 28.
Df3—g3!. Ld4xf2t 29. Dg3xf2, Db6xf2t 30.
Kglxf2. Pe7d5 31. Lc3xe5!, Te8xe5 32.
Tclxc7! hem tot de capitulatie dwong.
Opgave van de week: waarom rrtocht
zwart ln de diagramstelling niet op c3
nemen?
IVKOV
a
m: i
I 1
7
6
5
4
1
3
m l
mmm
mÊTstfm
2
mm
l
ai
abcdefgh
SPASSKY
De oplossing komt in de volgende ru
briek.
OPLOSSING
De stand was:
Wit (Prins): Kf2, Ddl, Tal en cl. Ld,
Pel, pionnen a3, b2, c4. e3, i
Zwart (Day): Ke8, Dc6, Ta8 en hl, Lb»,
pionnen a6, a7, eö, f7, g7, g4.
Er volgde: 24g4—g3tt 25. Kf2xg8,
Thlxel! 26. Ddlxel, Dc6xg2t 27. Kg3—fï
(27. Kh4, Dh2t 28. Kg5, h6t 29. Kg4, f5t en
mat.) 27g7—g5 28. Kf4—e5, Dg2—e4t
en wit gaf het op: 29. Kf6. Df5t 30. Kg7,
THEORETISCHE stellingen kunnen in
de praktijk soms heel moeilijk wor
den bewezen. Ook blijken sommige
theoretische regels niet houdbaar en wij
zigen zich de opvattingen al naar de
practische resultaten, die in vroeger af
gekeurde genres voortdurend worden be
reikt, zonder dat de analyse, dè grote
hulpbron voor de theorie, exact kan aan
tonen, waar wellicht gezondigd is tegen
de principes!
We hebben dit gezien in de opvattin
gen over klassieke opstellingen, in de
waardebepaling van randschijven, in toe
passing van opsluitingen en in de toege
kende belangrijkheid van sommige voor
post-posities. Uit deze schijnbare te
genstelling tussen de theorie en dè prac-
ttjk is wellicht te verklaren, dat
verschillende spelvormen na perioden
van grote bloei plotseling van het
wedstrijdprogramma verdwijnen, om
daarna. in nieuwe „kleedjes ge
huld" plotseling weer op te duiken en
daarbij weer opnieuw slachtoffers ma
kend. Een berucht voorbeeld daarvan is
de zg. ..hekstelling", een flankspelachtige
'uitvorm, waarover nog steeds
ningen verdeeld zijn.
[fe
3227!? ioxiH, 7. 40x29 23x34; 8. 39x30. De
theorie acht deze ..hekstelling" voor wit
ondeugdelijk, omdat te veel schijven aan
de linkervleugel, vooral die op de lijn
46—5 improduktief zijn. 89—14; 9.
30—25 19—23; 10. 44—39 14—20; 11. 25x14
10x19; Ook al volgens de voorschriften:
formatie van een sterk centrum. 12.
33—29 23X34; 13 39x30 19—23; 14. 49—44.
Verweert zich bij voorbaat tegen de
zwarte doorstoot naar 28; 143—9; 15.
44—39 9—14; 16. 45—40 13—19; 17. 38—32. Wit
negeert alle theorie: nog meer schijven,
die deelnemen aan de opsluiting van
zwarts rechter vleugel! 178—13: 18.
42—38 4—10; 19. 47—42 14—20; 20. 30—25
19—24; 21. 25x14 10x19; 22. 39—34 5—10 23.
43—39 1014; 24. 34—30 6—11: 5. 48—43
1—6; 26. 50—45 2—8;
Zwart heeft zich in zijn opbouw volko
men gehouden aan de door de theorie
gestelde regels: De witte opsluiting telt
niet minder dan 3 overtollige schijven:
de me-
opsluitvorm, waarover nog steei
ilngen verdeeld zijn.
Hieronder een recent voorbeeld van
zulk een partij, waarin weer eens blijkt,
dat star vasthouden aan theoretische
principes tot het tegendeel voert van wat
er mee beoogd wordt: Wit: Biscons (Mi
di. Frankrijk); Zwart: A. Verse (Lyon.
Frankr.).
1. 31—26 17—22; 2. 37—31 11—17; 3. 41—37
19—23; 4. 46—41 14—19; 5. 34—30 20—25;
Het door zwart toegepaste systeem tegen
de witte randschijfopstelling komt wei
nig voor. Het geeft ook weinig „hou
vast". Algemeen wordt tegen deze ope
ning een klassieke opstelling gekozen. 6.
32, 37 en 41. Zelf bezit hij een krachtig
centrum en hij heeft bovendien een
eventuele witte aanval tegen zijn linker
vleugel, door formatie van een klassiek
centrum vrijwel onmogelijk gemaakt.
Desondanks zou de positie „krachtige
maatregelen" eisen en.... die neemt zwart,
niet! 27. 30—25 14—20- Dit speelt wit in de
kaart! Beter is nu (23—28 32x23 (19x28);
28 39—34 24—29 29. 43-89 15—20. Belet
hiermede 35—30 door (29—33) maar veel
sterker is (13—19) dat ook tot 27—21
dwingt. 30. 27—21 16x27 31. 32x21. Hierme
de is een „Utrecht"-systeem ontstaan,
waarin wit „greep" heeft op de zwarte
positie. 3110—15; 32 31—27 22x31; 33.
36x27. Zeer listig gespeeld. Na (1319)
37—32! bevindt zich zwart in ernstige
moeilijkheden. Het beste is nog (li—16)
doch zwart blijft moeilijk. Aan de lezers
de opgave voor deze week: Hoe won wit,
toen zwart gunstig (17—22) dacht te spe
len?
OPLOSSING
Wit Sijbrands) 21, 25, 26, 27, 30, 31, 33,
34, 35, 36, 39, 43, 44, 45 (14 St.). Zwart:
Verleene 4, 8, 9, 10, 11 12 13 14 16 17 19.
20. 23, 24. In deze stelling volgde schit
terend: 34—291! (23x34) 33—28!! en
zwart staat op slag verloren: Op (24—27)
volgt 28—22 en 30—24 met schijfwinst. Op
(10—15) wint 28—23 (19x28) 30X10 (34—40)
25x3 (40x38) 10-5 enz. Na 34-40 (45x34)
13—18 volgt: 28—22! enz. Hl de partij
voigldie: (13—18) 28—22! (17x28) 43—38
(34x32) 27X38 (16x27) 31x2! en zwart gat
het op! Prachtig!
MISSCHIEN heeft het lichte kostje van
vorige week u nogal zwaar op de
maag gelegen. Enkele meesterklassen?
kwamen er evenmin uit, ofschoon één
hunner het geluk had dat spelleider oost
- - - zag
lartlj
de eenvoudige winst over het hoofd zag
na onjuist tegenspel. Toen deze parti.
voorkwam op een clubavond van de BC
Culemborg was de kaartverdellng:
5
$AHV 8 4 3
O 9 8 7 5
6 2
4A863
OB962
O H V 10 4
B
4» VB1034
10 7
O 6
A V 109 4
te troeven. Heeft zuid nu maar ten
minste B 9 2 van troef, dan gaat oost
down redeneerden deze noordspelers,
want OW zullen nog een troefslag alsme
de ruitenaas moeten verliezen.
Helaas! Op die derde kleine harten van
noord, gooide oost eenvoudig zijn éne
ruitentje weg en weg was de kans op
down! Want Aild kon wel troeven, maar
de koek was op daar ruitenaas niet meer
gemaakt kon worden, schoppenheer
gesneden werd en oost door het spelen
van klaveraas, daarna klavervrouw, ook
in klaver zonder verllesslag kon eindi-.
gen.
Het spelen van zo'n kleine harten ln
slag 3 door no?rd is in 999 van de 1000
gevallen wel goed maar dit was het
duizendste, waarbij noord moest inzien
dat hij oost niet de kans mocht bieden
een ruitentje af te gooien. Dus indien u
H 7 2
5
AAB 32
•f» H 8 7 5 3
Zuid gever, niemand kwetsbaar. Noord
opende in de derde hand met twee har
ten, oost volgde met twee schoppen
west drie schoppen oost vier schop
pen.
Tegen vier schoppen van oost kwam
zuid met harten vijf uit, voor noord
kennelijk te lezen als een singleton.
Twee hoge hartens volgden en zuid sig
naleerde dat hij ruitenaas bezat. De
meeste noordspelers wilden nu een
oud-hollandse deugd tonen: zuinigheid.
In slag 3 speelden zij nl. een kleine
harten na, ervan uitgaande dat oost zich
niet zou kunnen veroorloven deze niet af
vorige maal in slag 3 uit noord een hoge
harten heeft gespeeld, zit u thans in
volgende ronde!
VRIJWEL geruisloos heeft de BC Cu
lemborg het nationale kampioenschap
der meesterklasse gewonnen. Het totaal
van 62 uit een maximum van 84 is in
drukwekkend en in vele Jaren niet ver
toond. Opvallend was het gemak waar
mee de Culemborgers over het algemeen
hun wedstrijden wonnen. Met tweemaal
60 wezen zij vorige zaterdag Utrecht en
USS-Amsterdam terug, waardoor zij de
twee resterende wedstrijden op zondag
feitelijk niet meer behoefden te spelen
en zaterdagnacht een groots kampi
oensfeest mét orkest in het naburige,
bevriende Geldermalsen kon worden op
gezet! Het is ook voor het eerst dat een
vrouw deel uitmaakt van een meester
klasseteam dat kampioen wordt en deze
prestatie van Willy van Heusden oogstte
reeds bij de vele dames die in Eindho
ven waren komen kijken, waarderend
applaus.
USS en Continentalclub zijn gedegra
deerd. wat voor de eerbiedwaardige Con
tinentalclub een grotere schok betekent
dan voor de oud-studenten van USS. Het
lot van de Rotterdamse Bridgekring
heeft overigens aan een akelig dun
draadje gehangen en eerst in de laatste
match tegen een slordig spelend Buiten
hof werd het Rotterdamse bestaan in de
meesterklasse verzekerd. Buitenhof werd
met 48 punten toch tweede, ABC ver
kreeg 45 en Eindhoven dat soms verras
send goed speelde 44. De Utrechtse B<J
Oog in Al behaalde zondags van de 12
punten, welke forse injectie de bijna
dood gewaande patiënt in het leven
hield. Bridgekring met 38 punten stelde
danig teleur en volgend jaar zal Slaven
burg meer binnen- en minder buiten
landse reizen moeten gaan maken.
Tot slot een interessant biedprobleem,
ontleend aan de wedstrijd ABCBrid
gekring. De oostspeler heeft:
Oost
AHV 4
-
O B 10 8 6 3 2
HV 7
West gever, OW kwetsbaar.
West pas noord twee harten (sterk)
oost past zuid drie harten wést
past noord vier harten.
a) Stemt u ln met oosts oorspronke
lijke pasbod op twee harten? Zo neen»
wat zou u hebben geboden?
b) Nu NZ eenmaal vier harten hebben
bereikt, biedt u dan nog iets als oost en
zo la. wat??
Horizontaal: 1. betaalde gast
vrouw, 8. jaarboeken, 14. bloem, 15.
stalen ringetje, 16. druppel, 18.
brood, 20. vaarweg in Europa/ 22.
tenen mand", 23. karakteristiek van
België, 25. ontkenning, 26. voertuig,
27. kledingstuk, 28. Europeaan, 29.
rivier in Nederland, 30. titel, 31.
houding, 33. plaats in Engeland, 35.
te eniger tijd, 37. drank, 38. hevige
val, 40. gasten, 42. plaats in
Duitsland, 43. verrichter, 45. wegen,
47. straf, 48. zoogdier, 49. rivier in
Duitsland, 50. beat, 52. uit, 53. agra
riër, 55. opstap, 58. jaarlijkse -bezoe
ker, 61. dierenverblijfplaats, 62.
vruchtbare plaats, 64. Mohamme
daanse naam van Jezus, 67. dwaas,
68. zie bij het genoemde woord
(afk.), 69. oliemaatschappij, 70. rivier
in Engeland, 72. kraan, 73. rivier in
Nederland, 74. meisjesnaam, 76.
plaats in Gelderland, 77. plaats in
Brabant, 78. meisjesnaam, 80. uithol
ling, 81. klap, 82. plaats in Brabant,
85. verhindering, 87. bis, 88. schen
ken.
Verticaal: 1. bepaalde schoonma
ker, 2. zoogdieren, 3. tocht, 4. noot,
5. een beetje, 6. de onbekende, 7.
puntig, 8. in het jaar der wereld
j (afk.), 9. corrigeren, 10. dat is te
zeggen (afk.), 11. noot, 12. voornaam,
113. aantekenen, 17. eiland bij ingang
jlnd. Oceaan, 18. gemeenschappelijk
i bouwland, 19. zoogdier. 21. pakken,
23. gesloten, 24. noot, 32. uitkrassen,
34. grondsoort, 36. boom, 37. werelds,
(39. zoogdier, 41. lofspraak, 42. soort
van verfstof, 44. boom, 46. noot, 51.
plaat, 52. vrucht, 53. in vuur en
vlam staan, 54, wal, 56. beweeg
grond, 57. Middelnederlands, 59.
voorzetsel, 60. op bepaalde manier
metselen, 62. familielid, 63. plaats in
Gelderland, 65. niet glad, 66. voor
zetsel, 71. Bijbelse figuur, 75. zonder
inhoud, 77. Griekse bergketen, 79.
godin, 81. hoofddeksel, 83. voor
zetsel, 84. vervoeronderneming, 85.
uitroep, 86. aanhef op circulaires.
Oplossing vorige
cryptogram
Horizoptaal: 1. onthand, 3. wal-
baas, 6. wanggedrocht, 10. station, 11.
meteoor, 12. kind, 14. ontzet, 17. in
maak, 19. knal, 23. verloop, 25. pap
kind, 26. geëxalteerd,. 27. normaal»
28. inslaan.
Verticaal: 1. overste, 2. aanzien, 4.
licht, 5. Siberië, 6. wraakgierig, 7.
eend, 8. ramen, 9. troetelkind, 13.
dra, 15. tak, 16. baviaan, 18. Appia,
20. nippels, 21. indelen, 22. spat, 24.
opéra.