succes
Geen
zonder hard
werken
Je moet maar durven
Aanpassing met behoud van
Hollandse eigenschappen
PORTRETTEN VAN
IMMIGRANTEN
Emigratie naar
Australië
in cijfers
Solliciteren als
broodwinning
TER OVERDENKING
r
VERLENING
VANDIENSTEN
Primitieve kunst
Farmers
Pech, maar toch
Nieuwkomer
Interim AKU
onveranderd
f (Nümmjmr?
r CVsvi uifff* r's:
Klaasje onder de Kerstboon
gratis in een raampje
Mamma met de feesttaart
gratis in een raampje
Oma met kleine Sofietje
gratis in een raampje
Pietje met zijn nieuwe trein
gratis in een raampje
Opa op het hobbelpaard
gratis in een raampje
A
v
Pappa aan de sherry
gratis in een raampje
Ferrania 3 M
levert altijd uw
Ferrania Dia's 28
(van 24 x 36 mm)
voor fl. 15.-
gratis
in een
raampje
Vermist meisje was
kantinejuffrouw
ZATERDAG 21 DECEMBER 1968
t.Qit is een fantastisch land voor jonge mensen, maar
iedereen boven de veertig, die hier komt, verklaar ik
voor gek". Dat is dan,één mening een zeer gedeci
deerde nog wel over Australië als immigratieland.
Het is de mening van de heer A. Achterberg, die in
1953 op 21-jarige leeftijd uit het Zuidhollandse Reeu-
wijk naar Australië emigreerde zonder geld maar
de bereidheid hard te werken. Nu, vijftien jaar
bée#, kan hij zich de eigenaar noemen van een goed
florerende tuinderij in de buurt van Brisbane, de sub
tropische hoofdstad van de staat Queensland.
Heeft hij geluk gehad? ,,Nee. Een jongeman van een-
en-twintig, twee-en-twintig jaar kan hier meer berei
ken in vijftien jaar dan gedurende zijn hele leven in
Holland. In dit soort bedrijf, als de vrouw de eerste
vijf jaren wil meehelpen, kan het eenvoudig niet ver
keerd". Aldus deze tuinder, die overigens zichzelf de
eerste jaren niet gespaard heeft.
ADVERTENTIE
T\t heer Achterberg'zou model kunnen staan voor wat heet: „de geslaagde
Nederlandse immigrant in Australië." Hij is er door hard werken bovenop
gekomen zonder dat men nu al kan zeggen, dat hij zijn schaapjes op het droge
heeft, hij geniet van zijn welstand, doch is met beide benen op de grond blijven
«taan; hij heeft zich volledig aan het Australische leven aangepast, maar heeft
daarnaast zijn goede Hollandse eigenschappen die mede .van belang waren
voor zijn welslagen behouden. Zoals tuinder Achterberg zijn er talloze ge
slaagde ex-Nederlknders in Australië: industriëlen, middenstanders, kunste
naars, maar ook niet-zelfstandigen, die zich in een uitstekende en goedbetaalde
betrekking „gearriveerd" weten. Enkele voorbeelden kunnen dit duidelijk
maken.
Tn het noorden van de staat West-
Australië ontmoette ik de heer
J. Witkamp (45), die bij de grote cate
ring-onderneming Poon Brothers in
dienst is als „resident manager of the
Port Hedland-group of camps". Het
betreft hier een uniek bedrijf, dat een
belangrijke rol speelt in de stormachti
ge industriële ontwikkelingen in dat
gebied. De specialiteit van Poon Bros,
is een algehele dienstverlening aan de
mijnbouw-, aannemings-, baggermaat-
richappijen enz., die op vaak zeer ge-
isoleerde punten bezig zijn aan reus
achtige werken.
De veelzijdigheid en omvang van de
ze dienstverlening is verbazingwek
kend. 'De aanvoer, bereiding en conser
vering van voedsel is slechts het meest
vanzelfsprekende onderdeel. Maar
daarnaast voert Poon Bros. het beheer
over de arbeiderskampen, neemt ze de
brand- eh insektenbestrijding voor haar
rekening, drijft ze, indien nodig kamp-
xymkels en verzorgt ze zelfs filmvoor
stellingen en andere vermakelijkheden
voor de kampbevolking.
Het spreekt vanzelf, dat een zo ge
specialiseerde dienstverlening onder
dikwijls moeilijke omstandigheden, een
kern van uitgekiende vakmensen ver
eist. Zo'n vakman is de ex-Hagenaar
Jan Witkamp, die samen met zijn
vrouw woont in een van de vijf kam
pen, die onder zijn beheer staan.
Reeds in 1951 emigreerde hij naar
Australië, waar hij zijn echtgenote,
mevr. L. Witkamp-Rotteveel, leerde
kennen. Hij is steeds in de horeca
branche werkzaam geweest, zelfs als
■elfstandig restaurateur. Opt zijn huidi-
Dlijkens een publikatie van de Ne-
derlandse immigratiedienst is
Australië een der belangrijkste pij
lers, waarop de emigratie vanuit
Nederland stoelt. Vaak wisselt het
met Canada van plaats als land,
waarheen in een bepaald jaar het
grootste aantal personen uit Neder
land vertrekt.
In 1967 kwam Australië op de
tweede plaats. Gedurende dat jaar
vertrokken er 2064 Nederlanders
heen, het laagste aantal sedert de
jaren 1962 en 1963. In 1966 vertrok
ken er 2284 Nederlandse emigranten
naar Australië.
Wat 1968 betreft, is volgens de
Nederlandse Emigratiedienst het
verloop gedurende het eerste half
jaar min of meer gelijk aan dat van
het vorig jaar zij het met zekere
nuanceringen. Daarbij wordt opge
merkt, dat de belangstelling voor
vestiging in Canada blijkens de aan
meldingen is teruggelopen, terwij)
daarentegen het aantal naar Austra- 4
lië vertrokken personen wat hoger
zal liegen dan in 1967.
Een interessant beeld leveren de
gegevens op, die worden verstrekt
door de afdeling Immigratie van de
Australische ambassade in Den
Haag. Volgens deze bron zijn in de
periode van juli 1967 tot juli 1968
2700 Nederlanders geëmigreerd. In
de twaalf maanden daarvoor be
droeg het aantal 2000.
Deze toeneming van de belangstel
ling voor emigratie naar Australië
is naar het oordeel van de betrok
ken afdeling een gevolg van ener
zijds de gezonde economische toe
stand in dit werelddeel en ander
zijds de lage passagetarieven, n.l.
f 100,- voor personen boven 19 iaar
ge post in Port fiediand is hij nu bijna
twee jaar. Het is zeker niet de bedoe
ling van de heer en mevr. Witkamp
voorgoed in deze plaats te blijven,
maar het salaris is fantastisch en in
een paar jaar kun je er een vorstelijke
spaarduit aan overhouden.
In de loop der jaren zijn ze ook al
enkele malen op vakantie in het
vroegere vaderland geweest, maar
voorgoed teruggaan...: „Vorig jaar
zijn we nog vijf weken in Nederland
geweest. M'n indruk was bijzonder
gunstig, voofral wat de conjunctuur
betrof. En de mensen waren er over
dreven vriendelijk, vergeleken met
Australië. Maar toch waren we blij
hier weer terug te zijn; ik voel me
hier thuis", aldus de heer Witkamp.
A/'an het ruige, dunbevolkte noorden
van West-Australië naar King's
Cross, het swingende hart van de kos
mopolitische miljoenenstad Sydney, is
letterlijk en figuurlijk een hele stap.
In Macleay Street, vlakbij het sjieke
Chevron Hilton Hotel, is de „Native
Art Gallery" van de 32-jarige Robert
Ypes. Het is een bloeiende zaak in pri
mitieve kunst- en gebruiksvoorwerpen,
met als specialiteit Oost-Nieuw-Gui-
nea, waar de ex-Deventemaar per
jaar heenreist om er inkopen te doen.
De curieuze voorwerpen waarmee hij
van zijn avontuurlijke expedities naar
afgelegen, primitieve oorden in Sydney
terugkeert, vinden grif aftrek bij een
internationale clientèle, die bereid is
pittige prijzen te betalen. Waarschijn
lijk bevindt hij zich op dit moment er
gens nabij de grens met West-Irian, in.
een gebied vanwaaruit kortgeleden nog
kannibalisme is gemeld.
„Er zijn drie van dit soort zaken in
Australië, maar al zeg ik het zelf
mijn zaak is het bekendst, omdat
ik od de Cross zit". Onverkochte voor
raden is een begrip, dat onbekend is
in de wel zeer uitzonderlijke branche
waarin Robert Ypes zich een geslaagd
man mag weten. Zijn grote zorg geldt
veeleei het op peil houden van het as
sortiment.
Met als voornaamste drijfveer, dat
hi] wel eens wat van de wereld wilde
zien, emigreerde de heer Ypes twaalf
jaar geleden naar Nieuw-Zeeland.
Dank zij een landbouwcursus die
hij vooraf in Nederland had gevolgd,
kwam hij op een farm terecht om twee
weken later te ontdekken, dat zijn toe
komst in elk geval niet in de agrari
sche richting lag. Waar die dan wel
!ag, trachtte hij uit te vinden door
achtereenvolgens grafmaker, slacht
huisknecht. telefoonreparateur, kelner
en manager van een restaurant te wor
den, terwijl hij zich in zijn vrije tijd
onledig hield met zingen, acteren en
poseren.
Toen hij het gevoel had, dat hij in
de show-business wel iets zou kunnen
bereiken, stak hij over naar het op dat
terrein meer mogelijkheden biedende
Australië. Dat was eind 1958. Kort daar
na maakte een ontsteking aan zijn
stembanden voorgoed een einde aan
zijn veelbelovende carrière als zanger.
Weer begon het lieve leven van vo
ren af aan: verkoper in een kleding
zaak, steward, kelner en uiteindelijk
eigenaar van een coffee-shop.
Tussen de bedrijven door maakte hij
een vakantietrip naar Australisch
Nieuw-Guinea. De heer Ypes, die in
Nieuw-Zeeland al Maori-kunst had
verzameld, werd onmiddellijk gefasci
neerd door de inheemse kunst- en ge
bruiksvoorwerpen in Nieuw-Guinea.
Toen hij dan ook enige tijd later een
antiekzaakje in Sydney begon, dat niet
zo goed liep, besloot hij op primitieve
kunst over te schakelen. Nu, drieëneen
half jaar later, verbaast zijn succes
hem nog steeds!
V7anaf Perth moet men 300 klometer
door de Westaustralische „bush"
rijden om het ruim 1000 hectare grote
landbouw- en schapenbedrijf van de
gebroeders Harry (41) en Wim (36)
Hesselmans te bereiken. Het is in South
Kumminin, een gehucht, waar men
zelfs in Perth nog nooit van gehoord
heeft.
De oudste van de twee broers, die
Een kijkje op het veebedrijf,
waar de Didamse dokterszoon
Dick Dunselman de scepter zwaait.
De heer en mevrouw Witkamp
hebben het in het tropische
Port Hedland best naar hun zin,
maar ze zijn niet van plan er hun
leven lang te blijven.
getrouwd is met een Australische,
kwam in 1950 samen met nog een an
dere broer, Adrie, naar Australië. De
vrijgezel Wim volgde in 1955. Dat was
in het jaar toen Harry in allerlei be
roepen voldoende geld had verdiend om
een eigen farm te beginnen. Samen
trokken de beide ex-Tilburgenaars. zon
der redelijke ervaring in de agrarische
sector maar met een helder zakelijk in
zicht, naar Mallee in de staat Victoria,
waar ze met „share-farming" begon
nen. Dat hield in, dat ze een derde
van de opbrengst van het gewas moe
sten afstaan aan de eigenaar van de
grond. i
In 1962 kochten ze 2000 ha onontgon
nen grond in West-Australië. Wonend
in een caravan en genoegen nemend
met een minimum aan comfort, ont
wikkelden Harry en Wim in vier harde
jaren de weerbarstige grond tot een
rendabel agrarisch bedrijf, waarvoor
ze een goede prijs maakten. Van het
ontvangen geld maakten ze eerst
Harry was intussen getrouwd een
welverdiende vakantietrip naar Til
burg en anderhalf jaar geleden koch
ten ze de huidige farm in South Kum
minin.
De voornaamste pijlers, waarop het
bedrijf is gegrondvest, zijn graan en
schapen. „Maar in schapen is de si
tuatie momenteel niet zo rooskleurig.
We hebben er daarom varkens bijge
nomen en dat ziet er veelbelovend
uit", aldus Harry. De twee broers zijn
gerechtvaardigd trots op hetgeen ze
met hun eigen handen en zonder een
specialistische vooropleiding hebben
opgebouwd, maar ze zitten zeker niet
aan Australië „vastgebakken". ..Als
we bij wijze van spreken in Rusland
een farm konden kopen en er geld
mee verdienen, dan zouden we het ook
doen".
[)at het je in Australië niet altjjd
meezit, heeft de thans 41-jarige
Didamse dokterszoon Dick Dunselman
ervaren. „Maar als ik mijn positie ver
gelijk met hoe die in Nederland zou
zijn geweest, ben ik toch nog een gefor
tuneerd man".
De heer Dunselman, wie aanvanke
lijk een toekomst als tandtechnicus
beschoren leek, leerde het landbouw-
vak toen hij samen met enkele broers
een boerderij in Frankrijk begon. Om
dat deze echter niet voldoende moge
lijkheden boód pm alle broers een re
delijk bestaan te verschaffen, emi
greerde hij met zijn echtgenote, me
vrouw Dorothea Dunselman- Rothvoss
die hij in Duitsland leerde kennen
naar Australië.
Van het begin af aan heeft hij ge
woond in South Gippsland, een van de
vruchtbaarste delen van de staat Vic
toria, waar de prijs van het agrarische
land nauwelijks voor die in Nederland
Onderdoet.
„Het is moeilijk om hier zonder geld
te starten", aldus de heer Dunselman.
Niettemin begon hij vol goede moed.
Hij werkte op verschillende agrarische
bedrijven en werd afrasteringenbou
wer op contractbasis. Het ging hem zo
goed, dat hij bijna 50 hectare grond
kon kopen.
Zijn ideaal was een eigen slachtvee-
bedrijf. Dick Dunselman ontgon een
groot deel van de grond en hij kocht
vee. Maar toen sloeg het noodlot dub
bel toe. Er brak een ziekte uit, waar
door zijn veestapel moest worden ver
nietigd en zelf moest hij een zware
rugoperatie ondergaan, waarvan hij
nooit meer volledig is hersteld. Mo
menteel is hij bedrijfsleider op een
groot slachtveebedrijf, een verantwoor
delijke baan, die hem boeit en waarin
hij zichzelf volledig kwijt kan.
Ondanks de teleurstellingen in z(jn
persoonlijke leven heeft de heer Dun
selman zijn liefde voor Australië be
houden, al ziet hij ook de minder gun
stige kanten. Een van de klachten van
de Dunselmans heb ik ook uit de mond
van vele andere Nederlandse immi
granten vernomen. Ze heeft betrekking
op de sociale voorzieningen in Austra
lië, die nogal pover afsteken bij het-
W/ic handig solliciteert, hoeft niet
eens te gaan werken. De 26-
jarige verkoper M. J. P. uit Am
sterdam deed het zo: Met gebruik
van valse naam en woonplaats
schreef hij op personeelsadverten
ties. Na een kennismakigsbezoek
declareerde hij reis- en verblijfkos
ten om vervolgens niets meer van
zich te laten horen. Hij had geen tijd
om te werken, want hij moest sol
liciteren. Toen hij dezer dagen
werd aangehouden, had hij nog en
kele advertenties op zak.
P. gaf toe, dat hij bij dertig sol
licitaties niet gemaakte kosten had
gedeclareerd. Hij had nog een hele
poos door kunnen gaan wanneer
een van de potentiële werkgevers
er niet achter was gekomen, dat de
sollicitant niet op het opgegeven
adres in Tilburg woonde.
Wim (ttnfca) en Harry Hessel
mans hebben reden tot lachen!
geen men op dat gebied in Nederland
gewend was.
Vorig jaar zijn de heer en mevrouw
Dunselman nog zes maanden in Ne
derland geweest, waar ze geweldig ge
noten hebben. Maar enkele veranderin
gen zijn hun wel opgevallen. „Tachtig
procent van de bevolking leeft boven
haar stand", aldus de heer Dunsel
man. En over zijn geboortedorp Di-
dam: „Toen ik wegging, sprak ieder
een nog plat, maar nu hoor je veel
hoog Hollands. Het was een landbouw-
plaats, maar het is een forenzenplaats
geworden".
3~km deze poging tot een dwarsdoor-
snede door de circa 150.000 Ne
derlandse immigranten, die Australië
intussen telt, min of meer af te ronden,
kan men niet beter doen dan ook nog
even een nieuweling, een pas aangeko
mene, ten tonele te voeren. Dat is dan
Peter van Stokkum, 22 jaar, die ik ont
moette in Tom Price, het nieuwe mijn-
bouwstadje in de Westaustralische
woestijn. Hij heeft een baan bij Mac-
Robertson Miüer Airlines, die zich
moeilijk laat omschrijven omdat de
paar mensen van de MMA-kantoor in
Tom Price tegelijkertijd boekingsklerk
bevrachter, kruier en buschauffeur
zijn.
Peter, wiens ouders nu in Garderen
wonen, emigreerde in 1965 vanuit Ven-
lo naar Nieuw-Zeeland. Hij deed er al
les wat zijn hand vond om te doen,
van het lossen van schepen tot het ver
kopen van verzekeringen.
Vorig jaar ging hij voor drie maan
den naar Nederland en hij keerde
daarna, begin 1968, terug naar de
Nieuwzeelandse stad Auckland. Hij
kon er echter zijn draai niet meer vin
den en vandaar dat hij enkele weken
later voet aan land zette in Australië.
Via Sydney, Melbourne, Adelaide en
Perth werkte hij zich letterlijk een
weg naar Tom Price waar hij nu onge
veer vier maanden is.
Het zwerversleven bevalt Peter wel,
al heeft het natuurlijk zijn nadelen.
„Het is allemaal wel leuk en gezellig,
maar ik moet zo langzamerhand toch
ook eens aan mijn toekomst gaan den
ken".
En dan heeft hij plotseling geen tijd
meer, deze avontuurlijke jonge Neder
lander, want elk moment kan op de
airtrip de volgende Friendship landen.
Ieder jaar weer ervaar je een gevoel
van verontwaardiging als Lucas ons
in zyn Kerstevangelie vertelt, dat Je
zus in een stal werd geboren en in
een kribbe gelegd... „omdat voor hen
geen plaats was in de herberg".
Je moet maar durven... een vrouw
in de toestand van Maria van het
kastje naar de muur sturen tot ze
ten einde raad maar in die stal kruipt
om ten minste nog zoiets als een dak
boven het hoofdje van haar baby te
hebben. Geen plaats!
Alles wat de mensheid aan kwaad
aardigheid, hardheid en egoïsme weet
op te brengen en dat is heel wat!
wordt in deze woorden samenge
vat: Geen plaats! Geen plaats voor
een aanstaande moeder die hoog no
dig rust moet hebben. Geen plaats
voor een echtpaar dat doodmoe is
van een lange reis. Geen plaats voor
een kind, dat geboren gaat worden.
Steeds maar weer worden ze met hun
drieën doorgestuurd. Je moet maar
durven
Heel Bethlehem staat op z'n kop. De
zaken gaan voortreffelijk. Alle hotels
vol, alle particuliere bedden bezet, de
prijzen vliegen omhoog, het geld rolt
en wat wil je nog meer? Wie zou er
zich zorgen maken om dat paartje
dat onder de voet gelopen dreigt te
worden Neen hoor, zaken zijn zaken,
het is hoogconjunctuur en wie niet
mee kan komen die blijft maar ach
ter. Je moet maar durven!
Je moet maar durven, dat zeggen we
nu wel, maar is het wel waar? Wat
is er eigenlijk aan te durven om in
deze wereld spijkerhard te zijn? Wat
is er aan te durven om het ijzer te
smeden als het heet is? Wat is er
aan te durven om te leven volgens
de vrbomklinkende goddeloosheid van
het: Ieder voor zich en God voor ons
allen Wat is er aan te durven om te
halen wat er te halen valt en de zwak
ken onder de voet te lopen? Daar is
helemaal niets aan te durven Daar
kraait geen haan naar, want als je
een egoïst bent en je verschuilt ach
ter je verantwoordelijkheden voor je
bedrijf, Je zaak of je kerk, om zo je
grote verantwoordelijkheid tegenover
God en je naaste te ontlopen, dan
val je niet p. Als je God haat en
de mensen haat, is daar helemaal
geen durf voor nodig. Dat gaat van
zelf. Zo zit onze samenleving nu een
maal in elkaar.
En in deze samenleving op deze
grondslagen gebouwd is Jezus geko
men, nederig, opofferend, barmhar
tig. Hij is gekomen voor al die bur
gers van Bethlehem die het zo ver
vloekt druk hadden, dat ze voor Hem
geen tijd en geen plaats hadden. Hij
is gekomen voor u en voor mij. Hij
is gekomen om ons te redden, maar...
we redden onszelf wel. Hij is geko
men in nederigheid, maar wij zijn te
hoogmoedig om dat te nemen. Hij is
gekomen om ons met God te verzoe
nen, maar we zjjn zo bang voor wat
de mensen zullen zeggen, dat we lie
ver onverzoend leven en sterven, dan
ons werkelijk te bekeren. Ja, we zijn
bang om te knielen voor het Kind.
Bang voor onze positie, voor onze
belangrijkheid, onze eer, ons geld.
Maar Jezus is pas voor ons geboren,
als we knielen willen en als een ander
mens, een nieüwe schepping willen op
staan.
Wellicht denkt u:*Ja, dat is wel zo,
zo zou ik ook wel Kerstfeest willen
vieren, maar... je moet maar durven.
Wat moet ik met mezelf beginnen,
als Hij mijn Heiland en Heer is? Wat
moet ik tegen de mensen zeggen en
wat zullen ze van mij zeggen? Ik zal
heus geen kwaad woord van Jezus
zeggen, ik mag Hem graag, maar dat
hele radicale, dat Kerstfeest, dat op
27 december niet voorbij is, nee, het
spijt me, die moed kan ik nietop
brengen, dat moet je ,tdurven.
Maar dan wordt Jezus weer doorge
stuurd... Geen plaats! De os en de
ezel blijven zijn gezelschap in plaats
van de mensen die Hij verlossen wil.
Ja, je moet maar durven om Hem
onderdak te geven. Maar wie het
durft, alleen maar, omdat Hij het
vraagt, die ontvangt de Koning, die
zijn leven regeert, die ontvangt de
Profeet, die Gods beloften verkon
digt, die ontvangt de Hogepriester,
die zijn schuld verzoent. Wie Hem
ontvangt, ontvangt uit zijn hand het
leven, omdat Hij het gedurfd heeft,
om van kribbe tot kruis onze dood te
dragen.
Varsseveld J. A. Scholten
ARNHEM De Algemene Kunstzij
de Unie N.V (AKU) zal over 1968 een
onveranderd interimdividend van f 1,20
op gewone aandelen uitkeren, zo deelt
de AKU mede.
De datum van betaalbaarstelling zal
op de gebruikelijke wijze worden be
kend gemaakt.
-r-
f mn'.uvrN f
if. I
F
i:
f - nm
-
W
''F'~>lïï f
C JU'jis'ïïf FMT"
yr/fe 684»
DEN HAAG De politie in Delft
heeft de 17-jarige Marion Faida Louisa
Teixeia uit Den Haag aangehouden, die
sedert vijf maanden was verdwenen
uit een opvoedingsgesticht in Zeist. Het
meisje verklaarde al die tijd in Delft
te hebben gewerkt als kantinejuffrouw.
Ze is voor nader verhoor naar Den
Haag overgebracht