De waarheid over het drama Rockefeller MICHAEL IS VERDRONKEN Merauke in 't wereldnieuws door ANTHONY VAN KAMPEN ff fig ■A Z E E I Vol water Niet bang Zinloos Zie verder volgende pagina Zeven jaar geleden, de 19e november 1961, vernam de wereld de vermissing van Mi chael Rockefeller, zoon van Nelson A. Rockefeller, behorend tot de oudste Ame rikaanse geslachten, gouverneur van de staat New York, multi-miljonair en prominent republikeins politicus. Het bericht verwekte enorme sensatie, hetgeen gezien de dra matische omstandigheden niet te verwonderen viel. Sinds de moord op de baby van Lindbergh was aan de verdwijning van een Amerikaan niet zóveel publiciteit gegeven. Er waren direct geruchten dat Michael door leden van de stam der Asmatters ver moord en opgegeten was. Ondanks het feil, dat daar geen enkel concreet bewijs voor was, hielden ze aan. Tot vandaag de dag. Sinds tien dagen circuleren er opnieuw berichten In de wereld pers, dat de jonge Rockefeller slachtoffer van kannibalisme zou zijn geworden, ge grond op een mededeling uit Indonesië, die melding maakt van het vinden van een shirt van de verloren gegane ontdekkingsreiziger. Wat is waar, wat is fantasie In begaand artikel geeft Anthony van Kampen een aantal feiten weer, die hjf ter plaatse, enkele weken na het drama, in Merauke aan de zuidkust van Nieuw-Gulnea verzamelde. Ze zijn zonder uitzondering afkomstig van direct betrokkenen, van hen die persoonlijk bij het treurspel betrokken waren. Zoals de man die de jonge Rocke feller begeleidde op zijn tocht, de Nederlandse etnoloog René Wassing en de toenma lige resident van Zuid-Nieuw-Guinea, Rob Eibrink Jansen, de man die de hulpactie organiseerde. MICHAEL ROCKEFELLER RENÊ WASSING Terstond nadat de familie Rockefeller in New York van de vermissing van haar zoon vernam, charterde de vader, Nelson A. Rockefeller, een Boeing 707, waarmee hij' naar Zuid-Nieuw-Guinea vloog. Hij was niet alleen. Met hem vloog Michaels tweeling-zuster, mevrouw Mary Strawbridge- Rockefeller mee. Voorts bevond zich zijn privé-perschef in zijn gezelschap. Tenslotte nog een leger van 40 Amerikaanse journalisten. Gedurende enkele weken stond Merauke in het brandpunt der wereldbelangstelling De kosten van de hulpactie moeten enorm geweest zijn. Desondanks leverde de zo grootscheeps ingezette oiiderneming geen resultaat op. Op de foto De aankomst van Rockefeller (midden) met zijn dochter (links) en de toenmalige gouverneur Platteel op het vliegveld van Merauke. S830 - h 1 I 1 -"H; V'H V l i' I. V- r ?c£. Xïvf» -A <5*—r-ï „e x> v .ffSZSÓ s-' 6 sf P *E V' s> - -r. je.. e A S E A) IaWN A^yJtsU r C<ru-A-v»^ ir Kaart van het gebied in Zuid-Nieuw-Guinea, waar zich het Rockefeller-treurspel af speelde. Resident Eibrink Jansen schonk haar indertijd aan Anthony van Kampen als navrant curiosum. Het is namelijk de originele kaart, gebruikt tijdens het zoeken naar de verdwenen Amerikaan. René Wassing de man die de dans ontsprong gefotografeerd met een bijl uit het Stenen Tijdperk. Hier volgt een summiere weergave van het verslag van de tocht, zoals mij dat door René Wassing, die gered werd, indertijd op Nieuw-Guinea, verteld werd. Om ongeveer 9 uur verlieten we Agats, om via open zee naar Amanamgai te varen. We hadden twee Asmatse jongens meegeno men: Simon en Die. Het water was hoog maar rustig. We kwajnen aan in Per en bekeken daar een aankoop van Michael. Een deel van de prijs betaalde hij vooruit met twee ijzeren bijlen en vier stukken ta bak. Toen we wilden vertrekken zei Simon dat we ons moesten haasten. Hij wees op de toenemende golfslag op de rivier. We haastten ons en om 12 uur voeren we weer. We bereikten de njonding van de Zui delijke Eilanden Rivier, terwijl de eb liep. Het water stroomde krachtig zee in. Ik stuurde de catamaran in de richting van de zee tot omstreeks kwart over twee in de middag. Toen gebeurde er iets ellendigs. Tenge volge van golven die ons van achteren en opzij beliepen geraakte de catamaran vol water. We zetten de motor af en begonnen te hozen. Het hielp niet veel. Het vaartuig zonk zienderogen. De twee Asmatters werden bang en zei den dat ze weg wilden. Natuurlijk "gaven we ze daarvoor toestemming. Elk van hen nam een jerrycan en liet de benzine eruit lopen. Vervolgens wierpen ze de cans over boord en sprongen daarna ook zelf in zee. Ze gebruikten de cans als een soort red dingboei Voor ze weg waren heb ik ze ge vraagd aan de wal hulp te halen. Dat be loofden ze en dat hebben ze ook zoals later bleek, gedaan. Een Asmatter met een schedel als hoofdkussen. We begrepen dat we ons in een precaire situatie bevonden, maar waren niet bang. Onze hoop was gevestigd op de hulp die Simon en Die zouden halen. We waren door weekt en we kregen het erg koud. Intussen dreven we steeds verder naar open zee. De golven namen toe en op een gegeven moment deed een roller de cata maran volledig kapseizen. Dat was niet minder dan een ramp, ook al bleef het vaar tuig maar nu als „vlot" drijven. We probeerden wat te peddelen met stuk ken hout, maar dat stelde niets voor. We dreven steeds verder zee in. Zo wend het avond en vervolgens nacht. Zondagmorgen half 6 doemde het land in de verte op. We gingen, om toch maar iets te doen, weer peddelen maar het had geen enkele zin. De situatie was op z'n minst be klemmend. Michael stelde voor te gaan zwemmen in de richting van het land, maar ik zei hem dat dit zinloos was. Zijn commentaar was: „Dit is onze laatste kans: als we die niet gebruiken komen we er nooit: we zullen steeds verder afdrijven naar zee". We hebben er lang over gediscussieerd en ik deed m'n best hem dit plan uit zijn hoofd te praten. Ik wees hem op het gevaar van de getijden en de sterke stroom. We zouden zwemmend geen enkele kans hebben. Ook wees ik hem op het gevaar van haaien en, krokodillen. Hij luisterde naar me. maar ik wist van te voren dat hij toch zijn zin zou doordrij ven. Het was altijd moeilijk hem van ge dachten te doen veranderen. Ik schatte de afstand tot de wal op zes tot tien kilometer, en zei hem dat hij wer kelijk kansloos zou zijn als hij ging zwem men. Letterlijk zei ik: „Michael, you are mad". Ik zei hem ook, dat ik beslist niet zou gaan, omdat ik mezelf geen schijn van kans gaf. -Hij zei dat hij uitstekend kon zwemmen en dacht het wel te zullen halen. Zeker, als hij gebruik maakte van twee lege benzine- blikken, die hij wilde meenemen. Ik pro beerde nog eens hem van z'n voornemén af te brengen, maar zonder succes. Hij was 'n moedige kerel, maar ook heel onverstandig. We dreven verder, en toen ik zag dat hij aanstalten maakte om er vandoor te gaan, zei ik: „Michael, ik neem geen enkele ver antwoordelijkheid voor wat je van plan bent". Hij gaf geen commentaar. Ineens stond hij op. Hij maakte de rode benzinetank van de buitenboordmotor (die hij al die tijd met een riem om z'n middel had gedragen) los en bevestigde hem met een andere riem aan een groene jerrycan. Hij trok z'n broek uit en schopte z'n schoe nen weg. De riem bond hij om z'n middel. Daarna wierp hij beide „boeien" te water. Even later ging hij overboord. Ik weet niet meer wat we tegen elkaar gezegd hebben. Dat vergeet je in zulke ogen blikken. Steunend op de verbindingsriem zwom hij weg. Ik kon hem langer dan een half uur volgen. Tenslotte zag ik alleen nog maar 3 stipjes: Michael's hoofd en die twee blikken. En dat is het laatste wat ik van Michael Rockefeller heb gezien. Hij vertrok om ongeveer zeven uur in de ochtend. Wat er met hem gebeurd is weet De 3e oktober 1961 vertrokken Michael Rockefeller en René Was sing naar Zuid-Nieuw-Guinea. Doeleen expeditie in het Asmat- gebied, om aldaar een collectie etnografica voor het Museum of Primitive Art in New York te verzamelen. Wassing had enige ervaring op 't gebied van expedities in Nieuw- Guinea. Rockefeller had één expeditie in de Baliem Vallei achter de rug. Dit zou zijn tweede worden. Het werd tevens zijn laatste. De reis over de rivieren werd gemaakt met' een catamaran, een vaartuig bestaande uit twee naast elkaar gebonden uitgeholde boomstammen, verbonden door een platform. Beiden hadden geen ervaring met het omgaan met catamarans, maar ze verwierven die gedurende de eerste periode van de expe ditie. Het laatste deel van de reis begon in Agats, in de monding van de Eilanden Rivier, waar ze een week gebleven waren. Van-* daar volgde de reis van Agats over zee naar Atsj aai^ de Zuide lijke Eilanden Rivier. Zowel Nederlandse bestuursambtenaren als inheemsen adviseer den hen niet te gaan. Volgens hen liepen ze te veel risico. Des ondanks gingen ze. ■MM -k Een Asmatkrijger met de tekens van zijn waardigheid. Zodra de vermissing bekend geworden was, is men met groot mate rieel begonnen te zoeken. Een Neptune-vliegtuig van de MLD was reeds tot 15.20 uur op de 19e november in Merauke. Te 16.10 uur signaleerde het de catamaran. Dat was negen uifr nadat Rocke feller die verlaten had. Hoe snel de actie op gang kwam moge blijken uit het feit, dat om 23.00 uur van de 18e november de twee Asmatters, die zich even eens aan boord van het vaartuig bevonden hadden en dat verlaten hadden omdat ze de situatie te gevaarlijk achtten, in Agats waren aangekomen en mededeling hadden gedaan van de moeilijkheden waarmee de catamaran te kampen" had. Anderhalf uur later (19 no vember 00.30 uur) lichtte Agats telefonisch Merauke in! Merauke maakte terstond groot alarm. Schepen voeren uit en de marine werd ingelicht. Toen alle diensten waren ingeschakeld betekende dit dat niet minder dan tien vliegtuigen (waaronder vliegboten) in de lucht waren. Voorts Werd gezocht door tien vaartuigen en en kele helikopters. Tenslotte'door verscheidene duizenden Papoea's. Desondanks slaagde men er niet in Rockefeller te vinden. Wel werd zijn vriend en begeleider, René Wassing, gered. De 30e november werd het zoeken gestaakt. Dit is de enige foto, ooit gemaakt, van ir De schrijver van dit artikel, Anthony van Kampen, notities, makend in Merauke op de (ingepakte) prauw, die Michael Rockefeller door Asmatters liet maken en die reeds de dinghy waarin René Wassing werd gedeeltelijk door hem was betaald. Het vaartuig is later per schip nahr Amerika ge- gevonden. transporteerd.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 18