Feiten wijzen Qver (/e gehele wereld
op verdrinking brandden de
Chcinoeka-luchters
Vervolg: Drama Rockefeller
Fakkels
Alleen
Gered
Taai
Tientallen
Niet vermoord
Het Nieuwjaar is in feite gespeend van
een religieuze achtergrond. De strijd
van de Makkabeeën was méér dan een ge
vecht met de bezetter. Het was een strijd om
het eigene te bewaren, zoals het Joodse
volk voor- en nadien steeds weer en steeds
opnieuw deze strijd heeft moeten voeren.
Aan sterke en zéér sterke
verhalen ontbrak het in de dagen
dat er in Zuid Nieuw-Guinea
naar Michael Rockefeller ge
zocht werd bepaald niet. Met na
me een aantal Amerikaanse cor
respondenten bleken in dat op
zicht grootmeesters te zijn.
Een van hen, die per vliegtuig
een verkenningstocht had mee
gemaakt, schreef dat hij over
een afstand van 1 mijl vliegen
800 krokodillen had geteld. Hij
had ze zelf gezien.
Een Australische Catalina-cap-
tain, die naar de jonge Ameri
kaan zocht, beweerde aan de
kust van Frederik Hendrik Ei
land een stuk zee gezien te heb
ben dat letterlijk geel zag van
de zeeslangen.
De zee zal ongetwijfeld geel ge
weest zijn. Maar niet van slan
gen; van zeewier. En wat de kro
kodillen betreft: drijvende boom
stammen komen daar in groten
getale voor. Met wat goede wil
lijken ze vanuit de lucht op kro
kodillen.
Nelson Rockefeller (rechts)
in gesprek met de toenma
lige gouverneur Platteel, thans
burgemeester van Hilversum.
Rob Eibrink Jansen, tijdens
het drama resident van Zuid-
Nieuw-Guinea, die op voorbeel
dige wijze de reddingsactie leid
de.
ik niet. Maar ik ben er vrijwel zeker van
dat hij de kust nooit bereikt heeft, ondanks
het feit dat hij een goed zwemmer was. Hij
kan bijna geen vaste grond onder z'n voe
ten gekregen hebben, voor het uitlopend ge
tij inzette. Al ben je daar maar tien meter
•uit de kust, dan ben je met dat ontzettend
zware uitgaande getij nog kansloos.
Ik was nu alleen en voelde me niet erg
gelukkig. Dat .duurde tot 4 uur in de mid
dag. Toen hoorde ik een geluid. Het bleek
een Neptune B 202 van de MLD te zijn. Ik
ging met m'n jas zwaaien en dat zagen ze.
Ze wierpen een paar lichtfakkels uit als be
wijs dat ze me ontdekt hadden en cirkelden
vervolgens boven me. Even later werd een
parachute afgeworpen waaraan een rubber
dinghy hing. Die kwam goed te water, vlak
bij me. Ik was gered.
Dat dacht ik tenminste. Het vaartuigje
lag slechts 25 meter van me af, maar het
dreef af. Een afschuwelijk gezicht. Ik be
dacht me geen moment, maar sprong in zee
en zwom er naar toe. Of ik bang was? Nee,
want daar dacht ik niet aan. Ik dacht al
leen maar aan dat bootje. Want daar hing
m'n redding van af.
ik probeerde erin te komen, hetgeen me
niet lukte omdat het ondersteboven lag.
Vervolgens trachtte ik, zittend op de ver
keerd in zee gekomen dinghy, de catama
ran weer te bereiken, maar ook dat bleek
niet mogelijk. Hij dreef namelijk in zuid
oostelijke richting weg. Dat betekende «dat
ik het alleen met de dinghy moest zien te
klaren. Behalve dat die met de bodem naar
boven lag, hoorde ik aan een piepend geluid
dat ook de lucht er nog uitliep. Zou er vol
doende lucht in zitten tot ze me vonden?
En zouden ze me vinden? Het was wel een
benarde situatie.
Voor het geheel donker was kwam er weer
een Neptune over me heen vliegen. Hij
scheen met een zoeklicht op het water,
maar vond me niet, het toestel verdween in
de duisternis en ik was weer alleen.
En steeds hoorde ik maar het weglopen
van lucht uit de dinghy. Het werd een uiter
mate moeilijke nacht. Ik was al m'n kleding
kwijtgeraakt hetgeen extra vervelend was
toen het begon te regenen, het werd tenslot
te een wolkbreuk, en de dinghy die toch
•al steeds dieper wegzakte wegens het lek
kwam nog dieper te liggen. Het ding
verslapte zienderogen, en ik had het gevoel
dat ik in een soort zak dreef.
Tegen de ochtend kon ik de zee niet meer
zien, zo diep was ik weggezakt. Een enkele
maal zag ik kans even boven de rand uit
te kijken. Ik zag nergens land meer. Alleen
horizon. Verder niets.
Nadat een vijftal grote bruinvissen me de
doodsschrik hadden aangejaagd ik moest
er niet aan denken als ze de „zak" waarin
ik zat zouden rammen hoorde ik opnieuw
thet geronk van een vliegtuig. Ik was ver
schrikkelijk blij, maar die blijdschap werd
wanhoop toen het geluid weer verdween. Ze
konden me dus niet vinden. Was ik verlo
ren?
Het toestel kwam echter later weer terug.
Ze zagen me en schoten lichtpatronen af.
Het verdween weer, maar kort daarop
kwam een boot. Het bleek de „Tasman" van
het Gouvernement te zijn. Ik was gered.
Ik was erg gelukkig dat ze me gevonden
hadden. Maar dat geluk werd overschaduwd
door het besef dat Michael, mijn vriend,
waarschijnlijk verloren was.
Hij had zich van deze expeditie veel voor
gesteld. Hij genoot van dit primitieve be
staan, en voelde het zelfs niets als een ge
mis dat hij met de kerstdagen niet thuis zou
zijn. Hij heeft me verteld dat hij een meis
je in Amerika had, maar verder heb ik
daar nooit iets over vernomen. Hij schreef
enorm veel gedurende onze reis. Vellen vol.
Aan wie? Ik weet het niet. Ik vroeg er ook
niet naar. Misschien was het ook wel een
dagboek. Hij sprak vaak over z'n thuis in
Amerika. Hij was daar erg aan gehecht,
merkte ik. De scheiding tussen zijn vader
en moeder zat hem erg dwars. Dat liet hij
duidelijk merken. Hij sprak heel vaak over
z'n moeder.
ic Een Asmatkrijger met kind.
Van het ogenblik af dat Michael Rocke
feller is verdwenen, circuleerden er ge
ruchten in de wereldpers dat hij door de
Asmatters zou zijn vermoord en opgege
ten.
De eerste geruchten ontstonden reeds
drie dagen na zijn vermissing. Als schul
digen werden genoemd leden van de stam
der Omadeseb.
Deze stam heeft zijn woongebied aan de
Casuarinenkust, zuidelijk van de Zuidelijke
Eilanden Rivier en Cooks-baai. Rockefeller
zou, drijvende op een der twee jerrycans
een zandbank hebben bereikt, vlak voor de
modderige kust, 15 mijl ten zuiden van de
Z. Eilanden Rivier. Leden van de stam zou
den hem daar volledig uitgeput gevonden
hebben. Ze namen hem mee (aldus het ge
rucht), vermoordden hem, en gingen ten
slotte over tot kannibalisme.
Het zou een zg. „wraak-moord" zijn ge
weest.
Dit gerucht heeft een uitermate taai le
ven gehad, maar het is een gerucht dat op
geen enkel exact feit steunt.
Zodra het mij ter ore kwam, heb ik mij
in verbinding gesteld met mr. Eibrink Jan
sen, de resident van Zuid-Nieuw-Guinea,
die de centrale figuur in de opsporingsac
tie is geweest. Hij bleek volledig bekend
met het gerucht.
Terstond nadat hem dit bereikte, heeft
hij een politie-patrouille naar het gebied ge
zonden, waar zich het misdrijf zou hebben
afgespeeld. Na een uiterst consciëntieus on
derzoek ter plaatse bleek dat er geen en
kel bewijs was voor de beweringen. De ge
hele zaak bleek op fantasie te berusten.
Persoonlijk deelde mr. Eibrink Jansen
mij mee: „Sinds de dag van Rockefeller's
vermissing bereikten mij tientallen van
dergelijke geruchten. Van verreweg de
meeste wist ik bij voorbaat dat ze niet op
waarheid konden berusten. Desondanks heb
ik ieder bericht, elk gerucht, door patrouil
les laten onderzoeken. Ik wilde namelijk
niet die éénmiljoenste kans missen.
Het waren allemaal verhalen over moord
en kannibalisme. Voorts was er dan nog 'n
bericht, dat een Papoea-hoofdman in het
broekje van Rockefeller zou rondlopen. Het
meest „romantisch" gekleurde gerucht was
wel, dat Michael Rockefeller nog in leven
was.of is en als „blanke afgod" door
een stam aan'de kust wordt vastgehouden".
Resumerepd mag met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid worden vast
gesteld, dat Michael Rockefeller niet ver
moord is. Alle omstandigheden in aanmer
king genomen, is hij tijdens zijn poging de
kust te bereiken verdronken. Mocht hij de
ze echter wel bereikt hebben, dan nog was
de kans dat hij het zou overleven uiterst
gering, zo niet uitgesloten. De kust daar
bestaat uit één onafzienbare modder-wereld
één eindeloos mangrove-bos, waarin men
lopen noch zwemmen kan. Het is het
woongebied van miljarden muskieten die
zich daar in wolken op ieder levend wezen
werpen dat er zich waagt te vertonen. Het
gevaar daarvan is groter dan dat van kro
kodillen, zeeslangen en ander gedierte het
welk zich er ophoudt.
De zachtste dood die Michael Rockefel
ler gevonden kan hebben is die door ver
drinking. En alles wijst er op dat hij die
ook gevonden heeft.
Overigens kan men er zeker van zijn dat
van tijd tot tijd opnieuw geruchten over een
andere dood de ronde zullen doen.
Zoals het meest recente, dat spreekt van
een gevonden shirt van de jonge Ameri
kaan, dat tot de dag van vandaag door een
Asmatter gedragen zou zijn.
v&;
■+c Een der twee jerrycans, waarmee Mi
chael Rockefeller zijn tragische zwem
tocht begon is teruggevonden.
Het onaanzienlijke postkantoortje van
Merauke, in de ddgen van Rockefellers
verdwijning brandpunt van wereldnieuws.
-k Tot de luchtvloot die naar Rockefeller
jr. zochten behoorden ook helikopters,
zoals er hier een wordt uitgeladen.
Ze hebben weer gebrand de kaarsjes.
Acht dagen lang. Iedere avond één meer,
totdat er acht in de luchter stonden te flik
keren. Een feeëriek gezicht. De laatste jaren
zijn die luchters in groot aanzien gekomen
van verzamelaars. Want er zijn zeer bijzon
dere exemplaren bij, getuigend van hoge
ouderdom of van grote kunstzinnigheid.
Chanoekaluchters worden zij genoemd, ont
stoken op het Inwijdingsfeest. In vele Jood
se huisgezinnen hebben ze ook dit jaar voor
de ramen gestaan. In Israël zelf waren weer
grote luchters opgesteld, op bergen en ande
re hoogten. Zij beschenen als het ware het
land. Zo moet het ook vroeger zijn geweest.
Als een waarschuwing. De luchters brand
den in New York, in Jeruzalem, in Addis
Abeba en in ons Gelders gewest ter herin
nering aan de herinwijding van de tweede
tempel in het jaar 164 voor de gangbare
jaartelling.
Daarom worden de kaarsjes, vroeger olie
pitjes, ontstoken. De tempel was toen ont
wijd door het Hellenisme, door de Syrische
bezetter van Palestina nog meer gepropa
geerd. Een groot deel van Israëls leiders
was ontvankelijk voor de door het Helle
nisme geïntroduceerde schoonheid van vor
men en een sterk, krachtig lichaam. Het
leek het moderne, dat wel in schrille tegen
stelling stond tot de Joodse eisen van studie
en het in acht nemen van zware wetten op
bevel en ter ere van een onzichtbare God.
In het bijzonder de Joodse intelligentia col
laboreerde met de bezetters, terwijl de
Joodse werklieden het Jodendom bleven
aanhangen. Dat besloot de overweldiger,
Antiochus Epiphanes, uit te roeien. Hij ver
bood het nakomen van de Joodse wetten
en stelde verplicht het deelnemen aan af
godendiensten. In de tempel werden beelden
van Zeus opgericht en diensten gehouden
aan hem gewijd. Ook in Modiïn, een plaats
je bij Lydda, waar thans het vliegveld van
Israël is, kwamen de Syrische troepen en de
Joodse collaborateurs om offerdiensten met
varkens te laten verrichten. Het was daar
dat de oude Mattitjahoe, uit het geslacht
der Chasmoheeën, met zijn vijf zoons zich
teweer stelde en de Joodse handlangers en
de Syrische soldaten doodde. De Joodse op
stand die het gevolg was, zou drie jaar du
ren. De strijd der Makkabeeën, zoals de op
standelingen zich noemden, was in Modiïn
begonnen. Het werd een guerrilla, in de ber
gen van Judea uitgevochten. Zij resulteerde
erin dat in 164 voor de gangbare jaartelling
Jeruzalem en de tempel weer aan het Jood
se volk werden teruggegeven.
Het gebeurde op de 25e van de Joodse
maand kislev slechts worden hier aange
stipt dat door kalenderhervormingen ter
zelfder tijd op de 25e van december het
Kerstfeest wordt gevierd.
Qp die dag van die Joodse maand kislev
werd de luchter, die de hoge priester
iedere avond in de tempel diende te ontste
ken, weer voor het eerst in een aan het
Jodendom gereinigde tempel aangestoken.
De luchter, zoals vroeger in de tempel, is
thans een symbool van de staat Israël. Er
werd, zo verhaalt de overlevering, die dag
slechts zuivere olie gevonden, genoeg o'm
één avond te branden. De olie hield echter
de luchter in vlam totdat er dagen later
weer nieuwe zuivere olie was aangemaakt.
Ter gelegenheid van dat wonder branden
nog steeds jaarlijks de acht lichtjes van de
Chanoekaluchter in de tijd dat de versierde
denneboom in de christelijke huizen staat.
JJe Nederlandse schrijfster Clara Asscher-
Pinkhof, die thans in het Nederlandse
tehuis Beth Joles in Haifa woont, schreef
indertijd voor kinderen over de lichtjes
van Chanoeka:
Ze zijn toch zo aardig die Chanoekalichtjes,
Ze kijken ons aan, net als kleine gezichtjes,
zo vriendelijk en blij.
Zo mooi dat we telkens ernaar moeten kij
ken
Zo licht dat ze haast wel op zonnetjes lijken,
die vlammetjesrij.
Ze luisteren toe hoe we allemaal zingen,
Van 't Chanoekafeest en van heel mooie
dingen
En knikken erbij.
En is het zo laat, dat we in bed zijn ge
kropen
Dan houden» zij ook niet hun oogjes meer
open
Dan slapen ook zij.
Een van de verboden'die door het Helle
nisme aan de Joden was opgelegd, was de
jongetjes op de achtste levensdag te besnij
den. Hen op te nemen in het Verbond. Deze
besnijdenis zou bij Jezus volgens de huidige
kalender op Nieuwjaarsdag plaatsgevonden
moeten hebben. Maar er wordt in de Christe
lijke wereld nauwelijks aandacht aan dit
Joodse aspect bij het prille begin van het
Christendom geschonken, hoewel het wordt
vermeld in Lucas 2 21. Het wordt verdron
gen, zoals het Hellenisme het Jodendom
wilde verdringen, en nadien het Christen
dom steeds sterker het Jodendom opzij-
schoof.
Het bestaan van de staat Israël bewijst
dat deze strijd, die in de ballingschap alleen
nog maar met geestelijke wapenen en on
der onvoorstelbare moeilijkheden kon wor
den gevoerd, succesvol is geweest. Maar ook
nu gaat deze strijd om eigen identiteit
voort. Ook in Israël.
Ieder jaar weer waarschuwen bijvoor
beeld de rabbijnen de bevolking zich niet te
buiten te gaan aan Nieuwjaarsvieringen,
omdat de le januari met het Jodendom niets
gemeen heeft. Het is een geheel andere vie
ring dan het in september/oktober vallen
de Joodse Nieuwjaar.
Dat Nieuwjaar is in eerste iristantie een
godsdienstig feest. Het is het begin van de
tien bekeringsdagen waarin men door op
recht spijt te hebben van misstanden in
het vervlogen jaar jegens God en de men
sen begaan mogelijk het door God bepaalde
lot voor het komende jaar kan verzachten.
Hoewel vaak wordt gesteld dat Christen
dom, Jodendom en Islam dezelfde oorsprong
hebben, geeft wellicht niets beter dan juist
het verschil in viering en benadering van de
Nieuwjaarsfeesten aan hoezeer Christendom
en Jodendom uiteenlopen. Het is niet alleen
omdat het Christendom vele Joodse gebrui
ken, feesten en symbolen heeft overgeno
men en een geheel aan het Jodendom tegen
gestelde betekenis heeft gegeven, het is het
Christendom dat de naastenliefde als een
van de hoogste Joodse geboden als een lou
ter Christelijke opdracht heeft overgeno
men daarbij de „God der Joden" afschilde
rend als een God der wrake.
Het Jodendom en het Christendom heb
ben nog amper een gemeenschappelijke
grond. Het Christendom is een puur Weste
lijke godsdienst geworden, het Jodendom is
oosters gebleven. Gemeen hebben zij slechts
de banden met het antieke Griekenland.
Maar deze banden kwamen via een geheel
andere weg tot stand en het Jodendom
heeft zich tegen het Hellenisme als vreemd
element verzet.
Het ieder jaar te vieren Inwijdingsfeest
houdt de herinnering daaraan vast. Er is
tussen het Christendom en Jodendom een
afgrond geslagen. Die afgrond werd in het
begin geslagen uit vrees dat het Jodendom
het Christendom in zijn expansie zou be
knotten. Nadien omdat het voortbestaan
van het Jodendom een aantasting en een
uitdaging van het Christendom betekende,
dat zich „het nieuwe Israël" ging noemen
en alle profetieën en beloften jegens het
Joodse volk gedaan op zichzelf van toepas
sing verklaarde. De afgrond die tussen het
Christendom en Jodendom bestaat schijnt
ondanks alle goed bedoelde pogingen, niet
te kunnen worden overbrugd. De Joden, die
iedere generatie van discriminatie, vervol
ging en vermoording hadden moeten
schreeuwen „óók mensen te zijn", moesten
in het vervolg steeds weer beklemtoond
„ook maar mensen te zijn". Het scheen dat
toch een brug over de afgrond kon worden
gelegd. Maar het is een wankele brug ge
bleken. Nauwelijks had Israël zich in de
zesdaagse oorlog de sterkste getoond, bui
ten verwachting van velen, of velen vervie
len in hun oude fouten. Zij lieten het zelf
gebouwde bruggetje over de afgrond in
storten. Zij keerden zich tegen de bezetting
vpn de door Israël gecontroleerde Arabi
sche gebieden, zij keerden zich tegen het
voegen van geheel Jeruzalem bij Israël. Zij
deden dat zonder te protestereh toen Jorda
nië de oude stad van Jeruzalem tot zich
trok en het de Joden onmogelijk maakte
de tempelmuur teibezoeken. Zij deden dat
zonder erop te wijzen dat de Israëlische be
zetting humaner was dan er wellicht een
bezetting is geweest: met persvrijheid en
demonstratievrijheid en zonder dat dood
vonnissen worden geveld.
Jn het verenigde Jeruzalem, in het topo
grafische hart van het Joodse volk, heb
ben de Christenen dit jaar evenals het jaar
daarvoor in alle vrede Kerst en Nieuwjaar
gevierd. Zij hebben het echter niet gevierd
in het fysieke hart van het Joodse volk.
Daarvoor hebben in de Joodse huisgezin
nen weer de lichtjes gebrand. Acht dagen
lang. Als teken van het Joodse volk dat
men het eigene wil bewaren. Tot dat eigene
behoort niet de le januari als Nieuwjaar,
maar veeleer de le januari als dag van
Jezus' besnijdenis, de besnijdenis van een
Joodse jongen.