EEN BOLWERK IN BEWEGING Conservatief geluid Intensief vernieuwen Minder nadruk CHT AAN DE MAAS. Vlak langs de auto weg uit het noorden naar Maastricht. Een paar industrietjee, een do minerende kerk uit het neo gotische tijdperk yan de frorige eeuw, een marktplein- een winkelstraat. fct dit Echt blijkt mogelijk in Doorn niet lukteHet ëk voorjaar in Doorn gevoerde gesprek tussen de conservatieve groep roomskatholieken van tiet maandblad Confrontatie en oen aantal vooruitstrevende priesters en theologen is op een mislukking uitgelopen. De idee het gelijk volledig aan eigen kant te hebbenbleek Sterker dan de bereidheid met elkaar te praten. Het kwam tot een felle woordentcisselingdie het einde van de discussie be tekende. Hollen Beperkt Akkoord Gemiste kans Fouten C. A. J. VERSTEGEN Ergernis Waardering Traditie Geen formule Ontmoeting aan de kloof in de katholieke wereld E De confrontatie in een dorps pastorie in Echt tussen een priester van de oudere generatie en een jonge priester, bereikt geen ogenblik die heftigheid die fnuikend is voor elke vrucht bare discussie. Toch zitten in Echt twee verschillende denk werelden bijeen: de oudere, be minnelijke pastoor-deken Joos- ten in zwarte priestertoog, re presentant van het „eeuwige priesterschap" en de jonge, mo dieus in burger geklede pater dominicaan, priester van dezelf de, maar vernieuwde kerk. Deken Joosten, ofschoon vaak ten onrechte afgeschilderd als een reac tionaire modernistenjager, is met al le vezels van zijn priesterbestaan verbonden aan de traditionele kerk met zijn hiërarchische structuur, het opperste pauselijke gezag en de overgeleverde geloofswaarheden. Pater Lamib, bijna dertig jaar la ter priester gewijd dan deken Joosten, staat veel vrijer ten opzich te van kerkstructuren en kritischer tegenover de uitoefening van het pauselijke gezag. Hun opvattingen over de problemen waarmee de roomskatholieke kerk tegenwoordig worstelt, lopen uiteraard sterk uit een en hun visie op de toekomst van de kerk toont opmerkelijke verschil len. EKEN Joosten steekt een sigaar op op de lange tafel is een uitgebreid assortiment voorhanden en .geeft zijn visie op de huidige onrust in de kerk. De oor zaak schuilt naar zjjn oordeel in de vernieuwingsdrang na het Tweede Vaticaanse Concilie. Ofschoon hij het concilie zelf als een groot goed toe juicht, vindt hij dat met name de kerk in Nederland ver voorbij het doel is geschoten dat op het concilie is gesteld. „Het is na het concilie hollen, hollen, hollen geworden; men is maar in het wilde weg gaan vernieuwen, zonder rekening te houden met de richtlijnen die op het Tweede Vaticaanse Concilie waren opgesteld". DEKEN Joosten Is ln 1909 in de Limburgse plaats Kes- sel geboren. In 1934 werd hfj priester gewijd. Na zijn wijding heeft hij elf jaar als kapelaan gewerkt in een pa rochie in Maastricht. In 1945 werd kapelaan Joosten be noemd tot rector van een op leidingsschool voor huishoud - leraressen in Posterholt. Hij werd tevens geestelijk advi seur van de Limburgse boe- renjeugd en later van heel Nederland. In 1959 volgde zijn benoe ming tot pastoor-deken van Echt. Het vorige jaar maakte deken Joosten deel uit van de Limburgse delegatie naar het Pastoraal Concilie. In dit liberaal-katholieke milieu liet hij een conservatief geluid ho ren. Deken Joosten heeft geen banden met de groep Confron tatie „Ik heb zelfs geen abonnement" en ook niet met het nog conservatievere Michaëllegioen. PATER LAMB is in 1933 in Den Haag geboren. Hij studeerde bij de paters Dominicanen in Nijmegen en Zwolle. Hü trad in 1960 toe tot de orde der Dominicanen. In 1961 werd hij priester gewijd. Van dat tijdstip af is hij als kapelaan verbonden aan de parochie van de paters Domi nicanen in Rotterdam (Stei ger). Pater Lamb houdt zich intensief bezig met de ver nieuwingsbeweging binnen de rooms-katholieke kerk en heeft veel contact met jonge men sen. Pater Lamb luistert intussen ge duldig. Met eenzelfde geduld zal de deken luisteren als de pater aan het woord is. Geen ogenblik tijdens het lange gesprek vallen de gespreks partners elkaar in de reden. Pater Lamb zegt dat de vernieu wingsbeweging in de kerk al na de oorlog is begonnen. Door de grotere kennis, ook wat de structuur van de menselijke persoon betreft, is men over een groot aantal dingen anders gaan denken. „De grootste moeilijkheid van te genwoordig is de kloof tussen jong en oud. We moeten durven erken nen dat de leef- en denkwijze van de oude en de jonge generatie totaal verschillend is. Wat op het ogenblik wordt gedaan om die kloof te over bruggen zijn niet meer dan lapmid delen." E rapporten die op het concilie, ook het Neder lands Pastoraal Concilie, over de opvoeding van de jeugd zijn uitgebracht, gaan nog altijd van een te beperkte visie uit. Nog altijd wordt gepro beerd de jongeren een bepaalde ge loofshouding op te dringen. Dat is niet juist Het heeft bijvoorbeeld geen zin om jonge mensen die nog door het leven heen moeten lastig te vallen met begrippen over dood en verrijzenis. De grote tegenstellingen die tus sen de twee priesters bestaan, ko men duidelijk naar voren als het gesprek op het gezag van de paus en de encycliek Humanae Vitae komt Deken Joosten heeft geen enkele moeite met het aanvaarden van het kerkelijke gezag. Het gezag van paus en bisschoppen komt immers rechtstreeks van God, de paus neemt in het geheel van de hiërar chie een zeer bijzondere positie in, die ook na het Tweede Vaticaanse Concilie niet is gewijzigd. De paus heeft dan ook het volste recht om zich in zijn encycliek „Humanae Vi tae" over het probleem van de ge- boortenregeling uit te spreken zon der overleg vooraf met de bisschop pen. IOE denkt u persoonlijk over de inhoud van de pauselij ke encycliek? Op deze vraag blijft het antwoord van deken Joosten even uit Voor het eerst dringen -geluiden van buitenaf in de kamer door: het gefluit van vogels in de tuin van de pastorie, het geklingel van een bel en het stappen van de huishoudster door de pastoriegangen. Tenslotte vat deken Joosten zijn gedachten als volgt samen: „Ik ga akkoord met de encycliek. Ik geloof dat de uitspraak van de paus, in de toekomst gezien, goed is. Ik geef wel onmiddellijk toe dat hij moeilijk te verteren is voor heel veel mensen. Maar de paus heeft gemeend in ge weten te moeten vasthouden aan de unanieme traditie van de kerk." „Ik geloof bovendien dat de ency cliek zeer eenzijdig geïnterpreteerd is. Over de technische en econo mische aspecten van de encycliek kan ik niet oordelen, daar weet ik niets van. Wel meen ik dat de te genwoordige visie op de mens zeer aards is en dat de paus in zijn ency cliek de mens geplaatst heeft in zijn totale levensroeping". Pater Lamb toont geen enkele emotie bij deze steunbetuiging aan de encycliek. Hij zwijgt ook als de deken enkele citaten uit de ency cliek voorleest. Maar als hij zelf het woord neemt, volgt een vernietigend oordeel. Hij is .het met toon, inhoud en formuleringen van de encycliek volstrekt oneens. Hij erkent de waarde van een centraal gezag, maar vindt de ge zagsuitoefening, zoals die op het ogenblik in de kerk wordt uitge voerd, feodaal en patriarchaal. IN de vorm van -deze encycliek zal -de paus zijn -gezag nooit waar kunnen maken. Het functioneren van dit gezag raakt ka-nt noch wal. Deze en cycliek is een afbreking van het gezag, geen bevestiging ervan. De encycliek „Humanae Vitae" is een schoolvoorbeeld van een gemiste kans. De tekst is even inspirerend als die van een biologisch handboek. De hele manier van denken is vol strekt onaanvaardbaar. Er worden veronderstellingen geuit die niet waar gemaakt kunnen worden. „De encycliek gaat helemaal voor bij aan het vele werk dat diverse groepen en allerlei instanties op het gebied van de geboortenregeling hebben verricht en die op grond van hun ervaringen tot een bepaald standpunt waren gekomen. De taal die uit de encycliek meeklinkt is ook niet vrij van afkeer tegen de sexualiteit en de erotiek. De vrouw wordt nog gezien als object voor de bekende lusten van de man. Uit de hele encycliek spreekt een geest van afweer en weerstand". Hoe ver de opvattingen van deken Joosten en pater Lamb ook uiteen lopen, over één ding zijn zij het eens: de Nederlandse bisschoppen geven te weinig leiding. Volgens de ken Joosten schieten de bisschoppen te kort in hun taak van geestelijke leidslieden. Hun opdracht is de eer lijke leer van de kerk op duidelijke wijze aan de gelovigen uiteen te zet ten, vindt hij. Pater Lamb is van óórdeel dat de bisschoppen een te onduidelijke houding innemen en op de vragen die de mensen bezig hou den antwoorden geven, die noch de voor-, noch de tegenstanders van vernieuwing in de kerk enig hou vast bieden. Vredig tafereel aan de Betuwse Linge ^EIDE gesprekspartners zijn bereid toe te geven dat de kerk in het verleden fou ten heeft gemaakt. Naar de kerkelijke praktijken van ook deken Joosten niet terug. Wel vindt hij en pater Lamb valt hem daarin bij dat er in het algemeen wat milder over het verleden geoor deeld zou moeten worden. „Een hal ve eeuw geleden lagen alle verhou dingen anders. Wie de gezwollen re toriek van de dichters uit die jaren leest, moet nu ook lachen. De kerk is cultureel gebonden aan bepaalde maatschappelijke verschijnselen. In die jaren waren alle uiterlijke din gen overtrokken, dat gold dus ook voor predikaties, devotie-praktijken (vormen van verering zoals het kus sen van overblijfselen van heiligen) en dergelijke." De kwestie van priesterschap en celibaat (het ongehuwd zijn van de priester) levert weer levendige discussiestof op. Deken Joosten houdt een krachtig pleidooi voor het celibaat in de kerk, dat naar zijn oordeel wortelt in het evangelie en E roomskatholieke kerk, eens een toon beeld van eensge zindheid, een hecht bolwerk van gelijkgezinden waartegen niet-roomska- tholieken soms met ontzag, soms ook met afkeer tegen op zagen, is sterk in bewe ging. Binnen de kerk wordt door de eeuwen heen gerijpt is on der leiding van de Heilige Geest. Hij citeert met instemming een brief die hij van een Westduitse protestantse dame heeft ontvangen. Zij schrijft dat de roomskatholieke geestelijken door hun ongehuwd zijn een grote voorsprong hebben op hun niet-katholieke confraters en dat zij het gelovige volk eindeloos veel nader staan. E -deken kan weinig waar dering opbrengen voor de priesters, die uit het ambt treden. „Er is onder de gehuwden niemand die zo- land op het huwelijk is voorbereid als wij op ons celibatair priester schap. Wat hier in Nederland ge beurt, geeft ergenis aan duizenden mensen." Voor Pater Lamb zijn visie op dit probleem kan geven wordt er ge klopt. De niet meer zo jonge huishoudster komt binnen met een dienblad met koffie en Limburgse vlaaitjes. Het celibaat blijft even rusten. De vlaaitjes zijn vrij groot en moeilijk hanteerbaar. Een deel van pater Lambs gebak dreigt van de tafel te vallen, maar hij slaagt er discreet in het weer onder controle te brengen. Dan vat pater Lamb de draad van het gesprek weer op. Hij gelooft niet dat een ontkoppeling van celi baat en priesterschap de oplossing van de moeilijkheden zal betekenen. Nog te vaak wordt verondersteld dat er wel een vrouw in het spel zal zijn, maar in de meeste gevallen gaat het om een zware geloofscrisis, om mensen die hun ambt in de kerk niet waar kunnen maken. Wellicht dat de kerk nog eens gehuwde priesters zal kennen, maar de priester van de toekomst, gehuwd of niet, zal zich waar moeten maken en zich niet zoals vroeger kunnen be roepen op ambt of status. ALS het gesprek op de Nieu we Katechismus komt blykt dat de meningen van de twee gesprekspart ners niet eens zo ver uit elkaar liggen. Deken Joosten heeft Twee priesters, twee gene raties, twee denkwerelden Links pastoor-deken Joosten uit Echt, rechts pater Lamb, domi nicaan, van de Dominicusparo- chie in Rotterdam (Steiger). voor de Nieuwe Kathechismus die aanhangers van de Confrontatie* groep had bewogen de paus te waar schuwen vanwege -de ketterijen die het boek zou bevatten alle waarde ring. Hij vindt de tekst hier en daar wat pedant en hij is verder van oor deel dat het boek over bepaalde ge loofspunten wat erg gemakkelijk is heengegleden ,.het woord H. Drievuldigheid komt bijvoorbeeld niet één keer in het hele boek voor" maar hij is niettemin bereid de Nieuwe Katechismus als een „prachtig boek" te kwalificeren. Pater Lamb vindt de Nieuwe Ka techismus eveneens een uitstekend boek, al is het maar omdat er niets beters is. Het vraagstuk van de oecumene drijft de twee priesters weer ver uiteen. „Moeten de cliristelijke kerken opgaan in de roomskatholieke kerk of moeten aan beide zijden diep gaande veranderingen komen, waar door de scheiding vanzelf haar zin zal verliezen?" IJ deze vraag blykt hoe sterk deken Joosten in de traditie van de kerk leeft. Hij is bereid toe te geven dat de an-dere kerken wel grote brokstukken van de waarheid bezitten en dat de christenen van andere geloofsrichtingen hun geloof misschien beter beleven, maar de roomskatholieke kerk is voor hem de kerk van de Heer. Herstel van de christelijke eenheid betekent voor hem de uiteindelijke terugkeer van de andere christelijke kerken naar de schoot van de Moederkerk. Pater Lamb is van mening dat ieder met eigen gegevenheden ver der moet leven en dan zou kunnen blijken dat noch de een, noch de ander de enige ware kerk zou zijn. vaak heftig gediscussieerd over de meest uiteenlopen de onderwerpen, ook die welke vroeger als onaan tastbare waarheden of eeuwige geloofszekerheden werden beschouwd. Vooral de jongere generatie heeft opvattingen, die mijlenver verwijderd lijken van die welke de oudere generatie roomskatholieken zo lang heeft gekoesterd. Om vast te stellen welke verschillen in opvattingen er bestaan tussen de oude en de jonge generatie pries ters had een onzer redac teuren een gesprek met twee priesters, een jonge Dominicaan (35) en een oudere pastoor-deken (59). Geen van beiden was aan een bepaalde conservatieve of progressieve beweging bin nen de kerk verbonden, bei den spraken alleen namens zichzelf, maar het lijdt geen twijfel dat hun opvattingen voor een groot deel worden gedeeld door hun generatie genoten. Een weerslag van dit ge sprek vindt ii op deze pagina. Traditie scheidt oPk de twee gesprekspartners in de kwesties van de onontbindbaarheid van het hu welijk en het gemengde huwelijk. Deken Joosten legt vooral de na druk op het huwelijk als sacrament, gegroeid uit het evangelie en der halve onaantastbaar. Hij is er ver- .wonderd over dat tegenwoordig zo gemakkelijk wordt heengegleden over het lot van de kinderen. Hij vindt dat ter wille van de kinderen de huwelijksband onontbindbaar dient te blijven. Pater Lamb is het weliswaar met deken Joosten eens dat het lot van de kinderen in een huwelijk zwaar moet wegen, maar stelt dat er zich nu eenmaal omstandigheden kunnen voordoen, waarin van een huwelijk geen sprake meer is. HIJ vindt dat de onontbind baarheid van het huwelijk waar gemaakt dient te worden door het leven van alle dag. Het handhaven van een levenslange huwelijksband is een opgave, een ideaal waarnaar gestreefd moet worden, geen wiskundige formule die voor altijd en overal geldig zou zijn. Pater Lamb: „Er zijn voldóende voorbeelden aan te halen van echt paren, die volgens het boekje hun huwelijksband trouw blijven, maar niets nalaten om elkaar het leven zuur te maken. Aan de andere kant zijn er echtparen die kerkelijk-juri- disch niet getrouwd zijn, maar al« ideale christenen leven. Het gaat mij te ver om in het ene geval te spreken van een „sacramenteel hu welijk" en in het andere van een „zondige levenswijze". Deken Joosten blijft ook reserves bewaren ten aanzien van het ge mengde huwelijk. „De meeste ge mengde huwelijken leveren grote moeilijkheden op. Het is de taak van de priesters jonge mensen die een gemengd huwelijk willen aan gaan daarop te wijzen". De deken haalt een protestantse vader aan uit een gemengd huwelijk „*n hele goeie mens" die zijn katholiek opgevoede zoon er met klem op gewezen heeft niet met een protestants meisje te trouwen. Pater Lamb tilt minder zwaar aan het zogenaamde gemengde huwelijk. „Er zijn huwelijken waarbij de man elke zondag op het voetbalveld zit, terwijl zijn vrouw nauwelijks weet hoe een bal er uitziet. Ik vind dat evengoed een voorbeeld van een ge mengd huwelijk en zo zijn er talloze voorbeelden." OOK de nog bestaande kerk rechtelijke voorwaarden voor een gemengd huwe lijk wegen voor pater Lamb niet zo zwaar. „De praktijk is in dit opzicht ver voor op de formulering. Dat is de ge bruikelijke gang van zaken op alle gebieden. Als een vliegtuig-model eenmaal in produktie komt, is het type al verouderd. We moeten min der de nadruk leggen op kerkelijke wetten. Die passen zich vanzelf aan de praktijk aan." „Hoe dient de kerk van de toe komst er uit te zien?" Voor de laatste maal blijkt de ge weldige kloof die gaapt tussen de opvattingen van deken Joosten en de jonge pater Lamb. Deken Joosten blijft in de kerk, al haar tekortko mingen ten spijt, toch ook de kerk van de toekomst zien. Pater Lamb hoopt dat de kerk van de toekomst in geen enkel op zicht meer zal lijken op de kerk van het verleden. Deken Joosten: „We moeten aan de kerk blijven bouwen in vertrou wen op de Heer, in eerlijke trouw aan wat wij beloofd hebben. Priesters en leken moeten, ieder op zijn eigen post, ernaar streven een betere kerk te maken. Wij vormen immers allen samen de kerk". Pater pamb: „De kerk van de toe komst zie ik als een soort beweging, een groep mensen, die de verant woordelijkheid die zij menen te be zitten heel bescheiden naar voren brengen; geen organisatie die oppor tunistisch achter de feiten aanholt. Ik hoop dat de kerk van de toe komst heel anders zal zijn".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 15