Werklozen krijgen straks
sneller baan door computer
I TELEFONISCH
(CONFEREREN
ZEE ZORGT ZELF VOOR VOORTSTUWING
OUD-HOOGLERAAR
I. J. BRUGMANS
„SMULT" VAN
ARCHIEVEN
Oude school
Wetje
Factoren
Stookolie
Gesorteerd
Souvenir
Onzeker
Snel antwoord
Resultaten
Een schip slopen
Orer Frank Rijsdijk gaat het verhaal
dat een Rotterdamse reder hem eens
in een café in een of andere haven
plaats in Spanje tegen kwam.
- Hé, Frank, wat doe jij hier?
„Sloopschepen kopen".
- Maar je spreekt geen woord Spaans.
..Neen, maar ik heb geld bij me".
Dat gebeurde verscheidene tientallen
jaren geleden. Nu zegt ir. B. J. Tide-
man (43): „Frank Rijsdijk was een
zeer ondernemende man die nergens
voor terugdeinsde, maar in deze tijd
lukt het je niet meer om zomaar een
schip voor de sloop te kopen".
is
telkens
weer
een avontuur
Tidenian Ls directeur >an Frank Rijsdijk Holand in Hendrik Ido Ambacht
aan de Noord. In deze onderneming zijn enkele jaren geleden samengevoegd
de twee bedrijven waarbij Frank Rijsdijk was betrokken. Deze stichtte het eerste
samen met zijn broer Arie omstreeks de eeuwwisseling.
De heer Tideman: „Mijn grootvader nam de meeste aandelen van die zaak
over toen Frank Rijsdijk wegens financiële moeilijkheden moest aftreden. Hij
was als scheepskundig ingenieur inspecteur van Lloyd's en scheepsbouwer in
hart en nieren. Er kwam dan ook een helling om nieuwe schepen te bouwen in
plaats van ze te slopen. In de crisisjaren kreeg hij daar evenwel niet veel kans
voor en hij is toen toch weer gaan slopen. Mijn vader deed dat ook en dat is zo
gebleven, hoewel we daarnaast nog tal van andere activiteiten bedrijven".
De naam Frank Rijsdijk is evenwel ge
bleven, evenals het nuchtere feit dat
daar aan de Noord een definitief ein
de komt aan de romantiek die eens als
een mysterieus waas hing om elk schip
dat twintig, dertig jaar zwoegde over
de wereldzeeën.
DEN HAAG Een man die dol is op
faillissementen en fusies en een hekel
heeft aan vrachtwagens met het op
schrift „Wij ruimen uw archief op".
Dat is de 72-jarige oud-hoogleraar in
de economische geschiedenis aan de
gemeentelijke universiteit in Amsterdam
I. J. Brugmans, directeur van de Ver
eniging Nederlands Economisch Histo
risch Archief (NEHA) in Den Haag.
Deze vereniging beheert een grote
economische bibliotheek en een sociaal-
economisch archief, waarin nu al onge
veer tweehonderd archieven van Ne
derlandse bedrijven liggen opgeslagen.
En als het aan de hoogleraar ligt, wor
den het er snel meer.
Hij vindt het van het grootste be
lang dat oude bedrijfsarchieven wor
den bewaard. Zij zijn uiteindelijk het
materiaal waarmee de sociaal-econo
mische geschiedenis van ons land kan
worden beschreven en dan gaat het
niet aan om dat zomaar in de prullen
bak te gooien. Of, wat prof. Brugmans
nog meer pijn doet, die gehate vracht
wagen te laten voorkomen die er wel
weg mee weet.
Hoe houdt de heer Brugmans het ge
vecht met deze kolos vol? Door de
kranten te lezen. Niets is eenvoudiger
dan dat, maar met lezen alleen komt
hij er niet. Als zijn oog op een fusie-
of faillissementbericht valt, en zulke
berichtjes ontgaan hem na twintig jaar
speurwerk niet snel meer, is hij er als
de kippen bij. Telefoon gepakt, bedrijf
gebeld en vragen om het archief. Ne
gen van de tien keer is het raak en
enkele weken later loopt prof. Brug
mans handenwrijvend door zijn pasver-
worven bezit.
Langzamerhand heeft de vereniging
op deze manier een indrukwekkend ar
chief opgebouwd met interessante stuk
ken van bijvoorbeeld de oudste maat
schappij voor nijverheid en handel uit
Haarlem (van 1777 tot 1950) en van
de maatschappij voor scheeps- en werk
tuigbouw Feijenoord ('t huidige Wilton-
Fijenoord concern in Rotterdam) van
1852 tot 1930.
Het materiaal ligt opgeslagen in een
oude school aan de Haagse Schelde-
straat Een kleine staf van personeel
weet goed de weg in de klaslokalen en
kan iedere bezoeker (voornamelijk stu
denten. meestal uit het buitenland) de
weg wijzen.
De Vereniging Nederlands Econo
misch Historisch archief is een particu
liere vereniging, in 1914 door prof.
Posthumus opgericht. In het bestuur
zijn wetenschapsmensen en vertegen
woordigers van het bedrijfsleven broe
derlijk verenigd. Voorzitter is de overal
opduikende mr. H. van Riel, gedepu
teerde van Zuid-Holland, lid van VVD
voor de Eerste Kamer en volgens
prof. Brugmans een erudiet met één
gebrek: gebrek aan tijd.
De vereniging krijgt subsidie van het
Rijk, van de provincie Zuid-Holland en
(voor de school) van de gemeente Den
Haag, in totaal zeventig procent van
de inkomsten. De rest wordt opgebracht
door de vierhonderd leden en de onge
veer honderd donateurs.
In het blad „De Nederlandse Onder
neming" heeft prof. Brugmans het be
drijfsleven al een keer gesmeekt om
oude archieven niet weg te gooien.
„Wie zijn archief wegdoet, verdonkere
maant een stukje sociale geschiedenis.
Doe dat niet maar bel met de N.E.H.A.
Het kost een paar gulden voor het ver
voer en het lidmaatschap van de ver
eniging. De wetenschap is er dankbaar
voor."
Om de vereniging wat bredere be
kendheid te geven, overweegt prof.
Brugmans „iets voor radio en televi
sie te doen". Hij weet zelf nog niet wat
en zoekt naar een aanleiding. Zijn gro
te toekomstideaal is een soort embar
gowetje, waardoor iedereen die een ar
chief zou willen weggooien verplicht
wordt het eerst even te laten bekijken.
Voor archiefminnaar Brugmans een
fijn idee om mee te spelen, maar voor
lopig leest hij alleen de kranten. En
grijpt hij verheugt de telefoon als hij
weer een faillissementsaanvraag onder
ogen krijgt
Maar is er iets van die sfeer blij
ven hangen als de slopers het schip
gaan aftuigen?
„Je vindt vaak de restanten van de
laatste maaltijden nog op tafel staan.
Waren de mensen blij dat ze het schip
konden verlaten, of moesten ze vluch
ten?
We vonden eens in een bergruimte
een partij Chinese dood
kisten. Men zegt dat gelovige Chinezen
overal heen hun doodkist meenemen.
We hebben ze keurig als bloembakken
verkocht.
Op een veeboot troffen we op een dek
een berg van een meter hoog paarde-
mest aan. Wel. daar vind je dan ook
een klant voor".
Omwille van de romantiek koopt een
sloper geen oud schip. Toch beleeft hij
er elke keer wel een avontuur aan.
„Ook al heb je veel ervaring, want dit
vak is zeer conjunctuurgevoelig, op het
speculatieve af".
„Als je met heel veel moeite iets
kunt kopen, zou je met het opstellen
van een meerjarenplan en met veel in
vesteren kunnen besparen op de sloop-
kosten. Dan kun je evenwel alles zo
maar verspelen door vlug te verkopen,
of door ermee te wachten. Er zijn zo
veel factoren die daarbij meespelen.
Het hangt af van de behoefte bij de
hoogovens en staalfabrieken en dan
moet je ook rekening houden met de
scherpe buitenlandse concurrentie, de
economische situatie, politieke compli
caties en oorlogsdreiging".
De schepen zelf leveren meestal ook
de nodige verrassingen op.
„De grotere schepen bekijk ik zelf.
Het is onmogelijk om er precies de
waarde van uit te rekenen. De meeste
reders hebben geen interesse in het ge
wicht van hun schepen, maar niettemin
pretenderen wij het totale gewicht re
delijk nauwkeurig te kunnen bepalen.
Hoe dat is verdeeld in ijzer, koper,
lood, bruikbare machines of andere on
derdelen, dat weet je pas zeker aan het
eind van de rit".
Uit een geschiedenis van zo'n zeven
tig jaar waarin circa 450 zeeschepen
uit elkaar werden geplukt, zijn heel
wat verhalen te vertellen.
„We kochten eens een beschadigde
torpedoboot jager van de Amerikaanse
marine. Het schip was op een mijn ge
lopen en van voren opgeblazen. Het
achterschip was nog goed en de ketels
en machines eruit verkochten we aan
het laboratorium voor lucht- en ruimte
vaart in Amsterdam. Op de aanwezig
heid van dergelijke buitenkansjes koop
je dan bewust, maar het blijft een
soort handel waarvan je nooit weet of
die lukt voordat je een klant hebt ge
vonden.
Een van de eerste schepen die ik
zelfstandig een jaar of tien geleden
kocht, was de Engelse kabellegger
Ocean Layer. Het schip had in brand
gestaan. Alle concurrenten dachten dat
er niets goed meer aan was, maar wij
hadden gezien dat een aantal gloed
nieuwe machines wel wat beroet maar
toch verder nog goed was. Ook zaten
nog veel voorraden en gereedschappen
in het ruim. Dat was een hele beste
zaak.
0 Ir. B. J. Tidenian is echt geen
droevig mens als zijn Marok
kaanse branders het vuur laten spatten
op de stukken van de zijden en de
schotten die nog zijn overgebleven van
de 36.000 tons Shelltanker Isocar dia.
Overigens deed het Rotterdamse ber
gingsbedrijf W. A. van den Tak goe
de zaken door uit het middenschip
zijn trans port pontons 8 en 9 te laten
maken. Foto Consenheim).
keerd uit. „Voor het uit elkaar halen
van schepen heb je mensen nodig met
veel ervaring, handigheid en verstand
van schepen. Het is niet zo moeilijk om
een schip te laten zinken, of breken,
maar dat moet juist worden voorko
men".
Bovendien blijken er heel wat men
sen te zijn die tuk zijn op een of an
der curiosum van een schip. Zo zeebe-
wust zijn wij Nederlanders dan ook wel
weer. Gemiddeld komen er een tien
mensen per dag informeren of er iets
van hun gading is. Zij betalen dan een
paar tientjes voor een reddingsboei of
een paar honderd gulden voor een
scheepsbel. Er zijn vaders die een
scheepskooi kopen voor een jongenska
mer. Anderen kopen een stuurwiel of
een patrijspoort. In de wei zie je soms
een oude badkuip als drinkbak voor 't
vee staan.
Het gebeurt ook wel dat het tegen
valt met de prijs die je biedt Zoals
met het Griekse vrachtschip Alkyon
dat met een lek vlak van de Zuiderpier
bij Hoek van Holland was gehaald.
Toen het schip hier aankwam, bleek er
nog een grote hoeveelheid zware stook
olie in de dubbele bodem te zitten. Wat
we daarmee hebben geworsteld orn die
op te ruimen zonder de omgeving over
last te bezorgen! Het was ook een el
lende voor de mensen die elke dag dik
onder de olie zaten.
Nog niet zo lang geleden kochten we
de Stubbenkammer die vlak bij de
Hoek in de Noordzee was gezonken.
Het Hamburgse bergingsbedrijf Ulrich
Harms haalde het schip in enkele gro
te stukken weg en liet die ergens in
Europoort weer onder water zakken.
Die scheepsdelen raakten vol modder
en op de kosten van het weghalen heb
ben we ons toen wat verkeken".
De aanblik van een scheepssloperij is
voor een leek zonder meer troosteloos.
Alles wat je ziet liggen, is oud, roestig,
misvormd, rafelig en puntig. Toch ligt
alles gesorteerd, maar dat zie je pas
als je wat gewend raakt aan zo'n kne
kelhuis van afgedankte schepen. Met
kranen worden de zware stukken ver
sjouwd. Een machtige knipmachine
maakt handelbare stukken van de dik
ke staalplaten.
Tot ongeveer tien jaar geleden von
den gemiddeld elk jaar tien tot twaalf
schepen op dit bedrijf hun definitieve
ondergang. Dit aantal is nu gezakt tot
ongeveer vier schepen per jaar. Daar
zijn dan zo'n vijftig man mee bezig.
Wie mocht denken dat ze er dan lus
tig op los kunnen rauzen, komt ver-
De voormalige kanonneerboot Flores
van onze marine ligt ook op de slopers
hamer te wachten. Verscheidene opva
renden zijn wezen kijken of ze een sou
venir konden vinden. Dat deden ook
mensen die prettige herinneringen had
den aan reizen met passagiersschepen
als de Volendam en Statendam die ook
op dit kerkhof terecht kwamen.
Overigens staat deze negotie de laat
ste jaren op een nogal laag pitje. Het
wordt in ons land allengs moeilijker
voor caféhouders om hun zaak te ver
anderen in een originele scheepssalon
van oerdegelijk mahoniehout. Hier komt
het accent van sloopschepen meer en
meer te liggen op gestrande of uitge
brande schepen en daar is het meeste
aardige dan meestal wel af.
De meeste oude schepen vallen nu in
handen van sloperijen waar de arbeids
krachten goedkoop zijn. Dat is het ge
val in Spanje, Italië, Zuidslavië, India,
Hongkong, en Japan.
„Met steun van de lage loonkosten
kunnen zij een hogere prijs bieden dan
wij. Daar wordt dan ook het leeuwe-
deel gesloopt van de twee tot vier mil
joen ton scheepsruimte die jaarlijks
beschikbaar komt. In Nederland schom
melt het aandeel de laatste jaren om
de 150.000 ton. waarvan wij dan een
groot deel voor onze rekening nemen".
DEN HAAG Zeer binnenkort zal
een heel nieuw administratiesysteem
worden ingevoerd op de 87 Nederland
se arbeidsbureaus. Sinds juni wordt er
al een proef mee genomen en de reac
ties zijn enthousiast. Als het allemaal
goed werkt, krijgt de overheid betere
en actuelere cijfers over de werkloos
heid, het bedrijfsleven krijgt sneller
nieuw personeel en de werklozen wor
den vlugger aan werk geholpen.
Dit wonder kan worden bereikt door
twee op zichzelf vrij simpele beslissin
gen: de gewestelijke arbeidsbureaus
gaan méér gegevens van de werklozen
opnemen dan nu gebeurt en verder
wordt een computer ingeschakeld die
alle binnenkomende gegevens centraal
verwerkt en groepeert.
Het tot nu toe volgende systeem le
verde regelmatig een stroom van in
formatie op, maar die bestond toch
voornamelijk uit vraag- en aanbodcij-
fers. En die waren dan nog niet eens
actueel.
Pijnlijk voorbeeld daarvan is de no-
MIN/STERS DE BLOCK EN ROOLVINK
...nota regionaal beleid pijnlijk voorbeeld...
iMimiiiiiiiiuimiimmiiiiiiiiMiiiiiiinimiMHM
DEN HAAG De arbeidsbureaus
5 in de Randstad gebruiken sinds kort
5 een technisch foefje om vlugger ga-
5 ten in de arbeidsmarkt te dichten.
5 Een paar keer hebben de chef-be-
I middelaars zogenaamde telefoon-
i conferenties gehouden, waarbij zij
5 elkaar vertellen welke mensen een
i baan zoeken of voor welke baan
iemand nodig is.
De PTT komt de bemiddelaars te
hulp. Op een bepaald tijdstip worden
vyi arbeidsbureaus tegelyk opge-
5 beid, waarna zij met elkaar kunnen
praten.
De arbeidsbureaus zijn enthou-
s siast over deze wekelijkse conferen-
5 ties. Een paar mensen zijn op deze
manier al vlug aan het werk gezet.
Het gaat het meest om nogal aparte
gevallen. Zo werd er bijvoorbeeld on- jj
derhandeld over een badjuffrouw, p
horlogemaker, expediteur, hoofd-
s werktuigkundige, ijzerwerker, voor-
man en een Griekse tolk voor bui-
tenlandse arbeiders.
De telefoonconferentie duurt ge-
middeld zo'n drie kwartier en in die
tijd rollen zestig gevallen door de
5 telefoonleidingen.
riiHiiiiiimnHMniiiiiuHiiiniHiKiii
ta over de sociale en economische as- i ale Zaken). Deze nota is gebaseerd op
pecten van het regionale beleid van cijfers van 1965 en ouder,
de ministers De Block van Economi- Als de arbeidsuren allemaal op het
sche Zaken en van Roolvink van Soci- I nieuwe systeem zijn ingespeeld kan dit
niet meer gebeuren. Er worden dan
veel meer gegevens geproduceerd, die
onderling vergelijkbaar zijn en snel
door een computer worden verwerkt
Het gevolg is een veel beter inzicht in
de arbeidsmarkt dat zeer snel met
nog actuelere gegevens kan worden
verdiept.
Er is een nieuwe omstandigheid bij
gekomen waarom het steeds moeilijker
wordt om de behoefte van de staalfa
brieken te peilen. De nieuwe bedrijven
passen een andere fabricagemethode
toe waarbij men minder dan vroeger
afhankelijk is gemaakt van schroot.
Deze gang van zaken maakt het specu
leren op de schrootwaarde weer onze
kerder.
Alles bii elkaar vormt het slopen van
schepen dus een ingewikkeld bedrijf.
„Vroeger kwam ik vaak in Scandina
vië, Frankrijk en Engeland om sche
pen te kopen. De laatste jaren gebeurt
dat niet veel meer. Je komt er bijna
niet aan. De schepen gaan naar ande
re landen, waar het schroot meer waard
is".
en de romantiek helemaal verge
ten?
„Och, wij kregen hier eens een schip,
waarvan de kapitein tegelijk werd ge
pensioneerd. Hij kocht de hele betim
mering van de hut, waarin hij jaren
lang had gewoond. Om er ook zijn laat
ste jaren tussen te wonen"
Er zal dan antwoord kunnen worden
gegeven op vragen als:
Wie zgn er nu eigenljjk werkloos;
Wat kunnen die mensen;
Wat willen ze eigenlijk;
Waarom zjjn ze werkloos.
Tot nu toe staan deze gegevens al
leen op de stamkaarten van de werk
lozen. maar worden niet verwerkt in
overzichten. De beoordeling van de
geschiktheid, de wensen en de verlan
gens van werklozen zijn zeer persoon
lijk en kunnen niet worden vergeleken
met andere gegevens. Iedere arbeids
bemiddelaar legt zijn eigen normen
aan
STRaNGNAS Midden-ZwedenDe 37-jarige Hans Dahlstroem heeft een slinger-motoruitgevonden, welke
in een omgebouwde reddingsboot van 7,5 x 2,8 meter is gemonteerd. De golven van de zee moeten de kracht voor
de voortstuwing leveren. De ondernemende Zweed hoopt in maart 1969 uit te varen voor een nonstop reis rond de
wereld.
Toch is nu een uniform beoordeling»-
systeem ontworpen en de eerste op de
gewestelijke arbeidsbureaus in Brabant
hebben goede resultaten opgeleverd.
Het ministerie van sociale zaken ver
wacht dat vooral het bedrijfsleven blij
zal zijn met de nieuwe gegevens over
de arbeidsmarkt. Teveel naar de zin
van het directoraat-generaal voor de
arbeidsvoorziening ontstaan missers
tussen bedrijven en arbeidsbureaus als
het gaat om het aantrekken van werk
lozen. Regelmatig komt het voor dat
een bedrijf geen metaalbewerkers of
bouwvakarbeiders kan krijgen, terwijl
zij bij tientallen op de bureaus staan
ingeschreven.
De oorzaak is eenvoudig: Arbeidsbu
reaus verstaan wat anders onder me
taalbewerkers dan het bedrijfsleven.
Of om het anders te zeggen: vraag
en aanbod sluiten niet meer op elkaar
aan. Arbeidsbureaus en bedrijfsleven
zullen dichter naar elkaar moeten
groeien. Het nieuwe administratiesys
teem van de arbeidsbureaus kan daar
veel bij helpen.
r