Mannequin: een keiharde
baan
met weinig
kans
succes
BRAAT!
Eerlijk zeggen
mevrouw! Wordt het
niet tijd voor mooi
nieuw behang
Nieuw Behang
de „sterrenhemel"
Aan de „sterrenhemel" is slechts
voor zeer weinigen 'n plaatsje vrij
KEUKENS?
op
J SCHOONENBERG IS ER ALS
DE KIPPEN BIJ ALS ER
LEVENS TE REDDEN ZIJN
Wijnand Volmer
verzamelde
met veel risico
5000geluiden
Delftse schouwburg
onvoldoende gebruikt
Onderzoek naar
betekenis van
sportvisserij
zeer wenselijk
Radioluisteraars en tv-kijkers
horen zijn werk dagelijks
LEEUW VAN
JUDA KEERT
TERUG
Conferentie van
spaarbanken
of
Ruwweg één op elke veertigduizend Nederlanders staat gekoekt als fotomodel
mannequin. Een kleine driehonderd vrouwen en mannen op elke man 3 vrouwen
verdienen de kost door zich visueel te verhuren. Zij vormen een select groepje
van mooie vrouwen en knappe boys dat zich aan overig Nederland immer van de
mooiste kant laat zien. Dagelijks staan zij voor televisie, film, folder, dag-, week- of
maandblad model. Elk seizoen showen zij de nieuwste mode.
Gezond
Oud -vissers
Onderzoek
Keihard
Meteen verkocht
Aanvoelen"
Filosofie
Ambulances
Watersnoodramp
Op commando
Normaal
Niet erg lang
J ournaal beelden
Er haast bovenop
Medewerking
In crisisjaren
UIT DE KERKEN
Jaag de somberheid uw huis uit! 't Is nu de
tijd om licht engezelligheid te kopen. Want..
dat fleurt de hele kamer op!
VRIJDAG 10 JANUARI 1969
Een handvol, op een enkele uitzondering na in Amsterdam
gevestigde model-agentschappen regelt de contacten tus
sen de modellen-mannequins en degenen die van hun char
mes gebruik wensen te maken. Het nationale aanbod schom
melt tussen de negen tientjes per dag voor een beginnelingetje tot driehonderd
gulden voor een van de schaarse, het vaderland trouw gebleven sterren.
Louise Pas: „De fotograaf kan enorm inspirerend
werken" (rechts)
Jan Munter: „Je hoeft als man niet mooi te z\jn of
jong, maar wel fotogeniek" (links).
De demonstratie van een nieuwe kreukvrije stof:
plompverloren in het water springen (linksboven).
ADVERTENTIE
TE KUST EN TE KEUR IN ONZE
SHOWROOM: KAYERSDIJK 97
APELDOORN - TEL. 05760-31970
OOK 'S-ZATIRDAGS GIOPENO VAN 9 TOT 1? UUR
Hengelen is „in". Verhoudingsgewijs
groeit het aantal hengelaars in ons
land veel sneller dan de bevolking. Niet
alleen in ons land, trouwens; men ziet
die ontwikkeling in vele landen.
„Oorzaken? De steeds groeiende be
hoefte aan recreatie in de vrije natuur
als reactie op het leven in de almaar
uitdijende steden, de grotere kansen die
we hebben om ons te recreëren afs ge
volg van korter werken, en de geste
gen welvaart die ons de 'auto bracht
waarmee we ook de verste hengelplek-
ken kunnen opzoeken, plus het geld om
steeds betere hengelspullen te kopen.
Hengelen is gezonde massarecreatie
geworden.
Dat cijfer van 621.000 halen we uit
het jaarverslag van de Organisatie ter
verbetering van de Binnenvisserij
(OVB) over 1967/'68. Naar aanleiding
van die sterke groei van het aantal
hengelaars die de OVB zich nog ziet
voortzetten, staat in dat verslag: „Het
lijkt van groot belang een dergelijke
ontwikkeling tijdig te onderkennen, zo
dat de voorzieningen nodig om een der
gelijke groei op te vangen, tijdig kun
nen worden getroffen". En: „Men zou
graag meer inzicht willen hebben in de
achtergronden van het proces dat zich
aan het voltrekken is bijvoorbeeld in
de spreiding van de sportvisserij naar
leeftijdsgroepen, sociale milieus en
geografische gebieden, in de frequen
ties waarmede wordt gevist, in de voor
keuren en behoeften die zich voordoen
ten aanzien van viswater en visstand".
We zijn het eens met de opstellers
van dit jaarverslag: zij doemen daar
zaken waar we veel en veel te weinig
van weten. Bovendien gaat het hier om
recreatie van nog veel meer dan 621.000
mensen De OVB die zich alleen bezig
houdt met het zoete water, schenkt to
taal geen aandacht aan de enorm toe
nemende betekenis van het hengelen
langs en op de zee.
Trouwens: cijfers zou zij daar niet
eens over kunnen geven, want dat is
^en vorm van hengelen waarvoor geen
vergunning nodig is. Wie echter de ont
wikkeling ziet van het hengelen in het
zoute water zoals die zich de laatste
jaren voltrekt, krijgt sterk de indruk
dat daar de groei nog héél wat pittiger
is dan aan de boorden van het zoete
water.
In plaatsen als Harlingen, Den Oever,
IJmuiden, Bruinisse etc. leven tiental
len schippers, oud-vissers vaak, van het
varen met boten voor hengelaars naar
visstekken onder of vrij ver uit de
kust. De pieren van Hoek van Holland
en IJmuiden, de stranden en dijken
van Breskens tot Delfzijl, herbergen op
«lke vrije dag vele, vele honderden
hengelaars. Hoeveel mensen verdienen
niet een boterham of een extraatje
met het spitten op schorren en wadden
naar zee-aas? Hoeveel hengelsportzaken
zijn er de laatste jaren niet bijgeko
men? In Alkmaar heb je zelfs een auto
matiek waar je dag en nacht aas kunt
krijgen.
We bedoelen maar: de OVB heeft het
grootste gelijk van de vismarkt als zij
in haar jaarverslag stelt dat de sport
visserij recreatief steeds belangrijker
wordt en ook economisch, zeggen wij
er met nadruk bij en dat we er nog
veel te weinig van weten.
We bedoelen maar: de gedachten in
het jaarverslag van het OVB zijn juist.
Het verslag gaat ons alleen nog lang
niet ver genoeg juist omdat de OVB
de zoutwatersportvisserij onbesproken
moest laten. Maar ook al zonder dat die
in dat verslag is bekeken onderschrij
ven wij volledig de conclusie uit dat
verslag: Het wordt hoog tijd dat er meer
onderzoek komt sociologisch en so
ciaal-psychologisch naar de werke
lijke betekenis van de sportvisserij in
Nederland.
Nederlands grootste modelagent
schap is het in Amsterdam gevestigde,
zeer zakelijk door mevrouw (ex-miss
World) Corinne Spier-Rottschafer gelei
de Model-Planning. Een 120 modellen
en mannequins staan er ingeschreven.
„Mannequin", *zegt de voormalige
schoonheidskoningin, „is in Nederland
nauwelijks een hoofdbestaan. De Ne
derlandse couturiers geven per seizoen
in maart en september hooguit
vier shows. De meesten doen de rest
van de tijd fotowerk, eventueel met mo
de als specialiteit".
Stermarmequins zoals de befaam
de Georgette, de vrouw met de bekende
slepende tred, er tot voor'enkele maan
den één was komen in Nederland
sporadisch voor.
De weinigen met succes brengen
ieder jaar weer honderden prille Ne
derlandse meisjes tot het besluit: Ik
word mannequin. De gedachte aan een
mondain bestaantje, mooie kleren, een
luxueus leventje vol show en glamour,
brengt talloze mooie hoofdjes op hol.
„Nou, ik maak het ze altijd eerst
flink tegen, hoor", zegt in Amsterdam
de 76-jarige mevrouw Gerda Siemer, di
rectrice van wat heet het „Glamour
Department van het Institute for
Beauty Culture, eerste Nederlandse op
leidingsschool voor mannequins en fo
tomodellen".
„Het leven van een mannequin of fo
tomodel lijkt helemaal niet op een
sprookje. Het is kei- en keihard wer
ken en ploeteren en verreweg de mees
ten schoppen het nooit verder dan pas
dame bij de confèctiemdustrie. Daar
komen honderden meisjes terecht die
van een bestaan als mannequin hadden
gedroomd'".
,.En zelfs voor pasdame zijn een hoop
meisjes nog ongeschikt. Er komen wel
ouders bij me die zeggen: Mijn doch
ter is zo mooi, ze heeft zo'n aanleg. Dan
blijkt soms bdj de eerste test al dat ze
niet eens kunnen lopen. De Nederland
se vrouw loopt slecht, veel slechter dan
de man".
De min of meer serieuze opleidings
instituten leren de aspirant-modellen
elementaire zaken als lopen, houding, li
chaamsverzorging en smaakontwikke-
ling, maar ook eenvoudiger dingen als
het eten van asperges en het spuiten
met deodorants. Daar melden zich ook
vrouwen voor aan van mannen met re
presentatieve verplichtingen. Zij offe
ren het meestal niet geringe cursus
geld in de hoop zich een houding te ko
pen waarmee zij zich in gezelschappen
gracieus kunnen bewegen.
„Het gebeurt ook wel dat moeder en
dochter ergens een jurkje gaan kopen
en dat een verkoopster op zeker ogen
blik zegt: U hebt net een mannequin-
figuur. De jurk is dan natuurlijk met
een verkocht en dan gaan ze zich na
derhand aanmelden voor een oplei
ding", vertelt mevrouw Siemer.
„Zo'n winkeljuffrouw kan zich op het
figuur van een klant heel makkelijk
verkijken, hoor. Het object hoeft maar
een centimetertje af te wijken van de
gangbare maten en de confectionair
tenslotte de grootste afnemer van aspi
rant-mannequins zegt al: Die juf
past niet op mijn rek. Dat is een ele
gante vakterm voor: onbruikbaar. Ja.
ze zijn keihard, die confectionairs".
Hard is meestal ook het begin van
een modellencarrière. Het aanbod over
treft vele malen de vraag. Lukt het na
een of ander opleidinkje om ingeschre
ven te worden bij een van de agenten,
dan is de eerste stap het vergaren van
een representatieve collectie foto's
waarmee geleurd kan worden. Elk mo
del heeft gewoonlijk zijn of haar eigen
fotograaf.
„Een kwestie van aanvoelen", verne
men we van mevrouw Elisabeth Huf,
een ex-model dat kantoor houdt voor
Model-Planning. „Een fotograaf die al
tijd met modemeisjes werkt, zal niet
overweg kunnen met 'n typetje dat al
tijd een huisvrouwtje uitbeeldt. En om
gekeerd". „Zo'n beginnend model",
zegt haar werkgeefster, „begint bij ons
EINDHOVEN Hij zegt: „Zes jaar geleden reed ik in mijn auto van Den
Haag naar Rotterdam. Ik zag toen dat een voor mij rijdende auto verpletterd
werd door enkele balen stro, die van een vrachtwagen vielen. Er waren vier do
den bij het ongeluk. Ik had geen enkel hulpmiddel bij mij om de slachtoffers
tijdig uit de verpletterde wagen te halen. Ik ben er van overtuigd, dat ik hen' dan
had kunnen redden. Toen heb ik gedacht: dat overkomt mij geen tweede keer."
Pancras Johan Schoonenberg (47),
directeur van een Eindhovense druk
kerij, bewoner van een riant landgoed
in Waalre, heeft woord gehouden. Hij
zegt, dat hij de afgelopen twee jaar
zes mensen van de dood heeft kunnen
redden. Domweg, omdat hij materiaal
bij zich had. om bij een auto-ongeluk
reddend te kunnen optreden.
De uitrusting die hij in zijn witte
Mercedes heeft laten monteren, na zijn
bij Rotterdam genomen voornemen,
heeft hij uit zijn eigen zak betaald
Het heeft hem 2.500 gulden gekost. Hij
is zo bezeten van het redden van ver
keersslachtoffers. dat hij vaak eerder
bij het ongeluk is, dan de politie. De
laatste keer dook hij 's nachts op bij
Waalre, waar bij 'n auto-ongeluk drie
mensen om het leven kwamen. „Ik was
er te laat bij", stelt Pancras Johan
Schoonenberg nuchter vast.
Hij zegt: „Ik heb een filosofie, waar
veel van mijn vrienden mij om uitla
chen. Ik zeg altijd: een dure jongen
heeft de plicht alles te doen wat moet
gebeuren en waar je moeilijk mensen
voor kunt krijgen. Mijn omgeving be
schouwt mij als een dure jongen. Nou,
daaruit trek ik dan de consequenties".
De heer Schoonenberg heeft twee
zoons: een van 21 jaar, en een van. 17
jaar. „Mijn oudste zoon heeft precies
het karakter dat ik heb", zegt de heer
Schoonenberg. Hij rijdt ook auto en ik
heb hem eveneens een reddingsuitrus
ting gegeven. Hij heeft, net als ik, alle
brandweerdiploma's. Als wij allemaal
thuis zijn, en er komt een melding van
een ongeval binnen, dan springen wij
allemaal van tafel op en blijft moe
met de soep zitten", zegt hij.
Wat de heer Schoonenberg het meest
dwars zit, is dat het gros van de weg
gebruikers zo lui is. Er zijn massa's
automobilisten, zegt hij, die een EHBO-
diploma of een of ander brandweerdi
ploma hebben. „Deze mensen hebben
dus de kennis en de opleiding om bij
ongelukken of branden op te treden.
Maar je ziet ze zelden stoppen om an
dere redenen dan gewone nieuwsgie
righeid".
„Goed ik geef toe, dat deze mensen
niet zo'n uitrusting hebben als ik, maar
er zouden overheidsinstanties moeten
zijn die deze mensen 'n uitrusting ge
ven. Nou ik toch m'n gal aan 't uitspu
wen ben: dat gedoe met die helikopters
voor gewondenvervoer levert niets op.
Er moeten meer ambulances komen.
Dan kun je doeltreffend helpen".
Behalve dat hij commandant is van
de bedrijfsbrandweer in zijn drukkerij
en in Waalre commandant van de BB,
is de heer Schoonenberg ook zendama
teur: „Dat is een van de belangrijkste
pijlers, waarop mijn privéreddingsbri-
gade steunt"..
Iedere avond zit hij achter zijn zend
apparatuur te luisteren en te experi
menteren. „Ik heb 'n mobilofoon in
mijn auto, waarmee ik alle politie- en
brandweermobilofoons uit de omgeving
kan afluisteren. Voorts waarschuwt de
politie in Waalre mij als er een onge
luk is gebeurd en vervolgens heb ik in
de omgeving een net van tipgevers op
gebouwd."
Als hij de koffer van zijn auto gaat
leegmaken, lijkt het een bodemloos vat:
er komen een gewone en een hittebe
stendige helm uit, een blauw zwaailicht
(omdat ik van de brandweer ben mag
ik ermee rijden), een rode lamp, rub
ber laarzen, sloopgereedschap, een ci
linder perslucht en een cilinder zuur
stof. Een pneumatische sloophamer,
brandblusapparatuur, EHBO-koffer, le
ren handschoenen, een reddingslijn, een
rookmasker, een opvouwbare brancard,
tenslotte beademingsapparatuur met
zuurstofkoffer en afzuiginstallatie.
De eerste maal dat de heer Schoo
nenberg hulp bood was tijdens de wa
tersnoodramp. „Ik heb toen voor de te
lefoonlijnen en radioverbindingen ge
zorgd. Toen was het voor mijn helpers
en mij mogelijk om Rilland Bath leeg
te plukken."
„Ik ben een agressief mens", zegt
Pancras Johan Schoonenberg van zich
zelf. „Ik ben ondernemend, omdat ik
niet kan zien dat er dingen blijven lig
gen die gedaan moeten worden. Daar
om ben ik ook heel vaak irriterend
voor mijn omgeving".
„Weet u", zegt hij, „als ik achter
mijn radioapparatuur zit, dan hoor je
dat er op de hele wereld veel ellende
is. Ik probeer het allemaal 4e vergeten,
want ik hoor ook dat er dichtbij vaak
nog meer ellende is."
met 150 gulden per dag. Een topmodel
verdient het dubbele. Alleen is zo'n be
ginneling misschien één dag per veer
tien dagen bezet. Een topmodel heeft
ook niet iedere dag werk".
„In het buitenland liggen de honora
ria hoger, hoor. New York", zo weet
mevrouw Spier, „betekent zestig dollar
per uur verdienen". Ze spreekt lovend
over ene Antonia die zowel in New
York als in Parijs de top "heeft ge
haald. In Amerika wil „top" zeggen:
zestig tot tachtigduizend dollar per
jaar verdienen. En ze hebben er zelfs
een „top top", die tussen tachtig- en
honderdduizend dollar mag opstrijken.
„Nou boven de twintig mille kom ik
niet uit", zegt in Rotterdam doorsnee
model, Jan Munter <38 jaar, lengte
1.83 meter, boordmaat 42).
„Vier jaar geleden", zegt hij, „ben
ik uit de kapperij overgestapt. Vooral
in het begin vond ik het een moeilijk
vak, hoor. Je moet op commando al
les kunnen, van gemeend lachten tot
gemeend huilen".
„Er zijn series waarbij je achter el
kaar moet lachen, verontwaardigd we
zen en een bek trekken van Oh, wat
mooi. Expressie, daar komt het op aan.
Het moeilijkst vind ik nog dat je een
bepaalde uitdrukking enige tijd moet
kunnen vasthouden. Maar ik vind zo
langzamerhand alles gewoon. Ik doe
ook alles".
„Ook in ondergoed poseren. Toen ik
de eerste keer in lingerie stond had ik
al het gevoel dat ik het altijd had ge
daan".
„Ik doe het liefst mode", zegt zijn
collega Louise Pas (27 jaar, 1.73 m„
91-64-93), vrouw van een Wassenaarse
architect. „Zeeppoeders vind ik nu een
maal niet zo leuk. Elke keer moet je
zeggen: Hè, wat is die theedoek vuil".
„Wat je doet als fotomodel is toneel
spelen. Je moet je inleven en ik kan me
in zo'n waspoeder niet best inleven. Ik
loop eigenlijk het liefst modeshows.
Maar modefotografie vind ik ook heel
fijn. Lingerie doe ik ook wel, maar dat
vind ik niet zo fijn".
„De eerste keer dat ik zo'n korset
aankreeg voelde ik me wel voor gek
staan. De tweede keer is het al nor
maal. Ik mag van m'n man trouwens
alles doen, behalve in mijn blootje po
seren".
Een belangrijk deel van de inkom
sten van een model wordt opgesnoept
door de voortdurende aanvullingen van
de (omvangrijke) garderobe. Alle kle
dij, de schoenen en andere accessoires
moeten aangepast worden aan de mo
de. Een model moet als er geen kle
ding geshowd wordt altijd voor de
eigen spulletjes zorgen. Ook voor prui
ken en aan te plakken baarden of snor
ren. In het op peil houden van het ui
terlijk daar gaat het tenslotte om
moet eveneens het nodige worden ge
ïnvesteerd.
Een belangrijk deel van het incas
seringsvermogen van een model wordt
vooral in Amsterdam waar de over
grote meerderheid woont en werkt
bedreigd door een nimmer aflatende
concurrentie en onderlinge haat, nijd
en jaloezie. Er wordt fors met de elle
bogen gewerkt door de meisjes met de
perzikhuidjes en de boys met de
blauwgeschoren wangen.
„De mèesten", zegt mevrouw Spier,
„blijven ook niet zo erg lang in het
vak. Er zijn modellen van zeventien
tot 52 jaar, maar de grootste groep is
die van 21 tot 25 jaar. Met een top-
mannequin is het uiterlijk op haar
veertigste ook find. De meeste manne
quins en modellen zorgen dat ze een of
andere opleiding volgen, sparen voor
een eigen zaak of hopen dat ze door
hun werk in een baan rollen die ze
kunnen blijven doen".
Het Nederlandse model gaat overi
gens volgens haar nog een aardige toe
komst tegemoet. In New York, Rome,
Milaan, Parijs, Barcelona en Londen
groeit de vraag naar modellen uit ons
land. De Italianen kijken daarbij voor
al naar lengten van 1.70 meter die ze
in eigen land niet overvloedig aantref
fen.
De thuismarkt is stevig in Neder
landse handen. „Voor 98 procent",
schat mevrouw Spier. „Het gebeurt
steeds minder dat men buitenlandse
modellen laat overkomen. Er zijn er
wel een paar die zich hier hebben ge
vestigd".
De tijd dat een model de sluitpost
was van een reclamebudget is voorbij.
De reclametelevisie heeft het model-
wezen uitgebreid ennieuwe impulsen
gegeven. Zolang onze - welvaart blijft
toenemen, zal de vraag naar modellen
meegroeien. Wie model wil staan voor
het grote consumptieleger, moet alleen
bereid zijn om vreemde klussen op te
knappen. Om een nieuw kreukvrij pak
of jurk te demonstreren plompverlo
ren in het water springen bijvoorbeeld.
Of om in bikini op het kille poolijs
rond te stappen en gehuld in bont in
de brandende hete Sahara.
Een goed model wordt daar niet heet
of koud van.
HILVERSUM Wijnand R. Vol
mer deed mee aan uitputtende
proefvluchten in de Fokker Friend
ship, doorstond met succes de mis
selijk makende buitelingen van een
straaljager, wandelde diep onder de
grond in de Limburgse mijnen, trot
seerde op het uiterste puntje van de
pier in Hoek van Holland een vlie
gende storm en liet in een schiet
kamp op de Veluwe zwaar artille-
riegeschut over* zich heen vuren.
Deze en andere al of niet riskante
karweitjes knapte Wijnand R. Vol
mer op in het belang van de Neder
landse radioluisteraars en televisie
kijkers, die vrijwel dagelijks de re
sultaten van zijn noeste onderne
mingslust kunnen horen. Letterlijk
horen, want Volmer is de grondleg
ger en instandhouder van het geluid-
archief van de Nederlandse Radio
Unie, gevestigd in het nieuwe mu-
ziekpaviljoen in 't Hilversumse Om-
roepkwartier.
In vijftien jaar verzamelde de nu
62-jarige Volmer vijfduizend gelui
den, die regelmatig door radio en
televisiemakers worden gebruikt in
hoorspelen, documentaires, shows en
journaalfilms. Onmisbare elemen
ten, door Volmer vastgelegd, eerst
op de band, later op de grammo
foonplaat en voor uitlening gereed
in een speciale afdeling van de dis
cotheek van de NRU.
De grootste vraag bij de omroepen
gaat (helaas) uit naar oorlogsgelui
den. Ratelende mitrailleurs, explo
derende bommen, geweer- en
pistoolschoten zijn zeer in trek als
auditief illustratiemateriaal bij bij
voorbeeld journaalbeelden uit Viët-
nam of Biafra. „Ik kan een com
plete oorlog laten horen", zei Vol
mer in zijn studio, waar hij bezig
is een plaat met oorlogsgeluiden, die
door 't frequente gebruik versle
ten is geraakt, te vervangen. Hij
verwarmt de schijvep en bedient de
snijmachines, die de groeven op de
platen aanbrengen.
„Inslagen van geweervuur, mi
trailleurs op afstand, aanvallende
tank met mitrailleurkanon" vertelt
zijn catalogus. Volmer licht toe: „Ik
ben op de schietbanen in de Hars
kamp geweest en in het schietkamp
Oldebroek. Daar kreeg ik het ge
daan om tijdens het schieten met
houwitsers opnamen te maken bui
ten de waarnemingsbunker. Toen
het afgelopen was, zag ik een hele
boel scherven om. me heen liggen.
Ja, echte verse scherven. Ik heb
voor dat tankgeschut boven op een
tank gezeten, over de bolle hei heen.
Een leuke klus was dat. Ik zou het
niet graag nog een keer doen".
„Voor botsende auto's ben ik naar
het circuit van Zandvoort gegaan en
toen er eens proeven met een mid
denbermbeveiliging op de Vlasak
kers waren, ben ik er ook naar toe
gegaan. Geluiden van botsende en
schurende auto's. Ik zat er haast
bovenop met mijn microfoon en ik
kan je vertellen, dat ik thuis kwam
met de klitten aarde nog in mijn
haren".
„Ik heb proeven meegemaakt in
een DC-8. Geforceerde dalingen en
zo. De twee dames, die bij ons wa
ren, moesten er later, toen we einde
lijk aan de grond stonden, uitgedra
gen worden. Groen en geel zagen ze.
Nou, het was dan ook een karwei!
Een straaljager is ook niet leuk,
maar toch nog beter dan zo'n DC-8".
„Het mooiste vind ik het opnemen
van vogelgeluiden. Om drie uur
's nachts je bed uit en dan de pol
ders of de bossen in. Ik heb met een
boswachter eens hele nachten ge
loerd op het geluid van een geiten
melker, een nachtzwaluw is dat Dat
beest heeft me een paar ogen, die
zien alles. Eindelijk hadden we wat
op de band, maar toen kwam een
goederentrein uit Utrecht langs en
konden we opnieuw beginnen".
„Ik heb voor mijn werk van alle
kanten veel medewerking gekregen.
Ze waren erg vriendelijk voor me,
maar ja, je kunt van de KLM na
tuurlijk niet verwachten, dat ze een
vliegtuig laten neerstorten. Zulke ge
luiden moet je zelf zien te maken.
Mengen en zo. In Artis heb ik ook
veel medewerking ondervonden. Ik
mocht in de hokken, maar daar voel
de ik me niet zo happy. Vooral met
apen moet je oppassen. Je moet zor
gen, dat ze niet boven je komen te
zitten, want anders kun je wel eens
wat op je hoofd krijgen.
's Morgens, als er nog geen publiek
was, dan kon je in Artis het beste
opnemen. Ik heb het geluid eens
vastgelegd van een vliegende buidel
eekhoorn, nou man, precies het star
ten van een oud Fordje. Ja, ik heb
iemand dat geluid eens in zijn maag
gesplitst. Het lukte. Hij trapte erin.
Het is uitgezonden als het geluid van
een oud Fordje".
„Een leuke klus was het hoofdstuk
treinen. Ik ben voor de stoomtreinen
speciaal naar Keulen gegaan. Ik heb
ze daar nog zo gek gekregen, dat
ze met zo'n locomotief voor mij al
leen op een ongebruikt stuk baan
vak zijn gaan knarren".
Wijnand Volmer is 43 iaar bij de
radio. Hij begon als arbeider bij de
Nederlandse Seintoestellen Fabriek.
„Dat was in de crisisjaren. Je mocht
blij zijn, dat je van de straat was.
Een ingenieur stond toen als conduc
teur op de tram. Ik kwam bij de
zenderbouw. Later ging ik naar de
lijndiensten en moest ik apparatuur
opstellen voor uitzendingen. Ik heb
ook nog studiodienst gedaan. Toen na
de oorlog de NRU werd opgericht,
ben ik me met het verzamelen van
geluid gaan bezighouden".
Geluidsjager Volmer (hij bekent
liever te fotograferen) zorgde ervoor
dat het geluidsarchief de beschik
king heeft over vijftig verschillende
sporten klokgelui, 47 soorten applaus,
twintig variëteiten geweerschoten,
het geluid van een poema, een roe
set en een tayra en van 150 happen
de garnalen.
Jammer alleen dat de vraag naar
vogeltjesgefluit wordt overstremd
door de behoefte aan oorlogsrumoer.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen: te Oosterbeek (toez.): H. J.
Ponsteen te Borne.
Bedankt: voor Genderen: A. Tromp te
Goudriaan c.a.
Geref. Kerken
Beroepen: Raamsdonk-Drimmelen: J. A.
van Hooidonk, kand. te Almelo.
Bedankt: voor Maasland: G. Haaksma
te Nieuw-Amsterdam.
Ds. H. J. Heersink, emeritus-predikant
te Vroomshoop, is benoemd tot hulp
prediker te Wapenveld.
Geref. Kerken Vrijgemaakt
Beroepen: te Avereest-Dedems vaart,
Houwerzijl en te Oldehove: J. T.
Vreugdenhil, kand. te Zwolle.
DELFT De Delftse schouwburg, de
Stadsdoelen, wordt volslagen onvoldoen
de gebruikt. Dit heeft de burgemeester
van Delft, mr. J. M. Ravesloot, in zijn
Nieuwjaarsrede gezegd.
Dit gebouw vervult in onze stad
niet de culturele rol, welke de stads
schouwburg behoort te spelen voor stad
en omgeving, zo zei hij. Mr. Rave
sloot noemde de ligging van de Stads
doelen onaantrekkelijk, evenals het ex
terieur van het gebouw. De bereik
baarheid vond hij uiterst moeilijk. „Wij
zullen daaraan bepaald snel iets moe
ten gaan doen", aldus mr. Ravesloot.
ADVERTENTIE
ROME De „leeuw van Juda", een
bronzen standbeeld en het symbool
van de macht van de keizer van Ethio
pië, is verpakt in een houten kist
naar Addis Abbeba onderweg. Het
standbeeld werd 34 jaar geleden
door soldaten van Mussolini uit die
stad weggehaald.
De leeuw van Juda is de laadste jaren
in een opslagplaats te Rome verbor
gen geweest. De autoriteiten waren
bevreesd dat het standbeeld door
fanatieke fascisten zou kunnen wor
den gestolen.
De grote gekroonde leeuw is thans vei
lig aan boord van een Italiaans
vrachtschip op weg naar Afrika. Het
schip heeft enkele dagen voor Kerst
mis reeds Genua verlaten.
Voordat de soldaten van Mussolini de
leeuw roofden, stond hij jaren lang
voor het paleis van keizer Haile Se
lassie in Addis Abbeba. Mussolini
stelde de leeuw op op het romeinse
„500-plein", dat zo genoemd is ter
nagedachtenis van de 500 Italiaanse
soldaten die, tijdens de eerste Itali
aanse campagne in 1887, in de heu
vels van Dogali sneuvelden.
Na het eind van de tweede wereldoor
log werd de leeuw van het 500-plein
weggehaald en door de autoriteiten
verborgen. De verblijfplaats werd
strikt geheim gehouden.
Ethiopië krijgt nu eindelijk zijn leeuw
terug, maar het wil nog iets hebben
van Italië, namelijk de grijze zand
stenen heilige obelisk van Aksoera
die door de troepen van Mussolini
in triomf naar Rome was gebracht
Maar dit zal vermoedelijk niet zo vlot
gaan. De obelisk staat op de hoek
van een terrein dat door de Italiaan
se regering werd geschonken om
het gebouw van de FAO, de organi
satie voor voedsel en landbouw van
de Verenigde Naties, neer te zetten.
Bovendien is de zuil er niet bar
goed aan toe en ingenieurs vrezen
dat hij tijdens het vervoer wel eens
in stukken zou kunnen breken.
BRUSSEL De vereniging van
spaarbanken in de Europese Gemeen
schap belegt op 16 en 17 januari een
eerste Europese spaarbankconferentie
in Brussel. Op de agenda staan dis
cussies o.m. over samenwerking en
harmonisatie van de financiële wetge
ving. Bij de vereniging zijn 1742 spaar
banken aangesloten.