Mannequin: een keiharde baan met weinig kans succes BRAAT! Eerlijk zeggen mevrouw! Wordt het niet tijd voor mooi nieuw behang Nieuw Behang de „sterrenhemel" Aan de „sterrenhemel" is slechts voor zeer weinigen 'n plaatsje vrij KEUKENS? op J SCHOONENBERG IS ER ALS DE KIPPEN BIJ ALS ER LEVENS TE REDDEN ZIJN Wijnand Volmer verzamelde met veel risico 5000geluiden Delftse schouwburg onvoldoende gebruikt Onderzoek naar betekenis van sportvisserij zeer wenselijk Radioluisteraars en tv-kijkers horen zijn werk dagelijks LEEUW VAN JUDA KEERT TERUG Conferentie van spaarbanken of Ruwweg één op elke veertigduizend Nederlanders staat gekoekt als fotomodel mannequin. Een kleine driehonderd vrouwen en mannen op elke man 3 vrouwen verdienen de kost door zich visueel te verhuren. Zij vormen een select groepje van mooie vrouwen en knappe boys dat zich aan overig Nederland immer van de mooiste kant laat zien. Dagelijks staan zij voor televisie, film, folder, dag-, week- of maandblad model. Elk seizoen showen zij de nieuwste mode. Gezond Oud -vissers Onderzoek Keihard Meteen verkocht Aanvoelen" Filosofie Ambulances Watersnoodramp Op commando Normaal Niet erg lang J ournaal beelden Er haast bovenop Medewerking In crisisjaren UIT DE KERKEN Jaag de somberheid uw huis uit! 't Is nu de tijd om licht engezelligheid te kopen. Want.. dat fleurt de hele kamer op! VRIJDAG 10 JANUARI 1969 Een handvol, op een enkele uitzondering na in Amsterdam gevestigde model-agentschappen regelt de contacten tus sen de modellen-mannequins en degenen die van hun char mes gebruik wensen te maken. Het nationale aanbod schom melt tussen de negen tientjes per dag voor een beginnelingetje tot driehonderd gulden voor een van de schaarse, het vaderland trouw gebleven sterren. Louise Pas: „De fotograaf kan enorm inspirerend werken" (rechts) Jan Munter: „Je hoeft als man niet mooi te z\jn of jong, maar wel fotogeniek" (links). De demonstratie van een nieuwe kreukvrije stof: plompverloren in het water springen (linksboven). ADVERTENTIE TE KUST EN TE KEUR IN ONZE SHOWROOM: KAYERSDIJK 97 APELDOORN - TEL. 05760-31970 OOK 'S-ZATIRDAGS GIOPENO VAN 9 TOT 1? UUR Hengelen is „in". Verhoudingsgewijs groeit het aantal hengelaars in ons land veel sneller dan de bevolking. Niet alleen in ons land, trouwens; men ziet die ontwikkeling in vele landen. „Oorzaken? De steeds groeiende be hoefte aan recreatie in de vrije natuur als reactie op het leven in de almaar uitdijende steden, de grotere kansen die we hebben om ons te recreëren afs ge volg van korter werken, en de geste gen welvaart die ons de 'auto bracht waarmee we ook de verste hengelplek- ken kunnen opzoeken, plus het geld om steeds betere hengelspullen te kopen. Hengelen is gezonde massarecreatie geworden. Dat cijfer van 621.000 halen we uit het jaarverslag van de Organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij (OVB) over 1967/'68. Naar aanleiding van die sterke groei van het aantal hengelaars die de OVB zich nog ziet voortzetten, staat in dat verslag: „Het lijkt van groot belang een dergelijke ontwikkeling tijdig te onderkennen, zo dat de voorzieningen nodig om een der gelijke groei op te vangen, tijdig kun nen worden getroffen". En: „Men zou graag meer inzicht willen hebben in de achtergronden van het proces dat zich aan het voltrekken is bijvoorbeeld in de spreiding van de sportvisserij naar leeftijdsgroepen, sociale milieus en geografische gebieden, in de frequen ties waarmede wordt gevist, in de voor keuren en behoeften die zich voordoen ten aanzien van viswater en visstand". We zijn het eens met de opstellers van dit jaarverslag: zij doemen daar zaken waar we veel en veel te weinig van weten. Bovendien gaat het hier om recreatie van nog veel meer dan 621.000 mensen De OVB die zich alleen bezig houdt met het zoete water, schenkt to taal geen aandacht aan de enorm toe nemende betekenis van het hengelen langs en op de zee. Trouwens: cijfers zou zij daar niet eens over kunnen geven, want dat is ^en vorm van hengelen waarvoor geen vergunning nodig is. Wie echter de ont wikkeling ziet van het hengelen in het zoute water zoals die zich de laatste jaren voltrekt, krijgt sterk de indruk dat daar de groei nog héél wat pittiger is dan aan de boorden van het zoete water. In plaatsen als Harlingen, Den Oever, IJmuiden, Bruinisse etc. leven tiental len schippers, oud-vissers vaak, van het varen met boten voor hengelaars naar visstekken onder of vrij ver uit de kust. De pieren van Hoek van Holland en IJmuiden, de stranden en dijken van Breskens tot Delfzijl, herbergen op «lke vrije dag vele, vele honderden hengelaars. Hoeveel mensen verdienen niet een boterham of een extraatje met het spitten op schorren en wadden naar zee-aas? Hoeveel hengelsportzaken zijn er de laatste jaren niet bijgeko men? In Alkmaar heb je zelfs een auto matiek waar je dag en nacht aas kunt krijgen. We bedoelen maar: de OVB heeft het grootste gelijk van de vismarkt als zij in haar jaarverslag stelt dat de sport visserij recreatief steeds belangrijker wordt en ook economisch, zeggen wij er met nadruk bij en dat we er nog veel te weinig van weten. We bedoelen maar: de gedachten in het jaarverslag van het OVB zijn juist. Het verslag gaat ons alleen nog lang niet ver genoeg juist omdat de OVB de zoutwatersportvisserij onbesproken moest laten. Maar ook al zonder dat die in dat verslag is bekeken onderschrij ven wij volledig de conclusie uit dat verslag: Het wordt hoog tijd dat er meer onderzoek komt sociologisch en so ciaal-psychologisch naar de werke lijke betekenis van de sportvisserij in Nederland. Nederlands grootste modelagent schap is het in Amsterdam gevestigde, zeer zakelijk door mevrouw (ex-miss World) Corinne Spier-Rottschafer gelei de Model-Planning. Een 120 modellen en mannequins staan er ingeschreven. „Mannequin", *zegt de voormalige schoonheidskoningin, „is in Nederland nauwelijks een hoofdbestaan. De Ne derlandse couturiers geven per seizoen in maart en september hooguit vier shows. De meesten doen de rest van de tijd fotowerk, eventueel met mo de als specialiteit". Stermarmequins zoals de befaam de Georgette, de vrouw met de bekende slepende tred, er tot voor'enkele maan den één was komen in Nederland sporadisch voor. De weinigen met succes brengen ieder jaar weer honderden prille Ne derlandse meisjes tot het besluit: Ik word mannequin. De gedachte aan een mondain bestaantje, mooie kleren, een luxueus leventje vol show en glamour, brengt talloze mooie hoofdjes op hol. „Nou, ik maak het ze altijd eerst flink tegen, hoor", zegt in Amsterdam de 76-jarige mevrouw Gerda Siemer, di rectrice van wat heet het „Glamour Department van het Institute for Beauty Culture, eerste Nederlandse op leidingsschool voor mannequins en fo tomodellen". „Het leven van een mannequin of fo tomodel lijkt helemaal niet op een sprookje. Het is kei- en keihard wer ken en ploeteren en verreweg de mees ten schoppen het nooit verder dan pas dame bij de confèctiemdustrie. Daar komen honderden meisjes terecht die van een bestaan als mannequin hadden gedroomd'". ,.En zelfs voor pasdame zijn een hoop meisjes nog ongeschikt. Er komen wel ouders bij me die zeggen: Mijn doch ter is zo mooi, ze heeft zo'n aanleg. Dan blijkt soms bdj de eerste test al dat ze niet eens kunnen lopen. De Nederland se vrouw loopt slecht, veel slechter dan de man". De min of meer serieuze opleidings instituten leren de aspirant-modellen elementaire zaken als lopen, houding, li chaamsverzorging en smaakontwikke- ling, maar ook eenvoudiger dingen als het eten van asperges en het spuiten met deodorants. Daar melden zich ook vrouwen voor aan van mannen met re presentatieve verplichtingen. Zij offe ren het meestal niet geringe cursus geld in de hoop zich een houding te ko pen waarmee zij zich in gezelschappen gracieus kunnen bewegen. „Het gebeurt ook wel dat moeder en dochter ergens een jurkje gaan kopen en dat een verkoopster op zeker ogen blik zegt: U hebt net een mannequin- figuur. De jurk is dan natuurlijk met een verkocht en dan gaan ze zich na derhand aanmelden voor een oplei ding", vertelt mevrouw Siemer. „Zo'n winkeljuffrouw kan zich op het figuur van een klant heel makkelijk verkijken, hoor. Het object hoeft maar een centimetertje af te wijken van de gangbare maten en de confectionair tenslotte de grootste afnemer van aspi rant-mannequins zegt al: Die juf past niet op mijn rek. Dat is een ele gante vakterm voor: onbruikbaar. Ja. ze zijn keihard, die confectionairs". Hard is meestal ook het begin van een modellencarrière. Het aanbod over treft vele malen de vraag. Lukt het na een of ander opleidinkje om ingeschre ven te worden bij een van de agenten, dan is de eerste stap het vergaren van een representatieve collectie foto's waarmee geleurd kan worden. Elk mo del heeft gewoonlijk zijn of haar eigen fotograaf. „Een kwestie van aanvoelen", verne men we van mevrouw Elisabeth Huf, een ex-model dat kantoor houdt voor Model-Planning. „Een fotograaf die al tijd met modemeisjes werkt, zal niet overweg kunnen met 'n typetje dat al tijd een huisvrouwtje uitbeeldt. En om gekeerd". „Zo'n beginnend model", zegt haar werkgeefster, „begint bij ons EINDHOVEN Hij zegt: „Zes jaar geleden reed ik in mijn auto van Den Haag naar Rotterdam. Ik zag toen dat een voor mij rijdende auto verpletterd werd door enkele balen stro, die van een vrachtwagen vielen. Er waren vier do den bij het ongeluk. Ik had geen enkel hulpmiddel bij mij om de slachtoffers tijdig uit de verpletterde wagen te halen. Ik ben er van overtuigd, dat ik hen' dan had kunnen redden. Toen heb ik gedacht: dat overkomt mij geen tweede keer." Pancras Johan Schoonenberg (47), directeur van een Eindhovense druk kerij, bewoner van een riant landgoed in Waalre, heeft woord gehouden. Hij zegt, dat hij de afgelopen twee jaar zes mensen van de dood heeft kunnen redden. Domweg, omdat hij materiaal bij zich had. om bij een auto-ongeluk reddend te kunnen optreden. De uitrusting die hij in zijn witte Mercedes heeft laten monteren, na zijn bij Rotterdam genomen voornemen, heeft hij uit zijn eigen zak betaald Het heeft hem 2.500 gulden gekost. Hij is zo bezeten van het redden van ver keersslachtoffers. dat hij vaak eerder bij het ongeluk is, dan de politie. De laatste keer dook hij 's nachts op bij Waalre, waar bij 'n auto-ongeluk drie mensen om het leven kwamen. „Ik was er te laat bij", stelt Pancras Johan Schoonenberg nuchter vast. Hij zegt: „Ik heb een filosofie, waar veel van mijn vrienden mij om uitla chen. Ik zeg altijd: een dure jongen heeft de plicht alles te doen wat moet gebeuren en waar je moeilijk mensen voor kunt krijgen. Mijn omgeving be schouwt mij als een dure jongen. Nou, daaruit trek ik dan de consequenties". De heer Schoonenberg heeft twee zoons: een van 21 jaar, en een van. 17 jaar. „Mijn oudste zoon heeft precies het karakter dat ik heb", zegt de heer Schoonenberg. Hij rijdt ook auto en ik heb hem eveneens een reddingsuitrus ting gegeven. Hij heeft, net als ik, alle brandweerdiploma's. Als wij allemaal thuis zijn, en er komt een melding van een ongeval binnen, dan springen wij allemaal van tafel op en blijft moe met de soep zitten", zegt hij. Wat de heer Schoonenberg het meest dwars zit, is dat het gros van de weg gebruikers zo lui is. Er zijn massa's automobilisten, zegt hij, die een EHBO- diploma of een of ander brandweerdi ploma hebben. „Deze mensen hebben dus de kennis en de opleiding om bij ongelukken of branden op te treden. Maar je ziet ze zelden stoppen om an dere redenen dan gewone nieuwsgie righeid". „Goed ik geef toe, dat deze mensen niet zo'n uitrusting hebben als ik, maar er zouden overheidsinstanties moeten zijn die deze mensen 'n uitrusting ge ven. Nou ik toch m'n gal aan 't uitspu wen ben: dat gedoe met die helikopters voor gewondenvervoer levert niets op. Er moeten meer ambulances komen. Dan kun je doeltreffend helpen". Behalve dat hij commandant is van de bedrijfsbrandweer in zijn drukkerij en in Waalre commandant van de BB, is de heer Schoonenberg ook zendama teur: „Dat is een van de belangrijkste pijlers, waarop mijn privéreddingsbri- gade steunt".. Iedere avond zit hij achter zijn zend apparatuur te luisteren en te experi menteren. „Ik heb 'n mobilofoon in mijn auto, waarmee ik alle politie- en brandweermobilofoons uit de omgeving kan afluisteren. Voorts waarschuwt de politie in Waalre mij als er een onge luk is gebeurd en vervolgens heb ik in de omgeving een net van tipgevers op gebouwd." Als hij de koffer van zijn auto gaat leegmaken, lijkt het een bodemloos vat: er komen een gewone en een hittebe stendige helm uit, een blauw zwaailicht (omdat ik van de brandweer ben mag ik ermee rijden), een rode lamp, rub ber laarzen, sloopgereedschap, een ci linder perslucht en een cilinder zuur stof. Een pneumatische sloophamer, brandblusapparatuur, EHBO-koffer, le ren handschoenen, een reddingslijn, een rookmasker, een opvouwbare brancard, tenslotte beademingsapparatuur met zuurstofkoffer en afzuiginstallatie. De eerste maal dat de heer Schoo nenberg hulp bood was tijdens de wa tersnoodramp. „Ik heb toen voor de te lefoonlijnen en radioverbindingen ge zorgd. Toen was het voor mijn helpers en mij mogelijk om Rilland Bath leeg te plukken." „Ik ben een agressief mens", zegt Pancras Johan Schoonenberg van zich zelf. „Ik ben ondernemend, omdat ik niet kan zien dat er dingen blijven lig gen die gedaan moeten worden. Daar om ben ik ook heel vaak irriterend voor mijn omgeving". „Weet u", zegt hij, „als ik achter mijn radioapparatuur zit, dan hoor je dat er op de hele wereld veel ellende is. Ik probeer het allemaal 4e vergeten, want ik hoor ook dat er dichtbij vaak nog meer ellende is." met 150 gulden per dag. Een topmodel verdient het dubbele. Alleen is zo'n be ginneling misschien één dag per veer tien dagen bezet. Een topmodel heeft ook niet iedere dag werk". „In het buitenland liggen de honora ria hoger, hoor. New York", zo weet mevrouw Spier, „betekent zestig dollar per uur verdienen". Ze spreekt lovend over ene Antonia die zowel in New York als in Parijs de top "heeft ge haald. In Amerika wil „top" zeggen: zestig tot tachtigduizend dollar per jaar verdienen. En ze hebben er zelfs een „top top", die tussen tachtig- en honderdduizend dollar mag opstrijken. „Nou boven de twintig mille kom ik niet uit", zegt in Rotterdam doorsnee model, Jan Munter <38 jaar, lengte 1.83 meter, boordmaat 42). „Vier jaar geleden", zegt hij, „ben ik uit de kapperij overgestapt. Vooral in het begin vond ik het een moeilijk vak, hoor. Je moet op commando al les kunnen, van gemeend lachten tot gemeend huilen". „Er zijn series waarbij je achter el kaar moet lachen, verontwaardigd we zen en een bek trekken van Oh, wat mooi. Expressie, daar komt het op aan. Het moeilijkst vind ik nog dat je een bepaalde uitdrukking enige tijd moet kunnen vasthouden. Maar ik vind zo langzamerhand alles gewoon. Ik doe ook alles". „Ook in ondergoed poseren. Toen ik de eerste keer in lingerie stond had ik al het gevoel dat ik het altijd had ge daan". „Ik doe het liefst mode", zegt zijn collega Louise Pas (27 jaar, 1.73 m„ 91-64-93), vrouw van een Wassenaarse architect. „Zeeppoeders vind ik nu een maal niet zo leuk. Elke keer moet je zeggen: Hè, wat is die theedoek vuil". „Wat je doet als fotomodel is toneel spelen. Je moet je inleven en ik kan me in zo'n waspoeder niet best inleven. Ik loop eigenlijk het liefst modeshows. Maar modefotografie vind ik ook heel fijn. Lingerie doe ik ook wel, maar dat vind ik niet zo fijn". „De eerste keer dat ik zo'n korset aankreeg voelde ik me wel voor gek staan. De tweede keer is het al nor maal. Ik mag van m'n man trouwens alles doen, behalve in mijn blootje po seren". Een belangrijk deel van de inkom sten van een model wordt opgesnoept door de voortdurende aanvullingen van de (omvangrijke) garderobe. Alle kle dij, de schoenen en andere accessoires moeten aangepast worden aan de mo de. Een model moet als er geen kle ding geshowd wordt altijd voor de eigen spulletjes zorgen. Ook voor prui ken en aan te plakken baarden of snor ren. In het op peil houden van het ui terlijk daar gaat het tenslotte om moet eveneens het nodige worden ge ïnvesteerd. Een belangrijk deel van het incas seringsvermogen van een model wordt vooral in Amsterdam waar de over grote meerderheid woont en werkt bedreigd door een nimmer aflatende concurrentie en onderlinge haat, nijd en jaloezie. Er wordt fors met de elle bogen gewerkt door de meisjes met de perzikhuidjes en de boys met de blauwgeschoren wangen. „De mèesten", zegt mevrouw Spier, „blijven ook niet zo erg lang in het vak. Er zijn modellen van zeventien tot 52 jaar, maar de grootste groep is die van 21 tot 25 jaar. Met een top- mannequin is het uiterlijk op haar veertigste ook find. De meeste manne quins en modellen zorgen dat ze een of andere opleiding volgen, sparen voor een eigen zaak of hopen dat ze door hun werk in een baan rollen die ze kunnen blijven doen". Het Nederlandse model gaat overi gens volgens haar nog een aardige toe komst tegemoet. In New York, Rome, Milaan, Parijs, Barcelona en Londen groeit de vraag naar modellen uit ons land. De Italianen kijken daarbij voor al naar lengten van 1.70 meter die ze in eigen land niet overvloedig aantref fen. De thuismarkt is stevig in Neder landse handen. „Voor 98 procent", schat mevrouw Spier. „Het gebeurt steeds minder dat men buitenlandse modellen laat overkomen. Er zijn er wel een paar die zich hier hebben ge vestigd". De tijd dat een model de sluitpost was van een reclamebudget is voorbij. De reclametelevisie heeft het model- wezen uitgebreid ennieuwe impulsen gegeven. Zolang onze - welvaart blijft toenemen, zal de vraag naar modellen meegroeien. Wie model wil staan voor het grote consumptieleger, moet alleen bereid zijn om vreemde klussen op te knappen. Om een nieuw kreukvrij pak of jurk te demonstreren plompverlo ren in het water springen bijvoorbeeld. Of om in bikini op het kille poolijs rond te stappen en gehuld in bont in de brandende hete Sahara. Een goed model wordt daar niet heet of koud van. HILVERSUM Wijnand R. Vol mer deed mee aan uitputtende proefvluchten in de Fokker Friend ship, doorstond met succes de mis selijk makende buitelingen van een straaljager, wandelde diep onder de grond in de Limburgse mijnen, trot seerde op het uiterste puntje van de pier in Hoek van Holland een vlie gende storm en liet in een schiet kamp op de Veluwe zwaar artille- riegeschut over* zich heen vuren. Deze en andere al of niet riskante karweitjes knapte Wijnand R. Vol mer op in het belang van de Neder landse radioluisteraars en televisie kijkers, die vrijwel dagelijks de re sultaten van zijn noeste onderne mingslust kunnen horen. Letterlijk horen, want Volmer is de grondleg ger en instandhouder van het geluid- archief van de Nederlandse Radio Unie, gevestigd in het nieuwe mu- ziekpaviljoen in 't Hilversumse Om- roepkwartier. In vijftien jaar verzamelde de nu 62-jarige Volmer vijfduizend gelui den, die regelmatig door radio en televisiemakers worden gebruikt in hoorspelen, documentaires, shows en journaalfilms. Onmisbare elemen ten, door Volmer vastgelegd, eerst op de band, later op de grammo foonplaat en voor uitlening gereed in een speciale afdeling van de dis cotheek van de NRU. De grootste vraag bij de omroepen gaat (helaas) uit naar oorlogsgelui den. Ratelende mitrailleurs, explo derende bommen, geweer- en pistoolschoten zijn zeer in trek als auditief illustratiemateriaal bij bij voorbeeld journaalbeelden uit Viët- nam of Biafra. „Ik kan een com plete oorlog laten horen", zei Vol mer in zijn studio, waar hij bezig is een plaat met oorlogsgeluiden, die door 't frequente gebruik versle ten is geraakt, te vervangen. Hij verwarmt de schijvep en bedient de snijmachines, die de groeven op de platen aanbrengen. „Inslagen van geweervuur, mi trailleurs op afstand, aanvallende tank met mitrailleurkanon" vertelt zijn catalogus. Volmer licht toe: „Ik ben op de schietbanen in de Hars kamp geweest en in het schietkamp Oldebroek. Daar kreeg ik het ge daan om tijdens het schieten met houwitsers opnamen te maken bui ten de waarnemingsbunker. Toen het afgelopen was, zag ik een hele boel scherven om. me heen liggen. Ja, echte verse scherven. Ik heb voor dat tankgeschut boven op een tank gezeten, over de bolle hei heen. Een leuke klus was dat. Ik zou het niet graag nog een keer doen". „Voor botsende auto's ben ik naar het circuit van Zandvoort gegaan en toen er eens proeven met een mid denbermbeveiliging op de Vlasak kers waren, ben ik er ook naar toe gegaan. Geluiden van botsende en schurende auto's. Ik zat er haast bovenop met mijn microfoon en ik kan je vertellen, dat ik thuis kwam met de klitten aarde nog in mijn haren". „Ik heb proeven meegemaakt in een DC-8. Geforceerde dalingen en zo. De twee dames, die bij ons wa ren, moesten er later, toen we einde lijk aan de grond stonden, uitgedra gen worden. Groen en geel zagen ze. Nou, het was dan ook een karwei! Een straaljager is ook niet leuk, maar toch nog beter dan zo'n DC-8". „Het mooiste vind ik het opnemen van vogelgeluiden. Om drie uur 's nachts je bed uit en dan de pol ders of de bossen in. Ik heb met een boswachter eens hele nachten ge loerd op het geluid van een geiten melker, een nachtzwaluw is dat Dat beest heeft me een paar ogen, die zien alles. Eindelijk hadden we wat op de band, maar toen kwam een goederentrein uit Utrecht langs en konden we opnieuw beginnen". „Ik heb voor mijn werk van alle kanten veel medewerking gekregen. Ze waren erg vriendelijk voor me, maar ja, je kunt van de KLM na tuurlijk niet verwachten, dat ze een vliegtuig laten neerstorten. Zulke ge luiden moet je zelf zien te maken. Mengen en zo. In Artis heb ik ook veel medewerking ondervonden. Ik mocht in de hokken, maar daar voel de ik me niet zo happy. Vooral met apen moet je oppassen. Je moet zor gen, dat ze niet boven je komen te zitten, want anders kun je wel eens wat op je hoofd krijgen. 's Morgens, als er nog geen publiek was, dan kon je in Artis het beste opnemen. Ik heb het geluid eens vastgelegd van een vliegende buidel eekhoorn, nou man, precies het star ten van een oud Fordje. Ja, ik heb iemand dat geluid eens in zijn maag gesplitst. Het lukte. Hij trapte erin. Het is uitgezonden als het geluid van een oud Fordje". „Een leuke klus was het hoofdstuk treinen. Ik ben voor de stoomtreinen speciaal naar Keulen gegaan. Ik heb ze daar nog zo gek gekregen, dat ze met zo'n locomotief voor mij al leen op een ongebruikt stuk baan vak zijn gaan knarren". Wijnand Volmer is 43 iaar bij de radio. Hij begon als arbeider bij de Nederlandse Seintoestellen Fabriek. „Dat was in de crisisjaren. Je mocht blij zijn, dat je van de straat was. Een ingenieur stond toen als conduc teur op de tram. Ik kwam bij de zenderbouw. Later ging ik naar de lijndiensten en moest ik apparatuur opstellen voor uitzendingen. Ik heb ook nog studiodienst gedaan. Toen na de oorlog de NRU werd opgericht, ben ik me met het verzamelen van geluid gaan bezighouden". Geluidsjager Volmer (hij bekent liever te fotograferen) zorgde ervoor dat het geluidsarchief de beschik king heeft over vijftig verschillende sporten klokgelui, 47 soorten applaus, twintig variëteiten geweerschoten, het geluid van een poema, een roe set en een tayra en van 150 happen de garnalen. Jammer alleen dat de vraag naar vogeltjesgefluit wordt overstremd door de behoefte aan oorlogsrumoer. Ned. Herv. Kerk Beroepen: te Oosterbeek (toez.): H. J. Ponsteen te Borne. Bedankt: voor Genderen: A. Tromp te Goudriaan c.a. Geref. Kerken Beroepen: Raamsdonk-Drimmelen: J. A. van Hooidonk, kand. te Almelo. Bedankt: voor Maasland: G. Haaksma te Nieuw-Amsterdam. Ds. H. J. Heersink, emeritus-predikant te Vroomshoop, is benoemd tot hulp prediker te Wapenveld. Geref. Kerken Vrijgemaakt Beroepen: te Avereest-Dedems vaart, Houwerzijl en te Oldehove: J. T. Vreugdenhil, kand. te Zwolle. DELFT De Delftse schouwburg, de Stadsdoelen, wordt volslagen onvoldoen de gebruikt. Dit heeft de burgemeester van Delft, mr. J. M. Ravesloot, in zijn Nieuwjaarsrede gezegd. Dit gebouw vervult in onze stad niet de culturele rol, welke de stads schouwburg behoort te spelen voor stad en omgeving, zo zei hij. Mr. Rave sloot noemde de ligging van de Stads doelen onaantrekkelijk, evenals het ex terieur van het gebouw. De bereik baarheid vond hij uiterst moeilijk. „Wij zullen daaraan bepaald snel iets moe ten gaan doen", aldus mr. Ravesloot. ADVERTENTIE ROME De „leeuw van Juda", een bronzen standbeeld en het symbool van de macht van de keizer van Ethio pië, is verpakt in een houten kist naar Addis Abbeba onderweg. Het standbeeld werd 34 jaar geleden door soldaten van Mussolini uit die stad weggehaald. De leeuw van Juda is de laadste jaren in een opslagplaats te Rome verbor gen geweest. De autoriteiten waren bevreesd dat het standbeeld door fanatieke fascisten zou kunnen wor den gestolen. De grote gekroonde leeuw is thans vei lig aan boord van een Italiaans vrachtschip op weg naar Afrika. Het schip heeft enkele dagen voor Kerst mis reeds Genua verlaten. Voordat de soldaten van Mussolini de leeuw roofden, stond hij jaren lang voor het paleis van keizer Haile Se lassie in Addis Abbeba. Mussolini stelde de leeuw op op het romeinse „500-plein", dat zo genoemd is ter nagedachtenis van de 500 Italiaanse soldaten die, tijdens de eerste Itali aanse campagne in 1887, in de heu vels van Dogali sneuvelden. Na het eind van de tweede wereldoor log werd de leeuw van het 500-plein weggehaald en door de autoriteiten verborgen. De verblijfplaats werd strikt geheim gehouden. Ethiopië krijgt nu eindelijk zijn leeuw terug, maar het wil nog iets hebben van Italië, namelijk de grijze zand stenen heilige obelisk van Aksoera die door de troepen van Mussolini in triomf naar Rome was gebracht Maar dit zal vermoedelijk niet zo vlot gaan. De obelisk staat op de hoek van een terrein dat door de Italiaan se regering werd geschonken om het gebouw van de FAO, de organi satie voor voedsel en landbouw van de Verenigde Naties, neer te zetten. Bovendien is de zuil er niet bar goed aan toe en ingenieurs vrezen dat hij tijdens het vervoer wel eens in stukken zou kunnen breken. BRUSSEL De vereniging van spaarbanken in de Europese Gemeen schap belegt op 16 en 17 januari een eerste Europese spaarbankconferentie in Brussel. Op de agenda staan dis cussies o.m. over samenwerking en harmonisatie van de financiële wetge ving. Bij de vereniging zijn 1742 spaar banken aangesloten.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9