DEZE WEEK: nader beschouwd Schi j ndemocratie op Pastoraal Concilie? Het dodelijke schot B.T.W. en angst voor spoken Kritiek op eerlijke kritiek Jesus Christus onze getrouwe zaligmaker Waarover men het eens werd in Noordwijkerhout Niet mislukt Tweeledig TER OVERDENKING Als Christen leven Geboorteregeling Echtscheiding De jeugd In Laren is een jongeman, betrapt bij een inbraak, op de vlucht door een poli tieman neergeschoten. Dat is een tragisch gebeuren, allereerst vqor de ouders en verdere familie van de jongen, maar evenzeer voor de hoofdagent die dit do delijke schot loste. Er moet haast wel iets in hem gebroken zijn toen hij hoor de (of las In de krant) dat zijn optreden een demonstratie van Hilversumse jon gens tot gevolg heeft gehad die de kreet aanhieven: „Politie - moordenaar". Er wordt naar deze zaak op twee ma nieren een onderzoek ingesteld de rijksrecherche is er mee bezig en daar naast heeft de vader van de neerge schoten jongen een aanklacht ingediend die te zijner tijd voor de rechter zal moeten worden behandeld. Dat moet én dto vader én de politieman een gevoel van opluchting geven. De vader hoopt ermee te bereiken dat de politie voort aan wat minder vlug de wapens zal trek ken, de politieman krijgt hierdoor de ze kerheid dat hij ja dan nee zijn plicht heeft gedaan. Is het ja, dan kan hij ook cfie vader weer recht in de ogen zien al zal hem dit dodelijke schot altijd bijblij ven. Het is nu niet het juiste moment om op de zaak zelve in te gaan eerst zal de rechter moeten spreken. Wél hopen we dat daarbij opnieuw de wapeninstructie van de politie kritisch ter sprake zal ko men. Want gevallen als deze schaden al tijd weer het aanzien van de politie daaraan kan de uitspraak van de rechter nu al niets meer veranderen. En dat moet voorkomen worden. De BTW waart als een spook door Ne derland en zoals het meestal gaat: het spook is ongevaarlijk - veel ernstiger is de angst voor het spook. Ondanks alle (loffelijke) inspanningen van de overheid begrijpt het grote publiek nog niets van het hoe, wat en waar van deze vorm van omzetbelasting - het accepteert de prijs verhogingen, moppert wat en vraagt zich af hoe groot de loonsverhoging zal moe ten zijn die deze prijsverhogingen kan compenseren. Dat er een belastingverla ging aan gekoppeld zit weet men niet, merkt men dikwijls ook nauwelijks wel weet men dat straks de huren ook nog eens omhoog zullen gaan. Van deze angstpsychose wordt gebruik gemaakt en wordt misbruik gemaakt. Een fraai staaltje: een vertegenwoordi ger van een van de grote fabrieken op dit gebied bestelt in een café een flesje van de door hemzelf verkochte en geleverde frisdrank. De kelner brengt het bestelde en noemt de prijs: een kwartje hoger dan enkele weken geleden. Waarom? BTW, meneer!" Maar de vertegenwoordiger had de flesjes tegen lagere prijs geleverd, overeenkomstig de BTW-voorschriften In een heel ander vlak ligt het gebruik dat de vakbonden maken van deze angst psychose: ze weten zich ditmaal heel sterk door hun leden (en niet-leden!) ge steund als ze een forse loonsverhoging vragen. Daar schuilt niets verkeerds in mits de onderhandelaars aan weerszijden van de tafel zich maar niet al te veel door die angst laten leiden en de werke lijke cijfers in de gaten houden. Want het misbruik van de BTW zal zichzelf vlug genoeg straffen dat de overheid daarbij met (harde) hand meehelpt is al leen maar toe te juichen. Over een paar maanden zal men dan weten wat de BTW werkelijk voor effect heeft op de prijzen. En dan zal zonder twijfel blijken dat de angst wat overdreven is geweest. Maar dat is meestal zo met angst voor spoken! De regering heeft, terecht rekening hou dend met die angstpsychose, de metaal- CAO goedgekeurd. Had zij het anders ge daan, had zij de hele CAO of enkele be palingen daaruit onverbindend verklaard, dan zou zij een grote fout gemaakt heb ben. Niet in de eerste plaats omdat dus doende de vrije loonvorming om hals zou zijn gebracht, maar vooral omdat zij er dan blijk van had gegeven niet te weten wat onder de mensen leeft. Die onwetendheid schijnt wel bij som mige delen van het bedrijfsleven te heer sen. De regering heeft aan de goedkeu ring van deze loonovereenkomst een aan tal maatregelen gekoppeld, die beogen 'n oververhitting van de conjunctuur, zich uitend in overbesteding, tegen te gaan. Ze is daarmee helemaal op de weg die de voorzitter van de SER vorige week heeft aangewezen: de investeringen zowel van overheid als van bedrijfsleven zijn te hoog opgelopen en moeten wat worden terug gedrongen. Verstandige maatregelen, ook al zullen ze hier en daar wat pijn doen. Niet zoveel pijn echter als de kritiek die deze week jegens de overheid los kwam zou doen vermoeden. Sommige werkgevers blijken van die angstpsychose niet erg veel te begrijpen. Vermoedelijk omdat ze niet weten dat investeren ook soms kan betekenen geld uitgeven ter- wille van het arbeidsklimaat. Geld uitgeven om een angstpsychose tegen te gaan. En dat dat ook economisch rendement heeft. Als ze dat nu leren van het spook dan heeft dit toch nog goed werk gedaan. „In uw editie van zaterdag jongstle den wordt in het artikel „Waar de vredes wil ontbreekt" een beschouwing gegeven over de situatie tussen Israël en zijn Ara bische buurlanden naar aanleiding van de vergeldingsactie op het vliegveld van Bei roet". Zo begint de heer A. Boendermaker te Apeldoorn een ingezonden stuk, waarin hij ernstige kritiek levert op het bewus te artikel. Omdat wij graag elk misver stand willen wegnemen over onze ge voelens jegens de staat Israël, plaatsen wij dit ingezonden stuk in deze zelfde com mentaarkolommen. Met aan het slot een paar opmerkingen onzerzijds. Dit schrijft de heer Boendermaker: „Hoewel er in dit artikel verschillende gedachten neergelegd worden die, zacht gezegd, nogal aanvechtbaar zijn, zou dat op zichzelf geen reden zijn naar de pen te grijpen. Als bij voorbeeld in de con clusie gesteld wordt dat Israël het wel eens plezierig zou kunnen vinden af en toe terreuracties te ondernemen omdat het zo plezierig is militair superieur te zijn en het daarom ook niet zo erg op vrede gebrand is, dan wrijft men zich toch even de ogen uit Wie iets weet van de eerbied die men In Israël voor een mensenleven heeft, diep gefundeerd in hun geloof, wie Iets weet van het verlangen naar een échte vrede in de wereld dat in Israël leeft, ook diep gefundeerd in hun geloof, zal zich wel wachten een dergelijke conclusie neer te schrijven. Maar goed, ook dat kan nog een bena deringswijze zijn waarvoor geen reden is om op te springen. Anders wordt het als zonder blikken of blozen gesteld wordt: dusdoende vormt Israël een bezettende macht op dezelfde manier als destijds de Duitsers in Nederland, enz. Het zou een belediging voor Israël zijn de punten op te sommen waarin hun bezetting van de Arabische gebieden verschilt van die der bruine horden die wij in '40-'45 aan het werk hebben gezien. Dit is dan ook een aperte leugen. Het is een aperte leugen het waarom van de Israëlische bezetting en de manier van bezetten onder één noemer te brengen met die der nihilisten van 25 jaar geleden. En nu zal het wel weer niet allemaal zo bedoeld zijn, het stèèt het dan maar weer, zwart op wit. Werkelijke sympathie voor Israël is niet gelegen in het feit dat zo'n klein landje zo fijn van zich kan afslaan als dit nodig Is (een zwakke basis voor sympathie) - werkelijke sympathie mag gerust kritiek inhouden, zelfs ernstige kritiek als dit nodig is, maar het houdt voor alles in dat men zich toch drie keer moet bedenken voor mes iets op papier zet. Daar heeft Israël gewoon récht op. En het is een eerste voorwaarde voor werkelijk begrip. Jammer dat dit artikel geplaatst is, want er zijn altijd wel mense.n die gretig de argumenten overnemen. Het vertroebelt datgene waar het werkelijk om gaat". Alvorens op de strekking van deze brief nader In te gaan eerst een paar zakelijke rechtzettingen, want het is niet prettig woorden in de mond gelegd te krijgen die men niet gebezigd heeft en bedoelingen in de schoenen geschoven te krijgen die niet uit die woorden kunnen worden afgeleid. 0 „De burgers van Israël zijn dan wel allen Israëliërs, maar zij zijn verza meld uit alle windstreken en uit aller lei volkeren. Er zullen generaties over heen gaan voor en aleer er van een werkelijke eenheidsstaat gesproken kan worden - en in die overgangsperiode is gevaar van buitenaf een saambindend element". Zo schreven we het vorige week. Het is geen wijsheid van onszelf maar opgetekend uit de mond van Is raëlische staatsburgers, in dat verband spraken we over het „plezierig zijn" van militaire successen. Als men de zaak uit zijn verband rukt en doet alsof wij de Israëliërs een soort militaire superioriteitswaan la nazi-Duitsland toeschrijven, dan lijkt ons dat geen faire bestrijdingswijze. Over nazi-Duitsland gesproken: we hebben vorige week niét gesteld dat het waarom en hoe van de Israëlische bezetting onder één noemer te bren gen zijn met die der Duitsers 25 jaar geleden. Over het hoe hebben we niet gesproken, over het waarom schreven we: „Zonder woorden heeft de Veilig heidsraad toegegeven dat het bezet houden van de veroverde gebieden voor Israël een levensnoodzaak is". Wél hebben we de Arabieren het recht toegekend „ondergronds" te vechten tegen de Israëlische bezettende macht zoals wij van mening zijn en blijven dat de Nederlanders het recht hadden zich ondergronds tegen de Duit se bezetters te verweren. Het gaat daar bij niet over het hoe en waarom maar over de rechtsgronden. En dan mag het vervelend klinken maar de Israëliërs kunnen wél gronden van lijfsbehoud maar geen rechtsgronden aanvoeren voor hun bezetting. Zo min als de Duitsers dat konden. Dat hebben we betoogd - nog maals: als men ons nu in de schoenen schuift dat wij de Israëliërs ervan be tichten in hun bezetting nazi-methoden te gebruiken dan is dat geen faire be strijdingswijze. De strekking van de brief van de heer Boendermaker lijkt ons trouwens deze: je mag wel kritiek hebben op Israël maar als je van die kritiek blijk geeft dan ben je anti-lsraël (om het woord anti-semiet dan maar niet te gebruiken!). Deze ge prikkelde overgevoeligheid is een vorm van sympathie betuigen aan Israël, die even weinig zin heeft als de door de heer Boendermaker gewraakte sympathie-voor- het-kleine-maar-dappere-landje. Israël doet op het ogenblik wel begrijpelijke, maar desondanks stomme dingen. Het be seft te' weinig hoe moeilijk men het zijn vrienden maakt door het bezet houden van veroverd gebied tegen de bevelen van de Veiligheidsraad in en door re presailles die niet in verhouding staan tot de te wraken terreuracties. Daardoor komen er reacties zoals nu van Frankrijks president De Gaulle. Dan kan men De Gaulle nu wel allerlei verwijten naar het hoofd slin geren (en wij hebben voor zijn wijze van handelen geen enkele sympathie) maar men moet ook de hand in eigen boezem steken en zich afvragen in hoeverre men zelf schuld heeft aan zulke reacties. Wij menen dat dat voor Israël zin heeft en dat hebben wij in ons vorige artikel be toogd. Omdat wij voor Israël grote sym- oathie hebben. De heer Boendermaker mag dat in twijfel trekken en van me ning zijn dat ons artikel vertroebeld heeft datgene waarom het werkelijk gaat - het is onze vaste overtuiging dat zijn over gevoeligheid (en als gevolg daarvan het niet willen begrijpen van onze argumen ten) de zaak van Israël groter schade doet De woorden die de heer H. Kraan hier namens 26 jongere deelnemers uit spreekt tot de leiding van het concilie, zou men een motie van afkeuring kunnen noe men. Maar werden ze te recht gebezigd? Een pastoraal concilie is geen parlement, hoe democratisch het ook opgeiet is met deelnemers uit alle lagen der bevolking, van allerlei leeftijd en uit alle delen van Nederland. De taal is trouwens een ge heel andere dan de parlementaire voer taal. Als kardinaal Alfrink het woord voert en de mening van zijn medebis schoppen over een bepaald onderwerp vertolkt, dan is dat geen „regeringsver klaring" (want bisschoppen en kardinaal zijn ook „gewone" leden van het concilie, zij het met een gezaghebbende stem), maar noemt men dat een „interventie". Vreemd woord, want interveniëren, tus senbeide komen, lijkt erop te wijzen dat de stem van het episcopaat niet alleen gezaghebbend maar zelf beslissend is. En als aan het slot een der jongeren namens een niet onaanzienlijke groep deelnemers conclusies trekt die in het parlementaire bedrijf als een motie van afkeuring zou den worden beschouwd, dan heet dat in concilietaai een dialoog en worden de op posanten uitgenodigd voor voortzetting van die dialoog in kleinere kring. In par lementaire taal zou dat heten de motie is onder de tafel gewerkt Uit dit woordgebruik te concluderen dat dit zo democratisch opgezette concilie niet anders is dan een „schijndemocratie" de beschuldiging is van een van de oppo santen gaat te ver. Maar men kan zich wel de verzuchting van die opposant voor stellen dat de bisschoppen, als leiders van de kerk in Nederland én tegelijk leden van het wereldepiscopaat, op twee stoelen zitten en daarom hun eigen gezicht niet kunnen laten zien. En dat derhalve de be sprekingen meer gericht zijn op de haal baarheid ten aanzien van Rome dan op wenselijkheid. Het antwoord van kardinaal Alfrink liet trouwens aan duidelijkheid evenmin iets te wensen over: de werk wijze van het concilie bevredigt de lei ding ook niet! ren. In de rooms-katholieke kerk worden de beslissingen in Rome genomen. En als het over zaken gaat die de afzonderlijke kerkprovincies zelfstandig kunpen regelen ligt de beslissing bij het episcopaat, de hoogste geestelijkheid. Met de pauselijke nuntius als waarnemer om over genomen beslissingen zo nodig Rome in te lichten. En zo kon het gebeuren dat de nieuwe Catechismus wel in Nederland alle waar dering vond, ook van de geestelijkheid, maar desondanks gewijzigd werd opv last van het in Rome zetelende hoogste gezag. Waarover een pastoraal concilie dan nog wel wat kan nakaarten maar zonder er iets aan te kunnen veranderen. Maar al is een pastoraal concilie dan geen parlement en evenmin een met gezag beklede synode, daarom is het nog niet tot mislukken gedoemd. Men is aan deze tot dusverre ongekende vorm van overleg en samen spreken begonnen na het conci lie in Rome, waar de grondslag gelegd is voor de grotere openheid, naar binnen en naar buiten, die de rooms-katholieke kerk nu kenmerkt. Enerzijds is de positie van „de leek" volkomen anders geworden: veel meer dan vroeger wil men hem bij het kerkelijk doen en laten en dus ook bij de besluitvorming betrekken, ander zijds tracht men dusdoende te bereiken dat de stem van de kerk beter dan tot dusverre in de wereld gehoord en ook be grepen wordt. Zoals in Nederland gespro ken wordt over allerlei zaken van kerk en wereld, zo dient dat ook in andere kerkprovinciesandere landen te gebeu ren. Dusdoende kunnen de bisschoppen be ter geïnformeerd dan voorheen naar Rome komen om in collegialiteit met de paus en zijn raadslieden beslissingen te nemen. Beter contact tussen leiding en gelovigen, dat is het doel van een pastoraal concilie en dat betere contact zal ook in de hoog ste regionen van de kerk zijn vruchten moeten afwerpen. Een pastoraal concilie is al evenmin een synode, ook al zijn dan al de bisdommen vertegenwoordigd en laat men zich voor lichten door hoogleraren en andere deskun digen op allerlei gebied. Een pastoraal concilie is namelijk geen „meerdere vergadering" die beslissingen kan nemen waaraan de aangesloten ker ken en kerkleden zich dienen te oonforme- Beschouwt men zo de zitting van de af gelopen week in Noordwijkerhout, dan kan men onmogelijk het woord „schijndemo cratie" onderschrijven het pastoraal con cilie was immers geen parlement en ook geen synode. En dan kan men ook beter begrijpen waarom woorden als interventie en dialoog gebruikt worden de leiding van de kerk heeft nu eenmaal een beslis sende stem en het gesprek met de leken kan nooit anders zijn dan een dialoog, een uitwisseling van gedachten. Voor een „mo tie van afkeuring" is geen plaats! Daarom: wil men oordelen over het al dan niet geslaagd zijn van het concilie. dan dient men te bestuderen wat er uit eindelijk aan conclusies uit de bus is ge komen. Daarin vindt men de meningen terug zoals die onder het overgrote deel van rooms-katholiek Nederland leven. En die conclusies kan men niet anders dan met blijdschap begroeten. Niet omdat xe allemaal even sterk zijn hier en daar hinkt men nog duidelijk op twee gedach ten maar wel omdat ze laten zien hoe zeer men ook in deze kring worstelt met de problemen van onze tijd en omdat men duidelijk stelt dat deze problemen niet op te lossen zijn zonder de stuwende kracht van Gods Geest. Dat het stuk over de zedelijke levens houding van de christen in de wereld niet zo heel veel meer is dan een variatie op het thema: „Verbeter de wereld, begin bij jezelf", mag sommigen misschien wat teleurstellen maar is er een alternatief? Het eigen goede voorbeeld bij de gewetens vorming van jongeren is het beste hulp middel daar kan men nooit omheen re deneren. En het hééft zin om omgekeerd te luisteren naar de argumenten der jon geren, want wie meent de wijsheid in pacht te hebben zal weinig kunnen bijdra gen tot verbetering van de wereld. Maar ook dat is niets nieuws, al lijken oudere generaties het er wel eens moeilijk mee te hebben! Maar als men dit alles wat vlak vindt, luister dan ook naar het slot van dit stuk: .Wanneer de situatie niet rijp is zo wordt gezegd om een oordeel te vel len, dienen de kerkelijke gezagsdragers zich .van definitieve richtlijnen te onthou den en waar mogelijk ruimte té laten voor het experiment. Het nemen van ri sico's is daarbij verantwoord en zelfs noodzakelijk, wil de kerk in veelvormig heid trouw blijven aan haar wezen name lijk het volk Gods onderweg te zijn." Kijk, dat is toch de rooms-katholieke kerk in nieuwe stijl, een stijl waarvoor men be wondering kan hebben en waarmee iede re christen zich verwant kan voelen. Het volk Gods onderweg, gebundeld in de kerk onderweg. Niet betweterig en niet ouder wets maar de problemen aandurvend in vertrouwen op de Heer der Kerk. Dat alles moet wennen en moet geleerd worden de conclusies inzake geboorte beperking, huwelijk en huwelijksmoeilijk heden bewijzen dat er nog dikwijls een hinken is op twee gedachten. Dat men zich wel graag aan het experiment wil overgeven, maar nog niet goed de oude vertrouwde gedachtenlijn durft los te la ten. Maar daarin verschilt de rooms-ka tholieke kerk heus niet veel van andere kerken. En zelfs dat is een van de troost rijke gedachten die men van dit pastoraal concilie kan meenemen. MWMMMWMI Jesus Christus is gisteren en he den dezelfde en tot in eeuwig heid. Hebr. 13 8 Wat we in onze tekst onmiddellijk ontdekken, is trouw van Jesus Chris tus: Hij blijft altijd dezelfde. Hij is, die Hij was, en die Hij zal zijn voor eeuwig. Maar dat wil niet zeggen, dat Hij onveranderlijk is. Nietwaar: dat zou men bij oppervlakkige lezing van deze woorden kunnen denken. Wie al tijd dezelfde is, verandert blijkbaar niet, en heeft ook nooit enige verande ring ondergaan. Dit nu is bij Christus beslist niet het geval. Hij heeft wel terdege verande ring gekend. Want het gaat hier over de mens Jesus Christus. Dat kunt u op maken uit de naam, waarmee Hij wordt aangeduid: Jezus Christus. Dat is Zijn mensennaam, Jesus betekent: Zaligma ker, Christus is: de Messias, de door God aangestelde en bekwaamgemaakte zaligmaker. Christus wil zeggen: Gezalfde. Hij is met de Heilige Geest gezalfd, d.w.z.: van Godswege is Hij aangesteld tot za ligmaker, en door de Heilige Geest tot het bedienen van zijn zaligmakersambt bekwaam gemaakt. Dat ligt in de naam: Jesus Christus. Welnu. Onze door God gegeven za ligmaker is niet altijd hetzelfde ge weest. Wel dézelfde, maar niet hétzelf de. Want we weten immers, dat Hij verkeerd heeft in, wat we wel noemen, de staat van zijn vernedering en in de staat van zijn verhoging. Wat een ver schil ligt daartussen! In beide „staten" kon men Hem niet aanzien. Toen Hij in de allerdiepste vernedering gezon ken was, aan het kruis, verborg ieder zijn gezicht voor Hem. Daarop heeft Jes. 53 betrekking: een ieder was als verbergende het aangezicht voor Hem. Niet om aan te zien! Maar toen Chris tus aan Johannes op Patmos verscheen, kon deze apostel ók niet naar Hem kijken: hij viel als dood neer. Van ver bijstering. Maar ten: vanwege de vreeswekkende luister en majesteit van Christus. Trouwens: onmiddellijk na zijn opstanding werd Hij niet steeds herkend door de zijnen. Blijkbaar zag de Heere Jesus er toen anders uit dan vroeger. Maar die glans, welke Johan nes op Patmos waarnam, heeft Chris tus hier op aarde nooit afgestraald. Hij is dus steeds méér met eer en heer lijkheid gekroond. Waarom we hierop de aandacht ves tigen? Omdat daardoor onze tekst zo mooi blijkt te zijn. Dat is met een een voudig voorbeeld direct te verduidelij ken. U kent wel van die mensen, die met niets zijn begonnen, van lage kom af zijn, en later een hoge positie heb ben bereikt. Onder die mensen kan men twee soorten onderscheiden: tot de ene soort horen zij die, eenmaal bovenaan de ladder, niemand meer kennen. Hun vroegere vrienden en kennissen en fa milieleden zijn hun te min geworden. Ze kijken diep op hen neer. Ze zijn dezelfden niet meer als voorheen. Je hebt ók van die mensen, die altijd de zelfde blijven, wat ze ook bereiken. Ze blijven, wie ze altijd geweest zijn. Ze blijven zichzelf. Hun vrienden, kennis sen enz. blijven voor hen bestaan. Ze voelen zich niet in het minst boven hen verheven. Nu: z is het met Jesus Christus. Toen Hij verhoogd werd, bij zijn op standing en daarna, was het niet zo, dat ineens zijn vroegere vrienden voor Hem niet meer bestonden. O nee, Hij noem de zijn discipelen direct na zijn opstan ding: mijn broeders. Dat waren ze al tijd al geweest. Hij was zijn broeders in alles gelijk geworden. Dus aan het begin van zijn leven op aarde, Hebr. 2. Maar in zijn verhoging schaamt Hij zich niet, hen nóg zijn broeders te noe men, weer Hebr. 2! Hij kwam als Je sus, als zaligmaker. Hij ging als Jesus, als zaligmaker. En Hij is in de hemel als Jesus, als zaligmaker. Ook komt Hij terug als Jesus, als zaligmaker. Hij was, is en blijft: Jesus, de Chris tus. De door God ons gegeven zalig maker. Die eerst moest beginnen met zijn zaligmakend werk, maar die er nu mee klaar is. Wat geweldig blijken de ze woorden dan te zijn! In 't kort bevat ten zij de inhoud van de héle brief aan de Hebreeën. Als Hij in zijn vernedering ons reeds kon zaligmaken, hoeveel te meer dan nu, in zijn verhoging? Dat kén Hij. Maar Hij wil ook niet anders: want Hij is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. Niet hétzelfde: gelukkig niet. Maar wél dézelfde: ge lukkig wel. Nu kan en wil Hij ook vol komen zaligmaken. wie door Hem tot God gaan, daar Hij altoos leeft om voor hen te bidden. Altoos dezelfde voor ons: die zich aan ons gelijk maak te, behalve de zonde. Die zich voor ons overgaf, vanwege onze zonden. Die nu voor ons bidt, op grond van de verzoe ning van onze zonden door zijn bloed. Inderdaad: Jesus Christus is onze ge trouwe zaligmaker. Voor eeuwig. Veenendaal ds. H. Pool mmAwmn Drie rapporten zijn deze week op het pastoraal con cilie in Noordwijkerhout in behandeling gekomen, te weten De zedelijke levenshouding van de christen ki d« wereld: Huwelijk en gezin; Ruimte tot menswording voor de jeugd. Ook al zijn de discussies dan niet zo bijster hoopvol geweest en is vooral van het laatste rapport eigenlijk niets heel gebleven, toch zijn de deelnemers steeds tot conclusies kunnen komen, die bij de stemmingen meestal een zeer grote meerderheid behaalden. Om tot een zo goed mogelijk zicht te komen op de Nederlandse rooms-katholieke kerk, zoals die in de na-conciliaire stroomversnelling reilt en zeilt, geven we hieronder een aantal van deze conclusies weer. Daarbij moet men bedenken dat wij een keuze heb ben gemaakt van punten die omstreden liggen en al leen al daarom niet helemaal representatief zijn voor het totale werk van dit pastoraal concilie met als excuus dat niet wij, maar de conciliedeelnemers zelf die punten steeds weer naar voren hebben gehaald. De kern van de conclusies uit het rapport „De ze delijke levenshouding van de christen in de wereld", geformuleerd na een uitvoerige discussie, ligt naar ons besef in punt 2. Aldus: aDe zedelijke ontwikkeling vraagt van ieder van ons inzet op twee fronten: dat van de ontplooiing van het persoonlijk leven en dat van de opbouw van een rechtvaardige en barmhartige maatschap pij. Voor het persoonlijk leven dient de christen, geïnspireerd door Christus' leer en voorbeeld en in levend contact met Hem, zich te vormen en zich te laten vormen in zijn geweten en zijn ge drag. De kerk kan in Zijn Geest vanuit het Evangelie daarin leiding en hulp geven en bij menselijk falen de verzoening brengen. b. Ouders en andere opvoeders hebben de opdracht en het recht bij de gewetensvorming te helpen. Wie met de vorming van het geweten van ande ren belast is, dient de idealen in het eigen voor beeld zichtbaar te maken en zich ook zelf open te stellen voor kritiek. c. De gewetensvorming door de ouders zal pas tot haar recht komen als waar mogelijk ook inzicht wordt gegeven in het hoe en waarom. Hierbij mag niet wor den vergeten dat ook de gewetensvorming der ouders, c.q. ouderen, beïnvloed kan worden door vormen en waarden waarop de jeugdigen het accent leggen. d. De zorg voor een rechtvaardige wereld vraagt van een ieder dat hij ook zelf goed leeft. Het is im mers vaak inkapseling in eigenbelang en groeps belang waardoor wij de ontwikkeling van een rechtvaardige samenleving tegenhouden (bezit, macht, carrière, enz.). Zo blokkeert men de sa menleving tussen de volkeren, de hulp aan onder ontwikkelde gebieden, de deelneming aan de wel vaart door allen, de erkenning van minderheids groepen en de jeugd. e. De oplossing daarvan vraagt om procedures (waar over dan in punt 3 gesproken wordt we geven dat hieronder niet weer). Een goede wil alleen is niet voldoende. Wie zinvol en durend hulp wil ver lenen moet zich eerat bezinnen op goede methoden. In het rapport „Huwelijk en gezin" had men aan vankelijk de „veroordeling door de encycliek Huma- nae Vitae van de kunstmatige middelen tot geboorte regeling" gekwalificeerd met het woord „onaanvaard baar". Uiteindelijk is, niet in de laatste plaats door tussenkomst van kardinaal en bisschoppen, deze tekst met een zeer grote meerderheid aanvaard: 1. De plenaire vergadering vraagt om verder over leg met het wereld-episcopaat, de paus, de gehuw den en de deskundigen over een eigentijdse chris telijke huwelijksopvatting. 1. De plenaire vergadering acht de absolute afwijzing door de encycliek „Humanae Vitae" van de kunst matige middelen tot geboorteregeling op grond van de gegeven argumentatie niet overtuigend. De per soonlijke weloverwogen gewetensbeslissing van de gehuwden dient erkend te worden. 3. De plenaire vergadering meent daarom dat de dis cussies over de huwelijksbeleving niet zijn afge sloten en dat de werkzaamheden in de zielzorg en de geestelijke gezondheidszorg, hiermee rekening houdend, kunnen worden voortgezet. De uit hetzelfde rapport voortgevloeide conclusies over problemen als echtscheiding en dergelijke kre gen de grootst mogelijke meerderheid: slechts één lid stemde tegen en één onthield zich van stemming. De conclusies luiden: 1. Man en vrouw hebben ten bate van hun huwelijk recht op alle steun die de kerk hun kan bieden door voorbede, onderlinge hulp, pastorale zorg en pre diking Personen die zich mede verantwoor delijk weten voor de advisering en hulpverlening vragen wij uitdrukkelijk kennis te willen nemen van de veranderende opvattingen ten aanzien van seksualiteit, huwelijk en gezin, die gaandeweg ge groeid zijn, ook binnen de katholieke kerkgemeen schap. Voor zover de bestaande instellingen voor geestelijke gezondheidszorg nog geen adequate hulpverlening kruinen bieden bij problemen be treffende geboorteregeling, spreken wij de hoop uit dat zij zo spoedig mogelijk hun onmisbare hulpverlening kunnen uitbreiden. 2. Ten behoeve van de katholieken wier huwelijk op onherstelbare wijze ontwricht is pleit de plenaire vergadering voor een oplossing die meer is dan een compromis of noodoplossing op pastoraal ni veau. Zij wil daartoe de bevoegde personen en/of instanties in de kerk met alle aandrang vragen: a. een antwoord te zoeken op de theologische en praktische problemen omtrent de onontbindbaar heid van het christelijk huwelijk; b. te streven naar de noodzakelijke correctie en ver eenvoudiging van de bestaande kerkorde inzake huwelijk, huwelijkssluiting, de huwelijksprocessen en juridische aspecten welke door de burgerlijke overheid reeds geregeld zijn. 3. De plenaire vergadering waardeert de nu bezig zijnde herziening van het Nederlands^ echtschei dingsrecht en verzoekt de daartoe bevoegde instan ties deze zaak ook aan de orde te stellen in de Raad van Kerken. Het rapport „Ruimte tot menswording voor de jeugd" heeft niet veel goede woorden kunnen wegdra gen. De conclusies zijn dan ook bijzonder summier gehouden en er waren dan ook meer blanco-stem mers dan bij vorige gelegenheden. Twee punten: 2. Gezien het rapport en gehoord de daarop gevolg de discussies is de plenaire vergadering van me ning, dat de gegroeide aandacht van en voor de jonge mensen beslist niet mag verslappen. a. De plenaire vergadering verlangt dan ook dat de inspraak van de jongeren in het nationale pasto rale beraad en in de onderscheiden organen van dit pastoraal concilie op effectieve wijze en blij vend wordt gerealiseerd. b. De plenaire vergadering geeft aan het concilie secretariaat opdracht om in samenwerking met de sectie jeugd en de jongeren-gedelegeerden te zorgen dat de aanbevelingen en moties bij ge noemd rapport, alsmede wat tijdens de hearings naar voren is gebracht, niet onder de tafel ver dwijnen. c. Voor de verwezenlijking van het onder a. en b. genoemde is het noodzakelijk dat in het concilie- secretariaat minstens één persoon hiervoor wordt vrijgemaakt.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 10