DEZE WEEK: nader beschouwd
Schi j ndemocratie
op Pastoraal Concilie?
Het dodelijke schot
B.T.W. en angst voor spoken
Kritiek op eerlijke kritiek
Jesus Christus onze getrouwe zaligmaker
Waarover men het
eens werd in
Noordwijkerhout
Niet mislukt
Tweeledig
TER OVERDENKING
Als Christen leven
Geboorteregeling
Echtscheiding
De jeugd
In Laren is een jongeman, betrapt bij
een inbraak, op de vlucht door een poli
tieman neergeschoten. Dat is een tragisch
gebeuren, allereerst vqor de ouders en
verdere familie van de jongen, maar
evenzeer voor de hoofdagent die dit do
delijke schot loste. Er moet haast wel
iets in hem gebroken zijn toen hij hoor
de (of las In de krant) dat zijn optreden
een demonstratie van Hilversumse jon
gens tot gevolg heeft gehad die de
kreet aanhieven: „Politie - moordenaar".
Er wordt naar deze zaak op twee ma
nieren een onderzoek ingesteld de
rijksrecherche is er mee bezig en daar
naast heeft de vader van de neerge
schoten jongen een aanklacht ingediend
die te zijner tijd voor de rechter zal
moeten worden behandeld. Dat moet én
dto vader én de politieman een gevoel
van opluchting geven. De vader hoopt
ermee te bereiken dat de politie voort
aan wat minder vlug de wapens zal trek
ken, de politieman krijgt hierdoor de ze
kerheid dat hij ja dan nee zijn plicht
heeft gedaan. Is het ja, dan kan hij ook cfie
vader weer recht in de ogen zien al
zal hem dit dodelijke schot altijd bijblij
ven.
Het is nu niet het juiste moment om op
de zaak zelve in te gaan eerst zal de
rechter moeten spreken. Wél hopen we
dat daarbij opnieuw de wapeninstructie
van de politie kritisch ter sprake zal ko
men. Want gevallen als deze schaden al
tijd weer het aanzien van de politie
daaraan kan de uitspraak van de rechter
nu al niets meer veranderen. En dat moet
voorkomen worden.
De BTW waart als een spook door Ne
derland en zoals het meestal gaat: het
spook is ongevaarlijk - veel ernstiger is
de angst voor het spook. Ondanks alle
(loffelijke) inspanningen van de overheid
begrijpt het grote publiek nog niets van
het hoe, wat en waar van deze vorm van
omzetbelasting - het accepteert de prijs
verhogingen, moppert wat en vraagt zich
af hoe groot de loonsverhoging zal moe
ten zijn die deze prijsverhogingen kan
compenseren. Dat er een belastingverla
ging aan gekoppeld zit weet men niet,
merkt men dikwijls ook nauwelijks
wel weet men dat straks de huren ook
nog eens omhoog zullen gaan.
Van deze angstpsychose wordt gebruik
gemaakt en wordt misbruik gemaakt.
Een fraai staaltje: een vertegenwoordi
ger van een van de grote fabrieken op dit
gebied bestelt in een café een flesje van
de door hemzelf verkochte en geleverde
frisdrank. De kelner brengt het bestelde
en noemt de prijs: een kwartje hoger dan
enkele weken geleden. Waarom? BTW,
meneer!" Maar de vertegenwoordiger had
de flesjes tegen lagere prijs geleverd,
overeenkomstig de BTW-voorschriften
In een heel ander vlak ligt het gebruik
dat de vakbonden maken van deze angst
psychose: ze weten zich ditmaal heel
sterk door hun leden (en niet-leden!) ge
steund als ze een forse loonsverhoging
vragen. Daar schuilt niets verkeerds in
mits de onderhandelaars aan weerszijden
van de tafel zich maar niet al te veel
door die angst laten leiden en de werke
lijke cijfers in de gaten houden. Want
het misbruik van de BTW zal zichzelf
vlug genoeg straffen dat de overheid
daarbij met (harde) hand meehelpt is al
leen maar toe te juichen. Over een paar
maanden zal men dan weten wat de BTW
werkelijk voor effect heeft op de prijzen.
En dan zal zonder twijfel blijken dat de
angst wat overdreven is geweest. Maar
dat is meestal zo met angst voor spoken!
De regering heeft, terecht rekening hou
dend met die angstpsychose, de metaal-
CAO goedgekeurd. Had zij het anders ge
daan, had zij de hele CAO of enkele be
palingen daaruit onverbindend verklaard,
dan zou zij een grote fout gemaakt heb
ben. Niet in de eerste plaats omdat dus
doende de vrije loonvorming om hals zou
zijn gebracht, maar vooral omdat zij er
dan blijk van had gegeven niet te weten
wat onder de mensen leeft.
Die onwetendheid schijnt wel bij som
mige delen van het bedrijfsleven te heer
sen. De regering heeft aan de goedkeu
ring van deze loonovereenkomst een aan
tal maatregelen gekoppeld, die beogen 'n
oververhitting van de conjunctuur, zich
uitend in overbesteding, tegen te gaan. Ze
is daarmee helemaal op de weg die de
voorzitter van de SER vorige week heeft
aangewezen: de investeringen zowel van
overheid als van bedrijfsleven zijn te hoog
opgelopen en moeten wat worden terug
gedrongen. Verstandige maatregelen, ook
al zullen ze hier en daar wat pijn doen.
Niet zoveel pijn echter als de kritiek
die deze week jegens de overheid los
kwam zou doen vermoeden. Sommige
werkgevers blijken van die angstpsychose
niet erg veel te begrijpen. Vermoedelijk
omdat ze niet weten dat investeren ook
soms kan betekenen geld uitgeven ter-
wille van het arbeidsklimaat. Geld uitgeven
om een angstpsychose tegen te gaan. En
dat dat ook economisch rendement heeft.
Als ze dat nu leren van het spook dan
heeft dit toch nog goed werk gedaan.
„In uw editie van zaterdag jongstle
den wordt in het artikel „Waar de vredes
wil ontbreekt" een beschouwing gegeven
over de situatie tussen Israël en zijn Ara
bische buurlanden naar aanleiding van de
vergeldingsactie op het vliegveld van Bei
roet". Zo begint de heer A. Boendermaker
te Apeldoorn een ingezonden stuk, waarin
hij ernstige kritiek levert op het bewus
te artikel. Omdat wij graag elk misver
stand willen wegnemen over onze ge
voelens jegens de staat Israël, plaatsen
wij dit ingezonden stuk in deze zelfde com
mentaarkolommen. Met aan het slot een
paar opmerkingen onzerzijds. Dit schrijft
de heer Boendermaker:
„Hoewel er in dit artikel verschillende
gedachten neergelegd worden die, zacht
gezegd, nogal aanvechtbaar zijn, zou dat
op zichzelf geen reden zijn naar de pen
te grijpen. Als bij voorbeeld in de con
clusie gesteld wordt dat Israël het wel
eens plezierig zou kunnen vinden af en toe
terreuracties te ondernemen omdat het zo
plezierig is militair superieur te zijn en het
daarom ook niet zo erg op vrede gebrand
is, dan wrijft men zich toch even de ogen
uit Wie iets weet van de eerbied die men
In Israël voor een mensenleven heeft, diep
gefundeerd in hun geloof, wie Iets weet
van het verlangen naar een échte vrede
in de wereld dat in Israël leeft, ook diep
gefundeerd in hun geloof, zal zich wel
wachten een dergelijke conclusie neer te
schrijven.
Maar goed, ook dat kan nog een bena
deringswijze zijn waarvoor geen reden is
om op te springen. Anders wordt het als
zonder blikken of blozen gesteld wordt:
dusdoende vormt Israël een bezettende
macht op dezelfde manier als destijds de
Duitsers in Nederland, enz. Het zou een
belediging voor Israël zijn de punten op
te sommen waarin hun bezetting van de
Arabische gebieden verschilt van die der
bruine horden die wij in '40-'45 aan het
werk hebben gezien. Dit is dan ook een
aperte leugen. Het is een aperte leugen
het waarom van de Israëlische bezetting
en de manier van bezetten onder één
noemer te brengen met die der nihilisten
van 25 jaar geleden. En nu zal het wel
weer niet allemaal zo bedoeld zijn, het
stèèt het dan maar weer, zwart op wit.
Werkelijke sympathie voor Israël is niet
gelegen in het feit dat zo'n klein landje
zo fijn van zich kan afslaan als dit nodig
Is (een zwakke basis voor sympathie) -
werkelijke sympathie mag gerust kritiek
inhouden, zelfs ernstige kritiek als dit
nodig is, maar het houdt voor alles in dat
men zich toch drie keer moet bedenken
voor mes iets op papier zet. Daar heeft
Israël gewoon récht op. En het is een
eerste voorwaarde voor werkelijk begrip.
Jammer dat dit artikel geplaatst is, want
er zijn altijd wel mense.n die gretig de
argumenten overnemen. Het vertroebelt
datgene waar het werkelijk om gaat".
Alvorens op de strekking van deze brief
nader In te gaan eerst een paar zakelijke
rechtzettingen, want het is niet prettig
woorden in de mond gelegd te krijgen die
men niet gebezigd heeft en bedoelingen in
de schoenen geschoven te krijgen die niet
uit die woorden kunnen worden afgeleid.
0 „De burgers van Israël zijn dan wel
allen Israëliërs, maar zij zijn verza
meld uit alle windstreken en uit aller
lei volkeren. Er zullen generaties over
heen gaan voor en aleer er van een
werkelijke eenheidsstaat gesproken kan
worden - en in die overgangsperiode
is gevaar van buitenaf een saambindend
element". Zo schreven we het vorige
week. Het is geen wijsheid van onszelf
maar opgetekend uit de mond van Is
raëlische staatsburgers, in dat verband
spraken we over het „plezierig zijn"
van militaire successen. Als men de
zaak uit zijn verband rukt en doet alsof
wij de Israëliërs een soort militaire
superioriteitswaan la nazi-Duitsland
toeschrijven, dan lijkt ons dat geen
faire bestrijdingswijze.
Over nazi-Duitsland gesproken: we
hebben vorige week niét gesteld dat
het waarom en hoe van de Israëlische
bezetting onder één noemer te bren
gen zijn met die der Duitsers 25 jaar
geleden. Over het hoe hebben we niet
gesproken, over het waarom schreven
we: „Zonder woorden heeft de Veilig
heidsraad toegegeven dat het bezet
houden van de veroverde gebieden
voor Israël een levensnoodzaak is".
Wél hebben we de Arabieren
het recht toegekend „ondergronds" te
vechten tegen de Israëlische bezettende
macht zoals wij van mening zijn en
blijven dat de Nederlanders het recht
hadden zich ondergronds tegen de Duit
se bezetters te verweren. Het gaat daar
bij niet over het hoe en waarom maar
over de rechtsgronden. En dan mag het
vervelend klinken maar de Israëliërs
kunnen wél gronden van lijfsbehoud maar
geen rechtsgronden aanvoeren voor hun
bezetting. Zo min als de Duitsers dat
konden. Dat hebben we betoogd - nog
maals: als men ons nu in de schoenen
schuift dat wij de Israëliërs ervan be
tichten in hun bezetting nazi-methoden
te gebruiken dan is dat geen faire be
strijdingswijze.
De strekking van de brief van de heer
Boendermaker lijkt ons trouwens deze:
je mag wel kritiek hebben op Israël maar
als je van die kritiek blijk geeft dan ben
je anti-lsraël (om het woord anti-semiet
dan maar niet te gebruiken!). Deze ge
prikkelde overgevoeligheid is een vorm
van sympathie betuigen aan Israël, die
even weinig zin heeft als de door de heer
Boendermaker gewraakte sympathie-voor-
het-kleine-maar-dappere-landje. Israël
doet op het ogenblik wel begrijpelijke,
maar desondanks stomme dingen. Het be
seft te' weinig hoe moeilijk men het zijn
vrienden maakt door het bezet houden
van veroverd gebied tegen de bevelen
van de Veiligheidsraad in en door re
presailles die niet in verhouding staan
tot de te wraken terreuracties.
Daardoor komen er reacties zoals
nu van Frankrijks president De
Gaulle. Dan kan men De Gaulle nu
wel allerlei verwijten naar het hoofd slin
geren (en wij hebben voor zijn wijze van
handelen geen enkele sympathie) maar
men moet ook de hand in eigen boezem
steken en zich afvragen in hoeverre men
zelf schuld heeft aan zulke reacties. Wij
menen dat dat voor Israël zin heeft en
dat hebben wij in ons vorige artikel be
toogd. Omdat wij voor Israël grote sym-
oathie hebben. De heer Boendermaker
mag dat in twijfel trekken en van me
ning zijn dat ons artikel vertroebeld heeft
datgene waarom het werkelijk gaat -
het is onze vaste overtuiging dat zijn over
gevoeligheid (en als gevolg daarvan het
niet willen begrijpen van onze argumen
ten) de zaak van Israël groter schade
doet
De woorden die de heer
H. Kraan hier namens 26
jongere deelnemers uit
spreekt tot de leiding van het
concilie, zou men een motie
van afkeuring kunnen noe
men. Maar werden ze te
recht gebezigd?
Een pastoraal concilie is geen parlement,
hoe democratisch het ook opgeiet is met
deelnemers uit alle lagen der bevolking,
van allerlei leeftijd en uit alle delen van
Nederland. De taal is trouwens een ge
heel andere dan de parlementaire voer
taal. Als kardinaal Alfrink het woord
voert en de mening van zijn medebis
schoppen over een bepaald onderwerp
vertolkt, dan is dat geen „regeringsver
klaring" (want bisschoppen en kardinaal
zijn ook „gewone" leden van het concilie,
zij het met een gezaghebbende stem),
maar noemt men dat een „interventie".
Vreemd woord, want interveniëren, tus
senbeide komen, lijkt erop te wijzen dat
de stem van het episcopaat niet alleen
gezaghebbend maar zelf beslissend is. En
als aan het slot een der jongeren namens
een niet onaanzienlijke groep deelnemers
conclusies trekt die in het parlementaire
bedrijf als een motie van afkeuring zou
den worden beschouwd, dan heet dat in
concilietaai een dialoog en worden de op
posanten uitgenodigd voor voortzetting
van die dialoog in kleinere kring. In par
lementaire taal zou dat heten de motie
is onder de tafel gewerkt
Uit dit woordgebruik te concluderen dat
dit zo democratisch opgezette concilie niet
anders is dan een „schijndemocratie"
de beschuldiging is van een van de oppo
santen gaat te ver. Maar men kan zich
wel de verzuchting van die opposant voor
stellen dat de bisschoppen, als leiders van
de kerk in Nederland én tegelijk leden van
het wereldepiscopaat, op twee stoelen
zitten en daarom hun eigen gezicht niet
kunnen laten zien. En dat derhalve de be
sprekingen meer gericht zijn op de haal
baarheid ten aanzien van Rome dan op
wenselijkheid. Het antwoord van kardinaal
Alfrink liet trouwens aan duidelijkheid
evenmin iets te wensen over: de werk
wijze van het concilie bevredigt de lei
ding ook niet!
ren. In de rooms-katholieke kerk worden
de beslissingen in Rome genomen. En als
het over zaken gaat die de afzonderlijke
kerkprovincies zelfstandig kunpen regelen
ligt de beslissing bij het episcopaat, de
hoogste geestelijkheid. Met de pauselijke
nuntius als waarnemer om over genomen
beslissingen zo nodig Rome in te lichten.
En zo kon het gebeuren dat de nieuwe
Catechismus wel in Nederland alle waar
dering vond, ook van de geestelijkheid,
maar desondanks gewijzigd werd opv last
van het in Rome zetelende hoogste gezag.
Waarover een pastoraal concilie dan nog
wel wat kan nakaarten maar zonder er iets
aan te kunnen veranderen.
Maar al is een pastoraal concilie dan
geen parlement en evenmin een met gezag
beklede synode, daarom is het nog niet
tot mislukken gedoemd. Men is aan deze
tot dusverre ongekende vorm van overleg
en samen spreken begonnen na het conci
lie in Rome, waar de grondslag gelegd is
voor de grotere openheid, naar binnen en
naar buiten, die de rooms-katholieke kerk
nu kenmerkt. Enerzijds is de positie van
„de leek" volkomen anders geworden:
veel meer dan vroeger wil men hem bij
het kerkelijk doen en laten en dus ook
bij de besluitvorming betrekken, ander
zijds tracht men dusdoende te bereiken
dat de stem van de kerk beter dan tot
dusverre in de wereld gehoord en ook be
grepen wordt. Zoals in Nederland gespro
ken wordt over allerlei zaken van kerk
en wereld, zo dient dat ook in andere
kerkprovinciesandere landen te gebeu
ren. Dusdoende kunnen de bisschoppen be
ter geïnformeerd dan voorheen naar Rome
komen om in collegialiteit met de paus
en zijn raadslieden beslissingen te nemen.
Beter contact tussen leiding en gelovigen,
dat is het doel van een pastoraal concilie
en dat betere contact zal ook in de hoog
ste regionen van de kerk zijn vruchten
moeten afwerpen.
Een pastoraal concilie is al evenmin een
synode, ook al zijn dan al de bisdommen
vertegenwoordigd en laat men zich voor
lichten door hoogleraren en andere deskun
digen op allerlei gebied.
Een pastoraal concilie is namelijk geen
„meerdere vergadering" die beslissingen
kan nemen waaraan de aangesloten ker
ken en kerkleden zich dienen te oonforme-
Beschouwt men zo de zitting van de af
gelopen week in Noordwijkerhout, dan kan
men onmogelijk het woord „schijndemo
cratie" onderschrijven het pastoraal con
cilie was immers geen parlement en ook
geen synode. En dan kan men ook beter
begrijpen waarom woorden als interventie
en dialoog gebruikt worden de leiding
van de kerk heeft nu eenmaal een beslis
sende stem en het gesprek met de leken
kan nooit anders zijn dan een dialoog, een
uitwisseling van gedachten. Voor een „mo
tie van afkeuring" is geen plaats!
Daarom: wil men oordelen over het al
dan niet geslaagd zijn van het concilie.
dan dient men te bestuderen wat er uit
eindelijk aan conclusies uit de bus is ge
komen. Daarin vindt men de meningen
terug zoals die onder het overgrote deel
van rooms-katholiek Nederland leven. En
die conclusies kan men niet anders dan
met blijdschap begroeten. Niet omdat xe
allemaal even sterk zijn hier en daar
hinkt men nog duidelijk op twee gedach
ten maar wel omdat ze laten zien hoe
zeer men ook in deze kring worstelt met
de problemen van onze tijd en omdat men
duidelijk stelt dat deze problemen niet op
te lossen zijn zonder de stuwende kracht
van Gods Geest.
Dat het stuk over de zedelijke levens
houding van de christen in de wereld niet
zo heel veel meer is dan een variatie op
het thema: „Verbeter de wereld, begin
bij jezelf", mag sommigen misschien wat
teleurstellen maar is er een alternatief?
Het eigen goede voorbeeld bij de gewetens
vorming van jongeren is het beste hulp
middel daar kan men nooit omheen re
deneren. En het hééft zin om omgekeerd
te luisteren naar de argumenten der jon
geren, want wie meent de wijsheid in
pacht te hebben zal weinig kunnen bijdra
gen tot verbetering van de wereld. Maar
ook dat is niets nieuws, al lijken oudere
generaties het er wel eens moeilijk mee
te hebben!
Maar als men dit alles wat vlak vindt,
luister dan ook naar het slot van dit stuk:
.Wanneer de situatie niet rijp is zo
wordt gezegd om een oordeel te vel
len, dienen de kerkelijke gezagsdragers
zich .van definitieve richtlijnen te onthou
den en waar mogelijk ruimte té laten
voor het experiment. Het nemen van ri
sico's is daarbij verantwoord en zelfs
noodzakelijk, wil de kerk in veelvormig
heid trouw blijven aan haar wezen name
lijk het volk Gods onderweg te zijn." Kijk,
dat is toch de rooms-katholieke kerk in
nieuwe stijl, een stijl waarvoor men be
wondering kan hebben en waarmee iede
re christen zich verwant kan voelen. Het
volk Gods onderweg, gebundeld in de kerk
onderweg. Niet betweterig en niet ouder
wets maar de problemen aandurvend in
vertrouwen op de Heer der Kerk.
Dat alles moet wennen en moet geleerd
worden de conclusies inzake geboorte
beperking, huwelijk en huwelijksmoeilijk
heden bewijzen dat er nog dikwijls een
hinken is op twee gedachten. Dat men
zich wel graag aan het experiment wil
overgeven, maar nog niet goed de oude
vertrouwde gedachtenlijn durft los te la
ten. Maar daarin verschilt de rooms-ka
tholieke kerk heus niet veel van andere
kerken. En zelfs dat is een van de troost
rijke gedachten die men van dit pastoraal
concilie kan meenemen.
MWMMMWMI
Jesus Christus is gisteren en he
den dezelfde en tot in eeuwig
heid. Hebr. 13 8
Wat we in onze tekst onmiddellijk
ontdekken, is trouw van Jesus Chris
tus: Hij blijft altijd dezelfde. Hij is,
die Hij was, en die Hij zal zijn voor
eeuwig. Maar dat wil niet zeggen, dat
Hij onveranderlijk is. Nietwaar: dat
zou men bij oppervlakkige lezing van
deze woorden kunnen denken. Wie al
tijd dezelfde is, verandert blijkbaar
niet, en heeft ook nooit enige verande
ring ondergaan.
Dit nu is bij Christus beslist niet het
geval. Hij heeft wel terdege verande
ring gekend. Want het gaat hier over
de mens Jesus Christus. Dat kunt u op
maken uit de naam, waarmee Hij wordt
aangeduid: Jezus Christus. Dat is Zijn
mensennaam, Jesus betekent: Zaligma
ker, Christus is: de Messias, de door
God aangestelde en bekwaamgemaakte
zaligmaker.
Christus wil zeggen: Gezalfde. Hij is
met de Heilige Geest gezalfd, d.w.z.:
van Godswege is Hij aangesteld tot za
ligmaker, en door de Heilige Geest tot
het bedienen van zijn zaligmakersambt
bekwaam gemaakt. Dat ligt in de naam:
Jesus Christus.
Welnu. Onze door God gegeven za
ligmaker is niet altijd hetzelfde ge
weest. Wel dézelfde, maar niet hétzelf
de. Want we weten immers, dat Hij
verkeerd heeft in, wat we wel noemen,
de staat van zijn vernedering en in de
staat van zijn verhoging. Wat een ver
schil ligt daartussen! In beide „staten"
kon men Hem niet aanzien. Toen Hij
in de allerdiepste vernedering gezon
ken was, aan het kruis, verborg ieder
zijn gezicht voor Hem. Daarop heeft
Jes. 53 betrekking: een ieder was als
verbergende het aangezicht voor Hem.
Niet om aan te zien! Maar toen Chris
tus aan Johannes op Patmos verscheen,
kon deze apostel ók niet naar Hem
kijken: hij viel als dood neer. Van ver
bijstering. Maar ten: vanwege de
vreeswekkende luister en majesteit van
Christus. Trouwens: onmiddellijk na
zijn opstanding werd Hij niet steeds
herkend door de zijnen. Blijkbaar zag
de Heere Jesus er toen anders uit dan
vroeger. Maar die glans, welke Johan
nes op Patmos waarnam, heeft Chris
tus hier op aarde nooit afgestraald.
Hij is dus steeds méér met eer en heer
lijkheid gekroond.
Waarom we hierop de aandacht ves
tigen? Omdat daardoor onze tekst zo
mooi blijkt te zijn. Dat is met een een
voudig voorbeeld direct te verduidelij
ken. U kent wel van die mensen, die
met niets zijn begonnen, van lage kom
af zijn, en later een hoge positie heb
ben bereikt. Onder die mensen kan men
twee soorten onderscheiden: tot de ene
soort horen zij die, eenmaal bovenaan
de ladder, niemand meer kennen. Hun
vroegere vrienden en kennissen en fa
milieleden zijn hun te min geworden.
Ze kijken diep op hen neer. Ze zijn
dezelfden niet meer als voorheen. Je
hebt ók van die mensen, die altijd de
zelfde blijven, wat ze ook bereiken. Ze
blijven, wie ze altijd geweest zijn. Ze
blijven zichzelf. Hun vrienden, kennis
sen enz. blijven voor hen bestaan. Ze
voelen zich niet in het minst boven hen
verheven.
Nu: z is het met Jesus Christus.
Toen Hij verhoogd werd, bij zijn op
standing en daarna, was het niet zo, dat
ineens zijn vroegere vrienden voor Hem
niet meer bestonden. O nee, Hij noem
de zijn discipelen direct na zijn opstan
ding: mijn broeders. Dat waren ze al
tijd al geweest. Hij was zijn broeders
in alles gelijk geworden. Dus aan het
begin van zijn leven op aarde, Hebr. 2.
Maar in zijn verhoging schaamt Hij
zich niet, hen nóg zijn broeders te noe
men, weer Hebr. 2! Hij kwam als Je
sus, als zaligmaker. Hij ging als Jesus,
als zaligmaker. En Hij is in de hemel
als Jesus, als zaligmaker. Ook komt
Hij terug als Jesus, als zaligmaker.
Hij was, is en blijft: Jesus, de Chris
tus. De door God ons gegeven zalig
maker. Die eerst moest beginnen met
zijn zaligmakend werk, maar die er nu
mee klaar is. Wat geweldig blijken de
ze woorden dan te zijn! In 't kort bevat
ten zij de inhoud van de héle brief aan
de Hebreeën. Als Hij in zijn vernedering
ons reeds kon zaligmaken, hoeveel te
meer dan nu, in zijn verhoging? Dat
kén Hij. Maar Hij wil ook niet anders:
want Hij is gisteren en heden dezelfde
en tot in eeuwigheid. Niet hétzelfde:
gelukkig niet. Maar wél dézelfde: ge
lukkig wel. Nu kan en wil Hij ook vol
komen zaligmaken. wie door Hem tot
God gaan, daar Hij altoos leeft om
voor hen te bidden. Altoos dezelfde
voor ons: die zich aan ons gelijk maak
te, behalve de zonde. Die zich voor ons
overgaf, vanwege onze zonden. Die nu
voor ons bidt, op grond van de verzoe
ning van onze zonden door zijn bloed.
Inderdaad: Jesus Christus is onze ge
trouwe zaligmaker. Voor eeuwig.
Veenendaal ds. H. Pool
mmAwmn
Drie rapporten zijn deze week op het pastoraal con
cilie in Noordwijkerhout in behandeling gekomen, te
weten
De zedelijke levenshouding van de christen ki d«
wereld:
Huwelijk en gezin;
Ruimte tot menswording voor de jeugd.
Ook al zijn de discussies dan niet zo bijster hoopvol
geweest en is vooral van het laatste rapport eigenlijk
niets heel gebleven, toch zijn de deelnemers steeds tot
conclusies kunnen komen, die bij de stemmingen
meestal een zeer grote meerderheid behaalden.
Om tot een zo goed mogelijk zicht te komen op de
Nederlandse rooms-katholieke kerk, zoals die in de
na-conciliaire stroomversnelling reilt en zeilt, geven
we hieronder een aantal van deze conclusies weer.
Daarbij moet men bedenken dat wij een keuze heb
ben gemaakt van punten die omstreden liggen en al
leen al daarom niet helemaal representatief zijn voor
het totale werk van dit pastoraal concilie met als
excuus dat niet wij, maar de conciliedeelnemers zelf
die punten steeds weer naar voren hebben gehaald.
De kern van de conclusies uit het rapport „De ze
delijke levenshouding van de christen in de wereld",
geformuleerd na een uitvoerige discussie, ligt naar
ons besef in punt 2. Aldus:
aDe zedelijke ontwikkeling vraagt van ieder van
ons inzet op twee fronten: dat van de ontplooiing
van het persoonlijk leven en dat van de opbouw
van een rechtvaardige en barmhartige maatschap
pij. Voor het persoonlijk leven dient de christen,
geïnspireerd door Christus' leer en voorbeeld en
in levend contact met Hem, zich te vormen en
zich te laten vormen in zijn geweten en zijn ge
drag. De kerk kan in Zijn Geest vanuit het
Evangelie daarin leiding en hulp geven en bij
menselijk falen de verzoening brengen.
b. Ouders en andere opvoeders hebben de opdracht
en het recht bij de gewetensvorming te helpen.
Wie met de vorming van het geweten van ande
ren belast is, dient de idealen in het eigen voor
beeld zichtbaar te maken en zich ook zelf open
te stellen voor kritiek.
c. De gewetensvorming door de ouders zal pas tot haar
recht komen als waar mogelijk ook inzicht wordt
gegeven in het hoe en waarom. Hierbij mag niet wor
den vergeten dat ook de gewetensvorming der
ouders, c.q. ouderen, beïnvloed kan worden door
vormen en waarden waarop de jeugdigen het accent
leggen.
d. De zorg voor een rechtvaardige wereld vraagt van
een ieder dat hij ook zelf goed leeft. Het is im
mers vaak inkapseling in eigenbelang en groeps
belang waardoor wij de ontwikkeling van een
rechtvaardige samenleving tegenhouden (bezit,
macht, carrière, enz.). Zo blokkeert men de sa
menleving tussen de volkeren, de hulp aan onder
ontwikkelde gebieden, de deelneming aan de wel
vaart door allen, de erkenning van minderheids
groepen en de jeugd.
e. De oplossing daarvan vraagt om procedures (waar
over dan in punt 3 gesproken wordt we geven
dat hieronder niet weer). Een goede wil alleen is
niet voldoende. Wie zinvol en durend hulp wil ver
lenen moet zich eerat bezinnen op goede methoden.
In het rapport „Huwelijk en gezin" had men aan
vankelijk de „veroordeling door de encycliek Huma-
nae Vitae van de kunstmatige middelen tot geboorte
regeling" gekwalificeerd met het woord „onaanvaard
baar". Uiteindelijk is, niet in de laatste plaats door
tussenkomst van kardinaal en bisschoppen, deze tekst
met een zeer grote meerderheid aanvaard:
1. De plenaire vergadering vraagt om verder over
leg met het wereld-episcopaat, de paus, de gehuw
den en de deskundigen over een eigentijdse chris
telijke huwelijksopvatting.
1. De plenaire vergadering acht de absolute afwijzing
door de encycliek „Humanae Vitae" van de kunst
matige middelen tot geboorteregeling op grond van
de gegeven argumentatie niet overtuigend. De per
soonlijke weloverwogen gewetensbeslissing van de
gehuwden dient erkend te worden.
3. De plenaire vergadering meent daarom dat de dis
cussies over de huwelijksbeleving niet zijn afge
sloten en dat de werkzaamheden in de zielzorg en
de geestelijke gezondheidszorg, hiermee rekening
houdend, kunnen worden voortgezet.
De uit hetzelfde rapport voortgevloeide conclusies
over problemen als echtscheiding en dergelijke kre
gen de grootst mogelijke meerderheid: slechts één
lid stemde tegen en één onthield zich van stemming.
De conclusies luiden:
1. Man en vrouw hebben ten bate van hun huwelijk
recht op alle steun die de kerk hun kan bieden door
voorbede, onderlinge hulp, pastorale zorg en pre
diking Personen die zich mede verantwoor
delijk weten voor de advisering en hulpverlening
vragen wij uitdrukkelijk kennis te willen nemen
van de veranderende opvattingen ten aanzien van
seksualiteit, huwelijk en gezin, die gaandeweg ge
groeid zijn, ook binnen de katholieke kerkgemeen
schap. Voor zover de bestaande instellingen voor
geestelijke gezondheidszorg nog geen adequate
hulpverlening kruinen bieden bij problemen be
treffende geboorteregeling, spreken wij de hoop
uit dat zij zo spoedig mogelijk hun onmisbare
hulpverlening kunnen uitbreiden.
2. Ten behoeve van de katholieken wier huwelijk op
onherstelbare wijze ontwricht is pleit de plenaire
vergadering voor een oplossing die meer is dan
een compromis of noodoplossing op pastoraal ni
veau. Zij wil daartoe de bevoegde personen en/of
instanties in de kerk met alle aandrang vragen:
a. een antwoord te zoeken op de theologische en
praktische problemen omtrent de onontbindbaar
heid van het christelijk huwelijk;
b. te streven naar de noodzakelijke correctie en ver
eenvoudiging van de bestaande kerkorde inzake
huwelijk, huwelijkssluiting, de huwelijksprocessen
en juridische aspecten welke door de burgerlijke
overheid reeds geregeld zijn.
3. De plenaire vergadering waardeert de nu bezig
zijnde herziening van het Nederlands^ echtschei
dingsrecht en verzoekt de daartoe bevoegde instan
ties deze zaak ook aan de orde te stellen in de
Raad van Kerken.
Het rapport „Ruimte tot menswording voor de
jeugd" heeft niet veel goede woorden kunnen wegdra
gen. De conclusies zijn dan ook bijzonder summier
gehouden en er waren dan ook meer blanco-stem
mers dan bij vorige gelegenheden. Twee punten:
2. Gezien het rapport en gehoord de daarop gevolg
de discussies is de plenaire vergadering van me
ning, dat de gegroeide aandacht van en voor de
jonge mensen beslist niet mag verslappen.
a. De plenaire vergadering verlangt dan ook dat de
inspraak van de jongeren in het nationale pasto
rale beraad en in de onderscheiden organen van
dit pastoraal concilie op effectieve wijze en blij
vend wordt gerealiseerd.
b. De plenaire vergadering geeft aan het concilie
secretariaat opdracht om in samenwerking met
de sectie jeugd en de jongeren-gedelegeerden
te zorgen dat de aanbevelingen en moties bij ge
noemd rapport, alsmede wat tijdens de hearings
naar voren is gebracht, niet onder de tafel ver
dwijnen.
c. Voor de verwezenlijking van het onder a. en b.
genoemde is het noodzakelijk dat in het concilie-
secretariaat minstens één persoon hiervoor wordt
vrijgemaakt.