Bij Terneusen maakt men het zeewater zoet VRIJDAG DE VIJFTIGSTE „MIES-EN-SCENE Al babbelend zegt zij „Ik weet eigenlijk nooit iets te vertellen Glijdend door de Everglades Impuls voor industrialisatie in Zeeuws-Vlaander en P. 2. E. M. CEHTRM-E TERHEUIER MINEX WMERFWMEK TUPPENCE, DE STRAATHOND Dameslectuur Zojuist verschenen ZOET WW ER PROMOTE 1,mÓ00.UTERPERUUR ELEKTRIC1TE1TSPR0MOTE 25.000.«UWMT SAMEN AAN TAFEL STEEDS MEER DRIE MANNEN ZEVENTIEN JAAR VIER KINDEREN GEEN BEDOELING GIECHELEND MINDER PRODUKTIE VAN TABAK DINSDAG 14 JA" Til 1969 STOOWPROBÜKTIE I32tohperobR Het lokkertje van Zeeuws-Vlaand eren. GROOTSTE „WATERFABRIEK" TER WERELD HtEEUW S-V LA ANDERENdat door zijn slechte oeververbindingen een krampachtige en vaak vergeefse strijd moet voeren om wat meer indus trieën op de Zeeuwsvlaamse klei te krijgen, heeft er een nieuw „lokkertje" bij: de grootste fabriek ter wereld, die uit zout zeewater zoet water maakt voor in dustrieel gebruikHet is de eerste waterfabriek op het Europese vasteland. De fabriek in de Nieuw Neuzenpolder bij Terneuzen is nog niet officieel in gebruik. Er wordt nog proefgedraaid, maar wanneer over enkele maanden de verdampers van dit complex definitief in gebruik worden genomen, zal de fa briek dertig miljoen liter zoet water per dag gaan afleveren. HPuppence, de straathond, speelt de hoofdrol in het gelijknamige boek van Diana Pullein-Thompson. De hond Is de vriend van twee jongens, Mark en Darkie, die het beest van de ver drinkingsdood hebben gered. Omdat bjj geen van de twee kinderen plaats is voor de hond hun ouders maken be zwaar tegen een meeëter wordt het dier in een leegstaande schuur onder gebracht. De moeilijkheden beginnen pas goed, als Tuppence zijn verzorgers met een nest jonge hondjes verrast. En uitzicht loos wordt de toestand als de schuur door een bende in brand wordt gesto ken. Na heel veel moeilijkheden, komen Tuppence en de jonge hondjes toch nog goed op hun pootjes terecht. Via een pastorie komen ze allemaal in een fijn tehuis. Tuppence, de straathond is een ver haal voor de jeugd van 8 tot 14 jaar. Het werd vertaald door M. L. Ohl en uitgegeven door de Zuid-Hollandse Uit gevers Maatschappij in Den Haag. Een fijn boek met 163 pagina's spannende lectuur. Tn de Cultuurserie van de Zuid- Hollandse Uitgevers Maatschap- Ptf te Den Haag verschenen 2 goedver zorgde boeken, die wij als „betere da meslectuur" zouden willen aanmerken. In de eerste plaats noemen wij „Lady Hamilton Nelsons grote lief de" door F. W. Kenyon, een histori sche roman over een zeer appetijtelijk Engels volksmeisje, zich noemende Emma Hart, dat hogerop wil en via het bed van enkele grote heren aardig carrière weet te maken. Het lukt haar om de maïtresse en later de echtgeno te te worden van de bejaarde Sir Wil liam Hamilton, die aan het einde van de achttiende eeuw Brits ambassadeur was in het Koninkrijk der beide Sici- liën, met standplaats Napels. Als Lady Hamilton ontmoet Emma daar admiraal Nelson, die in die tijd in de Middellandse Zee met de Britse vloot grote successen boekte tegen de Fransen. Er ontstaat dan tussen hen van lieverlee een wederzijds diepge wortelde liefdesverhouding. Naar onze smaak wat boeiender en in ieder geval meer eigentijds, is het tweede boek, een uit het Duits vertaal de roman, getiteld: „De hemel op aar de... is niet genoeg" door Utta Danel- la. Het is het levensverhaal van de Jonge, zelfbewuste Katarin Brugge, een exotische vogel in haar kleinbur gerlijk milieu in een vooroorlogs Duits provinciestadje. Zij kan goed piano spelen en gaat zich daarom in deze kunst bekwamen aan het conservato rium te Berlijn. In die stad bloeit ze op; ze leert er de liefde kennen en maakt er later de verschrikkingen van de bombarde mentsoorlog door. Terwijl haar min naar aan het front strijdt, raakt zij op amoureuze dwaalwegen. Na allerlei verwikkelingen wordt zij een gerijpt en door het leven gelouterd concertpianis te en vindt zij moeizaam de weg terug naar haar eerste en grote liefde. Van diverse zijden bereikten ons de volgende nieuwe uitgaven: Uitgeversmij Kosmos, Amster dam: „Uw tuin een lusthof", vijfde druk, door J. F. Ch. Dix en B. J.Gal- jaard (met foto's f 13,95); Van Her waarden/Voute: „Hoe verzorgen wij onze hond?" en M. E. Tittel- Schilper- oort: „De gehoorzame hond" (tips voor de opvoeding van uw viervoeter). Uitgeverij W. ten Have N.V., Am sterdam: „Op zoek naar een domici lie", een beschouwing gewijd aan het rusteloos zoeken van de moderne mens, door William Graham Cole, docent in de bijbelse literatuur aan verscheide ne universiteiten in de V.S., met jaren lange ervaring als studentenmodera tor (prijs: f7,90); „Je broeder Israël" door Schalom Ben-Chorin, een pionier van de oecumene tussen joden en christenen (f 7,90). Dit laatste boek is onderverdeeld in „Joodse existentie", drie essays als bijdrage tot de joods- christelijke dialoog, en „Het gesprek" een bijdrage tot het gesprek tussen jo den en christenen na het Tweede Vati caans Concilie. L. J. Veen's Utgeversmij, Amster dam: „Schimmen en silhouetten knip pen" door Anne Wichtel, „Knutselen met polycel" door J. Schüppel en „Werken met vilt" door Susanne Putschkausky, de Amsteltips nr. 21, 22 en 23 prijs per stuk f3,90. „De Arbeiderspers" N.V. te Am sterdam: „Spiksplinternieuw", verha len voor kinderen, verzameld door Wdm Hora Adema, prijs f6,15 Ae Kluwer, Deventer: „Kluwers kleine belastinggids 1969", prijs f3,75. Maar behalve dat: de waterfabriek zal ook elektriciteit gaan produceren, 25.000 kilowatt. Dat betekent, dat de nieuwe fabriek éénderde deel van Zeeuws-Vlaanderen van stroom kan voorzien. Ook dat maakt de Zeeuwse Vlamingen blij, want het betekent dat rij althans een deel van hen niet meer zonder licht komen zitten, wan neer een schip op de Wester-Schelder een van de kabels op de bodem van de Schelde aan flarden trekt. Want Zeews- Vlaanderen haalt zijn elektriciteit nog steeds van de „overkant". De bouw van de grootste waterfa briek ter wereld heeft 35 miljoen gulden gekost. In september 1967 werd met de bouw begonnen, nadat het ministerie van Economische Zaken uit het buiten land had gehoord, dat de produktie van zoet water en van elektriciteit heel goed te combineren is. Daarom zei het ministerie tegen de Provinciale Zeeuwse Elektriciteits Maatschappij in Middelburg en tegen de Industriële Watervoorziening Zeeuws-Vlaanderen: de industrieën heb ben meer zoet water nodig en er moet meer elektriciteit beschikbaar komen in dat deel van het land. Ga dan eens met elkaar praten, want het is niet ren dabel om alléén water of alléén elektri citeit te gaan produceren". De straten met verdampers. Dus gingen de PZEM en de IWZV met elkaar aan tafel zitten. Het resul taat was de waterfabriek bij Terneu zen, die de PZEM liet bouwen. Met zijn waterproduktie zal de fabriek niet al leen de bestaande industrieën van wa ter gaan voorzien, maar bovendien komt dit project goed te pas in de kraam van de rijkscommissie, die moet proberen meer industrieën naar Zeeuws- Vlaanderen te halen. Tot nog toe zorgden de industrieën in dit tamelijk geïsoleerde deel van Zeeland zélf voor het zoete water, dat ze voor hun produktie nodig hadden. Zij gebruikten leidingwater zoals Dow Chemical, dat dit water zélf chemisch zuiverde) of ze hadden eigen kleine verdampers, waarmee van zout zeewa ter zoet water werd gemaakt. Vast staat in ieder geval, dat de grootste afnemer van de nieuwe water fabriek Dow Chemical zal worden, die zich heeft verplicht zes miljard liter water per jaar af te nemen. De waterfabriek bij Terneuzen is tot nog toe alleen bereikbaar via modde rige binnenweggetjes en met stevige laarzen rond de voeten, om je door de stevige Zeeuwse klein te verplaatsen. Terwijl zo'n 150 arbeiders en technici Zeewater wacht op verdamping. met de befaamde „laatste hand" bezig zijn, zegt de bedrijfschef van de fabriek de heer H. Kooyman (44): „Ik ben ervan overtuigd, dat er steeds meer waterfabrieken moeten worden gebouwd. De noodzaak wordt steeds groter, want onze industrieën verpes ten het zoete water, dat er al is. De noodzaak om van zeewater zoet water te maken zal daarom steeds groter wor den". De heer Kooijman heeft, evenals zijn directe chef, ir. A. A. Romeyn (39), al heel wat ervaring opgedaan met wa terfabrieken. Hun laatste „klus" lag op Curasao, waar zij betrokken waren bij de bediening van de waterfabriek, die daar enkele jaren geleden werd ge bouwd. Nu brengen ze hun ervaring in praktijk door toezicht te houden op de bouw van de fabriek bij Terneuzen. Straks zullen zij de leiding op zich ne men bij het in bedrijf houden van deze nieuwe waterfabriek. De waterfabriek is volautomatisch. Dat wil zeggen, dat drie mannen in staat zijn het hele complex te bedienen. De heer Koojjman: „Deze mensen zul len zich in hoofdzaak kunnen beperken tot het controleren van de installaties. Verder behoeven ze nauwelijks iets te doen." Het complex bestaat uit een elektri citeitscentrale met een daaraan gekop pelde zoetwaterfabriek. Voorts staat ruim 'n kilometer verderop bij de Wes terschelde een pompstation, dat het zee water via een ondergrondse buisleiding naar een betonnen filterreservoir met een capaciteit van vierhonderdduizend liter pompt. Dit reservoir staat bij de waterfabriek. Van hieruit wordt 't zou te water naar de zestien verdampings- vaten (twee „straten" van acht vaten) gepompt. Het condens komt als regen naar beneden en wordt opgevangen. Vervolgens wordt dit zoete water weg- Drie mannen besturen in de regelkamer het complex. gepompt in het leidingnet van de In dustriële Watervoorziening Zeeuws- Vlaanderen. Het overgebleven zout wordt in 'n wateroplossing weer terug gepompt naar de Westerschelde. Om een beeld te geven van de gang van zaken: per uur wordt 2,4 miljoen liter zeewater naar de fabriek ge pompt. Er wordt 1,2 miljoen liter zoet water uit gedistilleerd. De overgebleven 1,2 miljoen liter pekel, die wordt te ruggepompt naar de Westerschelde, be vat 72 ton zout: dubbel zoveel als in ge woon zeewater. De heer Kooijman is trots op de ge weldige kluwen van stalen buizen en in stallaties, die waterfabriek heet. Hij Ttyp* Bouman is na elke uitzending van Mies-en-scène een teleurgesteld -*■" mens. „Het is nooit meer", zegt ze ondanks dat met haar spreekwoorde lijke opgewektheid, „dan zestig procent van wat ik me ervan had voorgesteld" Dat de meeste kijkers daar anders over denken mag blijken uit de omstan digheid, dat het programma al ruim drie en een half jaar draait en aanstaande vrijdag voor de vijftigste keer de lucht in gaat. Dat is voor Nederlandse begrip pen uniek. Zelf is ze er niet kapot van en ze vertelt dat onbekommerd in haar rustieke huis, dat achter een hoge heg ligt midden in het Gooise Blaricum. „Ik zou er jaren mee door kunnen gaan", zegt ze. „Als ik niet wat an ders ga doen zit ik over vijf jaar nog elke veertien dagen in Frascati" (de zaal waar het programma wordt opge nomen). Mies-en-scène heeft daarom zijn langste tijd gehad. Nog een program ma of tien en mevrouw Timp- Bouw man hoopt wat anders te gaan doen. Bij voorkeur moet dat een dergelijk programma worden dat dan 's avonds laat door de omroepen om beurten zou moeten worden uitgezonden. Liefst el ke dag. „Wat ik vandaag verknol, kan Willem Duys dan morgen goed ma ken". „Het zou een volwassen gebaar zijn, dat de televisie een geweldige impuls zou kunnen geven". En ze voegt eraan toe: „Het kijkgeld hoeft er niet voor omhoog. Dergelijke programma's zijn niet duur". Gniffelend: „Er zijn altijd mensen, die meteen roepen: moet dat van mijn goeie kijkgeld!" Ze heeft koffie gemaakt in een trans parant soort donderbus, waarop ze hard moet drukken voor er wat uit komt. Is ze nu, na zeventien jaar televisie (bij Vara, KRO en Avro), niet bang dat de kijker genoeg van haar krijgt? „Daar kan ik me niet druk meer over maken", zegt ze. „Het is gewoon een gegeven, 't Is vervelend als de mensen je niet mogen. Soms krijg je dat in de bus, maar dan staat er geen naam bij en dat raakt me niet. Er zijn mensen die witheet worden als ze Cor- ry Brokken op het scherm zien; ande ren zeggen alles af voor Lou van Burg. Er kijken er zoveel dat ik ei niet wakker van. kan liggen. Het erg ste wat me kan gebeuren is een pro gramma waar de één niet geestdriftig over is en de ander niet boos." Toch laten reacties haar niet onbe roerd. Bij de rel die het programma onderdeel Beeldreligie van „Zo is het" vijf jaar geleden ontketende, werd ook zij infaam verketterd, hoe wel zij niet aan het nummer meedeed. Beeldreligie, zou ze zelf zoals on langs is gebeurd niet opnieuw heb ben durven uitzenden. „Ik kan het beste situaties aan, die spontaan ontstaan', vertelt ze, „Ik moet er niet aan denken dat ik ook maar een kwart van de scheldkanno- nades over me heen zou krijgen van vijf jaar geleden". Met een vies ge zicht: „Dat moet ik niet meer in mijn huis". Dat de heruitzending zo weinig re acties heeft opgeroepen bewijst vol gens haar allerminst dat de mensen zijn veranderd. „De mensen leren niets", zegt ze. „Ik heb geen tijd om me boze reac ties erg aan te trekken. Als ik thuis kom vragen de kinderen alle aan dacht". Ze heeft vier kinderen: drie meis je# (4, 5 en 7) en een jongen (12). Mies en scène met Pierre Janssen. „Dat is een geluk. Als je geen kinde ren hebt, ben je teveel met jezelf be zig. Je hebt tijd om je overal aan te ergeren. Ik heb dat niet", zegt ze. Populariteit gaat ook vrijwel langs haar heen. „Ik merk niet meer dat de mensen naar me kijken. Ik heb een soort onzijdige blik gekregen. Als je mensen gaat aankijken en terug gaat glimlachen, dan ben je weg". Ze zakt terug in een bank, die heel wat comfortabeler moet zijn dat „de stoel". „Alleen met de kinderen is het een beetje vervelend. Je kunt niet meer onbevangen ergens met ze naar toe gaan. De mensen gaan je aanspreken en ze moeten met alle geweld snoep jes en zo geven. Heel erg!" zegt ze quasi huiverend. Ze maakt zich wat Mies-en-scène be treft geen illusies. „Ik ben free-lan ce", zegt ze „ik hoef niet. Het is voor mij pure ontspanning. Ik vind het heerlijk om te doen. Het puzzelwerk van tevoren is daarbij verreweg het leukste. Het resultaat de uitzending zelf hoeft wat mij betreft niet eens meer". Wat fel gaat ze verder: „Ik wil niets met het programma. Ik heb trou wens een huis, een gezin en een tuin. Ik wil vaak thuis zijn. Ik vind het fijn om dingen voor mezelf te doen". Zij kijkt naar buiten, waar de tuin er winters miezerig bij ligt. „Ik werk graag in de tuin. Omgespitte grond vink ik prachtig. Van het spitten word je zo lekker lichamelijk moe niet dat duffe moe van te laat opzitten of teveel drinken". Ze zou wél kardinaal Alfrink („een enige man") in de stoel willen hebben, premier De Jong en de schrijver W. F. Hermans. „Ik bel er heel wat af", verklaart ze. Zo heeft ze minister Klompé benaderd, maar die wil niet omdat de ministers hebben af gesproken tijdens hun ambtsperiode niet op te treden in „semi-amusements- programma's". „Ze heeft gelijk", zegt mevrouw Timp, „wij zijn helemaal een amuse mentsprogramma al is het lang niet altijd om te lachen." Ze doet thuis, zoals ze voor de came ra doet. Ze praat gemakkelijk, kijkt giechelend brieven door die ze heeft ge kregen, springt op voor de telefoon (waar ze telkens uit moet leggen dat Mies Bouwman mevrouw Timp is en omgekeerd) en zegt terwijl ze gedurig aan het woord is: „Ik weet eigenlijk nooit iets te vertellen." Ze kijkt niet veel naar televisie. Wat ze zou willen zien, de journaals, mist ze door de bedtijden van de kinderen. Ook haar eigen programma dat direct wordt uitgezonden, ziet ze nooit. Ze heeft zichzelf één keer op de tv gezien. „Ik wist niet wat me overkwam. Daar stond een méns! Afschuwelijk!", rap porteert ze. zegt: „Die dingen elders in de wereld, zoals op Curasao en Malta en in Koe weit zijn maar lilliputters hierbij ver geleken". t|et Everglades-moerasgebied in de Amerikaanse staat Florida behoort tot de mooiste streken ter wereld. Bo vendien is het een paradijs voor biolo gen, gezien de grote verscheidenheid en zeldzaamheid van flora en fauna. De moeilijkheid is echter hoe in deze pracht door te dringen. De streek i« zo moerassig, dat zelfs de oorspronke lijke indiaanse bewoners bepaalde ge deelten angstvallig meden. Gemotori seerde voertuigen stranden. Bootjes met buitenboordmotoren raken onher roepelijk vast. Misschien dat een ho vercraft, in het Nederlands wel zweef- tuig geheten, hier zijn weg zou kunnen vinden maar de kosten van een derge lijk voertuig zijn wel erg hoog. Toch is er een oplossing gevonden. De „air- boat" vindt in het moeras net zo ge makkelijk zijn weg als een slang. De eerste „airboat" of „blowboat", waarvoor de beste Nederlandse bena ming waarschijnlijk „propellerboot" as, werd zo'n veertig jaar geleden al ont worpen. In de loop der jaren werd het principe verder ontwikkeld en het vaar tuig, dat momenteel in gebruik is, is een ondiepte lichtgewicht-boot met een platte bodem, vervaardigd van alumi nium. De breedte varieert van 1,2 tot 1,5 meter en de lengte bedraagt 3,6 me ter of meer. Achterop is een vliegtuig motor met een vermogen tussen de 60 en 240 pk met een propeller gemon teerd. De besturing geschiedt door mid del van een of twee richtingsroeren. Het aantal personen dat met een derge lijk bootje vervoerd kan worden vari eert van 1 tot 12. Voor anderhalve dollar kan men in Zuid-Florida een trip van een half uur tje door de Everglades maken. Het is een wonderlijke ervaring over het moe ras te glijden met een vaart van zo'n 40 a 50 km per uur. Deze snelheid is spoedig bereikt. Gras en waterplanten schieten langs de boot, water wordt af gewisseld door stukjes drassig land, piet vaak half vergane boomresten. Met elke bocht, die de reiziger de sensatie van een slippende auto geeft, omdat de boot geen kiel heeft, veran dert het decor. De overhangende man groves wekken een mysterieuze indruk. Ondanks het windscherm lopen er tra nen over de wangen. Spreken is onmo gelijk. Alleen het geronk van de vlieg tuigmotor is nog hoorbaar en men merkt pas als de reis voorbij is als de propellerboot stil licht. WASHINGTON De tabaksproduk- tie in de wereld heeft in 1968 ongeveer 9,9 miljard pounds (453,6 gram) bedra gen, vier procent minder dan de pro duktie in het recordjaar 1967, maar meer dan 11 procent boven de gemid delde produktie in de jaren 1960-64. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw heeft bekendgemaakt, dat de geringe produktie voornamelijk in Noord-Amerika, Europa en Afrika plaats had. De oogst in Afrika loopt terug, voor namelijk omdat in Rhodesië en Mala wi plantages worden gesloten.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9