ZIEZO zaterdag IS januari 1969 Huis aan huis antiek, maar toch: E, Mensen van 2000 moeten zich er ook nog prettig kunnen voelen W E£ M; De RH Buren zal nooit een levend museum worden r lopen wel moeders met kin derwagens, ze gaan winkel in, winkel uit, of even naar het postkantoor - maar waar zijn de mannen van Buren? De meesten van hen werken in Tiel, in Geldermalsen of op het terrein buiten Buren, war de stad zelf ook industrie aan 't opbouwen is. Dit forensenleven bepaalt sterk het stads beeld overdag: het is stil op straat. Dat valt nog meer op door het decor: bij na huis aan huis antieke geveltjes, met daartussen als uitroeptekens grotere monu mentale gebouwen. Alles eeuwen oud. Een toerist wil er wel eens van zeggen, dat het allemaal wel iets lijkt ,op een levend mu seum. Daar is hij toerist voor. De Bu- renaar zelf echter voelt zich allerminst als een ledepop in een museum. Hij is een Westbetuwenaar, die zich thuis voelt in 1969. Hij vindt het best leuk dat zijn woon plaats alsI weinig andere oude stadjes vrij wel in haar geheel geconserveerd is, wil er nog wel trots op zijn óók - maar het moet niet kneuterig worden. Is er soms een bui tenstaander, die dat niet tijdig inziet? Het zal hem vroeg of laat vergaan zoals het een belangrijk lid van een nog belangrijker re geringsdelegatie verging, op een werkbe zoek in Buren. Die bezoeker zei, staande voor een klein oud huisje: ,,'t Is wel leuk maar kun je daar nou ook in wónen?" Waarop de bewoner van het huisje de deur openwierp en hem toebeet:„Ik weet niet wat u wilt, maar het is mijn huis en het is een góed huis." Later kreeg de delegatie gele genheid andere huizen van binnen te be kijken. Achter de antieke gevels zagen zij toen de moderne interieurs, ingericht op"' comfortabel wonen. ant zó gaat dat in Buren. Er is de vaste wil om het bijna zeshonderd jaar oude stadje als een vrijwel aaneengesloten geheel te conserveren, maar de bewoners zullen er nooit als opgezette dieren in te pronk staan. Ook in het jaar 2000, als Bu ren er dus in grote lijnen nog net zo moet uitzien als nu, moeten de mensen van het jaar 2000 zich er thuis kunnen voelen. Bur gemeester R. A. van Sandick - al meer dan twintig jaar hier - zegt: „We zijn hier al tijd bezig met het zoeken naar de synthese tussen behoud van het oude en leefbaarheid. Het is erg prettig dat we het daarover eens zijn in onze gemeente en dat er ook begrip voor bestaat bij hogere bestuurs organen en bij monumentenzorg." Bij het zoeken naar die synthese wordt uiterst nauwkeurig gewerkt, maar tegelijkertijd met een ruime visie op hetgeen mensen van nu nodig hebben om prettig te kunnen le ven. Zo is het mogelijk geworden, dat ach ter perfect gerestaureerde gevels en onder dito daken woonruimten zijn gekomen, die nieuwbouwbewoners van elders in vervoe ring brengen. Zo is men ook op het idee gekomen, zoveel mogelijk openbare gebou wen en kantoren in gerestaureerde panden onder te brengen: het restaureert immers bijzonder plezierig als je meteen al *n goe de bestemming voor het gebouw hebt. Voor diensten en dergelijke is het dan ook zel den een probleem, behuizing te vinden in Buren. Er wordt altijd wel iets gerestau reerd, dat straks beschikbaar zal komen. Veeleer is het tegenovergestelde moeilijk: het vinden van een bestemming voor all' te restaureren panden. En wat te doen met de plaatsen waar wer kelijk gaten vallen, omdat minder waarde volle oude panden gesaneerd moeten wor den? Ja, daar moet nieuwbouw komen. Maar Buren kreeg toestemming, woningwetwonin gen te bouwen, die niet uit de toon zouden vallen Dat kwam wel wat duurder uit na tuurlijk, maar de huurder heeft er geen last van: de hoge kosten werden opgevangen door het rijk en door de stichting Oud-Bu ren. Wèl voordeel: ze zijn bijzonder solide gebouwd. Nog meer open plekken? Daar komen dan parkeerterreinen voor de win kelende streekgenoten en toeristen. Parkeer- Waar het mogelijk is, blijft ook het interieur ongerept mits de bruik baarheid gehandhaafd blijft. Is die gemeenschap hecht aan eengesloten, ontoegankelijk is zij niet. Een stadje als Buren trekt natuurlijk kunste naars aan, de een met wat meer. de ander met minder vermogen om zich bij de naaste omgeving aan te sluiten. Zij zijn welkom en er zal nog meer plaats voor hen zijn als straks de restauratie van de oude muur- huisjes met atelier klaar is. De Rotter damse architect, J. Vijfvinkel woont sinds drie jaar on een onbewoonbaar verklaard huisjescomplex, dat bij zelf zeer bewoon baar heeft gemaakt. Binnenkort verhuist hij naar een gerestaureerd pand aan het her stel waarvan hij zelf ook meewerkt. Hij en zijn vrouw, die interieur-architecte is, kun nen hier heel plezierig wonen en werken. Een grote stap van Rotterdam naar Bu ren? „Och nee. Mijn vrouw had laatst een mooi leren pakje aan. Toen zei ik nou, als dat maar niet te hip is voolr hier. Maai* niks hoor, geen mens keek er van op. Net zomin als in Rotterdam." Anderen zeggen dat de Burenaren niet zozeer kijken hoe je het doet, maar óf je wat doet.* Iemand die werkt is welkom, iemand die niet werkt kan beter wegblijven. Dat is de maatstaf die de Bure naren en zij niet alleen ook voor hun eigen samenleving aanleggen. En waar iedereen met dezelfde maatstaf wordt geme ten, daar kun je toch zeker spreken van een open maatschappij. Dit maakte de architect Vijfvinkel van een onbewoonbaar verklaarde woning Een antieke bakkerij, nu directiekan toor van de gemeentelijke technische dienst. -en maatschappij, die graag niet alleen in steen en hout van gerestaureerde huizen, maar ook als eigen bestuurlijke een heid zou willen voortbestaan. Met dat eerste zal 't wel lukken, maar punt twee ligt moei lijker. Er is immers het plan voor gemeen telijke herindeling van de West-Betuwe, waarin Gedeputeerde Staten de wens te kennen geven Buren bij Geldermalsen te voegen. Buren is ervan overtuigd dat het geen gevoelsargumenten gebruikt, wanneer het aandringt op wijziging van dat plan. Een gevoelsargument zou zijn dat men elkaar op grond van veten uit een bewogen verleden of zoiets niet goed verdraagt. Maar dat komt helemaal niet ter sprake. De argumenten zijn zakelijk: onder meer wordt erop gewe zen dat het ingrijpende regeneratieproces va-n Buren een zo dicht mogelijk bij de be volking staand gemeentebestuur vereist. Bo vendien wordt aangevoerd dat het grondge bied van Buren niet nodig is voor de uitbrei ding van de drie streekcentra. Komt het toch tot gemeentelijke herindeling in dit deel van de Betuwe, dan zal Buren niet als vanouds gewapend naar de stadswal snel len, maar wel voorstellen een plattelands gemeente te vormen tussen de kernen Tiel, Culemborg en Geldermalsen, met. als woon kernen in ieder geval Buren en Beusichem. Een raadsvoorstel van die strekking is al aangenomen. terwijl met zijn eigen mede- Burgemeester R. A. van Sandick: werking dit pand voor hem wordt ,,Onze mensen moeten zich hier in gerestaureerd. het jaar 2000 ook nog thuis voelen". terreinen, dié niet uit de toon vallen doch heel bruikbaar zijn voor de springle vende mensen van 1969. I aar gewone nieuwbouw moet er natuurlijk ook zijn. Die voltrekt zich hele maal buiten de stadswal. Blijft er dan veel over van het idee, Buren als aaneengesloten geheel te conserveren en toch de mensen erin te houden? Dat lukt heel aardig, zegt burgemeester van Sandick. Alle verzor gingscentra blijven namelijk consequent in de stadskern. Geen winkels, geen bureaus dus in de twee wijken buiten de stadswal. De bewoners van die wijken blijven daar door nauw betrokken bij 't dagelijkse leven in Buren en ze hoeven nooit verder dan 'n minuut of tien te lopen om er te komen. In een grotere stad zou dat levendige protes ten opleveren. Niet alzo in Buren. „De men sen hebben hier een gezond gevoel van ei genwaarde en zelfstandigheid in hun eigen plaats", zegt de burgemeester. „Ze denken zeker niet minder modern dan anderen, maar ze doen het graag in hun eigen woon plaats. Daarom zie je ook zo weinig mensen van hier naar elders verhuizen. Doen ze het toch omdat hun beroep dat met zich meebrengt, dan zie je ze heel vaak na hun pensione ring terugkomen." Die burgerij, zo hecht aaneengesloten, telt nu ruim 2200 zielen. 'e restauraties gaan voort. Van de Rodeheldenstraat (zeker niet genoemd naar de helden van de Sovjet-Unie) naar de Bagijnenpoort, van de Herenstraat naar het Weeshuis, overal kloppen de hamers en schrapen de troffels. Onlangs werd het post kantoor in zo'n gerestaureerd gebouw on dergebracht. Achter de ramen van een an der pand zie je allemaal diepvrieskastjes: dat is de diepvriescentrale, waarvoor ruimte moest komen, die ook weer inleen gebouwtje werd gevonden, waarvan de restauratie juist was voltooid. Achtenvijftig huizen en ge bouwen staan nu op de lijst van „alsnog te verwerven panden". Ze zullen alle achten vijftig de beginstreep naar de nieuwe toe komst wel halen, want er mislukt verbluf fend weinig in deze wonderlijke tempel van de synthese. Waarschijnlijk ook. omdat men er zo ste vig met beide benen op de grond blijft staan... Zó kan een moderne woningwetwoning in Buren eruit Men.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 11