DEZE WEEK: nader beschouwd
Wens voor scheidende president
In de verkeerde hoek
FINANCIËLE OVER VAL OP
WERELD-INDUSTRIE
DE MISDAAD
NA 40 JAAR
Motief van het drama
van Lucaswolde
Van burgemeester
Miedema mag
iedereen meepraten
Franse glas-strijd houdt
de wereld in spanning
Anders geaard
Politiehater
Arrestatie
Uitspraak
Gevlucht
Nog maar weinige uren en het zwaar
ste ambt ter wereld, het presidentschap
van de Verenigde Staten, zal Lyndon B.
Johnson van de schouders genomen wor
den - voortaan zal Richard Nixon „mis
ter president" zijn, de figuur in wiens
handen een enorme macht ligt maar op
wiens doen en laten dan ook altijd en
overal het volle zoeklicht van de publici
teit valt... en de volle zwaarte van de kri
tiek.
Johnson heeft van dit alles zijn deel ge
had - bijna meer dan zijn deel want nie
mand voor hem ia zo openlijk en veel
vuldig door de jeugd der wereld voor
moordenaar uitgekreten. Men kan dan
teggen dat een politicus gehard moet zijn
In het aanhoren van kritiek, ook de hard
ate mens ter wereld zal momenten ken
nen waarop zulke aantijgingen hem door
merg en been gaan. En Johnson heeft
nooit de indruk gewekt dat hij zo heel
erg hard wasl Eerder maakte hij soms de
Indruk dat hij zich teveel door zijn emo
ties liet meeslepen en dusdoende een rich
ting werd ingedrongen die hij bij nader
Inzien misschien niet had gewild. Men kan
zich zelfs afvragen of de Vietnamese oor
log deze zelfde intensiteit zou hebben be
reikt bij een minder emotionele president.
Dit alles Is nakaarten Johnson treedt
af en de geschiedenis zal haar oordeel
over hem vellen. Op dit moment past het
zelfs als men het met de politicus
Johnson niet altijd eens is geweest
de mens Johnson de waardering te ge
ven die hem toekomt.
Want hij heeft zichzelf tot het
uiterste gegeven, in dienst van zijn land.
in dienst van de wereld, In dienst van de
vrede. Keihard heeft hij gewerkt, dag en
nacht dikwijls. De democratie van zijn
land en de tradities van zijn land heeft
hij hoog gehouden, ook in de moeilijkste
ogenblikken. De armoede en de ongelijk
heid in zijn land is hij te lijf gegaan op
bewonderenswaardige wijze - dat hij niet
meer heeft kunnen bereiken is zeker aan
de Vietnamese kwestie te wijten die zijn
aandacht heeft afgeleid en zijn middelen
heeft beperkt. Hij zou een prachtige vre-
despresident geweest zijn -de tragiek
was dat hij oorlogspresident moest zijn.
Zijn tijd is voorbij, hij kan de rust gaan
nemen die hij verdient. Het zij hem gege
ven dat hij de vrede mag zien waarnaar
hij zo oprecht heeft gestreefd maar die
hij nooit heeft kunnen verwezenlijken. Dat
laatste heeft hem pijn gedaan - maar het
zal zijn vreugde niet temperen als Viet
nam eens weer aan de opbouw zal kun
nen beginnen in vrede en vrijheid.
Er ia een tijd geweest dat Nederland
behoefte had aan een vereniging voor
seksuele hervormng. Aan een groep van
mensen die zich wilden bezinnen op de
plaats die het lichamelijke, het seksuele
In ons aller leven inneemt. Die er op ha
merden dat er op dit terrein meer open
heid aan de dag zou worden gelegd:
meer openheid tussen de echtelieden want
heel wat huwelijken zijn verdord omdat
men met elkaar niet eens een gesprek
hierover durfde voeren; meer openheid
ook ten aanzien van de jeugd die op haar
weg naar de volwassenheid maar al te
veel in het onzekere werd gelaten met al
le kwalijke gevolgen van dien. Men kan
In het midden laten of de Nederlandse
Vereniging voor Sexuele Hervorming wel
de juiste mensen binnen haar kring heeft
verenigd maar door het zo te stellen
wijst men tevens vele andere groepen als
de schuldigen aan, de kerken niet in de
laatste plaats. Zij hebben op dit punt hun
taak niet of te laat verstaan en als de
Vereniging voor Sexuele Hervorming nu
In een hoek is terecht gekomen waar men
haar liever niet had gewenst, dan hebben
de critici daar mede schuld aan.
Naar onze mening is de NVSH in een
verkeerde hoek terecht gekomen. We pra
ten nu niet over de vraag of we met
haar fanatieke propaganda voor geboorte
beperking op de goede weg is en we pra
ten ook niet over de ruzies die regelma
tig binnen de club optreden met al dan
niet ontslagen hoofdbestuursleden, redac
teuren, enz. Dat zijn binnen een vereni
ging belangrijke beleidszaken, maar het
hoeft allemaal aan de juistheid der idea
len niets af te doen. Veel betreurenswaar
diger vinden we het dat men zich heeft
laten meesleuren door de vloedgolf van
sexs die deze wereld heeft overspoeld.
Dat men niet (meer) Inziet dat lichame
lijkheid en seksualiteit niet het een en
het al In het leven zijn en dat het bed
niet de enige en ook niet het belangrijk
ste meubelstuk is van de mens. In plaats
van zich bezig te houden met te verdedi
gen seksuele hervorming is men terecht
gekomen in de hoek van bijkans perver
se, normloze en moraalloze seksualiteit.
Het Is spijtig dat we deze conclusie
moeten trekken - maar ais men het ja-
nuari-nummer van Sextant gelezen heeft,
het voorlichtingsblad van de NVSH (opla
ge 250.000 exemplaren!) en men heeft via
de rel rond het drukken kennis genomen
van wat de lezers in het februari-num-
mer zal worden voortgezet, dan kan men
niet tot een andere conclusie komen dan
die van Vada-directeur Zomer: „Het is
zonder meer vies want het ontaardt in
smerige praatjes!" En nu mag men met
ons van mening verschillen of het juist
is dat een naakte vrouw (met bril op en
haakwerkje in de hand!) de voorpagina
van Sextant-in-kleurendruk Siert het
lijkt ons met seksuele hervorming niets
van doen te hebben! - en of dat juist
is de meest gore opmerkingen van onvol
wassen sexblad-redacteuren en -redactri
ces in het blad af te drukken ook hier:
't lijkt ons met seksuele hervorming niets
van doen te hebben we blijven bij de
totaalindruk dat dit alles alleen maar
moet dienen om te prikkelen, om lusten
op te wekken, om zich in de sex te stor
ten. Boven het blad zou als motto ge
schreven kunnen zijn: „Alles mag, hoe
smeriger en perverser hoe mooier als
er maar geen kindertjes van komen want
daar is de wereld niet mee gediend!"
Toen paus Paulus zijn encycliek Huma-
nae Vitae het licht had doen zien, hebben
we ons daartegen gekeerd, omdat naar
onze mening het twee-een zijn van twee
mensen hierin niet de plaats had gekre
gen die het toekomt. Maar dat de zorg
van de paus over het misbruik van ge
boortebeperkende middelen en alle gevol
gen van dien voor de menselijke moraal,
volkomen terecht is bewijst de Nederland
se Verenigng voor Sexuele Hervorming
en bewijst het maandblad Sextant. Men
kan er te meer begrip voor opbrengen
dat de paus dit alles met een radicaal
verbod tegemoet is getreden. Want vele
benen blijken niet sterk genoeg om de
weelde van de vrijheid en de eigen ver
antwoordelijkheid te dragen.
Burgemeester mr. J. P. Miedema kijkt naar de dertig hard
houten stoelen, die in vijf keurige rijtjes van zes de publieke
tribune vormen in de smalle raadzaal van het Groningse
dorpje Winsum. „Ze kunnen eventueel wat dichter op elkaar
geschoven worden en dan kunnen er nog wel een paar rijen
bij", zegt hij. Dat zou wel eens hard nodig kunnen zijn, wan
neer de raad half februari de begroting voor d# jaar gaat
behandelen.
Alle stoelen zijn gewoonlijk tijdens de begrotingsbehande
ling bezet, maar dit jaar kan als de raad het voorstel van
B. en W. tenminste goedkeurt het publiek met college en
raad meediscussiëren. Dat zal de belangstelling voor de on
gemakkelijke zetels ongetwijfeld sterk doen stijgen. Als er
méér van de 3550 inwoners komen dan de raadzaal kan ber
gen, wordt de vergadering waarschijnlijk in een andere
ruimte belegd. „Maar ik blijf het liefst in de sfeer van de
raadzaal", zegt burgemeester Miedema, „onder het portret
van de Koningin".
De jurist Miedema, 34 jaar, sinds drie jaar eerste burger in
Winsum en daarvoor assistent-griffier van de Tweede Ka
mer, vraagt het meestal aan de gemeentesecretaris wanneer
hij iets over de gemeente wil weten. Maar ook zonder die te
raadplegen meent hij wel te weten dat de gemeentewet deel
neming van niet-raadsleden aan de discussie over de begro
ting niet verbiedt.
„Het kan op twee manieren. Je kunt nadat de raadsleden in
eerste termijn hebben gesproken, na de algemene beschou
wingen dus, het officiële gedeelte van de vergadering slui
ten en dan de publieke tribune aan het woord laten. Je kunt
ook eerst de hele vergadering afwerken. Dat moet de raad
maar uitmaken. Omdat bij ons de algemene beschouwingen
in twee delen zijn geknipt, waartussen een dag of een paar
dagen liggen, vind ik het voordeel van de eerste mogelijk
heid, dat de mensen dan rechtstreekser kunnen reageren
op de woorden van de raadsleden. Maar het voordeel van
de tweede mogelijkheid is, dat de aanwezigen eerst de ant
woorden van het college hebben kunnen horen voordat ze
hun eigen opmerkingen maken".
Het idee om het publiek meer bij de begrotingsbehandeling
te betrekken stamt van de nog net geen twintig jaar oude
Jan Sierts, al geruime tijd actief in de politiek als lid van
de Arjos en voorstander van een jeugdparlement. „Hij kwam
op een avond vlak voor het nieuwe jaar bij me langs met
zijn voorstel", aldus de heer Miedema, „en ik zag er direct
wat in. Ik pleegde overleg met de twee wethouders en die
waren er ook voor. Daarna is het voorstel naar de raad ge
gaan. Eind deze maand komt het in behandeling. Het is een
mooie gelegenheid om de burgers inspraak te geven, een
verlangen waarmee ik het geheel eens ben"
De elf raadzetels in Winsum worden bezet door ARP (5),
P.v.d.A. (4), C.H.U. (1) en V.V.D. (1), een patroon dat het
dorp al vele jaren volgt bij de gemeenteraadsverkiezingen.
„Het voor of tegen deze voordracht zijn zie ik meer als een
kwestie van mentaliteit dan van politieke richting", zegt de
heer Miedema, die lid van de A.R.P. is.
De begroting waar straks over gepraat zal worden, is met
veel pijn en moeite sluitend gemaakt, als de aanvullende
bijdrage uit de schatkist tenminste zo groot uitvalt als B. en
W. hopen. „We hadden eerst een niet-sluitende begroting.
Maar juist vanwege deze plannen tot inspraak van het pu
bliek hebben we hem omgewerkt. Een niet-sluitende be
groting kan die inspraak frustreren, omdat ze geen speel
ruimte biedt".
Er wordt ook in Nederland nog
al wat aandacht besteed aan de
ruzie tussen twee (zeer grote) glas
industrieën in Frankrijk die el
kaar naar het leven staan. Tel
kens weer komt men berichten te
gen dat beide partijen een en soms
twee advertentiepagina's in haast
alle Franse dagbladen hebben ge
kocht, de een om de aandeelhou
ders (van de tegenpartij) op de
hoogte te brengen van het zeer
gunstige bod dat men op de aan
delen heeft gedaan, de ander om
de (eigen) aandeelhouders ervan
te weerhouden op dat bod in te
gaan. Om het in Nederlandse ter
men van het laatste halfjaar uit te
drukken: er wordt in Frankrijk
een financiële overval gepleegd en
de strijd tussen beide woedt op dit
ogenblik in volle hevigheid. Waar
mee dan ook de Nederlandse be
langstelling verklaard is: de al
dan niet vrijwillige overnemingen
en fusies tussen bedrijven die wij
de laatste jaren hebben meege
maakt, vragen om een wettelijke
regeling of op z'n minst om een
erecode voor deze materie. Hoe
men dit in Frankrijk gaat oplossen
kan hierbij tot lering strekken.
Daarvoor is het nodig dat men
in dit verhaal-in-afleveringen de
draad kan terugvinden onze
Parijse correspondent vertelt hier
onder hoe de vork in de steel zit.
Het begon op 21 december. Op
die dag deed de glasfabriek Bous-
sois-Souchon-Neuvesele (B.S.N.) een
bod van 230 francs uit te beta
len in converteerbare obligaties
op de aandelen St. Gobain, die toen
ca. 150 noteerden. B.S.N. stelde
hierbij de voorwaarde, dat er vóór
27 januari 3.366.000 aandelen St.
Gobain moesten worden aangebo
den wilde zij 't bod gestand doen.
Dit was circa een derde van de
11,5 miljoen aandelen St. Gobain,
die in handen zijn van tweehonderd
duizend aandeelhouders.
Het was een donderslag bij hel
dere hemel en men kan zich de ver
wondering voorstellen van de Fran
sen. Een onbekende glasfabriek wil
de een van de weinige Franse indus
trieën op Europees, zo niet wereld
niveau, opkopen, dan wel een con
trolerende positie er in verwerven.
St. Gobain behoort namelijk met
haar 153 fabrieken over de hele
wereld en ruim 100.000 werk
nemers tot de grootste onderne
mingen op aarde. Het exploitatie-
cijfer van dit meer dan 3 eeuwen
oude bedrijf ligt in de buurt van
de 9 miljard fr. De winst na be
lastingen bedroeg in 1967 meer dan
130 miljoen francs. Voor 1971 wordt
er een winst van 250 miljoen francs
in het vooruitzicht gesteld.
Deze reus werd nu opeens be
dreigd door B.S.N. die weliswaar
een veel kleiner bedrijf is, maar
kerngezond. Het is op het gebied
van vensterglas zelfs het grootste
van de wereld. Zo heeft het onge
veer 80 pet. van de Duitse markt
op dit gebied in handen. Met veer
tigduizend werknemers bereikt het
een exploitatiecijfer van twee mil
jard francs per jaar. Zijn aande
len staan op de beurs in de buurt
van de 1000.
Deze groepen hebben niet altijd
zo vijandig tegenover elkaar ge
staan als nu. Op veel punten werk
ten zij zelfs samen. Samen had
den zij een meerderheidsbelang in
Seprosy, die plastic emballagema
teriaal produceert en bij Sovis voor
't vervaardigen van speciaal glas.
Zelfs hadden zij gezamenlijke
filialen, zoals Triplex (autoglas) en
Sogever (voor de expansie van glas
produkten). Vrijwel al 't spiegel
glas, dat in Frankrijk wordt ver
kocht, wordt door een gezamenlijk
filiaal van deze onderneming ver
vaardigd. Hoe is deze vriendschap
en samenwerking zo opeens in vij
andschap en concurrentie kunnen
verkeren? Vermoedelijk ligt het
antwoord in de verschillende aard
van elk van de concerns.
Sinds oktober 1665, toen door be
paalde privileges van koning Lode-
wijk XIV de Koninklijke Glasfa
brieken werden omgezet in de Com
pagnie de St. Gobain. is dit bedrijf
'n aritocratische onderneming ge
bleven, steunend op oude, vaak
overjarige tradities. In het midden
van de vorige eeuw werd de ingang
van 't hoofdgebouw in 't centrum
van Parijs nog bewaakt door twee
wachters met hellebaarden, gesto
ken in uniformen van de konink
lijke garde met de rode broek.
Vandaar ook de tegenstelling dat.
hoewel St. Gobain het meest ge
perfectioneerde onderzoekcentrum
van Frankrijk bezit, waaraan zij
zes miljard francs per jaar be
steedt, zij nog geen 50 jaar gele
den het glas produceerde volgens
het procédé uit de tijd van Lode-
wijk XIV.
Daartegenover komt te staan
de jonge, dynamische en moder
ne B.S.N., die onder leiding van
haar president-directeur-generaal
Antoine Riboud (51) voortdurend
op een verovering uit is. In dit op
zicht lijkt deze bankierszoon uit
Lyon precies op de dictator van
Fiat, Agnelli, die ook meer finan
cier dan fabrikant is.
Het verschil in aard kwam dan
ook het beste tot uitdrukking toen
in 1959 de Engelse firma Pilking-
ton Brothers het Floatglass-procé-
dé uitvond, waardoor de kostprijs
van het glas met 25 pet. kon wor
den verminderd. B.S.N. bedacht
zich geen ogenblik en kocht de li
centie. St. Gobain daarentegen
weigerde het te kopen. „Wij pro
duceren in Frankrijk een beter
soort glas dan de Engelsen met
hun nieuwe procédé kunnen berei
ken en tegen een redelijke kost
prijs."
Slechts in die landen, waar de
fabrieken van St. Gobain minder
goed waren uitgerust dan die in
Frankrijk, ging de onderneming
op het nieuwe procédé over.
literaard zag Antoine Riboud
hierin een gevaar voor zijn
eigen bedrijf. „St. Gobain en
B.S.N. zijn twee parallelbedrij-
ven", zei hij. „Met de snelle tech
nische ontwikkeling kan ons dit
parallellisme duur te staan ko
men. Wij worden als gevolg daar
van beide zwakker. Bij de huidi
ge internationale concurrentie kan
dit niet alleen St. Gobain, maar
ook de B.S.N. noodlottig worden.
Daarom zijn wij gedwongen om
samen te werken."
Eind 1967 zocht hij daarom con
tact met de 64-jarige president-
directeur-generaal van St. Gobain,
Arnaud de Vogué. Na vier lange
onderhandelingen, waarin op ver
schillende punten wel overeen
stemming werd bereikt, weigerde
De Vogué dit zakelijke huwelijk.
Daarom moest Antoine Riboud
een andere weg inslaan. Hij over
tuigde de banken Lazard Frères,
de Nederlands-Franse Banque de
Paris et des Pays-Bas en Neufli-
ze-Schlumberger van de noodzake
lijkheid van deze fusie en met hen
is hij nu de grote aanval op St.
Gobain begonnen.
Misdaad is geen HJ dsTsrachQnasl en
criminaliteit is niet gebonden aan
een bepaalde maatschappijstructuur.
Want ook al sal niet ledereen kun
nen en willen onderschreven dat
„de mens van nature geneigd is
God en z(jn naaste te haten"
zoals de Heidelbergse Catechismus
het omschrijft niemand cal ten
diepste onderschrijven dat „de omstandigheden de dief
maken" om van de misdaad tegen het leven nog maar
te zwijgen. Het menselijk innerlijk èn de omstandigheden
ze bepalen beide gezamenlijk de misdaad en de misdadiger.
Waarbij die omstandigheden geheel verschillend kunnen «iJn:
onze welvaartsstaat met rijn zeer materialistische denkwijse
lokt misdaden uit en soms op een volkomen onverwachte
wijze en zo lokte de armoede van enkele decennia terug
misdaden uit. Natuurlijk zijn in de
meeste gevallen de uitkomsten van
de misdaad gelijk - maar de vraag
blijft ln hoeverre de omstandigheden
het motief hebben bepaald.
Vandaag is het precies veertig jaar
geleden dat Nederland werd opge
schrikt door een der ergste misdaden
uit de Nederlandse criminele historie:
het drama van Lucaswolde, waarbij vier politiemensen op
gruwelijke wjjae werden vermoord.
In onderstaand artikel roept de Veenendaalse publicist Rik
Valkenburg desa misdaad nog eens op. Niet om de details,
want het was allemaal nogal simpel, maar wel omdat hjj
getracht heeft het motief van de dader te doorgronden. Daar
toe is h(j naar het noorden gereisd en heeft hij met ver
schillende mensen gesproken die het drama van nabij hebben
meegemaakt. Men vindt sQn verhaal hieronder.
Op dc 18e januari van de strenge win
ter van 1929 openden alle kranten in
Nederland unaniem met een en dezelf
de gruwelijke kop: „Vier veldwach
ters doodgeschoten; de dader heeft zijn
huis in brand gestoken en is gevlucht".
Met daaronder het verhaal zoals we
hier uit een van die kranten citeren:
,.In het afgelegen Lucaswolde, on
der de gemeente Grootegast, heeft
vanmorgen een viervoudige moord
plaatsgevonden, waarbij vier veld
wachters om het leven kwamen. Het
zijn de gemeenteveldwachter van
Grootegast M. v. d. Molen, de
rijksveldwachter van Sebaldeburen
J. Werkman, de gemeenteveldwach
ter van Opende A. Meyer en de
rijksveldwachter van Opende H. H.
Hoving.
Het viertal begaf zich vanmorgen
naar de woning van een zekere IJje
Wijkstra te Lucaswolde om op last
van de officier van Justitie te Gro
ningen de vrouw van H. Wobbes te
arresteren, wier man in de gevange
nis zat en die twee weken geleden
haar zes kinderen te Opende onver-
verzorgd had achtergelaten en haar
intrek had genomen bij de onge
huwde heer Wijkstra te Lucaswol
de, met wie zij samenleefde. Hoe
het drama zich precies heeft afge
speeld valt nog niet met zekerheid
te zeggen, maar wel staat vast dat
Wijkstra de vier veldwachters heeft
doodgeschoten en daarna de hals
afgesneden. Toen hij dit luguber
bedrijf voltooid had heeft hij zijn
woning in brand gestoken en zelf
de vlucht genomen. Omwonenden
zijn er daarna op afgekomen en
hebben hulp gehaald. Spoedig ver
schenen ook de burgemeester en de
secretaris van Grootegast, als ook
de marechaussee van Marum op de
plaats des onheils. Dr. Sunier van
Grootegast werd eveneens naar Lu
caswolde ontboden
Na veertig jaar zijn de feiten en ge
beurtenissen heel nauwkeurig te re
construeren. Een van de ooggetuigen
van toen was de heer L. Boersma, nu
wonende te Drachten, toen in Opende
waar hij tal van functies bekleedde
hij was onder meer raadslid van
de gemeente Grootegast. Hij vertelt:
„Toen de opperwachtmeester Jutte
en de wachtmeester Bouma, na ge
alarmeerd te zijn, zich onmiddellijk
naar Lucaswolde begaven, troffen zij
daar de behuizing van Wijkstra bran
dend aan. Bij de woning dicht bij de
deur vonden zij de gemeenteveldwach
ter van Grootegast, de 63-jarige Mein-
dert van der Molen, met een schot
door het hoofd en afgesneden hals.
Aan weerszijden van het huis lagen
de stoffelijke overschotten van de drie
andere veldwachters, respectievelijk
33, 39 en 45 jaar oud. De rijksveld
wachter van Sebaldeburen, D. Werk
man, had een schot in de buik en lag
deels in de sloot".
En dit is het verhaal van de toen
malige buurman van Wijkstra, de heer
K. Pauw. „Die morgen om half zeven
vertelt hij waren de vier veld
wachters bij Wijkstra op bezoek geko
men om de bij hem „inwonende"
vrouw, Aaltje van der Tuin (alias me
vrouw Wobbes) te arresteren. Aanvan
kelijk ging het er gemoedelijk toe,
maar om kwart voor acht hoorde ik
plotseling schieten, gevolgd door een
angstig gekerm. Ik wist dat Wijkstra
in het bezit van vuurwapens was en
dacht er het mijne van. Geschrokken
ben ik naar 'n andere buurman Klaas
Homan gerend, want in mijn een
tje durfde ik mij niet in het tumult te
mengen".
Klaas Homan: „Samen met buur
man Pauw en een knecht van mij gin
gen wij op het rumoer af. We zagen
IJje Wijkstra uit de achterdeur ko
men, met een buks of karabijn bij
zich. Toen hij ons zag, gebaarde hij
ons te blijven staan waar we waren.
Toen holde hij de hoek van het huis
om en schoot weer. Er werd terugge
schoten. Blijkbaar schrok hij daarvan,
want hij rende snel het huis binnen.
Even later hoorden we hulpgeroep van
I I V?"',"..
IJJE WIJKSTRA
uniformenhater
enkele politiemannen, die reeds ge
troffen waren. Inmiddels kwam Wijk
stra weer met zijn wapen naar buiten
waarna ik mijn knecht naar Marum
stuurde om de marechaussee te alar
meren... Wijkstra bleef in de buurt
van het huis en spoedig begon hij
weer te schieten. We hoorden hem roe
pen: Kom maar uit de sloot, ik
zal je niets meer doen..."
Toch schoot hij weer een keer of
wat. Zachtjes aan verstomden de ge
luiden"
De heer Boersma woonde ook in de
nabijheid van Wijkstra: „Toen ik op de
plaats van het misdrijf aankwam, lag
er nog bloed op de sneeuw. De politie
agenten hadden geen karabijn bij zich
gehad. Voetstapen op het erf vertoon
den bloedsporen. Door de marechaus
see was het lijk van Van de Molen ver
legd, daar het anders gevaar gelopen
had verbrand te zullen worden. De stof
felijke resten van de vier vermoorden
werden per vrachtauto naar Grootegast
vervoerd, waar zij in de trouwzaal op
de vloer werden gelegd. Die middag
heb ik vol ontroering enkele ogenblik
ken vertoefd bij de bebloede lijken van
de slachtoffers van deze gruwelijke mis
daad. Genoemde veldwachters stonden
als meelevende mensen bekend. Vooral
Van de Molen, die eigenlijk nooit een
proces-verbaal opmaakte, was in staat
door zijn verstandig en vaderlijk optre
den in deze vroeger wel wat ruwe om
geving veel kwaads te voorkomen. Van
de Molen was weduwnaar met twee
kinderen, een zoon en een dochter;
Meijer liet 4 kinderen na, Werkman 3
en Hoving 2 jonge kinderen!...
Wie was eigenlijk deze IJje Wijk
stra? Een manusje van alles! Har
monicaspeler, metselaar, voeger,
klompenmaker en noem maar op. Op
muzikaal gebied was hij zeer be
gaafd, zowel in het populaire als klas
sieke genre. Zijn moeder was een
zachtaardige, gelovige vrouw, aan wie
h(j nogal gehecht was. Hjj had
echter een uitgesproken haat aan al
les wat in dienst van de overheid
stond. Uniformen kon hij niet uit
staan! Dominees waren vriendjes van
de „kapitalisten" en speelden onder
één hoedje met hen, terwijl de arbei
ders door hen werden gesust en uit
gebuit. Tegen het politie-apparaat
groeide zijn haat en afkeer uit tot *n
obsessie. Tegen deze achtergrond
valt er misschien wat meer licht
over, hoe een man als hij, met een
blanco-strafregister, tot deze gruwel
daad kon komen. Wijkstra toonde na
zijn daad, geen tekenen van berouw.
verbonden worden. Ze staan 's morgana
om kwart voor elf voor het huis van
de dokter en bellen aan. Mej. Turksma
het dienstmeisje, doet open en laat de
mannen in de wachtkamer. Ze vertelt
dat dokter niet aanwezig is maar elk
ogenblik thuis kan komen. Wijkstra en
zijn vriend nemen plaats op een stoel.
De moordenaar is erg onrustig en
wekt deernis door zijn bloedende won
den. Het meisje toont medelijden.
Wat beweegt Wijkstra ook nu weer,
om haar zo maar de volle waarheid te
gaan vertellen?...
Zelfs de lugubere details bespaart hij
het verschrikte kind niet. Mej. Turk
sma houdt zich flink, maar innerlijk
schokt het haar hevig. Angtig kijkt ze
naar de moordenaar. Er brandt een
vreemd vuur in zijn ogen! Zijn onrust
maakt plotseling plaats voor een ge
heimzinnige en angstaanjagende koel
bloedigheid: „Als hier een politie-agent
binnenkomt, schiet ik hem morsdood",
dreigt Wijkstra. Het meisje krimpt in
een.
Eindelijk komt de dokter thuis. Hij
bekijkt de wonden en schudt zijn hoofd.
Geen karweitje voor een huisarts. Hij
adviseert de gewonde met klem naar
een ziekenhuis te gaan, daar het anders
niet goed zal gaan. Wijkstra stemt er
mee in. De dokter belt de heer Wil-
lems te Folbert, die weldra met een
auto voorrijdt en het tweetal naar het
R.K. ziekenhuis zal vervoeren in Gro
ningen.
„Eigenaardige kerels", mompelt de
dokter voor zich heen als hij naar de
wachtkamer terugloopt. Wat hij daar
ziet doet hem schrikken. Het dienst
meisje ligt languit over een bank en
snikt hartstochtelijk. Dokter Informeert
naar de oorzaak. Hortend en stotend
vertelt het geëmotioneerde meisje wat
ze wedervaren heeft. Nu is het de beurt
van de dokter om geschokt te worden.
Hij beseft dat zijn leven aan een zij
den draad gehangen heeft. Als de man
nen verkeerd gewild hadden!...
Dokter Huizinga gaat nu direct tot da
den over. Hij stuurt een telegram naar
het R.K. ziekenhuis te Groningen en
licht hen in over de komst van de da
der in de geruchtmakende moordaan
slag deze morgen te Grootegast.
Intussen rijdt de heer Willems met
de gewonde moordenaar en diens ka
meraad naar Groningen en ziet hen
daar achter de deuren van het zieken
huis verdwijnen...
In het R.-K. ziekenhuis hadden ze dus
„lucht" van het geval gekregen. Na
een licht onderzoek stuurden zij het
tweetal met een briefje naar het aca
demisch ziekenhuis in Groningen. Hier
van werden twee rechercheurs, die zich
op de Heerenweg ophielden, in kennis
gesteld. IJje Wijkstra moest de Heeren
weg aflopen, om bij het academisch
ziekenhuis te komen. Inmiddels liepen
daar bij het ziekenhuis op de Heeren
weg ook de twee rechercheurs en enke
le politie-agenten. Het signalement was
volledig bekend, dus werd Wijkstra
spoedig herkend. Hij werd van achte
ren besprongen en kreeg geen gelegen
heid zich tegen zijn arrestatie te ver
zetten. De agenten boeiden hem op de
plaats van gevangenneming en brachten
hem naar het politiebureau. Daar vond
men een geladen browing op hem met
7 scherpe patronen en 34 Duitse geweer
patronen. Tijdens een onderzoek bleek
dat het wapen waarmee het misdrijf
gepleegd werd, een Duits Erfurst ge
weer 1927 was. Het werd in het ver
brande huis aangetroffen met afgebran
de kolf.
Hoe het met Wijkstra ging? De da
der ziet kans een vriend te bereiken
en gaat er met hem vandoor. Hij is
erg nerveus. De vlucht kan niet onge
hinderd plaatsvinden, want hij heeft 'n
schotwond aan zijn rechterbeen en in
zijn rechterarm. Er moet wat aan ge
daan worden.
Toch is zijn eerste tocht niet naar
een dokter, maar naar zijn oude moe
der te Lucaswolde. Hij vertelt het oude
mensje de hele toedracht, en neemt af
scheid van haar. Ze blijft in tranen
achter.
De twee mannen gaan nu naar Dok
ter Huizinga te Folbert. Wijkstra wil
Voor de berechting van IJje Wijkstra
bestond een enorme belangstelling.
Daags tevoren stond er reeds een grote
file te wachten voor het gerechtsge
bouw te Groningen. De rechtbank werd
gepresideerd door mr. F. J. Lisman,
terwijl de verdediging in handen was
van mr. M. Levie. Er werd levenslang
geëist. De uitspraak: veroordeling tot
20 jaar gevangenisstraf voor het plegen
van doodslag (moord kon niet ten laste
gelegd worden). Elf jaren lang bracht
Wijkstra door in de strafgevangenis te
Leeuwarden. Toen werd hij overge
bracht naar een gesticht ergens in
Noord-Brabant, waar hij in 1943 over
leed.
Maar reeds lang tevoren, slechts vijf
weken na het drama, overleed zijn oude
moeder....
De berechting van IJje Wijkstra, de viervoudige
politiemoordenaar van Lucaswolde, door de rechtbank
Ie Groningen, trok enorme belangstelling. Daags voordat
i'c zitting zou beginnen stond men al in lange rijen voor
net gebouw in de hoop de volgende dag maar niets van
de zitting te missen. Er waren vele inwoners uit Groote
gast, maar ook mensen die niets met de zaak uitstaande
l adden en alleen maar nieuwsgierig waren