Leider van toneelgroep voelt zich
door gemeente Beusichem genomen
Nota
mille
van
voor
jaren werk
Een eeuw margarine
EETGEHEIM
VAN DE
ROMEINEN
Ontstaan en gevolg*
en
van het hartinfarct
KLM EN DAF IN EEN SPEELSE BUI
VELDTHEATER IN „HEERENLOGEMENT
KWAM MAAR NIET VAN DE GROND
25
4- Niet geweldig
s- Uitgetreden
«- Kort huwelijk
Directeur
Rekening
Winkelen in de
Sovjet-Unie:
een beproeving
Snel getroost
Nepkristal
„Houtverf" voor
doe-het-zelvers
Onderzoek T.N.O.-instituut
Conflicten
Overbelasting
Bewaking van
bierprijzen
De
ZATERDAG 18 JANUARI 1969
]V"o£ nooit had ik met een uitgetre-
den priester gesproken. Sterker,
toen ik naar Amsterdam ging op
weg naar de heer Ad van Henegou
wen wist ik helemaal niet, dat ik
tegenover de vroegere pater Augustijn
Theo van Westing zou komen te zit
ten. En toen het onderwerp van ge
sprek ter tafel kwam een gedenkte
ken voor Miep de Leeuw kon ik
niet bevroeden, dat deze overleden ac
trice zijn echtgenote is geweest. Toch
was het allemaal zo.
Zoiets begint met een brief, verzon
den door Ad van Henegouwen. Daarin
las ik over een gedenkteken, waarvoor
Nederlanders geld bijeen gebracht
hebben en dat er moet komen ter na
gedachtenis aan de actrice Miep de
Leeuw. In die brief ook: „Het gemeen
tebestuur van Beusichem maakte het
door frauduleus handelen onmogelijk.."
enzoverder. Dan denk je: Daar is geen
woord Frans bij, daar zou eens iets
meer over verteld moeien worden.
Daarom die afspraak.
Th. van Westing staat er op de deur
en ook „Universitas". Dat laatste is
de naam voor de „Academie voor kunst
en wetenschap". En als een kleine me
neer open maakt en ik zeg de heer
Van Henegouwen te zoeken, antwoordt
hij: „Dat ben ik, komt u binnen."
De kamer is zeer sobertjes gemeu
beld en een kachel brandt op een laag
pitje. Ik ga zitten op een rechte stoel
met één leuning en de heer Van Hene
gouwen vraagt of ik koffie wil.
Als hij met twee koppen terug komt,
sneuvelt er een tegen een deurpost,
maar hij glimlacht slechts, laat de kof
fie rustig in een kleedje trekken en
gaat een nieuwe kop halen.
Wat is die academie, wil ik weten.
„Dat is een instelling, die zich op alle
mogelijke gebied bezig houdt", ant
woordt de heer Van Henegouwen. „Wij
verzorgen tentoonstellingen, lezingen.
Twee jaar geleden voerden we in Via-
nen een groot spel op toen de stad van
Brederode feest Vierde. Mijn vak is
eigenlijk wijsbegeerte en kunsthistorie;
daarom wordt dikwijls gevraagd om
bijvoorbeeld historische romans te cor
rigeren, voor ze uitgegeven worden.
De baas? Nou, ik ben eigenlijk de man
van de academie, de directeur".
„We zijn geen geweldige onderne
ming", zegt de heer Van Henegouwen.
„We zijn een groep artistieke mensen.
Op huishoudscholen geven we geschie
denis over ballet en elders lezingen
over muziek."
En die naam Van Henegouwen,
vraag ik zomaar zonder enige aanlei
ding. „Dat is een schuilnaam, een za
kelijk naam", hoor ik.
Dan komt zachtjesaan het hele ver
haal. De heer Van Henegouwen is nu
61 jaar en toen hij 54 was na vijf
twintig jaar priester te zijn geweest
trad hij uit het ambt.
„Ik ben geboren in Rotterdam, maar
Ik was Augustijn in Culemborg en de
laatste tijd werkzaam in Amsterdam",
zegt de heer Van Henegouwen. „Neen,
sinds mijn uittreding ben ik niet meer
katholiek, ik heb gebroken met het ge
loof, maar ik laat iedereen uiteraard
vrij in zijn overtuiging en heb daar
respect voor."
Eenmaal uitgetreden, nam Theo van
Westing de naam Ad van Henegouwen
aan. „Mijn leven van nu heeft niet
meer met vroeger te maken", zegt hij.
„Ik heb daar 'n punt achter gezet.
In Amsterdam zit hij op zijn
kamer, de heer Ad van Hene
gouwen, vroeger pater Augustijn
Theo van Westing. Hij voelt zich
genomen door het gemeentebe
stuur van Beusichem en hij heeft
daar een rekening met een paar
nullen erop ingediend. Maar nie
mand is van plan die nota te hono
reren.
O
Hoewel... 'n tijdje geleden, toen we
met onze toneelgroep „Amsterdam" in
'n klooster optraden, werd ik wel door
een zuster herkend. Alleen: ze kon die
naam Van Henegouwen maar niet thuis
brengen.
Al voor zijn uittreding uit het pries
terambt had de heer Van Henegouwen
de solo-actrice Miep de Leeuw leren
kennen en toen hij eenmaal de toog
niet meer als kledingstuk wilde dragen
is hij met Miep de Leeuw getrouwd.
„Het is een kort huwelijk geweest",
zegt de heer Van Henegouwen. „Drie
jaar maar, want in 1965 is mijn vrouw
gestorven, 39 jaar oud, aan hersentu
mor. Maanden heb ik haar verpleegd.
Noch zij, noch ik waren verzekerd. Die
ziekte heeft duizenden gekost. In de tijd
dat mijn vrouw nog leefde en driehon
derd avonden per jaar optrad, hadden
wij een rijke boterham. Toen ik alleen
achter bleef had ik oneindig veel schuld
Maar gelukkig ben ik daar nu stap
voor stap uit kunnen komen", vertelt
de heer Van Henegouwen en giet via de
kolenkit wat antraciet in de kachel.
Toen Miep de Leeuw er niet meer
was, waren er mensen die haar wilden
eren. „Ze wilden iets doen in het „Hee
renlogement", 'n gerestaureerde boer
derij in Beusichem", zegt de heer Van
Henegouwen. „Daar hebben we festi
viteiten gehad toen de paardenmarkt
van Beusichem vijfhonderd jaar be
stond. Een pracht van een pand en we
zouden het kunnen huren voor twaalf-
T)it jaar is het pre-
cies honderd jaar
geleden dat de Franse
apotheker Mouriès in
antwoord op een prijs
vraag van Napoleon III
de margarine uitvond.
De opdracht in de prijs
vraag luidde: Maak een
vet, dat goedkoper en
langer houdbaar is dan
boter en dat geschikt is
voor het gebruik in het
leger. Mouriès maakte
een dergelijk vet met
als basis dierlijke vet
ten, dat een parelgrijze
kleur had, waarom het
margarine is genoemd.
Het Griekse woord voor
parel is namelijk mar-
garites.
Ter gelegenheid hier
van gaat de Bond van
Nederlandse Margarine
fabrikanten een dikke
streep zetten onder dit
jubileum. Allereerst
wordt een landelijke
schoolwedstrijd voor de
vijfde en zesde klassen
van de lagere school en
de eerste klassen van
het voortgezet onder
wijs uitgeschreven, met
als opdracht een werk
stuk over margarine te
maken. De prijzen zijn
reizen in Nederland en
in het buitenland, met
als hoofdprijs voor de
klas, die het beste werk
stuk maakt een reis van
vier dagen naar Lon
den.
Op 27 maart wordt in
de Technische Hoge
school in Delft een con
gres gehouden onder de
titel „Honderd jaar
margarine", met als
woordvoerder o.a. prof.
dr. H. Baudet. Op dit
congres zal tevens een
internationale margari
nefilm worden vertoond,
die op initiatief van de
internationale federatie
van margarinefabrikan
ten-verenigingen is ge
maakt.
Aansluitend 'daarop
wordt in het Prinsenhof
te Delft een tentoonstel
ling gehouden over ver
anderde eetgewoonten
door de eeuwen heen,
die eetgewoonten, ser
viezen, tafelgerei en
keukengerei zal laten
zien vanaf de 14de eeuw
tot vandaag.
Tenslotte wordt op 29
april in het Centraal In
stituut voor Voedingson
derzoek in Zeist een we
tenschappelijke dag ge
houden met margarine
als onderwerp.
Tijdens een bijeen
komst, die dezer dagen
in de RAI in Amster
dam werd gehouden,
hield de heer A. Pierha-
gen, voorzitter van he'.
produktschap voor Mar
garine, Vetten en Oliën
een inleiding over mar
garine, waarin hij o.a.
over de geschiedenis
vertelde en daarin zei.
dat het vooral Nederland
is geweest, dat de stoot
voor de ontwikkeling
van een margarine
industrie heeft gegeven.
Direct na het eind van
de Frans-Duitse oorlog
in 1870 waren 't Neder
landse boterhandelaren,
o.a. Jurgens en Van den
Bergh. die het nieuwe
prod uk t tot ontwikkeling
brachten, merkwaardig
genoeg niet voor de Ne
derlandse markt, maar
voor de Engelse markt,
waar de opkomende in
dustrie een grote catego
rie slecht betaalde arbei
ders had doen ontstaan,
voor wie boter te duur
was. De veel smakelij
ker en goedkope marga
rine ging de reuzel ver
vangen, die tot dan in
plaats van boter werd
gegeten. Reuzel was ove
rigens in die tijd nog de
grondstof voor margari
ne en werd pas veel la
ter door plantaardige
vetten verdrongen.
Ook het Ruhrgebied
werd spoedig een goed
afnemer van de Neder
landse margarine-indus
trie, die pas veel later
haar eigen markt wist
te veroveren. Op het
ogenblik eet de Neder
lander in totaal per
ï.oofd ruim 30 kilo voe-
dingsvetten per jaar,
waarvan 64 procent
margarine, acht procent
boter, iets meer spijs-
vetten in de vorm van
oliën en 17 procent bak
en braadvet.
honderd gulden per jaar, (dat is voor
niks natuurlijk), als theater."
De testauratie heeft tonnen gekost, de
deel werd uitgebreid en verbouwd tot
een groot toneel, terwijl het aantal zit
plaatsen maar 120 werd: een veld-thea-
ter (country theatre).
„De bedoeling was dat de mensen,
vooral die uit de grote steden, hier in
een weekeinde zouden komen om voor
stellingen te zien, die ze thuis niet te
zien krijgen. Niet zo'n veldtheater,
waar je eens per maand heen moet,
maar wel een waar je minstens eens in
je leven geweest moest zijn", aldus de
heer Van Henegouwen.
Hij vertelt, dat in het provinciehuis te
Arnhem werd besloten, dat nu er
subsidie werd gegeven er ook een
stichting moest komen „Heel normaal"
zegt de heer Van Henegouwen, „en ik
moest het stichtingsbestuur formeren,
dat was moeilijk. Toen er mensen uit
West-Nederland belangstelling hadden,
kregen de mensen van de streek rond
Beusichem meer zelfvertrouwen en wil
den die „westerlingen" liever buiten de
deur houden."
„Ik> zou directeur van het Centrum
Het Heerenlogement worden en de hele
zaak runnen, maar ik zat dus niet in de
Stichting", zegt de man tegenover me.
Naast zijn kacheltje in Amsterdam
vertelt de heer Van Henegouwen („Ik
ben nog altijd een zielzorger"), dat
men toen vorig jaar van hem af wilde.
Niemand had een goed idee hoe zo'n
veldtheater wel lonend geëxploiteerd
kon worden en men nam in Beusichem
een brouwerij in de arm om de zaak te
laten draaien. „Bruiloften en partijen
in het pand," zegt de heer Van Hene
gouwen wat smalend. „En toen kon de
plaquette voor mijn vrouw daar ook
niet meer komen. Die komt nu in Am
sterdam, in de provincie Utrecht of in
Noord-Brabant. In elk geval op een
plek, waar Miep de Leeuw veel op
trad."
Maar intussen werd de heer Van He
negouwen kwaad. „Jarenlang had ik
aan dat idee van cultureelcentrum Het
Heerenlogement gewerkt, jarenlang
was ik bezig met dat veld-theater. Stad
en land heb ik afgereisd om aan de
subsidies te komen, oneindig veel keer
heb ik vergaderd. Terwijl ik toch bijna
niets had heb ik er nog geld aan uitge
geven ook en toen ineens had men mij
niet meernodig en werd ik geen direc
teur van het Heerenlogement. Vooral
omdat ik vroeger priester ben geweest.
Ik ben in 1968 zo aan de kant gezet."
Toen heeft de heer Van Henegouwen
bij de gemeente Beusichem een reke
ning ingediend. „Van vijfentwintig dui
zend gulden", zegt hij, „voor acht jaar
werken, da's nog geen kwartje per uur.
Maar de gemeente zegt: Je hebt alles
gedaan als lid van de Stichting en we
vergoeden dus niets. Dit noem ik een
leugen, want ik ben nooit lid van de
Stichting geweest", aldus de man die
ook zakelijk en artistiek leider is van
de toneelgroep „Amsterdam".
En in Beusichem zegt de gemeente
secretaris: „Ik dacht dat de rekening
van de heer Van Westing 15.000 gulden
bedroeg. Hij was vaak niet aanwezig
bij bouwbesprekingen, dat .weet ik wel.
Inderdaad heeft een brouwerij de ex
ploitatie van Het Heerenlogement op
zich genomen, maar spottend praten
over „bruiloften en partijen" is niet
juist. Die zaal is er en als iemand er
een receptie wil geven, kan dat."
De gemeentesecretaris, de heer H. J.
Kwint, vindt dat de heer Van Westing
(Van Henegouwen dus) „zich onwaar
dig gedraagt voor iemand, die meent
onrecht te zijn aangedaan."
En kunt u, meneer Kwint, zeggen:
was de heer Van Henegouwen nu wel
of geen lid van de Stichting?
„Officieel kan ik er geen ja of nee op
zeggen", is het antwoord. „Ik dacht dat
hij formeel geen lid was, maar het karf
zijn dat hem een zetel is aangeboden.
Maar nogmaals: ik doe geen uitspraak,
want ik weet het niet met zekerheid."
"Y^oor de huisvrouw in de Sovjet Unie
is winkelen een beproeving. Om
dat zij geen koelkast heeft, moet de ge
middelde huisvrouw elke dag levens
middelen kopen en daar de meeste
vrouwen een betrekking hebben, moet
dit winkelen na het werk in de avond
uren gebeuren, waardoor de reeds over
volle winkels in het „spitsuur" van zes
uur in de middag worden bestormd.
Omdat bovendien vele levensmidde
len schaars en de verkoopsters dood
moe zijn, ontstaan onvermijdelijk lange
rijen kopers, die zich luid beklagen
over de kostbare tijd, die zij in de win
kels moeten verdoen.
Het orgaan van de vakbeweging in de
Sovjet Unie „Troed" (arbeid), heeft
het aantal onderzoekers uitgezonden om
de toestanden in de stad Ivano aan het
licht te brengen.
In een der winkels zei de ontevreden
textielarbeidster Vera Sorokina tot hen
terwijl zij in dé rij stond: Ze maken
zich hier niet erg druk om ons. Let u
zelf maar op de tijd."
„Dat hebben wij gedaan", berichtte
het blad „We moesten veertig minuten
in de rij staan voor we bij de toonbank
waren." Toen de verslaggevers de be-
drijfleidster van de zaak hierover on
dervroegen, antwoordde zij, dat het
niets betekende als mensen een half
uur moesten wachten op een kilo worst.
,e maaltijden, die prominente Ro
meinen voor zich lieten aanrichten
en waarbij zij aanlagen in&tede van
aan te zitten, waren niet alleen kwan
titatief, maar ook kwantitatief van dien
aard, dat zij moderne voedseldeskun
digen met verbazing en nieuwsgierig
heid vervullen. Hoe was het mogelijk
dat mensen, wier fysiek niet veel ver
schilde van de van de moderne mens,
in staat waren dergelijke enorme hoe
veelheden voedsel te verorberen?
De fysioloog Crawshaw en zijn me
dewerkers van de Schotse universiteit
van Edinburgh hebben een speciale
studie van de verschijnselen gemaakt,
die gepaard gaan met het spijsverte
ringsproces. Zij ontdekten, dat reeds
de aanblik van voedsel bij hongerige
mensen een verhoogde produktie van
de maagsappen, die de vertering bevor
deren teweeg brengt.
Na ongeveer een half uur heeft de
verteringscapaciteit een maximum be
reikt. Belangrijk is vooral het hormoon
„gastrin", dat door de maagwand wordt
geproduceerd. Wanneer echter de ver
werking van het voedsel over zijn hoog
tepunt heen is en de maaginhoud de
bodem van de maag heeft bereikt,
wordt de produktie van gastrin auto
matisch afgeremd: men is dan verza
digd.
De geleerden veronderstellen nu, dat
het feit, dat de Romeinen hun feeste
lijke maaltijden liggend genoten, belet
te, dat het genuttigde voedsel met de
maagsappen de bodem van de maag
bereikte. Zij zouden aldus veel meer
voedsel tot zich hebben kunnen nemen
dan de mens, die zittend eet.
Overigens beschikten, zoals de histo
rie ook leert, de Romeinen nog over
een ander middel om onbeperkte hoe
veelheden voedsel tpt zich te nemen:
het pauwenveertjes, waarmee men zich
in de keel kriebelde en aldus de maag
inhoud deed terugkeren tot het punt
van uitgang...
T>annekoeken eten is voor veel kinde-
ren een feest. Toch kan een eenvou
dige wens van één van de kinderen
moeder onverwacht voor een probleem
stellen en een kleine domper op de
feestvreugde zetten.
Voor alles is gezorgd, de stroop, de
bruine basterd, de gewone suiker. Maar
het kind wil witte poedersuiker op zijn
pannekoek en anders niks. En dan
blijkt dat de witte poedersuiker op is
en de pruillip toont de teleurstelling
De oplossing van dit probleem is heel
eenvoudig. Met een elektrische koffie
molen is kristalsuiker in een oogwenk
te vermalen tot poedersuiker. Waar
mee dan ook de hartewens van het kind
in vervulling kan gaan.
17 ri9tallen flacons voor cosmetische
artikelen worden thans door Britse
fabrikanten vaak voorzien van een dop,
al dan niet met een schroefdraad, ver
vaardigd van kunststof. Daarvoor wor
den dan grondstoffen van DOW ge
bruikt, die de eigenschappen hebben
naar het uiterlijke precies op kristal te
lijken maar meer weerstand hebben te
gen eventuele beschadiging en boven
dien niet kunnen worden aangetast door
chemicaliën, die in de inhoud van de
fles zijn verwerkt. Voor wie het naad
je van- de kous wil weten, men gebruikt
voor deze doppen, die doorzichtig zijn
en flonkeren, zowel acrylonitriel als
poly propyleen.
In de Verenigde Staten is een kunst
stof-schuim ontwikkeld dat, via een
spuitbus op ongeverfd hout aange
bracht, aan dat materiaal het uiterlijk
geeft van een kostbare houtsoort. Er
zijn daar zes verschillende typen van
dit schuim verkrijgbaar.
Het schuim wordt op het ongeverfde
materiaal gespoten en moet dan voor
zichtig in de richting van de draad van
het hout worden uitgewreven. Vervol
gens laat men het aldus behandelde
voorwerp ongeveer een half uur dro
gen, waarna het geheel met vernis
wordt afgewerkt.
Het optreden van ischaemische hartziekten in casu het hartinfarct
vormt een crisis-moment in een ziekteproces met een lange voorgeschie
denis. Het ziekteproces atherosclerose of adervervetting bestaat uit een
geleidelijke verandering van de wand van de kransslagaders van het hart. In
feite is er dus sprake van een stofwisselingstoornis. Het onderzoek naar de oor
zaken van deze aandoening concentreerde zich in belangrijke mate op de voe
dingsgewoonten. Vetten, eiwitten en koolhydraten in deze volgorde wor
den als boosdoeners aangemerkt; daarnaast genotmiddelen, in hoofdzaak siga
retten"
IVfet bovenstaande woorden vangt
drs. J. G. J. E. Josten van het
Nederlands Instituut voor Preventieve
Geneeskunde TNO een beschouwing
aan, die onder de titel „Gedragweten-
schappelijk onderzoek naar het ont
staan en de gevolgen van ischaemi
sche hartziekten" afgedrukt werd in
T(oegepast N(atuurlijk-wetenschappe-
lyk) O(nderzoek) nieuws.
Dat de samenstelling van het voed
selpakket het ontstaan van atheroscle
rose kan bevorderen, zo vervolgt drs.
Josten, wordt algemeen aanvaard,
maar men is tot de overtuiging geko
men, dat op deze wijze maar een
kant van het probleem wordt belicht.
Het gaat namelijk niet alleen om de
aard en de verhouding van de stoffen,
die worden toegevoerd, maar oök om
de manier waarop het lichaam de aan
geboden stoffen verwerkt.
Met andere woorden: het hele stof
wisselingsproces moet in beschouwing
worden genomen. De stofwisseling is
namelijk geen autonoom gebeuren,
maar een fundamenteel aspect van het
functioneren van het totale organisme.
Door het probleem op deze manier te
stellen, komen ook de gedragsweten
schappen binnen het blikveld.
•JJet initiatief voor het onderzoek
naar de oorzaak van ischaemi
sche hartziekten vanuit de gedragswe
tenschappen werd genomen door de
psychosomatische werkgroep, destyds
onder leiding van dr. J. Groen. Men
ging er daarbij van uit, dat conflicten
het evenwichtig functioneren van het
individu verstoren, ook in biologisch
opzicht.
Personen met een bepaalde persoon
lijkheidsstructuur (actief, agressief,
dominerend en met een grote behoefte
aan genegenheid) komen gemakkelijk
in conflict met hun omgeving en der
gelijke conflicten betekenen een ver
storing van het evenwicht, dat zich
ook biologisch zal manifesteren.
Deze psychosomatische studies be
rusten op ee uitgebreide casuïstiek
van infarctpatiënten. Sinds een tiental
jaren wordt deze visie verder uitge
werkt door Friedman en Roseman met
hun medewerkers. Friedman en Rose
man leggen de nadruk hierbij niet uit
sluitend op het „welvaartspatroon"
(reeds eerder was" een vérband gelegd'
tussen het welvaartspeil met zijn voe
dingsgewoonten eri het optreden van
ischaemische hartziekten), maar op
het totale levenspatroon. Deze opvat
ting sluit beter aan bij de beschikbare
epidemiologische gegevens, Zo heeft
Japan een relatief laag en Finland een
relatief hoog percentage aan hartin
farcten.
Het gedragswetenschappelijk onder
zoek, dat voor het Nederlands Insti
tuut voor Preventieve Geneeskunde
TNO wordt verricht naar omstandig
heden die het ontstaan van hart-vaat-
aandoeningen kunnen bevorderen, ge
schiedt in samenwerking met het Bu
reau Arbeidsgeschiktheid van het Aca
demisch Ziekenhuis te Leiden onder de
naam van „Cardiac Rehabilitation Re
search Leyden".
Dit onderzoek gaat uit van een di
mensioneel model. In het kort beschre
ven is de achtergrond van het onder
zoek als volgt weer te geven: het is
mogelijk personen te rangordenen naar
hun mate van reactiviteit of actie-be
reidheid: individuen verschillen onder
ling in de mate waarin zij geactiveerd
worden door prikkels van allerlei
aard.
^oals gezegd, worden hratyvaataan-
doeningen in verband gebrachrt
met chronische (over-) belasting van
het organisme of toestanden van
„stress". In een vereenvoudigde voor
stelling van zaken is de mate van be
lasting te definiëren aan de duur en de
intensiteit van de prikkels, waaraan
het individu wordt blootgesteld en de
mate van reactiviteit van het individu.
Een complicerende factor daarbij is,
dat de intensiteit van de prikkel mede
bepaald wordt door de betekenis, die
het individu aan de prikkel hecht. Zo
vond Schachter, dat een reeks fysiolo
gische prikkels (o.a. maagcontracties)
voor magere personen eetlust beteke
nen, bij dikke personen daarentegen
hebben deze prikkels hun betekenis gro
tendeels verloren en is eetlust gerela
teerd aan tijdsbesef en aantrekkelijk
heid van het voedsel.
Op dit moment bepaalt het onderzoek
zich nog uitsluitend tot patiënten, waar
bij in het recente verleden een hartin
farct is geconstateerd. Alhoewel aan
retrospectief onderzoek duidelijk be
zwaren kleven, staat daar tegenover
het voordeel van een duidelijk crite
rium: het infarct.
In het onderzoek wordt de actie-be
reidheid vastgesteld door middel van
een vragenlijst. De mate van blootstel
ling aan externe prikkels wordt bena
derd door een inventarisatie van de
tijdsbesteding van de patiënt in de pe
riode voorafgaande aan het infarct.
Daarbij gaat vooral de aandacht #uit
naar de slaap/waakverhöüding: de
mate van belasting voor de dagelijkse
activiteit en de mogelijkheid tot herstel
gedurende de slaap.
Verder worden hartpatiënten vergele
ken met gezonde personen op hun func
tionele leéftijd. Er bestaan op dit mo
ment plannen voor prospectief onder
zoek. Daarbij wordt zowel gedacht aan
laboratorium-experimenten als aan
veldonderzoek.
Daarnaast is er het onderzoek van
hartinfarct-patiënten, dat zich richt op
het ontwikkelen van een evaluatie-me
thodiek. Op grond van de evaluatie
kunnen adviezen worden geformuleerd
ten aanzien van revalidatie en maat
schappelijke nazorg. Dit onderzoek is
evenwel nog niet afgesloten en een vol
ledig verslag van de bevindingen is
derhalve nog niet mogelijk.
T?nkele Brabantse carnavals-
prinsen hebben de koppen bij
elkaar gestoken met het doel de
prijs van het bier te bewaken. Ze
beschikken over aanwijzingen dat
tal van kasteleins rondlopen met
het voornemen tijdens de komen
de hosvierdaagse hun glaasje bier
twintig tot vijftig cent duurder te
maken.
De kasteleins speculeren erop
dat de carnavalsvierders niet op
een paar dubbeltjes zullen kijken.
Bovendien werken ze het liefst met
ronde bedragen om zo min moge
lijk te hoeven wisselen. Want wis
selen is tijd is geld in die dagen.
Allemaal best, zo redeneren de
prinsen, maar lokalen die het met
de prijzen al te bar maken kun
nen we ook links laten liggen. We
zijn met carnaval wel goed gek,
maar dat betekent niet dat we al
les maar slikken. Behalve bier na
tuurlijk.
De K.L.M. heeft ook weer geld voer spelletjes.
Op Schiphol zijn met honderd kilo v i te verf de'
•ontouren neergezet van de Boeing 747, het laatste
door de K.L.M. bestelde vliegtuig, waarvan de
komst overigens nog tot 1971 zal uitblijven.
De automobielfabriek DAF speelde hel spelletje
mee en bracht 46 auto's binnen c.e lijnen. Op de
vleugels staat een bemanning opgesteld zoals de
drie bestelde supervliegtuigen zullen krijgen: aan
de ene kant drie vliegers en vijf hofmeesters en
aan de andere kant acht stewardessen.
Het spelletje werd wel heel slim gespeeld, want
de bedoeling was dat deze foto, genomen vanuit
een helikopter, de krant zou halen. En dat heeft-ie.