Leider van toneelgroep voelt zich door gemeente Beusichem genomen Nota mille van voor jaren werk Een eeuw margarine EETGEHEIM VAN DE ROMEINEN Ontstaan en gevolg* en van het hartinfarct KLM EN DAF IN EEN SPEELSE BUI VELDTHEATER IN „HEERENLOGEMENT KWAM MAAR NIET VAN DE GROND 25 4- Niet geweldig s- Uitgetreden «- Kort huwelijk Directeur Rekening Winkelen in de Sovjet-Unie: een beproeving Snel getroost Nepkristal „Houtverf" voor doe-het-zelvers Onderzoek T.N.O.-instituut Conflicten Overbelasting Bewaking van bierprijzen De ZATERDAG 18 JANUARI 1969 ]V"o£ nooit had ik met een uitgetre- den priester gesproken. Sterker, toen ik naar Amsterdam ging op weg naar de heer Ad van Henegou wen wist ik helemaal niet, dat ik tegenover de vroegere pater Augustijn Theo van Westing zou komen te zit ten. En toen het onderwerp van ge sprek ter tafel kwam een gedenkte ken voor Miep de Leeuw kon ik niet bevroeden, dat deze overleden ac trice zijn echtgenote is geweest. Toch was het allemaal zo. Zoiets begint met een brief, verzon den door Ad van Henegouwen. Daarin las ik over een gedenkteken, waarvoor Nederlanders geld bijeen gebracht hebben en dat er moet komen ter na gedachtenis aan de actrice Miep de Leeuw. In die brief ook: „Het gemeen tebestuur van Beusichem maakte het door frauduleus handelen onmogelijk.." enzoverder. Dan denk je: Daar is geen woord Frans bij, daar zou eens iets meer over verteld moeien worden. Daarom die afspraak. Th. van Westing staat er op de deur en ook „Universitas". Dat laatste is de naam voor de „Academie voor kunst en wetenschap". En als een kleine me neer open maakt en ik zeg de heer Van Henegouwen te zoeken, antwoordt hij: „Dat ben ik, komt u binnen." De kamer is zeer sobertjes gemeu beld en een kachel brandt op een laag pitje. Ik ga zitten op een rechte stoel met één leuning en de heer Van Hene gouwen vraagt of ik koffie wil. Als hij met twee koppen terug komt, sneuvelt er een tegen een deurpost, maar hij glimlacht slechts, laat de kof fie rustig in een kleedje trekken en gaat een nieuwe kop halen. Wat is die academie, wil ik weten. „Dat is een instelling, die zich op alle mogelijke gebied bezig houdt", ant woordt de heer Van Henegouwen. „Wij verzorgen tentoonstellingen, lezingen. Twee jaar geleden voerden we in Via- nen een groot spel op toen de stad van Brederode feest Vierde. Mijn vak is eigenlijk wijsbegeerte en kunsthistorie; daarom wordt dikwijls gevraagd om bijvoorbeeld historische romans te cor rigeren, voor ze uitgegeven worden. De baas? Nou, ik ben eigenlijk de man van de academie, de directeur". „We zijn geen geweldige onderne ming", zegt de heer Van Henegouwen. „We zijn een groep artistieke mensen. Op huishoudscholen geven we geschie denis over ballet en elders lezingen over muziek." En die naam Van Henegouwen, vraag ik zomaar zonder enige aanlei ding. „Dat is een schuilnaam, een za kelijk naam", hoor ik. Dan komt zachtjesaan het hele ver haal. De heer Van Henegouwen is nu 61 jaar en toen hij 54 was na vijf twintig jaar priester te zijn geweest trad hij uit het ambt. „Ik ben geboren in Rotterdam, maar Ik was Augustijn in Culemborg en de laatste tijd werkzaam in Amsterdam", zegt de heer Van Henegouwen. „Neen, sinds mijn uittreding ben ik niet meer katholiek, ik heb gebroken met het ge loof, maar ik laat iedereen uiteraard vrij in zijn overtuiging en heb daar respect voor." Eenmaal uitgetreden, nam Theo van Westing de naam Ad van Henegouwen aan. „Mijn leven van nu heeft niet meer met vroeger te maken", zegt hij. „Ik heb daar 'n punt achter gezet. In Amsterdam zit hij op zijn kamer, de heer Ad van Hene gouwen, vroeger pater Augustijn Theo van Westing. Hij voelt zich genomen door het gemeentebe stuur van Beusichem en hij heeft daar een rekening met een paar nullen erop ingediend. Maar nie mand is van plan die nota te hono reren. O Hoewel... 'n tijdje geleden, toen we met onze toneelgroep „Amsterdam" in 'n klooster optraden, werd ik wel door een zuster herkend. Alleen: ze kon die naam Van Henegouwen maar niet thuis brengen. Al voor zijn uittreding uit het pries terambt had de heer Van Henegouwen de solo-actrice Miep de Leeuw leren kennen en toen hij eenmaal de toog niet meer als kledingstuk wilde dragen is hij met Miep de Leeuw getrouwd. „Het is een kort huwelijk geweest", zegt de heer Van Henegouwen. „Drie jaar maar, want in 1965 is mijn vrouw gestorven, 39 jaar oud, aan hersentu mor. Maanden heb ik haar verpleegd. Noch zij, noch ik waren verzekerd. Die ziekte heeft duizenden gekost. In de tijd dat mijn vrouw nog leefde en driehon derd avonden per jaar optrad, hadden wij een rijke boterham. Toen ik alleen achter bleef had ik oneindig veel schuld Maar gelukkig ben ik daar nu stap voor stap uit kunnen komen", vertelt de heer Van Henegouwen en giet via de kolenkit wat antraciet in de kachel. Toen Miep de Leeuw er niet meer was, waren er mensen die haar wilden eren. „Ze wilden iets doen in het „Hee renlogement", 'n gerestaureerde boer derij in Beusichem", zegt de heer Van Henegouwen. „Daar hebben we festi viteiten gehad toen de paardenmarkt van Beusichem vijfhonderd jaar be stond. Een pracht van een pand en we zouden het kunnen huren voor twaalf- T)it jaar is het pre- cies honderd jaar geleden dat de Franse apotheker Mouriès in antwoord op een prijs vraag van Napoleon III de margarine uitvond. De opdracht in de prijs vraag luidde: Maak een vet, dat goedkoper en langer houdbaar is dan boter en dat geschikt is voor het gebruik in het leger. Mouriès maakte een dergelijk vet met als basis dierlijke vet ten, dat een parelgrijze kleur had, waarom het margarine is genoemd. Het Griekse woord voor parel is namelijk mar- garites. Ter gelegenheid hier van gaat de Bond van Nederlandse Margarine fabrikanten een dikke streep zetten onder dit jubileum. Allereerst wordt een landelijke schoolwedstrijd voor de vijfde en zesde klassen van de lagere school en de eerste klassen van het voortgezet onder wijs uitgeschreven, met als opdracht een werk stuk over margarine te maken. De prijzen zijn reizen in Nederland en in het buitenland, met als hoofdprijs voor de klas, die het beste werk stuk maakt een reis van vier dagen naar Lon den. Op 27 maart wordt in de Technische Hoge school in Delft een con gres gehouden onder de titel „Honderd jaar margarine", met als woordvoerder o.a. prof. dr. H. Baudet. Op dit congres zal tevens een internationale margari nefilm worden vertoond, die op initiatief van de internationale federatie van margarinefabrikan ten-verenigingen is ge maakt. Aansluitend 'daarop wordt in het Prinsenhof te Delft een tentoonstel ling gehouden over ver anderde eetgewoonten door de eeuwen heen, die eetgewoonten, ser viezen, tafelgerei en keukengerei zal laten zien vanaf de 14de eeuw tot vandaag. Tenslotte wordt op 29 april in het Centraal In stituut voor Voedingson derzoek in Zeist een we tenschappelijke dag ge houden met margarine als onderwerp. Tijdens een bijeen komst, die dezer dagen in de RAI in Amster dam werd gehouden, hield de heer A. Pierha- gen, voorzitter van he'. produktschap voor Mar garine, Vetten en Oliën een inleiding over mar garine, waarin hij o.a. over de geschiedenis vertelde en daarin zei. dat het vooral Nederland is geweest, dat de stoot voor de ontwikkeling van een margarine industrie heeft gegeven. Direct na het eind van de Frans-Duitse oorlog in 1870 waren 't Neder landse boterhandelaren, o.a. Jurgens en Van den Bergh. die het nieuwe prod uk t tot ontwikkeling brachten, merkwaardig genoeg niet voor de Ne derlandse markt, maar voor de Engelse markt, waar de opkomende in dustrie een grote catego rie slecht betaalde arbei ders had doen ontstaan, voor wie boter te duur was. De veel smakelij ker en goedkope marga rine ging de reuzel ver vangen, die tot dan in plaats van boter werd gegeten. Reuzel was ove rigens in die tijd nog de grondstof voor margari ne en werd pas veel la ter door plantaardige vetten verdrongen. Ook het Ruhrgebied werd spoedig een goed afnemer van de Neder landse margarine-indus trie, die pas veel later haar eigen markt wist te veroveren. Op het ogenblik eet de Neder lander in totaal per ï.oofd ruim 30 kilo voe- dingsvetten per jaar, waarvan 64 procent margarine, acht procent boter, iets meer spijs- vetten in de vorm van oliën en 17 procent bak en braadvet. honderd gulden per jaar, (dat is voor niks natuurlijk), als theater." De testauratie heeft tonnen gekost, de deel werd uitgebreid en verbouwd tot een groot toneel, terwijl het aantal zit plaatsen maar 120 werd: een veld-thea- ter (country theatre). „De bedoeling was dat de mensen, vooral die uit de grote steden, hier in een weekeinde zouden komen om voor stellingen te zien, die ze thuis niet te zien krijgen. Niet zo'n veldtheater, waar je eens per maand heen moet, maar wel een waar je minstens eens in je leven geweest moest zijn", aldus de heer Van Henegouwen. Hij vertelt, dat in het provinciehuis te Arnhem werd besloten, dat nu er subsidie werd gegeven er ook een stichting moest komen „Heel normaal" zegt de heer Van Henegouwen, „en ik moest het stichtingsbestuur formeren, dat was moeilijk. Toen er mensen uit West-Nederland belangstelling hadden, kregen de mensen van de streek rond Beusichem meer zelfvertrouwen en wil den die „westerlingen" liever buiten de deur houden." „Ik> zou directeur van het Centrum Het Heerenlogement worden en de hele zaak runnen, maar ik zat dus niet in de Stichting", zegt de man tegenover me. Naast zijn kacheltje in Amsterdam vertelt de heer Van Henegouwen („Ik ben nog altijd een zielzorger"), dat men toen vorig jaar van hem af wilde. Niemand had een goed idee hoe zo'n veldtheater wel lonend geëxploiteerd kon worden en men nam in Beusichem een brouwerij in de arm om de zaak te laten draaien. „Bruiloften en partijen in het pand," zegt de heer Van Hene gouwen wat smalend. „En toen kon de plaquette voor mijn vrouw daar ook niet meer komen. Die komt nu in Am sterdam, in de provincie Utrecht of in Noord-Brabant. In elk geval op een plek, waar Miep de Leeuw veel op trad." Maar intussen werd de heer Van He negouwen kwaad. „Jarenlang had ik aan dat idee van cultureelcentrum Het Heerenlogement gewerkt, jarenlang was ik bezig met dat veld-theater. Stad en land heb ik afgereisd om aan de subsidies te komen, oneindig veel keer heb ik vergaderd. Terwijl ik toch bijna niets had heb ik er nog geld aan uitge geven ook en toen ineens had men mij niet meernodig en werd ik geen direc teur van het Heerenlogement. Vooral omdat ik vroeger priester ben geweest. Ik ben in 1968 zo aan de kant gezet." Toen heeft de heer Van Henegouwen bij de gemeente Beusichem een reke ning ingediend. „Van vijfentwintig dui zend gulden", zegt hij, „voor acht jaar werken, da's nog geen kwartje per uur. Maar de gemeente zegt: Je hebt alles gedaan als lid van de Stichting en we vergoeden dus niets. Dit noem ik een leugen, want ik ben nooit lid van de Stichting geweest", aldus de man die ook zakelijk en artistiek leider is van de toneelgroep „Amsterdam". En in Beusichem zegt de gemeente secretaris: „Ik dacht dat de rekening van de heer Van Westing 15.000 gulden bedroeg. Hij was vaak niet aanwezig bij bouwbesprekingen, dat .weet ik wel. Inderdaad heeft een brouwerij de ex ploitatie van Het Heerenlogement op zich genomen, maar spottend praten over „bruiloften en partijen" is niet juist. Die zaal is er en als iemand er een receptie wil geven, kan dat." De gemeentesecretaris, de heer H. J. Kwint, vindt dat de heer Van Westing (Van Henegouwen dus) „zich onwaar dig gedraagt voor iemand, die meent onrecht te zijn aangedaan." En kunt u, meneer Kwint, zeggen: was de heer Van Henegouwen nu wel of geen lid van de Stichting? „Officieel kan ik er geen ja of nee op zeggen", is het antwoord. „Ik dacht dat hij formeel geen lid was, maar het karf zijn dat hem een zetel is aangeboden. Maar nogmaals: ik doe geen uitspraak, want ik weet het niet met zekerheid." "Y^oor de huisvrouw in de Sovjet Unie is winkelen een beproeving. Om dat zij geen koelkast heeft, moet de ge middelde huisvrouw elke dag levens middelen kopen en daar de meeste vrouwen een betrekking hebben, moet dit winkelen na het werk in de avond uren gebeuren, waardoor de reeds over volle winkels in het „spitsuur" van zes uur in de middag worden bestormd. Omdat bovendien vele levensmidde len schaars en de verkoopsters dood moe zijn, ontstaan onvermijdelijk lange rijen kopers, die zich luid beklagen over de kostbare tijd, die zij in de win kels moeten verdoen. Het orgaan van de vakbeweging in de Sovjet Unie „Troed" (arbeid), heeft het aantal onderzoekers uitgezonden om de toestanden in de stad Ivano aan het licht te brengen. In een der winkels zei de ontevreden textielarbeidster Vera Sorokina tot hen terwijl zij in dé rij stond: Ze maken zich hier niet erg druk om ons. Let u zelf maar op de tijd." „Dat hebben wij gedaan", berichtte het blad „We moesten veertig minuten in de rij staan voor we bij de toonbank waren." Toen de verslaggevers de be- drijfleidster van de zaak hierover on dervroegen, antwoordde zij, dat het niets betekende als mensen een half uur moesten wachten op een kilo worst. ,e maaltijden, die prominente Ro meinen voor zich lieten aanrichten en waarbij zij aanlagen in&tede van aan te zitten, waren niet alleen kwan titatief, maar ook kwantitatief van dien aard, dat zij moderne voedseldeskun digen met verbazing en nieuwsgierig heid vervullen. Hoe was het mogelijk dat mensen, wier fysiek niet veel ver schilde van de van de moderne mens, in staat waren dergelijke enorme hoe veelheden voedsel te verorberen? De fysioloog Crawshaw en zijn me dewerkers van de Schotse universiteit van Edinburgh hebben een speciale studie van de verschijnselen gemaakt, die gepaard gaan met het spijsverte ringsproces. Zij ontdekten, dat reeds de aanblik van voedsel bij hongerige mensen een verhoogde produktie van de maagsappen, die de vertering bevor deren teweeg brengt. Na ongeveer een half uur heeft de verteringscapaciteit een maximum be reikt. Belangrijk is vooral het hormoon „gastrin", dat door de maagwand wordt geproduceerd. Wanneer echter de ver werking van het voedsel over zijn hoog tepunt heen is en de maaginhoud de bodem van de maag heeft bereikt, wordt de produktie van gastrin auto matisch afgeremd: men is dan verza digd. De geleerden veronderstellen nu, dat het feit, dat de Romeinen hun feeste lijke maaltijden liggend genoten, belet te, dat het genuttigde voedsel met de maagsappen de bodem van de maag bereikte. Zij zouden aldus veel meer voedsel tot zich hebben kunnen nemen dan de mens, die zittend eet. Overigens beschikten, zoals de histo rie ook leert, de Romeinen nog over een ander middel om onbeperkte hoe veelheden voedsel tpt zich te nemen: het pauwenveertjes, waarmee men zich in de keel kriebelde en aldus de maag inhoud deed terugkeren tot het punt van uitgang... T>annekoeken eten is voor veel kinde- ren een feest. Toch kan een eenvou dige wens van één van de kinderen moeder onverwacht voor een probleem stellen en een kleine domper op de feestvreugde zetten. Voor alles is gezorgd, de stroop, de bruine basterd, de gewone suiker. Maar het kind wil witte poedersuiker op zijn pannekoek en anders niks. En dan blijkt dat de witte poedersuiker op is en de pruillip toont de teleurstelling De oplossing van dit probleem is heel eenvoudig. Met een elektrische koffie molen is kristalsuiker in een oogwenk te vermalen tot poedersuiker. Waar mee dan ook de hartewens van het kind in vervulling kan gaan. 17 ri9tallen flacons voor cosmetische artikelen worden thans door Britse fabrikanten vaak voorzien van een dop, al dan niet met een schroefdraad, ver vaardigd van kunststof. Daarvoor wor den dan grondstoffen van DOW ge bruikt, die de eigenschappen hebben naar het uiterlijke precies op kristal te lijken maar meer weerstand hebben te gen eventuele beschadiging en boven dien niet kunnen worden aangetast door chemicaliën, die in de inhoud van de fles zijn verwerkt. Voor wie het naad je van- de kous wil weten, men gebruikt voor deze doppen, die doorzichtig zijn en flonkeren, zowel acrylonitriel als poly propyleen. In de Verenigde Staten is een kunst stof-schuim ontwikkeld dat, via een spuitbus op ongeverfd hout aange bracht, aan dat materiaal het uiterlijk geeft van een kostbare houtsoort. Er zijn daar zes verschillende typen van dit schuim verkrijgbaar. Het schuim wordt op het ongeverfde materiaal gespoten en moet dan voor zichtig in de richting van de draad van het hout worden uitgewreven. Vervol gens laat men het aldus behandelde voorwerp ongeveer een half uur dro gen, waarna het geheel met vernis wordt afgewerkt. Het optreden van ischaemische hartziekten in casu het hartinfarct vormt een crisis-moment in een ziekteproces met een lange voorgeschie denis. Het ziekteproces atherosclerose of adervervetting bestaat uit een geleidelijke verandering van de wand van de kransslagaders van het hart. In feite is er dus sprake van een stofwisselingstoornis. Het onderzoek naar de oor zaken van deze aandoening concentreerde zich in belangrijke mate op de voe dingsgewoonten. Vetten, eiwitten en koolhydraten in deze volgorde wor den als boosdoeners aangemerkt; daarnaast genotmiddelen, in hoofdzaak siga retten" IVfet bovenstaande woorden vangt drs. J. G. J. E. Josten van het Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde TNO een beschouwing aan, die onder de titel „Gedragweten- schappelijk onderzoek naar het ont staan en de gevolgen van ischaemi sche hartziekten" afgedrukt werd in T(oegepast N(atuurlijk-wetenschappe- lyk) O(nderzoek) nieuws. Dat de samenstelling van het voed selpakket het ontstaan van atheroscle rose kan bevorderen, zo vervolgt drs. Josten, wordt algemeen aanvaard, maar men is tot de overtuiging geko men, dat op deze wijze maar een kant van het probleem wordt belicht. Het gaat namelijk niet alleen om de aard en de verhouding van de stoffen, die worden toegevoerd, maar oök om de manier waarop het lichaam de aan geboden stoffen verwerkt. Met andere woorden: het hele stof wisselingsproces moet in beschouwing worden genomen. De stofwisseling is namelijk geen autonoom gebeuren, maar een fundamenteel aspect van het functioneren van het totale organisme. Door het probleem op deze manier te stellen, komen ook de gedragsweten schappen binnen het blikveld. •JJet initiatief voor het onderzoek naar de oorzaak van ischaemi sche hartziekten vanuit de gedragswe tenschappen werd genomen door de psychosomatische werkgroep, destyds onder leiding van dr. J. Groen. Men ging er daarbij van uit, dat conflicten het evenwichtig functioneren van het individu verstoren, ook in biologisch opzicht. Personen met een bepaalde persoon lijkheidsstructuur (actief, agressief, dominerend en met een grote behoefte aan genegenheid) komen gemakkelijk in conflict met hun omgeving en der gelijke conflicten betekenen een ver storing van het evenwicht, dat zich ook biologisch zal manifesteren. Deze psychosomatische studies be rusten op ee uitgebreide casuïstiek van infarctpatiënten. Sinds een tiental jaren wordt deze visie verder uitge werkt door Friedman en Roseman met hun medewerkers. Friedman en Rose man leggen de nadruk hierbij niet uit sluitend op het „welvaartspatroon" (reeds eerder was" een vérband gelegd' tussen het welvaartspeil met zijn voe dingsgewoonten eri het optreden van ischaemische hartziekten), maar op het totale levenspatroon. Deze opvat ting sluit beter aan bij de beschikbare epidemiologische gegevens, Zo heeft Japan een relatief laag en Finland een relatief hoog percentage aan hartin farcten. Het gedragswetenschappelijk onder zoek, dat voor het Nederlands Insti tuut voor Preventieve Geneeskunde TNO wordt verricht naar omstandig heden die het ontstaan van hart-vaat- aandoeningen kunnen bevorderen, ge schiedt in samenwerking met het Bu reau Arbeidsgeschiktheid van het Aca demisch Ziekenhuis te Leiden onder de naam van „Cardiac Rehabilitation Re search Leyden". Dit onderzoek gaat uit van een di mensioneel model. In het kort beschre ven is de achtergrond van het onder zoek als volgt weer te geven: het is mogelijk personen te rangordenen naar hun mate van reactiviteit of actie-be reidheid: individuen verschillen onder ling in de mate waarin zij geactiveerd worden door prikkels van allerlei aard. ^oals gezegd, worden hratyvaataan- doeningen in verband gebrachrt met chronische (over-) belasting van het organisme of toestanden van „stress". In een vereenvoudigde voor stelling van zaken is de mate van be lasting te definiëren aan de duur en de intensiteit van de prikkels, waaraan het individu wordt blootgesteld en de mate van reactiviteit van het individu. Een complicerende factor daarbij is, dat de intensiteit van de prikkel mede bepaald wordt door de betekenis, die het individu aan de prikkel hecht. Zo vond Schachter, dat een reeks fysiolo gische prikkels (o.a. maagcontracties) voor magere personen eetlust beteke nen, bij dikke personen daarentegen hebben deze prikkels hun betekenis gro tendeels verloren en is eetlust gerela teerd aan tijdsbesef en aantrekkelijk heid van het voedsel. Op dit moment bepaalt het onderzoek zich nog uitsluitend tot patiënten, waar bij in het recente verleden een hartin farct is geconstateerd. Alhoewel aan retrospectief onderzoek duidelijk be zwaren kleven, staat daar tegenover het voordeel van een duidelijk crite rium: het infarct. In het onderzoek wordt de actie-be reidheid vastgesteld door middel van een vragenlijst. De mate van blootstel ling aan externe prikkels wordt bena derd door een inventarisatie van de tijdsbesteding van de patiënt in de pe riode voorafgaande aan het infarct. Daarbij gaat vooral de aandacht #uit naar de slaap/waakverhöüding: de mate van belasting voor de dagelijkse activiteit en de mogelijkheid tot herstel gedurende de slaap. Verder worden hartpatiënten vergele ken met gezonde personen op hun func tionele leéftijd. Er bestaan op dit mo ment plannen voor prospectief onder zoek. Daarbij wordt zowel gedacht aan laboratorium-experimenten als aan veldonderzoek. Daarnaast is er het onderzoek van hartinfarct-patiënten, dat zich richt op het ontwikkelen van een evaluatie-me thodiek. Op grond van de evaluatie kunnen adviezen worden geformuleerd ten aanzien van revalidatie en maat schappelijke nazorg. Dit onderzoek is evenwel nog niet afgesloten en een vol ledig verslag van de bevindingen is derhalve nog niet mogelijk. T?nkele Brabantse carnavals- prinsen hebben de koppen bij elkaar gestoken met het doel de prijs van het bier te bewaken. Ze beschikken over aanwijzingen dat tal van kasteleins rondlopen met het voornemen tijdens de komen de hosvierdaagse hun glaasje bier twintig tot vijftig cent duurder te maken. De kasteleins speculeren erop dat de carnavalsvierders niet op een paar dubbeltjes zullen kijken. Bovendien werken ze het liefst met ronde bedragen om zo min moge lijk te hoeven wisselen. Want wis selen is tijd is geld in die dagen. Allemaal best, zo redeneren de prinsen, maar lokalen die het met de prijzen al te bar maken kun nen we ook links laten liggen. We zijn met carnaval wel goed gek, maar dat betekent niet dat we al les maar slikken. Behalve bier na tuurlijk. De K.L.M. heeft ook weer geld voer spelletjes. Op Schiphol zijn met honderd kilo v i te verf de' •ontouren neergezet van de Boeing 747, het laatste door de K.L.M. bestelde vliegtuig, waarvan de komst overigens nog tot 1971 zal uitblijven. De automobielfabriek DAF speelde hel spelletje mee en bracht 46 auto's binnen c.e lijnen. Op de vleugels staat een bemanning opgesteld zoals de drie bestelde supervliegtuigen zullen krijgen: aan de ene kant drie vliegers en vijf hofmeesters en aan de andere kant acht stewardessen. Het spelletje werd wel heel slim gespeeld, want de bedoeling was dat deze foto, genomen vanuit een helikopter, de krant zou halen. En dat heeft-ie.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15