notities 1 Vorig jaar vlogen in Nederland 25 jonge ooievaars uit SCHAKEN door H. KRAMER Bedenkelijk dieptepunt Zó staan de ooievaars er in Nederland voor Geen Gulden Adelaar dit jaar DAMMEN BRIDGE KRUISWOORDRAADSEL H ■Wl SR AH niH K ft A H H H O A B H 8 n door J. M. BOM door H. W. FILARSKI De stad komt nader... stap voor stap MRff|P|||||liP^ $1 $£f§Hfl M lm De wijk rukt op. heeft flat aan flat. doelmatig, maar nog nieuw en kil in 't straf gelid gezet en voor 't dynamisch stadskwartier moet 't oud vertrouwde wijken. De stad komt nader, stap voor stap, geleidelijk kleiner wordt de weide De boer is zich aan 't voorbereiden hier weg te gaan, want nood breekt wet, hoe moeilijk 't hem ook valt te scheiden, nu hij in 't vroege jaar ziet prijken de merrie m haar moederschap. MERMEN BOMHOF. /"óndanks alle beschermen de maatregelen, zoals kunstnesten, bouwfonds voor horsten en in het verschiet een farm of opfokcentrum, twijfel ik er toch aan, of de ooievaar het op de duur in ons land wel zal bolwerken. De gedachte, dat we deze eens zo populaire vogel misschien nooit meer als een specifiek ornament van polder en wa terlandschap zullen zien, stemt vooral ouderen een beetje weemoedig. Dat hij tot de huidige dag tot de meest gewone figuren in de valleien van Spaans en Frans Marok ko, Algerië en Tanger behoort en wat dichter bij huis in de Spaanse Marismas en langs de Guadalquivir gerust talrijk heten mag, neemt dit hartzeer niet weg, evenmin als het feit, dat van Denemar ken tot Turkije, onze uiver overal als broedvogel wordt aangetroffen en hier en daar in het stroomgebied van de Donau en de Tisza zelfs zeer algemeen. Dit is alles heel mooi en plezierig, maar het komt eigenlijk onze eer tena, dat de soort juist hier te lan de zó op haar retour is ge raakt, dat ernstig rekening moet worden gehouden met volledige verdwijning. lyïeen niet, dat zulke verlie zen in de tegenwoordige tijd of laten we zeggen over de laatste honderd jaar on mogelijk zijn. De merkwaar- De ouderen onder onze lezers herinneren zich wellicht nog dit antieke plaatje uit hun schoolbank. Vele hon derden jonge ooievaars werden er toen in ons land geboren Aantal jonge ooievaars per provincie 1939-1967 i 1939 98 168 185 1950 42 30 42 1955 8 9 26 1956 11 13 27 1957 11 18 31 1958 5 11 29 1959 9 5 36 1960 2 8 11 1961 9 7 12 1962 7 11 18 1963 2 8 10 1964 3 11 10 1965 4 11 5 1966 5 9 1967 1 2 2 1968 5 24 17 14 15 17 14 4 7 16 3 7 6 2 3 14 11 8 14 12 11 3 2 3 10 3 12 6 7 6 64 14 10 8 18 10 12 14 11 (2#) 13 12 11 13 10 12 8 89 21 10 14 24 21 20 9 27 31 15 18 1» 16 823 197 94 95 143 Ifl 114 51 85 107 55 60 45 42 28 25 316 83 57 65 73 56 50 48 46 50 33 29 32 28 19 19 2.60 Z32 1.65 1.64 zoo 2.00 2.28 1.06 1.87 2.01 1.60 Z07 1.40 1.50 1.55 1.31 dige griel, een pievier in de Kennemerduinen met nachte lijke levenswijs, vormt een recent voorbeeld; een ander is dat van de kwak en de ral reiger uit de voormalige Wol- lefoppenpolder en het Zeven- huizense Bos bij Rotterdam, waar eenmaal een overweldi gende vogelrijkdom bestond, welke door drooglegging van het gebied tot verdwijnen ge doemd was. Een ander voorbeeld zien we in de raaf en —buiten ons land in de reuzenkiwi, de moa en de roa-roa van het ver re Nieuw-Zeeland, waar de kleine kiwi nog juist aan de uitsterving ontsnapte en zelfs tot wapendier van het eiland promoveerde. Hij staat onder zeer strenge bescherming. Voor geheel andere soorten kwam de bescherming te laat; ik denk aan de Amerikaanse trekduif en de miserabele slachting onder de IJslandse reuzenalken, waarbij deze weerloze, niet tot vliegen ca pabele vogels bij duizaiden werden bijeengedreven en in boten gestuwd. Sinds 1844 is deze alk uitgestorven; de IJs landse vissers Brandsson, Is- lefson en Kentilsson sloegen het laatste paar op 't eiland Eldeij dood. Deze reuzen alk is de ver maarde „Geirfugl" uit de Ed- da, de beroemde oud-Noorse goden- en heldenzangen; ge raamten, huiden en eieren worden tegen goud opgewo gen. W7e kunnen ons evenwel nog met plezieriger gevoe lens tot de ooievaars wenden, al zijn die gelukkig nimmer op het nippertje van verdwij ning geweest. In de hierbo ven genoemde landen zitten er nog heel wat, doch ze gaan vrijwel gestaag achteruit in aantal, zonder dat we er recht van op de hoogte kunnen ko men, waaraan het ligt. Velen hebben er zich reeds het hoofd over gebroken en allerlei theo rieën zijn opgeworpen. Toch schijnt het, dat de meeste fac toren, waarvan de invloed als schadelijk moet worden be schouwd, buiten onze invloeds sfeer liggen. Voor we ons tot Nederland wenden, willen we er ons vol ledigheidshalve even van vergewissen, hoe de popula tie der ooievaars in Europa er globaal gezien voorstaat. Tot aan 1928 nam hun aantal voordurend af. daarna kwa men er steeds meer, doch sinds 1937 lopen ze elk jaar te rug. Uit de enquête van een we tenschappelijk vogelstation in Duitsland waren er toen 4800 Rusland omstreeks 1958 68423 broedparen waren geweest, in Duitsland waren en toen 4800 (in 1934 echter 9035, aldus Bernh. Grzimek in een recent boek). Hij stelt zich de vraag of de kinderen van Midden- Europa de ooievaar nog slechts in levenden lijve zullen '<unnen zien in de diergaarde: zulk bekijken noemt hij te- echt „behelpen". 1 n ons land wordt het wel-en- wee van de uiver al sinds jaar en dag voortreffelijk ge- egistreerd door het Rivon het Rijksinstituut voor Veld- biologisch onderzoek ten be hoeve van het Natuurbehoud) en het is de heer H. L. Schui- lenburg, die ons met duidelij ke overzichten goed op de hoogte houdt. Ook verbergt hij gelukkig zijn licht niet on- Horst met drie jonge, bijna volwassen ooievaartjes. der de korenmaat zoals bij dergelijke uitstellingen nogal eens het geval is. maar publi ceert alles in „Het Vogeljaar", waaruit ik de voornaamste resultaten overnam. Wei, het verheugt mij, dat Gelderland twee jongen heeft geleverd, een jaar tevoren 1 en in 1966 eveneens 2. Ze vlo gen uit bij de heer J. H. Luch- tenbelt te Wapenveüd/Heerde; er waren 3 jongen, waarvan 2 uitvlogen en 1 in Burgers Dierenpark te Arnhem werd ondergebracht. Uit het horst van R. Schrijver, Terwoldel Voorst werden bij de zeer late aankomst van het mannetje op 9 juni, 2 onbevruchte eieren geworpen en er werd verder niet gebroed. 'T'otaal vlogen er in Neder- land slechts 25 jonge ooie vaars uit, tegen 28 in 1967 en 42 in 1966, dus een geringe teruggang. Er werden door „Vogelbescherming", particu lieren en zelfs gem. besturen nogal wat nieuwe nesten aan gebracht en oude gerestau reerd. Het beroemde horst van Oudewater een grote en be grijpelijke attractie werd slechts door een solitair be trokken, maar het ging voorlo pig helaas verloren door de brand, die stadhuis en vogel woning teisterde. Een nest in Sliedrecht was tot 1958 niet minder dan zes tig jaar achtereen bewoond geweest. Het viel van de paal en werd niet meer opgericht, omdat de gemeente de grond, waarop het stond, meende te moeten onteigenen. Ook dit komt nog voor! Een horst bij Wijngaarden in die buurt gelegen, sloopte men, omdat er woningen moesten worden gebouwd. Iets dergelijks wordt uit Huissen (Bet.) gemeld. Het is haast on begrijpelijk, dat Friesland in 1968 voor het eerst in de ge schiedenis zonder ooievaars bleef. Twintig jaar geleden vlogen er in deze provincie nog 168 jongen uit, d.l. 2.60 per be woond nest en we zien hieruit hoe grillig het verloop over slechts twee decennia reeds kan wezen. Dehalve cijfers geenszins dorre reeksen! geeft het verslag ook heel wat tekst, die evenzeer de moeite waard is. Hierin wordt ons eigenlijk het gehele verloop van het, leven en wedervaren der Hollandse ooievaars uit de doeken ge daan. Zien we dit in het ver band van een rij vroegere ja ren, dan slaat ons de schrik om het natuurminnend hart. want alles-met-alles vlogen er van zegge en schrijve tien be woonde horsten 25 jongens uit en dat is een zwakke basis, die tevoren nooit zó bedenke lijk is geweest. "l^oor het jaar 1969 zal de Culturele jaarprijs van de stad Deventer „De Gulden Adelaar" niet worden uitge reikt. Burgemeester en wet houders zijn van mening dat er ditmaal geen geschikte kandidaat is, die voor de prijs in aanmerking zou kunnen ko men. De prijs werd in 1957 door het gemeentebestuur van De venter ingesteld ter herden king van de bevrijding van de stad in 1945. Hij kan jaar lijks worden uitgereikt om streeks de bevrijdingsdatum 10 april als blijk van ge meentelijke waardering voor een uitblinkende prestatie op het gebied van de beeldende kunst, de literatuur, de mu ziek, het toneel of de weten schappen. Daarnaast dient de kandidaat nauwe relaties te hebben of te hebben gehad met de stad Deventer. STVrOCAK Otlfortc (bijna k il tientallen jaren lans de sterkste Zuidslavisehe grootmeester. Hoewel de eoneurrentle in zijn vaderland steeds toeneemt ls er, ook onder de Jongeren, nog niemand die kan beweren dat hij Gligoric de loef kan afsteken. Ook ln het toernooi te Palma de Majorca bewees hij zijn grote klasse: de vijfde plaats, achter Korchnoj, Larsen, Spassky en Petrosjan, maar voor beroemdheden als Ivkov Benkö, Pomar, Georgiu, Matanovlc, Byr ne en anderen, ls een prestatie die er zijn mag. Zuidslavli ls terecht trots op Gligoric. Hij trekt niet alleen de aandacht door zijn sterk en ondernemend spel, maar ook door zijn correct optreden en zijn verzorgd uiterlijk. Hieronder Gligoric in een zeer onder nemende bul: hij had de ronde tevoren van Petrosjan verloren en wilde ln ieder geval winnen om in de running te blij ven. Wit: GLIGORIC. Zwart: Dr. H. LEH- BCANN. (Palma de Majorca 1968.) Aangenomen Damegambiet. 1. dl—d4, dl—d5 2. c2—e4. d5xc4 l. Pgl—fS. Pgt—f« 4. e2—el. e7c8 5. Lflxci, c7—c» S. 4-0, a7—a6 7. a2—a4. (Door Botwlnnlk veel gespeeld: wit ls bereid de verzwakking van veld b4 én een geïsoleerde damepion te aanvaarden in ruil voor een vrij spel van zijn stuk ken.) TPb«—c« 8. Ddl—e2. c5xd4 TG—dl. d4—dl. (Wordt als het vaillgsta beschouwd. Na f. Le7 10. exd4, 0-0 11. LgS kreeg wit ln twee partijen van de tweekamp Bot- winnik-PetrosJan (1963) kansrijk »pel.) 10. Lc4xd3, Dd8c7 11. Pbl—c3 (In zijn monografie over deze opening geeft de witspeler deze zet niet aan. Wél 11. e4, Pg4! 12. h3, Pge5 en 11. h8, Pb« 12. Lc4, b6 13. e4, Lb7 in beide gevallen met goed spel voor zwart.) 11Lf8c5 12. Pc3e4, Lc5—e7 (Niet 12Pxe4 13. Lxe4, 0—0T we gens 14. Lxh7t, Kxh7 13. Dc2f.) 13. Lel—d2, 0-4 14. Tal—Cl. PIS—d5 13. Pe4c3, Pd5—b4 16. Ld3—bl. e6—e8 17. e3e4, Lc8—e6 (Daarmee lijkt zwart zelfs ln het voor deel te komen, gezien de storende drei ging 18Lb3. Gligoric besluit nu tot een paardemiddel.) 18. Pc3—d5!?, Le6xdS 19. e4xdS, Pb4xd3 20. b2—b4!7 (De zwartspeler verwachtte slechts 20. Lxh7t, Kxh7 21. Dd3t, Kg8 22. Dxd3 waarna hij met 22Tad8 goed spel zou hebben gekregen.) 20Dc7d6!? (Volgens het bulletin faalt 20Lxbl 21. Lxb4, Pdxb4 op 22. De4 benevens 23. Dxb4, maar zo eenvoudig is de zaak niet. Na 22Tfc8! 23. Dxh7t, Kf8 24. Dh8t, Ke7 25. Dxg7, Tg8! ls het zeer de vraag wie aan het langste eind trekt. Vergelijk verder 20Lxb4 21. De4, Tfd8!) 21. b4b5, Pc6d4 22. Pf3xd4, e5xd4 *3. De 2d3, Pd5—f6 24. Ld2—g5, Dd6— a3? (Sterker ls 24g6.) 25. Dd3—f5!. g7—g6 26. Df5—e5. Kg8—g7 27. Lble4, h7h6 (Meer kans op tegenstand biedt 37 Tad8 benevens Dd6.) 28. Lg5—f4. a6xb5 29. a4xb5, Ta8—d8 30. Tdld3. Da3-d6 31. Le4xb7, g6—gS 32. Lf4g3, Dd6b6 33. De5xe7, Td8—d7 34. De7c5, Db6xb7 35. Lg3—e5. Tf8—e8 36. Td3—f3. Te8e6 8 m m m 7 m m m 4 9 3 m mm 2 9 m 1 m abedefgh GLIGORIC De opgave van de week: hoe beslis* Gligoric met wit de partij vanuit d* diagramstelling? De oplossing vindt TT ln de volgende rubriek. OPLOSSING De stand waa: Wit (Westerlnen): Kgl, De3. Tdl en Le2, pionnen c2, d5, f2, g2. h3. Zwart (Benkö): Kg8. Db2, Tel n «1 Pc5, pionnen aS, b6, e5, f7, g6. Er volgde: 34. Tdl—d4ü, Kg8—f8 (Op 34. exd4 35. Dxe8t, Kg7 36. Dh8 mat.) 34. Th4h8t, K18e7 36. De3xe5t, Pc5—e€ 37. Th8xe8+, Ke7xe8 38. Td4—e4, Db2xc2 3* d5xe6, Td6xe6 40. Le2—b5t, Ke8—«7 4L De5g5t, f7—f« 42. Te3xe6t, K«7xe6 45. Dg5—e3t en zwart gaf het op. DE strijd om de Russische persoon lijke nationale titel ls voorlopig on beslist geëindigd. Andreiko en Gantwarg zullen in een herkamp moeten uitmaken, wie de hoogste titel de zijne mag noemen. Dat Gantwarg het tot een herkamp heeft gebracht ls zeker een verrassing al moet worden erkend, dat de Jeugdige speler uit Minak zeer moei lijk te verslaan is. Tsjegolew miste ook nu weer de overtuigende produktivlteit van enkele Jaren geleden en moest met Agafonov de derde plaats delen. Ex-we reldkampioen Koeperman stak blijkbaar ook niet ln zijn sterkste vorm, want hem vinden we pas op de vijfde plaats! Een toernooi ls nu eenmaal niet zijn „fort". Hij ontplooit zijn grootste kracht ln de tweekamp, zoals Andreiko en Tsjegolev eerder ervaren hebben. Merkwaardig ls nog immer de magische invloed, die Andreiko op zijn tegenstan ders uitoefent. Een heel sterk voorbeeld hiervan is onderstaande partij Wkt: Eedoroek; Zwart: Andreiko; 14e Ronde Kamp. v. Rusland 1988. 1. 3228 20—24 2. 37—32 14—20: Hier te lande geldt (18—23) 41—37 (13—18) als de sterkste variant. De Russen bekommeren zich echter weinig om dergelijke theore tische meningen. I. 41—37 10-14 4. 34—29 18—23: De grote mode van enige jaren geleden met (20—25) '29x30 (15x24) 40—34 24—30) enz. met een interessant randschljvensysteem is al weer ln onbruik geraakt. 5. 29x18 12X 23; 6. 3984 23—29 7. 34x23 24—30; 8. 35x24 20x18 9. 44—39 7—12: 10. 49-44 5—10; 11. 46—41 19—23; Het begin van een zeer Interessant middenspel, waarin zwart bijzonder consequent de witte linker vleugel vastklemt. 12. 39—34 13—20: 13. 31—27 17—21; 14. 36-31 21—26; 15. 41—36 ia—17; 16. 27—22 Vrijwel aangewezen 18. 1—7; 17. 33—29 Moet iets doen tegen de dr-lgine (7—12—18) 179—12; 18 29x18 12x23; 19. 43—39 3—8; 20. 39—33 7—12; 21. 33—29 12—18; 22. 31—27 17—21; Waarme de een z.g. „vroege Ghestemdoorstoot" is ontstaan met een extra interessant facet door de Inklemming van het zwarte cen trum. Andreiko schuwt echter geen en kele moeilijkheid! 23 38—33 10—15 24. 42—38 20—25! 25. 47—42 Niet 29-24 we gens (19x39) 28x10 (39x17) en wit verliest minstens een schijf, omdat 10—5 faalt op (18—23) 5x28 en (17—22!). 2 514—20; 26. 44—39 Het ls moeilijk te zeggen of de combinatie 29—24 (19x39) 28X19 (39X17) 43—39 (13x24) 37—31 (26x28) 38—33 (21x32) 33x2 gunstig is. Hoewel zeer duur, ls de dam niet direct af te nemen en kunnen er kansen voor wit ontstaan. 2 620—24 27. 29x20 15x24; 28. 50—44 9—14; 29. 40—35 Verleidelijk was: 48—43 (14—20) 34—29 (23x34) 40x29. en het ls moeilijk te zeggen wat de uitslag sal zijni 294—9; (zie diagram) Nu wlit bij zijn vorige zet 33—29 heeft nagelaten, ls dit thans oAmogelljk ge worden dóór: 33—29? (24x33) 38x29 (26-61) 37x17 (16—21) 27x7 (18x47) 29x18 (13x2!) Het beste was geweest; 44—40 en het ft weer zeer onduidelijk, of zwart erin sal slagen wit te beletten de stellingen los te breken met alle gevaren van dien voor zwart. Eedoroek meende echter, dat hij 33—29 opnieuw kon afdwingen door ln de dlagramstand de afwachtende set; 30. 46—43??? te spelen. Aan de lezers de opgave; Boe toonde Andreiko de zwakte aan van deze voort zetting OPLOSSING De stand; Wit D. de Jong: 28, ft. 30. 33. K. 16, H. 37. 38. 39. 40. 41, 42, 48, 41, 47, «I (17 iL) Zwart: *torm> 2. 4, 6. 7. 9. 9. ft. II, M. 14. 19, 17, ft, 20, 22, 25, 27 (17 In deze stand, waarin men niet direct een combinatie zou vermoeden won wit fraai als volgt: 29-231! (18x29) 33x241 (22x44) 24-19! (14x23) 30-24 (20x29) 34—30 (25x34) 38—33! (29x38) 40x18! (12x23) 43x511 en hoewel zwart met (44—80) ook op dam komt ls het afspel wegens het materiaal- verlies reddeloos! REKENING houden met een rnogelyKe slechte verdeling in troef en goed tempo berekenen was het onder werp dat ln de opgave van vorige week was verwerkt. U zag toen uitsluitend de NZ-spellen en thans de volledige uit- 4 A 10 8 4 <?H10 O 10 9 10 9 84 2 V97 <?V643 OH72 A 7 6 HB632 <?8 OV6543 *B3 5 <?AB9752 OAB8 H V 5 Zukl gever, allen kwb. Zuid één harten noord één SA zuid drie harten noord vier harten. West startte met kla veraas en speelde klaver zeven na. waar na het leek dat zuid een bijzonder een voudige opgave te verwerken kreeg. Want als de troeven 3 :2 vallen kan zuid een voudig tweemaal een hoge troef spelen en daama zijn derde hoge klaver. OW kunnen dan met hartenvrouw troeven en de rest ls voor NZ. Troeft de tegenpartij de derde klaver niet, dan speelt zuid eenvoudig troef na, waarna schoppenaas op tafel (noord) hem de zekerheid geeft dat hij twee ruitens kan opruimen en dus elf slagen maakt. Wanneer de troeven echter 4 :1 vallen kan de spelleider niet hartenheer en hartenaas spelen, want Indien hfl daarna troef of klaver doorspeelt komt OW aan slag en wordt schoppenaas van de tafel weggespeeld. Hierna kan zuid géén twee snits meer maken in ruiten en hij zal één down gaan! De juiste speelwijze is, na het maken van de tweede klaverslag in de zuidhand, te vervolgen met hartenaas en dan har tenheer. Valt harten 3 2 dan kan noord eenvoudig klaver doorspelen en als die niet wordt ingetroefd, harten naspelen met de zekerheid van elf slagen. Indien echter bij de tweede hartenronde blijkt dat de troeven 4 1 vallen, zal de spel leider overstag moeten gaan: hij zal tweemaal in ruiten moeten gaan snijden. In de dlagramstand ziet u hoe dat gaat: twee ronden klaver is het begin en zuid komt aan slag, dan hartenaas en har ten naar de heer. Het slechte zitsel blijkt en ruiten wordt gesneden, west maakt ruitenheer. West zal ongetwijfeld schop pen nabrengen, noord wint en de ruiten- snit wordt herhaald waarbij zuid met ruitenboer aan slag komt. Nu harten boer, voor wests hartenvrouw een door west nagespeelde schoppen wordt in zuid laag getroefd, met troef negen het laatste hartentje weggehaald en de zaak is rond voor tien slagen. Verrassend, dat het niet good is om hartenheer en -aas te spelen, maar wel ln omgekeerde volg orde: eerst hartenaas en dan harten- heer! Moeilijke vijf-ruiten Het Eindhovens BTC heeft in de mees- terklascompetitie verschillende uitsteken de wedstrijden gespeeld en het heeft maar zeer weinig gescheeld of het team Mun- nik—Dujardin met Besouw—Keulemans had op de tweede plaats beslag gelegd. In de tweede wedstrijd tussen Bridge kring Rotterdam en BTC-Eindhoven wer den de competitiepunten precies gedeeld (3—3) na alleraardigste strijd die niet grote belangstelling door de toeschou wers op het demonstratietableau werd ge volgd. In het tweede spel van de wed strijd verloor de Bridgekring 8 competi tiepunten toen Haver—Kallos een riskant vijf-rultanbod verkozen boven drie Sane» A tout. West AB75 9 BIO 3 ÓAVB32 *V Ocmt *92 V98 <>H954 AH63 Oost gever, NZ kwetsbaar. Munnlk Dujardin boden tot 3 SA dat zonder moei te met een overslag werd gemaakt. Aan de andere tafel ging het bieden: oost één klaver west één schoppen oost één SA west drie ruiten oost vier ruiten west vijf ruiten. West had het zichzelf moeilijk gemaakt en beter lijkt: oost één klaver west één ruiten oost twee ruiten west twee schoppen oost twee SA west drie SA. Noord kwam tegen vijf ruiten uit met schoppen heer, zuid schoppen drie en west het ass. Slag 2 voor klavervrouw, slag 3 voor rui ten heer (NZ bekenden klein), waarna west op klaveraas en klaverheer twee hartens kon opruimen. Wanneer ruiten 2 2 valt ls het contract nu gewonnen, zodat het naspelen van rutten vier van tafel (oost) naar wests ruitenaas logisch Mjkt, maar zuid blijft met ruiten tien zitten daar noord harten zeven wegdoet. Nemen wij aan dat west nu een kleine ichoppen terugspeelt die noord met schop pen tien wint en waarop zuid schoppen zes bij speelt. Noord legt dan harten vier op tafel, zuid wint met hartenheer en speelt harten twee na, door west ge troefd met ruiten drie en noord bekent harten vijf. Hoe zou west van dit moment af verder hebben moeten spelen? (Oplos sing volgende week). Horizontaal: 1. aardigheid; 4. rond voor werp; 8. deel van een huis; 11. lnsekt; 12. op de manier van; 13. Bijbelse figuur; 14. rivier in Ned.; 18. goed zo!; 17. vrouwe lijk wezen; 19. bladmetaal; 21. plaats ln Finland; 22. hoogste der diplomaten; 23. groente; 25. duwtje; 28. vaarweg in Ned.; 33. geld (Bargoens); 36. langzaam; 37. handvatten; 39. deel van een huls; 40. achtgeven op; 41. godheid; 42 Jongens naam; 44. plaats ln Gelderland; 45. berg i in Zwitserland; 48. plantje; 49. waswater: 52. soms; 54. voorzetsel; 56. bodlende: 59. gewas; 60. kledingstuk; 61. overblijfsel; 62. deel van een sohlp; 63. schraal; 64. drank; «5. inaekt; 96. zijvlak van bak steen: 67. erg dom. Verticaal: 1. ongeschonden; 2. stand; 3. schaker van Helena; 5. slot van menig raadsel; 6. deel van Amerika; 7. Interna tionale organisatie (afk.); 8. zacht; 9. ge troffen; 10. wortel; 15. zoogdier; 18. voor zetsel; 20. ieder; 22. onvruchtbaar; 24. godin; 25. mythologisch zoogdier; 26. toe zicht; 27. schuine richting hebben; 29. plaats in Zuid-Holland; 30. wat Iemand doet, die een seis hanteert; 31. vrucht; 32. onfatsoenlijk; 34. lichaamsdeel; 35. Or ganisatie in het televlslebestel (afk.); 37 windrichting (afk.)38. getal43. boom 45. bewaarplaats; 46. noot: 47. deel van het Jaar; 48. maat: 50. Europese hoofdstad; 51. wapen; 52. vervoermiddel; 53. drank; 54. kikker; 55. plaats ln Over- ijssel; 37. deel van Engeland: 69. net zo. Oplossing vorige cryptogram Horizontaal: 1. grappenmakers8. ge daan; I. Edamse; 13. niets; 13. ouderpaar; 14. voor; 19. mots; 17. Aken; 19. heft; 32. elevators; 34. amerlj; 25. Ijskoud; 26. platte; tl. veranderingen. Verticaal! roddel; 3. paaleteek; kader; I. Romaan; 9. ogenblikkelijk; 7. elftallen; 19. noot; 19. heep; 20. beekjoi verreschrijver; 10. voor; 11. Adam; 16. ft ventjei ft. Arufoe. k

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 17