notities
1
Vorig jaar vlogen in
Nederland 25 jonge
ooievaars uit
SCHAKEN door H. KRAMER
Bedenkelijk dieptepunt
Zó staan de ooievaars er
in Nederland voor
Geen Gulden
Adelaar
dit jaar
DAMMEN
BRIDGE
KRUISWOORDRAADSEL
H
■Wl SR AH
niH
K
ft
A
H
H
H
O
A
B
H
8
n
door J. M. BOM
door H. W. FILARSKI
De stad komt nader... stap voor stap
MRff|P|||||liP^ $1 $£f§Hfl M lm
De wijk rukt op. heeft flat aan flat.
doelmatig, maar nog nieuw en kil in 't straf gelid gezet
en voor 't dynamisch stadskwartier moet 't oud vertrouwde wijken.
De stad komt nader, stap voor stap,
geleidelijk kleiner wordt de weide
De boer is zich aan 't voorbereiden
hier weg te gaan, want nood breekt wet,
hoe moeilijk 't hem ook valt te scheiden,
nu hij in 't vroege jaar ziet prijken
de merrie m haar moederschap.
MERMEN BOMHOF.
/"óndanks alle beschermen
de maatregelen, zoals
kunstnesten, bouwfonds voor
horsten en in het verschiet
een farm of opfokcentrum,
twijfel ik er toch aan, of de
ooievaar het op de duur in ons
land wel zal bolwerken. De
gedachte, dat we deze eens zo
populaire vogel misschien
nooit meer als een specifiek
ornament van polder en wa
terlandschap zullen zien,
stemt vooral ouderen een
beetje weemoedig. Dat hij tot
de huidige dag tot de meest
gewone figuren in de valleien
van Spaans en Frans Marok
ko, Algerië en Tanger behoort
en wat dichter bij huis
in de Spaanse Marismas en
langs de Guadalquivir gerust
talrijk heten mag, neemt dit
hartzeer niet weg, evenmin
als het feit, dat van Denemar
ken tot Turkije, onze uiver
overal als broedvogel wordt
aangetroffen en hier en daar
in het stroomgebied van de
Donau en de Tisza zelfs zeer
algemeen. Dit is alles heel
mooi en plezierig, maar het
komt eigenlijk onze eer tena,
dat de soort juist hier te lan
de zó op haar retour is ge
raakt, dat ernstig rekening
moet worden gehouden met
volledige verdwijning.
lyïeen niet, dat zulke verlie
zen in de tegenwoordige
tijd of laten we zeggen over
de laatste honderd jaar on
mogelijk zijn. De merkwaar-
De ouderen onder onze lezers herinneren zich wellicht
nog dit antieke plaatje uit hun schoolbank. Vele hon
derden jonge ooievaars werden er toen in ons land geboren
Aantal jonge ooievaars per provincie 1939-1967
i
1939
98
168
185
1950
42
30
42
1955
8
9
26
1956
11
13
27
1957
11
18
31
1958
5
11
29
1959
9
5
36
1960
2
8
11
1961
9
7
12
1962
7
11
18
1963
2
8
10
1964
3
11
10
1965
4
11
5
1966
5
9
1967
1
2
2
1968
5
24
17
14
15
17
14
4
7
16
3
7
6
2
3
14
11
8
14
12
11
3
2
3
10
3
12
6
7
6 64
14
10
8
18
10
12
14
11
(2#) 13
12
11
13
10
12
8
89
21
10
14
24
21
20
9
27
31
15
18
1»
16
823
197
94
95
143
Ifl
114
51
85
107
55
60
45
42
28
25
316
83
57
65
73
56
50
48
46
50
33
29
32
28
19
19
2.60
Z32
1.65
1.64
zoo
2.00
2.28
1.06
1.87
2.01
1.60
Z07
1.40
1.50
1.55
1.31
dige griel, een pievier in de
Kennemerduinen met nachte
lijke levenswijs, vormt een
recent voorbeeld; een ander
is dat van de kwak en de ral
reiger uit de voormalige Wol-
lefoppenpolder en het Zeven-
huizense Bos bij Rotterdam,
waar eenmaal een overweldi
gende vogelrijkdom bestond,
welke door drooglegging van
het gebied tot verdwijnen ge
doemd was.
Een ander voorbeeld zien
we in de raaf en —buiten ons
land in de reuzenkiwi, de
moa en de roa-roa van het ver
re Nieuw-Zeeland, waar de
kleine kiwi nog juist aan de
uitsterving ontsnapte en zelfs
tot wapendier van het eiland
promoveerde. Hij staat onder
zeer strenge bescherming.
Voor geheel andere soorten
kwam de bescherming te laat;
ik denk aan de Amerikaanse
trekduif en de miserabele
slachting onder de IJslandse
reuzenalken, waarbij deze
weerloze, niet tot vliegen ca
pabele vogels bij duizaiden
werden bijeengedreven en in
boten gestuwd. Sinds 1844 is
deze alk uitgestorven; de IJs
landse vissers Brandsson, Is-
lefson en Kentilsson sloegen
het laatste paar op 't eiland
Eldeij dood.
Deze reuzen alk is de ver
maarde „Geirfugl" uit de Ed-
da, de beroemde oud-Noorse
goden- en heldenzangen; ge
raamten, huiden en eieren
worden tegen goud opgewo
gen.
W7e kunnen ons evenwel nog
met plezieriger gevoe
lens tot de ooievaars wenden,
al zijn die gelukkig nimmer
op het nippertje van verdwij
ning geweest. In de hierbo
ven genoemde landen zitten
er nog heel wat, doch ze gaan
vrijwel gestaag achteruit in
aantal, zonder dat we er recht
van op de hoogte kunnen ko
men, waaraan het ligt. Velen
hebben er zich reeds het hoofd
over gebroken en allerlei theo
rieën zijn opgeworpen. Toch
schijnt het, dat de meeste fac
toren, waarvan de invloed als
schadelijk moet worden be
schouwd, buiten onze invloeds
sfeer liggen.
Voor we ons tot Nederland
wenden, willen we er ons vol
ledigheidshalve even van
vergewissen, hoe de popula
tie der ooievaars in Europa
er globaal gezien voorstaat.
Tot aan 1928 nam hun aantal
voordurend af. daarna kwa
men er steeds meer, doch
sinds 1937 lopen ze elk jaar te
rug.
Uit de enquête van een we
tenschappelijk vogelstation in
Duitsland waren er toen 4800
Rusland omstreeks 1958 68423
broedparen waren geweest, in
Duitsland waren en toen 4800
(in 1934 echter 9035, aldus
Bernh. Grzimek in een recent
boek). Hij stelt zich de vraag
of de kinderen van Midden-
Europa de ooievaar nog
slechts in levenden lijve zullen
'<unnen zien in de diergaarde:
zulk bekijken noemt hij te-
echt „behelpen".
1 n ons land wordt het wel-en-
wee van de uiver al sinds
jaar en dag voortreffelijk ge-
egistreerd door het Rivon
het Rijksinstituut voor Veld-
biologisch onderzoek ten be
hoeve van het Natuurbehoud)
en het is de heer H. L. Schui-
lenburg, die ons met duidelij
ke overzichten goed op de
hoogte houdt. Ook verbergt
hij gelukkig zijn licht niet on-
Horst met drie jonge, bijna volwassen ooievaartjes.
der de korenmaat zoals bij
dergelijke uitstellingen nogal
eens het geval is. maar publi
ceert alles in „Het Vogeljaar",
waaruit ik de voornaamste
resultaten overnam.
Wei, het verheugt mij, dat
Gelderland twee jongen heeft
geleverd, een jaar tevoren 1
en in 1966 eveneens 2. Ze vlo
gen uit bij de heer J. H. Luch-
tenbelt te Wapenveüd/Heerde;
er waren 3 jongen, waarvan
2 uitvlogen en 1 in Burgers
Dierenpark te Arnhem werd
ondergebracht. Uit het horst
van R. Schrijver, Terwoldel
Voorst werden bij de zeer late
aankomst van het mannetje
op 9 juni, 2 onbevruchte eieren
geworpen en er werd verder
niet gebroed.
'T'otaal vlogen er in Neder-
land slechts 25 jonge ooie
vaars uit, tegen 28 in 1967 en
42 in 1966, dus een geringe
teruggang. Er werden door
„Vogelbescherming", particu
lieren en zelfs gem. besturen
nogal wat nieuwe nesten aan
gebracht en oude gerestau
reerd. Het beroemde horst van
Oudewater een grote en be
grijpelijke attractie werd
slechts door een solitair be
trokken, maar het ging voorlo
pig helaas verloren door de
brand, die stadhuis en vogel
woning teisterde.
Een nest in Sliedrecht was
tot 1958 niet minder dan zes
tig jaar achtereen bewoond
geweest. Het viel van de paal
en werd niet meer opgericht,
omdat de gemeente de grond,
waarop het stond, meende te
moeten onteigenen. Ook dit
komt nog voor!
Een horst bij Wijngaarden
in die buurt gelegen, sloopte
men, omdat er woningen
moesten worden gebouwd. Iets
dergelijks wordt uit Huissen
(Bet.) gemeld. Het is haast on
begrijpelijk, dat Friesland in
1968 voor het eerst in de ge
schiedenis zonder ooievaars
bleef. Twintig jaar geleden
vlogen er in deze provincie nog
168 jongen uit, d.l. 2.60 per be
woond nest en we zien hieruit
hoe grillig het verloop over
slechts twee decennia reeds
kan wezen.
Dehalve cijfers geenszins
dorre reeksen! geeft het
verslag ook heel wat tekst, die
evenzeer de moeite waard is.
Hierin wordt ons eigenlijk het
gehele verloop van het, leven
en wedervaren der Hollandse
ooievaars uit de doeken ge
daan. Zien we dit in het ver
band van een rij vroegere ja
ren, dan slaat ons de schrik
om het natuurminnend hart.
want alles-met-alles vlogen er
van zegge en schrijve tien be
woonde horsten 25 jongens uit
en dat is een zwakke basis,
die tevoren nooit zó bedenke
lijk is geweest.
"l^oor het jaar 1969 zal de
Culturele jaarprijs van de
stad Deventer „De Gulden
Adelaar" niet worden uitge
reikt. Burgemeester en wet
houders zijn van mening dat
er ditmaal geen geschikte
kandidaat is, die voor de prijs
in aanmerking zou kunnen ko
men.
De prijs werd in 1957 door
het gemeentebestuur van De
venter ingesteld ter herden
king van de bevrijding van
de stad in 1945. Hij kan jaar
lijks worden uitgereikt om
streeks de bevrijdingsdatum
10 april als blijk van ge
meentelijke waardering voor
een uitblinkende prestatie op
het gebied van de beeldende
kunst, de literatuur, de mu
ziek, het toneel of de weten
schappen. Daarnaast dient de
kandidaat nauwe relaties te
hebben of te hebben gehad
met de stad Deventer.
STVrOCAK Otlfortc (bijna k il
tientallen jaren lans de sterkste
Zuidslavisehe grootmeester. Hoewel
de eoneurrentle in zijn vaderland steeds
toeneemt ls er, ook onder de Jongeren,
nog niemand die kan beweren dat hij
Gligoric de loef kan afsteken. Ook ln het
toernooi te Palma de Majorca bewees hij
zijn grote klasse: de vijfde plaats, achter
Korchnoj, Larsen, Spassky en Petrosjan,
maar voor beroemdheden als Ivkov
Benkö, Pomar, Georgiu, Matanovlc, Byr
ne en anderen, ls een prestatie die er
zijn mag.
Zuidslavli ls terecht trots op Gligoric.
Hij trekt niet alleen de aandacht door
zijn sterk en ondernemend spel, maar
ook door zijn correct optreden en zijn
verzorgd uiterlijk.
Hieronder Gligoric in een zeer onder
nemende bul: hij had de ronde tevoren
van Petrosjan verloren en wilde ln ieder
geval winnen om in de running te blij
ven.
Wit: GLIGORIC. Zwart: Dr. H. LEH-
BCANN. (Palma de Majorca 1968.)
Aangenomen Damegambiet.
1. dl—d4, dl—d5 2. c2—e4. d5xc4 l.
Pgl—fS. Pgt—f« 4. e2—el. e7c8 5. Lflxci,
c7—c» S. 4-0, a7—a6 7. a2—a4.
(Door Botwlnnlk veel gespeeld: wit ls
bereid de verzwakking van veld b4 én
een geïsoleerde damepion te aanvaarden
in ruil voor een vrij spel van zijn stuk
ken.)
TPb«—c« 8. Ddl—e2. c5xd4
TG—dl. d4—dl.
(Wordt als het vaillgsta beschouwd. Na
f. Le7 10. exd4, 0-0 11. LgS kreeg wit
ln twee partijen van de tweekamp Bot-
winnik-PetrosJan (1963) kansrijk »pel.)
10. Lc4xd3, Dd8c7 11. Pbl—c3
(In zijn monografie over deze opening
geeft de witspeler deze zet niet aan. Wél
11. e4, Pg4! 12. h3, Pge5 en 11. h8, Pb« 12.
Lc4, b6 13. e4, Lb7 in beide gevallen met
goed spel voor zwart.)
11Lf8c5 12. Pc3e4, Lc5—e7
(Niet 12Pxe4 13. Lxe4, 0—0T we
gens 14. Lxh7t, Kxh7 13. Dc2f.)
13. Lel—d2, 0-4 14. Tal—Cl. PIS—d5 13.
Pe4c3, Pd5—b4 16. Ld3—bl. e6—e8 17.
e3e4, Lc8—e6
(Daarmee lijkt zwart zelfs ln het voor
deel te komen, gezien de storende drei
ging 18Lb3. Gligoric besluit nu tot
een paardemiddel.)
18. Pc3—d5!?, Le6xdS 19. e4xdS, Pb4xd3
20. b2—b4!7
(De zwartspeler verwachtte slechts 20.
Lxh7t, Kxh7 21. Dd3t, Kg8 22. Dxd3
waarna hij met 22Tad8 goed spel
zou hebben gekregen.) 20Dc7d6!?
(Volgens het bulletin faalt 20Lxbl
21. Lxb4, Pdxb4 op 22. De4 benevens 23.
Dxb4, maar zo eenvoudig is de zaak niet.
Na 22Tfc8! 23. Dxh7t, Kf8 24. Dh8t,
Ke7 25. Dxg7, Tg8! ls het zeer de vraag
wie aan het langste eind trekt. Vergelijk
verder 20Lxb4 21. De4, Tfd8!)
21. b4b5, Pc6d4 22. Pf3xd4, e5xd4 *3.
De 2d3, Pd5—f6 24. Ld2—g5, Dd6— a3?
(Sterker ls 24g6.)
25. Dd3—f5!. g7—g6 26. Df5—e5. Kg8—g7
27. Lble4, h7h6
(Meer kans op tegenstand biedt 37
Tad8 benevens Dd6.)
28. Lg5—f4. a6xb5 29. a4xb5, Ta8—d8 30.
Tdld3. Da3-d6 31. Le4xb7, g6—gS 32.
Lf4g3, Dd6b6 33. De5xe7, Td8—d7 34.
De7c5, Db6xb7 35. Lg3—e5. Tf8—e8 36.
Td3—f3. Te8e6
8
m
m
m
7
m
m
m
4
9
3
m
mm
2
9
m
1
m
abedefgh
GLIGORIC
De opgave van de week: hoe beslis*
Gligoric met wit de partij vanuit d*
diagramstelling?
De oplossing vindt TT ln de volgende
rubriek.
OPLOSSING
De stand waa:
Wit (Westerlnen): Kgl, De3. Tdl en
Le2, pionnen c2, d5, f2, g2. h3.
Zwart (Benkö): Kg8. Db2, Tel n «1
Pc5, pionnen aS, b6, e5, f7, g6.
Er volgde: 34. Tdl—d4ü, Kg8—f8 (Op 34.
exd4 35. Dxe8t, Kg7 36. Dh8 mat.) 34.
Th4h8t, K18e7 36. De3xe5t, Pc5—e€ 37.
Th8xe8+, Ke7xe8 38. Td4—e4, Db2xc2 3*
d5xe6, Td6xe6 40. Le2—b5t, Ke8—«7 4L
De5g5t, f7—f« 42. Te3xe6t, K«7xe6 45.
Dg5—e3t en zwart gaf het op.
DE strijd om de Russische persoon
lijke nationale titel ls voorlopig on
beslist geëindigd. Andreiko en
Gantwarg zullen in een herkamp
moeten uitmaken, wie de hoogste titel de
zijne mag noemen. Dat Gantwarg het tot
een herkamp heeft gebracht ls zeker een
verrassing al moet worden erkend, dat
de Jeugdige speler uit Minak zeer moei
lijk te verslaan is. Tsjegolew miste ook
nu weer de overtuigende produktivlteit
van enkele Jaren geleden en moest met
Agafonov de derde plaats delen. Ex-we
reldkampioen Koeperman stak blijkbaar
ook niet ln zijn sterkste vorm, want hem
vinden we pas op de vijfde plaats! Een
toernooi ls nu eenmaal niet zijn „fort".
Hij ontplooit zijn grootste kracht ln de
tweekamp, zoals Andreiko en Tsjegolev
eerder ervaren hebben.
Merkwaardig ls nog immer de magische
invloed, die Andreiko op zijn tegenstan
ders uitoefent. Een heel sterk voorbeeld
hiervan is onderstaande partij
Wkt: Eedoroek; Zwart: Andreiko; 14e
Ronde Kamp. v. Rusland 1988.
1. 3228 20—24 2. 37—32 14—20: Hier te
lande geldt (18—23) 41—37 (13—18) als de
sterkste variant. De Russen bekommeren
zich echter weinig om dergelijke theore
tische meningen.
I. 41—37 10-14 4. 34—29 18—23: De grote
mode van enige jaren geleden met
(20—25) '29x30 (15x24) 40—34 24—30) enz.
met een interessant randschljvensysteem
is al weer ln onbruik geraakt. 5. 29x18
12X 23; 6. 3984 23—29 7. 34x23 24—30; 8.
35x24 20x18 9. 44—39 7—12: 10. 49-44 5—10;
11. 46—41 19—23; Het begin van een zeer
Interessant middenspel, waarin zwart
bijzonder consequent de witte linker
vleugel vastklemt. 12. 39—34 13—20: 13.
31—27 17—21; 14. 36-31 21—26; 15. 41—36
ia—17; 16. 27—22 Vrijwel aangewezen 18.
1—7; 17. 33—29 Moet iets doen tegen
de dr-lgine (7—12—18) 179—12; 18
29x18 12x23; 19. 43—39 3—8; 20. 39—33 7—12;
21. 33—29 12—18; 22. 31—27 17—21; Waarme
de een z.g. „vroege Ghestemdoorstoot" is
ontstaan met een extra interessant facet
door de Inklemming van het zwarte cen
trum. Andreiko schuwt echter geen en
kele moeilijkheid! 23 38—33 10—15 24.
42—38 20—25! 25. 47—42 Niet 29-24 we
gens (19x39) 28x10 (39x17) en wit verliest
minstens een schijf, omdat 10—5 faalt op
(18—23) 5x28 en (17—22!).
2 514—20; 26. 44—39 Het ls moeilijk
te zeggen of de combinatie 29—24 (19x39)
28X19 (39X17) 43—39 (13x24) 37—31 (26x28)
38—33 (21x32) 33x2 gunstig is. Hoewel zeer
duur, ls de dam niet direct af te nemen
en kunnen er kansen voor wit
ontstaan.
2 620—24 27. 29x20 15x24; 28. 50—44
9—14; 29. 40—35 Verleidelijk was: 48—43
(14—20) 34—29 (23x34) 40x29. en het ls
moeilijk te zeggen wat de uitslag sal
zijni 294—9; (zie diagram)
Nu wlit bij zijn vorige zet 33—29 heeft
nagelaten, ls dit thans oAmogelljk ge
worden dóór: 33—29? (24x33) 38x29 (26-61)
37x17 (16—21) 27x7 (18x47) 29x18 (13x2!)
Het beste was geweest; 44—40 en het ft
weer zeer onduidelijk, of zwart erin sal
slagen wit te beletten de stellingen los te
breken met alle gevaren van dien voor
zwart. Eedoroek meende echter, dat hij
33—29 opnieuw kon afdwingen door ln de
dlagramstand de afwachtende set; 30.
46—43??? te spelen.
Aan de lezers de opgave; Boe toonde
Andreiko de zwakte aan van deze voort
zetting
OPLOSSING
De stand;
Wit D. de Jong: 28, ft. 30. 33. K. 16, H.
37. 38. 39. 40. 41, 42, 48, 41, 47, «I (17 iL)
Zwart: *torm> 2. 4, 6. 7. 9. 9. ft. II, M.
14. 19, 17, ft, 20, 22, 25, 27 (17
In deze stand, waarin men niet direct
een combinatie zou vermoeden won wit
fraai als volgt: 29-231! (18x29) 33x241
(22x44) 24-19! (14x23) 30-24 (20x29) 34—30
(25x34) 38—33! (29x38) 40x18! (12x23) 43x511
en hoewel zwart met (44—80) ook op dam
komt ls het afspel wegens het materiaal-
verlies reddeloos!
REKENING houden met een rnogelyKe
slechte verdeling in troef en goed
tempo berekenen was het onder
werp dat ln de opgave van vorige week
was verwerkt. U zag toen uitsluitend de
NZ-spellen en thans de volledige uit-
4 A 10 8 4
<?H10
O 10 9
10 9 84 2
V97
<?V643
OH72
A 7 6
HB632
<?8
OV6543
*B3
5
<?AB9752
OAB8
H V 5
Zukl gever, allen kwb. Zuid één harten
noord één SA zuid drie harten
noord vier harten. West startte met kla
veraas en speelde klaver zeven na. waar
na het leek dat zuid een bijzonder een
voudige opgave te verwerken kreeg. Want
als de troeven 3 :2 vallen kan zuid een
voudig tweemaal een hoge troef spelen
en daama zijn derde hoge klaver. OW
kunnen dan met hartenvrouw troeven en
de rest ls voor NZ. Troeft de tegenpartij
de derde klaver niet, dan speelt zuid
eenvoudig troef na, waarna schoppenaas
op tafel (noord) hem de zekerheid geeft
dat hij twee ruitens kan opruimen en dus
elf slagen maakt.
Wanneer de troeven echter 4 :1 vallen
kan de spelleider niet hartenheer en
hartenaas spelen, want Indien hfl daarna
troef of klaver doorspeelt komt OW aan
slag en wordt schoppenaas van de tafel
weggespeeld. Hierna kan zuid géén twee
snits meer maken in ruiten en hij zal
één down gaan!
De juiste speelwijze is, na het maken
van de tweede klaverslag in de zuidhand,
te vervolgen met hartenaas en dan har
tenheer. Valt harten 3 2 dan kan noord
eenvoudig klaver doorspelen en als die
niet wordt ingetroefd, harten naspelen
met de zekerheid van elf slagen. Indien
echter bij de tweede hartenronde blijkt
dat de troeven 4 1 vallen, zal de spel
leider overstag moeten gaan: hij zal
tweemaal in ruiten moeten gaan snijden.
In de dlagramstand ziet u hoe dat gaat:
twee ronden klaver is het begin en zuid
komt aan slag, dan hartenaas en har
ten naar de heer. Het slechte zitsel blijkt
en ruiten wordt gesneden, west maakt
ruitenheer. West zal ongetwijfeld schop
pen nabrengen, noord wint en de ruiten-
snit wordt herhaald waarbij zuid met
ruitenboer aan slag komt. Nu harten
boer, voor wests hartenvrouw een
door west nagespeelde schoppen wordt in
zuid laag getroefd, met troef negen het
laatste hartentje weggehaald en de zaak
is rond voor tien slagen. Verrassend, dat
het niet good is om hartenheer en -aas
te spelen, maar wel ln omgekeerde volg
orde: eerst hartenaas en dan harten-
heer!
Moeilijke vijf-ruiten
Het Eindhovens BTC heeft in de mees-
terklascompetitie verschillende uitsteken
de wedstrijden gespeeld en het heeft maar
zeer weinig gescheeld of het team Mun-
nik—Dujardin met Besouw—Keulemans
had op de tweede plaats beslag gelegd.
In de tweede wedstrijd tussen Bridge
kring Rotterdam en BTC-Eindhoven wer
den de competitiepunten precies gedeeld
(3—3) na alleraardigste strijd die niet
grote belangstelling door de toeschou
wers op het demonstratietableau werd ge
volgd. In het tweede spel van de wed
strijd verloor de Bridgekring 8 competi
tiepunten toen Haver—Kallos een riskant
vijf-rultanbod verkozen boven drie Sane»
A tout.
West
AB75
9 BIO 3
ÓAVB32
*V
Ocmt
*92
V98
<>H954
AH63
Oost gever, NZ kwetsbaar. Munnlk
Dujardin boden tot 3 SA dat zonder moei
te met een overslag werd gemaakt. Aan
de andere tafel ging het bieden: oost
één klaver west één schoppen oost
één SA west drie ruiten oost vier
ruiten west vijf ruiten. West had het
zichzelf moeilijk gemaakt en beter lijkt:
oost één klaver west één ruiten
oost twee ruiten west twee schoppen
oost twee SA west drie SA. Noord
kwam tegen vijf ruiten uit met schoppen
heer, zuid schoppen drie en west het ass.
Slag 2 voor klavervrouw, slag 3 voor
rui ten heer (NZ bekenden klein), waarna
west op klaveraas en klaverheer twee
hartens kon opruimen. Wanneer ruiten
2 2 valt ls het contract nu gewonnen,
zodat het naspelen van rutten vier van
tafel (oost) naar wests ruitenaas logisch
Mjkt, maar zuid blijft met ruiten tien
zitten daar noord harten zeven wegdoet.
Nemen wij aan dat west nu een kleine
ichoppen terugspeelt die noord met schop
pen tien wint en waarop zuid schoppen
zes bij speelt. Noord legt dan harten vier
op tafel, zuid wint met hartenheer en
speelt harten twee na, door west ge
troefd met ruiten drie en noord bekent
harten vijf. Hoe zou west van dit moment
af verder hebben moeten spelen? (Oplos
sing volgende week).
Horizontaal: 1. aardigheid; 4. rond voor
werp; 8. deel van een huis; 11. lnsekt; 12.
op de manier van; 13. Bijbelse figuur; 14.
rivier in Ned.; 18. goed zo!; 17. vrouwe
lijk wezen; 19. bladmetaal; 21. plaats ln
Finland; 22. hoogste der diplomaten; 23.
groente; 25. duwtje; 28. vaarweg in Ned.;
33. geld (Bargoens); 36. langzaam; 37.
handvatten; 39. deel van een huls; 40.
achtgeven op; 41. godheid; 42 Jongens
naam; 44. plaats ln Gelderland; 45. berg
i in Zwitserland; 48. plantje; 49. waswater:
52. soms; 54. voorzetsel; 56. bodlende: 59.
gewas; 60. kledingstuk; 61. overblijfsel;
62. deel van een sohlp; 63. schraal; 64.
drank; «5. inaekt; 96. zijvlak van bak
steen: 67. erg dom.
Verticaal: 1. ongeschonden; 2. stand; 3.
schaker van Helena; 5. slot van menig
raadsel; 6. deel van Amerika; 7. Interna
tionale organisatie (afk.); 8. zacht; 9. ge
troffen; 10. wortel; 15. zoogdier; 18. voor
zetsel; 20. ieder; 22. onvruchtbaar; 24.
godin; 25. mythologisch zoogdier; 26. toe
zicht; 27. schuine richting hebben; 29.
plaats in Zuid-Holland; 30. wat Iemand
doet, die een seis hanteert; 31. vrucht;
32. onfatsoenlijk; 34. lichaamsdeel; 35. Or
ganisatie in het televlslebestel (afk.); 37
windrichting (afk.)38. getal43. boom
45. bewaarplaats; 46. noot: 47. deel van
het Jaar; 48. maat: 50. Europese
hoofdstad; 51. wapen; 52. vervoermiddel;
53. drank; 54. kikker; 55. plaats ln Over-
ijssel; 37. deel van Engeland: 69. net zo.
Oplossing vorige
cryptogram
Horizontaal: 1. grappenmakers8. ge
daan; I. Edamse; 13. niets; 13. ouderpaar;
14. voor; 19. mots; 17. Aken; 19. heft; 32.
elevators; 34. amerlj; 25. Ijskoud; 26.
platte; tl. veranderingen.
Verticaal! roddel; 3. paaleteek;
kader; I. Romaan; 9. ogenblikkelijk; 7. elftallen; 19. noot; 19. heep; 20. beekjoi
verreschrijver; 10. voor; 11. Adam; 16. ft ventjei ft. Arufoe.
k