Tot gemeentewapen verheven familiewapen
duidt op relatie met huis Van Amersfoort
DVSA-clubhuis
r
Aleyd van Sc herpenzeel
was laatste erfdochter
uit eeuwenoud geslacht
4-
Uitslagen onderlinge
damcompetitie
Wildwallen
Jonkers
Hofsteden
Lelies
door Adriaan
P. de Kleuver
Huwelijk
Riddergoed
Dia-avond voor
bejaarden
iF
;s
DINSDAG 21 JANUARI 1969
969
HEGGENLANDSCHAP RONDOM
SCHERPENZEEL HET MOOISTE
VAN GEHELE GELDERSE VALLEI
Een gróót Frans geleerde heeft eens gezegd: „God schiep de aarde, maar de
Nederlanders maakten Nederland". Hij bedoelde dat het land aan de greep van
de waterwolf ontworsteld was. Maar ook de rest van ons land, op wat stukjes
échte natuur na. is door de bewoners van de lage landen omgezet in één aan
eengesloten cultuurzone. Langzamerhand noemen wij alles dat buiten ons huis
ligt natuur. Maar héél weinig mensen zijn doordrongen van de werkelijke bete
kenis van het begrip natuur. Daarom haalt men de begrippen natuur en cul
tuur door elkaar. Recreatie ziet men als een cultuurvorm die in de vrije natuur
bedreven nioet worden. Maar deze recreatie op haar beurt ligt aan duizenden
banden gebonden. Dat is in veel gevallen een goed ding, want anders zou er
van de échte natuur niet veel overblijven. Natuurbehoud is een moeizaam
werk. Maar dat is dan weer een hoofdstuk apart. Voor de recreanten is het
alleen van belang dat ons cultuurlandschap zo goed mogelijk geconserveerd
wordt. Daar dit alles ook met de economie gepaard gaat en een bos in feite een
„zaak" is die goed rendabel gehouden moet worden, zal men wat dat betreft
in ons land niet te klagen hebben.
stegen en meentdijken werden evenals
de sloten kaarsrecht getrokken.
Rond Renswoude en Scherpenzeel
krioelen de landweggetjes door elkaar,
allemaal oude stegen uit de tijden dat
de oorspronkelijke bossen van de vallei
ontgonnen werden. En daar lagen bos
sen! Echte oerwouden waar praktisch
nog nooit een mens een voet gezet had.
Er bromden de beren en wolven huil
den er; daar huisden de dassen en in
de kreekjes en beken zwommen bevers
en otters. Boven deze wouden cirkelden
de arenden op zoek naar buit.
Dat geweldige bos in de vallei was al
vroeg in de middeleeuwen in trek ge
komen. Keizer Karei de Grote bezat al
deze rijksbossen en schonk er vier van
in het jaar 777 aan de Sint-Maartens
kerk te Utrecht. Ze waren gelegen aan
de Eem en het waren Hengistcoto (Hen-
schoten) onder Woudenberg, Fornhese
(Vernhese of Overheze) onder Amers
foort, Mocoroth (niet bekend waar het
lag) en Vuidoc (de oude maalschap We-
dene) bij Hoogland. Maar, zo zal men
zeggen (en terecht), maar bij Wouden
berg en Scherpenzeel lag toch de Eem
niet. Toch zag men in de Lunterse beek
en het daarop uitwaterende watertje
Kromme Eem in het zuiden van de val
lei als geheel het stroomverloop van de
Eem.
Het knooppunt van alle van de Velu-
we komende beken bij Amersfoort her
kende men mogelijk niet als het begin
punt van de „rivier" de Eem. In ieder
geval moet het woud Hengistcoto van
enorme omvang geweest zijn omdat het
tot aan die z.g. Een kwa m.
De begrenzingen uit 777 kennen wij
niet omdat de mens deze in de loop
der eeuwen uitgewist heeft. De grond
werd opgedeeld in grotere en kleinere
percelen en hoe de oertoestand ge
weest is kan men nog enigszins re
construeren aan de hand van de mid-
delnederlandse namen die, stammen
de uit de middeleeuwen dus, nog al
le bestaan. Dit is een uniek verschijn
sel en de aandacht dubbel waard.
Vaag herinneren héél oude mensen
zich nog de natuurrijkdom „van toen"
Voor de oorlog (1940) was nog veel over
van die „oude tijd". Praten wij als ou
dere natuurvrienden over de Groep on
der Scherpenzeel, over Lambalgen,
over Wagensveld (nog mooi), over de
wildernissen rond de Emmikhuizerberg
en langs de Slaperdijk tot aén het Werk
aan de Daatselaar (de Schans) toe, nou,
dan kun je wel huilen.
Als je nog denkt aan de verrukkelij
ke stroken blauwgrasland langs „de
dijkjes", dan... nou ja, 't is geweest en
het komt nooit weerom. Net zo min als
het Wageningse binnenveld en de Ach-
terbergse hooilanden. Je krijgt er maar
hallucinaties van met velden vol rode
en paarse orchideeën...
Ze hebben ons mooie land van al die
luister ontdaan en wij mogen teren op
hooguit 50 a 60 bunder echte natuur-
weide. Die nemen ze „ons" niet meer
af. De boerenstand foetert er ons wel
om uit. maar vergeten zij dan niet dat
in de Gelderse Vallei duizenden hecta
ren onland verbeterd zijn? Heus beste
boerenvrienden, de weegschaal staat 50/
50. Naast iedere boer, die deze restant-
jes zou willen hebben, staat een natuur
vriend.
De duizenden boeren die een bedrijf
je zouden willen hebben, kunnen met
dit povere restantje niet geholpen wor
den. Wél de duizenden natuurvrienden
die in ons overbevolkte landje toch ók
recht hebben op dat héél kleine plekje
onder Gods vrije hemel. Wie het goed
meent met de Schepping en welk
Christenmens (boer dan wel burger) wil
te boek staan als natuurvernieler ie
der weldenkend mens móét instemmen
met het recht voor ieder schepsel om
te leven. Ja, in de ruimste zin van het
woord: de mensen èn de vogels èn de
bloemen, ja allés!
Het wekt altijd weer verwondering
dat er nog landschappen bestaan die in
grote trekken zichzelf gebleven zijn.
Eén er van is het oude heggenlandschap
met wildwallen in het midden van
de Gelderse Vallei. Deze karaktervast
heid vindt haar oorsprong in de merk
waardige percelering. Nog steeds wordt
menig perceel begrensd door deze
wildwallen, voormalige akkermaals-
houtwallen uit qle tijd van het eekschil-
len. Dit geeft aan dit landschap juist
dat typische karakter van beslotenheid.
Het is een overblijfsel van de middel
eeuwse ontginningsdrang met Saksische
beïnvloeding die tot vér Duitsland in
waarneembaar is.
Het landschap rond Scherpenzeel en
Renswoude is het best bergelijkbaar
met dat van de Achterhoek en Twente.
Deze landschapsvorm neemt bij Rens
woude en om precies te zijn ter hoog
te van de Emmikhuizerberg abrupt een
einde. In het zuiden is de vallei vlak
en schijnt alles met een liniaal recht ge
trokken te zijn. Dat komt doordat daar
verveend is. Dat ging om economische
redenen allemaal rechtlijnig. De veen-
Het Scherpenzeelse gemeentewapen:
zes zilveren lelies op een blauw veld.
Ze kwamen, de mensen, en begonnen
de woudreuzen te kappen. Daarvan trok
men de hoeven op en de hoge, spitse
daken dekte men met riet op heideplag
gen. In de middeleeuwen waren al eni
ge hoeven van steen gebouwd. De be
woners groeven er grachten omheen en
noemden zich jonker. Het waren Sant-
brinck, Hilhorst (later Hoolhorst ge
naamd), Emelaar, Brielaar, Ubbe(l)-
schoten dat bekend werd omdat er het
Rhenens riddergeslacht Freys van Dol-
re woonde, Willaar en vanzelf niet te
vergeten Schaffelaar omwille van ons
aller Jan die daar ongetwijfeld het le
venslicht aanschouwde.
Dat wij daar met oeroude bosontgin-
ningen van doen hebben bemerken wij
direct aan de hoogst merkwaardige
boerderijnamen. De uitgangen van die
namen zijn meest, donk, horst, laar,
schoten, etc. en die duiden ieder voor
zich op een bepaalde bodemgesteldheid
of landschappelijke ligging.
Gaarne wil ik verwijzen naar mijn
artikel in De Vallei van 27 mei 1967,
waarin ik de naamsverklaringen in dit
oude bosgebied heb toegelicht. Toen
ging het in hoofdzaak om het prachtige
gebied tussen Barneveld, Achterveld,
Scherpenzeel en Renswoude.
Laten we thans wat meer aandacht
besteden aan het gebied ten zuiden van
de rijksstraatweg dat als geheel bekend
staat als de buurschap de Groep. Het
wordt, met inbegrip van de buurschap
Holevoet, doorsneden door de Lunter
se beek.
De vermoedelijke grens van het
woud Hengistcoto zal zich tot hié heb
ben uitgestrekt. Wij bedenken dat eerst
bisschop David van Bourgondië de
Kromme Eem tot Veenendaal (toen
Veenloo geheten) voor een deel „geka
naliseerd" heeft (147 - 148) en de Ant
werpenaar Gilbert v. Schoonbeke in 1549
vanuit de Prattenburger venen bij Em-
mikhuizen ditzelfde deed met het deel
dat de Broeker sloot genaamd is en
thans een pand vormt van het Vallei
kanaal. In de zeventiende eeuw waren
beide griften nog steeds niet met el
kaar verbonden!
Nu is in mijn bezit de beste „staf
kaart" die ooit gemaakt werd, n.l. de
Engelse uit 1944 (gedrukt op de achter
zijde van een Schotse topografische
kaart!) die in gebruik was bij de lucht
landing. Prachtig komt hierop de per
celering uit. Vooral de verveende ge
deelten rond de Emmikhuizerberg. Het
stroomgebied van de Luntersebeek ver
toont geheel dat uitgesproken Sakische
ontginningstype. In de ontginningstijd
van de Groep doorsneed het toen sterk
meanderende beekje onbetwist het van
777 bekende bosgebied.
Van Scherpenzeel uit komt men via
het kasteelbos op de Groeperweg. Men
moet de nu gekanaliseerde Lunterse
beek over en volgt dan vanouds het
fietspad door de Groep. Wie er in ja
ren niet geweest is zal na de histori
sche hofstede Bruinhorst zich wel ver
wonderen over de veranderingen. Maar
het bleef toch allemaal landschappe
lijk aantrekkelijk.
Het grootste gedeelte van de Groep
behoort trouwens tot de gemeente
Renswoude. En daar liggen dan de zéér
oude hofsteden de Hope, Dashorst, de
Pollen, de Rouwe Hofstede, Ravenhorst,
't Hooibroek, de Voskuilen, 't Hol, Gro
te en Kleine Vliet en let U dan eens op
alles wat met het bos te maken had.
Dassen en vossen, ja vooral horsten
dat met struikgewas begroeide hoogten
waren. Dan moet men bij Ravenhorst
niet denken aan een broedplek van ra
ven, maar aan een man die gewoon Ra
ven heette. Dichter bij Renswoude, niet
in de Groep dus, liggen nog de Wach
teldonk en de Wolfshaar. Ook die her
inneren aan die oude bossen.
Zo'ri donk was een hoge plek in laag
land en een haar een kleine boerenhoe
ve in ontgonnen gebied. En gelóófd dat
op die donk kwartéls (wachtels!) voor
gekomen zijn. Maar de Wolfshaar kan
de woning van een man geweest zijn die
doodgewoon Wolf hèette. En dat Bruin-
horst bij Scherpenzeel zal „de horst van
Bruin" geweest zijn.
Dan was daar bij Scherpenzeel één
hofstad die ze allemaal over het hoofd
groeide. In Scherpenzeel spreekt men
van „het kasteel", maar het recente,
wat grauw aandoende gebouw, verdient
eigenlijk de naam Huis van Scherpen
zeel.
Het oude ridderhuis bestaat al lang niet
meer. De aanduiding „huis" is boven
dien voor Gelderland meer verant
woord. In het Sticht van Utrecht had
men daarvoor de naam ridderhofstad
gecreeërd. Maar in de tijd dat Scher
penzeel. nog bisschoppelijk gebied was
mogelijk behorende tot de heerlijk
heid Amersfoort was er in Utrecht
nog geen sprake van deze status.
Misschien komt het door de vroegtij
dige overgang van het bisschoppelijke
Scherpenzeel naar Gelre één blik op
de kaart leert hoe dit dorp als een wig
in het Utrechtse gebied steekt dat
het „Huys tot Scherpenzeel" beleend
werd door de hertogen van Gelre. Het
is bovendien een merkwaardig feit dat
er weinig oud-adellijke huizen bestaan
hebben die zó alng in het bezit zijn ge
bleven van het geslacht, dat er zijn
naam aan ontleende, als juist dit. Er is
wel beweerd dat dit kwam doordat het
een vrij, dus allodiaal, goed was, maar
de beleningen namens Gelre liegen er
niet om.
De molen zoals veel oudere Scher-
penzelers hem nog kennen tegen
over de graanhandel van de firma
Bakker aan de Molenweg. Op de
laatste zondag voor de bevrijding op
5 mei 1945 werd dit stukje oud-Scher-
penzeel moedwillig vernield door een
aantal hysterische SS'ers, die heel
wat springstoffen moesten aandragen
orh het hechte bouwwerk in de lucht
te laten vliegen. Een week eerder
hadden zij de toren in het centrum
van het dorp al opgeblazen.
Van Dolre, dat al vroeg uitgestorven
was in de mannelijke lijn en bekend
bleef als Freyse van Dolre en tevens
in de omgeving van Amersfoort gegoed
was.
Het merkwaardige feit doet zich voor
dat de kastelen die door leden of af
stammelingen uit de vier genoemde
huizen bewoond werden het nimmer
tot ridderhofstad'brachten. Hoe dat
in het Scherpenzeelse geval zat za
gen wij reeds; dat werd Gelders.
Het slot van Amersfoort ging op in het
dorp „aan de voorde" (doorwaadba
re plaats in de Eem of Amer?) en na
ontvangst van de stedelijke rechten in
1259 kwam de burgt van Amersfoort
evenmin uit de verf. Met het slot van
Stoutenburg ging het evenzo.. Daarvan
is bekend dat het in 1252 gesticht werd
door Wouter van Amersfoort, Verder
komt in de gemeente Hoogland bij
Amersfoort een goed voor dat door het
geslacht Freyse van^ Dolre bewoond
werd.
Nu doet zich het opmerkelijke fpii
voor dat alle vier genoemde geslachten
als wapen voeren een veld beladen met
zes leliën. Duidelijker bewijs van ver
wantschap is niet aan te voeren.
In die oude tijden tooiden de zonen of
afstammelingen zich met het voorvader-
ij Ik wapen, zij het met „breking" van
de metalen of kleuren. Het aloude wa
pen van de Van Amersfoorts was: „een
veld van keel (is rood) bezaaid met zes
leliën van goud, geplaatst 3, 2 en 1.
Het wapen van 't geslacht Van Stou
tenburg, gesproten uit Wouter van
Amersfoort (1252) werd door deze stam
verwant veranderd in: „een veld van
keel (is rood) bezaaid met zes lelieën
van zilver, geplaatst 3, 2 en 1". Het
kasteel van Stoutenburg werd nadien
een bezit van het bisdom Utrecht, maar
het oude .wapen bleef er aan verbonden.
Dan volgden de Van Dolre's, ge
noemd naar het oude Te Dorle onder
Rhenen, dat van de bisschoppen van
Utrecht het leengoed te Zeldert in het
kerspel van Leusden ontving en nog la
ter (merkwaardig genoeg) het leengoed
Ten Voerde (de Voort) onder Scherpen
zeel hield. Hun wapen werd: „een veld
van goud bezaaid met zes leliën van
azuur (is blauw), geplaatst 3, 2 en 1."
Dan volgt het geslacht van Scherpen
zeel met het volgende wapen: „een
veld van azuur (is blauw) bezaaid met
zes leliën van zilver, geplaatst 3, 2 en
1". Gezien in het licht van de middel
eeuwse heraldiek, waarbij dit oude wa
pen als streekwapen optreedt kan
het niet anders zijn dat de Van Scher-
penzeels gesproken zijn uit het huis
Van Amersfoort, ja, dat zelfs, twéé be
langrijke takken (Van Dolre en Van
Scherpenzeel) in de heerlijkheid Scher
penzeel gevestigd waren.
In het geval Scherpenzeel werd in
1950 het oude familiewapen van dit il
lustere geslacht officieel als gemeente
wapen van Scherpenzeel vastgesteld.
Voor het overige zijn de genoemde wa
pens niet meer in gebruik omdat alle
mannelijke nazaten uitgestorven zijn.
Wel werd de oude Amersfoortse lelie
met kleurverandering (rood) opgeno
men in het gemeentewapen van Hoog
land en voert de Oudheidkundige Ver
eniging „Flehite" het oude Van Amers-
foort-wapen.
Wat het wapen betreft kan Scherpen
zeel bogen op één van de zeldzaamste
en zuiverste wapens- onder die van on
ze Nederlandse gemeente.
De leden van het geslacht Van Scher
penzeel namen zeer hoge posten waar
in de hofhouding en ambten van
Gelre. In 1380 vinden wij Johan v&n
Scherpenzeel ridder namens de her
tog van Gelre beleend met het „Huys
Scherpenseel ende 2 morgen lants
daer 't huys op staet ten Zutphensen
Rechten".
Dat laatste hield in dat ook vrouwen
konden erven. Zo kon in 1667 de laatste
erfdochter Aleyd van Scherpenzeel bij
haar overlijden nog optreden als offi-
ciële Vrouwe van Scherpenzeel, waarna
de heerlijkheid overging op haar zoon
Burchart Willemszoon van Westerwold
tot Hackfort.
Bijna drie eeuwen land resideerde in
Scherpenzeel onafgebroken één en het
zelfde geslacht. Dit mag als grote zeld
zaamheid niet onvermeld blijven. En
het huis van Oranje-Nassau dan? Helaas
moet worden vastgesteld dat dit een
kunstmatig geval is doordat men in
matriarchale lijn de familienaam bij
koninklijke besluiten laat voortbestaan.
Met Vrouwe Aleyd van Scherpenzeel
was dat niet het geval. Haar zoon Bur
chart volgde met zijn vadersnaam als
heer van Scherpenzeel. Het is wel eens
goed hierop wat dieper in te gaan. In
een volgend artikel wil ik deze proble
men van verwantschap in de vrouwelij
ke lijn nog wat verder uitspinnen.
9 Het is natuurlijk zo dat men even
goed van de moederlijn moet spreken
als van de vaderlijn. Zonder moeder
toch ook géén kinderen!
Wij vermeldden al dat de Van Scher-
penzeels hoog in aanzien stonden. Er
waren leden van de hofhouding van de
hertogen van Gelre onder. Willem
Goerts genaamd Palick van Scherpen
zeel werd zelfs beleend met het Erf-
schenkambt van Gelre met de daaraan
verbonden Schenkhof te Kesteren. Al
les wat de heer van Scherpenzeel in de
De Scherpenzeelse molen, op de
plaats waar nu het Verenigingsge
bouw staat, had ook tijdens de mei
dagen van 1940 ernstige schade opge
lopen. Op de voorgrond een restant
van het verwoeste hotel ,,De Hole
voet". In de eerste oorlogsjaren werd
de molen geheel gerestaureerd.
Nadat kerk en toren zowel in 1940 als
in 1945 zware schade hadden opge
lopen tijdens de oorlogshandelingen,
werd na dé bezetting tot herbouw en
restauratie overgegaan. Sindsdien do
mineert het gebouw 'weer in volle
glorie in het centrum van het dorp.
Al in 1229 is Johan van Scherpenzeel
leenman van de abt van Sint-Paulus te
Utrecht. Hij zou de stichter van het ou
de riddergoed geweest kunnen zijn. Een
andere lezing is dat een poorter uit
Utrecht, die zich in de eerste Kruis
tocht uitzonderlijk onderscheiden had,
van Godfried van Bouillon op het slag
veld de ridderslag ontving en vervol
gens door de bisschop van Utrecht met
Scherpenzeel beleend werd.
Wij achten het echter béter de ge
schiedenis van het geslacht Van Scher
penzeel in het jaar 1229 te. laten aan
vangen. Aanleiding daartoe geeft o.m.
de heraldiek. De genealogen weten wel
dat de oudste wapens van onze adel feil
loze aanknopingspunten zijn waar het
afstamming en verwantschap betreft
Dat het aloude riddergeslacht Van
Scherpenzeel zo al niet stamt uit hel
huis Van Amersfoort is het*er dan tóch
na aan verwant. Mét de Van Scherpen-
zeels óók de oude geslachten Van Stou
tenburg en het ongeveer gelijktijdig
voorkomen in Rhenen van het geslacht
0 Huize Scherpenzeel heeft al jaren
lang afgedaan als woonhuis van
de heren van Scherpenzeel. Wel is het
nog steeds een stukje oud-Scherpen-
zeel, dat het minst door de uitbrei
dingsplannen is aangetast.
jaren 15341558 daarvoor jaarlijks aan
hertog Karei van Egmond te geven had
was een „heerghewade" van twee „Kla«
ren becken" (zilveren schalen).
Als mens hield deze Willem van Scher
penzeel er vreemde praktijken op na.
Toen Elizabeth van Scherpenzeel,
zijn dochter, in het kraambed op 16
juni 1556 overleed, dwong hij de vader
van het kind, Hendrik Bentinck, die
geweigerd had het meisje te trouwen,
in de Sabelskerk te Arnhem in de kist
naast haar dode lichaam te gaan lig
gen, waarna een priester ze „in de
echt" verbond.
Dat huwelijk werd „ten eeuwigen dage"
gesloten en in het „magescheid" (men
zou kunnen zeggen het testament) van
1578 werd zij nóg zijn huisvrouw ge
noemd! Desondanks „her"-trouwde
Hendrik Bentinck al in 1577 met Erin-
gard van Amstel. De „kerk" vond dit
toch al te bar; met 'n dode kon je
niet leven...
De zoon Johan Will ems van Scher
penzeel was van een geheel ander ka
rakter. Hij was opgenomen in de ridder
schap van Veluwe en bij de dood van
zijn vader, in 1578, nog minderjarig zijn
de reeds met Scherpenzeel beleend. Hij
was ook heer van Peursum en van
Hernen in 't Rijk van Nijmegen en
heer van Kernhem, Doesburg en Kreel
in het ambt van Ede.
Deze heer van Scherpenzeel was zeer
de reformatie van de kerk toegedaan
en op zijn aandringen gingen pastoor
Mom en zijn onderdanen te Scherpen
zeel over naar de reformatie. Zijn zoon
Willem volgde, maar deze stierf kinder
loos en dien s half zuster Aleyd van
Scherpenzeel was dan de laatste erf
dochter uit dit oude geslacht die als
Vrouwe van Scherpenzeel bekend
staat. Zij was tevens Vrouwe van Peur
sum.
De heerUjkheid Scherpenzeel was ge
heel allodiaal, dus vrij, maar aan het
Huys tot Scherpenzeel kleefde dan dat
leen „ten Zutphenschen Reghte".
Na de reformatie bleven- de tienden
van de Abdij van Sint-Paulus (de
Stichtse invloed was nog niet geheel
verdwenen) die voortvloeiden uit de
goederen Wolfswinkel, Rooywinkel,
Berkhorst en Heyntjeskamp als leen
goederen van de Staten van Utrecht aan
het huis te Scherpenzeel verbonden.
Dit was ook het geval met de „Coorn-
wintmeulen" en de vier Molencampen.
Het „windrecht" op de Scherpenzeelse
molen berustte dus ook aan de heren
(en vrouwen!) van Scherpenzeel. Jam
mer dat die prachtige houten standaard -
molen van Scherpenzeel in 1945 ver
woest werd. Schrijver heeft daar nog
nauwe banden mede, want zijn voorva
der Henrick van Alpen is nog molenaar
op de heerlijkheidsmolen van Scherpen
zeel geweest toen de heren van Scher
penzeel nog Van Scherpenzeel heetten!
En niet alleen dat dit mij persoonlijk
zo ter harte gaat. Die oude molen van
Scherpenzeel was een juweel in het lan
schap. Spijtig dat ze weg is.
De Van Scherpenzeel's bestaan niet
meer. Anderen volgden als heer van de
heerlijkheid zoals de familie Royaards.
Het oude kasteel werd vervangen door
een ander huis, dat toch wel prachtig
in die bosrijke hoek van het oude dorp
ligt. Wij zullen deze richting nog wel
eens meer uitgaan. Want ook natuurhis
torisch is het een pracfrtstreek, die de
aandacht ten volle waard is.
SCHERPENZEEL Door de ver
eniging „Oud Scherpenzeel" zal 28 ja
nuari een dia-avond worden gegeven
voor de bewoners van het Scherpenzeel
se bejaardencentrum „Het huis in de
wei". Deze avond is vooral voor de oud-
Scherpenzelers interessant daar er
dia's zullen worden vertoond van Scher
penzeel aan het begin van deze eeuw.
De avond wordt gehouden in de recrea
tiezaal van het bejaardencentrum. Aan
vang 8 uur. De leiding van deze avond
berust bij de heer S. Laansma uit Rens
woude.
AMERONGEN De uitslagen van de
onderlinge competitie van de Amerong-
se Damclub waren als volgt: MarisG.
van Zomeren 2-0; E. v.d. GriftMeijer
1-1; RebergenM. v.d. Grift 1-1; Van
de BergVan Viegen 0-2; Van Loon
Faber 1-1; A. KleinveldDerksen 1-1;
Van de KolkVan Dam 2-0; A. v.d
GriftVan Ewijk 2-0 en Van de Berg
A. Kleinveld 2-0.
AMERONGEN Het clubhuis van
de Amerongse voetbalvereniging DVSH
nadert zijn voltooiing op „De Burgwal
Om het fraaie gebouw moet echter nog
veel werk worden verricht en daarom
doet de club een beroep op haar leden
om zaterdag a.s. met vereende krachten
onder andere de grond om het clubhuis
in aanbouw te egaliseren.
Het ligt in de bedoeling van de be
stuurders van de Amerongse veren L
ging om het gebouw half februari of
ficieel te openen.
Zo
•en
an.
>or
le-
n".
>en
nk
er-
M.
ie-
ig:
ïk-
?e-
?en
?e-
Lde
net
K>k
ier
u
aar
pa
vel
le
m
en:
se
em
ie
ts",
net
en.
I"
dat
em
ad.
'an
het
er-
la-
ilik
ve-
>n-
er-
?e-
?ke
en
eel
ast
ren
de
al-
ïeb
en,
?e-
IT
m-
u
dat
'an
de
en
ran
ier,
fe-
em
de-
;nd
liet
ffi-
ant
ïad
ge-
de-
c 2
ie-
>ld.
Pij
3e-
et-
Dor
n".
nd,
we
ies
ig-
'an
tad
eft
;de
cht
'an*1
aar
op
ae-
iiet
m-
de
te-
rie i
de
eft
ijn
ar-
it-
en.
;e-
jr-
;e-
ijk
de
op
ve
28
ïe-
en
de
;ne
is—
k—
ïe-
en
int
en
Ier
5P
tr-