Tot gemeentewapen verheven familiewapen duidt op relatie met huis Van Amersfoort DVSA-clubhuis r Aleyd van Sc herpenzeel was laatste erfdochter uit eeuwenoud geslacht 4- Uitslagen onderlinge damcompetitie Wildwallen Jonkers Hofsteden Lelies door Adriaan P. de Kleuver Huwelijk Riddergoed Dia-avond voor bejaarden iF ;s DINSDAG 21 JANUARI 1969 969 HEGGENLANDSCHAP RONDOM SCHERPENZEEL HET MOOISTE VAN GEHELE GELDERSE VALLEI Een gróót Frans geleerde heeft eens gezegd: „God schiep de aarde, maar de Nederlanders maakten Nederland". Hij bedoelde dat het land aan de greep van de waterwolf ontworsteld was. Maar ook de rest van ons land, op wat stukjes échte natuur na. is door de bewoners van de lage landen omgezet in één aan eengesloten cultuurzone. Langzamerhand noemen wij alles dat buiten ons huis ligt natuur. Maar héél weinig mensen zijn doordrongen van de werkelijke bete kenis van het begrip natuur. Daarom haalt men de begrippen natuur en cul tuur door elkaar. Recreatie ziet men als een cultuurvorm die in de vrije natuur bedreven nioet worden. Maar deze recreatie op haar beurt ligt aan duizenden banden gebonden. Dat is in veel gevallen een goed ding, want anders zou er van de échte natuur niet veel overblijven. Natuurbehoud is een moeizaam werk. Maar dat is dan weer een hoofdstuk apart. Voor de recreanten is het alleen van belang dat ons cultuurlandschap zo goed mogelijk geconserveerd wordt. Daar dit alles ook met de economie gepaard gaat en een bos in feite een „zaak" is die goed rendabel gehouden moet worden, zal men wat dat betreft in ons land niet te klagen hebben. stegen en meentdijken werden evenals de sloten kaarsrecht getrokken. Rond Renswoude en Scherpenzeel krioelen de landweggetjes door elkaar, allemaal oude stegen uit de tijden dat de oorspronkelijke bossen van de vallei ontgonnen werden. En daar lagen bos sen! Echte oerwouden waar praktisch nog nooit een mens een voet gezet had. Er bromden de beren en wolven huil den er; daar huisden de dassen en in de kreekjes en beken zwommen bevers en otters. Boven deze wouden cirkelden de arenden op zoek naar buit. Dat geweldige bos in de vallei was al vroeg in de middeleeuwen in trek ge komen. Keizer Karei de Grote bezat al deze rijksbossen en schonk er vier van in het jaar 777 aan de Sint-Maartens kerk te Utrecht. Ze waren gelegen aan de Eem en het waren Hengistcoto (Hen- schoten) onder Woudenberg, Fornhese (Vernhese of Overheze) onder Amers foort, Mocoroth (niet bekend waar het lag) en Vuidoc (de oude maalschap We- dene) bij Hoogland. Maar, zo zal men zeggen (en terecht), maar bij Wouden berg en Scherpenzeel lag toch de Eem niet. Toch zag men in de Lunterse beek en het daarop uitwaterende watertje Kromme Eem in het zuiden van de val lei als geheel het stroomverloop van de Eem. Het knooppunt van alle van de Velu- we komende beken bij Amersfoort her kende men mogelijk niet als het begin punt van de „rivier" de Eem. In ieder geval moet het woud Hengistcoto van enorme omvang geweest zijn omdat het tot aan die z.g. Een kwa m. De begrenzingen uit 777 kennen wij niet omdat de mens deze in de loop der eeuwen uitgewist heeft. De grond werd opgedeeld in grotere en kleinere percelen en hoe de oertoestand ge weest is kan men nog enigszins re construeren aan de hand van de mid- delnederlandse namen die, stammen de uit de middeleeuwen dus, nog al le bestaan. Dit is een uniek verschijn sel en de aandacht dubbel waard. Vaag herinneren héél oude mensen zich nog de natuurrijkdom „van toen" Voor de oorlog (1940) was nog veel over van die „oude tijd". Praten wij als ou dere natuurvrienden over de Groep on der Scherpenzeel, over Lambalgen, over Wagensveld (nog mooi), over de wildernissen rond de Emmikhuizerberg en langs de Slaperdijk tot aén het Werk aan de Daatselaar (de Schans) toe, nou, dan kun je wel huilen. Als je nog denkt aan de verrukkelij ke stroken blauwgrasland langs „de dijkjes", dan... nou ja, 't is geweest en het komt nooit weerom. Net zo min als het Wageningse binnenveld en de Ach- terbergse hooilanden. Je krijgt er maar hallucinaties van met velden vol rode en paarse orchideeën... Ze hebben ons mooie land van al die luister ontdaan en wij mogen teren op hooguit 50 a 60 bunder echte natuur- weide. Die nemen ze „ons" niet meer af. De boerenstand foetert er ons wel om uit. maar vergeten zij dan niet dat in de Gelderse Vallei duizenden hecta ren onland verbeterd zijn? Heus beste boerenvrienden, de weegschaal staat 50/ 50. Naast iedere boer, die deze restant- jes zou willen hebben, staat een natuur vriend. De duizenden boeren die een bedrijf je zouden willen hebben, kunnen met dit povere restantje niet geholpen wor den. Wél de duizenden natuurvrienden die in ons overbevolkte landje toch ók recht hebben op dat héél kleine plekje onder Gods vrije hemel. Wie het goed meent met de Schepping en welk Christenmens (boer dan wel burger) wil te boek staan als natuurvernieler ie der weldenkend mens móét instemmen met het recht voor ieder schepsel om te leven. Ja, in de ruimste zin van het woord: de mensen èn de vogels èn de bloemen, ja allés! Het wekt altijd weer verwondering dat er nog landschappen bestaan die in grote trekken zichzelf gebleven zijn. Eén er van is het oude heggenlandschap met wildwallen in het midden van de Gelderse Vallei. Deze karaktervast heid vindt haar oorsprong in de merk waardige percelering. Nog steeds wordt menig perceel begrensd door deze wildwallen, voormalige akkermaals- houtwallen uit qle tijd van het eekschil- len. Dit geeft aan dit landschap juist dat typische karakter van beslotenheid. Het is een overblijfsel van de middel eeuwse ontginningsdrang met Saksische beïnvloeding die tot vér Duitsland in waarneembaar is. Het landschap rond Scherpenzeel en Renswoude is het best bergelijkbaar met dat van de Achterhoek en Twente. Deze landschapsvorm neemt bij Rens woude en om precies te zijn ter hoog te van de Emmikhuizerberg abrupt een einde. In het zuiden is de vallei vlak en schijnt alles met een liniaal recht ge trokken te zijn. Dat komt doordat daar verveend is. Dat ging om economische redenen allemaal rechtlijnig. De veen- Het Scherpenzeelse gemeentewapen: zes zilveren lelies op een blauw veld. Ze kwamen, de mensen, en begonnen de woudreuzen te kappen. Daarvan trok men de hoeven op en de hoge, spitse daken dekte men met riet op heideplag gen. In de middeleeuwen waren al eni ge hoeven van steen gebouwd. De be woners groeven er grachten omheen en noemden zich jonker. Het waren Sant- brinck, Hilhorst (later Hoolhorst ge naamd), Emelaar, Brielaar, Ubbe(l)- schoten dat bekend werd omdat er het Rhenens riddergeslacht Freys van Dol- re woonde, Willaar en vanzelf niet te vergeten Schaffelaar omwille van ons aller Jan die daar ongetwijfeld het le venslicht aanschouwde. Dat wij daar met oeroude bosontgin- ningen van doen hebben bemerken wij direct aan de hoogst merkwaardige boerderijnamen. De uitgangen van die namen zijn meest, donk, horst, laar, schoten, etc. en die duiden ieder voor zich op een bepaalde bodemgesteldheid of landschappelijke ligging. Gaarne wil ik verwijzen naar mijn artikel in De Vallei van 27 mei 1967, waarin ik de naamsverklaringen in dit oude bosgebied heb toegelicht. Toen ging het in hoofdzaak om het prachtige gebied tussen Barneveld, Achterveld, Scherpenzeel en Renswoude. Laten we thans wat meer aandacht besteden aan het gebied ten zuiden van de rijksstraatweg dat als geheel bekend staat als de buurschap de Groep. Het wordt, met inbegrip van de buurschap Holevoet, doorsneden door de Lunter se beek. De vermoedelijke grens van het woud Hengistcoto zal zich tot hié heb ben uitgestrekt. Wij bedenken dat eerst bisschop David van Bourgondië de Kromme Eem tot Veenendaal (toen Veenloo geheten) voor een deel „geka naliseerd" heeft (147 - 148) en de Ant werpenaar Gilbert v. Schoonbeke in 1549 vanuit de Prattenburger venen bij Em- mikhuizen ditzelfde deed met het deel dat de Broeker sloot genaamd is en thans een pand vormt van het Vallei kanaal. In de zeventiende eeuw waren beide griften nog steeds niet met el kaar verbonden! Nu is in mijn bezit de beste „staf kaart" die ooit gemaakt werd, n.l. de Engelse uit 1944 (gedrukt op de achter zijde van een Schotse topografische kaart!) die in gebruik was bij de lucht landing. Prachtig komt hierop de per celering uit. Vooral de verveende ge deelten rond de Emmikhuizerberg. Het stroomgebied van de Luntersebeek ver toont geheel dat uitgesproken Sakische ontginningstype. In de ontginningstijd van de Groep doorsneed het toen sterk meanderende beekje onbetwist het van 777 bekende bosgebied. Van Scherpenzeel uit komt men via het kasteelbos op de Groeperweg. Men moet de nu gekanaliseerde Lunterse beek over en volgt dan vanouds het fietspad door de Groep. Wie er in ja ren niet geweest is zal na de histori sche hofstede Bruinhorst zich wel ver wonderen over de veranderingen. Maar het bleef toch allemaal landschappe lijk aantrekkelijk. Het grootste gedeelte van de Groep behoort trouwens tot de gemeente Renswoude. En daar liggen dan de zéér oude hofsteden de Hope, Dashorst, de Pollen, de Rouwe Hofstede, Ravenhorst, 't Hooibroek, de Voskuilen, 't Hol, Gro te en Kleine Vliet en let U dan eens op alles wat met het bos te maken had. Dassen en vossen, ja vooral horsten dat met struikgewas begroeide hoogten waren. Dan moet men bij Ravenhorst niet denken aan een broedplek van ra ven, maar aan een man die gewoon Ra ven heette. Dichter bij Renswoude, niet in de Groep dus, liggen nog de Wach teldonk en de Wolfshaar. Ook die her inneren aan die oude bossen. Zo'ri donk was een hoge plek in laag land en een haar een kleine boerenhoe ve in ontgonnen gebied. En gelóófd dat op die donk kwartéls (wachtels!) voor gekomen zijn. Maar de Wolfshaar kan de woning van een man geweest zijn die doodgewoon Wolf hèette. En dat Bruin- horst bij Scherpenzeel zal „de horst van Bruin" geweest zijn. Dan was daar bij Scherpenzeel één hofstad die ze allemaal over het hoofd groeide. In Scherpenzeel spreekt men van „het kasteel", maar het recente, wat grauw aandoende gebouw, verdient eigenlijk de naam Huis van Scherpen zeel. Het oude ridderhuis bestaat al lang niet meer. De aanduiding „huis" is boven dien voor Gelderland meer verant woord. In het Sticht van Utrecht had men daarvoor de naam ridderhofstad gecreeërd. Maar in de tijd dat Scher penzeel. nog bisschoppelijk gebied was mogelijk behorende tot de heerlijk heid Amersfoort was er in Utrecht nog geen sprake van deze status. Misschien komt het door de vroegtij dige overgang van het bisschoppelijke Scherpenzeel naar Gelre één blik op de kaart leert hoe dit dorp als een wig in het Utrechtse gebied steekt dat het „Huys tot Scherpenzeel" beleend werd door de hertogen van Gelre. Het is bovendien een merkwaardig feit dat er weinig oud-adellijke huizen bestaan hebben die zó alng in het bezit zijn ge bleven van het geslacht, dat er zijn naam aan ontleende, als juist dit. Er is wel beweerd dat dit kwam doordat het een vrij, dus allodiaal, goed was, maar de beleningen namens Gelre liegen er niet om. De molen zoals veel oudere Scher- penzelers hem nog kennen tegen over de graanhandel van de firma Bakker aan de Molenweg. Op de laatste zondag voor de bevrijding op 5 mei 1945 werd dit stukje oud-Scher- penzeel moedwillig vernield door een aantal hysterische SS'ers, die heel wat springstoffen moesten aandragen orh het hechte bouwwerk in de lucht te laten vliegen. Een week eerder hadden zij de toren in het centrum van het dorp al opgeblazen. Van Dolre, dat al vroeg uitgestorven was in de mannelijke lijn en bekend bleef als Freyse van Dolre en tevens in de omgeving van Amersfoort gegoed was. Het merkwaardige feit doet zich voor dat de kastelen die door leden of af stammelingen uit de vier genoemde huizen bewoond werden het nimmer tot ridderhofstad'brachten. Hoe dat in het Scherpenzeelse geval zat za gen wij reeds; dat werd Gelders. Het slot van Amersfoort ging op in het dorp „aan de voorde" (doorwaadba re plaats in de Eem of Amer?) en na ontvangst van de stedelijke rechten in 1259 kwam de burgt van Amersfoort evenmin uit de verf. Met het slot van Stoutenburg ging het evenzo.. Daarvan is bekend dat het in 1252 gesticht werd door Wouter van Amersfoort, Verder komt in de gemeente Hoogland bij Amersfoort een goed voor dat door het geslacht Freyse van^ Dolre bewoond werd. Nu doet zich het opmerkelijke fpii voor dat alle vier genoemde geslachten als wapen voeren een veld beladen met zes leliën. Duidelijker bewijs van ver wantschap is niet aan te voeren. In die oude tijden tooiden de zonen of afstammelingen zich met het voorvader- ij Ik wapen, zij het met „breking" van de metalen of kleuren. Het aloude wa pen van de Van Amersfoorts was: „een veld van keel (is rood) bezaaid met zes leliën van goud, geplaatst 3, 2 en 1. Het wapen van 't geslacht Van Stou tenburg, gesproten uit Wouter van Amersfoort (1252) werd door deze stam verwant veranderd in: „een veld van keel (is rood) bezaaid met zes lelieën van zilver, geplaatst 3, 2 en 1". Het kasteel van Stoutenburg werd nadien een bezit van het bisdom Utrecht, maar het oude .wapen bleef er aan verbonden. Dan volgden de Van Dolre's, ge noemd naar het oude Te Dorle onder Rhenen, dat van de bisschoppen van Utrecht het leengoed te Zeldert in het kerspel van Leusden ontving en nog la ter (merkwaardig genoeg) het leengoed Ten Voerde (de Voort) onder Scherpen zeel hield. Hun wapen werd: „een veld van goud bezaaid met zes leliën van azuur (is blauw), geplaatst 3, 2 en 1." Dan volgt het geslacht van Scherpen zeel met het volgende wapen: „een veld van azuur (is blauw) bezaaid met zes leliën van zilver, geplaatst 3, 2 en 1". Gezien in het licht van de middel eeuwse heraldiek, waarbij dit oude wa pen als streekwapen optreedt kan het niet anders zijn dat de Van Scher- penzeels gesproken zijn uit het huis Van Amersfoort, ja, dat zelfs, twéé be langrijke takken (Van Dolre en Van Scherpenzeel) in de heerlijkheid Scher penzeel gevestigd waren. In het geval Scherpenzeel werd in 1950 het oude familiewapen van dit il lustere geslacht officieel als gemeente wapen van Scherpenzeel vastgesteld. Voor het overige zijn de genoemde wa pens niet meer in gebruik omdat alle mannelijke nazaten uitgestorven zijn. Wel werd de oude Amersfoortse lelie met kleurverandering (rood) opgeno men in het gemeentewapen van Hoog land en voert de Oudheidkundige Ver eniging „Flehite" het oude Van Amers- foort-wapen. Wat het wapen betreft kan Scherpen zeel bogen op één van de zeldzaamste en zuiverste wapens- onder die van on ze Nederlandse gemeente. De leden van het geslacht Van Scher penzeel namen zeer hoge posten waar in de hofhouding en ambten van Gelre. In 1380 vinden wij Johan v&n Scherpenzeel ridder namens de her tog van Gelre beleend met het „Huys Scherpenseel ende 2 morgen lants daer 't huys op staet ten Zutphensen Rechten". Dat laatste hield in dat ook vrouwen konden erven. Zo kon in 1667 de laatste erfdochter Aleyd van Scherpenzeel bij haar overlijden nog optreden als offi- ciële Vrouwe van Scherpenzeel, waarna de heerlijkheid overging op haar zoon Burchart Willemszoon van Westerwold tot Hackfort. Bijna drie eeuwen land resideerde in Scherpenzeel onafgebroken één en het zelfde geslacht. Dit mag als grote zeld zaamheid niet onvermeld blijven. En het huis van Oranje-Nassau dan? Helaas moet worden vastgesteld dat dit een kunstmatig geval is doordat men in matriarchale lijn de familienaam bij koninklijke besluiten laat voortbestaan. Met Vrouwe Aleyd van Scherpenzeel was dat niet het geval. Haar zoon Bur chart volgde met zijn vadersnaam als heer van Scherpenzeel. Het is wel eens goed hierop wat dieper in te gaan. In een volgend artikel wil ik deze proble men van verwantschap in de vrouwelij ke lijn nog wat verder uitspinnen. 9 Het is natuurlijk zo dat men even goed van de moederlijn moet spreken als van de vaderlijn. Zonder moeder toch ook géén kinderen! Wij vermeldden al dat de Van Scher- penzeels hoog in aanzien stonden. Er waren leden van de hofhouding van de hertogen van Gelre onder. Willem Goerts genaamd Palick van Scherpen zeel werd zelfs beleend met het Erf- schenkambt van Gelre met de daaraan verbonden Schenkhof te Kesteren. Al les wat de heer van Scherpenzeel in de De Scherpenzeelse molen, op de plaats waar nu het Verenigingsge bouw staat, had ook tijdens de mei dagen van 1940 ernstige schade opge lopen. Op de voorgrond een restant van het verwoeste hotel ,,De Hole voet". In de eerste oorlogsjaren werd de molen geheel gerestaureerd. Nadat kerk en toren zowel in 1940 als in 1945 zware schade hadden opge lopen tijdens de oorlogshandelingen, werd na dé bezetting tot herbouw en restauratie overgegaan. Sindsdien do mineert het gebouw 'weer in volle glorie in het centrum van het dorp. Al in 1229 is Johan van Scherpenzeel leenman van de abt van Sint-Paulus te Utrecht. Hij zou de stichter van het ou de riddergoed geweest kunnen zijn. Een andere lezing is dat een poorter uit Utrecht, die zich in de eerste Kruis tocht uitzonderlijk onderscheiden had, van Godfried van Bouillon op het slag veld de ridderslag ontving en vervol gens door de bisschop van Utrecht met Scherpenzeel beleend werd. Wij achten het echter béter de ge schiedenis van het geslacht Van Scher penzeel in het jaar 1229 te. laten aan vangen. Aanleiding daartoe geeft o.m. de heraldiek. De genealogen weten wel dat de oudste wapens van onze adel feil loze aanknopingspunten zijn waar het afstamming en verwantschap betreft Dat het aloude riddergeslacht Van Scherpenzeel zo al niet stamt uit hel huis Van Amersfoort is het*er dan tóch na aan verwant. Mét de Van Scherpen- zeels óók de oude geslachten Van Stou tenburg en het ongeveer gelijktijdig voorkomen in Rhenen van het geslacht 0 Huize Scherpenzeel heeft al jaren lang afgedaan als woonhuis van de heren van Scherpenzeel. Wel is het nog steeds een stukje oud-Scherpen- zeel, dat het minst door de uitbrei dingsplannen is aangetast. jaren 15341558 daarvoor jaarlijks aan hertog Karei van Egmond te geven had was een „heerghewade" van twee „Kla« ren becken" (zilveren schalen). Als mens hield deze Willem van Scher penzeel er vreemde praktijken op na. Toen Elizabeth van Scherpenzeel, zijn dochter, in het kraambed op 16 juni 1556 overleed, dwong hij de vader van het kind, Hendrik Bentinck, die geweigerd had het meisje te trouwen, in de Sabelskerk te Arnhem in de kist naast haar dode lichaam te gaan lig gen, waarna een priester ze „in de echt" verbond. Dat huwelijk werd „ten eeuwigen dage" gesloten en in het „magescheid" (men zou kunnen zeggen het testament) van 1578 werd zij nóg zijn huisvrouw ge noemd! Desondanks „her"-trouwde Hendrik Bentinck al in 1577 met Erin- gard van Amstel. De „kerk" vond dit toch al te bar; met 'n dode kon je niet leven... De zoon Johan Will ems van Scher penzeel was van een geheel ander ka rakter. Hij was opgenomen in de ridder schap van Veluwe en bij de dood van zijn vader, in 1578, nog minderjarig zijn de reeds met Scherpenzeel beleend. Hij was ook heer van Peursum en van Hernen in 't Rijk van Nijmegen en heer van Kernhem, Doesburg en Kreel in het ambt van Ede. Deze heer van Scherpenzeel was zeer de reformatie van de kerk toegedaan en op zijn aandringen gingen pastoor Mom en zijn onderdanen te Scherpen zeel over naar de reformatie. Zijn zoon Willem volgde, maar deze stierf kinder loos en dien s half zuster Aleyd van Scherpenzeel was dan de laatste erf dochter uit dit oude geslacht die als Vrouwe van Scherpenzeel bekend staat. Zij was tevens Vrouwe van Peur sum. De heerUjkheid Scherpenzeel was ge heel allodiaal, dus vrij, maar aan het Huys tot Scherpenzeel kleefde dan dat leen „ten Zutphenschen Reghte". Na de reformatie bleven- de tienden van de Abdij van Sint-Paulus (de Stichtse invloed was nog niet geheel verdwenen) die voortvloeiden uit de goederen Wolfswinkel, Rooywinkel, Berkhorst en Heyntjeskamp als leen goederen van de Staten van Utrecht aan het huis te Scherpenzeel verbonden. Dit was ook het geval met de „Coorn- wintmeulen" en de vier Molencampen. Het „windrecht" op de Scherpenzeelse molen berustte dus ook aan de heren (en vrouwen!) van Scherpenzeel. Jam mer dat die prachtige houten standaard - molen van Scherpenzeel in 1945 ver woest werd. Schrijver heeft daar nog nauwe banden mede, want zijn voorva der Henrick van Alpen is nog molenaar op de heerlijkheidsmolen van Scherpen zeel geweest toen de heren van Scher penzeel nog Van Scherpenzeel heetten! En niet alleen dat dit mij persoonlijk zo ter harte gaat. Die oude molen van Scherpenzeel was een juweel in het lan schap. Spijtig dat ze weg is. De Van Scherpenzeel's bestaan niet meer. Anderen volgden als heer van de heerlijkheid zoals de familie Royaards. Het oude kasteel werd vervangen door een ander huis, dat toch wel prachtig in die bosrijke hoek van het oude dorp ligt. Wij zullen deze richting nog wel eens meer uitgaan. Want ook natuurhis torisch is het een pracfrtstreek, die de aandacht ten volle waard is. SCHERPENZEEL Door de ver eniging „Oud Scherpenzeel" zal 28 ja nuari een dia-avond worden gegeven voor de bewoners van het Scherpenzeel se bejaardencentrum „Het huis in de wei". Deze avond is vooral voor de oud- Scherpenzelers interessant daar er dia's zullen worden vertoond van Scher penzeel aan het begin van deze eeuw. De avond wordt gehouden in de recrea tiezaal van het bejaardencentrum. Aan vang 8 uur. De leiding van deze avond berust bij de heer S. Laansma uit Rens woude. AMERONGEN De uitslagen van de onderlinge competitie van de Amerong- se Damclub waren als volgt: MarisG. van Zomeren 2-0; E. v.d. GriftMeijer 1-1; RebergenM. v.d. Grift 1-1; Van de BergVan Viegen 0-2; Van Loon Faber 1-1; A. KleinveldDerksen 1-1; Van de KolkVan Dam 2-0; A. v.d GriftVan Ewijk 2-0 en Van de Berg A. Kleinveld 2-0. AMERONGEN Het clubhuis van de Amerongse voetbalvereniging DVSH nadert zijn voltooiing op „De Burgwal Om het fraaie gebouw moet echter nog veel werk worden verricht en daarom doet de club een beroep op haar leden om zaterdag a.s. met vereende krachten onder andere de grond om het clubhuis in aanbouw te egaliseren. Het ligt in de bedoeling van de be stuurders van de Amerongse veren L ging om het gebouw half februari of ficieel te openen. Zo •en an. >or le- n". >en nk er- M. ie- ig: ïk- ?e- ?en ?e- Lde net K>k ier u aar pa vel le m en: se em ie ts", net en. I" dat em ad. 'an het er- la- ilik ve- >n- er- ?e- ?ke en eel ast ren de al- ïeb en, ?e- IT m- u dat 'an de en ran ier, fe- em de- ;nd liet ffi- ant ïad ge- de- c 2 ie- >ld. Pij 3e- et- Dor n". nd, we ies ig- 'an tad eft ;de cht 'an*1 aar op ae- iiet m- de te- rie i de eft ijn ar- it- en. ;e- jr- ;e- ijk de op ve 28 ïe- en de ;ne is— k— ïe- en int en Ier 5P tr-

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 5