Hoe de Tollenberg een Dollenberg werd
Op snelle wieken naar
vriendjes in tehuizen
LINKS en RECHTS voorsorteren
beetje boffen
en.
een
De rechten van een
stad, die sterk werd
Geef eens een
vogel weg
Bebouwde kom
Automobilist bofte
Strafwaardig?
m
mm mm
m.
m
m m
mmzm
n
1 S3 'I
SCHAKEN f door H. KRAMER
Politiek
Waar was Tiel
Toch bevaren
Graantje
Verlegd
Vrijdom
Merwsche Tol
DAMMEN
door J. M. BOM
BRIDGE
door Hf W. FILARSKI
CRYPTOGRAM
Watertol van Tiel was ook
al een omstreden object
bisschoppen van Utrecht en de
in de Westluidense poort bij
de stadsmuur aan de Waalzij
de van Tiel gelegen hebbende
tolkamer.
■Pen zó belangrijke haven-
stad als Tiel geworden
was trok tot zich 't tolrecht op
de brede rivieren waaraan het
lag. Op het nog steeds tot de
grootste problemen van ons
land behorende blad van de
Peutinger kaart, waarop zon
der enige twijfel ons land
staat, is naar men meent de
Waal niet aangegeven. Wat
daarop als Flumen Batabus
de Bataafse rivier dus, staat
getekend, rekent men de Maas
te zijn. Maar wij zijn niet vol
ledig op de hoogte van het ri-
vierenverloop in de tijd van de
Romeinse overheersing van
ons land. Is de huidige rivier
Maas wel dezelfde als die uit
de Romeinse tijd? In de pleis
tocene tijd van ons land, een
dikke 200.000 jaar geleden,
vormden Rijn en Maas teza
men reeds één geweldig brede
stroom. Op de Peutinger kaart
staat óók een rivier die van
het zuiden komt. Merkwaar
dig genoeg staat daarop de
Maas als dit de zuidelijke
grens van het Insula Batavo-
rum tenminste is nog een
eindweegs uit het oosten vóór
Koviomugum (Nijmegen naar
men aanneemt) komende.
Waar nu onze Waal eenzelf
de beeld vertoont moet de
Maas zeker een verbinding
met de Waal gehad hebben en
volgden mogelijk Waal en
Maas één weg naar de zee. In
ieder geval lag het Romeinse
tegenwicht aan het Oppidum
Batavorum ook aan de Waal.
Nijmegen als hoofdstad van
de Bataafse provincie, het Ul-
pia Noviomagum, ontwikkelde
zich snel als bloeiende Ro
meinse kolonie na de overwin
ning op de opstandige Bataven
onder Julius (Claudius) Civi-
lius. Nijmegen werd bovendien
het belangrijkste knooppunt
van alle wegen uit de Romein
se tijd. Deze kwamen uit zui
delijke dichtingen, wat alléén
aan het op de Peutinger kaart
getekende merkwaardige ver
loop van de Maas te zien is.
De Rijn staat, ofschoon hij
óók uit het zuiden kwam, in
de oost-westrichting aangege
ven.
TVe Peutinger kaart is wel
zeer lang, maar slechts
iets meer dan 30 centimeter
hoog. Alles tussen het „onbe
kende noorden" boven de flu
men Renus (de Rijn!) en de
noordkust van Afrika is in die
30 cm samengeperst. Ons land
staat er dus wat men noemt
goed op. Er is altijd al strijd
gevoerd over de betekenis van
deze wonderlijke kaart. Vooral
de zuidelijke weg vormt een
probleem. Ergens tussen Leve-
fano en Adduodecium (van
noord naar zuid dus) moet de
plek zijn waar nu Tiel ligt.
Gaat men van de gedachte uit
dat die zuidelijke militaire weg
van de Romeinen ongeveer de
Koningsstraat in Maas en Waal
volgt, wóèr is dan ons Tiel?
Ziedaar een buitengewoon be
langrijke vraag. Hebben zeke
re geleerden gelijk, dan lagen
tot Druten de twee wegen
praktisch naast elkaar. Kin
eenvoudig niet! Hóe dan ook,
Tiel lag in een niemandsland
zou men kunnen zeggen. Hoe
men er toe gekomen is in de
vroege Middeleeuwen de ne
derzetting aan de Waal te
stichten weten wij niet. Wel is
van belang dat de Waal van
onbetekenende stroom zo rond
863 steeds breder geworden
was en uitstekend geschikt
voor de toenmalige scheep
vaart. Wij betoogden reeds dat
de rond 860 plaats gehad heb
bende overstromingen door gi
gantische vloedgolven, de Rijn
over Dorestad en Trajectum
(Utrecht) naar Lugdunum
(Katwijk!) deden verzanden en
Tiel opkwam als havenplaats.
De Waal moet in die tijd een
behoorlijke rivier geworden
zijn! Het is aan de elementen
te danken dat de stad in aan
leg juist op deze plaats kwam.
Nijmegen lag wel gunstig voor
de Romeinen, maar voor de
ontwikkeling van ons land was
een havenplaats dichter bij zee
belangrijk. En toch ook weer
niet zo dicht bij de kust dat de
aartsstropers uit 't hoge noor
den, de Vikingen, er direct
maar voet aan wal konden
zetten En waar de scheep
vaart toeneemt, daar is geld te
halen. Zo dachten de Utrecht
se bisschoppen er over en
evenzeer de Brabantse herto
gen. Niet voor niets werd van
de zijde van de Brabanders
dat bruggehoofd Tiel op de
noordelijke oever van de Waal
zo krampachtig vastgehouden!
Persoonlijk acht ik het nog
lang niet uitgesloten dat Tiel
zelfs in de Romeinse tijd van
enig belang geweest is.
tïoe liep toen de Waal? Men
kent toch de Dode Linge
en is dat nu juist niet de ver
binding van de meanderende
rivier de Linge met de Oude
Waal geweest! Daar zit nog
heel wat raadselachtigs in de
bodem verborgen. Maar ik
geef deze veronderstelling
gaarne voor een betere. Zoals
dat met hypothesen past. In
ieder geval loopt een oude
stroomdraad over Echteld,
Zoelen en Avezaath naar Gel-
dermalsen! Hebben wij daar
soms een oude Waalstroom te
pakken? In ieder geval is de
ze in de Romeinse tijd beva
ren! Beoosten Echteld in ieder
geval is de Linge een in de
Middeleeuwen gegraven wete
ring! Zo de Oude Waal dan al
belangrijk geweest is (er is
toch bij Avezaath het restant
van een geweldig en naar men
aanneemt Romeins schip op
gedolven!), dan heeft eens de
recente conglomeratie Tiel ten
zuiden van de Waal gelegen!
Voortgaand onderzoek zal nog
veel aan het licht brengen!
op, toen de „boventol" naar
de Lek voor Schoonhoven ver
plaatst werd. In het charter
van 1495 komt nog voor de
Sculenborg, een goed gelegen
in de Oudewaard bij Lienden.
maar in het vraagstuk omtrent
de tolrechten had dat geen
rol. Er werd een merkwaardi
ge legende om heen geweven,
waarbij voorgegeven werd dat
de Geldersen „schuilplaats"
zochten in het moerasbos van
de Schuilenburg tot de bis
schoppelijke soldaten een feest
je organiseerden en de Tollen-
burg in een „Dollenburg" her
schapen werd. Dan ging op de
hofstede de Wappert in de
Marsch een witte vlag uit ten
teken dat de vaart „vrij" was.
De Geldersen voeren dan het
eigen gebied vrij binnen.
Un dan de watertol van Tiel
Het was nodig even een
nadere uitweiding omtrent de
ligging van de stad in verre
tijden te geven. Tiel, als plaats
van vestiging, is een moedlijk
probleem. Daar ben je maar
niet zo één, twee, drie mee
klaar door te zeggen dat Tiel
de opkomst te danken had aan
het verloop van Dorestad. Dat
was óók een punt van ge
wicht. Maar de ligging in de
gouw Teisterbant was van on
eindig veel méér belang. De
ze plek aan de Waal, binnen
de gouw gelegen, zal in eerste
instantie bepalend zijn ge
weest. Als men over een eigen
haven beschikt is men van
niets en niemand afhankelijk.
De graaf van Teisterbant was
het meeste gebaat met de in
komsten uit deze watertol.
Wij weten zéér beslist dat
Tiel reeds in 896 een goed
functionerende tol bezat. In
dat jaar gaf Zwentibold, ko
ning van Lotharingen, aan de
Utrechtse kerk vrijheid van
tol te Tiel en te Deventer. Dit
had dus plaats vóór Waltger
graaf van Teisterbant was. Uit
deze oorkonde, gegeven door
een vrij vorst met rechten op
Tiel, blijkt hoezeer de droom
van keizer Karei de Grote, die
één centraal bestuur voor
stond, door naijver tussen zijn
nakomelingen (een teveel aan
„broers") verstrooid werd. Ka
reis opvolger Lodewijk de Vro
me, regeerde reeds met zijn
zoon Lotharius als „medekei
zer" en na de dood van Lotha
rius verdeelden op 8 augustus
870 Karei de Kale en Lodewijk
de Duitser het vaderlijk erf
goed. De laatste Karolingische
keizer was Arnulf van Karin-
thië en het was diens bas
taardzoon Zwentibold, die Lo
tharingen toegewezen kreeg.
Wij zagen reeds hoe er tussen
de latere hertogen van Lotha
ringen en Brabant strijd om
het belangrijke Tiel ontstond
en de rijke inkomsten uit de
daar gevestigde watertol zul
len daar niet vreemd aan ge
weest zijn. Een bevestiging
van de vrijdom van tol op de
Waal voor de Utrechtse kerk
én de burgers van Utrecht
werd in 1057 door de Rooms-
Duits koning Hendrik IV ge
geven.
ïn 1318 hebben de inwoners
van Lienden, Ommeren en
Kesteren De Dolburg in de as
gelegd. Maar in 1320 werden de
heren van die dorpen gedwon
gen deze Stichtse sterkte weer
op te bouwen. Het ging daar
bij evenwel niet om het oude
tolhuis. Dat was toen reeds
naar de stadsmuur van Rhe-
nen overgebracht!
Die bisschoppelijke burcht
had alléén nog militaire bete
kenis. Tiel overvleugelde lang
zaam maar zeker de belang
rijkste scheepvaartroute. Dat
Tiel In Utrecht vrijdom van
tolrechten genoot zal gelegen
hebben aan het feit, dat de
stad kerkelijk tot het bisdom
Utrecht behoorde. Hetzelfde
gold. De burgers van Tiel even-
Overijssel. En uiteraard ook
op die van Brabant. Uit dit
alles blijkt hoe belangrijk Tiel
in de Middeleeuwen gewor
den was. Verder genoot Tiel
vrijdom op de sleuteltol van
Lobith in het Land van Cleef.
Opgemerkt moet worden dat
het alléén voor de watertollen
gold. De burgers van Tiel eve
wel meenden, dat die rech
ten óók van toepassing wa
ren op de landtollen en wij vin
den ze dan ook doorlo
pend in conflict met de tol
bazen van het hertogdom Gel-
re. Uit een brief, door de „her
togen" Reinoud en Eduard ge
geven op 10 juni 1361 blijkt,
dat keizer Hendrik, reeds vrij
dom van tol (lees dus water
tol!) gegeven had aan de bur
gers van Tiel en het dorp
Zandwijk op de tollen in het
gehele hertogdom Gelre. Eerst
in 1811 werd het recht van tol
te Tiel opgeheven.
E'en aparte plaats nam de
zgn. Meursche tol van
Tiel in. Hij was van Heere-
waarden naar Tiel verplaatst,
vermoedelijk ten tijde van de
ruziecampagne tussen de
broers Reinoud en Eduard
van Gelre, en gold als een
vrije tol, waarover de graaf
van Meurs het pandrecht voer
de. Nog in 1556 bestreed de
graaf van Meurs de stad Tiel
het pandrecht op de „Meursche
tol", dat aan beide zijden een
twistappel vormde. De graven
Vincent van Meurs en Adolf
van Meurs (de laatste werd
als graaf van Nieuwenaar en
Meurs beroemd als bevorde
raar van de reformatie in zijn
functie van stadhouder van
Gelderland (1584), Utrecht
(1585) en Overijssel (1587)
hebben hun rechten op de
Meursche tol te Tiel wel ver
dedigd, maar met het nieuw
ingetreden tijdperk van vrij
making der Nederlanden kre
gen de Staten van Gelderland
tenslotte meer zeggenschap.
Het zal de lezers vooral op
vallen, dat de watertollen
steeds tot de domeingoederen
van de vorsten behoord heb
ben. Die van Tiel eerst aan de
graven van Teisterbant en la
ter aan de hertogen van Bra
bant en Gelre. Hoe watertollen
als controlepunten van belang
waren bewijzen zelfs twee tol
huizen in twee steden, die aan
een rivier lagen, het naar de
stadsmuur van Rhenen even
ten oosten van de Rijnpoort
overgebrachte tolhuis van de
A ls hoogst belangrijke stich-
ting waren ze van steen
opgetrokken, zodat ze steeds
de vele branden, die in de
Middeleeuwen de steden teis
terden, doorstonden. Deze zéér
rijke bron van inkomsten
moest onder iedere omstandig
heid onverminderd blijven
vloeien. In de late Middel
eeuwen speelde de graafschap
Meurs een belangrijke rol in
de politiek van 't hertogdom
Gelre. Wij schreven reeds over
de verplaatste tol te Heere
waarden. Dze behoorde in de
zg. „Branbantse tijd" van de
langs de Waal gelegen goede
ren, eveneens aan de Brabant
se hertogen, waar de scheep
vaart zowel op de Maas als op
de Waal onder controle gehou
den werd. Al in 1104 werd on
der de handeldrijvende plaat
sen in de bevestiging van de
tol aan de Rjn bij Koblenz
„Herewarde" genoemd. Bij de
ruiling tussen Brabant en Gel
re kwam Heerewaarden even
als Tiel aan Reinoud II van
Gelre. De schippers van Hee
rewaarden genoten vrijheid
van tol te Koblenz mits ze
voor ieder schip met „een goe
den zalm" betaalden. Dit ge
bruik zal na de verplaatsing
van de Heerewaardense wa
tertol naar Tiel zeker van
kracht gebleven zijn. Tiel was
in overoude tijden al vermaard
om de zalmvisserij. Nog in
de negentiende eeuw oefende
het belangrijke geslacht Klein
in Tiel de zalmvangst uit.
Adriaan P. de Kleuver
mstmmemmmsmssesmtessimsmmstsesssmsesm
Aan de ietwat verouderde
benaming „gevleugelde
vriendjes" voor vogels wordt
vaak nieuwe fleur gegeven in
tehuizen voor kinderen. Vele
tehuizen en inrichtingen heb
ben de laatste tijd een volière
gekregen of willen er graag
een hebben. Hechte vriend
schappen ontstaan met de vo
gels van allerlei soort, die op
verschillende manieren de
weg naar het tehuis hebben
gevonden. Meestal worden ze
cadeau gegeven, want als be
grotingspost doen ze 't niet
zo best.
Hierover nu aan 't woord
de Elburgse heer M. Wasten-
ecker, in onze streek goed
bekend als de bescheiden,
maar zeer doortastende orga
nisator van vreugdevolle za
ken voor mensen en kinderen,
die iets nodig hebben. Op 't
ogenblik logeren bij hem
weer enkele sierduiven, af
komstig van de club in Epe
en bestemd voor het jongens
huis Rienderstein in Brum-
men. De Epenaren gaven die
duiven cadeau omdat ze over
compleet waren en niet voor
de vastgestelde prijs verkoop
baar waren. Een rechtgeaar
de duivenliefhebber geeft zijn
duiven dan liever weg dan hij
ze onder de prijs verkoopt.
En op Rienderstein zijn ze nu
bezig een onderkomen voor
de duiven te bouwen.
"liet idee is u, dat ook an-
dere duivenhouders in
deze tijd wel dieren overheb
ben en dat ze aan die exem
plaren een uitstekende be
stemming kunnen geven, door
ze ter beschikking van kin
dertehuizen en inrichtingen te
stellen. Bij de heer Wasten-
ecker, Julianastraat 9 in El-
burg (telef. 05252202, Oos-
terwolde) kunnen zij daar
voor terecht. Ook andere vo
geltjes zijn welkom. .Er is be
langstelling genoeg voor.
Er is de laatste tijd op dit
gebied al het een en ander
gebeurd. Vanuit een tentoon
stelling in Alkmaar kwam
een telefoontje, hoeveel vo
gels voor een bepaalde in
richting nodig waren. Er ging
een boodschap terug: „Stuur
maar, als het er te veel
mochten zijn bouwen we wel
hokken bij", 't Werden er
heel wat en er moesten in
derdaad hokken bijgebouwd
worden, waarvoor op hetzelf
de moment door anderen het
materiaal gratis beschikbaar
werd gesteld. Zo ging het
ook, toen vorig jaar bij Phi
ladelphia in Angerlo de
pluimveestapel door klein
roofwild was doodgebeten;
heel snel kwamen er nieuwe
sierduiven en krielkippen.
Vrolijk kunstjes makend en
met opgeblazen krop wachten
nu de sierduiven uit Epe bij
de heer Wastenecker thuis
op hun vertrek naar Brum-
men. Het hok zal daarna
vast niet lang leeg staan
zover dachten we de vogel-
houders in onze omgeving wel
te kennen.
TT et doet vreemd aan dat in
de dertiende eeuw keizer
Frederik Barbarossa de Tielse
tol verlegde naar de Keizers-
waard, maar de stad Tiel moet
reeds zelfstandig een eigen
watertol ingesteld hebben,
want in 1219 kregen kooplie
den uit het Duitse Goslar vrij
dom van de tollen in het ge
hele Duitse rijk, uitgezonderd
op die van Tiel en Keulen.
Deze Tielse tol is nadien ge
komen aan de hertogen van
Brabant, die in 1274 herstel
lingen aan verwoeste huizen
in Tiel uit inkomsten van de
tol lieten bekostigen.
Als het tolrechten betrof
waren de landsheren er als de
kippen bij een graantje mee
te pikken. De bisschoppen van
Utrecht deden dit evengoed
als de hertogen van Brabant
en Gelre. Het is in dit geval
dat wij melding dienen te
maken van de Stichtse water
tol, die het op een daarvoor
uitgelezen punt de Geldersen
voortdurend lastig gemaakt
heeft, de als een uitstulping
ver het Gelderse gebied in
gaande heerlijkheid in
Marsch. In dit verband is het
van belang, dat de Tielse wa
tertol in feite een tégentol
was. De burgers van de stad
Tiel bezaten vrijdom van tol
recht op alle tollen in het
Sticht van Utrecht. Dit recht
werd zelfs ip een plakaat van
1660 door de Staten van
Utrecht nog bekrachtigd! Het
is wel zeker dat Tiel geen tol-
plicht had op de watertol, die
de bisschoppen van Utrecht
hielden op de Dolburg, ook
Tollenburg genaamd, op de
splitsing van de Lede en de
Oude Rijn in de Marsch. Na
de verplaatsing naar de stads
muur te Rhenen, als gevolg
van de stroomverlegging in de
12de eeuw dichter bij deze
stad Rhenen, bleef deze vrij
dom gehandhaafd. Ook gold
dit opmerkelijke Tielse recht
nog ten tijde dat de Rijntol
naar Wijk bij Duurstede ver
plaatst werd. Het hield eerst
Voorsorteren voor een uitrit? Blijkens vra
gen van onze lezers blijkt hierover nog al
eens een misverstand te ontstaan. Volgens de
verkeersregels van het Wegenverkeersregle
ment (WVR) was het tot 1 januari 1967 on
der alle omstandigheden verboden vóór te
sorteren om links een uitrit in te rijden. Wie
zo'n uitrit wilde inrijden, moest rechts van
de weg wachten, totdat hij de weg kon over
steken.
Maar het Reglement Verkeersregels en
Verkeerstekens (RVV) bracht op 1 januari
1967 een geheel ander voorschrift. Het RVV
legt degene, die een uitrit links wil inrijden,
juist de verplichting op om links voor te sor
teren. Deze verplichting geldt alleen niet bui
ten de bebouwde kom.
Onze juridische medewerker geeft ons de
volgende explicatie:
In zijn Nota van Toelichting wees de mi
nister van Verkeer en Waterstaat op het be
zwaar dat de rechts van de weg wachtende
automobilist twee verkeersstromen (het ach
terop komende en het tegemoet komende ver
keer) moet doorsnijden. Als hij links vór-
sorteert, behoeft hij slechts één verkeers
stroom te doorkruisen. De verplichting tot
voorsorteren wordt echter beperkt tot inrit
ten binnen de bebouwde kom. Voorsorteren
naar links kan in vele gevallen buiten de
bebouwde kom, waar aanzienlijk sneller wordt
gereden dan binnen de bebouwde kom, een
vrij gevaarlijke manoeuvre opleveren, aan
gezien andere bestuurders deze manoeuvre
door hun onbekendheid met de aanwezigheid
van een inrit niet verwachten en daardoor
in twijfel kunnen geraken, aldus de minister.
Buiten de bebouwde kom gelden dus voor
de bestuurders van motorrijtuigen, die een
links gelegen uitrit willen inrijden, dezelfde
regelen als voor de bestuurders var» andere
voertuigen: zij zijn bevoegd, maar niet ver
plicht om links vór te sorteren.
Hebben de weggebruikers hier een vrije
keus? In de Nota van Toelichting wordt er
op gewezen, dat voorsorteren buiten de be
bouwde kom gevaarlijk kan zijn. Is dit een
vingerwijzing van de minister om buiten de
bebouwde kom toch maar liever het oude
systeem te volgen en rechts van de weg te
wachten? En is de automobilist, die deze vin
gerwijzing in de wind slaat, nu zonder meer
strafbaar?
Over dit vraagstuk heeft de Hoge Raad een
principiële uitspraak gedaan.
Een automobilist reed over een rijksweg.
Op een gegeven ogenblik ging hij naar de
linkerzijde van het weggedeelte, dat be
stemd was voor het verkeer in zijn rijrich
ting, om een aan de linkerkant van de rijks
weg gelegen uitrit in te rijden. Toen stopte
hij om tegemoet komend verkeer te laten
voorgaan, maar hij werd door een achterop
komende auto aangereden.
Het ongeval gebeurde op 11 maart 1966,
dus nog onder de werking van het WVR. De
links voorsorterende automobilist had dus
gehandeld in strijd met het WVR en werd
daarom strafrechtelijk vervolgd.
Maar toen de zaak in hoger beroep voor
de rechtbank te Roermond kwam. was het
1967.
De rechtbank veroordeelde de automobilist
tot een geldboete van f 25, omdat hij het
WVR overtreden had. Dit vonnis werd even
wel door de Hoge Raad vernietigd, omdat het
in strijd was met artikel 1. lid 2, van het
Wetboek van Strafrecht, luidende: „Bij ver
andering in de wetgeving na het tijdstip,
waarop het feit begaan is, worden de voor
de verdachte gunstigste bepalingen toegepast"
De Hoge Raad verwees de zaak ter ver
dere behandeling naar het gerechtshof te
's-Hertogenbosch. Het gerechtshof ontsloeg de
automobilist van rechtsvervolging, omdat de
ze volgens de nieuwe regelen van het RVV
geen strafbaar feit had gepleegd door links
vóór te sorteren.
Tegen dit arrest tekende de procureur-ge
neraal bij het gerechtshof cassatie aan bij
de Hoge Raad. Hij wees er op, dat het onge
val plaats vond buiten de bebouwde kom.
Blijkens de Nota van Toelichting is het links
voorsorteren buiten de bebouwde kom in
vele gevallen een /rij gevaarlijke manoeu
vre. Dit levert dus een strafwaardig gedrag
op, aldus de procureur-generaal.
Maar de Hoge Raad verwierp zijn beroep.
Uit de in de Nota van Toelichting ontwik
kelde bezwaren tegen het oude stelsel blijkt,
dat de wetgever van oordeel geweest is. dat
voorsorteren om een links gelegen uitrit in
te rijden op zich zelf beschouwd geen straf
bare gedraging behoort op te leveren, aldus
de Hoge Raad.
Een nogal merkwaardige gang zan zaken,
maar niettemin interessant om te weten.
TT ET Groninger Nlemeyer-toernooi, dat
i-i- dezer dagen voor de 7e achtereen
volgende maal werd gehouden,
wordt leder Jaar belangrijker. De kans is
groot dat het volgende toernooi het
jeugdkampioenschap van Europa tot In
zet zal hebben.
In de eerste helft van de finale viel in
het bijzonder het spel op van de 20-Jari-
?e West-Duitse Jeugdkampioen Karl
Heinz Maeder. Hij won zijn eerste vier
partijen aan de lopende band, waaronder
die van de als favoriet startende Rus
Rafael Vaganian (17). Reed# dacht men
dat de Duitser het toernooi met vlag en
wimpel zou winnen, toen hij In de 5e
ronde de wapens moest opnemen tegen
de Fin Erkki Turunen (18). Het werd een
bijzonder boelende strijd, die door beide
spelers vindingrijk werd gespeeld. Maar
de fin trok, dankzij zijn werkelijk gran
dioos combinatiespel, aan het langste
eind. Zonder twijfel de mooiste partij uit
dit goed geslaagde toernooi.
Wit: ERKKI TURUNEN. Zwart: KARL
HEINZ MAEDER. (Groningen 1968). Slet-
liaanse verdediging.
1. e2e4, c7—cS 2. PgJ—f3, d7—d6 3.
j da—d4. C5xd4 4. Pf3xd4, Pg8—f6
Pbl—c3. a7a6 6. Lfll—c4. e7—e€ 7. S3— aJ
(Fischer pleegt hier 7. Lb3 te spelen.)
7Lf8-o7 8. 0-0. 0—0 9. LC4—a2
(Om te voorkomen dat zwart met tempo
winst d5 speelt.)
9b7—b5 10. Ddl—el!?
(Het scherpst is hier 10. f4, Lb7 II. f51)
1 0Lc8b7 U. f2—f3, d6—d5!T)
(Leidt tot grote complicaties.)
12. e4e5, Le7—c5 13. Lel—e3, Dd8—b6 14
Tal—dl, Pbft—06 15. Del—f2, Pc6xe5
(Sohijnbaar is daarmede wits opzet
weerlegd.)
16. b2—b4I, Lc5xb4
(De terugtocht 16Le7 kost de kwali
teit: 17. Pf5, Dd8 18. Pxe7t, Dxe7 19. Lc5.)
17. Le3xd4, Db6c7 18. Df2—g3. Pf6—d7 19.
Tfl-ei. f7—f6 20. f3—f4, Ta8C8
Na 20Pg6 21. Txe6. Dxf4 22. Pxd5.
Dxg3 23. hxg3 staat zwart eveneens voor
moeilijke problemen.)
21. f4xe5. f6xe5 22. Telxe5», Pd7xe5 23.
Ld4xe5, DC7—f7 24. Pc3—e4ü
(Een prachtige voortzetting van de
aanval: zwart mag het brutale paard niet
nemen wegens 25. Lxe6! en wint.)
24TC8XC2 25. La2—bl. TeB—e3 26.
Pe4f 6f
(Na 26. Pg5, Df2t! 27. Dxf2, T8xf2 ls het
zwart die aan het langste eind trekt.)
26Kg8h8 27. Dg3—h4, h7—h6 28.
Pf6g4
(Dekt f2 en dreigt 29. Dxhöt-)
2 8Te2xg2t! 29. KglUI
(De eerste opgave van de week: waarom
mag wit de toren niet nemen?)
2 9Kh8g8
8
7
8
iH Hl
ff
5
■ifllü
4
3
2
Xü
l
abcdefgh
TURUNEN
De tweede opgave van de week: ho»
zette wit zijn aanval vanuit de dia
gramstelling voort?
De oplossing van belde vraagstukke»
vindt u in de rubriek van de volgend»
week.
OPLOSSING
De stand was:
Wit (Gligorlc): Kgl, Dc5, Tel en O,
Le5, pionnen bfl, f2. g2, h2.
Zwart (Lehmann)Kg7, Db7, Td7 en eg,
Pf6, pionnen d4, f7, g5,. h6.
Er volgde: 37. Tf3xf6l. Te6xf6 Jg.
Dc5C6, Db7xc6 39. b5xc6, Td7—d8 40.
c6c7, Td8C8 41. Tel—C6, d4—d3 42.
Le5xf6t en zwart gaf zich gewonnen.
D
,E ongetwijfeld fraaiste partij uit de
halve finales om het persoonlijk kam
pioenschap van Nederland werd
gespeeld tussen Nestor Jan Blom, de
bekende Zeeuwse voorvechter. ver
persoonlijking van de „oude garde", en
i Evert Bronstrlng, de man, die terecht de
naam heeft, dat hij een zeer persoonlijke
stijl bezit en die in al zijn partijen een
i romantische Inslag toont, een soort
..nouvelle vague", waarmee hij ook de
allersterksten dikwijls voor complete
i raadsels plaatst
Blom startte de partij met de vaste wil
zijn tot dan niet bijster indrukwekkende
I prestaties glans te verlenen door een
j gedecideerde overwinning op de Leide-
naar. terwijl deze laatste de strijd
beschouwde als een gevecht van de su-
prematie van de Jeugd tegen een der
laatste bolwerken van het verleden. Mis
schien was alles niet even correct van
belde zijden, maar in leder geval is de
literatuur verrijkt met een wonderschone
partij. Hieronder dit boeiende treffen:
Wit: E. BronString, Zwart J. Blom;
Arnhem 11 - 1 - 1969: 1. 33-29 17-22; 2.
31-38 11-17; 3. 38-31 6-11; 4. 32-27 1-6; 5.
37-32 19-23 8. 35-30 20-25; 7. 41-37 14—19; 8.
38-33 15-20. Tevergeefs zal men deze ope
ning zoeken in de theorieboeken. Wit
hanteert links de „onvoltooide hekstel
ling" en rechts een „Roozenburgopstel-
llng", beide gericht op inklemming van
het zwarte centrum, dat geheel volgens
de principes van het flankspel is opge
bouwd. 9 42-38 Niet 30-24? (19x30) 40-35
wegens (10-18) 35x24 (16-21) 27x16 (25-30)
34x14 (23x34) 9x36 met ruïneuze gevolgen!
9. 20-24; Een studie op zich is na te
gaan, of handhaven van de spanningen
door (10-15) 40-35 (5—10) aan te bevelen ls
voor zwart 10. 29x20 25x14; 11. 46-41 16-21;
Aanvaardt alle consequenties van het
door wit gewenste systeem. 12. 27xJ6
22-28; 13. 33x22 18x36; 14. 37-31 36x27; 15.
32x21 14-20; De eerste fase is afgesloten.
Zwarts rechtervleugel is onspeelbaar.
maar gelijkertijd zal deze vleugel tot
ontplooiing komen, wanneer wit gedwon
gen kan worden het centrum te bezetten.
16. 40-33 20-24; 17. 41-37 10-14: 18 30-25
13-18; 19. 37-31 9-13:
Treft voorbereidingen voor de
doorstoot over het centrum 20. 34-30
18-22; 21. 44-40 13-18 22. 25-20 14x34; 23.
40x20 Beiden spelen uiterst scherp: zwart
vertrouwt op zijn krachtig centrum, wit
op zijn steunpunten aan de vleugels. Het
nu volgend middenspel is buitengewoon
boeiend. De zwartspeler is ook na de
partij overtuigd van de superioriteit van
23. 3-9; 24. 35-30 5-10; 25. 20-15 8-13; 26.
39-34 9-14; 27. 50-44 2-8 28. 44-40 22-28; De
stormloop begint! 29. 30-25 19-24; 30. 38-32
w°
28x37. 31 31x42 Maakt weer „ruimte" 31.
23-28 32. 43-38 17-«2; Weigert te ver
eenvoudigen (met bevrijding) door (28-32)
enz. omdat daarna schijfwinst op zwart*
linker vleugel volgt (zie diagram).
Aan onze lezers hier de opgave: Hoe
zou wit deze winst creëren na (28-82)? 33.
34-29! 24x33; 34. 38x29 11-17; 35. 29-24??
Veel sterker ls handhaven van dit steun
punt, waardoor de zwarte centrumstool
kan worden opgevangen. Nu verliest wit
zijn greep: 35.14-19! 36. 24-20 19-23;
37. 49-43 29-32! 38. 43-39 22-28 39. 39-34
17-22; 40. 34-30 Alsnog ls 34-29 beter. 40.
7-11; Hierna gaat het snel bergaf
waarts met wit 41. 16x7 12x1; 42. 40-34
22-27 43. 21-16 6-11; 44. 16x7 1x12; 45. 30-24
12-17; 46. 24-19 13x24 47. 20x29 17-22! 48.
34-30 23X34 49. 30x39 18-23! 50. 47-41 10-14|
Belden hebben zich door de tijdnoodfase,
die bijzonder hevig was, heen ge
worsteld. Het afspel liep na een lang ea
vooral van de zijde van Blom niet feil
loos gespeeld eindspel remise, waarmee
Bronstrlng zich rijkelijk beloond voelde!
OPLOSSING
De stand was: Wit (Fedoroek): 22, 27,
28. 22. 33, 34, 35, 36 37, 38. 39, 42, 44, 46 48
(15 st.). Zwart (Andreiko): 3, 8, 8, 9, 11,
13, 14, 16, 18. 19, 21, 23, 24, 25, 26 (15 St.)
Zwart won door: 11-17! (22x11) 16x1
(27X16) 18-22 (28x17) 24-29 (33x24) 19X3l
(35x24) 23-28 (32x23) 14-19! (23x14) 9x4*
Radicaal genoeg!
W*
I
ANNEER men twee of meer mug*
Ujkheden heeft om een spel af te
spelen kan een speler zich laten lei
den door Intuïtie en/of kansberekening.
Een ideaal voorbeeld van een Intuïtieve
speler ls Hans Kreyns die zelden „re
kent" doch bijna altijd onmiddellijk het
jnlste „doet". Dit doen is dan natuurlijk
wel gebaseerd op een enorme ervaring
en Inzicht In de mentaliteit der tegen
partij.
Ook Van Heusden ls een intuïtieve
speler, terwyi zijn partner Kokkes meer
een rekenaar is, overigens niet zo ver
wonderlijk als we weten dat Jaap Kokkes
leraar in de wiskunde is. Het speelpro-
bleem dat ik u vorige week voorlegde
ir - itüYt
bevatte een figuur die zowel met intuïtie
als met rekenen goed op te lossen ge
weest zou zijn. De complete uitleg, waar
van u vorig maal alleen de OW-spellen
gezien hebt, was:
4 AB 7 S
QP B 103
O AVB3J
V
O. gever, OW kwb. OW bereikten zon
der bieden van NZ het contract van vijf
ruiten, te spelen door west. Een intuïtieve
speler zou op de noordplaats ongetwijfeld
met hartenaas zijn uitgekomen, waarna
de spelleider direct twee hartenslagen
gaat verliezen en dan verder een kansloos
parcours rijdt.
Maar noord startte met schoppenheer,
waarna het spel als volgt begon te ver
lopen slag 1 voor schoppenaas, dan kla
vervrouw, slag 3 naar ruitenheer, slagen
4 en 5 twee hoge klaveren waarop bij
west twee hartens verdwijnen. Slag 6
ruiten naar wests ruitenaas, noord doet
harten zeven by. Wanneer west nu schop
pen speelt en noord met de tien wint, kan
noord harten vier spelen die zuid met de
heer neemt.
Indien zuid dan de gelegenheid ver
zuimt om ruiten te spelen en harten na
speelt, is het duideiyk dat hij ruiten tien
met overtroeven hoopt te kunnen maken.
Als west goed oplette, heeft hy by zuid
schoppen drie en de zes zien vallen
Bovendien bleek dat noord korte en
zuid Langere ruitens had, zodat er alle
aanleiding ls noord op de langere schop
pens te taxeren. Winst verkrygt west nu
door harten in te troeven, zelf een derde
troefronde te spelen en daarna de schop
penboer!
Dekt noord niet, dan troeft de tafel
niet - dekt noord met schoppenvrouw,
dan troeft oost en ls de schoppen zeven
van de westspeler vrij. Ook is het goed
direct schoppenboer in slag 10 te spelen.
alleen maar ln oost ta troeven als noord
dekt - en in slag 11 dan met ruitenvrouw
de laatste troef by zuid weg te halen.
Een opgave, waarover aan de bridge
tafel meer spelers dan meesterklasse»
gestruikeld zouden zyn!
Intuïtie?!
Hans Kreyns heeft samen met Robbie
de Leeuw net Buitenhoftoptoernooi ge
wonnen, waarbij de heren op de vier
speeldagen tweemaal de hoogste dag
score boekten. Een fantastische prestatie,
waarmee vooral De Leeuw Ingenomen
zal zyn, daar na zyn goede spel enkel»
jaren geleden to de wereklka
schappen deze voortreffeUJke
speler weinig meer op de
trad.
arci ciiNCif
campioen-
te Haagse
voorgrond
Uit de talloze schermutselingen van dit
toernooi breng lk u dit uitkomstpro
bleempje:
(Zuid
V98764 Cp 8 4 O B962 4 T
West gever, OW kwetsbaar, parentoer-
nooi. West één klaver - noord past -
oost twee harten (sterk) - zuid twee
schoppen - west drie klaver - noord drie
schoppen - oost vier SA (azenvraég) -
west vijf ruiten - noord pes - oost zeven
Sansatout. Aan u om van dit zuldspel de
eerste kaart op tafel te leggen. Volgende
week weet u of u daarmee de wanhoop
of de vreugde van uw tegenpartij oogstte!
Horizontaal:
I. De baas komt ln het geweer (7)
5. Voornaam afwachten (7)
9. Vls-vrouw (3)
10. Zulk een euvel kan lastig zijn (7)
II. Heel vlug (7)
12. Meer dan één keer twee (5)
15. Veraf kan dit niet zijn (5)
19. Verraderlijke bezorger (10)
20. Het vogeltje onder de neus (4)
22. Stralende diva (4)
24. Hun drukt een last (19)
25. Dwaas modern (5)
28. Hij hoort er in. maar komt hij er
ln, dan ls het mis (5)
31. Aanhanger zonder wielen (7)
32. Dit is niet van deze wereld (7)
33. .Als hij zich rechtgeaard denkt,
houdt hij niet van Engeland (3)
34. Wie dit met zijn geld doet, alt er
warmpjes bij (7)
35. Poes op haar zondags (7)
Verticaal:
1. Een onbehouwen plant (5)
2. Dit dier huist soms in een wapen (5)
S. Hierbij is de eenheid zoek (5)
4. Het opdoemen van de dichten (5)
V. Niet lang gewacht (5)
I. Hieraan moet wat zijn vooraf gegaan
7. Zo komt de machine ln het gareel (7)
8. Late Junior (7)
13. Frans vrijer (5)
14. Deze vogel noemen we meestal an
der» (5)
16. De ex-konlng heeft te veel betaald
(7)
17. Vele gerichte druppeltjes ln een
cirkel (6)
18. Om dit te kunnen doen. moet men
het eerst zien te krijgen
20. Dit kledingstuk kan benauwd zijn
(5)
21. Dit is het einde (5)
22. HIJ weet wat hij wil (7)
23. Deze avlateurs moeten er al lang
geleden zijn geweest (7)
25. Dat is ook een troep (5)
26. 7,o komt men er niet langs de
kortste weg (5)
27. In een glas doet hij geen kwaad (5)
28. Stuk hout (5)
29. Daar langs kom je er nooit boven
op (5)
30. Geen air, wel stand (5)
Oplossing vorige
kruiswoordraadsel
Horliontaai: 1. grap. 4. krans. I. trap,
11. dar, 12. a la, 13. Lea, 14. Amer, 16.
bravo, 17. dame, 19. folie, 21. Abo, 22.
deken, 23. sla, 25. por, 28. Krammer, 33.
poen, 36. traag, 37. oren, 39. portiek, 40.
aanzien, 41. Ares, 42. Melis, 44. Oene, 45.
Pilatus, 48. mos, 49. sop, 52. temet, 54.
pro, 56. laked, 59.'riet, 60. luier, 61. rest,
62. dek, 63. iel, 64. wijn, 65. mier, 66.
strek, 67. stom.
Verticaal: 1. gaaf, 1. adel, 8. Pari*, 5.
rara, 6. Alabama, 7. n.a.v.o., 8. teder, 9.
raak, 10. peen, 15. mol, 18. met, 20. elk,
22. dor, 24. Artemis, 25. Pegasus, 26. op
pas, 27 geren, 29, Artcel, 30. maait. 31.
kriek, 32. onnet, 34. oor, 35. N.T.S., 37.
O.Z.O., 38. een, 43. laurier, 45. pot, 46. sod.
47. mei, 48. meter, 50. Parijs, 51. mes, 52.
tram, 53. mede, 54. puit, 55 Qele, 57.
Kent, 58. Item.