Hoe de Tollenberg een Dollenberg werd Op snelle wieken naar vriendjes in tehuizen LINKS en RECHTS voorsorteren beetje boffen en. een De rechten van een stad, die sterk werd Geef eens een vogel weg Bebouwde kom Automobilist bofte Strafwaardig? m mm mm m. m m m mmzm n 1 S3 'I SCHAKEN f door H. KRAMER Politiek Waar was Tiel Toch bevaren Graantje Verlegd Vrijdom Merwsche Tol DAMMEN door J. M. BOM BRIDGE door Hf W. FILARSKI CRYPTOGRAM Watertol van Tiel was ook al een omstreden object bisschoppen van Utrecht en de in de Westluidense poort bij de stadsmuur aan de Waalzij de van Tiel gelegen hebbende tolkamer. ■Pen zó belangrijke haven- stad als Tiel geworden was trok tot zich 't tolrecht op de brede rivieren waaraan het lag. Op het nog steeds tot de grootste problemen van ons land behorende blad van de Peutinger kaart, waarop zon der enige twijfel ons land staat, is naar men meent de Waal niet aangegeven. Wat daarop als Flumen Batabus de Bataafse rivier dus, staat getekend, rekent men de Maas te zijn. Maar wij zijn niet vol ledig op de hoogte van het ri- vierenverloop in de tijd van de Romeinse overheersing van ons land. Is de huidige rivier Maas wel dezelfde als die uit de Romeinse tijd? In de pleis tocene tijd van ons land, een dikke 200.000 jaar geleden, vormden Rijn en Maas teza men reeds één geweldig brede stroom. Op de Peutinger kaart staat óók een rivier die van het zuiden komt. Merkwaar dig genoeg staat daarop de Maas als dit de zuidelijke grens van het Insula Batavo- rum tenminste is nog een eindweegs uit het oosten vóór Koviomugum (Nijmegen naar men aanneemt) komende. Waar nu onze Waal eenzelf de beeld vertoont moet de Maas zeker een verbinding met de Waal gehad hebben en volgden mogelijk Waal en Maas één weg naar de zee. In ieder geval lag het Romeinse tegenwicht aan het Oppidum Batavorum ook aan de Waal. Nijmegen als hoofdstad van de Bataafse provincie, het Ul- pia Noviomagum, ontwikkelde zich snel als bloeiende Ro meinse kolonie na de overwin ning op de opstandige Bataven onder Julius (Claudius) Civi- lius. Nijmegen werd bovendien het belangrijkste knooppunt van alle wegen uit de Romein se tijd. Deze kwamen uit zui delijke dichtingen, wat alléén aan het op de Peutinger kaart getekende merkwaardige ver loop van de Maas te zien is. De Rijn staat, ofschoon hij óók uit het zuiden kwam, in de oost-westrichting aangege ven. TVe Peutinger kaart is wel zeer lang, maar slechts iets meer dan 30 centimeter hoog. Alles tussen het „onbe kende noorden" boven de flu men Renus (de Rijn!) en de noordkust van Afrika is in die 30 cm samengeperst. Ons land staat er dus wat men noemt goed op. Er is altijd al strijd gevoerd over de betekenis van deze wonderlijke kaart. Vooral de zuidelijke weg vormt een probleem. Ergens tussen Leve- fano en Adduodecium (van noord naar zuid dus) moet de plek zijn waar nu Tiel ligt. Gaat men van de gedachte uit dat die zuidelijke militaire weg van de Romeinen ongeveer de Koningsstraat in Maas en Waal volgt, wóèr is dan ons Tiel? Ziedaar een buitengewoon be langrijke vraag. Hebben zeke re geleerden gelijk, dan lagen tot Druten de twee wegen praktisch naast elkaar. Kin eenvoudig niet! Hóe dan ook, Tiel lag in een niemandsland zou men kunnen zeggen. Hoe men er toe gekomen is in de vroege Middeleeuwen de ne derzetting aan de Waal te stichten weten wij niet. Wel is van belang dat de Waal van onbetekenende stroom zo rond 863 steeds breder geworden was en uitstekend geschikt voor de toenmalige scheep vaart. Wij betoogden reeds dat de rond 860 plaats gehad heb bende overstromingen door gi gantische vloedgolven, de Rijn over Dorestad en Trajectum (Utrecht) naar Lugdunum (Katwijk!) deden verzanden en Tiel opkwam als havenplaats. De Waal moet in die tijd een behoorlijke rivier geworden zijn! Het is aan de elementen te danken dat de stad in aan leg juist op deze plaats kwam. Nijmegen lag wel gunstig voor de Romeinen, maar voor de ontwikkeling van ons land was een havenplaats dichter bij zee belangrijk. En toch ook weer niet zo dicht bij de kust dat de aartsstropers uit 't hoge noor den, de Vikingen, er direct maar voet aan wal konden zetten En waar de scheep vaart toeneemt, daar is geld te halen. Zo dachten de Utrecht se bisschoppen er over en evenzeer de Brabantse herto gen. Niet voor niets werd van de zijde van de Brabanders dat bruggehoofd Tiel op de noordelijke oever van de Waal zo krampachtig vastgehouden! Persoonlijk acht ik het nog lang niet uitgesloten dat Tiel zelfs in de Romeinse tijd van enig belang geweest is. tïoe liep toen de Waal? Men kent toch de Dode Linge en is dat nu juist niet de ver binding van de meanderende rivier de Linge met de Oude Waal geweest! Daar zit nog heel wat raadselachtigs in de bodem verborgen. Maar ik geef deze veronderstelling gaarne voor een betere. Zoals dat met hypothesen past. In ieder geval loopt een oude stroomdraad over Echteld, Zoelen en Avezaath naar Gel- dermalsen! Hebben wij daar soms een oude Waalstroom te pakken? In ieder geval is de ze in de Romeinse tijd beva ren! Beoosten Echteld in ieder geval is de Linge een in de Middeleeuwen gegraven wete ring! Zo de Oude Waal dan al belangrijk geweest is (er is toch bij Avezaath het restant van een geweldig en naar men aanneemt Romeins schip op gedolven!), dan heeft eens de recente conglomeratie Tiel ten zuiden van de Waal gelegen! Voortgaand onderzoek zal nog veel aan het licht brengen! op, toen de „boventol" naar de Lek voor Schoonhoven ver plaatst werd. In het charter van 1495 komt nog voor de Sculenborg, een goed gelegen in de Oudewaard bij Lienden. maar in het vraagstuk omtrent de tolrechten had dat geen rol. Er werd een merkwaardi ge legende om heen geweven, waarbij voorgegeven werd dat de Geldersen „schuilplaats" zochten in het moerasbos van de Schuilenburg tot de bis schoppelijke soldaten een feest je organiseerden en de Tollen- burg in een „Dollenburg" her schapen werd. Dan ging op de hofstede de Wappert in de Marsch een witte vlag uit ten teken dat de vaart „vrij" was. De Geldersen voeren dan het eigen gebied vrij binnen. Un dan de watertol van Tiel Het was nodig even een nadere uitweiding omtrent de ligging van de stad in verre tijden te geven. Tiel, als plaats van vestiging, is een moedlijk probleem. Daar ben je maar niet zo één, twee, drie mee klaar door te zeggen dat Tiel de opkomst te danken had aan het verloop van Dorestad. Dat was óók een punt van ge wicht. Maar de ligging in de gouw Teisterbant was van on eindig veel méér belang. De ze plek aan de Waal, binnen de gouw gelegen, zal in eerste instantie bepalend zijn ge weest. Als men over een eigen haven beschikt is men van niets en niemand afhankelijk. De graaf van Teisterbant was het meeste gebaat met de in komsten uit deze watertol. Wij weten zéér beslist dat Tiel reeds in 896 een goed functionerende tol bezat. In dat jaar gaf Zwentibold, ko ning van Lotharingen, aan de Utrechtse kerk vrijheid van tol te Tiel en te Deventer. Dit had dus plaats vóór Waltger graaf van Teisterbant was. Uit deze oorkonde, gegeven door een vrij vorst met rechten op Tiel, blijkt hoezeer de droom van keizer Karei de Grote, die één centraal bestuur voor stond, door naijver tussen zijn nakomelingen (een teveel aan „broers") verstrooid werd. Ka reis opvolger Lodewijk de Vro me, regeerde reeds met zijn zoon Lotharius als „medekei zer" en na de dood van Lotha rius verdeelden op 8 augustus 870 Karei de Kale en Lodewijk de Duitser het vaderlijk erf goed. De laatste Karolingische keizer was Arnulf van Karin- thië en het was diens bas taardzoon Zwentibold, die Lo tharingen toegewezen kreeg. Wij zagen reeds hoe er tussen de latere hertogen van Lotha ringen en Brabant strijd om het belangrijke Tiel ontstond en de rijke inkomsten uit de daar gevestigde watertol zul len daar niet vreemd aan ge weest zijn. Een bevestiging van de vrijdom van tol op de Waal voor de Utrechtse kerk én de burgers van Utrecht werd in 1057 door de Rooms- Duits koning Hendrik IV ge geven. ïn 1318 hebben de inwoners van Lienden, Ommeren en Kesteren De Dolburg in de as gelegd. Maar in 1320 werden de heren van die dorpen gedwon gen deze Stichtse sterkte weer op te bouwen. Het ging daar bij evenwel niet om het oude tolhuis. Dat was toen reeds naar de stadsmuur van Rhe- nen overgebracht! Die bisschoppelijke burcht had alléén nog militaire bete kenis. Tiel overvleugelde lang zaam maar zeker de belang rijkste scheepvaartroute. Dat Tiel In Utrecht vrijdom van tolrechten genoot zal gelegen hebben aan het feit, dat de stad kerkelijk tot het bisdom Utrecht behoorde. Hetzelfde gold. De burgers van Tiel even- Overijssel. En uiteraard ook op die van Brabant. Uit dit alles blijkt hoe belangrijk Tiel in de Middeleeuwen gewor den was. Verder genoot Tiel vrijdom op de sleuteltol van Lobith in het Land van Cleef. Opgemerkt moet worden dat het alléén voor de watertollen gold. De burgers van Tiel eve wel meenden, dat die rech ten óók van toepassing wa ren op de landtollen en wij vin den ze dan ook doorlo pend in conflict met de tol bazen van het hertogdom Gel- re. Uit een brief, door de „her togen" Reinoud en Eduard ge geven op 10 juni 1361 blijkt, dat keizer Hendrik, reeds vrij dom van tol (lees dus water tol!) gegeven had aan de bur gers van Tiel en het dorp Zandwijk op de tollen in het gehele hertogdom Gelre. Eerst in 1811 werd het recht van tol te Tiel opgeheven. E'en aparte plaats nam de zgn. Meursche tol van Tiel in. Hij was van Heere- waarden naar Tiel verplaatst, vermoedelijk ten tijde van de ruziecampagne tussen de broers Reinoud en Eduard van Gelre, en gold als een vrije tol, waarover de graaf van Meurs het pandrecht voer de. Nog in 1556 bestreed de graaf van Meurs de stad Tiel het pandrecht op de „Meursche tol", dat aan beide zijden een twistappel vormde. De graven Vincent van Meurs en Adolf van Meurs (de laatste werd als graaf van Nieuwenaar en Meurs beroemd als bevorde raar van de reformatie in zijn functie van stadhouder van Gelderland (1584), Utrecht (1585) en Overijssel (1587) hebben hun rechten op de Meursche tol te Tiel wel ver dedigd, maar met het nieuw ingetreden tijdperk van vrij making der Nederlanden kre gen de Staten van Gelderland tenslotte meer zeggenschap. Het zal de lezers vooral op vallen, dat de watertollen steeds tot de domeingoederen van de vorsten behoord heb ben. Die van Tiel eerst aan de graven van Teisterbant en la ter aan de hertogen van Bra bant en Gelre. Hoe watertollen als controlepunten van belang waren bewijzen zelfs twee tol huizen in twee steden, die aan een rivier lagen, het naar de stadsmuur van Rhenen even ten oosten van de Rijnpoort overgebrachte tolhuis van de A ls hoogst belangrijke stich- ting waren ze van steen opgetrokken, zodat ze steeds de vele branden, die in de Middeleeuwen de steden teis terden, doorstonden. Deze zéér rijke bron van inkomsten moest onder iedere omstandig heid onverminderd blijven vloeien. In de late Middel eeuwen speelde de graafschap Meurs een belangrijke rol in de politiek van 't hertogdom Gelre. Wij schreven reeds over de verplaatste tol te Heere waarden. Dze behoorde in de zg. „Branbantse tijd" van de langs de Waal gelegen goede ren, eveneens aan de Brabant se hertogen, waar de scheep vaart zowel op de Maas als op de Waal onder controle gehou den werd. Al in 1104 werd on der de handeldrijvende plaat sen in de bevestiging van de tol aan de Rjn bij Koblenz „Herewarde" genoemd. Bij de ruiling tussen Brabant en Gel re kwam Heerewaarden even als Tiel aan Reinoud II van Gelre. De schippers van Hee rewaarden genoten vrijheid van tol te Koblenz mits ze voor ieder schip met „een goe den zalm" betaalden. Dit ge bruik zal na de verplaatsing van de Heerewaardense wa tertol naar Tiel zeker van kracht gebleven zijn. Tiel was in overoude tijden al vermaard om de zalmvisserij. Nog in de negentiende eeuw oefende het belangrijke geslacht Klein in Tiel de zalmvangst uit. Adriaan P. de Kleuver mstmmemmmsmssesmtessimsmmstsesssmsesm Aan de ietwat verouderde benaming „gevleugelde vriendjes" voor vogels wordt vaak nieuwe fleur gegeven in tehuizen voor kinderen. Vele tehuizen en inrichtingen heb ben de laatste tijd een volière gekregen of willen er graag een hebben. Hechte vriend schappen ontstaan met de vo gels van allerlei soort, die op verschillende manieren de weg naar het tehuis hebben gevonden. Meestal worden ze cadeau gegeven, want als be grotingspost doen ze 't niet zo best. Hierover nu aan 't woord de Elburgse heer M. Wasten- ecker, in onze streek goed bekend als de bescheiden, maar zeer doortastende orga nisator van vreugdevolle za ken voor mensen en kinderen, die iets nodig hebben. Op 't ogenblik logeren bij hem weer enkele sierduiven, af komstig van de club in Epe en bestemd voor het jongens huis Rienderstein in Brum- men. De Epenaren gaven die duiven cadeau omdat ze over compleet waren en niet voor de vastgestelde prijs verkoop baar waren. Een rechtgeaar de duivenliefhebber geeft zijn duiven dan liever weg dan hij ze onder de prijs verkoopt. En op Rienderstein zijn ze nu bezig een onderkomen voor de duiven te bouwen. "liet idee is u, dat ook an- dere duivenhouders in deze tijd wel dieren overheb ben en dat ze aan die exem plaren een uitstekende be stemming kunnen geven, door ze ter beschikking van kin dertehuizen en inrichtingen te stellen. Bij de heer Wasten- ecker, Julianastraat 9 in El- burg (telef. 05252202, Oos- terwolde) kunnen zij daar voor terecht. Ook andere vo geltjes zijn welkom. .Er is be langstelling genoeg voor. Er is de laatste tijd op dit gebied al het een en ander gebeurd. Vanuit een tentoon stelling in Alkmaar kwam een telefoontje, hoeveel vo gels voor een bepaalde in richting nodig waren. Er ging een boodschap terug: „Stuur maar, als het er te veel mochten zijn bouwen we wel hokken bij", 't Werden er heel wat en er moesten in derdaad hokken bijgebouwd worden, waarvoor op hetzelf de moment door anderen het materiaal gratis beschikbaar werd gesteld. Zo ging het ook, toen vorig jaar bij Phi ladelphia in Angerlo de pluimveestapel door klein roofwild was doodgebeten; heel snel kwamen er nieuwe sierduiven en krielkippen. Vrolijk kunstjes makend en met opgeblazen krop wachten nu de sierduiven uit Epe bij de heer Wastenecker thuis op hun vertrek naar Brum- men. Het hok zal daarna vast niet lang leeg staan zover dachten we de vogel- houders in onze omgeving wel te kennen. TT et doet vreemd aan dat in de dertiende eeuw keizer Frederik Barbarossa de Tielse tol verlegde naar de Keizers- waard, maar de stad Tiel moet reeds zelfstandig een eigen watertol ingesteld hebben, want in 1219 kregen kooplie den uit het Duitse Goslar vrij dom van de tollen in het ge hele Duitse rijk, uitgezonderd op die van Tiel en Keulen. Deze Tielse tol is nadien ge komen aan de hertogen van Brabant, die in 1274 herstel lingen aan verwoeste huizen in Tiel uit inkomsten van de tol lieten bekostigen. Als het tolrechten betrof waren de landsheren er als de kippen bij een graantje mee te pikken. De bisschoppen van Utrecht deden dit evengoed als de hertogen van Brabant en Gelre. Het is in dit geval dat wij melding dienen te maken van de Stichtse water tol, die het op een daarvoor uitgelezen punt de Geldersen voortdurend lastig gemaakt heeft, de als een uitstulping ver het Gelderse gebied in gaande heerlijkheid in Marsch. In dit verband is het van belang, dat de Tielse wa tertol in feite een tégentol was. De burgers van de stad Tiel bezaten vrijdom van tol recht op alle tollen in het Sticht van Utrecht. Dit recht werd zelfs ip een plakaat van 1660 door de Staten van Utrecht nog bekrachtigd! Het is wel zeker dat Tiel geen tol- plicht had op de watertol, die de bisschoppen van Utrecht hielden op de Dolburg, ook Tollenburg genaamd, op de splitsing van de Lede en de Oude Rijn in de Marsch. Na de verplaatsing naar de stads muur te Rhenen, als gevolg van de stroomverlegging in de 12de eeuw dichter bij deze stad Rhenen, bleef deze vrij dom gehandhaafd. Ook gold dit opmerkelijke Tielse recht nog ten tijde dat de Rijntol naar Wijk bij Duurstede ver plaatst werd. Het hield eerst Voorsorteren voor een uitrit? Blijkens vra gen van onze lezers blijkt hierover nog al eens een misverstand te ontstaan. Volgens de verkeersregels van het Wegenverkeersregle ment (WVR) was het tot 1 januari 1967 on der alle omstandigheden verboden vóór te sorteren om links een uitrit in te rijden. Wie zo'n uitrit wilde inrijden, moest rechts van de weg wachten, totdat hij de weg kon over steken. Maar het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) bracht op 1 januari 1967 een geheel ander voorschrift. Het RVV legt degene, die een uitrit links wil inrijden, juist de verplichting op om links voor te sor teren. Deze verplichting geldt alleen niet bui ten de bebouwde kom. Onze juridische medewerker geeft ons de volgende explicatie: In zijn Nota van Toelichting wees de mi nister van Verkeer en Waterstaat op het be zwaar dat de rechts van de weg wachtende automobilist twee verkeersstromen (het ach terop komende en het tegemoet komende ver keer) moet doorsnijden. Als hij links vór- sorteert, behoeft hij slechts één verkeers stroom te doorkruisen. De verplichting tot voorsorteren wordt echter beperkt tot inrit ten binnen de bebouwde kom. Voorsorteren naar links kan in vele gevallen buiten de bebouwde kom, waar aanzienlijk sneller wordt gereden dan binnen de bebouwde kom, een vrij gevaarlijke manoeuvre opleveren, aan gezien andere bestuurders deze manoeuvre door hun onbekendheid met de aanwezigheid van een inrit niet verwachten en daardoor in twijfel kunnen geraken, aldus de minister. Buiten de bebouwde kom gelden dus voor de bestuurders van motorrijtuigen, die een links gelegen uitrit willen inrijden, dezelfde regelen als voor de bestuurders var» andere voertuigen: zij zijn bevoegd, maar niet ver plicht om links vór te sorteren. Hebben de weggebruikers hier een vrije keus? In de Nota van Toelichting wordt er op gewezen, dat voorsorteren buiten de be bouwde kom gevaarlijk kan zijn. Is dit een vingerwijzing van de minister om buiten de bebouwde kom toch maar liever het oude systeem te volgen en rechts van de weg te wachten? En is de automobilist, die deze vin gerwijzing in de wind slaat, nu zonder meer strafbaar? Over dit vraagstuk heeft de Hoge Raad een principiële uitspraak gedaan. Een automobilist reed over een rijksweg. Op een gegeven ogenblik ging hij naar de linkerzijde van het weggedeelte, dat be stemd was voor het verkeer in zijn rijrich ting, om een aan de linkerkant van de rijks weg gelegen uitrit in te rijden. Toen stopte hij om tegemoet komend verkeer te laten voorgaan, maar hij werd door een achterop komende auto aangereden. Het ongeval gebeurde op 11 maart 1966, dus nog onder de werking van het WVR. De links voorsorterende automobilist had dus gehandeld in strijd met het WVR en werd daarom strafrechtelijk vervolgd. Maar toen de zaak in hoger beroep voor de rechtbank te Roermond kwam. was het 1967. De rechtbank veroordeelde de automobilist tot een geldboete van f 25, omdat hij het WVR overtreden had. Dit vonnis werd even wel door de Hoge Raad vernietigd, omdat het in strijd was met artikel 1. lid 2, van het Wetboek van Strafrecht, luidende: „Bij ver andering in de wetgeving na het tijdstip, waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast" De Hoge Raad verwees de zaak ter ver dere behandeling naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het gerechtshof ontsloeg de automobilist van rechtsvervolging, omdat de ze volgens de nieuwe regelen van het RVV geen strafbaar feit had gepleegd door links vóór te sorteren. Tegen dit arrest tekende de procureur-ge neraal bij het gerechtshof cassatie aan bij de Hoge Raad. Hij wees er op, dat het onge val plaats vond buiten de bebouwde kom. Blijkens de Nota van Toelichting is het links voorsorteren buiten de bebouwde kom in vele gevallen een /rij gevaarlijke manoeu vre. Dit levert dus een strafwaardig gedrag op, aldus de procureur-generaal. Maar de Hoge Raad verwierp zijn beroep. Uit de in de Nota van Toelichting ontwik kelde bezwaren tegen het oude stelsel blijkt, dat de wetgever van oordeel geweest is. dat voorsorteren om een links gelegen uitrit in te rijden op zich zelf beschouwd geen straf bare gedraging behoort op te leveren, aldus de Hoge Raad. Een nogal merkwaardige gang zan zaken, maar niettemin interessant om te weten. TT ET Groninger Nlemeyer-toernooi, dat i-i- dezer dagen voor de 7e achtereen volgende maal werd gehouden, wordt leder Jaar belangrijker. De kans is groot dat het volgende toernooi het jeugdkampioenschap van Europa tot In zet zal hebben. In de eerste helft van de finale viel in het bijzonder het spel op van de 20-Jari- ?e West-Duitse Jeugdkampioen Karl Heinz Maeder. Hij won zijn eerste vier partijen aan de lopende band, waaronder die van de als favoriet startende Rus Rafael Vaganian (17). Reed# dacht men dat de Duitser het toernooi met vlag en wimpel zou winnen, toen hij In de 5e ronde de wapens moest opnemen tegen de Fin Erkki Turunen (18). Het werd een bijzonder boelende strijd, die door beide spelers vindingrijk werd gespeeld. Maar de fin trok, dankzij zijn werkelijk gran dioos combinatiespel, aan het langste eind. Zonder twijfel de mooiste partij uit dit goed geslaagde toernooi. Wit: ERKKI TURUNEN. Zwart: KARL HEINZ MAEDER. (Groningen 1968). Slet- liaanse verdediging. 1. e2e4, c7—cS 2. PgJ—f3, d7—d6 3. j da—d4. C5xd4 4. Pf3xd4, Pg8—f6 Pbl—c3. a7a6 6. Lfll—c4. e7—e€ 7. S3— aJ (Fischer pleegt hier 7. Lb3 te spelen.) 7Lf8-o7 8. 0-0. 0—0 9. LC4—a2 (Om te voorkomen dat zwart met tempo winst d5 speelt.) 9b7—b5 10. Ddl—el!? (Het scherpst is hier 10. f4, Lb7 II. f51) 1 0Lc8b7 U. f2—f3, d6—d5!T) (Leidt tot grote complicaties.) 12. e4e5, Le7—c5 13. Lel—e3, Dd8—b6 14 Tal—dl, Pbft—06 15. Del—f2, Pc6xe5 (Sohijnbaar is daarmede wits opzet weerlegd.) 16. b2—b4I, Lc5xb4 (De terugtocht 16Le7 kost de kwali teit: 17. Pf5, Dd8 18. Pxe7t, Dxe7 19. Lc5.) 17. Le3xd4, Db6c7 18. Df2—g3. Pf6—d7 19. Tfl-ei. f7—f6 20. f3—f4, Ta8C8 Na 20Pg6 21. Txe6. Dxf4 22. Pxd5. Dxg3 23. hxg3 staat zwart eveneens voor moeilijke problemen.) 21. f4xe5. f6xe5 22. Telxe5», Pd7xe5 23. Ld4xe5, DC7—f7 24. Pc3—e4ü (Een prachtige voortzetting van de aanval: zwart mag het brutale paard niet nemen wegens 25. Lxe6! en wint.) 24TC8XC2 25. La2—bl. TeB—e3 26. Pe4f 6f (Na 26. Pg5, Df2t! 27. Dxf2, T8xf2 ls het zwart die aan het langste eind trekt.) 26Kg8h8 27. Dg3—h4, h7—h6 28. Pf6g4 (Dekt f2 en dreigt 29. Dxhöt-) 2 8Te2xg2t! 29. KglUI (De eerste opgave van de week: waarom mag wit de toren niet nemen?) 2 9Kh8g8 8 7 8 iH Hl ff 5 ■ifllü 4 3 2 Xü l abcdefgh TURUNEN De tweede opgave van de week: ho» zette wit zijn aanval vanuit de dia gramstelling voort? De oplossing van belde vraagstukke» vindt u in de rubriek van de volgend» week. OPLOSSING De stand was: Wit (Gligorlc): Kgl, Dc5, Tel en O, Le5, pionnen bfl, f2. g2, h2. Zwart (Lehmann)Kg7, Db7, Td7 en eg, Pf6, pionnen d4, f7, g5,. h6. Er volgde: 37. Tf3xf6l. Te6xf6 Jg. Dc5C6, Db7xc6 39. b5xc6, Td7—d8 40. c6c7, Td8C8 41. Tel—C6, d4—d3 42. Le5xf6t en zwart gaf zich gewonnen. D ,E ongetwijfeld fraaiste partij uit de halve finales om het persoonlijk kam pioenschap van Nederland werd gespeeld tussen Nestor Jan Blom, de bekende Zeeuwse voorvechter. ver persoonlijking van de „oude garde", en i Evert Bronstrlng, de man, die terecht de naam heeft, dat hij een zeer persoonlijke stijl bezit en die in al zijn partijen een i romantische Inslag toont, een soort ..nouvelle vague", waarmee hij ook de allersterksten dikwijls voor complete i raadsels plaatst Blom startte de partij met de vaste wil zijn tot dan niet bijster indrukwekkende I prestaties glans te verlenen door een j gedecideerde overwinning op de Leide- naar. terwijl deze laatste de strijd beschouwde als een gevecht van de su- prematie van de Jeugd tegen een der laatste bolwerken van het verleden. Mis schien was alles niet even correct van belde zijden, maar in leder geval is de literatuur verrijkt met een wonderschone partij. Hieronder dit boeiende treffen: Wit: E. BronString, Zwart J. Blom; Arnhem 11 - 1 - 1969: 1. 33-29 17-22; 2. 31-38 11-17; 3. 38-31 6-11; 4. 32-27 1-6; 5. 37-32 19-23 8. 35-30 20-25; 7. 41-37 14—19; 8. 38-33 15-20. Tevergeefs zal men deze ope ning zoeken in de theorieboeken. Wit hanteert links de „onvoltooide hekstel ling" en rechts een „Roozenburgopstel- llng", beide gericht op inklemming van het zwarte centrum, dat geheel volgens de principes van het flankspel is opge bouwd. 9 42-38 Niet 30-24? (19x30) 40-35 wegens (10-18) 35x24 (16-21) 27x16 (25-30) 34x14 (23x34) 9x36 met ruïneuze gevolgen! 9. 20-24; Een studie op zich is na te gaan, of handhaven van de spanningen door (10-15) 40-35 (5—10) aan te bevelen ls voor zwart 10. 29x20 25x14; 11. 46-41 16-21; Aanvaardt alle consequenties van het door wit gewenste systeem. 12. 27xJ6 22-28; 13. 33x22 18x36; 14. 37-31 36x27; 15. 32x21 14-20; De eerste fase is afgesloten. Zwarts rechtervleugel is onspeelbaar. maar gelijkertijd zal deze vleugel tot ontplooiing komen, wanneer wit gedwon gen kan worden het centrum te bezetten. 16. 40-33 20-24; 17. 41-37 10-14: 18 30-25 13-18; 19. 37-31 9-13: Treft voorbereidingen voor de doorstoot over het centrum 20. 34-30 18-22; 21. 44-40 13-18 22. 25-20 14x34; 23. 40x20 Beiden spelen uiterst scherp: zwart vertrouwt op zijn krachtig centrum, wit op zijn steunpunten aan de vleugels. Het nu volgend middenspel is buitengewoon boeiend. De zwartspeler is ook na de partij overtuigd van de superioriteit van 23. 3-9; 24. 35-30 5-10; 25. 20-15 8-13; 26. 39-34 9-14; 27. 50-44 2-8 28. 44-40 22-28; De stormloop begint! 29. 30-25 19-24; 30. 38-32 w° 28x37. 31 31x42 Maakt weer „ruimte" 31. 23-28 32. 43-38 17-«2; Weigert te ver eenvoudigen (met bevrijding) door (28-32) enz. omdat daarna schijfwinst op zwart* linker vleugel volgt (zie diagram). Aan onze lezers hier de opgave: Hoe zou wit deze winst creëren na (28-82)? 33. 34-29! 24x33; 34. 38x29 11-17; 35. 29-24?? Veel sterker ls handhaven van dit steun punt, waardoor de zwarte centrumstool kan worden opgevangen. Nu verliest wit zijn greep: 35.14-19! 36. 24-20 19-23; 37. 49-43 29-32! 38. 43-39 22-28 39. 39-34 17-22; 40. 34-30 Alsnog ls 34-29 beter. 40. 7-11; Hierna gaat het snel bergaf waarts met wit 41. 16x7 12x1; 42. 40-34 22-27 43. 21-16 6-11; 44. 16x7 1x12; 45. 30-24 12-17; 46. 24-19 13x24 47. 20x29 17-22! 48. 34-30 23X34 49. 30x39 18-23! 50. 47-41 10-14| Belden hebben zich door de tijdnoodfase, die bijzonder hevig was, heen ge worsteld. Het afspel liep na een lang ea vooral van de zijde van Blom niet feil loos gespeeld eindspel remise, waarmee Bronstrlng zich rijkelijk beloond voelde! OPLOSSING De stand was: Wit (Fedoroek): 22, 27, 28. 22. 33, 34, 35, 36 37, 38. 39, 42, 44, 46 48 (15 st.). Zwart (Andreiko): 3, 8, 8, 9, 11, 13, 14, 16, 18. 19, 21, 23, 24, 25, 26 (15 St.) Zwart won door: 11-17! (22x11) 16x1 (27X16) 18-22 (28x17) 24-29 (33x24) 19X3l (35x24) 23-28 (32x23) 14-19! (23x14) 9x4* Radicaal genoeg! W* I ANNEER men twee of meer mug* Ujkheden heeft om een spel af te spelen kan een speler zich laten lei den door Intuïtie en/of kansberekening. Een ideaal voorbeeld van een Intuïtieve speler ls Hans Kreyns die zelden „re kent" doch bijna altijd onmiddellijk het jnlste „doet". Dit doen is dan natuurlijk wel gebaseerd op een enorme ervaring en Inzicht In de mentaliteit der tegen partij. Ook Van Heusden ls een intuïtieve speler, terwyi zijn partner Kokkes meer een rekenaar is, overigens niet zo ver wonderlijk als we weten dat Jaap Kokkes leraar in de wiskunde is. Het speelpro- bleem dat ik u vorige week voorlegde ir - itüYt bevatte een figuur die zowel met intuïtie als met rekenen goed op te lossen ge weest zou zijn. De complete uitleg, waar van u vorig maal alleen de OW-spellen gezien hebt, was: 4 AB 7 S QP B 103 O AVB3J V O. gever, OW kwb. OW bereikten zon der bieden van NZ het contract van vijf ruiten, te spelen door west. Een intuïtieve speler zou op de noordplaats ongetwijfeld met hartenaas zijn uitgekomen, waarna de spelleider direct twee hartenslagen gaat verliezen en dan verder een kansloos parcours rijdt. Maar noord startte met schoppenheer, waarna het spel als volgt begon te ver lopen slag 1 voor schoppenaas, dan kla vervrouw, slag 3 naar ruitenheer, slagen 4 en 5 twee hoge klaveren waarop bij west twee hartens verdwijnen. Slag 6 ruiten naar wests ruitenaas, noord doet harten zeven by. Wanneer west nu schop pen speelt en noord met de tien wint, kan noord harten vier spelen die zuid met de heer neemt. Indien zuid dan de gelegenheid ver zuimt om ruiten te spelen en harten na speelt, is het duideiyk dat hij ruiten tien met overtroeven hoopt te kunnen maken. Als west goed oplette, heeft hy by zuid schoppen drie en de zes zien vallen Bovendien bleek dat noord korte en zuid Langere ruitens had, zodat er alle aanleiding ls noord op de langere schop pens te taxeren. Winst verkrygt west nu door harten in te troeven, zelf een derde troefronde te spelen en daarna de schop penboer! Dekt noord niet, dan troeft de tafel niet - dekt noord met schoppenvrouw, dan troeft oost en ls de schoppen zeven van de westspeler vrij. Ook is het goed direct schoppenboer in slag 10 te spelen. alleen maar ln oost ta troeven als noord dekt - en in slag 11 dan met ruitenvrouw de laatste troef by zuid weg te halen. Een opgave, waarover aan de bridge tafel meer spelers dan meesterklasse» gestruikeld zouden zyn! Intuïtie?! Hans Kreyns heeft samen met Robbie de Leeuw net Buitenhoftoptoernooi ge wonnen, waarbij de heren op de vier speeldagen tweemaal de hoogste dag score boekten. Een fantastische prestatie, waarmee vooral De Leeuw Ingenomen zal zyn, daar na zyn goede spel enkel» jaren geleden to de wereklka schappen deze voortreffeUJke speler weinig meer op de trad. arci ciiNCif campioen- te Haagse voorgrond Uit de talloze schermutselingen van dit toernooi breng lk u dit uitkomstpro bleempje: (Zuid V98764 Cp 8 4 O B962 4 T West gever, OW kwetsbaar, parentoer- nooi. West één klaver - noord past - oost twee harten (sterk) - zuid twee schoppen - west drie klaver - noord drie schoppen - oost vier SA (azenvraég) - west vijf ruiten - noord pes - oost zeven Sansatout. Aan u om van dit zuldspel de eerste kaart op tafel te leggen. Volgende week weet u of u daarmee de wanhoop of de vreugde van uw tegenpartij oogstte! Horizontaal: I. De baas komt ln het geweer (7) 5. Voornaam afwachten (7) 9. Vls-vrouw (3) 10. Zulk een euvel kan lastig zijn (7) II. Heel vlug (7) 12. Meer dan één keer twee (5) 15. Veraf kan dit niet zijn (5) 19. Verraderlijke bezorger (10) 20. Het vogeltje onder de neus (4) 22. Stralende diva (4) 24. Hun drukt een last (19) 25. Dwaas modern (5) 28. Hij hoort er in. maar komt hij er ln, dan ls het mis (5) 31. Aanhanger zonder wielen (7) 32. Dit is niet van deze wereld (7) 33. .Als hij zich rechtgeaard denkt, houdt hij niet van Engeland (3) 34. Wie dit met zijn geld doet, alt er warmpjes bij (7) 35. Poes op haar zondags (7) Verticaal: 1. Een onbehouwen plant (5) 2. Dit dier huist soms in een wapen (5) S. Hierbij is de eenheid zoek (5) 4. Het opdoemen van de dichten (5) V. Niet lang gewacht (5) I. Hieraan moet wat zijn vooraf gegaan 7. Zo komt de machine ln het gareel (7) 8. Late Junior (7) 13. Frans vrijer (5) 14. Deze vogel noemen we meestal an der» (5) 16. De ex-konlng heeft te veel betaald (7) 17. Vele gerichte druppeltjes ln een cirkel (6) 18. Om dit te kunnen doen. moet men het eerst zien te krijgen 20. Dit kledingstuk kan benauwd zijn (5) 21. Dit is het einde (5) 22. HIJ weet wat hij wil (7) 23. Deze avlateurs moeten er al lang geleden zijn geweest (7) 25. Dat is ook een troep (5) 26. 7,o komt men er niet langs de kortste weg (5) 27. In een glas doet hij geen kwaad (5) 28. Stuk hout (5) 29. Daar langs kom je er nooit boven op (5) 30. Geen air, wel stand (5) Oplossing vorige kruiswoordraadsel Horliontaai: 1. grap. 4. krans. I. trap, 11. dar, 12. a la, 13. Lea, 14. Amer, 16. bravo, 17. dame, 19. folie, 21. Abo, 22. deken, 23. sla, 25. por, 28. Krammer, 33. poen, 36. traag, 37. oren, 39. portiek, 40. aanzien, 41. Ares, 42. Melis, 44. Oene, 45. Pilatus, 48. mos, 49. sop, 52. temet, 54. pro, 56. laked, 59.'riet, 60. luier, 61. rest, 62. dek, 63. iel, 64. wijn, 65. mier, 66. strek, 67. stom. Verticaal: 1. gaaf, 1. adel, 8. Pari*, 5. rara, 6. Alabama, 7. n.a.v.o., 8. teder, 9. raak, 10. peen, 15. mol, 18. met, 20. elk, 22. dor, 24. Artemis, 25. Pegasus, 26. op pas, 27 geren, 29, Artcel, 30. maait. 31. kriek, 32. onnet, 34. oor, 35. N.T.S., 37. O.Z.O., 38. een, 43. laurier, 45. pot, 46. sod. 47. mei, 48. meter, 50. Parijs, 51. mes, 52. tram, 53. mede, 54. puit, 55 Qele, 57. Kent, 58. Item.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15