Je moet het net zo snel vergeten als een blindedarm-operatie Na hartoperatie zijn psychische problemen grootste „handicap" FRANS DOHMEN „Ik zal juichen als de laatste „kompel" straks boven komt" Plannen voor „Spoor naar 73" zijn „geboren in Velume stal „Leer kinderen zich te verweren tegen aanranderszegt judoleraar Aspirine* helpt snel en urenlang... (voorzitter mijnwerkersbond) Felle brand in vlasspinnerij Rode wijn Beroering Nog niet vaak Niet geloofd Veertig Woest worden Hele dag Grote opdracht Vertalen I DINSDAG 28 JANUARI 1969 0 Voor de training wordt de fy sieke belastbaarheid van een hart patiënt zorgvuldig bepaald. Trainen op de fiets ter verbetering van de lichaamsconditie. (foto dr. J. F. Visser) operatie de juiste vrouw moeten heb ben om hen psychisch te begeleiden. Want de psychische moeilijkheden zijn het grootst. Het geestelijk alleen zijn is moeilijk. Daarom hangt zo veel af van de mensen om een patiënt heen. Vanuit het ziekenhuisbed komt een advies: „Patiënten moeten na een ope ratie vooral niet de hele dag met zich zelf bezig zijn in hun gedachten en geen „verkeerde" vrienden aan hun bed la ten komen. Eén ontactische opmerking zo van „Wat zie je bleek, voel je je niet lekker vandaag?" kan een patiënt uit het lood slaan. Het is me zelf ge beurd. Verder: Heb vertrouwen in de dokters die je behandelen. Voor hon derd procent. Is dat niet het geval, dan kan je het niet verwerken". „Het omgekeerde geval heb ik zelf meegemaakt. Op een ochtend was ik vreselijk down en ook wel angstig. Het beste leek me, bij de hoofdzuster wat morele steun te gaan halen. Toen ik haar gevonden had was het eerste wat zij zei: „Wat ziet u er vanmorgen fan tastisch uit. Die meneer op de kamer naast u moet morgen dezelfde operatie ondergaan. Ga eens met hem praten, u kunt iemand zo goed opbeuren. Ik was er in één klap bovenop". Hoe gaat het herstel, in afwachting van de trainingsmethoden uit Scandina vië? (waar ons blad vorige week uit gebreid over heeft bericht). „Wandelen, eerst een kwartier, en dat in een week of vijf opvoeren tot een uur. Een veel rusten, 'verder ben ik op advies rode wijn gaan drinken. Dat heeft me enorm goed gedaan. In die sfeer, met gezellige mensen om me heen, ben ik alles wat luchtiger gaan opnemen". „Hoewel", vertelt hij even later, „ik moet binnenkort nodig naar Amerika, „maar ik durf niet zo ver van „mijn" cardioloog weg te gaan. Als hij ook die kant uit zou moeten, zou ik zo meegaan, gaan. Ik weet dat het technisch vrij wel is uitgesloten dat me iets zou over komen. Daar hebt u het weer: de psy chische kant". En hoe nu verder? „Ik hoop om te beginnen, de psychi sche moeilijkheid goed te verwerken. Er staat ongeveer een jaar voor. Ik hoop verder beslist dat te kunnen doen wat ik me heb voorgenomen. Dat be tekent: weer normaal te gaan werken. Ik wil deze hele operatie en alles erom heen vergeten, net als iemand wiens blinde darm is weggenomen". Zo gezien, is de heer E. uit Z. een gelukkig man. HEERLEN Toen Frans Dohmen als zestienjarige in de spelonken van de Dom^niale Mijn de paarden voor de kolenwagentjes spande, had hjj er geen idee van dat h(j eens de gangmaker van de vakbeweging in de Nederlandse mijnen zou worden. Frans Dohmen, nu 58 jaar oud en 25 jaar voorzitter van de Nederlandse katho lieke mijnwerkersbond (N.K.M.B.): „Ik heb in 1944 alles gedaan om te voorkomen dat ik voorzitter van de bond zou worden". „Ik heb tenslotte ja gezegd in de veronderstelling dat ik slechts de poort voor een nieuwe, grote voorzitter hoef de open te houden. Die is nooit gekomen en in de volgende 25 jaar heeft mijn vrouw onze tien kinderen alleen moe ten opvoeden. „Op 1 januari 1970 zou ik met pen sioen gaan en eindelijk wat aan mijn .hobbys kunnen doen. Het zal er niet van komen. Mijn mandaat is met twee ïaar verlengd. Frans, je kunt ons niet in de steek laten, nu het ergste gaat komen, zeiden ze. Het ergste? „Ja, de welvaart van Zuid-Limburg staat op het spel. De mijnen sterven, de kompels verdwijnen en de KNMB met zijn 22.000 leden wordt opgedoekt. Dat het in 1975 gedaan zal zijn met de Lim burgse mijnen vind ik niet erg. Ik zal juichen als de laatste ondergronder voorgoed boven komt. In de mijngan gen was het zwaar en ongezond wer ken. „Ik ben nog geen omgeschoolde mijn werker tegengekomen die terugwil. Het gaat nu ook om het behoud van de so ciale erfenis van de NKMB. Onze bond heeft na jarenlange strijd een ideaal bereikt. De lonen en arbeidsvoorwaar den, maar vooral de menselijke verhou dingen tussen werkgevers en werkne mers, zijn voortreffelijk geworden. We hoeven niet meer te knokken voor iede re cent. „Het zal heel veel moeite kosten om de menselijke verhoudingen in de nieu we industrieën te laten voortleven. We hebben offers gebracht voor de rest van Nederland en eisen nu een tegenpresta tie: Nieuwe industrieën en een univer siteit. Bent u' pessimstisch gestemd? „Ik heb meermalen kritiek geuit op de trage gang van zaken bij de herin dustrialisatie. De zaken worden beter gecoördineerd. Zowel tussen de over heid en de provincie als in Limburg zelf. Minster De Block heeft mj tj- dens ons laatste gesprek de hoop gege ven dat de herndustralsate vlotter van de grond zal komen. Wat is de nalatenschap van uw mijnwerkersbond? „Dat is de geest van gezamenlijk on dernemerschap. Wij steunen de direc ties van de nieuwe bedrijven waar we kunnen. Samen zorgen we dat er nieu we welvaart komt. Onze kaderleden hebben de opdracht niet teveel van hun nieuwe werkgevers te eisen. Onze le den zijn bereid offers te brengen opdat hun nieuw bedrijf tot leven kan ko men. U hebt begin december betoogd dat de activiteiten van vele jonge gees telijken de grondvesten van het werk van uw bond ondermijnen. U hebt ook uw bezorgdheid uitgesproken over de ontwikkeling in de katholieke kerk. Daarmee heeft u veel beroering gewekt. „Ik heb mij toen willen keren tegen de jonge priesters die jiiet geloven en toch blijven zitten. Die meewarig la chen om hetgeen ons zo'n 35 jaar gele den is geleerd. „Ik heb de crisisjaren meegemaakt. Toen was het geen uitzondering dat mensen vijf jaar werkloos bleven. Al* •je 21 jaar was, was je te oud om te werken. Wij zijn toen uitgebuit. „In die tijd zijn er echter talrijke priesters geweest die hun leven hebben gegeven voor de arbeiders en de verhef fing van het proletariaat. Limburg heeft veel aan deze mensen to danken. Als nu theologische nieuwlichters doen alsof deze mensen gek zijn geweest en hün werk waardeloos, dan protesteer ik. „Het christendom is voor de katholie ke mijnwerkersbond nooit een hinder paal geweest om radicaal te zijn. Als het ging om de rechtvaardige behande ling van de werknemer, waren we ra dicaler dan socialisten en comunisten, „Toen we in 1957 onze langzaam-aan- actie voerden voor een betere verde ling van de zgn. aanwezigheidspremies tussen boven- en ondergronders, heb ben we heel Nederland getrotseerd. We hebben toen ook niet aan de regering of aan de bisschop gevraagd of het mocht..." De heer Dohmen is vrijdag gehul digd: hij is ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw geworden, ridder in de orde van de Heilige Gregorius de Grote en ereburger van Heerlen. Met een ernstig hartinfarct en een bijzondere hartoperatie achter de rug zat hij tot mijn opluchting zeer opgewekt rechtop in het ziekenhuisbed. Dat maakte het gesprek een stuk gemakkelijker. Tevoren had ik van de hem behandelende hartspevialist-cardioloog in 'n bekend centrum voor hartchirurgie een en ander gehoord. Dank zij bijzondere appa ratuur was het mogelijk geweest de kransslagader afzonderlijk zichtbaar te ma ken. Aldus kon worden bekeken waar de vernauwing in die ader zat en welk gedeelte was „uitgevallen". Het team specialisten besloot tot een dubbele operatie volgens de techniek van de Amerikaanse chirurg Vineberg. Onder de vaardige handen van de ope rateur kreeg de 41-jarige heer A. R. uit Z. populair gezegd, een nieuwe weg voor de bloedtoevoer van zijn hart. In Amerika is deze operatie in een particuliere kliniek gemoderniseerd door dr. Effler uit Cleveland. In Neder land is, zij met andere operaties, in volle ontwikkeling. Veel is zij in ons land nog niet uitgevoerd. De heer R. dus. Wie en wat is hij? Een man in redelijk goede doen, die echter behoorlijk moet aanpakken, wil hij zijn diverse buitenlandse agenturen goed vertegenwoordigen. Twee keer per jaar kent hij een piek. Hij was dan gewend anderhalve maand lang dag in dag uit te werken onder hoogspanning: hollen, vliegen (letterlijk en figuurlijk), jagen, niet loslatende spanningen. Tot die belasting te groot werd. Er kwam natuurlijk een dag dat hij zich ziek voelde. De huisarts stuurde hem door naar een neuroloog. Die weer naar een cardioloog. Zij konden de oor zaak van het zich ziek voelen niet vin den. veid. Voor deze gelegenheid waren se cretaresses aangevoerd die alle beslui ten, compleet met richtlijnen voor de deskundigen, meteen konden uittikken. Toen de dames teruggingen om de sten cils te maken, is Stimurail in een dol drieste bui pootje gaan baden. Zes weken later hadden de deskun digen vastgepind op maximaal vier vel voor ieder hun bijdrage aan het plan en de visie volledig uitgewerkt. Toen kwam nog slechts de slotfase. Zie boven, in de koeienstal. Er was iets gepresteerd, waarvan in de geschiedenis van de spoorwegen nooit eerder sprake was geweest. Vlug, veilig en misschien nog voordelig ook. „Het gekke is", zegt hij tussen het vragen om koffie en het zoeken naar sigaretten door, „dat iedereen dacht dat ik kerngezond was, hooguit toe aan een bezoek aan een psychiater. Mij vrien den geloofden beslist niet dat ik ziek was". Hoe heeft u uw ziek zijn, de operatie en alles wat er na kwam ervaren? „De cardioloog legde me uit: Wij gaan een ader van verleggen. Wist ik veel. De eerste dagen na de operatie ontbreken totaal in mijn herinnering. De eigenlijk reactie op alles kwam pas na maanden. Van je vrouw hangt ont zettend veel af. Zij moet je bemoedi gen, ze moet puur realistisch blijven denken en handelen". Hij bedoelt dat patiënten na een hart- UTRECHT Het concept voor „Spoor naar 75" de grootste visie van de spoorwegen is in twee dagen opgesteld in een koeienstal op de Ve- we. Het was de enige plaats waar on gestoord, snel werken mogelijk was. De Veluwe zat in die dagen juli vorige zomer vol met vakantiehou dende mensen. De stal staat achter het huis van één van de elf mannen van de N.S.-groep Stimurail. TILBURG Voor naar schatting een half miljoen schade heeft maan dagavond een brand aangericht bij de Nederlandse Vlas Spinnerij aan de Re genboogstraat in Tilburg. Door nog onbekende oorzaak is de vuurhaard ontstaan in het magazijn, dat vrijwel afbrandde. De hele opge slagen vlasvoorraad ging daarbij ver loren. Het dak van het magazijn stort te bij de uitbreiding van de brand gro tendeels in. De produktie-afdeling van öe Vlas Spinnerij liep geen schade op. De rest is vlug verteld. Schema met de directie doorgesproken. Die ging ak koord en gaf toestemming de uit 40 moten bestaande koek te gaan bakken. Dat was vijf weken na de opdracht. De 40 deskundigen kregen drie we ken de tijd om op niet meer dan één vel tiks de essentie van hun bijdrage vast te leggen. Toen alles binnen was, namen de elf drie dagen om ieder een eigen gedeelte van commentaar te voor zien en richtlijnen voor de uitwerking te maken. Het was voorjaar '68. Gewapend met veertig vel ideeën en evenveel bladzij den richtlijnen dook Stimurail onder in een hotelletje ergens in de Zeeuwse dui nen. Daar is alles aan elkaar gesmeed en is de weg naar het einddoel gepla- In oktober van het vorig jaar pro beerde in Hoek van Holland een man een meisje van twaalf jaar aan te ran den. Maar de zaak eindigde zo: de man zélf ging tegen de grond, omdat de twaalfjarige een paar judogrepen toepaste. Dat voorval heeft de ouder commissie van de lagere Van Rijcke- vorselschool in Hoek van Holland op een idee gebracht, omdat in deze va kantieplaats vooral in de zomermaan den een volgens de ouders behoorlijk hoog aantal pogingen tot aanranding voorkomt. Er wordt nu binnen veertien dagen gestart met een cursus „Zelfverdedi ging bij aanranding" waaraan vooral de judoleraar Koos Henneveld uit Maas sluis medewerking verleent. De cursus is voor kinderen van zeven jaar en ouder. Nu is de heer Henneveld de judole raar van de 12-jarige die vorig jaar haar aanrander tegen de grond werk te, maar hij is tevens een man die al een paar jaar over zo'n cursus zelfver dediging voor kleine kinderen loopt na te denken. Hij is vader van drie kin deren (onder anderen een dochter van acht en een zoon van zes). „Vandaar, natuurlijk", zegt hij in z'n sportschool in Maassluis. „Iedere ouder wordt ronduit woest, wanneer hij hoort van aanrandingen, iedereen denkt: het zal mijn kind maar overkomen. Alle kleine kinderen hebben allang gehoord dat ze nooit met vreemde mannen mo gen meegaan. Maar het zal toch maar een keer gebeuren. En zo dacht ik: Er moet iets op te vinden zijn om die kinderen niet te laten verstijven van schrik, maar ze een paar afweermidde len te leren". Hij redeneert ook zo: wanneer de kinderen judo kunnen is dat prachtig en misschien meegenomen bij een po ging tot aanranding. Maar ten eerste begint een meisje van zeven niets met een judogreepje op een volwassen man en ten tweede beschouwen kinderen ju do als een spelletje, ze zullen het dus vergeten toe te passen op hun aanran der. De heer Henneveld heeft nu een cur sus voorbereid, die uit twintig lessen bestaat en die maar op één ding ge richt is: een meisje van een jaar of tien HELEENTJE van acht (rechts op deze foto) is de dochter van de judoleraar Henneveld uit Maassluis en zij was bereid te demonstreren hoe het ongeveer op de cursus Zelf verdediging bij aanranding" zal gaan. Heleentje speelt met een bal tot De aanrander" (de assistent van de heer Henneveld) grijpt Heleentje, die niet goed schiks met hem wil meegaan, beet om te pro beren haar in zijn auto te krijgen. Heieen schopt achteruit en probeert een van 's mans pinken achterover te kraken. Volgende fase: Heleentje heeft geleerd hoe ze iemand in zijn gezicht moet krabben en tegen de knie moet schoppen tijdens een poging tot aanranding. (zeven jaar is wel wat jong, volgens hem) moet een aanrander kunnen af weren. Door niet zo te schrikken dat ze niets meer kan doen, maar door te gil len, te bijten, te schoppen en te krab ben. Hetzelfde geldt uiteraard voor jon getjes. Hij wü, in de eerste les, de kinderen vooral duidelijk maken waarom een volwassen man hen wil meenemen c pakken en vieze dingetjes met hen v, doen. Ook in de eerste les: dus ncc met die mannen meegaan en als ze je beetpakken, dan moet je daar iets te gen gaan doen. „Die voorlichting is natuurlijk erg moeilijk", aldus de heer Henneveld. „Ik zou bijna zeggen, het allermoeilijkste in( de hele cursus. Leren krabben en slaan lukt wel. Voor de geestelijke voorlich ting zou ik graag een arts erbij willen hebben of een politiefunctionaris. We zijn nog bezig mensen te polsen. Lu':' 'iet niet, dan zal ik het zelf doen. Ih ;i tenslotte ook vader". Hij zal de kinderen ook leren hoe ze moeten reageren wanneer ze bij de keel worden gepakt. „Ik heb", zegt hij, „uit alle takken van de Japanse ge- vechtssport een paar dingetjes genomen. Eenvoudig om te leren, maar wel zo ge richt dat kinderen bij een aanranding als een wilde tijger tekeer moeten gaan". Om alles zo waarheidsgetrouw (en goedkoop) mogelijk te maken komen alle kinderen in hun gewone kleren of een trainingspakje naar de lessen, is de „aanrander" een man die voor hen een vreemde is en wordt er zo mogelijk op straat geoefend. „Wij zijn in Hoek van Holland nog niet eens begonnen", zegt de heer Hen neveld, „maar ik vind nu al, dat dit soort cursussen eigenlijk gewoon in het lesrooster van een school moesten zijn opgenomen, net als judo bijvoorbeeld. Men geeft ook verkeerslessen, om de kinderen te beschermen. Dan hoort dit er ook bij, want kinderen mógen ge woon niet worden aangerand". Want de eerste volwassene die niet laaiend van woede wordt wanneer de woorden „kind aangerand" vallen, moet ook de heer Henneveld nog tegenko men. Op dinsdagavond hadden de elf on der leiding van voorzitter mr. J. W. Korswagen de kluif verdeeld; ieder een stuk van het concept, met de boodschap erbij: vrijdagochtend moet het af zijn. Op de avond van die dag konden zij plan en visie, in prille staat maar netjes gestencild, mee naar huis nemen. O directie liet wel de woorden „op korte termijn" en „najaar 1968" vallen. Daar om willen de elf mannen nu liever niet horen praten over „de romance van Sti murail". Het is gewoon een bikkelhar de zaak van moderne besluitvorming geworden. Voorzitter Korswagen: „Acht van ons werkten er de hele dag aan, drie tech nici hadden er een neventaak aan. Be halve de drie zaten in de groep: één public relations-man, 'n socioloog, twee economen, een ingenieur van Bosboom en Hegener en een exploitatiedeskun- dige. De technici zijn deskundigen op het gebied van weg, materieel en sein- wezen". De voorzitter is een man met erva ring op het uitvoerende vlak van de exploitatie en de voorbereiding van de dienstregeling. Als secretaris werd een jurist toegevoegd. Leeftijden: van 27 tot een eind in de veertig. De meeste van die mannen uit het grote bedrijf kenden elkaar maar op pervlakkig. Er waren erbij die zich moesten voorstellen. Een paar dingen hadden zij wel gemeen. Zij werden uit de normale hiërarchie gelicht en had den alleen nog maar te maken met directie en topleiding. Verder werden zij voorzien van een bundel documentatie, niet bedoeld als richtlijn, want de pa pieren bevatten slechts de essentie van de ideeën van de directie. Mr. Korswagen: „Met een opneemap- paraat zijn we ergens op de Veluwe neergestreken. Eerst hebben we zitten praten over het hoe, wie en wat van ons zelf, hoe wij denken, en hoe wij onze taak zouden aanpakken. Belang rijk bij de opdracht waren deze ele menten: de zeer algemene aard, de grote vrijheid en het zeer uitdagende karakter. De oorspronkelijke Stimurail was net goed en wel op gang, toen de grote op dracht kwam voor wat later „Spoor naar '75" zou worden. De elf hebben daaraan graag gewerkt, omdat zij ont dekten dat een visie wil zij succes hebben eerst in een concreet plan gegoten moet worden. Aldus aan de slag. Eerst een schema met hoofdlijnen voor een plan naar in houd en opbouw. Er werden veertig hoofdpunten opgesteld, bestemd voor evenveel deskundigen buiten de groep, die op hun gebied zouden moeten hel pen. En dit is dan het begin van het antwoord op de vraag, hoe de spoorwe gen in zo korte tijd met zo iets groots voor de dag konden komen. Maandag 29 juli kon Stimurail de directie van N.S het (door haar bestel de), van de laatste puntjes op vele i's voorziene plan aanbieden. Daarna ont stond een intellectueel steekspel-zon der-slachtoffers tussen de directie, de bedrijfsleiding en de complete groep van Stimurail. Het is „uitgevochten" ergens op de Utrechtse heuvelrug. Daar is het concept tot een echt plan ge maakt. Met andere woorden: daar zijn weloverwogen spijkers met koppen ge slagen. Tenslotte is naar de man gezocht, die als volledig buitenstaander het plan zou moeten vertalen uit de N.S.-sfeer in een taal die iedereen verstaat en bovendien zou moeten aanspreken. Het werd de publicist Frans Grosfeld. Aldus de slotfase van een periode waarvan mr. Korswagen achteraf zegt: „Het was een prachttijd". Daarmee be doelt hij de weinige maanden, die wa ren verstreken sinds de directie van N.S. begin vorig jaar om een concreet plan had gevraagd. Stimurail zelf was eind 1967 gevormd. Van wie het initiatief voor plan en visie was uitgegaan is altijd een ge heim gebleven. Heel duidelijk stond wel direct dit vast: Het moest een plan worden, gebaseerd op de visie over de ontwikkelingen in de maatschappij. Verder moest het zijn toegespitst op de functie van het openbaar vervoer en zou het de taak van de N.S. moeten aangeven. Daarom was Stimurail een samenbundeling geworden van kennis, ervaring en deskundigheid. Nee, een streefdatum was er niet. De ADVERTENTIE Griep? MR. KORSWAGEN A

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9