P 4T Chester Arthur brak al le records: 24 treinwagons vol meubelen afgedankt BURGEMEESTERSCHAP: EEN HONDEBAAN DIE TOCH ZEER GELIEFD BLIJKT TE ZIJN Rassenliumor wapen in arsenaal van negers in <ie V.S. Adreslijst van de fiscus ir Inrichting Onwennig Schommelstoel John Adams Gesloopt fóntccr (alleen ingeval vaneen politieke 233Ivoor H diploma Heke ontvangsten. Vermeilltzaal Kostbare verzameling percetein Gesloten Niet rijk Gegadigden Overwegingen Twee eisen y- Ybi Baanbrekend werk Springplank EIGEN STEMPEL OP WITTE HUIS Op de dag dat Lyndon Baines Johnson ambteloos burger werd liep zijn vrouw, Lady Bird, voor het laatst nog eens door alle vertrekken van het Witte Huis. In de Gele Kamer bleef ze wat langer staan. Deze was haar het liefste geweest omdat ze van hieruit een prachtig uitzicht had over de stad Washington. Niet lang daarna vloog ze met de oud-president en hun twee dochters. Loei en Lynda Bird, naar hun boerderij in Texas. Terwijl de familie Johnson zich terugtrok op hun boerderij betrok het gezin van Amerika's 37ste president, Richard Nixon, de ambtswoning aan de oever van de Potomoc. Uiterlijk veranderde er daardoor weinig, maar achter de achttiende-eeuwse gevel heerst nu grote bedrijvigheid. Elk presidentsgezin brengt zijn eigen stijl en smaak mee. Telkens wanneer 's werelds bekendste ambtswoning nieu we bewoners krijgt worden er tapijten verwisseld, andere schilderijen opge- nangen. Dat is nooit anders geweest in de 170 jaar dat het Witte Huis er staat. Vooral Jacqueline Kennedy, de vrouw van wijlen president John Kennedy, heeft veel werk gemaakt van de inrich ting toen ze Amerika's „first lady" werd. Maar ze was in dit opzicht lang geleden al overtroefd door een verre voorganger van haar man, Chester A. Arthur, die op 19 september 1881 presi dent werd nadat de zittende president, James A. Garfield, was vermoord. Chester Arthur hield grote schoon maak. Er waren 24 treinwagons nodig om de meubels en alle mogelijke ande re spullen die hij kwijt wilde te ver voeren. Toen zijn woonvertrekken kaal waren liet hij ze opnieuw inrichten in de stijl die toen mode was. Zo drukte iedere nieuwe bewoner zijn eigen stem pel op het Witte Huis, dat op zijn beurt dikwijls zijn stempel drukt op zijn be woners. De dochters van oud-president John son waren er niet zover naast toen ze het Huis een museum noemden. Het staat inderdaad vol historische beziens waardigheden en kunstschatten. Maar eerst en vooral is het toch altijd het zenuwcentrum van de macht geweest. In dit centrum werden en worden be slissingen genomen die van verstrek kende betekenis zijn voor Amerika en voor de rest van de wereld. Het Is zeker geen wonder als de nieu we president en zijn gezin zich de eer ste tijd in hun nieuwe huis wat onwen nig voelen. Het zal ongetwijfeld pas na maanden gelukken om op de juiste wij ze gebruik te maken van de ingewikkel de organisatie in het Witte Huis. In de eerstkomende vier jaar zullen ze, onvoorziene gebeurtenissen daarge laten, geen ogenblik meer alleen zijn. Zodra ze hun ogen opslaan worden ze bewaakt, bediend en aangegaapt. Twee enzeventig bedienden zijn constant voor hen in de weer en duizenden toeristen slenteren zeven uur per week door de gangen en vertrekken van hun nieuwe huis. Daar staat tegenover dat de familie Nixon wel alles bij de hand heeft wat men onder comfort verstaat. Bij het uit zandsteen opgetrokken Witte Huis horen bijvoorbeeld een zwembad, een sauna, tennisbanen, een turnzaal, een landingsplaats voor helikopters en een sportveld. Voor gasten is er ook alle ruimte want er zijn 38 slaapkamers en dertien badkamers. Het gezin van de president woont in dc bovenste verdieping van de weste lijke vleugel van het gebouw. Als huis kamer gebruikt het de zogenaamde Gele salon met het Trumanbalkon waar John Kennedy's beroemde schommel stoel stond. Op dit punt raken het privéleven van de president en de politiek elkaar. Aan de oostkant van deze verdieping liggen de Verdragzaal, de Lincoln-kamer met het. geweldige bed waarin president Abraham Lincoln sliep en de Koningin- nezaal, waar regerende vorsten kunnen overnachten. De geschiedenis van het Witte Huis is tegelijkertijd een brok Amerikaanse geschiedenis. De eerste steen voor het „paleis", zoals het aanvankelijk werd genoemd, werd gelegd in oktober 1792. Het idee ervoor kwam van George Washington, de eerste Amerikaanse pre sident. Aan de oever van de rivier de Potomac wilde hij de hoofdstad van de Verenigde Staten bouwen met als eer ste projecten een ambtswoning voor de president en het Kapitool, de zetel van de volksvertegenwoordiging. President Washington heeft overigens zelf niet meer in het Witte Huis ge woond. De eerste Amerikaanse presi dent die er zijn intrek nam was John Adams. Dat was in 1800. Twaalf jaar later brak de oorlog met Engeland uit. De Engelsman Cockburn trok met een leger tegen Washington op en brandde het Witte Huis en de eerste woningen van de nieuw» hoofdstad plat. Nadat de presidents woning was her bouwd kon James Monroe, de achtste Amerikaanse president, er in 1817 zijn intrek nemen. .Ruim een eeuw later, in 1948 ontdekte de toenmalige president Harry S. Truman, dat het Witte Huis hoognodig moest worden gerestaureerd. Tijdens een ontvangst in de Blauwe zaal begon een enorme kroonluchter bo ven de hoofden van de gasten plotse ling angstwekkend te slingeren. Een ijlings ingesteld onderzoek naar de toestand van het gebouw wees uit dat het een bouwval was. In geval van brand zouden de bewoners bijvoorbeeld geen schijn van kans hebben. „Het ge bouw staat nog overeind", zei een van de onderzoekers, „maar dat is geloof ik alleen een kwestie van gewoonte". Er was maar een oplossing: een drastische verbouwing. Dat gebeurde. In vier jaar werd het hele inwendige van het Witte Huis ge sloopt en weer opgetrokken. Kosten: 25 miljoen gulden. Veiligheidshalve bracht men er een stalen skelet in aan. De architecten be weerden dat het er nu weer eeuwen te gen zou kunnen. Omdat het in een moeite doorging bracht men ook met een het comfort op peil. Dat was geen overbodige luxe want vroegere presi denten hadden herhaaldelijk geklaagd over het gebrek aan comfort van hun ambtswoning. „De hel zelf kan dat ge bouw niet verwarmen" zei Andrew Jackson (1767-1845) en Millard Fillmore (1800-1874) noemde het een „tempel vol ongemakken". Maar die tijd is voorbij. Het Witte Huis is nu in alle opzichten een luis terrijke ambtswoning voor het machtig ste staatshoofd ter wereld. Het is ech ter niet meer dan een doorgangshuis. Langer dan acht jaar kan geen presi dent er meer blijven. Richard Milhous Nixon evenmin als zijn voorgangers sinds Franklin D. Roosevelt, de enige president die aan een vierde ambtster mijn is toegekomen. 77-ni Crisis J 1 DEN HAAG In vijftig van de ongeveer negenhonderd Nederlandse gemeenten moe ten dit jaar nieuwe burgemeesters worden benoemd omdat de zittende met pensioen zijn gegaan of nog zullen gaan. Bij de vijftig gemeenten zijn er acht met meer dan twin tigduizend inwoners: Den Bosch, Weert Arn hem, Voorst, Wageningen, Haarlem, Olden- zaal en Gouda dat zijn eerste burger ver loor door overlijden. Er wordt weer volop om de stoelen gedanst. Het gonst, vooral in de gemeenten zelf, weer van namen van mensen die door de minister van Binnenlandse Zaken voor een benoe ming tot burgemeester bij de Kroon heten te worden of te zijn voorgedragen. Minister Beernink heeft alleen voor benoe mingen in gemeenten van meer dan vijftig duizend inwoners of in provinciale hoofdste den de goedkeuring van het kabinet nodig voor de man van zijn keuze. De ambtenaren die met de benoemingen te maken hebben zijn echter gesloten boeken. Geen naam rolt hen over de lippen voordat het Koninklijk Besluit van de aanstelling is getekend. Niet om geheimzinnig te doen, zegt men op Binnenlandse Zaken, maar om te voorkomen dat iemand thuiskomt en daar een bloemrijke, versierde huiskamer vindt met een uitgelaten schare familieleden en vrienden rondom grote taarten, om enkele dagen later te horen dat een ander burge meester is geworden in de gemeente waarop hij zijn zinnen had gezet. Het is gebeurd. Enkele tientallen, grotendeels in jacquet ge stoken kandidaten zullen in elk geval ook dit jaar weer antichambreren, in de grote hal van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Zij zijn degenen, die de minister in eerste aanleg wel geschikt acht voor het burge meestersambt in de gemeente waarnaar zij solliciteerden. Zij zijn opgeroepen voor een onderhoud met de minister, de secretaris-generaal en de chef binnenlands bestuur van Binnenland se Zaken. Zo'n gesprek duurt tien minuten. En in elke zwartlakense geklede jas waar achter de kamerbewaarder de deur van des ministers werkkamer dichttrekt, spannen zich de schouders. Alsof de kandidaat zich schrap zet voor de vaak slopende periode van wachten. Resulteert de sollicitatie in de begeerde benoeming door de Kroon? den bekendgemaakt in advertenties in de Staatscourant, de Gemeentestem, het Tijd schrift voor Overheidsadministratie en het Weekblad van de Nederlandse Bond van Ge meenteambtenaren. Alleen met open plaatsen in de grootste gemeenten Amsterdam, Den Haag en Rotterdam gebeurt dat niet. De benoeming van een burgemeester in die gemeenten volgt maar al te vaak op een touwtrekkerij achter de schermen tussen de politieke partijen, die een post claimen voor een man van haar politieke kleur. De aanstel ling van mr. V. G. M. Marijnen tot burge meester van Den Haag was daarvan wel een sprekend voorbeeld. Tussen sollicitatie en benoeming liggen on geveer zes maanden. Voor elke burgemees teursvacature melden zich tegenwoordig zo'r vijftig tot zestig gegadigden. Het aantal sol licitanten steeg aanzienlijk sinds de burger vader geen erebaan meer vervult, maar ieder een naar het ambt kan meedingen. De bestaande of komende vacatures wor- De functie van burgemeester is geen sine cure. Ook niet in de kleine gemeenten. Rijk wordt je er evenmin van. Burgemeesters in de kleinste gemeenten verdienen ruim twaalf honderd tot een kleine veertienhonderd gul den per maand. In de grootste, met 250.000 tot 375.000 inwoners zo'n zesduizend gulden. De eerste burger van gemeenten met acht duizend tot tienduizend inwoners krijgt ruim tweeduizend gulden. Alle burgemeesters hebben bovendien rech op een ambtstoelage van tien procent var ïun maximaal haalbare salaris. Wonen zij in oen ambtswoning dan betalen de burgemees- ers twaalf procent van hun salaris aan huur Wat drijft desondanks een toenemend aan tal wethouders, raadsleden, jonge academici, vooraanstaande figuren uit het bedrijfsleven ertoe mee te dingen naar de functie van bur gemeester, een functie die op Binnenlandse Zaken ronduit een hondenbaan wordt ge noemd? De lijvige dossiers verbergen op dit punt een rijke schakering aan overwegingen: eer zucht, de drang om zich te doen gelden, de wil om zich op bestuurlijk gebied te ontplooi en. het begin van een politieke loopbaan, het behoren tot de notabelen. Daarvoor moeten voor tenminste zes jaren ook linten worden doorgeknipt, défilés worden aanschouwd, au bades worden aangehoord. Wettelijk behoeft een kandidaat-burgemees ter slechts aan twee eisen te voldoen; hij moet tenminste 25 jaar oud zijn en van on besproken gedrag. De eisen die in de prak tijk worden gesteld zijn uiteraard omvangrij ker. Daarbij wordt in het algemeen meer ge let op de persoonlijke kwaliteiten, dan op de politieke en godsdienstige gezindheid. Op nieuw met uitzondering van benoemingen in de grote gemeenten. Recente voorbeelden zijn de aanstellingen van de liberaal F. M. van Panthaleon van Sck als burgemeester van de overwegend protestants-christelijke Noordoostpolder en van de partijloze Baron van Tuyll van Se- rooskerken als burgemeester van Zoeter- meer. - m .4-Sa neW -De beweging voor de burto^Hf»' heeft de negerkomie- ken ecaivVtiieuwe fetem gegeven. Het blanke publiek ontdekte een nieuw soort negyjdtoiniek. Velen hunner wa ren alj$Sei lang in het vak, maar speelden hoofdzakelijk in de ghetto'* voor negerpubljek en tot het begin van de zestigef jaren waren zij bij de blanken vrijwel onbekend. Wel verschenen er enkelen op de televi sie, maar alleen als zU voldeden asbi hei .jjegerbeeld zoals dat toen de mensen vóór ogen stond. Maar dé nieuwe negerkomiek is geen sloffende sambo meer, die met zfjn ogen rolt, dobbelstenen werpt, grijs wordt als hij in het donker langs een kerkhof loopt, kippen steelt of water meloen eet. De nieuwe negerkomiek heeft iet® te zeggen. Met wat voor humor is die weg van het zwarte gezicht naar de zwarte macht gebaand? Dick Gregory in 1963: Ik zat negen maanden aan een lunchtoonbank, maar toen ze eindelijk de scheiding (tussen negers en blanken) ophie ven, hadden ze niet wart ik vroeg." Godfrey Cambridge in 1955: „Ik hoop dat u gemerkt hebt hoe snel ik het toneel ben opgekomen. Dat moeten we nu wel doen om onze image te veranderen. Na de 'revolutie' is er geen slóffen meer bij. We moeten nu vlug z^n." Slappey White in 1968: „Ik hoor maar steeds dat zwart zo mooi is. Daarom heb ik mijn flat van binnen zwart ge schilderd. Heit eerste wat ik kwijt was. was m(jn bowling ball. Daarna kon ik mijn vrouw en kinderen niet vinden." De meesten hebben vroeger, toen zij uitsluitend voor negerpubliek speel den weinig verdiend. Redd Foxx, die zijn naam met twee x'en schrift, zodat niemand hem per vergissing voor het dier fox (vos) kon houden, vertelde: „Ik ben al 3 jaar in de show business. Maar ik moest me verstoppen in de ghet to's en daar verdiende ik een schim metje." Dick Gregory, die de laatste 30 jaar po litiek zeer actief is voor zijn rasge noten, deed baanbrekend werk in 1961. Hij was het die de zalen heeft geopend voor de zwarte komieken. Eén van zijn wrange succesmoppen uit die begintijd was: „Die rassen scheiding is helemaal zo erg niet. Hebt u ooit gehoord van een onge luk waarbij de mensen die achterin de bus zaten gedood of gewond wer den?" De negerhumor is altijd een meester lijke combinatie geweest van opbou wen en afbreken. De neger kon vluchten in zijn humor. Merv Grif fin brengt in herinnering: „Toen de beweging voor de burgerrechten be gon was iedereen voorzichtig uit angst iemand te krenken. Maar toen ze de zwarte komieken zagen en hoorden verminderde die spanning. Ik geloof dat hun optreden van grote invloed js geweest voor de integra tie." Gegadigden kunnen rechtstreeks sollicite ren bij de koningin door hun brief naar Soestdijk te zenden of naar haar kabinet in Den Haag. Alle sollicitaties komen bij de commissaris van de koningin in de provincie waar de kandidaat woont. De commissaris sen maken een voorselectie. Zij winnen uit gebreid inlichtingen in over de sollicitant, via de hun ten dienste staande kanalen. De geselecteerden worden opgeroepen voor een onderhoud op het ministerie. Nergens staat dat zij daarvoor in jacquet moeten ver schijnen. Het is een traditie, die tot dusver slechts een enkeling waagde te doorbreken. Deze stoutmoedigen zijn nu overigens toch wel burgemeester. Over het algemeen behoeven kandidaten niet te verwachten, dat zij bij de eerste de beste sollicitatie worden benoemd. Dat kan pas na de vijfde gebeuren, of helemaal niet. Het is namelijk heel goed mogelijk dat een kandidaat wordt afgewezen omdat hij wel ge schikt wordt geacht, maar een ander met een betere beoordeling uit de bus komt. Of dat hij net voor die ene gemeente door de spe cifieke eisen die ervoor moeten worden ge steld, niet de juiste man wordt gevonden. Velen houden dan ook hardnekkig vol. Vaak wordt het doorzettingsvermogen beloond, zo als dat van de man die 25 jaar achtereen solliciteerde en ten slotte werd benoemd. Maar soms blijft het meedingen vruchteloos en is het ook gedoemd vruchteloos te blijven. Want de beoordelaars weten wel van meet af aan dat zij zo'n man nimmer zullen voordragen voor aanstelling, de kandi daat kent de overwegingen van de afwijzing niet. Langzamerhand beginnen de negerar tiesten zich af te wenden van de re gelrechte rassenhumor. Toch speelt deze nog een grote rol. De neger* gebruiken die humor als spring plank, het geeft hun grond onder de voeten. Waar de lijn getrokken moet worden is een kwestie van smaak. „Er is een tijd geweest dat er geen rassenhumor werd bedreven, omdat velen dachten dart dit vernederend was. Maar dat is anders geworden. Het is nog steeds 'in', hoewel ik vind, dat de echte humor niets met de huidskleur te maken heeft. En een knaap als Cosby zal het ook halen zonder rassenhumor", zegt een voor aanstaande producer. Cambridge daarentegen hoopt, dat de rassenhumor een van de werktuigen zal blijven van de negerkomieken. „HU hoeft daar niet steeds naar te grijpen, maar als dit soort humor zou verdwijnen, gaan we allemaal de smeltskroes in en op Oliver Har dy lijken. Dan zouden we inderdaad een heel saai land worden." Johnny Carson, gastheer van de tv- show „Tonight" heeft ook veel ge daan om de negerkomiek te helpen, ofschoon hij zegt: „We engageren hen omdat zij grappig zijn, niet om dat zij negers zijn. Als een neger al leen rassenhumor ten beste geeft, zal dat hem op de lange duur scha den. Hij kan de zaal aan het lachen brengen, omdart hij toevallig een ne ger is en het blanke publiek er niet goed raad mee weet. Hij kan zeg gen, als u niet lacht, pas op, dan kom ik bij u in de buurt wonen. Daar zal om gebulderd worden, maar na enige tijd wordt 't minder. Ik zeg niet, dat de negers het moeten la ten, maar het zal geweldig voor ze zijn als ze het niet meer nodig heb ben." ATHENE Het Griekse bewind heeft een nieuwe maatregel tegen be lastingontduiking genomen - een boek met namen van alle Griekse belasting betalers en de bedragen van de door hen aangegeven inkomens. Het boek zal verder het beroep en adres 'van iedere belastingbetaler be vatten. Het doel is kennelijk, om de belastingbetalers er van te weerhou den, minder dan hun werkelijke inko men op hun belastingbiljetten aan te geven. De Griekse minister van Financiën Adamatios Androetsopoelos heeft ver klaard, dat het boek de belastingbeta lers zal besehermen tegen alle achter docht De verklaring is duidelijk ge richt tegen het feit, dat belastingont duiking in Griekenland populair is. Sinds de staatsgreep van april 1967 heeft het Griekse bewind belastingont duikers zwaar beboet. Sindsdien is het belastinginkomen van het land aan zienlijk gestegen. fiugttÉo

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9