Herademing na de
dood van een
eerzuchtig man
Officiële opening is geen dagje uit
m
P
li
P
J
r
■v
Ma cl.'ss" tussen Rudolf en de bisschop
Wees gastvrij:
maak het kort
wm*m
m m
miu
s mm
m
m m
m
m mmm
SCHAKEN r door H. KRAMER
Blokhuis
Naar Buren
In de ban
Verwarring
Voor en tegen
Nederlandse
verpleegster op
Palm-eiland
Even uitbreken
Plannen
Napraten
Limiet
1!
a
O
B
a
DAMMEN
door J. M. BOM
BRIDGE
door H. W. FILARSKI
KRUISWOORDRAADSEL
Tiel was een brandpunt in
de „buitenlandse" politiek
FYe .buitenlandse" politiek
heeft Tiel noodt onberoerd
gelaten. Wij, inwoners van
het koninkrijk der Nederlan
den, realiseren mis té weinig
de middeleeuwse verhoudin
gen in ons land. Het is niet
moeilijk zich deze voor de
geest te halen als wij de oude
provinciegrenzen als „lands
grenzen" beschouwen. Alleen
5e oostgrens met Duitsland
doorsnijdt hier en daar oude
landen, als b.v. het graaf
schap-hertogdom Gelre dat
bovendien nog een flinke veer
moest laten aan ónze provin
cie Limburg. Zo viel het te
genwoordige Overijssel be
stuurlijk onder de bisschoppen
van Utrecht en heette vóór de
vijftiende eeuw nog steeds
Over-Sticht. In deze strijd om
de machtsverhoudingen werd
Tiel vele malen betrokken.
Wij maakten er reeds kennis
mee.
De machtsstrijd tussen de
Utrechtse postulaat Rudolf
van Diepholt en bisschop Zwe-
der van Kuilenburch. De strijd
was in feite een kerkstrijd,
een langdurig schisma, waar
door de door de Utrechtse ka
pittels gekozen Rudolf van
Diepholt als tegenkandidaat
optrad tegen de door de paus
aangewezen bisschop Zweder
van Kuilenburch. In 1427 pro
beerde bisschop Zweder de
stad Utrecht in handen te
krijgen; dat mislukte. Hij
trok zich in de Betuwe terug,
waarop in datzelfde jaar de
postulaat op het Rhenenseslot
ter Horst zijn tegenmaatrege
len nam. Met een flink bewa
pend leger trok Rudolf van
Diepholt bij Rhenen de Rijn
over en marcheerde met ze
venduizend man. voetvolk en
duizend ruiters de Betuwe bin
nen met als doel: de stad
Tiel! Alle dorpen op zijn weg
werden zwaar geteisterd,
maar bij Ravenswaaij was 't
halt geblazen bij de Lek waar
een machtig Blokhiiis lag. De
grachten daarvan bestaan nog.
Bisschop Zweder had zich
daar verscholen en wachtte
de tegenstander af. Ook de
steden Nijmegen, Tiel en Zalt-
bommel brachten op stel en
sprong een leger op de been,
aangevuld met inderh<«st be
wapende dorpelingen. Men
voelde de spanning. Het ging
nu om het behoud van eigen
hof en haard. Bisschop Zwe
der had zich van de hulp ver
zekerd van Arnold, hertog van
Gelre, en Philips van Bour
gondië. Men beschouwde Ru-
dolf v. Diepholt als 'n oproei-
kraaier. De opzet Tiel in han
den te krijgen mislukte, maar
Diepholt hield wel stand. Hij
maakte 500 man Geldersen ge
vangen, die hij in triomf mee
voerde, tal van gesneuvelden
op het slagveld achterlatende,
die nadien door de Geldersen
begraven moesten worden.
Intussen nestelde Diepholt
zich met zijn aanhang uit
Utrecht en Amersfoort, niet
ver van het in 1410 te Raven
swaaij op last van hertog Rei-
noud IV opgerichte Blokhuis,
dat bedoeld was als tegen
wicht tegen het slot Duurste
de aan de overzijde. Het was
een stevig houten gebouw,
waarvoor het benodigde ma
teriaal met wagens en sche
pen van de Veluwe was aan
gevoerd. Nog maar nauwe
lijks gereed werd dit bolwerk
van de Geldersen door Frede
rik van Blankenheim, bisschop
van Utrecht, overmeesterd.
Zijn opvolger, de graaf van
Diepholt, nam het Blokhuis
van Ravenswaaij in 1423 over.
Door de al te wereldse aspi
raties van Rudolf van Diep
holt, die geheel de voetsporen
van z'n heerszuchtige voorgan
ger wilde betreden, werd hij
door paus Martinus V in de
ban gedaan en werd in 1425
Zweder van Kuilenburch in
zijn plaats gekozen. Het was
rond de bisschopszetel van
Utrecht zulk een warwinkel
geworden dat Rhabanus, bis
schop van Spiers, botweg de
zetel van Utrecht weigerde.
In het rampjaar 1425 volgden
de gebeurtenissen elkaar snel
op. De keuze van de paus had
niet ongelukkiger kunnen zijn.
pn waarom Tiel dan wel
J zo'n sleutelpositie innam?
Allereerst omdat dit de be
langrijkste stad was binnen
het ambtsgebied van de bis
schop van Utrecht, gelegen in
het vijandelijke, met Zweder
van Kuilenburch verbonden
Gelre! Maar ook was Tiel als
militair steunpunt voor de
ttrijdende partijen van onge
meen belang. Het begon met
dat nog maar nèt gereed ge
komen Blokhuis en met Tiel
in het verschiet zou de macht
van Gelre in deze streek ge
broken zijn geweest. Dat Blok
huis ja. dat gaven de Gelder
sen wel op en kon pas in 1480
door de zoons van de hertogen
Jan van Kleef en Willem van
Egmond aan Gelre terugge
bracht worden. Maar met Tiel
zat dat niet zo glad.
Inmiddels nestelde Diepholt
zich met z'n aanhang in 't
stadje Buren. Dit betekende
tevens de ondergang van het
oude geslacht Van Buren, daar
Willem van Buren een ver
drag gesloten had met Rudolf
van Diepholt, dat regelrecht
indruiste tegen het beleid van
zjn leenman hertog Arnold
van Gelre. Hertog Eduard had
heer Alard van Buren het huis
en de heerlijkheid van Buren
in leen gegeven. Buren stond
dus wat men zou kunnen noe
men „in de schuld" bij de her
tog van Gelre! Van een graaf
schap was nog geen sprake
(verheven in 1492 door keizer
Maximiliaan ten behoeve van
hertog Arnolds neef Frederik
van Egmond) en de opstan
dige en nogal roerige heer
Willem zag wel brood in dat
verbond met Diepholt. Hij
moet van diens overwinning
wel vast overtuigd zijn ge
weest. De prijs? Als Diepholt
voorgoed op de bisschopszetel
van Utrecht zou aangeland
zijn en Willem van Buren voor
hem dé stad Tiel zou veroverd
hebben dan zouden de stad
Tiel, de Tielerwaard en de Ne-
derbetuwe hem als onsterfe
lijk leen overgedragen wor
den. Met beloften was de pos
tulaat Diepholt zeer vrijgevig.
Willem van Buren trok in
1427 tevergeefs naar Tiel en
gedurende een nachtelijke
aanval moest hij smadelijk de
aftocht blazen. De aanslag was
tijdig ontdekt en wéér kwam
het verbonden leger van de
postulaat en de heer Van Bu
ren op het uitvalspunt terug.
Deze terugtocht evenwel zou
bij de dorpelingen uit de om
liggende plaatsen lang in het
geheugen blijven. Alles in de
omgeving van Tiel werd ver
woest, 't Begon met de' Prae-
monstratenses abdij van Ma-
riënweerd die voor een deel in
de as werd gelegd, alsmede
de dorpen Drumpt, Malsen
(vermoedelijk het „Gelderse"
gedeelte dat nu bekend staat
als Geldermalsen), Wade-
noyen, Zandwijck en Zoelen.
De Betuwse landouwen wer
den werden 't kind van de
(„bisschoppelijke") rekening.
Hertog Arnold kwam spoor
slags met z'n leger naar Tiel,
reed snel door naar Buren en
verwoestte op z'n beurt Jt ge-
verwoestte op zijn beurt net
gehele Land van Buren, het
te velde staande gewas tot
de boomgaarden toe.
Heer Willem Gijsberts
van Buren hadnog twee
broers, Jan, die proost van
Aken was en in 1423 na de
dood van bisschop Frederik
van Blankenheim kandidaat
voor de Utrechtse zetel en die
bij de bende van Jan van
Rennesse was, toen deze
de stad Utrecht voor de postu
laat Diepholt bij verrassing
nam. Hij ók was een ver
woede tegenstander van her
tog Arnold van Egmond. Hij
deed mee aan de voorgaande
aanslag op Tiel. Van de broer
Alard zijn in deze kwesties
geen wapenfeiten bekend. De
broers Willem en Jan even
wel maakten het zó bont, dat
het Willem zijn stad en heer
lijkheid kostte en Jan... zijn
hoofd.
Fn 1428 probeerden de broers
nog een keer de stad Tiel
voor de postulaat te bemach
tigen. Zij waren zich er van
bewust dat zij niet alleen ston
den. Hertog Arnold, op 13-ja
rige leeftijd in 1423 aan het be
wind gekomen was nog maar
een „blaag" van 18 jaar in
hun ogen en vooruit lopende
op de geschiedenis vinden wij
de hertog in 1431 in de rijks
ban gedaan door keizer Sigis-
mund, en tevens in voortdu
rend conflict met de edelen en
steden van Gelre. Het waren
nare dagen voor de gewone
mensen; de bevolking bleef
arm doordat de weinige groot
grondbezitters op 't platte
land het voor het zeggen had
den. En terwijl de bevolking
nog maar nauwelijks van de
schrik bekomen was, onder
namen Willem en Jan van Bu
ren mét de graaf Van Diep
holt (zo was toen nog de offi
ciële titulatuur van de latere
bisschop Rudolf van Diepholt
die als „de ijzeren bisschop"
de geschiedenis in zou gaan)
wederom een poging om Tiel
in handen te krijgen. Zij ga
ven voor het nu langs diplo
matieke wegen te willen rege
len. Hoe men in zulke geval
len op zijn hoede dient te zijn
werd de magistraat van Tiel
gewaar. Men ging al te grif in
op de vriendschappelijke uit
nodiging „eens rustig te ko
men praten" en nog maar nau
welijks was het stadsbestuur
op weg naar de conferentie of
het vijandelijke leger viel aan.
De poorters, zowel mannen
als vrouwen, hielden evenwel
moedig stand en sloegen de
aanval af.
Alweer was de oude stad
aan grote gevaren ontko
men; alweer was ze speelbal
geweest tussen de grote mach
ten van weleer. Maar dat de
stad een geducht woordje in
de binnenlandse politiek be
gon mee te spreken kreeg men
in 1436 wel in de gaten. Toen
kreeg hertog Arnold 'n petition
nement aangeboden door de
steden Tiel, Nijmegen, Zalt-
bommel en... Leerdam. Leer
dam nam al een even belang
rijke sleutelpositie in tussen
Gelre en Holland en was ook
beurtelings 'n Gelderse of Hol
landse heerlijkheid, behoor
de in 1436 tot de bezittingen
van de Van Egmonds en van
daar dus die medewerking in
het komplot tegen de hertog
van Gelre. De hertog raakte
hoe langer hoe meer verward
in zijn binnenlands beleid.
Vooral de door hem gevorder
de belastingen waren voor de
onderdanen niet te betalen.
Het was in die tijd ook
dat Philips van Bourgondië
zich voor het eerst met de
binnenlandse politiek van Gel
re ging bemoeien. Dit groei
de uit tot de latere strijd met
zijn zoon Adolf om de heer
schappij over Gelre. Onder
wijl begonnen de steden zich
heftig te roeren. Op een dag
vaart (samenkomst van de
hertog met de edelen) in april
van 't jaar 1436 dan barstte
de bom. Mede namens de rid
derschap drongen genoemde
steden aan op 't wegnemen
van de bestuursgebreken, er
bij stellende dat door de hoge
lasten de handel aan banden
kwam te liggen. En wat was
een stad als Tiel zonder han
del? Niets immers! Alle tien
den, tollen en andere opbreng
sten had hij reeds verpand.
En tóch hield hij de dure hof
houding aan. Het ergste maak
te hij het voor Gelre toen hij
de benoeming van David van
Bourgondië als bisschop van
Utrecht begon tegen te wer
ken. En Arnold geraakte hele
maal in de nesten toen zijn
zoon Adolf steun kreeg van de
Bourgondiërs. Reeds in 1448
trachtte men de hertog een
nieuwe bestuursregeling af te
dwingen, maar dan een die
hem in feite geheel afhanke
lijk zou maken van de ridder
schappen en de steden.
De houding van Tiel in de
ze kwestie was van zuiver za
kelijke aard. Als de landsheer
een goed beleid voerde was
er niets tegen hem. Daarom
kóós men de zijde van de zoon
Adolf. En dan bedenken wij
dat deze zoon nu ook weer
geen toonbeeld van menselijk
heid was. Schoorvoetend had
Tiel, mét de andere Gelderse
steden uitgezonderd Nijmegen,
steun gezocht bij Philips de
Goede van Bourgondië. Nij
megen koos onverbloemd de
Bourgondische partij. Tiel en
de andere steden trokken zich
angstvallig terug om toch de
Bourgondische macht in Gelre
niet al te groot te laten wor
den. De rijke en machtige ede
len, het oneens met Arnolds
sofbeleid, deden niets om hem
uit de financiële zorgen te ha
len en toen gebeurde
onverwachts iets dat geen
mens zich had kunnen voor
stellen. De zoon, voorgevende
zich met zijn vader na een 6-
jarige onenigheid te willen
verzoenen, maakte van de ge
legenheid gebruik op 9 janua
ri 1465 zijn vader, een oud
•man geworden, in het holst
van deze koude winternacht in
Grave, dat in handen van de
Geldersen gevallen was, ge
vangen te nemen en hem vijf
jaar lang op het slot te Buren
op te sluiten.
Hat de ridderschappen en de
steden zéér op de hand
van Adolf van Egmond waren
bleek al direct. Tiel stemde
direct in met het nieuwe be
wind en erkende de nieuwe
vorst. Maar hertog Adolf keer
de zich onmiddellijk tegen de
Bourgondiërs en alles liep al
weer zo geheel anders dan
men verwacht had. Goed, men
had er vrede mee dat de oude
hertog Arnold met zijn gema
lin Catharina van Kleef opge
borgen waren in het slot van
Buren. Hertog Adolf hield zijn
vader en moeder eenvoudig
gevangen. Eerst toen Karei
de Stoute, hertog van Bour-
Ïondië, Brabant Luxemburg,
.imburg, graaf van Holland,
Zeeland, Vlaanderen etc. zich
het lot van de oude hertog be
gon aan te trekken en geheel
Gelre ging bezetten en als klap
op de vuurpijl in 1471 Arnold
bevrijdde, besefte men dat wat
Adolf met de oude man had
uitgehaald, hem n.l. op zo on
eervolle wijze tot afstand te
dwingen en na ondertekening
toch in gevangenschap te hou
den, niet helemaal zonder zin
was geweest. Karei de Stoute
haalde het stoute stukje uit de
oude man te bewegen geheel
Gelre aan hem te verpanden,
zodat Arnold er het volle
vruchtgebruik van bleef ge
nieten. Hertog Adolf was in
1471 door de Bourgondiërs ge
vangen genomen, wat tot ge
volg had dat geheel Gelre ach
ter de jonge hertog bleef staan.
Alweer schemerde voor Tiel
een andere tijd aan de politie
ke horizon: het Bourgondische
tijdperk. Wat had zo'n stad al
niet een bazen gehad. Het ein
de was er van zoek.
tJertog Arnold stierf nog vrij
plotseling aan een beroer
te in 1473 en toen zag de Bour
gondiër de kans schoon zijn
totale invloed te laten gelden.
Hij maakte van Gelre een
wingewest. Tiel liet in die da
gen weinig van zich horen. Nij
megen des te meer. Dat ver
dedigde zich met man en
macht tegen de bedoelingen
van hertog Karei. Adolf was
volkomen machteloos. Die
werd te Kortrijk gevangen ge
houden. Met dat al zaten de
handelssteden al weer met een
zelfde roerganger als hertog
Arnold geweest was opge
scheept. Het regende te Tiel
in die dagen belastingbiljetten
om het maar eens populair te
zeggen. De Bourgondiër had
Adolfs kinderen Karei en Phi-
lippa ook in handen gekregen
en liet deze aan het Bourgon
dische hof opvoeden. Karei de
Stoute bleef maar aan het
vechten en dan moet je er
maar rekening mee houden:
een eervolle dood op het slag
veld is je deel en in dit geval
sneuvelde alweer een mens
die niets dan eerzucht kende,
op 5 januari 1477 te Nancy.
Tiel herademde... Zijn dood
was het sein tot de algemene
opstand. Zijn enige dochter
Maria van Bourgondië werd
hertogin en gedwongen dat
jaar nog het Groot Privilege
in te stellen. Tiel zou daarvan
mede geprofiteerd hebben als
ja, als Gelre werkelijk „in
gelijfd" was geweest. Maar de
wederomstanding van het her
togdom Gelre zat in de lucht.
De gehele ridderschap en alle
steden van Gelre eisten van
Maria van Bourgondië hun
hertog Adolf en zijn beide kin
deren terug. Hertog Adolf was
naar Gent overgebracht en de
op Maria uitgeoefende druk
was zo groot dat de stad Gent
de gevangenen liet gaan. De
magistraat probeerde die kloe
ke Geldersman nog aan Maria
te koppelen, maar daar was
beslist geen kijk op. Lodewijk
XI, koning van Frankrijk,
sloeg de ogen op de lage lan
den bij de zee. Aan het hoofd
van een Vlaams-Bourgondisch
leger ondernam Adolf onmid
dellijk een vermetele aanval
op Doornik. Hij was zich maar
al te goed bewust dat hij,
door Maria's grondgebied te
beschermen, daarmee ook zijn
eigen hertogdom Gelre veilig
stellen zou. Deze avontuurlij
ke hertog heeft zijn geliefd
Gelre nimmer terug gezien.
Bij een uitval van de beleger
den sneuvelde op 29 juni 1477
de hertog, de 13-jarige Karei
van Egmond als mogelijke
troonopvolger over het fur-
stendom Gelre achterlatende-
Maar de burgers van Tiel kon
den no<* niet de kreet aanhef
fen: „De hertog is dood; leve
de hertog"!
Adriaan P. de Kleuver.
(NVO) In 1956 emi
greerde mej. Marie Berns
uit Nijmegen naar Austra
lië. Kort geleden besloot
zij de Australische natio
naliteit te aanvaarden.
Maar en dat komt.
méar heel zéldëri voor
zij wilde dat slechts doen
op voorwaarde, dat de
plechtigheid van de over
handiging der officiële
papieren zou plaatsvinden
op Palm Island, een tro
pisch eilandje niet ver
van de kust van Queens
land.
Maria Berns kreeg haar
zin. De burgemeester van
Townsville, de wethouder
Harold Philips, het parle
mentslid R. N. Bonnett en
een paar andere officials
stapten in een vliegtuig
en vlogen ruim vijftig ki
lometer heen en terug om
zuster Berns de officiële
papieren uit te reiken en
haar tot Australische te
verklaren. De eilandbewo
ners waren in groten ge
tale aanwezig bij de
plechtigheid.
Ze is (zei zuster Berns)
bijzonder gelukkig op
haar eilandje en in haar
werk. Ze denkt er eenvou
dig niet over om elders
te gaan wonen. Vijfmaal
is ze (vertelde zij) al pete
moei geworden van in
heemse kinderen!
P)e Raiffeisenbode, orgaan van
de Coöp. Centrale Rai-
ffeisenbank, presenteert een
stukje instructie voor openings-
plechtingheden, waarmee mis
schien ook anderen hun voor
deel kunnen doen. Wij citeren:
„Kortom, er staan ons weer
vele openingen te wachten,
waaraan zoals gebruikelijk,
een officieel tintje zal worden
verleend. In regionale en plaat
selijke bladen zullen wij weer
verslagen van deze evenemen
ten kunnen lezen en wij zul
len evenals het voorgaande
jaar in die verslagen ook wel
weer kunnen lezen, dat voor
de ingang van het nieuwe
bankgebouw „een korte plech
tigheid plaatsvond".
Een korte plechtigheid, die
hieruit bestaat, dat een in
zijn zondagse pak of folkloris
tisch kostuum gestoken, be
deesd knaapje op een fluwe
len kussen aan een grote me
neer de sleutel van de nieuwe
bank aanbiedt. Een grote me
neer, die vriendelijk glim
lacht, het joch over z'n bol
aait en daarna in ma'nnen-
taal enkele kloeke woorden
zegt en dan de sleutel in het
gat steekt, als tenminste eerst
nog niet enkele andere hande
lingen van hem worden ver
langd.
A ls het bij zo'n korte plech-
tigheid zou blijven, zou
den wij geen bezwaren heb
ben (zouden onze bezwaren
althans anders gericht zijn).
Maar wij weten maar al te
goed dat er aan de korte
plechtigheid voor de ingang
in vele gevallen een lange,
soms veel te lange, plechtig
heid is voorafgegaan of er op
volgt. En dat vinden wij wel
bezwaarlijk. Wij kunnen ons
voorstellen, dat de opening
van een nieuw kantoor voor
iedere bank een belangrijke
gebeurtenis is waar men trots
op is en waarvoor men ruim
de tijd neemt. Een opening is
tenslotte geen alledaagse ge
beurtenis! Maar toch menen
wij te mogen stellen, dat als
men er zelf alle tijd voor
neemt (en terecht), men toch
afscheid te nemen, omdat het
programma nog in volle gang
is. Zoiets kan bijzonder ver
velend zijn en een averechts
effect teweeg brengen. Wij
willen graag dat onze gasten
een goede indruk krijgen,
maar als zij op hete kolen
zitten en met goed fatsoen
niet weg kunnen, dan zullen
zij een heel andere herinne
ring aan ons feest bewaren.
Dn dat kan de bedoeling niet
zijn.
dient te bedenken, dat de gas
ten die zijn uitgenodigd, er
over het algemeen niet zoveel
tijd aan kunnen besteden.
Voor hen is het bijwonen van
de officiële opening meestal
geen dagje uit, maar veeleer
er even uitbreken. Hetgeen
betekent, dat zij bereid zijn
hun normale werkzaamheden
een poosje te onderbreken om
hun belangstelling te kunnen
tonen. Daar moeten we bij
het organiseren wel rekening
mee houden. Doen wij dat niet,
dan brengen wij sommige van
onze gasten in verlegenheid.
Zij moeten nodig weg, maar
krijgen niet de gelegenheid
FAaarom willen wij erop aan-
dringen bij officiële ge
beurtenissen onszelf beperkin
gen op te leggen en het eve
nement vooral niet te lang te
laten duren.
Een goede remedie tegen
het uitlopen van dit soort ge
beurtenissen is het nauwkeu
rig plannen van het program
ma en aan een eenmaal vast
gesteld programma stipt de
hand te houden. Als de zaak
goed wordt voorbereid behoeft
een officiële opening beslist
niet langer te duren dan één,
hooguit anderhalf uur. Dege
nen die weg moeten, kunnen
dan weer op tijd vertrekken
en de gasten die over wat
meer tijd beschikken kunnen
daarna nog rustig enige tijd
informeel bijeen blijven.
een goed begin is het halve
werk.
Het aantal sprekers, dat tij
dens de bijeenkomst het woord
voert, dient uiteraard ook van
tevoren kritisch te worden be
zien. Ook verdient het aanbe
veling de spreektijd te limi
teren. Ons is een geval be
kend waarbij slechts werd ge
sproken door de voorzitter
van de bank, degene die de
officiële opningshandeling ver
richtte, de vertegenwoordiger
van de Centrale Bank en door
de vertegenwoordiger van de
ring. De bijzonder goed ver
zorgde en stijlvolle bijeen
komst duurde slechts 70 minu
ten.
EVn voorwaarde voor het
vlot afwerken van het
programma is dat op tijd
wordt begonnen, ook hier geldt
LJet was inderdaad een kor-
te plechtigheid, maar die
niettemin, of misschien wel
juist daardoor, een goede in
druk heeft gemaakt op de gas
ten. Er werd een staaltje or
ganisatietalent en gevoel voor
stijl getoond, dat de reputatie
van de bank stellig ten goede
zal komen. Een voorbeeld ter
navolging.
Heus, het kan toch wel goed
zijn, en er bestaat geen enkel
bezwaar tegen na afloop nog
enige tijd met enkele gasten
gezellig wat na te praten,
maar wij behoren toch ook re
kening te houden met gasten
die over minder tijd beschik
ken. Misschien vormen zij een
minderheid, maar het getuigt
van goede gastheerschap als
ook met een minderheid reke
ning wordt gehouden".
rN DB eerste ronde van het Hoogoven-
1 toernooi te Wijk aan Zee heeft Kick
Langeweg voor de eerste maal in
zijn Leven gewonnen van Hans Ree, mo
menteel de drager van de Nederlandse
kampioenstitel. Nu is het met onderlinge
resultaten tussen spelers, die als even
waardig kunnen worden beschouwd, een
eigenaardige zaak. Br zijn veel gevallen
bekend, dat de ene speler hoewel even
waardig of zelfs sterker dan een bepaal
de tegenstander, niettemin regelmatig
van hem verliest. De man ligt me niet, is
dan het korte commentaar. Dat „niet
liggen" kan allerlei oorzaken hebben:
verschil in stijl, van levensopvatting, van
temperament, de wijze waarop de zetten
uitgevoerd worden etc., etc.
Tussen Langeweg en Ree is het duide
lijk een verschil ln stijl. Ree heeft iets
van Larsen. Hij weet evenals de beroem
de Deense grootmeester te Improviseren,
terwijl Langeweg in de eerste plaats een
fijn strateeg is. Dit zien we ook in de
onderstaande partij. Nadat Langeweg de
tegenstander de mogelijkheden tot im
proviseren heeft ontnomen, beheerst de
strategie het bord, wat zijn bekroning
vindt ln een elegante combinatie.
Wit: H. Ree. ZwarlK Langeweg.
(Wijk aan Zee 1969).
Nimzo-indische verdediging,
l. c2—C4, e7eS 2. Pbl—c3, Lf«—bi 2.
Pgl—f3, Pg«—f6 4. dCd4, c7—c5 5. d4—d5,
d7—d«
(De theorie houdt zich in hoofdzaak
bezig met 5. Pe4 6. Dc2, Df6, maar de
zwartspeler wil ln de eerste plaats een
i duidelijke stelling bereiken)
6. Lel—d2, 0—0 7. e2e3, e6xdS 8. c4xd«,
Lb4xc3 9. Ld2xc3, Pf6—e4
(Consequenter en nauwkeuriger is 9.
Lg4, omdat wit na de tekstzet de plan
nen van de tegenstander door 10. Pd2 ten
dele kan doorkruisen.)
10. Lfl—e2, I c8g4 U. Pf3d2, Lg4xe2
12. Dd1xe2, Pe4xc3 13. baxc3, Dd8—gS 14.
De2—f3, Pb6—d7
(Deze eenvoudige ontwikkelingswet
maakt 15. Pe4 praktisch onmogelijk om
dat na 15Dxd6 16. Pf6t, Pxf6 de
dame verdedigd is. De strategische situa
tie is thans duidelijk: zwarts pionnen-
meerderheid op de damevleugel ls veel
gemakkelijker hanteerbaar dan wits
overwicht in het centrum.)
15. 0—0, b7b5 16. Tal—bl
(Op 16. Pe4 is nu niet 16Dxd5 17,
Tfdl, maar het eenvoudige 16De7!
het beste antwoord.)
16Ta8b8 17. Pd2—b3, Pd7—e5 18.
Df3e2. Pe5C4 19. Tfl—dl. Tf8—e8 20.
g2—g3, Dg5f6 21. Tbl—Cl, Df6—g6
(Verhindert e4, houdt het veld d3 onder
controle en bereidt de opmars van de
h-plon voor.)
22. Pb3d2, PC4—b2 23. Tdl—fl, Dg«—f5
(Opmleuw kiest zwart de eenvoudigste
voortzetting. Anderen wouden liever 23.
Pd3 24. Tbl, u4 hebben gespeeld.)
24. c3—C4, Pb2xc4 25. Pd2xc4, b5xe4 26.
De2xc4, h7—h5! 27. h2—h4
(Meer problemen stelde 27. Da«.)
27Tb8b2 ?S. TCl—dl (7)
De opgave van de week: hoe besliste
de zwartspeler de partij vanuit de dia
gramstelling?
De oplossing komt ln de rubriek van
de volgende week.
langeweg
abcdefgh
REE
OPLOSSING
De stand was:
wit: Kgl, Dh4. Tdl, Lb1 mi «8, pg«,
pionnen a3, bt, h2.
Zwart: Kh8, Df7, Tg2 en fB, IA)7, pioiM
nen a6. b5, d5, e6, g7, hS.
Eerste opgave: op 29. Kxg2 volgt 26
Df3t 30. Kgl, Dxdlt 31. Kg2, Dflf 32. Kg*
Tf3 mat. Wit speelde daarom 29. Kgl—hl,
Khfr—>g8 waarna de stelling van de twee.
de opgave ls ontstaan. Er volgde:
30. Dxh6!, Tfd8 31. Dh7t, Kf8 SO. Lxg7t.
Ke« 33. Lg6, d4 34. Dg8t en zwart gaf het
op.
2024) zijn hierbij belet door 27—21!
(16x27) 31x22 (17x28 gedw.) 33x22 (18x27)
35—30! (24x35) 44—40 (35x33) 38x16 en deze
Coup Philippe is winnend.
AFSTRAFFING
Daar ook (23—29) laait op 34x23 (18x28)
33X24 (20x29) 27—22! (17x28) 26—21 (16x27)
31x24 met schijfwinst, kiest zwart
tenslotte: 16. 17—22; 17. 34—30 23—28??
Deze poging tot „aanval" wordt door
Andreiko hardhandig afgestraft. Hoewel
zwart zeer moeilijk spel behoudt, was
(20—24) aangewezen. 18. 26—21!! Dreigt
31—26 (22x31) 26x37 enz. met schijfwinst.
Zwart vervolgt daarom met: 18. ...ll—17;
ELKE topspeler heeft zo zijn eigen klei
ne zwakheden. De strategische reus
Koeperman is niet bepaald begiftigd
|met tactische kwaliteiten, die in een
toernooi zo uitermate belangrijk zijn.
Andreiko is hierin weer bijzonder sterk,
maar hij neemt de zaken zo nu en dan
wel heel laconiek op, waardoor hij daar
door onnodig puntenverlies lijdt.
Roozenburg en Tsjegolev, missohien de
meest begaafden van dit viertal damreu-
zen, worden door hun ongebreidelde fan
tasie vaak meegesleept in de hachelijkste
avonturen, die tegen zwakkere spelers
soms niet tot de gewenste resultaten lei
den. Zo speelde Koeperman in het
laatste toernooi om de Sowjet-titel
tegen Gantwarg een omsingeling, terwijl
deze juist een uitermate scherp aanvals-
speler is, en gaf hij Andreiko de gele
genheid zijn gevaarlijkste wapen de
omsingeling tegen hem ln de strijd te
werpen! Hieronder deze wel heroïsche,
maar helaas weinig verstandige poging
van de ex-wereldxamploen:
Wit: A. Andreiko; Zwart: Koeperman
Kiev, dec. 1968. 1. 32—28 18—22; 2. 37—32
12—18; 3. 34—30 7—12 4. 41—37 1—7; 5.
40—34 18—23; Zwart laat zich verleiden
tot een klassieke opzet, waarbij wit naar
de rand wordt gedreven. Sterker is o.i.
echter (20—25) of (22—27) 6. 30—25 13—18;
7. 31—27 22x31; 8. 36x27 17—22.
Dit had geen haast: (9—13) vooraf was
wel zo goed. 9. 28x17 11x31; 10. 37x26
9—13; 11. 42—37 7—11; 12. 46—41 12—17; 13.
41—36 8—12; 14 32—27 2—8; 15. 37—31
4—9; 16. 48—42.
De zwarte positie ls weliswaar „ide
aal", maar er zijn geen „aankno
pingspunten" en hij moet iets gaan on- 19. 31—26 22x31: 20. 33x11 16x27; 21. 26x37
dernemen, zonder enig houvast. (19- of 6x17;
Zonder meer ;s duidelijk, dat zwart*
voorpost bijzonder zwak is, omdat de
daarachter liggende verdedigingsgordel
praktisch al niet meer bestaat. Zeer
instructief toont Andreiko aan, dat de
zwarte positie nu al heel precair is: 22.
37—31! 1721; 23. 31x22 18x27 24. 42—3T
12—18? Miskenning van de situatie.
Sterker is (13—18). 25. 38—32 27x38 26.
43x32 18—22; Zoiets moet wel 27. 36—311
Typisch een „Andreiko-zet." Na 37—31
kan zwart zich voor een groot gedeelte
herstellen.
Aan onze Lezers deze week de opgave:
Hoe zou zwart na 27. 37—31 zijn stelling
hebben geconsolideerd? 27. 21—26; 28.
3933 1318 29. 44—39 19—23; 30. 50—44
8—12; 31. 322711 Dreigt 37—32 (26x28)
44—40 22x31) 33x4 31. 14—19 32. 25x14
9x20; 33. 45-^0 20—25.
Hierna maakt wit er krachtig en fraai
een eind aan: 34. 30—24! 19x30; 35. 35x24
10—14; Er is niet beter. 36. 40—34! 14—20;
37. 24—19 23x14 38. 34—29! 14—19.
Na (2021) 29x9 (3x14) wint 33—28]
(22X38) 39x23. 39. 29—23! 18x38; 40. 27x7
20—24; 41. 7—1 19-23; 42. 1x42 3—8; 43.
42x20 15x24; en zwart gal op!
OPLOSSING
De stand was: Zwart (J. Blom): 4, 6, 7,
8. 10, 11, 12, 13, 14, 17, 18, 24, 28 (13 St.>
Wit: (E. Bronstring): 15 16, 21, 25, 26, 34,
38, 40, 42, 45, 47, 48, 49 (13 St.) Op (28—32)
38x27 (1722) met schijnbare bevrijding
zou volgen 42—38 22x31) 26x37 Op (11—17)
nu 38—33 (17x26) en 34—29! Dus (24—30)
34—29 (30-35) 40—34! en weer kan (11—17)
niet, nu door 38—33 (17x26) 34—30 (35x24)
29x9. Wit kan nu steeds zijn schijf red
den.
ALS bij een koude douche op een
kille januari ochtend voelde zich de
speler die een contract van dertien sla
gen had geboden samen met zijn part
ner zeventien slagen bleek te hebben
en.... er niet meer dan twaalf kon ma
ken! Dit vreemde geval kon zich voor
doen bij de volgende kaartverdeling:
B10 5
<?B10 5
h 10 8 3
732
32
O a v7
v b 10 9
864
v98764
<?84
Ob962
5
W gever, OW kwb. Nadat west klaver
opende en zijn zevenkaart herbood, leek
het de oostspeler ondanks de schoppen
tussenbiedlngen van NZ niet moeilijk het
eindcontract op zeven sansatout te bepa
len.
Zoals u ziet beschikken OW over twee
slagen ln schoppen, zeven ln harten, één
ln ruiten en zeven slagen ln klaver, in
totaal dus het respectabele aantal van 17.
Maar Indien zuid het opeens ln zijn
hoofd krijgt, uit te komen met een rui-
tentje....? Ineens schrompelen de zeven
klaverslagen ineen tot slechts twee, want
zodra ruitenaas van tafel (west) verdwe
nen is blokkeert de klaverkleur.
Er bleef, na ruitenstart door zuid, de
ongelukkige oost niets anders over dan
te snijden met ruitenvrouw in de hoop
twee entrees ln west te verkrijgen. En u
ziet wel hoe dat afliep: noord mocht zijn
partner omhelzen wegens diens fantasti
sche uitkomst.
Is dit nu van Zuids kant, wetenschap
of geluk geweest?
Het enige wat zeker leek, was dat de
oostspeler volkomen op een sChoppenult-
komst de kleur die NZ nog boden
was voorbereid en in de brldgecommer-
cie is het soms goed datgene na te laten
waar de tegenpartij op rekent. West
bood klaver, oost bood harten, NZ boden
schoppen en toch bood oost zeven Sans.
Na deduceren en combineren, om met
Sherlock Holmes te spreken, kan zuid
dus bedenken dat hij in géén van die
drie kleuren moet uitkomen. Blijft dus
ruiten over en deze uit de bittere
noodzaak geboren uitkomst blijkt een
vernietigend effekt te hebben.
DE ramp die een toevallige uitkomst
kan veroorzaken kreeg lk eens tref
fend beschreven door mijn onlangs over
leden Amsterdamse vriend Nico Verboog.
Nico was een man die feitelijk niet veel
gaf om het héél „grote" bridge, ofschoon
hij sterk genoeg speelde om daaraan
succesrijk mee te kunnen doen. Enorm
plezier kon hij echter beleven aan ge
beurtenissen waarbij de zwakkere speler
de veel sterkere te pakken had weten te
nemen. Zo kwam hij eens op maandag
morgen met dit partijtje aandragen,
waarvan ik nimmer heb kunnen ontdek
ken of hijzelf degeen was die daarin als
held of als slachtoffer optrad:
v 10 4 3
<?43
O b 10 9 5
742
65
0 h vb 10
986
O 7 42
a
ïebben kwam oost met de donderbus
tevoorschijn: zeven Sansatout! Zuid
meende dat hij wel een slag zou maken
en doubleerde, waarop oost deze beledi
ging weerlegde met een redoublet. Had
zuid toevallig schoppen HV of HVB ge
had, dan was hij ongetwijfeld met dia
kleur uitgekomen, maar in de gegeven
situatie had zuid niet veel beters dan
klavervrouw.
Hoe goed dèt was, bleek een paar minu
ten later de enige entree was meteen
van tafel (west) verdwenen, bovendien
bleek noord de ruitenkleur nog te stop
pen en crack oost veranderde in een
kruk die vier geredoubleerd down gingl
Het hoeft geen betoog, dat bij elke an
dere start zeven SA gemaakt zou zijn e®
natuurlijk ook, als west klaver- -
tweede zou hebben gehad. Dit werd -
lemaal nog door oost uitgelegd, doch
zuid lachte maar en noteerde 2200 straf-
puntenll
Maar na al deze grapjes heb ik nog
Iets héél ernstigs voor u. Een probleem,
zo moeilijk dat het door International»
Bridge Academie als mooiste spel van
1968 werd bekroond. Zegt u dus niet, dat
het onoplosbaar is!
a64
10 6 5
Ob874
942
ahv863
h 6 3
bl0 8
C> v742
106 5 2
76
9752
C?h83
O v93
10 8 5
hb82
<?752
-
vb 10 9 8 5
Iemand had als west met één harten
geopend, de crack op de oostplaats zei
'oorzichtigjes twee ruiten en west knalde
vier harten. Oost vroeg daarop naar azen
én toen west er inderdaad één bleek te
hv3
9ab9
O a h
ahvb3
Zuid speelt zes Sansatour (12 slagen)
•n west komt uit met schoppenboer. Ho»
wordt dat contract bij het beste tegen
spel gemaakt? Missohien hebt u wel d»
hele week nodig om eruit te komenl
Volgende zaterdag onthulling van het ge
heim.
HORIZONTAAL:
1. deel van het jaar
6. deel van de week
12. rivier in Frankrijk
14. plaats in België
15. toonteken
17. zetel
20. uitdrukking
22. soort café
23. bevel
24. deel van een schip
26. zoogdier
27. zoogdier
28. voedsel
29. ontkenning
31. godheid
33. dat is te zeggen (afk.)
34. rivier in Duitsland
36. meisjesnaam
38. opera
40. plaats in Limburg
42. te eniger tijd
44. net zo (afk.)
45. kleermakers
46. boom
48. voorzetsel
50. boom
53. in het jaar
55. wat voorop komt
j 58. hoogte
[60. rivier in Nederland
161. heel zacht (afk.)
163. Europeaan
,64. titel
'65. voedsel
'66. drinkgerei
68. vriend (Fr.)
70. muziekinstrument
72. soort paard
'73. menigte
[75. vreemde munt
177. tijdelijk huis
78. deel van Europa
80. ooit
82. soort stroop
83. niet de naaste weg volgen
VERTICAAL:
1. rommeltje
2. Europeaan
3. niet thuis
4. noot
5. overblijfsel
7. zonder uitzondering
8. zoogdier
9. vangtuig
10. viezigheid
11. Javaans orkest
13. noot
16. vruchtbare plaats
18. uitstekend beentje
19. voornaam
21. bolvormig
23. noot
25. vreemde munt (afk.)
28. boom
30. gelijke
i
2
3
4
S
7
8
9
10
II
15
16
16
'9
21
22
25
77
29
30
32
34
37
39
41
43
49
mmm
5»
55
54
56
59
6o
61
64
66
68
69
70
71
73
76
77
7d
79
do
ói
62
83
32. voorzetsel
35. plaats op Sumatra
36. meisjesnaam
37. vooropkomend
39. rivier in Frankrijk
41. Europeaan
43. boom
47. plaats in Noord-Holland
49. wol vlok je
51. godin
52. graafwerk verrichten
54. voorzetsel
56. Bijbelse figuur
57. dierenverblijfplaats
59. soort paard
62. familielid
64. bevel
65. waterplas
69. vogel
71. grondsoort
72. Vlaamse ham
74. meisjesnaam
76. bevel
77. afgekorte naam van research-
stichting
7,9. vreemde munt (afk)
81. maat
Oplossing vorige
cryptogram
HORIZONTAAL: 1. patroon, 5. aanzien.
9. Aal, 10. ongemak, 11. dadelijk, 11.
paren, 15. naast, 19. aanbrenger, 20. Bnor.
22. ster, 24. bezwaarden, 25. knots, 28.
spaak, 31. belijder, 32. onaards. 33. Ier. 34.
rinkelt. 35. Mlnette.
VERTICAAL: 1. plomp, 2. tijger, 3. on
min, 4. naken, 5. aldra, 6. nadat. 7. Inlo
pen, 8. nakomer, 13. amant. 14. eiber, 18.
afgezet, 17. straal, 18. hebben, 20. strop.
21. omega, 22. Streber, 23. engelen. 25.
kudde, 26. omrit, 27. storm. 28. spaan, 29.
afrit, 30. kaste.