Herademing na de dood van een eerzuchtig man Officiële opening is geen dagje uit m P li P J r ■v Ma cl.'ss" tussen Rudolf en de bisschop Wees gastvrij: maak het kort wm*m m m miu s mm m m m m m mmm SCHAKEN r door H. KRAMER Blokhuis Naar Buren In de ban Verwarring Voor en tegen Nederlandse verpleegster op Palm-eiland Even uitbreken Plannen Napraten Limiet 1! a O B a DAMMEN door J. M. BOM BRIDGE door H. W. FILARSKI KRUISWOORDRAADSEL Tiel was een brandpunt in de „buitenlandse" politiek FYe .buitenlandse" politiek heeft Tiel noodt onberoerd gelaten. Wij, inwoners van het koninkrijk der Nederlan den, realiseren mis té weinig de middeleeuwse verhoudin gen in ons land. Het is niet moeilijk zich deze voor de geest te halen als wij de oude provinciegrenzen als „lands grenzen" beschouwen. Alleen 5e oostgrens met Duitsland doorsnijdt hier en daar oude landen, als b.v. het graaf schap-hertogdom Gelre dat bovendien nog een flinke veer moest laten aan ónze provin cie Limburg. Zo viel het te genwoordige Overijssel be stuurlijk onder de bisschoppen van Utrecht en heette vóór de vijftiende eeuw nog steeds Over-Sticht. In deze strijd om de machtsverhoudingen werd Tiel vele malen betrokken. Wij maakten er reeds kennis mee. De machtsstrijd tussen de Utrechtse postulaat Rudolf van Diepholt en bisschop Zwe- der van Kuilenburch. De strijd was in feite een kerkstrijd, een langdurig schisma, waar door de door de Utrechtse ka pittels gekozen Rudolf van Diepholt als tegenkandidaat optrad tegen de door de paus aangewezen bisschop Zweder van Kuilenburch. In 1427 pro beerde bisschop Zweder de stad Utrecht in handen te krijgen; dat mislukte. Hij trok zich in de Betuwe terug, waarop in datzelfde jaar de postulaat op het Rhenenseslot ter Horst zijn tegenmaatrege len nam. Met een flink bewa pend leger trok Rudolf van Diepholt bij Rhenen de Rijn over en marcheerde met ze venduizend man. voetvolk en duizend ruiters de Betuwe bin nen met als doel: de stad Tiel! Alle dorpen op zijn weg werden zwaar geteisterd, maar bij Ravenswaaij was 't halt geblazen bij de Lek waar een machtig Blokhiiis lag. De grachten daarvan bestaan nog. Bisschop Zweder had zich daar verscholen en wachtte de tegenstander af. Ook de steden Nijmegen, Tiel en Zalt- bommel brachten op stel en sprong een leger op de been, aangevuld met inderh<«st be wapende dorpelingen. Men voelde de spanning. Het ging nu om het behoud van eigen hof en haard. Bisschop Zwe der had zich van de hulp ver zekerd van Arnold, hertog van Gelre, en Philips van Bour gondië. Men beschouwde Ru- dolf v. Diepholt als 'n oproei- kraaier. De opzet Tiel in han den te krijgen mislukte, maar Diepholt hield wel stand. Hij maakte 500 man Geldersen ge vangen, die hij in triomf mee voerde, tal van gesneuvelden op het slagveld achterlatende, die nadien door de Geldersen begraven moesten worden. Intussen nestelde Diepholt zich met zijn aanhang uit Utrecht en Amersfoort, niet ver van het in 1410 te Raven swaaij op last van hertog Rei- noud IV opgerichte Blokhuis, dat bedoeld was als tegen wicht tegen het slot Duurste de aan de overzijde. Het was een stevig houten gebouw, waarvoor het benodigde ma teriaal met wagens en sche pen van de Veluwe was aan gevoerd. Nog maar nauwe lijks gereed werd dit bolwerk van de Geldersen door Frede rik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, overmeesterd. Zijn opvolger, de graaf van Diepholt, nam het Blokhuis van Ravenswaaij in 1423 over. Door de al te wereldse aspi raties van Rudolf van Diep holt, die geheel de voetsporen van z'n heerszuchtige voorgan ger wilde betreden, werd hij door paus Martinus V in de ban gedaan en werd in 1425 Zweder van Kuilenburch in zijn plaats gekozen. Het was rond de bisschopszetel van Utrecht zulk een warwinkel geworden dat Rhabanus, bis schop van Spiers, botweg de zetel van Utrecht weigerde. In het rampjaar 1425 volgden de gebeurtenissen elkaar snel op. De keuze van de paus had niet ongelukkiger kunnen zijn. pn waarom Tiel dan wel J zo'n sleutelpositie innam? Allereerst omdat dit de be langrijkste stad was binnen het ambtsgebied van de bis schop van Utrecht, gelegen in het vijandelijke, met Zweder van Kuilenburch verbonden Gelre! Maar ook was Tiel als militair steunpunt voor de ttrijdende partijen van onge meen belang. Het begon met dat nog maar nèt gereed ge komen Blokhuis en met Tiel in het verschiet zou de macht van Gelre in deze streek ge broken zijn geweest. Dat Blok huis ja. dat gaven de Gelder sen wel op en kon pas in 1480 door de zoons van de hertogen Jan van Kleef en Willem van Egmond aan Gelre terugge bracht worden. Maar met Tiel zat dat niet zo glad. Inmiddels nestelde Diepholt zich met z'n aanhang in 't stadje Buren. Dit betekende tevens de ondergang van het oude geslacht Van Buren, daar Willem van Buren een ver drag gesloten had met Rudolf van Diepholt, dat regelrecht indruiste tegen het beleid van zjn leenman hertog Arnold van Gelre. Hertog Eduard had heer Alard van Buren het huis en de heerlijkheid van Buren in leen gegeven. Buren stond dus wat men zou kunnen noe men „in de schuld" bij de her tog van Gelre! Van een graaf schap was nog geen sprake (verheven in 1492 door keizer Maximiliaan ten behoeve van hertog Arnolds neef Frederik van Egmond) en de opstan dige en nogal roerige heer Willem zag wel brood in dat verbond met Diepholt. Hij moet van diens overwinning wel vast overtuigd zijn ge weest. De prijs? Als Diepholt voorgoed op de bisschopszetel van Utrecht zou aangeland zijn en Willem van Buren voor hem dé stad Tiel zou veroverd hebben dan zouden de stad Tiel, de Tielerwaard en de Ne- derbetuwe hem als onsterfe lijk leen overgedragen wor den. Met beloften was de pos tulaat Diepholt zeer vrijgevig. Willem van Buren trok in 1427 tevergeefs naar Tiel en gedurende een nachtelijke aanval moest hij smadelijk de aftocht blazen. De aanslag was tijdig ontdekt en wéér kwam het verbonden leger van de postulaat en de heer Van Bu ren op het uitvalspunt terug. Deze terugtocht evenwel zou bij de dorpelingen uit de om liggende plaatsen lang in het geheugen blijven. Alles in de omgeving van Tiel werd ver woest, 't Begon met de' Prae- monstratenses abdij van Ma- riënweerd die voor een deel in de as werd gelegd, alsmede de dorpen Drumpt, Malsen (vermoedelijk het „Gelderse" gedeelte dat nu bekend staat als Geldermalsen), Wade- noyen, Zandwijck en Zoelen. De Betuwse landouwen wer den werden 't kind van de („bisschoppelijke") rekening. Hertog Arnold kwam spoor slags met z'n leger naar Tiel, reed snel door naar Buren en verwoestte op z'n beurt Jt ge- verwoestte op zijn beurt net gehele Land van Buren, het te velde staande gewas tot de boomgaarden toe. Heer Willem Gijsberts van Buren hadnog twee broers, Jan, die proost van Aken was en in 1423 na de dood van bisschop Frederik van Blankenheim kandidaat voor de Utrechtse zetel en die bij de bende van Jan van Rennesse was, toen deze de stad Utrecht voor de postu laat Diepholt bij verrassing nam. Hij ók was een ver woede tegenstander van her tog Arnold van Egmond. Hij deed mee aan de voorgaande aanslag op Tiel. Van de broer Alard zijn in deze kwesties geen wapenfeiten bekend. De broers Willem en Jan even wel maakten het zó bont, dat het Willem zijn stad en heer lijkheid kostte en Jan... zijn hoofd. Fn 1428 probeerden de broers nog een keer de stad Tiel voor de postulaat te bemach tigen. Zij waren zich er van bewust dat zij niet alleen ston den. Hertog Arnold, op 13-ja rige leeftijd in 1423 aan het be wind gekomen was nog maar een „blaag" van 18 jaar in hun ogen en vooruit lopende op de geschiedenis vinden wij de hertog in 1431 in de rijks ban gedaan door keizer Sigis- mund, en tevens in voortdu rend conflict met de edelen en steden van Gelre. Het waren nare dagen voor de gewone mensen; de bevolking bleef arm doordat de weinige groot grondbezitters op 't platte land het voor het zeggen had den. En terwijl de bevolking nog maar nauwelijks van de schrik bekomen was, onder namen Willem en Jan van Bu ren mét de graaf Van Diep holt (zo was toen nog de offi ciële titulatuur van de latere bisschop Rudolf van Diepholt die als „de ijzeren bisschop" de geschiedenis in zou gaan) wederom een poging om Tiel in handen te krijgen. Zij ga ven voor het nu langs diplo matieke wegen te willen rege len. Hoe men in zulke geval len op zijn hoede dient te zijn werd de magistraat van Tiel gewaar. Men ging al te grif in op de vriendschappelijke uit nodiging „eens rustig te ko men praten" en nog maar nau welijks was het stadsbestuur op weg naar de conferentie of het vijandelijke leger viel aan. De poorters, zowel mannen als vrouwen, hielden evenwel moedig stand en sloegen de aanval af. Alweer was de oude stad aan grote gevaren ontko men; alweer was ze speelbal geweest tussen de grote mach ten van weleer. Maar dat de stad een geducht woordje in de binnenlandse politiek be gon mee te spreken kreeg men in 1436 wel in de gaten. Toen kreeg hertog Arnold 'n petition nement aangeboden door de steden Tiel, Nijmegen, Zalt- bommel en... Leerdam. Leer dam nam al een even belang rijke sleutelpositie in tussen Gelre en Holland en was ook beurtelings 'n Gelderse of Hol landse heerlijkheid, behoor de in 1436 tot de bezittingen van de Van Egmonds en van daar dus die medewerking in het komplot tegen de hertog van Gelre. De hertog raakte hoe langer hoe meer verward in zijn binnenlands beleid. Vooral de door hem gevorder de belastingen waren voor de onderdanen niet te betalen. Het was in die tijd ook dat Philips van Bourgondië zich voor het eerst met de binnenlandse politiek van Gel re ging bemoeien. Dit groei de uit tot de latere strijd met zijn zoon Adolf om de heer schappij over Gelre. Onder wijl begonnen de steden zich heftig te roeren. Op een dag vaart (samenkomst van de hertog met de edelen) in april van 't jaar 1436 dan barstte de bom. Mede namens de rid derschap drongen genoemde steden aan op 't wegnemen van de bestuursgebreken, er bij stellende dat door de hoge lasten de handel aan banden kwam te liggen. En wat was een stad als Tiel zonder han del? Niets immers! Alle tien den, tollen en andere opbreng sten had hij reeds verpand. En tóch hield hij de dure hof houding aan. Het ergste maak te hij het voor Gelre toen hij de benoeming van David van Bourgondië als bisschop van Utrecht begon tegen te wer ken. En Arnold geraakte hele maal in de nesten toen zijn zoon Adolf steun kreeg van de Bourgondiërs. Reeds in 1448 trachtte men de hertog een nieuwe bestuursregeling af te dwingen, maar dan een die hem in feite geheel afhanke lijk zou maken van de ridder schappen en de steden. De houding van Tiel in de ze kwestie was van zuiver za kelijke aard. Als de landsheer een goed beleid voerde was er niets tegen hem. Daarom kóós men de zijde van de zoon Adolf. En dan bedenken wij dat deze zoon nu ook weer geen toonbeeld van menselijk heid was. Schoorvoetend had Tiel, mét de andere Gelderse steden uitgezonderd Nijmegen, steun gezocht bij Philips de Goede van Bourgondië. Nij megen koos onverbloemd de Bourgondische partij. Tiel en de andere steden trokken zich angstvallig terug om toch de Bourgondische macht in Gelre niet al te groot te laten wor den. De rijke en machtige ede len, het oneens met Arnolds sofbeleid, deden niets om hem uit de financiële zorgen te ha len en toen gebeurde onverwachts iets dat geen mens zich had kunnen voor stellen. De zoon, voorgevende zich met zijn vader na een 6- jarige onenigheid te willen verzoenen, maakte van de ge legenheid gebruik op 9 janua ri 1465 zijn vader, een oud •man geworden, in het holst van deze koude winternacht in Grave, dat in handen van de Geldersen gevallen was, ge vangen te nemen en hem vijf jaar lang op het slot te Buren op te sluiten. Hat de ridderschappen en de steden zéér op de hand van Adolf van Egmond waren bleek al direct. Tiel stemde direct in met het nieuwe be wind en erkende de nieuwe vorst. Maar hertog Adolf keer de zich onmiddellijk tegen de Bourgondiërs en alles liep al weer zo geheel anders dan men verwacht had. Goed, men had er vrede mee dat de oude hertog Arnold met zijn gema lin Catharina van Kleef opge borgen waren in het slot van Buren. Hertog Adolf hield zijn vader en moeder eenvoudig gevangen. Eerst toen Karei de Stoute, hertog van Bour- Ïondië, Brabant Luxemburg, .imburg, graaf van Holland, Zeeland, Vlaanderen etc. zich het lot van de oude hertog be gon aan te trekken en geheel Gelre ging bezetten en als klap op de vuurpijl in 1471 Arnold bevrijdde, besefte men dat wat Adolf met de oude man had uitgehaald, hem n.l. op zo on eervolle wijze tot afstand te dwingen en na ondertekening toch in gevangenschap te hou den, niet helemaal zonder zin was geweest. Karei de Stoute haalde het stoute stukje uit de oude man te bewegen geheel Gelre aan hem te verpanden, zodat Arnold er het volle vruchtgebruik van bleef ge nieten. Hertog Adolf was in 1471 door de Bourgondiërs ge vangen genomen, wat tot ge volg had dat geheel Gelre ach ter de jonge hertog bleef staan. Alweer schemerde voor Tiel een andere tijd aan de politie ke horizon: het Bourgondische tijdperk. Wat had zo'n stad al niet een bazen gehad. Het ein de was er van zoek. tJertog Arnold stierf nog vrij plotseling aan een beroer te in 1473 en toen zag de Bour gondiër de kans schoon zijn totale invloed te laten gelden. Hij maakte van Gelre een wingewest. Tiel liet in die da gen weinig van zich horen. Nij megen des te meer. Dat ver dedigde zich met man en macht tegen de bedoelingen van hertog Karei. Adolf was volkomen machteloos. Die werd te Kortrijk gevangen ge houden. Met dat al zaten de handelssteden al weer met een zelfde roerganger als hertog Arnold geweest was opge scheept. Het regende te Tiel in die dagen belastingbiljetten om het maar eens populair te zeggen. De Bourgondiër had Adolfs kinderen Karei en Phi- lippa ook in handen gekregen en liet deze aan het Bourgon dische hof opvoeden. Karei de Stoute bleef maar aan het vechten en dan moet je er maar rekening mee houden: een eervolle dood op het slag veld is je deel en in dit geval sneuvelde alweer een mens die niets dan eerzucht kende, op 5 januari 1477 te Nancy. Tiel herademde... Zijn dood was het sein tot de algemene opstand. Zijn enige dochter Maria van Bourgondië werd hertogin en gedwongen dat jaar nog het Groot Privilege in te stellen. Tiel zou daarvan mede geprofiteerd hebben als ja, als Gelre werkelijk „in gelijfd" was geweest. Maar de wederomstanding van het her togdom Gelre zat in de lucht. De gehele ridderschap en alle steden van Gelre eisten van Maria van Bourgondië hun hertog Adolf en zijn beide kin deren terug. Hertog Adolf was naar Gent overgebracht en de op Maria uitgeoefende druk was zo groot dat de stad Gent de gevangenen liet gaan. De magistraat probeerde die kloe ke Geldersman nog aan Maria te koppelen, maar daar was beslist geen kijk op. Lodewijk XI, koning van Frankrijk, sloeg de ogen op de lage lan den bij de zee. Aan het hoofd van een Vlaams-Bourgondisch leger ondernam Adolf onmid dellijk een vermetele aanval op Doornik. Hij was zich maar al te goed bewust dat hij, door Maria's grondgebied te beschermen, daarmee ook zijn eigen hertogdom Gelre veilig stellen zou. Deze avontuurlij ke hertog heeft zijn geliefd Gelre nimmer terug gezien. Bij een uitval van de beleger den sneuvelde op 29 juni 1477 de hertog, de 13-jarige Karei van Egmond als mogelijke troonopvolger over het fur- stendom Gelre achterlatende- Maar de burgers van Tiel kon den no<* niet de kreet aanhef fen: „De hertog is dood; leve de hertog"! Adriaan P. de Kleuver. (NVO) In 1956 emi greerde mej. Marie Berns uit Nijmegen naar Austra lië. Kort geleden besloot zij de Australische natio naliteit te aanvaarden. Maar en dat komt. méar heel zéldëri voor zij wilde dat slechts doen op voorwaarde, dat de plechtigheid van de over handiging der officiële papieren zou plaatsvinden op Palm Island, een tro pisch eilandje niet ver van de kust van Queens land. Maria Berns kreeg haar zin. De burgemeester van Townsville, de wethouder Harold Philips, het parle mentslid R. N. Bonnett en een paar andere officials stapten in een vliegtuig en vlogen ruim vijftig ki lometer heen en terug om zuster Berns de officiële papieren uit te reiken en haar tot Australische te verklaren. De eilandbewo ners waren in groten ge tale aanwezig bij de plechtigheid. Ze is (zei zuster Berns) bijzonder gelukkig op haar eilandje en in haar werk. Ze denkt er eenvou dig niet over om elders te gaan wonen. Vijfmaal is ze (vertelde zij) al pete moei geworden van in heemse kinderen! P)e Raiffeisenbode, orgaan van de Coöp. Centrale Rai- ffeisenbank, presenteert een stukje instructie voor openings- plechtingheden, waarmee mis schien ook anderen hun voor deel kunnen doen. Wij citeren: „Kortom, er staan ons weer vele openingen te wachten, waaraan zoals gebruikelijk, een officieel tintje zal worden verleend. In regionale en plaat selijke bladen zullen wij weer verslagen van deze evenemen ten kunnen lezen en wij zul len evenals het voorgaande jaar in die verslagen ook wel weer kunnen lezen, dat voor de ingang van het nieuwe bankgebouw „een korte plech tigheid plaatsvond". Een korte plechtigheid, die hieruit bestaat, dat een in zijn zondagse pak of folkloris tisch kostuum gestoken, be deesd knaapje op een fluwe len kussen aan een grote me neer de sleutel van de nieuwe bank aanbiedt. Een grote me neer, die vriendelijk glim lacht, het joch over z'n bol aait en daarna in ma'nnen- taal enkele kloeke woorden zegt en dan de sleutel in het gat steekt, als tenminste eerst nog niet enkele andere hande lingen van hem worden ver langd. A ls het bij zo'n korte plech- tigheid zou blijven, zou den wij geen bezwaren heb ben (zouden onze bezwaren althans anders gericht zijn). Maar wij weten maar al te goed dat er aan de korte plechtigheid voor de ingang in vele gevallen een lange, soms veel te lange, plechtig heid is voorafgegaan of er op volgt. En dat vinden wij wel bezwaarlijk. Wij kunnen ons voorstellen, dat de opening van een nieuw kantoor voor iedere bank een belangrijke gebeurtenis is waar men trots op is en waarvoor men ruim de tijd neemt. Een opening is tenslotte geen alledaagse ge beurtenis! Maar toch menen wij te mogen stellen, dat als men er zelf alle tijd voor neemt (en terecht), men toch afscheid te nemen, omdat het programma nog in volle gang is. Zoiets kan bijzonder ver velend zijn en een averechts effect teweeg brengen. Wij willen graag dat onze gasten een goede indruk krijgen, maar als zij op hete kolen zitten en met goed fatsoen niet weg kunnen, dan zullen zij een heel andere herinne ring aan ons feest bewaren. Dn dat kan de bedoeling niet zijn. dient te bedenken, dat de gas ten die zijn uitgenodigd, er over het algemeen niet zoveel tijd aan kunnen besteden. Voor hen is het bijwonen van de officiële opening meestal geen dagje uit, maar veeleer er even uitbreken. Hetgeen betekent, dat zij bereid zijn hun normale werkzaamheden een poosje te onderbreken om hun belangstelling te kunnen tonen. Daar moeten we bij het organiseren wel rekening mee houden. Doen wij dat niet, dan brengen wij sommige van onze gasten in verlegenheid. Zij moeten nodig weg, maar krijgen niet de gelegenheid FAaarom willen wij erop aan- dringen bij officiële ge beurtenissen onszelf beperkin gen op te leggen en het eve nement vooral niet te lang te laten duren. Een goede remedie tegen het uitlopen van dit soort ge beurtenissen is het nauwkeu rig plannen van het program ma en aan een eenmaal vast gesteld programma stipt de hand te houden. Als de zaak goed wordt voorbereid behoeft een officiële opening beslist niet langer te duren dan één, hooguit anderhalf uur. Dege nen die weg moeten, kunnen dan weer op tijd vertrekken en de gasten die over wat meer tijd beschikken kunnen daarna nog rustig enige tijd informeel bijeen blijven. een goed begin is het halve werk. Het aantal sprekers, dat tij dens de bijeenkomst het woord voert, dient uiteraard ook van tevoren kritisch te worden be zien. Ook verdient het aanbe veling de spreektijd te limi teren. Ons is een geval be kend waarbij slechts werd ge sproken door de voorzitter van de bank, degene die de officiële opningshandeling ver richtte, de vertegenwoordiger van de Centrale Bank en door de vertegenwoordiger van de ring. De bijzonder goed ver zorgde en stijlvolle bijeen komst duurde slechts 70 minu ten. EVn voorwaarde voor het vlot afwerken van het programma is dat op tijd wordt begonnen, ook hier geldt LJet was inderdaad een kor- te plechtigheid, maar die niettemin, of misschien wel juist daardoor, een goede in druk heeft gemaakt op de gas ten. Er werd een staaltje or ganisatietalent en gevoel voor stijl getoond, dat de reputatie van de bank stellig ten goede zal komen. Een voorbeeld ter navolging. Heus, het kan toch wel goed zijn, en er bestaat geen enkel bezwaar tegen na afloop nog enige tijd met enkele gasten gezellig wat na te praten, maar wij behoren toch ook re kening te houden met gasten die over minder tijd beschik ken. Misschien vormen zij een minderheid, maar het getuigt van goede gastheerschap als ook met een minderheid reke ning wordt gehouden". rN DB eerste ronde van het Hoogoven- 1 toernooi te Wijk aan Zee heeft Kick Langeweg voor de eerste maal in zijn Leven gewonnen van Hans Ree, mo menteel de drager van de Nederlandse kampioenstitel. Nu is het met onderlinge resultaten tussen spelers, die als even waardig kunnen worden beschouwd, een eigenaardige zaak. Br zijn veel gevallen bekend, dat de ene speler hoewel even waardig of zelfs sterker dan een bepaal de tegenstander, niettemin regelmatig van hem verliest. De man ligt me niet, is dan het korte commentaar. Dat „niet liggen" kan allerlei oorzaken hebben: verschil in stijl, van levensopvatting, van temperament, de wijze waarop de zetten uitgevoerd worden etc., etc. Tussen Langeweg en Ree is het duide lijk een verschil ln stijl. Ree heeft iets van Larsen. Hij weet evenals de beroem de Deense grootmeester te Improviseren, terwijl Langeweg in de eerste plaats een fijn strateeg is. Dit zien we ook in de onderstaande partij. Nadat Langeweg de tegenstander de mogelijkheden tot im proviseren heeft ontnomen, beheerst de strategie het bord, wat zijn bekroning vindt ln een elegante combinatie. Wit: H. Ree. ZwarlK Langeweg. (Wijk aan Zee 1969). Nimzo-indische verdediging, l. c2—C4, e7eS 2. Pbl—c3, Lf«—bi 2. Pgl—f3, Pg«—f6 4. dCd4, c7—c5 5. d4—d5, d7—d« (De theorie houdt zich in hoofdzaak bezig met 5. Pe4 6. Dc2, Df6, maar de zwartspeler wil ln de eerste plaats een i duidelijke stelling bereiken) 6. Lel—d2, 0—0 7. e2e3, e6xdS 8. c4xd«, Lb4xc3 9. Ld2xc3, Pf6—e4 (Consequenter en nauwkeuriger is 9. Lg4, omdat wit na de tekstzet de plan nen van de tegenstander door 10. Pd2 ten dele kan doorkruisen.) 10. Lfl—e2, I c8g4 U. Pf3d2, Lg4xe2 12. Dd1xe2, Pe4xc3 13. baxc3, Dd8—gS 14. De2—f3, Pb6—d7 (Deze eenvoudige ontwikkelingswet maakt 15. Pe4 praktisch onmogelijk om dat na 15Dxd6 16. Pf6t, Pxf6 de dame verdedigd is. De strategische situa tie is thans duidelijk: zwarts pionnen- meerderheid op de damevleugel ls veel gemakkelijker hanteerbaar dan wits overwicht in het centrum.) 15. 0—0, b7b5 16. Tal—bl (Op 16. Pe4 is nu niet 16Dxd5 17, Tfdl, maar het eenvoudige 16De7! het beste antwoord.) 16Ta8b8 17. Pd2—b3, Pd7—e5 18. Df3e2. Pe5C4 19. Tfl—dl. Tf8—e8 20. g2—g3, Dg5f6 21. Tbl—Cl, Df6—g6 (Verhindert e4, houdt het veld d3 onder controle en bereidt de opmars van de h-plon voor.) 22. Pb3d2, PC4—b2 23. Tdl—fl, Dg«—f5 (Opmleuw kiest zwart de eenvoudigste voortzetting. Anderen wouden liever 23. Pd3 24. Tbl, u4 hebben gespeeld.) 24. c3—C4, Pb2xc4 25. Pd2xc4, b5xe4 26. De2xc4, h7—h5! 27. h2—h4 (Meer problemen stelde 27. Da«.) 27Tb8b2 ?S. TCl—dl (7) De opgave van de week: hoe besliste de zwartspeler de partij vanuit de dia gramstelling? De oplossing komt ln de rubriek van de volgende week. langeweg abcdefgh REE OPLOSSING De stand was: wit: Kgl, Dh4. Tdl, Lb1 mi «8, pg«, pionnen a3, bt, h2. Zwart: Kh8, Df7, Tg2 en fB, IA)7, pioiM nen a6. b5, d5, e6, g7, hS. Eerste opgave: op 29. Kxg2 volgt 26 Df3t 30. Kgl, Dxdlt 31. Kg2, Dflf 32. Kg* Tf3 mat. Wit speelde daarom 29. Kgl—hl, Khfr—>g8 waarna de stelling van de twee. de opgave ls ontstaan. Er volgde: 30. Dxh6!, Tfd8 31. Dh7t, Kf8 SO. Lxg7t. Ke« 33. Lg6, d4 34. Dg8t en zwart gaf het op. 2024) zijn hierbij belet door 27—21! (16x27) 31x22 (17x28 gedw.) 33x22 (18x27) 35—30! (24x35) 44—40 (35x33) 38x16 en deze Coup Philippe is winnend. AFSTRAFFING Daar ook (23—29) laait op 34x23 (18x28) 33X24 (20x29) 27—22! (17x28) 26—21 (16x27) 31x24 met schijfwinst, kiest zwart tenslotte: 16. 17—22; 17. 34—30 23—28?? Deze poging tot „aanval" wordt door Andreiko hardhandig afgestraft. Hoewel zwart zeer moeilijk spel behoudt, was (20—24) aangewezen. 18. 26—21!! Dreigt 31—26 (22x31) 26x37 enz. met schijfwinst. Zwart vervolgt daarom met: 18. ...ll—17; ELKE topspeler heeft zo zijn eigen klei ne zwakheden. De strategische reus Koeperman is niet bepaald begiftigd |met tactische kwaliteiten, die in een toernooi zo uitermate belangrijk zijn. Andreiko is hierin weer bijzonder sterk, maar hij neemt de zaken zo nu en dan wel heel laconiek op, waardoor hij daar door onnodig puntenverlies lijdt. Roozenburg en Tsjegolev, missohien de meest begaafden van dit viertal damreu- zen, worden door hun ongebreidelde fan tasie vaak meegesleept in de hachelijkste avonturen, die tegen zwakkere spelers soms niet tot de gewenste resultaten lei den. Zo speelde Koeperman in het laatste toernooi om de Sowjet-titel tegen Gantwarg een omsingeling, terwijl deze juist een uitermate scherp aanvals- speler is, en gaf hij Andreiko de gele genheid zijn gevaarlijkste wapen de omsingeling tegen hem ln de strijd te werpen! Hieronder deze wel heroïsche, maar helaas weinig verstandige poging van de ex-wereldxamploen: Wit: A. Andreiko; Zwart: Koeperman Kiev, dec. 1968. 1. 32—28 18—22; 2. 37—32 12—18; 3. 34—30 7—12 4. 41—37 1—7; 5. 40—34 18—23; Zwart laat zich verleiden tot een klassieke opzet, waarbij wit naar de rand wordt gedreven. Sterker is o.i. echter (20—25) of (22—27) 6. 30—25 13—18; 7. 31—27 22x31; 8. 36x27 17—22. Dit had geen haast: (9—13) vooraf was wel zo goed. 9. 28x17 11x31; 10. 37x26 9—13; 11. 42—37 7—11; 12. 46—41 12—17; 13. 41—36 8—12; 14 32—27 2—8; 15. 37—31 4—9; 16. 48—42. De zwarte positie ls weliswaar „ide aal", maar er zijn geen „aankno pingspunten" en hij moet iets gaan on- 19. 31—26 22x31: 20. 33x11 16x27; 21. 26x37 dernemen, zonder enig houvast. (19- of 6x17; Zonder meer ;s duidelijk, dat zwart* voorpost bijzonder zwak is, omdat de daarachter liggende verdedigingsgordel praktisch al niet meer bestaat. Zeer instructief toont Andreiko aan, dat de zwarte positie nu al heel precair is: 22. 37—31! 1721; 23. 31x22 18x27 24. 42—3T 12—18? Miskenning van de situatie. Sterker is (13—18). 25. 38—32 27x38 26. 43x32 18—22; Zoiets moet wel 27. 36—311 Typisch een „Andreiko-zet." Na 37—31 kan zwart zich voor een groot gedeelte herstellen. Aan onze Lezers deze week de opgave: Hoe zou zwart na 27. 37—31 zijn stelling hebben geconsolideerd? 27. 21—26; 28. 3933 1318 29. 44—39 19—23; 30. 50—44 8—12; 31. 322711 Dreigt 37—32 (26x28) 44—40 22x31) 33x4 31. 14—19 32. 25x14 9x20; 33. 45-^0 20—25. Hierna maakt wit er krachtig en fraai een eind aan: 34. 30—24! 19x30; 35. 35x24 10—14; Er is niet beter. 36. 40—34! 14—20; 37. 24—19 23x14 38. 34—29! 14—19. Na (2021) 29x9 (3x14) wint 33—28] (22X38) 39x23. 39. 29—23! 18x38; 40. 27x7 20—24; 41. 7—1 19-23; 42. 1x42 3—8; 43. 42x20 15x24; en zwart gal op! OPLOSSING De stand was: Zwart (J. Blom): 4, 6, 7, 8. 10, 11, 12, 13, 14, 17, 18, 24, 28 (13 St.> Wit: (E. Bronstring): 15 16, 21, 25, 26, 34, 38, 40, 42, 45, 47, 48, 49 (13 St.) Op (28—32) 38x27 (1722) met schijnbare bevrijding zou volgen 42—38 22x31) 26x37 Op (11—17) nu 38—33 (17x26) en 34—29! Dus (24—30) 34—29 (30-35) 40—34! en weer kan (11—17) niet, nu door 38—33 (17x26) 34—30 (35x24) 29x9. Wit kan nu steeds zijn schijf red den. ALS bij een koude douche op een kille januari ochtend voelde zich de speler die een contract van dertien sla gen had geboden samen met zijn part ner zeventien slagen bleek te hebben en.... er niet meer dan twaalf kon ma ken! Dit vreemde geval kon zich voor doen bij de volgende kaartverdeling: B10 5 <?B10 5 h 10 8 3 732 32 O a v7 v b 10 9 864 v98764 <?84 Ob962 5 W gever, OW kwb. Nadat west klaver opende en zijn zevenkaart herbood, leek het de oostspeler ondanks de schoppen tussenbiedlngen van NZ niet moeilijk het eindcontract op zeven sansatout te bepa len. Zoals u ziet beschikken OW over twee slagen ln schoppen, zeven ln harten, één ln ruiten en zeven slagen ln klaver, in totaal dus het respectabele aantal van 17. Maar Indien zuid het opeens ln zijn hoofd krijgt, uit te komen met een rui- tentje....? Ineens schrompelen de zeven klaverslagen ineen tot slechts twee, want zodra ruitenaas van tafel (west) verdwe nen is blokkeert de klaverkleur. Er bleef, na ruitenstart door zuid, de ongelukkige oost niets anders over dan te snijden met ruitenvrouw in de hoop twee entrees ln west te verkrijgen. En u ziet wel hoe dat afliep: noord mocht zijn partner omhelzen wegens diens fantasti sche uitkomst. Is dit nu van Zuids kant, wetenschap of geluk geweest? Het enige wat zeker leek, was dat de oostspeler volkomen op een sChoppenult- komst de kleur die NZ nog boden was voorbereid en in de brldgecommer- cie is het soms goed datgene na te laten waar de tegenpartij op rekent. West bood klaver, oost bood harten, NZ boden schoppen en toch bood oost zeven Sans. Na deduceren en combineren, om met Sherlock Holmes te spreken, kan zuid dus bedenken dat hij in géén van die drie kleuren moet uitkomen. Blijft dus ruiten over en deze uit de bittere noodzaak geboren uitkomst blijkt een vernietigend effekt te hebben. DE ramp die een toevallige uitkomst kan veroorzaken kreeg lk eens tref fend beschreven door mijn onlangs over leden Amsterdamse vriend Nico Verboog. Nico was een man die feitelijk niet veel gaf om het héél „grote" bridge, ofschoon hij sterk genoeg speelde om daaraan succesrijk mee te kunnen doen. Enorm plezier kon hij echter beleven aan ge beurtenissen waarbij de zwakkere speler de veel sterkere te pakken had weten te nemen. Zo kwam hij eens op maandag morgen met dit partijtje aandragen, waarvan ik nimmer heb kunnen ontdek ken of hijzelf degeen was die daarin als held of als slachtoffer optrad: v 10 4 3 <?43 O b 10 9 5 742 65 0 h vb 10 986 O 7 42 a ïebben kwam oost met de donderbus tevoorschijn: zeven Sansatout! Zuid meende dat hij wel een slag zou maken en doubleerde, waarop oost deze beledi ging weerlegde met een redoublet. Had zuid toevallig schoppen HV of HVB ge had, dan was hij ongetwijfeld met dia kleur uitgekomen, maar in de gegeven situatie had zuid niet veel beters dan klavervrouw. Hoe goed dèt was, bleek een paar minu ten later de enige entree was meteen van tafel (west) verdwenen, bovendien bleek noord de ruitenkleur nog te stop pen en crack oost veranderde in een kruk die vier geredoubleerd down gingl Het hoeft geen betoog, dat bij elke an dere start zeven SA gemaakt zou zijn e® natuurlijk ook, als west klaver- - tweede zou hebben gehad. Dit werd - lemaal nog door oost uitgelegd, doch zuid lachte maar en noteerde 2200 straf- puntenll Maar na al deze grapjes heb ik nog Iets héél ernstigs voor u. Een probleem, zo moeilijk dat het door International» Bridge Academie als mooiste spel van 1968 werd bekroond. Zegt u dus niet, dat het onoplosbaar is! a64 10 6 5 Ob874 942 ahv863 h 6 3 bl0 8 C> v742 106 5 2 76 9752 C?h83 O v93 10 8 5 hb82 <?752 - vb 10 9 8 5 Iemand had als west met één harten geopend, de crack op de oostplaats zei 'oorzichtigjes twee ruiten en west knalde vier harten. Oost vroeg daarop naar azen én toen west er inderdaad één bleek te hv3 9ab9 O a h ahvb3 Zuid speelt zes Sansatour (12 slagen) •n west komt uit met schoppenboer. Ho» wordt dat contract bij het beste tegen spel gemaakt? Missohien hebt u wel d» hele week nodig om eruit te komenl Volgende zaterdag onthulling van het ge heim. HORIZONTAAL: 1. deel van het jaar 6. deel van de week 12. rivier in Frankrijk 14. plaats in België 15. toonteken 17. zetel 20. uitdrukking 22. soort café 23. bevel 24. deel van een schip 26. zoogdier 27. zoogdier 28. voedsel 29. ontkenning 31. godheid 33. dat is te zeggen (afk.) 34. rivier in Duitsland 36. meisjesnaam 38. opera 40. plaats in Limburg 42. te eniger tijd 44. net zo (afk.) 45. kleermakers 46. boom 48. voorzetsel 50. boom 53. in het jaar 55. wat voorop komt j 58. hoogte [60. rivier in Nederland 161. heel zacht (afk.) 163. Europeaan ,64. titel '65. voedsel '66. drinkgerei 68. vriend (Fr.) 70. muziekinstrument 72. soort paard '73. menigte [75. vreemde munt 177. tijdelijk huis 78. deel van Europa 80. ooit 82. soort stroop 83. niet de naaste weg volgen VERTICAAL: 1. rommeltje 2. Europeaan 3. niet thuis 4. noot 5. overblijfsel 7. zonder uitzondering 8. zoogdier 9. vangtuig 10. viezigheid 11. Javaans orkest 13. noot 16. vruchtbare plaats 18. uitstekend beentje 19. voornaam 21. bolvormig 23. noot 25. vreemde munt (afk.) 28. boom 30. gelijke i 2 3 4 S 7 8 9 10 II 15 16 16 '9 21 22 25 77 29 30 32 34 37 39 41 43 49 mmm 5» 55 54 56 59 6o 61 64 66 68 69 70 71 73 76 77 7d 79 do ói 62 83 32. voorzetsel 35. plaats op Sumatra 36. meisjesnaam 37. vooropkomend 39. rivier in Frankrijk 41. Europeaan 43. boom 47. plaats in Noord-Holland 49. wol vlok je 51. godin 52. graafwerk verrichten 54. voorzetsel 56. Bijbelse figuur 57. dierenverblijfplaats 59. soort paard 62. familielid 64. bevel 65. waterplas 69. vogel 71. grondsoort 72. Vlaamse ham 74. meisjesnaam 76. bevel 77. afgekorte naam van research- stichting 7,9. vreemde munt (afk) 81. maat Oplossing vorige cryptogram HORIZONTAAL: 1. patroon, 5. aanzien. 9. Aal, 10. ongemak, 11. dadelijk, 11. paren, 15. naast, 19. aanbrenger, 20. Bnor. 22. ster, 24. bezwaarden, 25. knots, 28. spaak, 31. belijder, 32. onaards. 33. Ier. 34. rinkelt. 35. Mlnette. VERTICAAL: 1. plomp, 2. tijger, 3. on min, 4. naken, 5. aldra, 6. nadat. 7. Inlo pen, 8. nakomer, 13. amant. 14. eiber, 18. afgezet, 17. straal, 18. hebben, 20. strop. 21. omega, 22. Streber, 23. engelen. 25. kudde, 26. omrit, 27. storm. 28. spaan, 29. afrit, 30. kaste.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15