VLIERTAK HIELD HEKSENGESPUIS OP EEN AFSTAND Planten speelden in volksgeloof en volksgeneeskunde grote rol Mistletoe als geluksbrenger, St.-Janskruid passiep lant Prikgaatjes door Adriaan P. de Kleuver Noteblad Vlierbomen Betovering r Pekelen DINSDAG 4 FEBRUARI 1969 aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaasaaaaaaaaaaaaa Pagina 5 Bloemen spreken hun eigen taak Wanneer moeder jarig is, wordt haar stoel met bloemen versierd en op moederdag slepen honderden kleine dreumesen met bosjes bloemen, 't zij dat ze in een weiland geplukt zijn, 't zij dat de bloemen- man er aan te pas moest komen. Een jubileum zonder bloemen is onbestaan baar, ja zelfs bij rouw en onze nationale herdenking op de avond van de 4e mei zijn bloemen de tolken van ons medeleven. In de volksgeneeskunde en 't volks geloof spelen bepaalde planten een grote rol. In verband met het laatste hoort men nog al eens de verzuchting slaken: „Wat waren die voorouders van ons toch een sukkels". Welnu, overschat ook het huidige mensdom niet. Voortdu rend bloeit en tiert nog openlijk of bedekt een ware windhandel in waardeloze kruiden en nog steeds doen de kwakzalvers goede zaken. Over een aantal in heemse en ten dele uitheemse planten, die „geschiedenis" gemaakt hebben, wil ik deze keer uitweiden, al haast ik mij u te vertellen, dat het bijna zonder uit zondering kruidachtige gewassen, die besproken worden. Om te beginnen enkele bolgewassen, die onze kille voorjaarsdagen met hun kleurenpracht verlevendigen. Sneeuwklokjes luiden den winter uit! Sneeuwklokjes prijzen de lentebruid! Sneeuwklokjes luiden de lente in! Sneeuwklokjes groeten de Mei- Zo dichtte Felix Rutten. Maar alleen een liefhebbend hart kan het luiden van de kleine klokjes verstaan. Dit klei ne sieraad is symbool van vertrouwen geworden en bij onze voorouders stond het in hoge ere. Wie gevrijwaard wil de zijn tegen oogkwalen; moest het eer ste sneeuwklokje langs de ogen wrijven. Op de berghellingen van het oude Hel las bloeiden heel bescheiden de gouden bloemen van de godin Aurora. In de schaduw van de tempels stonden de kleine wilde krokussen en de bergbewo ners zagen er brengers van het geluk in. En hoe verheugd zijn wij niet, wan neer onze tuinen zich tooien met het goud, paars en wit van de gekweekte krokussen, die toch niet halen bij de prachtige, nog te weinig bekende bot anische soorten uit Zuid-Europa. Wat later in de tijd schettert een com pleet fanfare-orkest van trompetnarcis sen in onze tuin. En dan volgen de heel fijne trosnarcissen en deze vooral heb ben de bewoners langs de Middellandse Zee geïnspireerd. Over de dichternarcis (narcissus poeticus) gaan twee prachti ge verhalen. Eerst vertel ik u het Griek se. Narcissus was een dromerige jongen, een eenzame zwerver, die door de nimf Echo werd bemind. Maar de jonge man schonk aan haar geen aandacht en zij voelde zich diep beledigd. Toen riep Echo de godin der liefde te hulp. Na al dat rondzwerven was Narcissus moe ge worden en zette zich aan een koele berg beek neer. Hij boog zich voorover om van het water te drinken en terwijl hij zijn lippen naar het water wilde bren gen, toverde Venus zijn beeld in het wa ter. Op slag werd hij verliefd op zijn eigen schoonheid. Narcissus greep toe... en er was niets dan een ijle rimpeling en hij kwijnde weg van verdriet. De go den kregen medelijden en veranderden hem in een witte narcis, die steeds haar beeld in het water weerspiegeld zag. Het Italiaanse verhaal gaat over een mooi vissersmeisje, een echt ijdeltuitje dat Narcissa heette. Luigi, een dorps jongen, werd hevig verliefd op haar en schonk het meisje alles wat hij bezat. Maar het meisje eiste steeds meer en Luigi begon te roven. Hij werd berucht en de soldaten schoten hem neer. De dorpelingen verafschuwden daarop het meisje, dat zich in een grot bij een bron verborg. Zonder tot inkeer te komen, keek zij voortdurend naar haar spiegel beeld. Een oude kluizenaar wilde met haar spreken, maar bij zijn komst vond hij slechts een schone witte bloem met een bedwelmende geur. Een bosnimf had het meisje in een narcis veranderd. Twee gelijkgestemde verhalen uit het zonnige zuiden. Behoeft het nu nog be toog, dat de narcis als een ongeluks- plant beschouwd wordt? Bloemen spreken hun eigen taal, maar de zilverblanke koningslelie, de schone Lilium candidum, is bovendien de ver tolker van, macht en majesteit; van reinheid en hoop.. De oude' Italianen beelden Maria, de moeder des Heeren, steeds af met of bij deze lelie. Op Ro meinse munten stond veelal een lelie met als omschrift: Spes populi romani (de hoop van het Romeinse volk) en de Franse koningen droegen in hun wapen de lelie (fleur de lis). Het was in 1814, bij de val van Napoleon, dat de aan hangers van het huis Bourbon lelies droegen en de Napoleonisten viooltjes ten teken van trouw. In mijn tuin groeien echte wilde aronskelken, een plant, die bij bijgelo vige mensen inspireerde tot allerlei voorspellingen. Om de duivel te weren, legde men bij het kind in de wieg een Arumwortel. Op Golgotha groeide, vol gens het volksgeloof, aan de voet van het kruis de aronskelk (passieplant) en enkele bloeddruppels van Jezus vielen daarbij op de vruchten. Deze zijn sinds dien bloedrood Van kleur. Zo is het te begrijpen, dat bij voorkeur in grafkran sen aronskelken gebruikt worden. In loofbossen vindt men, vooral in Zuid-Limburg, de giftige eenbes (Paris quadrifolia). Deze wordt ook spinnekop genoemd, naar het spinnevormige bloempje, dat boven de vier kruisge wijs geplaatste bladeren uitkomt. Ver moedelijk zijn veldnamen met „spin" erin van groeiplaatsen van „eenbes" af komstig. In de buurtschap Ederveen vinden wij nog steeds de Spinnebosweg en oude inwoners van Eist (Utr.) kenden een oud verhaal, waarin het woord „spin", ver weven met een eenzame plek in het bos, tot Spinnegat werd. De volksoverleve ring vertelt van een grootvader, die met zijn kleinkinderen vluchtte voor de soldaten van Lodewijk XIV, een goed heenkomen in dit gat zocht... en vond. Toen de soldaten alle hoeken en gaten grondig afgespeurd hadden, kwamen ze ook op deze plek. Inmiddels had 'n spin er haar web voor geweven en dit zou de redding van de vluchtelingen ge weest zijn. Zulke verhalen doen ook in Duitsland de ronde en historische waarde willen wij ze dan ook niet toekennen. Voor- hands houden wij het op het voorkomen van de eenbes, die in deze omgeving inderdaad gevonden werd. Twee planten hebben te maken met de Germaanse godenwereld: de mare- rak en het Sint-Janskrudd. In de be roemde IJslandse Edda wordt verhaald hoe de Germaanse god Balder, de god van het licht, vrede en welsprekendheid, door de maretak gedood werd. De goden besloten Balder onsterfelijk te maken. Alle dingen, vuur, water, steen en ijzer, benevens alle levende organismen moes ten een eed afleggen hem nooit meer kwaad te doen. Eilaas, de maretak was vergeten! Toen begon het spelletje. Voor tijdverdrijf wierpen de goden van alles naar Balder en hadden er pret in dat niets hem deerde. De boze geest Loki wist, dat de maretak overgesla gen was. Van deze plant maakte hij een scherpe pijl, die hij de blinde god Ho- dür in handen gaf. De pijl werd door Loki bestuurd en doodde Balder. In de witte bessen ziet men sindsdien de tra nen, die de plant uit berouw weent. De maretak is een echte woekerplant, die in Zuid-Limburg op populieren en appelbomen vegeteert. En alweer waren het duivelse machten, die daaraan ten grondslag moesten liggen, meende men. Waar des nachts op een boomtak een nachtmerrie (mare) gerust had, daar groeide later een maretak. Zoals de nachtmerrie de mens benauwde dro men bezorgde, zo pijnigde hij ook de bomen. I-n de volksgeneeskunde nam ze een belangrijke plaats in. De beroem de Boerhave gebruikte nog maretakken tegen vallende ziekte. Wanneer een wichelroedeloper aan het werk is, gebruikt hij meermalen een maretak. De heksenbezem, geloofde men, was er van gemaakt, waardoor de wonderlijke plant ook de naam hek- sennest draagt. Vrouwen die geen kin deren kregen, droegen blaadjes om de hals (vruchtbaarheidsritueel). Het Chris tendom veroordeelde de plant tot alles wat met de Boze te maken had, maar hoe taai het heidense volksgeloof was, bewijst het gebruik de „mistletoe" met kerstmis als geluksbrenger aan de zol dering te hangen. Dit moest in de kerst nacht gebeuren. De kerstnacht was van oudsher het midwinterfeest, zodat het heidense element duidelijk aanwijsbaar is. De maretak heeft men evenwel nim mer gekerstend. Het Sint-Janskruid heeft evehèens de Germaanse gemoederen bezig gehou den. De sage van deze plant sluit aan op die van de maretak. Op zijn beurt ontstond het Sint-Janskruid uit het bloed van Balder. Een ander verhaal wil, dat het uit het bloed van Wodan voortkwam, toen deze tijdens een jacht door een ever gewond werd. Het Sint-Janskruid heeft evenwel een kerstening ondergaan, zodat men in de vroegste Christentijd de legende over nam en Johannes de Doper in de plaats van Balder stelde. De overspelige Hero- dias zou de tong, die haar zoveel ver maande, uit haat met een speld door prikt hebben. Uit het bloed van Johan nes ontstond daarna de plant; die naar de eerste martelaar genoemd werd: Sint Jans. (Johannes) kruid. De prik gaatjes van de naald zouden in de blaadjes terug te vinden zijn. Het rode plantensap fungeerde dus niet meer als Balder's bloed, maar als Sint Jans' bloed. Ook ziet men er een passieplant in, dus één van de planten die aan de voet van het kruis gegroeid zouden heb ben (zie bij aronskelk) en deze zouden bijzondere krachten bezitten. De duivel probeerde die planten te vernietigen; zo ook het Sint-Janskruid. Met scherpe naalden doorstak de boze de bladeren, maar de plant was nu eenmaal gehei ligd; de duivel kon er niets tegen uit richten. Maar de gaatjes ziet men nog altijd meende men. De doorschijnende plekjes in de bladeren zijn evenwel doodgewone olieblaasjes. In de volksgeneeskunde redeneerde men eenvoudig zo: die gaatjes zijn won den, dus kan men er wonden mee gene zen. Dit heet de signatuurleer en de homeopathische dokters gebruiken nog wel de uitgeperste olie van de bladeren van het Sint-Janskruid voor het gene zen van wonden. Vooral reumatiek dacht men er mee te kunnen genezen. Volksnamen als duivelsjacht en jaag- den-duivel bewijzen dat in het bijgeloof de plant een grote rol speelde. Sint-Jans kruid in de zak dragen, zou dan ook de duivel verjagen. Op Sint-Jansdag (24 juni, de langste dag) moest men om precies 12 uur 's- middags zonder om te kijken de plant plukken en aan de zoldering of voor de Planten die geschiedenis maakten 1 Aronskelk (A'rum maculatum) hoogte 0.150.45 m, bloeitijd april— mei. 2 Eenbes (Paris quadrifolia) 0.150.30, meijuni. 3 Maretak (Vis- cum album) 0.200.50, maartmei. 4 Wolfskers (A'tropa belladonna) 0.601.50, juniaug. 5 Doornappel (Datura stramonium) 0.150.90, juni sept. 6 Bitterzoet (Solanum dulca mara) 0.301.80, juniaug. 7 Bilzen- kruid (Hyoscyamus niger) 0.300.60, juni—-okt. 8a Alruin (Mandragora of- ficinarum) 0.150.30, juniaug. 8b Alruinpoppetje, zoals het door zigeu ners aan goedgelovige lieden verkocht wordt. 9 Heggerank (Bryonia dióica) 2.403.60, junisepi. 10 Sint-Jans kruid (Hypéricum perforatum) 0.20 0.80, junisept. 11 Hysop (Hyssópus officinalis) 0.300.45. julisept. 12 Melisse (Melissa officinalis0.450.90, julisept. 13 Bazielkruid (O'cimum basilicum) 0.200.40, juniherfst. 14 Echte tijm (Thymus vulgaris) 0.150.20, meijuni, 15 Echte marjo lein (Marjorana horténsis) 0.200.40, julisept. 16 Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) 0.501.50, apriljuni. 17 Lavendel (Lavandula officinalis) 0.30 0.60, julisept. De nrs. 1, 2 en 6 zijn giftig; de nrs. 4, 5, 7 en 9 zijn zwaar giftig. ramen hangen; de bliksem zou het huis niet treffen, men was gevrijwaard tegen brand, alle toverij werd er door ge weerd en het vee zou gezond blijven en veel melk geven. Plukte men het voor zonsopgang en deed men een stuk je in de schoenen, dan raakte men die dag niet vermoeid; een mes of kogel kon de drager niet raken. En nu nog iets voor de dames. Hebt u een krenterige man? Hang dan een takje Sint-Janskruid aan de deurknop. Uw man's portemonnaie zal met een gul gebaar geopend worden en hij zal u geld, veel geld geven om mooie din gen te kopen. Op Sint-Jan werden vroeger van de hazelaars wichelroeden gesneden, liefst des nachts en ook in de Sint-Jansnacht „bloeiden" de varens. Dan moet men „varenzaad" in de schoenen doen. Re sultaat? Men zou onzichtbaar zijn, maar aangezien varens sporeplanten zijn, die niet „bloeien" en ook geen zaad geven, zal die onzichtbaarheid wel nooit voorgekomen zijn. En, dames, mocht uw man met de genegenheid voor u soms een loopje ne men,, pluk dan een noteblad en leg dit in zijn linkerschoen, wanneer het twaalf uur geslagen heeft. Hij zal u dan in zijn armen nemen en liefkozen. Zo wil het volksgeloof het. Notebladeren (vruchtbaarheidssymbool) en koren bloemen, Sint-Janskruid, rode rozen of hemelsleutel, al of niet in combinatie tot een krans of tros bijeengebonden, worden op verschillende plaatse in Gel derland en Noord-Brabant nog als voorbehoedmiddel tegen allerlei onheil aan de gevels van woningen opgehan gen om daar te blijven, tot zij verdord zijn. Ons dagelijks voedsel, de aardappel, vormt met de tomaat een gunstige uit zondering op de regel, dat nachtschade gewassen verschikkelijk giftig zijn. De meeste zijn bedwelmend, wat straffe rokers kunnen ondervinden. Rees in de oudheid kende men de ei genschappen van de wolfkers of bella donna. Deze plant bevat een gifstof, atropine, waarmede men de ogen be druppelde. Daardoor zet de pupil uit en krijgt een vreemde glans. In Italië houdt men blijkbaar van mooie, glanzende vrouwenogen, want de naam „belladon na" wil zoveel zeggen als „schone vrouw". Ook bilzenkruid, doornappel, bitterzoet en het lastige onkruid zwarte nachtschade staan in een slechte reuk bij het volk, getuige de volksnamen al- bij het volk, getuige de volksnamen alfs- rank, dodebes, dolappel, dolbes, duivels kruid, malkruis, slaapfoes enz. Op de een of andere manier worden ze met duistere krachten in verband ge bracht, vooral de alruin (Mandragora officinarum). Alruinen waren waarzeg gende heksen en „witte wieven", die blootsvoets en met loshangende haren rondliepen en uit het bloed van door hen overwonnen vijanden de toekomst zou den voorspellen. Zo u ziet: allemaal even luguber. En de alruin was ook al zo'n lugubere plant. Men geloofde, dat deze plant slechts groeide onder galgen, waaraan onschuldig veroordeelden opgehangen waren. Wilde men de wortel uitgraven, dan gilde deze zo, dat men van schrik dood viel. Geen nood! Men nam een zwarte hond mee, bond met een touw tje de wortel aan de staart van het dier en hield deze wat lekkers voor. Wan neer de hond dan toesprong, stopte men de oren dicht. De hond viel dood, maar de wortel had men en daar ging het om. Deze werd besneden tot er een men selijk figuur aan gegeven was en fraai aangekleed in een doosje opgeborgen. Het gold als een krachtig werkend to vermiddel en zou in staat zijn het lief desverlangen op te wekken. Een frap-' pant voorbeeld daarvan wordt ons in de bijbel medegedeeld. Zo wordt in Ge- nisis 30 vers 14 tot 17 verhaald hoe Ru ben tijdens de tarweoogst de daduim in het veld vond en aan zijn moeder Lea bracht. De daduim nu is de alruinwor tel. Het verhaal vertelt hoe Rachel aan Lea verzocht, dat machtige tovermiddel ook te mogen bezitten. Vooral in Overijssel en de Gelderse Achterhoek stond de mandragorawortel in hoge ere en werd doro de boerinnen in het kabinet naast de bijbel bewaard. Zigeuners brachten de poppetjes mee en verkochten ze, naar hun gewicht ge rekend voor goud. Keizer Rudolf II be zat een paar (mannetje en vrouwtje), dat nog steeds in de Hofbibliotheek te Wenen bewaard word en toen men be merkte, dat de beroemde Jeane d'Arc zo'n alruinpoppetje bij zich droeg, ver oordeelde men haar als heks. In onze streken werd de plaats aan de alruinwortel veelal ingenomen door die van de buitengewoon giftige hegge rank (Bryonia dioica), die o.m. op en bij de terreinen van de Kalkzandsteen- Enige adventiefplanten* die men op of b# aanvoerterrein kan vinden. 1 Nicandra (Nieandra physaloides) hoogte 0.301.20 m, bloeitijd juli okt. 2 Stekelnachtschade (Solanum rostratum) 0.300.60, aug.sept. 3 Rode hoornpapaver (Glaücium corni- culatum) 0.150.30juniaug. 4 Ge vlekte rupsklaver (Medicago arabica) 0.200.60, meiaug. 5. Kroonjcruid (Coronilla varia) 0.301.20, juni sept. 6 Witte honingklaver (Melilótus albus) 0.301.50, junisept. 7. Een jarige rapistrum (Rapistrum rugó- sum) 0.300.60, meiokt. 8 Grijskruid (Bertéroa incana) 0.200.50, juni sept. 9 Russische raket (Sisymbrium wolgénse) 0.300.70, juniaug. 10 Ca nadese fijnstraal (Erigeron canaden sis) 0.15—0.90, juniherfst. 11 Knop- kruid (Galinsóga. parviflóra) 0.30 0.45, juninov. 12 Ambrosia (Ambro sia artemisiifólia) 0.300.50, juli nov. 13 Gedoomde stekelnoot (Xdn- thium spinósum) 0.150.30, aug. sept. De nrs. 8, 10 en, 11 reeds volkomen in geburgerd! eeeeeeeeeeeee fabriek „Vogelenzang" bij Rhenen veel vuldig groeit. De volksnamen zijn: alf- papenkruid, duivelskers, hondskers, kwartelbeziën, stikwortel, vuurwortel, wrangwortel en... manwortel. De ho meopathische artsen bezigen wel bryo- nia en ook „kruidendokters" ontzien zich niet het buitengewoon zware vergif in zeer kleine doses aan hun „patiënten" toe te dienen. In handen van bevoegde artsen kan bryonia heilzaam werken, b.v. bij prikkelhoest en pleuritis. Waarom planten de boeren vlierbomen op hun erf? Dit is voor de meesten hun ner een open vraag. Meestal weten ze het zelf niet eens. Maar er ligt een oud volksgeloof aan ten grondslag. Bij de stal geplant, houdt de vlier heksen en weerwolven verre van het vee; bij de kelder wordt de melk tegen bederf be schermd en naast het huis geplant, zal de bliksem niet inslaan. Deze bij de Ger manen reeds in hoge ere gehouden boom werd ook al weer gekerstend; het kruis van Christus zou van vlierhout ge maakt zijn geweest en, zo zei men, op de kerstavond komen groene bladeren aan de vlierboom, die evenwel direct afvallen. Een vliertak hield het heksen- gespuis in bedwang en geen slang kwam ooit in de schaduw van een vlier boom In 1918 was, volgens de volksmening, een kind in Opheusden behekst. Onmid dellijk werd een boodschap naar Vee- nendaal gestuurd. De heksenmeester kwam met groot gevolg: een bijbelle zer en twee helpers. Direct ving de ce remonie aan. Een helper moest bij de buren een zwarte kip stelen deze levend in 'n pot kokend water stoppen. Onder wijl las de bijbellezer een aantal teks ten, terwijl de helpers met vlierknup pels klaar stonden om de heks, die moest verschijnen, een pak ransel te geven. Deze „heks" werd door de recht bank te Arnhem m 1918 ongeveér vijftig jaar geleden, schuldig verklaard en tot een maand gevangenisstraf ver oordeeld. Men leze het maar na in het Folkloristisch Woordenboek door K. ter Laan. Ongetwijfeld hebt u wel eens van bal semkruiden gehoord: bazielkruid, laven del, rozemarijn, marjolijn, tijm, melisse en hysop. Bij de goede zaadhandel zijn de zaden wel te koop en u kunt er een massa plezier aan beleven. Allemaal heerlijkheden voor de fijne keuken. Al lemaal planten uit grootmoeders krui denhof. En zo u ze zelf niet in uw tuin kweekt, wat zeer eenvoudig gaat, ga dan eens een keer naar de beroemde krui denhof van het Openluchtmuseum (nu rijksmuseum) te Arnhem of naar de merkwaardige kruidenhof te Wijk bij Duurstede. Aan deze balsemkruiden zijn merkwaardige geschiedenissen verbon den. De magiërs uit het oosten, die naar Bethlehem kwamen om het kind Jezus te aanbidden, zagen ieder een wonder teken, zo verhaalt een vrome legende. Bathazar vond aan een basilicumplant één reuschatige bloem, waaruit een ro bijnrood vogeltje vloog, dat hem toe riep: „De Koning der wereld is gebo ren!" Sindsdien heet basilicum ook ko ningskruid. Bazielkruid wordt b.v. in mosterd en kruidenazijn verwerkt en geeft aan cro- quetjes en vlees een hoogfijne smaak. Werumeus Bruning schrijft in zijn: „Honderd Avonturen met een Pollepel": Het kruis bacilicum maakt van een oud schaap een mals lam..." De monniken van „La grande Chartreuse" vonden een kruidenlikeur, groen van tint en met de onvervalste smaak van basili cum, die de naam Chartreuse ontving. Geen linnenkast in grootmoeders tijd, of tussen de stapels linnengoed lagen takjes lavendel, die het goed zo fris de den geuren. En wie waste zich niet eens met lavendelzeep? En in de tijd, dat „het kwade oog" nog rondwaarde en naar slachtoffers zocht, was lavendel hét middel tegen betovering. Bij hoofd pijn en reumatiek gebruikt men nog la- vendelspiritus, maar het eigenlijke ge neesmiddel daarin vormt eigenlijk de .alcohol. Dat „zoete" jongetjes ook in de oud heid bespottelijk gemaakt werden, be wijst het verhaal van Libanotis. Deze jonge Griek was een mystiek aangeleg de jongen, een gelovige, die zijn dagen in de tempels op de Acropolis sleet. De jongens van zijn dorp vielen hem daar om voortdurend lastig. Zij vonden hem in één woord een saaie kerel, maar de goden hadden met hem te doen en ver anderden hem in een rozemarijnstruik en de heerlijke geur hiervan steeg, ge lijk met de ziel van de jongeling, ten hemel. Tegenwoordig wordt de „oleum rosmarini", een sterk vluchtige olie, nog slechts in cosmetica gebruikt (vloeibare zeep) en, tezamen met alcohol, als mid del tegen baarroos. Alweer: het gene zend bestanddeel vormt eigenlijk de al cohol. Wie wel eens maagbezwaren heeft ge had, zal allicht bij zijn vraag naar een afdoend middeltje „spiritus aromati- cus" aangeboden hebben gekregen. Dit middel, waarin de echte marjolijn ver werkt is, werd door Karmelieter mon niken uitgevonden. Bijgelovige mensen strooien wilde marjolein op de stalvloer om het vee tegen betovering te vrijwa ren en bergbeklimmers plukken op hun tochten blaadjes van de planten, om dit zware karwei opgewekt te volbrengen. Een oud-Duits volksrijmpje zegt: „Dost (marjolein), Hartheu (Sint Jans- kruid of kertshooi) und weisse Heid' (witte heide) Thun dem Teufel viel Leid". Overigens moet u bij het paling- stoven eens een snuifje „echte" marjo lein toevoegen. Dat geeft een smaakje! Tijm was alweer en middel tegen al les en nog wat. Maar in echte kruiden soep is het beslist onmisbaar en het verdient werkelijk aanbeveling het bij vlees en eend mee te koken (voor het braden). Maar dan de echte tijm uit de kruidenhof. En mochten de kinderen kou gevat hebben, terwijl 't niet direct noodzakelijk is de dokter te roepen, maak dan een échte tijmairoop voor hem: 50 gram gedroogde tijm (uw dro gist heeft ze wel) op 1/3 liter water, tien minuten trekken, de blaadjes uitze ven en het vocht met 500 gram ouder wetse kandijklontjes niet te dik inko ken; ziedaar een eenvoudig middel, dat zijn gewftht in goud waard is. Melisse heeft een heerlijke citroen- geur. In 1562 verscheen in de Neder landen „Dat Boeck der Secreten Alber- ti Magni", een vertaling van het zeer beroemde en geliefde boek „Liber ag- gregationis" van Albertus, Graaf van Bolstadt (11931280), de latere bisschop van Regensburg. In dit vermaarde werk staat een recept voor een verjongings kuur, waarin wordt aangeraden alleen ossevlees, dat gekruid was met melisse, te nuttigen. Men behoefde 's avonds slechts melisseblaadjes te eten om pret tig te dromen. Vreemde dinge haalde men met melissesap uit. Wat denkt u van het volgende recept? bij melis sesap een derde deel zweet van een roodharig mens om iemand aangenaam voor zich te stemmen". In elk geval smaakt melissesap, toe gevoegd aan zu re haring, fijn. Tot besluit de zevende: hysop. Deze heeft voor velen een bekende klank. De plant hysop nam in het godsdienstig le ven van de Oud-Testamentische Jood een belangrijke plaats in. Als verzoe- ningsplant wordt het genoemd in psalm 51 vers 9, waar staat: „Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn". Toen Christus aan het kruis geslagen was, gaf men eveneens hysop, zoals Johan nes 19 vers 29 mededeelt: „en zij vul den eene spons met edik en omlegden ze met hysop en brachten ze aan Zijnen mond". Hoe men aan de samenvattende naam balsemkruiden komt? Vooral bij de Egyptenaren was het balsemen in ge bruik. Het bestond uit het opvullen van de leeggehaalde buik- en borstholte van een overledene met een mengsel van de genoemde zeven balsemkruiden, onder toevoeging van mirre. Het hart bleef in het lichaam achter. Na het balsemen legde men het aldus bewerkte lichaam gedurende 70 dagen in een natronbad. De natronmeren van Egypte leverden de zwaar verzadigde vloeistof, die voor (Zie verder pagtne 64

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 5