Misdadiger is beter af dan zijn slachte er Particuliere stichting verzacht veel leed FRAGMENTEN UIT „VOORSPEL" (III-SLOT) Meer de prins van Lippe dan Duits staatsburger... Belg met ruil long staat er heel goed voor N.S.B. begon met twee man op zoek naar een derde Brussel hield rekening met wens van Koningin Juliana: kapel gespaard Wetgeving nog niet aangepast bij eigenlijk zeer vreemde situatie: Mondriaan (f 16.000) gestolen Ontmoeting Vreugde Journalisten voelen zich slachtoffer van discriminatie Opgeschroefd Met twee" ONRECHT ALVAST BEGONNEN GEEN VERGOEDING BETROKKEN •NACHTMERRIES WELLICHT SPOEDIG NAAR HUIS AARZELING Schriftelijke resten van Provo bijgezet DINSDAG 18 FEBRUARI 1969 T n het bloedspoor van de misdaad werkt haast onopgemerkt een stille groep, die schade en leed bij de slachtoffers wil verlichten. Het zijn vrijwilligers die uit humane overwegingen handelen. Hun werk is feitelijk een protest. Een aanklacht tegen de bestaande toestand. Een duidelijke uiting van de steeds groter wordende onvrede met de wettelijke situatie, die geen aandacht heeft voor de slachtoffers van de misdaad. Ter bescherming van de samenleving zoals dat heet, beklemtoont de wet de bestraffing. Gaandeweg is deze belang stelling voor de misdadiger zich echter zozeer gaan toespitsen op diens weder aanpassing aan de maatschappij, dat de slachtoffers helemaal naar de ach tergrond zijn verdwenen. „Slachtoffers van de misdaad vor men de meest verwaarloosde categorie van onze samenleving", riep onlangs een Brits rechtsgeleerde. „De wet is harder uitgevallen voor de slachtoffers dan voor de misdadiger," stelde drs. P. G. J. van Boxtel vast. In opdracht van de Vereniging van reclasseringsin- stellingen bestudeerde hij het probleem van de slachtoffers. De reclassering houdt zich in de prak tijk uitsluitend bezig met de misdadiger de delinquent zoals die in deze kring heet. In dit milieu gaan echter ook ogen open voor de vaak miserabele po sitie van de slachtoffers van deze delin quenten. Ook in ons land geldt de harde regel dat de belangen van de slachtoffers een strafzaak niet mogen vertragen of vertroebelen. Slechts in enkele, heel eenvoudige en kleine gevallen kan een vordering tot schadevergoeding bij de strafzaak wor den gevoegd. In de regel zal het slacht offer een civiel proces moeten begin nen. „Maar als nu die schade is toege bracht door een niets bezittende rover? Van een kikker kun je toch geen veren plukken? Bovendien moet je de kikker eerst nog hebben gevangen." Dit ze|t ir. H. 't Hart, voorzitter van de Stich ting M. G. M. (Medeleven met Gedu peerden van Misdrijven) in Den Haag (Segbroeklaan 408 K). Deze stichting voelt het ontbreken van een wettelijke regeling voor de slacht offers van misdrijven als een onrecht. Men deinst ook niet terug om de din gen bij hun naam te noemen. „De misdadiger, als die eenmaal met veel kosten en moeiten is gepakt, krijgt alle hulp en steun om zijn schuld zo ge ring mogelijk voor te stellen", zegt voorzitter 't Hart. „Hij krijgt daarvoor gratis een advocaat ter beschikking. Hij mag zich ook gratis laten onderzoe ken door artsen en psychiaters om eventueel aan te tonen, dat hij ziek was en niet aansprakelijk voor wat hij deed." „Lang voordat hij voor de rechtbank verschijnt, wordt er al aan zijn terug keer in de maatschappij gewerkt. De reclassering is dan al in actie om hem zo prettig mogelij op te vangen. Met Kerstmis krijgt hij een pakje en zijn verdere verblijf in de gevangenis wordt zo aangenaam mogelijk gemaakt met televisie, boeken en andere prettige za ken." „In schrille tegenstelling daarmee wordt het slachtoffer aan zijn lot over gelaten", zegt de heer 't Hart. „Is de dood niet gevolgd op de overval of be roving, verkrachting of welk ander ge weldmisdrijf ook, dan moeten het slachtoffer of zijn familie en nabe staanden maar zien hoe het leed te dragen en op welke wijze men de ge leden schade te boven komt". „Zeker, ook wij weten dat er op ge studeerd wordt", zo zegt de heer A. C. Willemsen, gepensioneerd burge meester van Yerscke, die secretaris penningmeester is van de Stichting MGM. „Maar het zal wel een hele tijd duren voor er een wettelijke regeling is voor deze slachtoffers. Wij willen daar niet op wachten. Wij zijn maar vast begonnen met hulp te verlenen, troost te brengen". De groep, die dit doet bestaat al uit meer dan driehonderd mensen. Daar zijn nogal wat advocaten en dokters bij, die door hun werk direct in aanra king komen met de gevolgen van de misdaad. Het merendeel bestaat ech ter uit particulieren, die getroffen zijn door een of ander schrijnend geval. „Die vernemen wij meestal uit de krant", zegt de heer 't Hart. „Overval ler slaat met ijzeren staaf bejaarde man neer en berooft hem van zijn AOW-pensioen, dat hij zojuist op het postkantoor afhaalde. Inbreker ging er met 1275 gulden vandoor, nadat hij weduwe in haar slaapkamer door zwa re mishandelingen had gedwongen de plaats aan te wijzen waar zij haar laatste spaarcentjes had". „Deze griezelige berichten in de krant wekken medelijden bij de lezer. Diens aandacht wordt echter weer DEN HAAG Uit een kantoor van een pand aan de Denneweg in Den Haag is een schilderij gestolen ter waarde van f 16.000,Het doek, ge signeerd met Piet Mondriaan, stelt een boerdery met een vrouw voor. Het hing niet ingelijst in een ruimte, waar nogal wat ravage was aangericht. Inbrekers kwamen door over 'n muur te klimmen op een binnenplaats waar zij een deur forceerden om het pand binnen te komen. Zij vernielden een glazen vitrine en probeerden de brand kast te forceren, wat niet lukte. De in braak en de diefstal moeten in het weekeinde hebben plaats gevonden. gauw afgeleid door het overige nieuws. Het slachtoffer ligt onderwijl kreunen]d in bed. Vaak is dat nog het geval als de dader al weer op vrije voeten komt". „Wij hebben een jongeman die vo rig jaar werd overvallen en nu nog niet van zjjn verwondingen is her steld", zegt de heer 't Hart. „De da der is al weer op vrije voeten. Van schadevergoeding of zelfs maar terug betaling van het gestolene, is geen sprake geweest. Gelukkig konden wij dat goedmaken". „Hier is een taxichauffeur, die 's nachts werd neergeslagen en beroofd" zegt oud-burgemeester Willemsen, ter wijl hij voor ons zijn kaartsysteem nakijkt. „Die man is er lichamelijk ook nog niet bovenop. Hij kon nergens schadevergoeding krijgen voor het geld, dat hem ontstolen werd. Ik praat nu nog niet eens van de schade, die hij heeft, omdat hij al die. tijd iet kan werken". Ir. 't Hart is gepensioneerd werk tuigkundig ingenieur. Hij heeft jaren lang gewerkt voor de centrale dienst van de arbeidsinspectie. Een jaar of wat geleden nam hij het initiatief om slachtoffers van misdrijven te helpen. Hij zag de gevolgen van een geval vlak in zijn omgeving: een meisje dat half blind werd door een aanranding. Hij kreeg al gauw hulp van oud burgemeester Willemsen van Yerseke die na zijn pensionering in 1965 in Den Haag ging wonen. Ook zuster P. A. de Vries-Walles, oud-verpleegster en sociaal werkster, voelde zich tot dit werk aangetrokken en voor de oud-in specteur van de rijksrecherche in Den Haag P. A. van Noothoorn lagen in dit werk zoveel herinneringen en aankno pingspunten, dat hij eveneens zitting nam in het bestuur. Het zijn allemaal mensen die. in hun ambt in aanraking kwamen met het misdrijf en de gevolgen daarvan. Per soonlijk zijn zij betrokken bij dit werk en door hun ervaring hebben zij rela ties en kunnen zij mogelijkheden schep pen die zich anders niet voordoen. Hon derden slachtoffers van recente mis drijven, die iedereen zich uit de krant kan herinneren hebben dit ondervon den. „De stichting stelt zich zoveel moge lijk tot taak het ontstolene te vergoe den voorzover dit niet wordt terugbe taald door een verzekering, De heer Van Noothoorn is de aangewezen man om die zaken' te onderzoeken", zegt ir. 't Hart. „Maar na zo'n overval komt ook vaak heel wat stille armoe voor de dag of een pijnlijke verlatenheid. In die geval len is veel te doen. Mevrouw De Vries die veel ervaring heeft, doet dan veel. Ook voor kinderen die werden mishan dels of meisjes die zijn verkracht. Zij weet op dat gebied weer de weg." In sommige, heel fatale gevallen, zijn woorden van troost de enige mo gelijkheid, of bloemen op een graf, een brief aan de ouders en nabestaanden. „Het is ontzettend als je merkt door welk een panische angst bejaarden die zijn overvallen, worden gekweld. Maan- denlag hebben zij nachtmerries, terwijl iedereen die kleine overval in dat ge hucht al weer vergeten is", zegt oud burgemeester Willemsen, die vaak met zuster De Vries op huisbezoek gaat. De heer Willemsen heeft als oud-bur gemeester een ruime woordkeus om tot troost te komen. „Ik zou liever willen meewerken aan een wettelijke regeling voor de slachtoffers van de misdaad", zegt hij. „Wij krijgen sóms de meest verras sende reacties", zegt ir. 't Hart. „On langs kregen wij een brief uit de gevan genis van een man, die schreef dat hij wilde goedmaken wat hij had mis daan". In Engeland is al een wettelijke rege ling voor de slachtoffers van misdrij ven. In Nieuw-Zeeland eveneens. In ons land wordt er over gesproken. Op een symposium van de Neder landse advocatuur werd er onlangs voor gepleit het Belgische systeem ook hier in te voeren. Daar kan de schadelijden- de partij volledige genoegdoening vra gen en zelfs het initiatief nemen tot een strafvervolging. „In ons land is dit allemaal nog een zware juridische kluif", zegt ir. 't Hart „De slachtoffers en gewonden worden intussen aan hun lot overgelaten de wetgever treuzelt. Wij kunnen daar niet op wachten. Het particuliere initiatief is alvast begonnen". 0 De uittreksels uit „Voorspel", het eerste deel van de serie „Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", worden vandaag besloten met de beschrijvingen uit het boek van prins Bernhard en van Mussert. Wat de Prins betreft, kon prof. dr. L. de Jong, de schrijver van het boek, concluderen, dat het Nederlandse volk hein, na aanvankelijke reserves vol ledig heeft aanvaard als „de man naast de troon". Aangaande Mussert, heeft prof. De Jong zich zeer veel moeite getroost om zijn lezers een inzicht te geven in de karakterstructuur en de motieven van de man, die in de jaren dertig dacht, dat hij de grote leider van het Nederlandse volk zou worden. Op 29 juni 1911 was Bernhard Leopold F ried rich Eberhard Julius Kurt Karl Gottfried Peter, Graaf von Biesterfeld, noble seigneur en graaf von Schwalenberg en Sternberg, in Jena geboren. Prins Bernhard bezocht, na een periode van huisonderwijs, eerst een gymnasium in een stadje bij de Poolse grens, van '26 af hij was toen vijftien) het Arndt- gymnasium te Berlijn„hij werkte er net hard genoeg om over te gaan". In '29 deed hij eindexamen. Daarop volgden zes jaren waarin de prins af en toe colleges in de rechten volgde aan drie universiteiten: Lausanne, München en Berlijn. Bij tijd en wijle werden de bloemetjes behoorlijk buiten gezet: de fuiven die Bernhard en Aschwin in Berlijn, waar zij in een privé-woning drie kamers gehuurd hadden samen gaven, „deden het oude stenen huis op zijn grondvesten trillen". Aschwin werd overtuigend nationaal-socialist en bleef dat tot de conflicten waartoe het huwelijk van zijn broer aanleiding gaf. Koningin Wilhelmina stelt de verloofde van haar dochter aan het Nederlandse volk voor vanaf het balkon van het paleis op de Dam. Prins Bernhard wist niet recht wat hij van de Nazi's denken moest. Vertrouwen in de Duitse democra tie had hij niet; in studentenkrin gen had de NSDAP een opvallend sterke aanhang, over het algemeen ging men er in de gelijkgeschakel de universitaire wereld van uit, dat wie geen sympathie jegens de party toonde, geen kans had om vooruit te komen. De prins werd eerst aspirant-lid van een afdeling motorrijders van de SA, daarna van een overeen komstige afdeling voor sportvliegers tenslotte van een motorafdeling van de SS. Van belang was daarbij dat hij en enkele vrienden, die zich van de NSDAP verre hielden, meen den dat het lidmaatschap of aspi rant-lidmaatschap van een van de nevenorganisaties feitelijke voor waarde was voor het afleggen van universitaire examens. Zijn dienst in de SS en voordien in de motor SA beperkte zich tot deelneming aan wekelijkse rally's Af en toe moest hij ook op wacht staan, zo ten tijde van de Rchm- crisis, Dat bij een overeenkomstige opdracht uitgevoerd had ten tijde van de Juden-Boycott in april '33 (hetgeen uit de op die datum ge laste algemene mobilisatie van SA en SS voortgevloeid zou zijn), acht te hij, later in openhartigheid op die levensfase terugziend, „uitge sloten". Na zijn studietijd krijgt prins Bernhard een functie bij I. G. Far- ben in Parijs. wust dat zijn Duitse afkomst, ge zien de in ons land heersende stem ming. zekere weerstanden zou wek ken. Zij had evenwel geen behoefte, het evidente geluk van haar enige kind in de weg te staan; eerder zag zij het als haar taak, samen met de ministers (die het huwelijk van de kroonprinses en de toekenning van een eigen jaarinkomen voor de prins aan de goedkeurig van de Staten-Generaal moesten onder werpen) het jonge paar dusdanig bij het Nederlandse volk te introdu ceren dat een minimum aan poli tieke spanningen zou ontstaan. Enkele keren werd hij in Parijs 3 Enkele keren werd hij in Parijs uitgenodigd, lid te worden van de Ausland-Organisation der NSDAP; dat weigerde hij. Het bestaan in Pa rijs beviel prins Bernhard best. Zijn charme berustte in de eerste plaats op een zekere jongensachtige im pulsieve zuiverheid en die charme bleef, toen hij in februari '36, voor de wintersport vertoevend in het Beierse Garmisch-Partenkirchen, de bijna twee jaar oudere Nederlandse kroonprinses ontmoette, niet zon der effect. Koningin Wilhelmina was zich be- De aankondiging van de verloving van de kroonprinses leidde op tal van plaatsen, zowel in Nederland als in de overzeese rijksdelen, tot uitbundig vreugdebetoon. Stellig wa ren er velen bij wie de Duitse af komst van prins Bernhard geen en kel gewicht in deschaal wierp; vele anderen bij wie 'n begin van van aar zeling overwonnen werd door de blijdschap waarvan kroonprinses en Koningin getuigenis aflegden. Waren er daartegenover vele ande ren die er niet zo gemakkelijk over heen konden stappen, dat de keuze van de prinses op een Duitse prins was gevallen? Wij weten het niet. Objectieve gegevens ontbreken. Van regeringszijde werd van meet af aan het accent gelegd, niet op het Duitse staatsburgerschap van de prins, maar op zijn familie-afkomst. Bij versieringen werden de kleuren van het oude vorstendom Lippe (geel-rood) gebezigd, het gebruik van de hakenkruisvlag werd verme den, zo ook het spelen van het Duit se volkslied „Deutschlanc. über al les", dat toch al als een smakeloos voorbeeld van chauvinisme gold. „Na een moment van ontsteltenis over het feit, dat de kroonprinses haar keuze op een Duitse prins had laten vallen, werd onmiddelijk met alle middelen gepoogd, dit feit te ngeren", zo luidde het geïrriteerde beklag, dat de persattaché van de Duitse legatie, K. O. Faber, over tuigd nationaal-socialist, al een week na de verlovingsaankondiging bij het Reichspropagandaministerium indiende. Prins Bernhard bracht op 17 no de ontvangst was „zeer koel". Voor vember Hitier een afscheidsbezoek; het gehele onderhoud was slechts tien minuten uitgetrokken. Het team Belgische chirurgen dat vorig jaar november in Gent een longtransplantatie heeft uitgevoerd. Van links naar rechts de heren Versick, Rolly, Barbier, prof. dr. F. Derom, de leider van het team, en dr. Regnoir. Gent Alois Vereecken, de 24-jarige zandstraler die in november van het vorige jaar een andere rechterlong kreeg ingeplant, mag misschien in mei of juni weer naar huis. In afwachtiiig daarvan bereidt hij zich in het Academisch Ziekenhuis in Gent voor op revalidatie. Zwaar werk zal hij nooit meer kunnen doen, want hij leeft in feite op de ingeplante long. Leden van het medische team dat Vereecken nieuwe levenskansen heeft gegeven, deelden dit mee op een pers conferentie in Gent, die volgde op het voorlezen van een korte medische ver klaring over deze ingreep, waarop de leider van het team, prof. dr. F. Derom, met recht trots mag zijn. Aloïs Ver eecken, immers, is de enige, die na een longtransplantatie goede kansen op levensbehoud heeft. Vereecken blijft voorlopig nog in T?el heeft de Belgische pers ge} testeerd tegen de tenachU Lel ling van de dagbladen bij de tele visie in de officiële berichtgeving over orgaantransplantaties in Gent. In een motie, die dezer dagen werd publiceerd, verwijten de af delingen Oost- en West-Vlaander en van de Algemene Belgische Pers- bond de academische overheid stel selmatige weigering aan de schrij vende pers van gegevens over de overplanting van een strottehoofd, die de aandacht van de gehele we reld op Gent richtte. De dagblad journalisten eisen in hun motie „met klem gelijkberechtiging op het gebied van informatie" Het protest is gericht tegen het voorlichtingsbeleid van een com missie van behoudende hoogle raren van de Gentse universiteit, die na de strottehoofdtransplantatie van enkele dagen geleden bepaalde dat alleen voorlichting zou worden verschaft aan de Belgische tele visie. strenge afzondering in 'n steriel gehou den kamer, zolang de griepepidemie nog heerst. Hij houdt zich bezig met het vlechten van rieten manden, kijkt naar de televisie en heeft ook via een radio toestel contact met de buitenwereld. Bo vendien heeft hij nog een bandrecorder tot zijn beschikking. De eerste stap op de weg naar zijn te rugkeer naar huis kan hij misschien over een paar weken al zetten. Dan zal hij, indien de griep dan tenminste niet meer heerst, de steriele kamer voor het eerst mogen verlaten. Een van de leden van het team, dr. - Severin Regnoir, aarzelde een beetje iet het geven van een antwoord op de vraag wat daarna zou gebeuren. „Daar nebben we nu nog geen idee van", zei ij. „Wij moeten afwachten hoe de pa- iënt reageert. Maar wij hopen dat hij in mei of juni weer naar huis kan. iteraard zal hij dan onder medisch oezicht blijven en zich daaraan twee maal per week moeten onderwerpen". Zeker is het datVereecken na zijn •rugkeer bij vrouw en kind in zijn oonplaats, het dorpje Kalken halver- ege Gent en Dendermonde, nog jaren- ■ng het middel Imuran zal moeten in- men. Dat is een van de geneesmidde- •n tegen de nog altijd gevreesde afsto- ngsverschijnselen. Dr. Regnoir zei dat hij bezwaren heeft egen het woord afstoting omdat het aan ets onherroepelijks doet denken. „Ik neb het liever over transplantatiecri- es", zei hij. „Een transplantatiecrisis in een laat tadium", zei hij, „kan zich vele maan den na overplanting van een orgaan nog voordoen. Helemaal safe kan een mens met een ingeplant orgaan zich daarom nooit voelen". Prof. Derom beschreef de longtrans plantatie, die onder zijn leiding was uit- evoerd. Uit zijn beschrijving bleek dat niet alleen 'n van de longen van de do nor was weggenomen, maar ook 'n deel van de linkerkant van zijn hart. Het was dus in feite ook "?en gedeeltelijke harttransplantatie en de ingreep ging, al liet prof. Derom zich daarover niet uit, dus in de richting van een gecom bineerde transplantatie van hart en lon gen. |Ae schriftelijke resten van de pro vobeweging zijn bijgezet in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. Het provo-archief werd overgedragen door Rob Stolk, Lou van Nimwegen en Roel van Duyn, die optraden als provoliquidatiecom- missié. De Universiteitsbibliotheek heefl als tegenprestatie tienduizend gulden gestort op de rekening van de onlangs opgerichte stichting ter bevordering van goed en goedkoop leven. De bi bliotheek heeft bijzonder veel belang stelling voor het rvrchief, zo verklaar de prof. dr. S. van der Woude, ad junct-bibliothecaris, omdat ook rand verschijnselen van de cultuur onzf volle aandacht verdienen. Het provo-archief is vrij omvang rijk. Het bestaat uit acht dikke ord ners met correspondentie, enormf stapels drukwerk en stencils die pro vo heeft uitgegeven, maar ook sta pels reacties uit binnen- en buiten land. ANTON Adriaan Mussert was op 11 mei 1894 geboren in Wer kendam. Hij bezocht, de lagere school doorlopen hebbend, de HBS in Gorcum. Hij was een be hoorlijke maar geenszins uitblin kende leerling. Marine-officier wil de hij worden, maar hij werd op grond van een te zwak gezichtsver mogen afgekeurd. Dus zette hij zijn studies aan de Technische Hoge school voort, waar hij in 1918 met lof de ingenieurstitel verwierf. Een jaar te voren, september '17, was hij in het huwelijk getreden met een achttien jaar oudere zuster van zijn moeder, Maria Witlam, die hem, toen hij aan een nierziekte leed (hij was „geen gezonde man") een tijd lang verpleegd had. Hij trouwde een brave, maar weinig intelligente zij het niet van gezond verstand ver stoken vrouw die voor de politiek geen greintje belangstelling had: ze zou later ook geen lid van de NSB worden. ,,'k Leefde uitsluitend voor de ver zorging van mijn man en van de huishouding", klaagde ze tijdens haar internering in '46, „en ik heb nooit iemand schade of onheil berok kend." Het weinig vreugdevol huwe lijk bleef kinderloos. De jonge ingenieur maakte snel carrière. Een tijdlang was hij inge schakeld bfj de sluisbouw te IJmui- den, maar in 1920 werd hii ingenieur van de provinciale waterstaat te Utrecht. Zijn werk werd er in hoge mate gewaardeerd: zeven jaar later benoemden de Provinciale Staten hem op drieëndertigjarige leeftijd tot hoofdingenieur. Politiek was hij nog, als zijn vader eertijds liberaal, lid zelfs van de Vrijheidsbond. Geleidelijk verliet hij denken de paden van het liberalisme en ging het, in contact met gelijkge- zinden van wie er in Utrecht vele wa ren, autoritaire wegen volgen. Werd het niet langzamerhand tijd voor 'n Nederlandse Mussolini? Hit lers verkiezingsoverwinning van sep tember '30 gaf aan die vraag extra urgentie en ruim twee maanden la ter, op 15 december 1930, nodigde Mussert een aantal personen tot een bijeenkomst in een zaaltje van het Utrechtse Jaarbeursgebouw uit. Mussert belegde die bijeenkomst „mede namens" majooi P. W. Scharroo en in overleg met Van Geelkerken, Van Vessem en een acht entwintigjarige jurist, mr. J. Zaaijer. Tien jaar later zou van hun vieren de eerste als commandant van het Rotterdamse garnizoen de overval len havenstad verdedigen, vijftien jaar later de laatste als procureur- generaal bij het Haagse bijzonder gerechtshof tegen Mussert de dood straf eisen. Mussert en Van Geelkerken hadden gehoopt dat op die bijeen komst besloten zou worden tot op richting van een „nationaal-socialis- tische partij in Nederland." Dat bleek niet mogelijk. pen dan dat men aangeeft waar hun wortels lagen. Wij kennen, het zij erkend,die wortels niet. Wij weten van de ontwikkeling van zijn karak terstructuur te weinig af. Een dwangneurotische trek is onmisken baar. Hij was nauwkeurig tot op het absurde af. Daar stak' iets kinder lijks in, en inderdaad, wie. zich met Mussert bezig houdt, kan spoedig de v indruk van onvolgroeidheid niet van zich afzetten. Hij had weinig begrip voor de in hem levende en de hem omringende realiteit: weinig zelfkennis; weinig mensenkennis; slechts een primitief denkbeeld van de ontwikkeling en de gecompliceerdheid van het konink rijk als welks toekomstige heerser hij zich zag. Herfst '31 riep Mussert Van Geel kerken bij zich. „Ik ga beginnen!' „Zo, en met hoevelen beginnen we?" „Wel met twee en samen zoeken we nummer drie." Twaalf zijn er ge vonden wanneer op 14 december 1931 in een voor twee gulden gehuurde kamer van de Christelijke Jonge mannen Vereniging aan het Dom plein te Utrecht de eerste vergade ring van de NSB wordt gehouden vier van de twaalf worden lid. De vraag is: wat bracht deze ze venendertig jarige hoofdingenieur van de provinciale waterstaat er toe, te menen, dat hij de aangewezen red der van de Nederlandse samenleving was? Antwoordt men: zelfoverschat ting, eerzucht, geldingsdrang, dan constateert mén eerder eigenschap- Natuurlijk gezag ging dan ook niet van hem uit. Eerder maakte hij een opgeschroefde indruk. In het zwarte uniform dat hem, een vrij kleine, ge zette man, niet bijster flatteerde, moest hij steeds een overdreven fer me indruk zien te wekken waarbij hij het in de regel niet verder bracht dan tot zekere parmantigheid. Met de onvastheid van karakter correspondeerde onvastheid van op vattingen. Hij hield er een Christen dom op na, zo weinig belijnd dat hij kort voor zijn dood nog niet kon aan geven wat hij „eigenlijk" was: pro testant of katholiek. Van de onvast heid zijner politieke beginselen ge tuigde zijn gehele verdere loopbaan: vervuld van zekere beduchtheid je gens Duitsland en jegens Hitier, werd hij de bondgenoot van de Duit se bezetter; persoonlijk geen voor stander van geweldpleging, handlan ger van een systeem dat zich slechts met terreur kon handhaven; aanvan kelijk wars van alle antisemitisme, de voorman van een beweging waar in de Jodenhaat ging domineren. Door zijn NSB en door de gebeurte nissen liet hij zich meeslepen. het staatsiebezoek, dai H 1960 aan België XJet gebeurde tijdens koningin Juliana ir bracht. Enthousiast vertelden de rondleiders van de plannen om ter nagedachtenis van de kunst minnende Albert de Eerste op de Brusselse Kunstberg een imposante, nationale bibliotheek te bouwen. „Wat jammer dat die kapel dan wordï afgebroken"verzuchtte de koningin. De architec- ten en ingenieurs hadden in hun bouwtekeningen immers geen plaats toebedacht aan de Nassau- of Sint-Joriskapel, een wat vervallen restant van het eeuwenoude kasteel van de vorsten van Nas sau in Brussel. Reeds Willem de Zwijger was hier in ter kerke gegaan, dus de teleurstelling van on ze koningin was alleszins begrijpelijk. lVfet de wens vaji de koningin (en die van velt historici) werd door de Belgische regering bi de herziene plannen bereidwillig rekening gehou den. Nadat de oorspronkelijke gebouwen op d< Kunstberg uitpuilend van de in de loop de eeuwen verzamelde boekwerken waren ge sloopt, kon de eerste steen worden gelegd van he project dat in totaal ruim 56 miljoen gulden verg de. Hoeveel van dit bedrag werd bekleed aan de restauratie van de kapel, kan niet nauwkeurig worden vastgesteld. Het in Gothische stijl opge trokken Godshuis vormt nu immers een vernuftig ingebouwd onderdeel van de straklijnige biblio theek. XJ et opnemen van de kapel in de bouwplannen betekende wel een vertraging van enkele ja ren, maar gisteren was het toch zo ver: Koning Boudewijn heeft toen namelijk de „Koninklijke Bibliotheek Albert I ingewijd. De bibliotheek, die een oppervlakte van 76.000 nerkante meter beslaat, heeft tot taak alle in 3elgië vervaardigde boeken te verwerven en te catalogiseren. Als centrale wetenschappelijke bi bliotheek tracht ze de belangrijkste buitenlandse wetenschappelijke werken te verwerven. Ze om vat voorts collecties boeken en documenten, die tot de 15de eeuw teruggaan en het algemene rijks archief.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 7