DE BLIJDE THERAPIE VAN WIM TER BURG Groningen is rijk met V eendorp-verzameling Muziek als heilzaam medicijn voor dubbel-gehandicapten Niet om beroemd te worden!" oJKCuzen Pornografie Televisie 4- Heilzaam Pedagoog issen muziekfeuilletcn door henri th. {immerman „Bij Overschie"olieverfschilderij van J. B. Jongkind, 33,5 bij 46 cm. Je kunt met Wim ter Burg heel gezellig praten. Je kunt ook ingespannen en met grote voldoening naar hem luisteren. En je kunt ook alleen maar naar hem kijken als hij bezig is met „zijn" kinderen dat is het prettigste want het meest ontroeren de. Want Wim ter Burg is veel en kan veel: hij speelt fluit en beiaard, orgel en piano, hij dirigeert koren en geeft les op scholen, hij was vijfentwintig weken ach tereen op het televisie-scherm te zien in de Teleac-cursus over muziek en hij compo neert kerkmuziek dat alles doet hij met grote overgave. Maar bij die kinderen is zijn hart. Diep verscholen achter door de winter uitgedunde bossen ligt even buiten Almen het landgoed de „Ehze". Een lange oprij laan voert naar het grote landhuis dat een jaar of zes geleden werd1gekocht door de Barthimeus-stichting. Sindsdien wonen er dubbel-gehandicapte kinderen, kinderen dus die zowel geestelijk als lichamelijk ge stoord zijn. „Mag ik de gong, meneer Ter Burg?" Vragend kijkt het jongetje op naar de man die nu al vijf jaar aan hem en zijn vriend jes allen debiel, imbeciel en/of blind medicijn toedient in de vorm van muziek. Het jongetje is dolblij dat hij de gong mag hanteren, want daarmee vervult hij een belangrijke functie. Met dit instrument kan men, beter nog dan met het gespro ken woord, verzoeken om stilte, de stilte die vooraf gaat aan het musiceren. Ze zit- de instrumenten gebruikt kunnen worden. Wim ter Burg hoopt door middel van zijn therapie te kunnen ontdekken welke storin gen er bij de kinderen optreden. Hij weet dat het er niet veel zijn: veel kinderen hebben namelijk dezelfde storingen. Wim ter Burg is erg door zijn werk bij de Bartimeus-stichting geabsorbeerd. Hij wordt er echter niet zó door in beslag ge nomen dat er voor iets anders geen tijd overblijft. Toonkunst uit Gorkum, een koor met 120 leden dat uitsluitend grote werken uitvoert, heeft in hem een kundig dirigent. Daarnaast componeert Wim ter Burg kerkmuziek, die zowel in de rooms- katholieke, als in de hervormde Kerk wordt gezongen. Het is allemaal lekker eigentijdse muziek. Volgens de heer Ter Burg is hetgeen heden ten dage nog steeds in de kerk wordt gezongen waanzin. Hij heeft er maar één uitdrukking voor: „geestelijke pornografie". Kinderen kun je geen geloof leren. Breng het ze bij door te vertellen en een lied te leren is zijn mot to. Samen met schrijfster Hanna Lam schreef hij een tweetal boekjes met nieu we kinderliedjes vol. TAc stad Groningen heeft voor haar museum in permanent bruikleen gekregen kunst werken uit de romantische school van enige Franse meesters als Corot, Gaugin, Daubigny en Redon en van vele Nederlandse schilders, vooral uit de Haagse school. Het is de heer R. J. Veendorp, de schenker van deze kostbare verzameling, oud-Groninger, die vond dat zijn collecite thuishoorde in zijn geboortestad. In een interview zei deze verzamelaar eens: „Ik heb echt geen verstand van schilderijen, het is allemaal een kwestie van gevoel." Dat, dat gevoel, is de zuiverste instelling om de kunst te benaderen en er op in te gaan. En daaraan dankt nu Groningen deze kunstwerken van het gevoel en dus van schoonheid. Laat ik nu ook maar met mijn gevoel, en alle kritiek terzijde latend, door deze zalen, langs meer dan 200 kunstwerken gaan en vast in mijn geheugen prenten die werken, die me troffen en waarvan ik er hier enige zal noemen. Als eerste „Meisje aan de pomp", dat Matthijs Maris in 1872, wellicht tijdens zijn verblijf in Parijs, schilderde; een stille melancholie is in dit meisje, iets van herinnering, iets vragends ook. Twee duiven, in hun veren gedoken, schij nen de melancholie te delen. Er is de koude pomp, wat geel gebladerte, oude muren, maar heel die stille melancholie is geweven in zo*n schoon gamma van lichte kleuren met accenten van groen en rood, dat het schilderij bijna fees telijk aandoet en het meisje tot een beeld van de jeugd wordt. Nu ik toch bij het schilders-trio: Thijs, Jacob en Willem Maris, geraakt ben, moet ik na Thijs Jacob, de oudste zien en dan word ik getroffen door de violist, zijn zoontje, zo eenvoudig in zijn bruine jasje, zijn blonde haren, de viool en het muziekblad. Maar uit en om die jongen heen Wim ter Burg, de 54-jarige Doesburger, mag zich de enige muziektherapeut in Nederland noemen: in zijn werk gebruikt hij de „motorische kracht" die in muziek schuilt en die bijna ieder mens aanspreekt. Daarmee brengt hij zonneschijn èn medicijn in het leven van vele gehandicapte kinderen. ten in een rij aan tafeltjes, de „patiën ten" van de heer Ter Burg. Een voor een spelen ze een wijsje op de xylofoon die voor hen staat. Aandachtig luisteren ze naar hetgeen een klasgenootje ervan te recht brengt. Dan, als de gong heeft ge klonken en „meneer" vier tellen vooraf heeft gegeven, spelen allen tegelijk. Het klinkt leuk. De inspanning en concentratie waarmee wordt gespeeld zijn ontroerend. De opdracht van Wim ter Burg is vol tooid: hij heeft met het medium muziek gelokt tot motorische activiteit. „Diurnarius", de schoolvereniging van de school voor de journalistiek in Utrecht, organiseert van 12 tot en met 19 maart in de jongerensociëteit Kasieno een filmweek, waarin uitsluitend Nederlandse produkties te zien zullen zijn. In totaal worden 50 documentaires, korte films, te ken-, speel-, televisie- en poppenfilms ver toond. Bovendien zal een aantal tv-spots worden geprojecteerd. René Vincent, eerste solist bij het Na tionale Ballet, heeft tijdens de voorge- nerale van het ballet „Les Sylphides" een val gemaakt, waarbij hij een lichte her senschudding heeft opgelopen. De premiè re van „Les Sylphides", die in de Amster damse stadsschouwburg zou worden gege ven, is derhalve voorlopig uitgesteld tot vrijdag 28 februari. De „Nederlandse Vereniging van Twee lingen ten dienste van Wetenschap en Volksgezondheid" zal op zaterdag 22 maart in hotel Smits in Utrecht haar jaar vergadering houden. De vereniging be staat deze zomer tien jaar. Het tweede lustrum zal gevierd worden in Woudscho- ten op 30 en 31 augustus. De première van „Ceremonie voor een vermoorde neger" van Fernando Arra- bal, uit te brengen door het Zuidelijk To neel „Globe" in Tilburg, is maandag 3 maart. Minister Klompé van Cultuur, Recrea tie en Maatschappelijk Werk zal woens dag 5 maart in Lochem het mr. De Jongh- huis openen, een landelijk vormingscen trum voor „bijzonder jeugdwerk in inter- naatverband". Een rechter in Pretoria heeft bepaald, dat drie Amerikaanse musicals in Zuid-Agrika mogen worden opgevoerd, on danks het feit dat de betrokken schrijvers daarvoor hun toestemming weigeren. Het gaat om „West Side Story", „Anatevka" en „De man van La Mancha". De auteurs ervan hebben geen toestemming gegeven voor de uitvoering in Zuid-Afrika, omda' voor het publiek de apartheidspolitiek geldt. Het Brabants Orkest zal onder leiding van Hein Jordans en met Claude Frank, piano, van 3 tot en met 7 maarl concerten geven in de Weslduitse plaat sen Hameln, Afschaffenburg, Bad Hom burg, Essiingen en Speijer. „Men vergeet vaak dat de heilzame wer king van de muziek eigenlijk uit het oog verloren is", vertelt ons Ter Burg tussen de bedrijven door. „Kijk maar naar een mars en een wals: dan voel je toch ook de neiging om mee te marcheren of mee te dansen!" De laatste muziekles is afgelopen een van de patiëntjes moet hardop bidden. In een langgerekte woordenstroom dankt hij „de lieve Heer voor de behouden terug komst van de drie astronauten', bidt hij „dat de Arabieren gauw ophouden met de beschietingen". Als hij in herhaling valt loopt de onderwijzer van de groep naar hem toe, fluistert hem iets in het oor en dan eindigt hij met te vragen om een be houden thuisreis voor de heer Ter Burg. Want dat dagelijkse muziekuurtje is hun grootste vreugde en daarom is deze Wim ter Burg hun grootste vriend! Wie is eigenlijk deze Wim ter Burg? We zeiden het al: praten met hem is heel gezellig. Dan zoek je hem op in zijn flat in Doesburg (waar hij overigens zo lijkt het alleen nog maar komt om te eten en te slapen), dan zit je in een door hem zelf ontworpen stoel en kijk je naar een door hem zelf ontworpen wandcombinatie. En luister je naar zijn levensverhaal en naar de gedachten over muziek die deze nu 54-jarige heeft ontwikkeld. Hij is Utrechter van geboorte en daar doorliep hij de middelbare school. Vervol gens het conservatorium waar hij fluit, orgel en piano studeerde. Hij werd beiaar dier in Enkhuizen en kreeg enkele koren onder zijn hoede. Maar het meest trok hem de muziek-pedagogie. „Niet in de particuliere sector, want daar bereik je weinig mee". Hij ging zich bezig houden met de algemene muzikale ontwikkeling. Via de middelbare scholen kwam de heer Ter Burg in aanraking met de Barti meus-stichting te Zeist en met de tehuizen van die stichting in Almen, Lochem en de Springplank te Doetinchem. Wat begon als een experiment is uitgegroeid tot een me dicijn, want door invloed van de muziek valt op vele fronten verbetering te consta teren. Het hele ontwikkelingswerk van de zwaar gehandicapte kinderen wordt door muzikale oefening bevorderd. Het begint hoe gek het ook klinkt met twee touwen. De heer Ter Burg gaat met een leraar of lerares tussen twee lan ge touwen staan. In elke hand een touw. Tussen de docenten in staat een kind. Op het ritme van muziek trekt men aan de touwen. Het kind, dat het touw vast moet houden wordt automatisch meegetrokken, net zo lang, totdat het, als de touwen slap hangen, zelf de beweging maakt. Hierdoor krijgt het kind, dat sterk in zichzelf leeft, contact met de omgeving. Na 'n reeks van oefeningen is men dan eindelijk zover, dat De Doesburgse musicus-pedagoog-the rapeut-componist draagt zijn kennis in het hele land over door middel van lezin gen. Het is geen wonder, dat hij op een gegeven moment samen met de heren Stolwijk, directeur van het Rotterdams conservatorium en Heysteok, directeur van 't Maastrichts conservatorium werd benaderd door de Televisie-academie (Te- leac) voor het geven van muzieklessen. Sa men met Kees Stolwijk was hij elke week tweemaal op het scherm te zien, vijfen twintig weken achter elkaar. Wim ter Burg ziet in een apart program ma van educatieve dingen wel toekomst. In Duitsland kent men bijvoorbeeld al lang zo iets. Hij denkt zelfs aan een apar te zender. Het werk zelf vindt hij enorm fascinerend. Met zijn werk is Wim ter Burg gelukkig. Het kleine is veel belangrijker dan het grote, vindt hij. „Is het niet verrukkelijk om die kinderen bijvoorbeeld zo gelukkig te zien?" Het is fijn, dat we in Nederland men sen hebben als Wim ter Burg, die hun ga ven op een dergelijke manier benutten, want, en nu citeren we therapeut Ter Burg: „Je hoeft het niet te doen, om be roemd te worden..." Meisje bij de pomp" van Matthijs Maris, 34 bij 26,5 cm., in 1872 geschilderd, vermoedelijk in Parijs. was de muziek en het luisteren, de aandacht en de overgave. Daar was het gevoel! Tenslotte Willem Maris, die het licht zocht in de natuur, hier in een landschap, de hoge hemel en de wei de. Doch sterker sprak Anton Mauve me aan. Hoewel, bij de eerste ontmoeting van Mauve en Willem Maris bij het bruggetje van Wolfheze, moest Mauve constateren, dat die jonge Maris direct in een schets bereikt had, wat hij na veel studie daar nooit had kunnen bereiken. Een her innering, die bij me opkwam nu ik beide na men noemde. Het gevoel: Het is zo'n simpel bloempje, de camelia, die Jan Mankes schilderde en welk een blijheid en geur. Hoe heeft Floris Verster, de eenzame van Groen woud, in meditatie verzon ken, zijn begonia's en anemonen gezien en Jan Voerman zijn rozen. En hoe heeft Isaac Israëls, die levendige impressionist, het stille leven van bloemen ondergaan, die toch ook zijn hoeden winkel met de Amsterdamse dames, begerig voor de vitrine, geschilderd heeft. Ik sprak daar van „impressionist" doch ga dan ook van Breitner zijn „Hartjesdag" zien, met alle rumoer en dwaasheid der Amsterdammers. En keer dan terug tot Jongkind met zijn molen en vredig zeilend schip op een vaart door het Hol landse land van Overschie. Of naar het weidse polderland van J. H. Weissenbruch, groot in het kleine kader. En het polderland van Gabriël Het was reeds de jonge Gerard Bilders, die Mauve en Willem Maris in Oosterbeek ontmoet te, er sprak over de kunst der Barbizonners, die hij bewonderde, de aantrekkingskracht voor vele Hollandse kunstenaars in die tijd o.a. ook voor Jacob en Thijs Maris. Het is te begrijpen, dat de verzamelaar Veen- dorp, door zijn gevoel gedreven, ook uitging naar enige Franse meesters, die in zijn collectie aan wezig zijn. Mij trof het, in een doorlicht groen gamma geschilderd landschap van Corot, een dal tussen heuvels met een overhellende markante oude boom en daaronder een pad met een een zame vrouw op weg (naar een dorp op de hel ling, romantisch en naturalistisch tevens. En met de sfeer van vrede en stilte, waarover de oude boom als beschermend neerziet. Romantiek, poëzie, een wereld waarin het ade men licht is. Er is een zeegezicht van Daiubigny, een hoge lucht, een effene zee met de lichtende golven van de branding, de zee vervloeiend in 't atmosferische grijs van de horizon, de oneindigheid. Er is Vollon met sappige vruchten- stillevens, Odilon Redon met fluwelig kleurige klaprozen en Gauguin met een ommuurde kerk, een strenge, wat donkere compositie, waarin de toren spits zich verliest in een trillend blauwe lucht. Er zijn aquarellen en tekenin gen, waarbij talrijke van Willem Tholen, levendig en gevoelig, een sfeer, die als ik 'de heer Veendorp begrijp» geheel past in zijn geeste lijke geaardheid, die in de kunst zocht naar stilte en waarheid, naar melodie en licht En waarbij ook gevoegd kan worden een gevoel voor humor en menselijke bewogenheid. Het beeldje van Mendes da Costa, een moeder met een kindje, 'n oude vrouw, die het kindje streelt, dit drietal in zijn verbondenheid getuigt van die menselijke bewogenheid. Door de gehele verzameling, dunkt me, loopt de geest, het gevoel van Veendorps geaardheid, geaccentu eerd door de werken van Floris Ver ster, Jan Mankes, Corot, door Tho len, Thijs Maris, Jongkind en Dau bigny. Daarom zal deze verzameling, uit een periode die voorbij ging, een kunst van alle tijden blijken te zijn, nu het rijke bezit van de stad Gro ningen en van het gehele land. Johan Wesselink SPANJE ALS MUZIEKLAND Voordat men een instrument gaat bespe len moet men zo vindt de pedagoog Ter Burg eerst de muzikale activitei ten ontwikkelen. Het gehoor en het geheu gen moeten worden geoefend en zo komt menz ingend en spelend in 't voorportaal van de algemene muzikale ontwikkeling. Het instrumentale is naar zijn mening na melijk een vrucht van de algemene muzi kale ontwikkeling. „Ieder mens zou aan deze ontwikkeling moeten doen. Vaak hoor ik van mensen: „Ik ben niet muzikaal". Die mensen zijn dan wel muzikaal, maar niet muzikaal ontwikkeld, want ze voegen er direct aan toe: „...want ik hou niet van klassiek". Daaraan kan ik al zien, dat ze wél muzikaal zijn, want door de zin „ik hou niet van klassiek" toont de persoon in kwestie, dat hij klassiek van modern kan scheiden". Bij professor Smits van Warenberghe studeerde Wim ter Burg schoolmuziek. Zelf geeft hij les op middelbare en kweekscho len. Momenteel is hij in vaste dienst ver bonden aan de prot.-chr. kweekschool De Klokkenberg te Nijmegen. 'T'oen Christopher Columbus in 1492 met de Santa Maria, de Pinta en de Nina uit zeilde voor zijn historische expeditie, waar bij San Salvador in de Bahama's, Cuba en Haïti werden ontdekt, klonk tijdens het af- scheidsbanket muziek van Antonio de Cabe- zon, Juan del Encina, Alfonso de Mudarra en andere beroemde Spaanse componisten. De componisten uit de tijd van Columbus een keerpunt in de geschiedenis noemen we beroemd, omdat zij behoorden tot het Spanje van koningin Isabelle van Castilië, de bloei tijd van de Spaanse muziek, die tot ongeveer het begin van de zeventiende eeuw voort duurde. Beroemd is iets heel anders dan al gemeen bekend en wie géén van de boven genoemde namen van oude Spaanse compo nisten en hun onmiddellijke voorgangers of tijdgenoten kent, hoeft zich daar allerminst een verwijt van te maken. Hoe veelgespeeld hun muziek was in Spanje, muziek voor luit of toetsinstrument, zij heeft in West-Europa nooit de sterke verbreiding gevonden van de Duitse, Franse of Engelse muziek uit dezelfde tijd. Het is opvallend en typerend voor de Spaanse muziek, dat bij alle vanzelfspreken de ontwikkelingen deze muziek uit de bloei periode van de Spaanse muziek toch dezelfde trekken bezit als de Spaanse muziek uit on ze tijd, na een lange periode van verval. Er is nog een factor van betekenis in de Spaanse muziek. Dit is haar sterke invloed, die veel groter en veel ruimer is geweest dan menigeen zal beseffen, juist omdat we ge wend zijn ons algemeen muziekbegrip en onze waardering te koppelen aan de namen van de grote componisten uit West-Europa. Spaan se muziek houdt voor velen buiten Spanje gewoonlijk maar enkele uitingen in. Gitaar kunst in de eerste plaats en dit terecht, want de Spaanse gitaarmuziek en het klassieke gi taarspel zijn superieur. Dan de volksmuziek, een rijke en in elke landstreek sterk geva rieerde folklore, een volkslied dat het gehele Spaanse bestaan doordringt. In de laatste ja ren is verder de geheel apart staande fla mencokunst, dans, muziek en liederen van de Spaanse zigeuners, buiten Spanje populair geworden. Maar van de voorname en toch expressieve muziek van het Iberische schier eiland, een eeuw vor het verval onder ko ning Philips II inzette, horen we weinig. Toch bezitten de villancios, canciones en estranbo- tes, die beroemde componisten schreven, een typisch Spaanse gloed en hebben zij de com ponisten van onze tijd in hun streven naar een eigen Spaanse kunstmuziek sterk beïn vloed. Er is nauwelijks een land in Europa, waar de eigen sterke gevarieerde volksmu ziek zich zo zuiver wist te handhaven als in Spanje het geval is geweest. Toen het lang zame verval van het trotse machtige rijk zich ook maatschappelijk ging openbaren, kregen was van het gehele volk, heeft haar typisch Spaans karakter bewaard. buitenlandse invloeden hun greep op de Spaanse kunstmuziek, die in haar ontwikke ling daardoor werd opgehouden. De volksmu ziek, die ook inderdaad het gekoesterde bezit onder volksmuziek is het bestaan in Span je niet denkbaar. Muziek is volkomen opgenomen in het dagelijkse leven van de Spanjaarden en daarmee verweven, in goede en slechte tijden. Er zijn maar heel weinig zaken, gebeurte nissen, ervaringen en gevoelens, die voor de Spanjaarden geen onmiddellijke aanleiding waren en zijn tot muziek. In de ontelbare dansliederen en copla's vinden we het hele scala van gevoelens en ervaringen terug, niet zoals bij vele volken het geval is alleen de hoogtepunten, maar ook de schijnbaar nietige voorvallen. Tussen de liederen, die zich bewe gen tussen sterke polen van leven en dood, ge boorte en sterven, zijn er honderden welke het gewone dagelijks leven tot onderwerp hebben. Er wordt nauwelijks onderscheid gemaakt tussen het populaire en het verhevene. Werk en spel, liefde en godsdienst, alles wat de Spanjaard in zijn dagelijks bestaan tegen komt, krijgt gelijke aandacht in zijn muziek. In Spanje zingt en danst men in de straten van de stad en op het land, in de patio's en in de kerk. Daarom waren de grenzen tus sen ernst en spel in de muziek, tussen wat zijn gaan noemen, in Spanje altijd uiterst vaag, als deze grenzen er al waren. Voor de Spanjaarden was muziek eeuwenlang een nor male levensvoorwaarde, de muziek in één of andere vorm was er haast altijd. Zij werd niet bewaard voor de tijd, dat men vond zich te moeten ontspannen. Voor de Spanjaard was de gitaar altijd onder bereik en anders had hij zijn lied of de dans. De ingeboren muzi kaliteit en muziekbehoefte kon in Spanje lang volkomen worden bevredigd door het eigen rijke bezit aan volksmuziek. Opvallend gering is de invloed van de buitenlandse amuse mentsmuziek geweest, zo lang het om de le vende muziek ging en voor de snelle verbrei ding van de moderne geluidsmedia. Want de verknochtheid aan d eeigen volksmuziek heeft een intensieve verspreiding van buitenlandse amusementsmuziek lang tegenhouden. Ter wijl voor de kunstmuziek enkele eeuwen lang de niet-Spaanse muziek leidinggevend was, bleef de zuivere volksmuziek instinctief de buitenlandse amusementsmuziek weren. Dit houdt ook zeker verband met het nationale karakter, het gaaf bewaren van specifieke Spaanse volkskunst door een zeker isolement bestendigd. Cpanje is het land van de paradox, de k-^ schijnbare tegenstrijdigheid. In de mu ziek is dit heel sprekend. Het klinkt immers bijna paradoxaal, dat de kracht en muzikale schoonheid van de authentieke Spaanse mu ziek is kunnen ontstaan, doordat in de beslis sende ontwikkelingsperioden een veelheid van (toen) vreemde invloeden elkaar hebben ont moet in de landstreken en voormalige ko ninkrijken die nu het huidige Spanje vormen. Spaanse kunst en muziek zijn wonderlijk ge vormd. Elementen van Mozarabische, Romein se, Visigotische, Moorse, Grieks-Perzische af komst hebben zich vermengd met het Bas- kische, Catalaanse, Castiliaanse en Andalusi- sche aandeel. Uit deze uiteenlopende ver scheidenheid, aan motieven en vormen, is de Spaanse muziek gegroeid, zowel de authen tieke volksmuziek als de zuiver Spaans ge worden kunstmuziek. Zij bereikte een hoogte punt in de zestiende eeuw en bleef bloeien tot ongeveer de zeventiende eeuw. Latere buitenlandse invloeden werkten min der bevruchtend, eerder werden deze tot een overheersing en belemmerden een natuurlijke wij serieuze muziek en amusementsmuziek ontwikkeling van een Spaanse kunstmuziek. Maar in de bloeiperiode van de zuivere Spaan se muziek, gebaseerd op dansvormen en pa tronen, vond er een curieuze aftakking plaats. Toen Columbus terugkeerde van zijn eerste ontdekkingsreizen en men in Spanje over tuigd was geraakt van de onvoorstelbare rijk dommen in de overzeese gebieden van de Nieuwe Wereld, werden meer schepen uitge zonden. Op de ontdekte eilanden, eerst nog op de kusten en later ook meer het binnen land in, werden schepelingen achtergelaten voor een eerste nog primitieve nederzetting. Later volgden uit het moederland kolonisten en ambtenaren; nog later groeide een over zeese maatschappij op alle eilanden en in alle veroverde gebieden, die Spaans van structuur, cultuur en godsdienst was. Eén van de merkwaardigste en gecompliceerdste hoofdstukken in de geschiedenis van de mu ziek is de vorming van de Latijns-Amerikaan se muziek. Het is typerend voor de Oudspaanse geest, dat de basis van een enorm verspreide La tijns-Amerikaanse muziek werd gelegd door de danspatronen van de muziek van de oude Spaanse componisten. Zeer curieus, want de overwegende dansvormen ten spijt waren deze gestileerde dansen op een streng metrum toch hoofs en voornaom, vaak ernstig en we ken zijn in elk geval af van wat we zijn gaan rekenen tot de amusementsmuziek. Maar de muziek, die in grote verscheidenheid in Latijns-Amerika werd gebouwd op de grond patronen van de Spaanse klassieke muziek, is wel degelijk tot een amusementsmuziek ge groeid, zij het dan in de ruimste zin en van dikwijls hoge muzikaliteit. In de verspreiding van de populair geworden Latijns-Ameri kaanse muziek over heel de wereld kwam zij ook in Spanje. Eveneens typerend voor de Spaanse geest en het Spaanse levensgevoel bleef de invloed van de Latijns-Amerikaanse amusementsmu ziek in Spanje, het moederland dat de basis vormen eens had geleverd, lang beperkt. De Spanjaarden hielden zich aan de eigen volks muziek tot de vloed van internationale amu sementsmuziek, uit Latijns-Amerika maar meer nog uit de Angelsaksische landen, Span je via de onstuitbare geluidsmedia is gaan overspoelen. Tot zorg van de Spaanse autori teiten zoals blijkt uit de maatregelen die zij hebben genomen „tot bescherming" van de eigen muziek.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 13