DE BLIJDE THERAPIE VAN WIM TER BURG
Groningen is
rijk met
V eendorp-verzameling
Muziek als heilzaam medicijn
voor dubbel-gehandicapten
Niet om
beroemd
te worden!"
oJKCuzen
Pornografie
Televisie
4- Heilzaam
Pedagoog
issen
muziekfeuilletcn
door
henri th. {immerman
„Bij Overschie"olieverfschilderij
van J. B. Jongkind, 33,5 bij 46 cm.
Je kunt met Wim ter Burg heel gezellig
praten. Je kunt ook ingespannen en met
grote voldoening naar hem luisteren. En
je kunt ook alleen maar naar hem kijken
als hij bezig is met „zijn" kinderen dat
is het prettigste want het meest ontroeren
de. Want Wim ter Burg is veel en kan
veel: hij speelt fluit en beiaard, orgel en
piano, hij dirigeert koren en geeft les op
scholen, hij was vijfentwintig weken ach
tereen op het televisie-scherm te zien in de
Teleac-cursus over muziek en hij compo
neert kerkmuziek dat alles doet hij
met grote overgave. Maar bij die kinderen
is zijn hart.
Diep verscholen achter door de winter
uitgedunde bossen ligt even buiten Almen
het landgoed de „Ehze". Een lange oprij
laan voert naar het grote landhuis dat een
jaar of zes geleden werd1gekocht door de
Barthimeus-stichting. Sindsdien wonen er
dubbel-gehandicapte kinderen, kinderen
dus die zowel geestelijk als lichamelijk ge
stoord zijn.
„Mag ik de gong, meneer Ter Burg?"
Vragend kijkt het jongetje op naar de man
die nu al vijf jaar aan hem en zijn vriend
jes allen debiel, imbeciel en/of blind
medicijn toedient in de vorm van muziek.
Het jongetje is dolblij dat hij de gong
mag hanteren, want daarmee vervult hij
een belangrijke functie. Met dit instrument
kan men, beter nog dan met het gespro
ken woord, verzoeken om stilte, de stilte
die vooraf gaat aan het musiceren. Ze zit-
de instrumenten gebruikt kunnen worden.
Wim ter Burg hoopt door middel van zijn
therapie te kunnen ontdekken welke storin
gen er bij de kinderen optreden. Hij weet
dat het er niet veel zijn: veel kinderen
hebben namelijk dezelfde storingen.
Wim ter Burg is erg door zijn werk bij
de Bartimeus-stichting geabsorbeerd. Hij
wordt er echter niet zó door in beslag ge
nomen dat er voor iets anders geen tijd
overblijft. Toonkunst uit Gorkum, een
koor met 120 leden dat uitsluitend grote
werken uitvoert, heeft in hem een kundig
dirigent. Daarnaast componeert Wim ter
Burg kerkmuziek, die zowel in de rooms-
katholieke, als in de hervormde Kerk
wordt gezongen. Het is allemaal lekker
eigentijdse muziek. Volgens de heer Ter
Burg is hetgeen heden ten dage nog steeds
in de kerk wordt gezongen waanzin. Hij
heeft er maar één uitdrukking voor:
„geestelijke pornografie". Kinderen kun je
geen geloof leren. Breng het ze bij door te
vertellen en een lied te leren is zijn mot
to. Samen met schrijfster Hanna Lam
schreef hij een tweetal boekjes met nieu
we kinderliedjes vol.
TAc stad Groningen heeft voor haar museum
in permanent bruikleen gekregen kunst
werken uit de romantische school van enige
Franse meesters als Corot, Gaugin, Daubigny
en Redon en van vele Nederlandse schilders,
vooral uit de Haagse school. Het is de heer
R. J. Veendorp, de schenker van deze kostbare
verzameling, oud-Groninger, die vond dat zijn
collecite thuishoorde in zijn geboortestad.
In een interview zei deze verzamelaar eens:
„Ik heb echt geen verstand van schilderijen, het
is allemaal een kwestie van gevoel." Dat, dat
gevoel, is de zuiverste instelling om de kunst
te benaderen en er op in te gaan. En daaraan
dankt nu Groningen deze kunstwerken van het
gevoel en dus van schoonheid.
Laat ik nu ook maar met mijn gevoel, en alle
kritiek terzijde latend, door deze zalen, langs
meer dan 200 kunstwerken gaan en vast in mijn
geheugen prenten die werken, die me troffen en
waarvan ik er hier enige zal noemen.
Als eerste „Meisje aan de pomp", dat Matthijs
Maris in 1872, wellicht tijdens zijn verblijf in
Parijs, schilderde; een stille melancholie is in
dit meisje, iets van herinnering, iets vragends
ook. Twee duiven, in hun veren gedoken, schij
nen de melancholie te delen. Er is de koude
pomp, wat geel gebladerte, oude muren, maar
heel die stille melancholie is geweven in zo*n
schoon gamma van lichte kleuren met accenten
van groen en rood, dat het schilderij bijna fees
telijk aandoet en het meisje tot een beeld van
de jeugd wordt.
Nu ik toch bij het schilders-trio: Thijs, Jacob
en Willem Maris, geraakt ben, moet ik na Thijs
Jacob, de oudste zien en dan word ik getroffen
door de violist, zijn zoontje, zo eenvoudig in
zijn bruine jasje, zijn blonde haren, de viool en
het muziekblad. Maar uit en om die jongen heen
Wim ter Burg, de 54-jarige Doesburger, mag zich de enige muziektherapeut in
Nederland noemen: in zijn werk gebruikt hij de „motorische kracht" die in
muziek schuilt en die bijna ieder mens aanspreekt. Daarmee brengt hij zonneschijn
èn medicijn in het leven van vele gehandicapte kinderen.
ten in een rij aan tafeltjes, de „patiën
ten" van de heer Ter Burg. Een voor een
spelen ze een wijsje op de xylofoon die
voor hen staat. Aandachtig luisteren ze
naar hetgeen een klasgenootje ervan te
recht brengt. Dan, als de gong heeft ge
klonken en „meneer" vier tellen vooraf
heeft gegeven, spelen allen tegelijk. Het
klinkt leuk. De inspanning en concentratie
waarmee wordt gespeeld zijn ontroerend.
De opdracht van Wim ter Burg is vol
tooid: hij heeft met het medium muziek
gelokt tot motorische activiteit.
„Diurnarius", de schoolvereniging van
de school voor de journalistiek in
Utrecht, organiseert van 12 tot en met 19
maart in de jongerensociëteit Kasieno een
filmweek, waarin uitsluitend Nederlandse
produkties te zien zullen zijn. In totaal
worden 50 documentaires, korte films, te
ken-, speel-, televisie- en poppenfilms ver
toond. Bovendien zal een aantal tv-spots
worden geprojecteerd.
René Vincent, eerste solist bij het Na
tionale Ballet, heeft tijdens de voorge-
nerale van het ballet „Les Sylphides" een
val gemaakt, waarbij hij een lichte her
senschudding heeft opgelopen. De premiè
re van „Les Sylphides", die in de Amster
damse stadsschouwburg zou worden gege
ven, is derhalve voorlopig uitgesteld tot
vrijdag 28 februari.
De „Nederlandse Vereniging van Twee
lingen ten dienste van Wetenschap en
Volksgezondheid" zal op zaterdag 22
maart in hotel Smits in Utrecht haar jaar
vergadering houden. De vereniging be
staat deze zomer tien jaar. Het tweede
lustrum zal gevierd worden in Woudscho-
ten op 30 en 31 augustus.
De première van „Ceremonie voor een
vermoorde neger" van Fernando Arra-
bal, uit te brengen door het Zuidelijk To
neel „Globe" in Tilburg, is maandag 3
maart.
Minister Klompé van Cultuur, Recrea
tie en Maatschappelijk Werk zal woens
dag 5 maart in Lochem het mr. De Jongh-
huis openen, een landelijk vormingscen
trum voor „bijzonder jeugdwerk in inter-
naatverband".
Een rechter in Pretoria heeft bepaald,
dat drie Amerikaanse musicals in
Zuid-Agrika mogen worden opgevoerd, on
danks het feit dat de betrokken schrijvers
daarvoor hun toestemming weigeren. Het
gaat om „West Side Story", „Anatevka"
en „De man van La Mancha". De auteurs
ervan hebben geen toestemming gegeven
voor de uitvoering in Zuid-Afrika, omda'
voor het publiek de apartheidspolitiek
geldt.
Het Brabants Orkest zal onder leiding
van Hein Jordans en met Claude
Frank, piano, van 3 tot en met 7 maarl
concerten geven in de Weslduitse plaat
sen Hameln, Afschaffenburg, Bad Hom
burg, Essiingen en Speijer.
„Men vergeet vaak dat de heilzame wer
king van de muziek eigenlijk uit het oog
verloren is", vertelt ons Ter Burg tussen
de bedrijven door. „Kijk maar naar een
mars en een wals: dan voel je toch ook de
neiging om mee te marcheren of mee te
dansen!"
De laatste muziekles is afgelopen een
van de patiëntjes moet hardop bidden. In
een langgerekte woordenstroom dankt hij
„de lieve Heer voor de behouden terug
komst van de drie astronauten', bidt hij
„dat de Arabieren gauw ophouden met de
beschietingen". Als hij in herhaling valt
loopt de onderwijzer van de groep naar
hem toe, fluistert hem iets in het oor en
dan eindigt hij met te vragen om een be
houden thuisreis voor de heer Ter Burg.
Want dat dagelijkse muziekuurtje is hun
grootste vreugde en daarom is deze Wim
ter Burg hun grootste vriend!
Wie is eigenlijk deze Wim ter Burg?
We zeiden het al: praten met hem is
heel gezellig. Dan zoek je hem op in zijn
flat in Doesburg (waar hij overigens
zo lijkt het alleen nog maar komt om
te eten en te slapen), dan zit je in een
door hem zelf ontworpen stoel en kijk
je naar een door hem zelf ontworpen
wandcombinatie. En luister je naar zijn
levensverhaal en naar de gedachten
over muziek die deze nu 54-jarige heeft
ontwikkeld.
Hij is Utrechter van geboorte en daar
doorliep hij de middelbare school. Vervol
gens het conservatorium waar hij fluit,
orgel en piano studeerde. Hij werd beiaar
dier in Enkhuizen en kreeg enkele koren
onder zijn hoede. Maar het meest trok
hem de muziek-pedagogie. „Niet in de
particuliere sector, want daar bereik je
weinig mee". Hij ging zich bezig houden
met de algemene muzikale ontwikkeling.
Via de middelbare scholen kwam de
heer Ter Burg in aanraking met de Barti
meus-stichting te Zeist en met de tehuizen
van die stichting in Almen, Lochem en de
Springplank te Doetinchem. Wat begon als
een experiment is uitgegroeid tot een me
dicijn, want door invloed van de muziek
valt op vele fronten verbetering te consta
teren. Het hele ontwikkelingswerk van de
zwaar gehandicapte kinderen wordt door
muzikale oefening bevorderd.
Het begint hoe gek het ook klinkt
met twee touwen. De heer Ter Burg gaat
met een leraar of lerares tussen twee lan
ge touwen staan. In elke hand een touw.
Tussen de docenten in staat een kind. Op
het ritme van muziek trekt men aan de
touwen. Het kind, dat het touw vast moet
houden wordt automatisch meegetrokken,
net zo lang, totdat het, als de touwen slap
hangen, zelf de beweging maakt. Hierdoor
krijgt het kind, dat sterk in zichzelf leeft,
contact met de omgeving. Na 'n reeks van
oefeningen is men dan eindelijk zover, dat
De Doesburgse musicus-pedagoog-the
rapeut-componist draagt zijn kennis in
het hele land over door middel van lezin
gen. Het is geen wonder, dat hij op een
gegeven moment samen met de heren
Stolwijk, directeur van het Rotterdams
conservatorium en Heysteok, directeur
van 't Maastrichts conservatorium werd
benaderd door de Televisie-academie (Te-
leac) voor het geven van muzieklessen. Sa
men met Kees Stolwijk was hij elke week
tweemaal op het scherm te zien, vijfen
twintig weken achter elkaar.
Wim ter Burg ziet in een apart program
ma van educatieve dingen wel toekomst.
In Duitsland kent men bijvoorbeeld al
lang zo iets. Hij denkt zelfs aan een apar
te zender. Het werk zelf vindt hij enorm
fascinerend.
Met zijn werk is Wim ter Burg gelukkig.
Het kleine is veel belangrijker dan het
grote, vindt hij. „Is het niet verrukkelijk
om die kinderen bijvoorbeeld zo gelukkig
te zien?"
Het is fijn, dat we in Nederland men
sen hebben als Wim ter Burg, die hun ga
ven op een dergelijke manier benutten,
want, en nu citeren we therapeut Ter
Burg: „Je hoeft het niet te doen, om be
roemd te worden..."
Meisje bij de pomp" van Matthijs Maris, 34 bij 26,5 cm., in
1872 geschilderd, vermoedelijk in Parijs.
was de muziek en het luisteren, de aandacht en
de overgave. Daar was het gevoel! Tenslotte
Willem Maris, die het licht zocht in de natuur,
hier in een landschap, de hoge hemel en de wei
de.
Doch sterker sprak Anton Mauve me aan.
Hoewel, bij de eerste ontmoeting van Mauve en
Willem Maris bij het bruggetje van Wolfheze,
moest Mauve constateren, dat die jonge Maris
direct in een schets bereikt had, wat hij na veel
studie daar nooit had kunnen bereiken. Een her
innering, die bij me opkwam nu ik beide na
men noemde.
Het gevoel: Het is zo'n simpel bloempje, de
camelia, die Jan Mankes schilderde en welk een
blijheid en geur. Hoe heeft Floris Verster, de
eenzame van Groen woud, in meditatie verzon
ken, zijn begonia's en anemonen gezien en Jan
Voerman zijn rozen. En hoe heeft Isaac Israëls,
die levendige impressionist, het stille leven van
bloemen ondergaan, die toch ook zijn hoeden
winkel met de Amsterdamse dames, begerig voor
de vitrine, geschilderd heeft.
Ik sprak daar van „impressionist" doch ga dan
ook van Breitner zijn „Hartjesdag" zien, met alle
rumoer en dwaasheid der Amsterdammers. En
keer dan terug tot Jongkind met zijn molen en
vredig zeilend schip op een vaart door het Hol
landse land van Overschie. Of naar het weidse
polderland van J. H. Weissenbruch, groot in het
kleine kader. En het polderland van Gabriël
Het was reeds de jonge Gerard Bilders, die
Mauve en Willem Maris in Oosterbeek ontmoet
te, er sprak over de kunst der Barbizonners, die
hij bewonderde, de aantrekkingskracht voor vele
Hollandse kunstenaars in die tijd o.a. ook voor
Jacob en Thijs Maris.
Het is te begrijpen, dat de verzamelaar Veen-
dorp, door zijn gevoel gedreven, ook uitging naar
enige Franse meesters, die in zijn collectie aan
wezig zijn. Mij trof het, in een doorlicht groen
gamma geschilderd landschap van Corot, een dal
tussen heuvels met een overhellende markante
oude boom en daaronder een pad met een een
zame vrouw op weg (naar een dorp op de hel
ling, romantisch en naturalistisch tevens. En
met de sfeer van vrede en stilte, waarover de
oude boom als beschermend neerziet. Romantiek,
poëzie, een wereld waarin het ade
men licht is.
Er is een zeegezicht van Daiubigny,
een hoge lucht, een effene zee met de
lichtende golven van de branding, de
zee vervloeiend in 't atmosferische
grijs van de horizon, de oneindigheid.
Er is Vollon met sappige vruchten-
stillevens, Odilon Redon met fluwelig
kleurige klaprozen en Gauguin met
een ommuurde kerk, een strenge, wat
donkere compositie, waarin de toren
spits zich verliest in een trillend
blauwe lucht.
Er zijn aquarellen en tekenin
gen, waarbij talrijke van Willem
Tholen, levendig en gevoelig, een
sfeer, die als ik 'de heer Veendorp
begrijp» geheel past in zijn geeste
lijke geaardheid, die in de kunst
zocht naar stilte en waarheid, naar
melodie en licht En waarbij ook
gevoegd kan worden een gevoel voor
humor en menselijke bewogenheid.
Het beeldje van Mendes da Costa,
een moeder met een kindje, 'n oude
vrouw, die het kindje streelt, dit
drietal in zijn verbondenheid getuigt
van die menselijke bewogenheid.
Door de gehele verzameling, dunkt
me, loopt de geest, het gevoel van
Veendorps geaardheid, geaccentu
eerd door de werken van Floris Ver
ster, Jan Mankes, Corot, door Tho
len, Thijs Maris, Jongkind en Dau
bigny. Daarom zal deze verzameling,
uit een periode die voorbij ging, een
kunst van alle tijden blijken te zijn,
nu het rijke bezit van de stad Gro
ningen en van het gehele land.
Johan Wesselink
SPANJE ALS MUZIEKLAND
Voordat men een instrument gaat bespe
len moet men zo vindt de pedagoog
Ter Burg eerst de muzikale activitei
ten ontwikkelen. Het gehoor en het geheu
gen moeten worden geoefend en zo komt
menz ingend en spelend in 't voorportaal
van de algemene muzikale ontwikkeling.
Het instrumentale is naar zijn mening na
melijk een vrucht van de algemene muzi
kale ontwikkeling. „Ieder mens zou aan
deze ontwikkeling moeten doen. Vaak hoor
ik van mensen: „Ik ben niet muzikaal". Die
mensen zijn dan wel muzikaal, maar niet
muzikaal ontwikkeld, want ze voegen er
direct aan toe: „...want ik hou niet van
klassiek". Daaraan kan ik al zien, dat ze
wél muzikaal zijn, want door de zin „ik
hou niet van klassiek" toont de persoon in
kwestie, dat hij klassiek van modern kan
scheiden".
Bij professor Smits van Warenberghe
studeerde Wim ter Burg schoolmuziek. Zelf
geeft hij les op middelbare en kweekscho
len. Momenteel is hij in vaste dienst ver
bonden aan de prot.-chr. kweekschool De
Klokkenberg te Nijmegen.
'T'oen Christopher Columbus in 1492 met de
Santa Maria, de Pinta en de Nina uit
zeilde voor zijn historische expeditie, waar
bij San Salvador in de Bahama's, Cuba en
Haïti werden ontdekt, klonk tijdens het af-
scheidsbanket muziek van Antonio de Cabe-
zon, Juan del Encina, Alfonso de Mudarra
en andere beroemde Spaanse componisten. De
componisten uit de tijd van Columbus een
keerpunt in de geschiedenis noemen we
beroemd, omdat zij behoorden tot het Spanje
van koningin Isabelle van Castilië, de bloei
tijd van de Spaanse muziek, die tot ongeveer
het begin van de zeventiende eeuw voort
duurde. Beroemd is iets heel anders dan al
gemeen bekend en wie géén van de boven
genoemde namen van oude Spaanse compo
nisten en hun onmiddellijke voorgangers of
tijdgenoten kent, hoeft zich daar allerminst
een verwijt van te maken. Hoe veelgespeeld
hun muziek was in Spanje, muziek voor luit
of toetsinstrument, zij heeft in West-Europa
nooit de sterke verbreiding gevonden van de
Duitse, Franse of Engelse muziek uit dezelfde
tijd. Het is opvallend en typerend voor de
Spaanse muziek, dat bij alle vanzelfspreken
de ontwikkelingen deze muziek uit de bloei
periode van de Spaanse muziek toch dezelfde
trekken bezit als de Spaanse muziek uit on
ze tijd, na een lange periode van verval.
Er is nog een factor van betekenis in de
Spaanse muziek. Dit is haar sterke invloed,
die veel groter en veel ruimer is geweest dan
menigeen zal beseffen, juist omdat we ge
wend zijn ons algemeen muziekbegrip en onze
waardering te koppelen aan de namen van
de grote componisten uit West-Europa. Spaan
se muziek houdt voor velen buiten Spanje
gewoonlijk maar enkele uitingen in. Gitaar
kunst in de eerste plaats en dit terecht, want
de Spaanse gitaarmuziek en het klassieke gi
taarspel zijn superieur. Dan de volksmuziek,
een rijke en in elke landstreek sterk geva
rieerde folklore, een volkslied dat het gehele
Spaanse bestaan doordringt. In de laatste ja
ren is verder de geheel apart staande fla
mencokunst, dans, muziek en liederen van
de Spaanse zigeuners, buiten Spanje populair
geworden. Maar van de voorname en toch
expressieve muziek van het Iberische schier
eiland, een eeuw vor het verval onder ko
ning Philips II inzette, horen we weinig. Toch
bezitten de villancios, canciones en estranbo-
tes, die beroemde componisten schreven, een
typisch Spaanse gloed en hebben zij de com
ponisten van onze tijd in hun streven naar
een eigen Spaanse kunstmuziek sterk beïn
vloed. Er is nauwelijks een land in Europa,
waar de eigen sterke gevarieerde volksmu
ziek zich zo zuiver wist te handhaven als in
Spanje het geval is geweest. Toen het lang
zame verval van het trotse machtige rijk zich
ook maatschappelijk ging openbaren, kregen
was van het gehele volk, heeft haar typisch
Spaans karakter bewaard.
buitenlandse invloeden hun greep op de
Spaanse kunstmuziek, die in haar ontwikke
ling daardoor werd opgehouden. De volksmu
ziek, die ook inderdaad het gekoesterde bezit
onder volksmuziek is het bestaan in Span
je niet denkbaar. Muziek is volkomen
opgenomen in het dagelijkse leven van de
Spanjaarden en daarmee verweven, in goede
en slechte tijden.
Er zijn maar heel weinig zaken, gebeurte
nissen, ervaringen en gevoelens, die voor de
Spanjaarden geen onmiddellijke aanleiding
waren en zijn tot muziek. In de ontelbare
dansliederen en copla's vinden we het hele
scala van gevoelens en ervaringen terug, niet
zoals bij vele volken het geval is alleen de
hoogtepunten, maar ook de schijnbaar nietige
voorvallen. Tussen de liederen, die zich bewe
gen tussen sterke polen van leven en dood, ge
boorte en sterven, zijn er honderden welke het
gewone dagelijks leven tot onderwerp hebben.
Er wordt nauwelijks onderscheid gemaakt
tussen het populaire en het verhevene. Werk
en spel, liefde en godsdienst, alles wat de
Spanjaard in zijn dagelijks bestaan tegen
komt, krijgt gelijke aandacht in zijn muziek.
In Spanje zingt en danst men in de straten
van de stad en op het land, in de patio's en
in de kerk. Daarom waren de grenzen tus
sen ernst en spel in de muziek, tussen wat
zijn gaan noemen, in Spanje altijd uiterst
vaag, als deze grenzen er al waren. Voor de
Spanjaarden was muziek eeuwenlang een nor
male levensvoorwaarde, de muziek in één of
andere vorm was er haast altijd. Zij werd niet
bewaard voor de tijd, dat men vond zich te
moeten ontspannen. Voor de Spanjaard was
de gitaar altijd onder bereik en anders had
hij zijn lied of de dans. De ingeboren muzi
kaliteit en muziekbehoefte kon in Spanje lang
volkomen worden bevredigd door het eigen
rijke bezit aan volksmuziek. Opvallend gering
is de invloed van de buitenlandse amuse
mentsmuziek geweest, zo lang het om de le
vende muziek ging en voor de snelle verbrei
ding van de moderne geluidsmedia. Want de
verknochtheid aan d eeigen volksmuziek heeft
een intensieve verspreiding van buitenlandse
amusementsmuziek lang tegenhouden. Ter
wijl voor de kunstmuziek enkele eeuwen lang
de niet-Spaanse muziek leidinggevend was,
bleef de zuivere volksmuziek instinctief de
buitenlandse amusementsmuziek weren. Dit
houdt ook zeker verband met het nationale
karakter, het gaaf bewaren van specifieke
Spaanse volkskunst door een zeker isolement
bestendigd.
Cpanje is het land van de paradox, de
k-^ schijnbare tegenstrijdigheid. In de mu
ziek is dit heel sprekend. Het klinkt immers
bijna paradoxaal, dat de kracht en muzikale
schoonheid van de authentieke Spaanse mu
ziek is kunnen ontstaan, doordat in de beslis
sende ontwikkelingsperioden een veelheid van
(toen) vreemde invloeden elkaar hebben ont
moet in de landstreken en voormalige ko
ninkrijken die nu het huidige Spanje vormen.
Spaanse kunst en muziek zijn wonderlijk ge
vormd. Elementen van Mozarabische, Romein
se, Visigotische, Moorse, Grieks-Perzische af
komst hebben zich vermengd met het Bas-
kische, Catalaanse, Castiliaanse en Andalusi-
sche aandeel. Uit deze uiteenlopende ver
scheidenheid, aan motieven en vormen, is de
Spaanse muziek gegroeid, zowel de authen
tieke volksmuziek als de zuiver Spaans ge
worden kunstmuziek. Zij bereikte een hoogte
punt in de zestiende eeuw en bleef bloeien
tot ongeveer de zeventiende eeuw.
Latere buitenlandse invloeden werkten min
der bevruchtend, eerder werden deze tot een
overheersing en belemmerden een natuurlijke
wij serieuze muziek en amusementsmuziek ontwikkeling van een Spaanse kunstmuziek.
Maar in de bloeiperiode van de zuivere Spaan
se muziek, gebaseerd op dansvormen en pa
tronen, vond er een curieuze aftakking plaats.
Toen Columbus terugkeerde van zijn eerste
ontdekkingsreizen en men in Spanje over
tuigd was geraakt van de onvoorstelbare rijk
dommen in de overzeese gebieden van de
Nieuwe Wereld, werden meer schepen uitge
zonden. Op de ontdekte eilanden, eerst nog
op de kusten en later ook meer het binnen
land in, werden schepelingen achtergelaten
voor een eerste nog primitieve nederzetting.
Later volgden uit het moederland kolonisten
en ambtenaren; nog later groeide een over
zeese maatschappij op alle eilanden en in
alle veroverde gebieden, die Spaans van
structuur, cultuur en godsdienst was. Eén van
de merkwaardigste en gecompliceerdste
hoofdstukken in de geschiedenis van de mu
ziek is de vorming van de Latijns-Amerikaan
se muziek.
Het is typerend voor de Oudspaanse geest,
dat de basis van een enorm verspreide La
tijns-Amerikaanse muziek werd gelegd door
de danspatronen van de muziek van de oude
Spaanse componisten. Zeer curieus, want de
overwegende dansvormen ten spijt waren deze
gestileerde dansen op een streng metrum
toch hoofs en voornaom, vaak ernstig en we
ken zijn in elk geval af van wat we zijn
gaan rekenen tot de amusementsmuziek. Maar
de muziek, die in grote verscheidenheid in
Latijns-Amerika werd gebouwd op de grond
patronen van de Spaanse klassieke muziek, is
wel degelijk tot een amusementsmuziek ge
groeid, zij het dan in de ruimste zin en van
dikwijls hoge muzikaliteit. In de verspreiding
van de populair geworden Latijns-Ameri
kaanse muziek over heel de wereld kwam zij
ook in Spanje.
Eveneens typerend voor de Spaanse geest
en het Spaanse levensgevoel bleef de invloed
van de Latijns-Amerikaanse amusementsmu
ziek in Spanje, het moederland dat de basis
vormen eens had geleverd, lang beperkt. De
Spanjaarden hielden zich aan de eigen volks
muziek tot de vloed van internationale amu
sementsmuziek, uit Latijns-Amerika maar
meer nog uit de Angelsaksische landen, Span
je via de onstuitbare geluidsmedia is gaan
overspoelen. Tot zorg van de Spaanse autori
teiten zoals blijkt uit de maatregelen die zij
hebben genomen „tot bescherming" van de
eigen muziek.