notities
Arnhem doet het
eens anders met
toeristen borden
1
w
W W' w
mm m
SSTTg
„Jongeren zouden 't moeten leren"
Improvisatie
speelt een
grote rol
Dordrecht maakte goed gebruik van watertol
SCHAKEN door H. KRAMER
Hoe lang?
Overdracht
Techniek
Dimensie
Oratorium
Waal en Linge
Palissaden
Scheiding
Wetering
Eivorm
Drempel
Vertwijfeld
Jl
i
it
1
U
B
n
&j§ n
E
'1A Ji
A
IP
m
1
s
DAMMEN
door J. M. BOM
BRIDGE
door H. W. FILARSKI
CRYPTOGRAM
D
Restauratie: uitdaging
voor de aannemer
VToor de aannemer is res-
tauratiewerk een extra
uitdaging om zijn vakman
schap te bewijzen, aldus de
directie van N.V. Aannemers
bedrijf v/h Boele en Van Ees
teren, Den Haag, in een uit
gave die geheel aan restaura
tiewerken in Nederland is ge
wijd.
„Utiliteitsbouw, zoals die
vandaag-de-dag bedreven
wordt, is negenennegentig pro
cent organisatie en een heel
klein beetje improvisatie.
Straffe en strikte organisatie
is een wezenstrek van de
eigentijdse nieuwbouw. Res
tauratie is vanzelfsprekend
óók een flink stuk organisa
tie, maar de beslissing van
het ogenblik, de improvisatie,
speelt een veel grotere rol.
Dat element van improvisa
tie is de extra uitdaging, die
in restauratie besloten ligt,
een uitdaging vooral aan het
vakmanschap, aan het oude
ambacht. Die ambachtelijke
kennis-en-kunde is schaars
aan het worden.
r)e oudere vaklieden be-
schikken er nog over.
Maar hoe lang kunnen zij hun
bijdrage nog leveren? En bij
de vraag of er een nieuwe
generatie dóórgeschoolde vak
lieden, die de taak kan over
nemen, aan het ontstaan is,
moet een heel groot vraagte
ken geplaatst worden. Als Ne
derland inderdaad ernst wil
maken met sanering en hér
structurering van historische
steden, zou een ontbreken van
dat oude vakmanschap wel
eens kunen blijken een héél
ernstige belemmering te zijn.
Prof. dr. W. Albeda van de
Ned. Economische Hogeschool
heeft bepleit de technische
school met een klas uit te
breiden voor die verfijning
van de vakkennis, maar de
jeugd is zó gebrand op snel
geld verdienen, dat het de
vraag is of een dergelijke
uitbreiding van de technische
school wel jongeren zou aan
trekken. Men houdt meer re
kening met de verdiensten
van het ogenblik dan met de
salarismogelijkheden van over
tien of vijftien jaar, die na
tuurlijk gunstiger liggen als
men specialistisch geschoold is.
D innen het bedrijf bevor
deren we die overdracht
van vakkennis door jongeren
met ouderen mee te laten lo
pen, zoals dat heet. Maar een
toegespitste opleiding op een
technische school geeft na
tuurlijk betere mogelijkheden.
„De suggestie van professor
Albeda verdient overweging",
aldus de B.E-directie, erva
ren in de moderne bouwtech
nieken, maar ook geïnteres
seerd als het gaat om het
behoud van monumenten uit
de bouwkunst.
l")e aannemer kan zich na
tuurlijk puur materialis
tisch opstellen en zich alleen
voor dié bouwwerken interes
seren, die een rendabele
winstmarge opleveren.
Winst maken blijft natuur
lijk onder alle omstandighe
den een motief, dat niet ver
onachtzaamd mag worden
(dat is ook de verantwoorde
lijkheid tegenover de aandeel
houders), maar daarmee is
een bijdrage aan die uiterst
belangrijke hérstructurering
niet uitgesloten.
\foor ons gevoel worden, uit
een oogpunt van snelle en
doelmatige conservering, daar
de beste resultaten behaald,
waar functionaliteit van het
gebouw en herstel van de
authenticiteit van de gevel
hand-in-hand kunnen gaan.
De rijksdienst stimuleert dit
beleid steeds meer.
Als het te restaureren ge
bouw, mét respect voor het his
torische, een bestemming
krijgt, die past in de moderne
samenleving, dan wordt zo'n
restauratie economisch gezien
een beter haalbare kaart. Voor
ons gevoel moet 't in die rich
ting gezocht worden, willen wij
althans nog op korte termijn
trachten te behouden wat over
enkele tientallen jaren wellicht
niet meer te redden valt, of
het zou onverantwoord hoge
bedragen gaan kosten.
T^e aannemer is, uit hoofde
van zijn uitvoerende posi
tie, niet in eerste instantie in
gesteld op historiciteit en es
thetiek.
Zij bijdrage is vóór alles
een stuk techniek, maar de
kwaliteit van deze techniek is
veelal bepalend voor de es
thetische waarde van het be
haalde restauratieresultaat.
„De aannemer kan natuur
lijk als uitvoerder zonder meer
bij een restauratie betrokken
worden. Voor ons als bouw-
deskundigen is het echter veel
boeiender reeds in een vroegtr
stadium bij de voorbereidingen
betrokken te worden, als lid
van het bouwteam. Dat komt
ons ook constructiever voor.
De techniek van de restauratie
is vaak bijzonder complex, eist
een goede planning, het tijdig
vrijmaken van gespecialiseer
de krachten. Bovendien draagt
de aannemer een grote verant
woordelijkheid. Een histori
sche gevel, die tijdens de res
tauratiewerkzaamheden, vaak
als een decorstuk overeind ge
houden moet worden, mag niet
instorten. Om dit te voorko
men zijn ingrijpende techni
sche maatregelen nodig. Hoe
eerder de aannemer in de pro
blemen en plannen gekend
wordt, hoe doelmatiger de
voorzieningen kunnen zijn.
Vroegtijdige technische in
spraak kan veelal de zaken
vereenvoudigen.
Tedere échte restauratie heeft
altijd het karakter van een
extra dimensie, die voorname
lijk door Monumentenzorg bij
gedragen wordt, zijnde dat be
langrijke historische geweten,
een gegeven dat de principaal
voor nieuwbouw niet of in veel
mindere mate ent.
„Het onderzoekingswerk van
deze rijksdienst is van eminen
te waarde. Veelal zijn de teke
ningen van historische gebou
wen niet bewaard gebleven.
Alles moet dus opgemeten wor
den en in tekening gebracht,
een opgave die voor de betrok
kene veel werk meebrengt. Het
specialisme van Monumenten
zorg dat hierop volledig is
afgestemd speelt de tech
niek gegevens toe, zonder
welke restauratie vrijwel on
denkbaar zou zijn. Restauratie
staat en valt (en dat „valt"
kan ook letterlijk genomen
worden) met de voorbereiden
de inbreng van de rijksdienst.
Meer financiële armslag zou
deze dienst in staat stellen
meer planne tot uitvoering te
brengen. Want er is nog ver
schrikkelijk veel, dat hard on
derweg is in verval te gera
ken, maar de middelen tot be
houd ontbreken. Dat de parti
culiere belegger zich meer voor
de restauratie gaat interesse
ren, is een verheugende ont
wikkeling, waarvan te ho
pen is dat de conjunctuur der
mate stabiel blijft, dat deze
trend kan doorzetten. Bij de
overheid is de wil tot behoud
aanwezig en tevens een grote
historische know-how. Als deze
potentie gekoppeld kan worden
aan investeringen uit de parti
culiere sfeer zullen er onge
twijfeld nieuwe mogelijkheden
ontstaan. Technische mogelijk
heden zijn er naar ons gevoel
in de Nederlandse aannemers
wereld voldoende aanwezig",
aldus de publikatie.
Qp 24 maart zal in Arnhem
een geheel nieuw systeem
van toeristische bewegwijze
ring in gebruik worden geno
men. Op strategische punten
aan de acht grote invalswe
gen komen zg. introductie
borden, waarop ten gerieve
van de gemotoriseerde vreem
deling in symbool en meerta
lige tekst de aandacht wordt
gevestigd op de toeristische
trekpleisters. Op deze intro
ductieborden is een systeem
van „volgborden" afgestemd,
waarop de toeristische trek
pleisters alleen nog maar in
symbool zullen zijn afgebeeld
en die de toerist direct naar
zijn bestemming leiden. Dit
systeem is nieuw voor Neder
land en 't voorziet in een gro
te behoefte aan een goede, dui
delijke vorm van geleiding
van het toeristisch verkeer. In
dien 't in de praktijk voldoet,
zal het ook op andere plaatsen
in het land worden ingevoerd.
O» Arnhem-project is een
initiatief van de „Junior
Kamer Arnhem", een vereni
ging van jonge mensen werk
zaam in verschillende takken
van het maatschappelijk le
ven in en om Arnhem. De
„Junior Kamer Arnhem"
werd in 1965 opgericht en is
onderdeel van de Internationa
le Junior Kamer Organisatie,
die in Nederland ook in ande
re plaatsen afdelingen kent. De
Junior Kamers werken aan de
verwezenlijking van uiteenlo
pende projecten, die voor de
gemeenschap van belang kun
nen zijn. Wat de toeristische
bewegwijzering betreft, was
het de leden van de „Junior
Kamer Arnhem" opgevallen,
dat de bestaande Arnhem-be
wegwijzering slechts op voet
gangers en wielrijders was af
gestemd en weinig of geen re
kening hield met het gemoto
riseerde verkeer en met het
internationaal karakter van
het toerisme.
Verloren strijd voor Tiel
grootste haven van Europa
TTe inwoners van Tiel vertel-
len nu nog met trots dat
hun stad eens de grootste ha
venplaats van West-Europa
was. Hoe dat mogelijk was en
wanneer dat geweest is weet
slechts een enkele ingewijde.
Er bestaat een hoogst merk
waardige geschiedbeschrijving
van Tiel uit het midden van
de vijftiende eeuw, het ver
maarde Chronicon Tielense,
geschreven door de landbou
wer Willem van Wije. Het vol
ledige handschrift berust
thans in het Rijksarchief-de
pot te Arnhem, nadat het aan
vankelijk bewaard was in de
Sint-Maartenskerk en op het
stadhuis van Tiel terecht
kwam. Het geheel bestaat uit
zes stukken, waarvan Mr. Jo-
han Diederik van Leeuwen,
stichter van het kerkhof „Ter
Navolging", die leefde van
1737-1817, in 1789 het 6e deel
uitgaf. Wij komen op dit ver
maarde handschrift nog uit
voerig terug. Voor de geschie
denis van Tiel is dan dit 6e
stuk van groot belang.
WTij begonnen onze geschied-
beschrijving van Tiel met
het apocrief verhaal over Ur
sula en haar landing in de ha
ven van Tiel. Dat zij en de
elfduizend maagden in de Gal
lische haven Tiel geland zou
zijn in 451 (andere handschrif
ten hebben 454) is beslist on
aannemelijk. Het bedoelde
Chronicon Tielense maakt er
trouwens in 't geheel geen
melding van. Maar wel van
het feit dat de Frankische ko
ning Dagobert in 618 te Tiel
zou geland zijn en „apud Por-
tum Gallie Tyell" (in de na
bijheid van de Gallische haven
Tiel) een „oratorium" bouw
de. Hoe dit ook geweest mag
zijn, steeds duikt het gegeven
havenplaats op en waar een
haven is, daar is handel.
Toch zou. het eerst na de on
dergang van Dorestad rond
860 zijn dat de inwoners van
het dorp Tiel de kansen
schoon zagen en tot groter ex
pansie kwamen. En wat zien
wij dan gebeuren? De „por-
tus", de eigenlijke kooplieden-
wijk, lag niet aan de tegen
woordige Waal, maar aan de
Dode Linge. De bloeitijd van
Tiel als rijke handelsvestiging
is te stellen ongeveer het jaar
1000 en toen was deze Linge
niet „dood", maar stroomde
met een zeer wijde meander
(bocht) eerst tot Zoelen in
noordwestelijke richting en
vervolgens „benedenwaarts"
tot Wadenoijen in zuidelijke
richting. De bodemkartering
leverde zelfs een oude stroom-
bedding op die over Echteld
naar Zoelen stroomde. Het
toenmalige rivierstelsel week
belangrijk af van ons huidige.
TTe Linge was 'n Waalarm die
tussen Zandwijk en Tiel
zich splitste en bij Gorinchem
weer in de hoofdstroom viel.
Bovendien was er tussen Zoe
len en Zoelmond naar het
noordwesten een weinig mean
derende waterverbinding met
de Lek, de Zole o Zoele en
naar het zuidwesten idem een
waterweg tot Sint-Andries, ge
lijk aan hetzelfde Waalpand
dat recent aanwezig is en
daar bovendien een splitsing
met de huidige Maasstroom
was. Het is een uitgemaakte
zaak dat de Waal vanaf Sint-
Andries in westelijke richting
in feite 't vervolg van de oor
spronkelijke Maas is. De Lin
ge is onbetwist in de vroege
middeleeuwen als Waalarm be
varen geweest. Talloos zijn de
bewijzen door teruggevonden
middeleeuwse schepen. Wij
hebben in de Linge de Boven-
Waal te zien. De beide scheve
dwarsverbindingen zullen op
hun beurt moeten beschouwd
worden als hoogwater- en
overstromingsbeddingen, ont
staan door catastrofen in de
geschiedenis. Wij bedoelen
dus de Zoele en het Waalpand
Tiel - Sint-Andries en veron
derstellen dat deze wateren in
de na-Romeinse tijd zijn ge
vormd.
TTan begrijpen wij ook béter
het beeld van de Pentinger
kaart. Dan wès de Maas ook
hoofdrivier. Hoe oud het
„rechte" Waalpand kan zijn?
Wij hebben een goederenlijst
van de abdij van Prumen met
een wat vage omschrijving:
„in Testrebant, juxta Lingui-
ni". Is dit de Linge? Wat wel
opmerkelijk is, dat is dat na
drukkelijk vermeld staat dat
Teisterbant aan de overkant
van de Waal benéden Tiel is
gelegen. Het Waalpand tussen
Tiel en Sint-Andries bestond
dus reeds vóór het jaar 1000,
waarover de goederenlijst
gaat. Mogelijk is dit Waal
pand het gevolg geweest van
de overstromingen rond 860
en kwam Tiel in de splitsing
met de Boven-Waal te liggen.
Het dorp zal al spoedig met
palissaden omringd zijn ge
weest. In de goederenlijst van
Prumen van 893 wordt Tiel
trouwens uitdrukkelijk een
„Oppidum" genoemd. De
Duits-roomse keizer Otto III
bezat in het jaar 1000 een
curtis of hof in Tiel, die hij
aan de kerk te Aken schonk.
Zoals uit de opgravingen te
Wijk bij Duurstede bleek
(Holwerda) en recent blijkt
waren daar het oppidum en
het hof omringd door een hou
ten palissadering. Het zou al
zéér vreemd zijn als 't elfde-
eeuwse Tiel niet versterkt was
geweest. Trouwens, de niet ge
heel van chauvinisme vrij te
pleiten Albertus van Metz
stelt ons de Tielse inwoners
als rijke en zelfgenoegzame
mensen voor; wat ruwe koop
lieden die een vrolijk leventje
leidden. Maar verwondert het
dan dat zulke slappelingen
voor de Vikingen op de loop
gingen toen in Dorestad niets
meer te halen was.
Dezien wij deze toestand aan
de hand van de indeling
van de stad, dan valt op,
door de ligging aan de Dode
Linge, die dus aanvankelijk
tot het stroomverloop van de
Boven-Waal behoorde, dat er
een scherpe scheiding bestond
tussen Tiel en Zandwijk. Ook
is het dan niet meer zo
vreemd dat Zandwijk tot het
ambt van Neder-Betuwe be
hoorde. De Dode Linge en de
Zoele vormden de natuurlijke
grens! En dan bedenke men
dat er nog nauwelijks sprake
was van bedijking en zéker
niet zo samenhangend en de
polders omgevend als in late
re eeuwen het geval was. De
Waterstraat in Tiel zal langs
een water gelegen hebben zo
dat aan te nemen is dat de
Dode Linge er parallel mede
liep en het pleintje dat nu
Markt genoemd wordt, vroe
ger de „dam" was die in de
Dode Linge gelegd werd (op
oude kaarten héét dat Dam!)
waardoor de „Voorstad Zand
wijk" op dat punt met de stad
Tiel verenigd werd en deze uit
stulping omgracht zijnde deel
van de vesting Tiel ging uit
maken.
|~\e Boven-Linge is niets an-
ders dan een wetering en
kan nooit als rivier worden
aangezien. De werkelijke ver
binding met de meanderende
Linge ging, zoals wij reeds
opmerkten, over Zoelen naar
Wadenoijen. Hier ligt, naar
gedurende de bodemkartering
is gevonden, een sterk mean
derende oude stroombedding,
zeer duidelijk in het terrein
zichtbaar en omringd door ho
ge, vooral langs de oude ri
vierloop grintrijke stroom-
ruggronden. Dit is dan een
nóg oudere, fossiele stroom
bedding van de Boven-Waal.
Hier liggen de zéér oude cul
tuurgrondkernen met de dor
pen Zoelen, Erichem, Kerk-
Avezaath en het stadje Buren.
Bewijzen voldoende voor de
hoge ouderdom van deze
woonplaatsen. Zeer opmerke
lijk is hierbij dat de middel
eeuwse woongronden Zand
wijk en Westeroyen beide aan
de andere zijde van de Boven-
Waal lagen. De beroemde
plattegrond van Jacob van
Deventer, zich bevindende in
het Rijksarchief-depot Arn
hem, toont ons de stad Tiel
zoals de kern binnen de om-
grachting er nóg uitziet, n.l.
eivormig, en Santwijck en
Westeroyen geheel zelfstan
dig buiten de stad.
p'en punt van belang is ook
dat zo goed als alle gees
telijke stichtingen uit de vroe
ge middeleeuwen in het oude
gedeelte te vinden zijn. In het
zuidelijke gedeelte treffen
wij dan ook de Sint-Maar
tenskerk en lag bij de Buren-
se poort voorheen de kapittel
kerk van Sint-Walburgis. De
ligging van de hoofdkerk is
als bij veel aan rivieren gele
gen steden dicht bij de wal
len en muren. Opmerkelijk
voorbeeld is de oude Sint-Cu-
nerakerk te Rhenen! Maar
ook voor Wijk bij Duurstede
gaat dit op als wij bedenken
dat deze stad aan de Krom
me Rijn gesticht werd. Door
de aanwas naar het oosten
en noorden kreeg de stad uit
eindelijk de met haar punt
aan de recente Waal gelegen
eivorm. De stadsuitbreiding
had plaats waar de oude ha
ven uitgevallen was door het
verloop van de handel over
zee. Zo bleef de oude Sint-
Maartenskerk eenzaam aan
de rand van het oudste stads
deel achter.
W/'at nu is de oorzaak ge-
weest dat de eens zo
machtige havenstad van West-
Europa totaal ten onder ging
en degradeerde tot 'n provin
ciestad, weliswaar om haar
strategische ligging fél be
geerd, maar in feite een dode
stad, zoals eens Wijk bij Duur
stede dat werd, liever gezegd
Dorestad. Men heeft gerede
neerd dat in de recente Waal
een „drempel" aanwezig was
waardoor de zeescheepvaart
wél tot Tiel kon komen maar
op deze plek „overgeslagen"
moest worden op kleinere
schepen voor de Rijnscheep
vaart. In het jaar 1000 zou dit
de grote bloei van Tiel be
vorderd hebben. Maar er is
niet voldoende bewijs voor aan
te voeren. Zulk een „kwade
plek" moet wel aanwezig zijn
geweest, zelfs nog in de 19e
eeuw, toen de Rijnvaartakte
van 1839 in werking getreden
was en de „Kölnische Schif-
fahrtverein" klaagde dat de
schepen bij Tiel moesten lich
ten en later Amsterdam het
nieuwe kanaal door de Gelder
se Vallei wilde hebben. Toch
is de remming van de groei
van de handelsstad uit een
geheel andere hoek gekomen.
r\e Hollandse stad Dordrecht
overvleugelde Tiel na de
vestiging van de watertol door
graaf Dirk III in 1015,, een tol
die aanvankelijk in Vlaardin-
gen gevestigd was. Het over
brengen van de tol naar Dor
drecht bracht zulk 'n vertwij
feling bij de kooplieden en
vrachtvaarders van Tiel dat
zij bij de keizer en de bis
schop aandrongen op een straf
expeditie tegen de brutale Hol
landse graaf. Deze veldtocht
werd inderdaad op touw gezet
en Godfried, hertog v. Neder-
Lotharingen leidde deze, even
wel zonder succes, want in 1018
werd de hertog zelfs gevangen
genomen en werd de macht
van het Hollandse huis nog
vergroot. Dordrecht werd nog
versterkt en vergroot en groei
de uit tot een machtige stapel
plaats. Het lot van Tiel als
handelscentrum bleek beze
geld.
Geen keizer of andere vorst
kon dit keren. En dan zien wij
dat in 1174 keizer Frederik
Barbarossa een watertol van
Tiel eenvoudig liet verplaatsen
naar Kaiserswerth (Keizers-
weerd) aan de IJssel, Tiel had
toen beslist al zijn „handelsbe
kwaamheid" verloren. Die gra
felijke roofridder had zijn
plaats goed gekozen. En be
denken wij bovendien dat niet
alleen de klap die Dordrecht
toebracht Tiel de nek brak.
Na 1015 volgden oorlogen en
twisten, branden en overstro
mingen. En tóch kreeg het al
vóór 1286 stadsrechten! Wij
vermelden reeds de kroniek
schrijver Albertus van Metz,
die tusssen 1021 en 1025 in het
Sint - Walburgis kapittelhuis
wel zijn befaamde „De diver-
sitate temporum" geschreven
zal hebben. Hij was het die
toen reeds de ondergang van
de handel op Engeland vooral
voorzag door de tol aan de
Merwede. Tiel verviel niet zo
als dat Dorestad verging door
natuurgeweld, maar door de
handigheid van een vorst. In
geringe mate bleef Tiel nog
handel drijven op Engeland en
het stond tot in de 16de eeuw
als belangrijk lid van de Han-
za in handelsrelatie met de
Oostzeelanden; als éérste zee
haven had het reeds vóór de
dertiende eeuw praktisch afge
daan.
Adriaan F. de Kleuver
DE Zuidslavische schaker Kurajica
won Ln 1965 te Barcelona de
wedstrijd om het jeugdwereldkam
pioenschap e.i verwierf daarbij tevens de
titel van internationaal meester.
Sindsdien is o- jonge Zuidslaaf steeds
sterker geworden. Hij speelt snel en ge
makkelijk, combineert uitstekend en
weet, evenals alle jonge vooraanstaande
meesters, veel van de openingen. Met
zijn open rond gezicht en zijn blozende
wangen ziet h'J er eerder uit als een
Nederlander dan als een Zuidslaaf. Men
bespeurt aan hem nauwelijks of hij wint
of verliest, zo gemakkelijk Incasseert hij
een nederlaag In zijn partij tegen Scholl
had hij ogei.sch'jnlijk evenveel plezier in
de manier waarop zijn koning de eeuwi
ge jachtvelden werd ingejaagd als de
winnaar. Toch zal hij waarschijnlijk nóg
meer plezier hebben beleefd aan de on
derstaande partij want men speelt nu
eenmaal geen schaak om te verliezen.
Wit: B. KURAJICA. Zwart: dr. M. UJ-
TELKY. (Wijk aan Zee 1969.)
ZUIDSLAVISCHE VERDEDIGING.
1. e2-e4, g7-g6 2. d2-d4, Lf8-g7. (Dit
verdedigingssysteem werd in Wijk aan
Zee veel toegepast.) 3. Pbl-c3, e7-e6. (De
zwartspeler speelt het systeem op zijn
eigen, bizarre, r-.anier. Gebruikelijk is 3.
d6 in verbinding met Pf6.)
4. Lel-e3, d7 d5 5. Ddl-d2, h7-h6 6. 0-0-0,
Pg8-e7 7. f2-f3, a7-a6 (Niet alleen om de
loper in het spel te betrekken, maar ook
om een aanval te beginnen tegen de
vijandelijke rochadestelling.)
8. h2-h4, b7-b5 9. Pgl-el, Lc8-b7. (Scher
per is 9b4 10. Pa4, a5 11. Pc5, Pd7.)
10. e4xd5. (Ni de zwarte koning geen
aanstalten maakt om kort of lang te
rocheren opent wit de e-lijn.)
10e6x-l5 II. h4-il5, g6-g5 12. f3-f4,
g5-g4 (Wit wil een torenlijn op de rech
terzijde openen; zwart niet.) 13. Kcl-bl,
Pb8-d7 14. Pe2-cl. (Op weg naar het
steunpunt c5
14Pd7-b6 15. b2-b3, b5-b4 16.
Pc3-e2. a6-a5 17. Pe2-g3. Dd8-d6 18. Lfl-d3,
0-0. (Vermoedelijk in de mening, dat hij,
na een spooaig f7-f5, volkogien bevredi
gend zal staan.)
19. f4-f5
(Doorkruist zwarts plan: op 19Dxg3
wint 20. Lf4 de dame.)
19Dd-7 18 20. Tdl-fl, Pe7-c6 21.
Tfl-f4! (Dekt <34 en valt g4 aan.)
2 1Tf8-r2 22. Pcl-e2 (Anders kan
zwart op e3 een kansrijk kwaliteitsoffer
brengen.)
2 2Kg8-f« 23. Tf4xg4, Lb7-a6 24.
Thl-fl, a5-a4 (Zwart doet het uiterste om
zijn aanval op gang te brengen, maar
het is al te laat.)
25. Ld3xa6, Ta8xa6 26. Pe2-f4!, Te8xe3
27. Dd2xe3, Pc6xd4.
De opgave van de week: hoe zette de
witspeler zijn aanval briljant door? De
oplossing vindt u in de rubriek van de
volgende week.
UJTELKY
8
7
6
W/M//. W/W/S
5
4
3
2
abcdefgh
KURAJICA
OPLOSSING
De stand was: Wit (Medina): Kgl, Dh«,
Tal en fl, pionnen a2, b2, c3, d3, g3, h2.
Zwart: (Donner): Kh8, Dc7, Te8 en f8.
pionnen a7, b5, c5, d6, f5 en h7. Er
volgde: 25. Tal-el! en zwart gaf het op
want op 25Dc7xc6 beslist het fraai*
26. Tel-e7ü (Txe7 27. Dxf8 mat.).
HET zal het voortvarende Friesland
wel niet helemaal goed bekomen
zijn. dat zijn vertegenwoordigers ln
de halve finale volkomen hebben ge
faald.
Voor de wedstrijd was zeker de ver
wachting, dat twee van de drie Friezen
de finale zouden kunnen binnenstappen.
Oebele Hoekstra struikelde over een te
grote voorzichtigheid, Anton Schotanus
over zijn al meer vertoonde gemakzucht
en de grote Friese hoop Frank Drost
bleek misschien wel over de nodige aan
leg te beschikken, maar werd geremd
door een volslagen gebrek aan reken-
vaardigheid.
Slechts een enkele maal toonde hij
voldoende energie te bezitten, voordelige
stellingen wal nauwkeuriger te bereke
nen, maar het merendeel van zijn
kansen liet hij liggen. Zijn partijen te
gen Bronstring en De Boer, waarin hij
grote winstkansen had verkregen, bewij
zen dit. Hieronder een partij, waaruit
blijkt, dat met wat meer toernooi-erva-
ring hij in de komende Jaren misschien
toch nog wel ot de top kan doordrin
gen:
Wit: J. Blom: Zwart: F. Drost; Arn
hem, 22-12-1968. 1. 32—28 20—24: 2. 38—32
18—23; 3. 43—38 14—20; 4. 31—27 10—14: 5.
49—43 23—29.
Een speler als Bronstring kan zich ze
ker inlaten op b.v. (17—21) 34—29 (23x34)
40x29 gevolgd door (24—30) enz. met zeer
onduidelijk en moeilijk spel.
6. 34x23 24—30; 7. 35x24 20x18; 8. 37—31
510; 9. 41—37. Laat zich vrijwillig van
het centrum di.ngen. Sterker is 40—34.
917—22; 10. 28x17 11x22; 11. 39—34
19-23; 12. 43—39 7—11; 13. 46—41 1—7; 14.
48—43 15—20.
Zwart kan wits bevrijding niet goed
meer tegengaan 3. 34—29 23x34; 16. 40x29
10—15; 17. 32—28 20—24.
Switch na*"- een klassieke formatie,
hetgeen onder de gegeven omstandighe
den nog wel het beste is. 18. 29x20 15x24;
19. 28x17 12x32 20. 37x28 7—12 21. 41—37
4—10; 22. 38—32 14—19; 23. 31—27 9—14 24.
42—38 18—23; 25. 47—42 12—18; 28. 37—11
8—12; 27. 45—40 10—15; 28 40—34 14—20 29.
44—40 2—8; 30. 3i— 26.
BESLISSEND
De opbouwfase is voorbij en het blijkt,
dat wit de beslissingen moet gaan ne
men. Wat hil nu doet. is van verstrek
kende betekenis. Misschien was gewoon
40—35 verstandiger geweest, echter is het
gevaar dan niet denkbeeldig, dat zwart
sterk in de aanval komt door (24—29)
33x24 (20x40) 35x44 op een gelegen tijdstip
eventueel gevolgd door (1217) 30
11—17! Belet Uitwijken met 27—21 wegens
(16x27) 32x21 (23x32) 38x27 (24—30!) dam en
verlokt wit tot een bekende afklemma-
noeuvre.
31. 36—31!? (zie diagram)
Zwarts rechter vleugel is hierdoor on
beweeglijk geworden, omdat (17—21) niet
meer kan. Vlies hangt nu af van de
ontwikkeling ean de andere vleugel, die
echter door zwart beter beoordeeld is
dan door wit; Men zie het vervolg: 31.
20—25; 32. 42—37 15—20! Bijzonder
mood gevonden. 33. 5045
Als opgave voor deze week voor de
lezers: Waarom kan wit zich hier niet
inlaten op 40—35?
333—9; 34. 34—29 23x34; 35. 40x29
19—23; 36 28x30 25x23 37. 33—28 13—19; 38.
38—33 8—13; 39. 33—29 moet wel, anders
loopt wit vast.
3923x<4 40. 39x30 18—23 41. 43—39
12—18; 42. 45—40 20—24; 43. 40—35 9—14;
44. 39—33? Laiger tegenstand biedt 39—34!
448—11; 45. 30—25 23—29! 46. 25—20
29x38! Op (14X23) volgt 27—21!! 47. 20x9
13x4; 48. 32x4? 4-9: 49. 43—39 9—14; 50.
OPLOSSING
39—34 14—20 51. 34—30 18—23; en na enke
le zetten gaf wit zich gewonnen!
OPLOSSING
De stand was:
Wit: 'v.d. Star) 26, 28, 29, 31r SS, 34.
36, 37 38, 39, 40, 42, 44, 45. (14 St.)
Zwart: (Jacobsen) 2, 6, 10, 11, 12, IS,
15, 17, 18, 20, 21, 22, 24 27 (14 St.)
Een zeer moeilijke stand, waarin wit
had moeten spelen: 29—23 (18x29) 34x28
Dit belet (13—18) wegens 40—35 (18x29)
35—30 (24x35) 33x24 (20x29) 45—40! (22x33)
31x22 (17x28) 26x8 (2x13) en 38—32! Na b.v.
(10—14) 37—32 (13—19) 40—34 heeft wit
goed spel. Op (24—30) kan volgen 38—32
(27x18) 40—34 enz. met gelijk spel.
IN hoge mate dient een sterke speler
aan de bridgetafel een goed psy
choloog te zijn. Steeds moet hij
zich afvragen waarom zijn tegenstander
dit of dat doet, of nalaat. Soms zijn de
voornemens van de tegenstanders zó
duidelijk dat men daaruit de juiste con
clusies kan trekken voor het nemen der
maatregelen die nodig zijn. Soms ook,
kan een tegenstander niet veel anders
doen dan zijn voornemens duidelijk te
laten blijken. Bijvoorbeeld in het spel
van de vorige week:
7
AH V 10 6 5
O A H 7 4 2
H
<?9 8
0 9 8 5 3
A H V 10
75
#642
9 B 7 3 2
O VB 6
#642
A VB 10
9 85 3
<?4
O 10
B93
Na een begin: noord één harten zuid
één schoppen west twee klaveren
noord drie ruiten, waren NZ tenslotte in
het wat te hoge contract van zes schop
pen geëindigd. West kwam met klaver
heer uit welke hem bleef, waarna hij in
slag 2 ruiten negen naspeelde. Hoe ver
der als zuid?? Een spelleider die niet
verder denkt dan zijn bridgeneus lang is,
zal ruitenheer op tafel nemen, schoppen
spelen en een mislukte snit op de heer
maken. Na afloop heet het dan „pech"
te zijn - in werkelijkheid echter is het
speelplan nogal onnozel. Want waarom
ter wereld geeft de westspeler zuid de
kans om in schoppen te snijden? West
weet, dat er in ruiten of harten niets te
versieren valt de kracht dezer kleuren
ziet hij op tafel (noord) geëtaleerd. Door
klaver door te spelen, zou noord dus in
slag 2 hebben moeten troeven (het is
ondenkbaar, dat zuid ook slechts één
klavertje heeft en zelfs als dat zo zou
zijn is er niets verloren). Na dat troeven
is het onmogelijk om op schoppenheer te
snijden en zou zuid vroeger of later aan
gewezen zijn op het spelen van troefaas
waaronder de heer gaat vallen!
Wests doorzichtige speelplan, het naspe
len van een rode kaart in slag 2, kan dus
alleen maar betekenen dat west graag
wil dat zuid in schoppen gaat snijden...
dus dat west de schoppenheer sec moet
hebben
Een speler van formaat, zoals de
Zwitser Jean Besse, heeft zoiets door in
dezelfde tijd die ik nodig heb om één
woord van dit artikel te schrijven. De
schoppensnit werd dus in slag 3 niet
gemaakt en dat leverde applaus van de
galerij op. Gold dat ook voor u?!
Boekhorst-Vissinga zijn dus kampioen
van Nederland in de meesterkiasse-pa-
rencompetitie geworden. Verdiend, want
de heren speelden vooral in de laatste
moeilijke uren overtuigend bridge, want
niet van velen hunner tegenstanders kon
worden gezegd. Xokkes-van Heusden
voldeden met de tweede plaats nog net
aan hun bridge-standing, de derde plaats
van Kees Kaiser-Kees Sint houdt belof
ten in voor de toekomst. Mevrouw Willy
van Heusden bewees opnieuw momenteel
onze sterkste dame te zijn, waarvan een
vierde plaats samen met de dit seizoen
zeer goed spelende Jules van Ogtrop ge
tuigenis aflegt. Hans Kreyns kwam
met Bobby Biltzblu» op de vijfde plaats.
Hoewel het de vraag is of Kreyns-Sla-
venburg na hun nogal matige successen
van dit jaar het zéér veel beter gedaan
zouden hebben, willen wij Rotterdam
gaarne deze Illusie gunnen en Bobby
Blitzblum troosten met de opmerking dat
het een ondankbare taak is opeens de
prima-donna te moeten vervangen.
Hoe vreemd de katten in het nauw (er
waren drie degradanten) kunnen
rondspringen, zagen wij in dit partijtje.
waarop u de tanden eens stuk mag bij
ten:
West
H42
9AV3
O 10 7 6
V972
Oost
A
C? 10 9 7
O A 9 8 5 4
AH83
West gever, NZ kwetsbaar. NZ zijn
resp. Kokkes-van Heusden. waartegen
het bieden als volgt verloopt: west één
ruiten noord pas -- oost twee klaver
zuid twee schoppen west drie kla
ver noord doublet oost drie schop
pen zuid pas west pas noord
doublet oost vijf ruiten zuid en
west passen waarna noord een niet
mis te verstaan doublet geeft. Het bieden
van west, voor u misschien grenzende
aan de rand van krankzinnigheid, heeft
de volgende verklaring: één ruiten is een
soort psychologische actie, dienende om
de tegenstander die immers zelf het sys
teem der „Crazy Diamond" speelt te
imiteren en misschien zelfs met succea
te irriteren. Wests passen op partners
„cuebid" van drie schoppen, is één der
merkwaardigste curiositeiten uit de brid-
gehistorie van de NBB. Waarom noord
doubleerde zal ik volgende maal hopelijk
kunnen uitleggen, maar hij dééd het
waarna de getergde oost met grote snel
heid in de enige parkeerhaven schoot di«
hem nog vrij leek.
Tegen vijf door noord gedoubleerde
ruiten, begon noord met schoppen tien
voor het aas van tafel (oost). In slag 2
volgde ruiten vier, zuid de ruiten drie en
wests ruiten zes werd door noord met
ruitenvrouw genomen. In slag 3 speelde
noord schoppen drie, oost ruimde harten
zeven op, zuid speelde schoppenboer bij
en west maakte schoppenheer.
In slag 4 speelde west ruiten zeven,
noord ruiten twee en u mag van
hieraf de taak van west overnemen. Ho«
verder?
Horizontaal:
1. Tongsmeerseltje (11)
l. Dit lichaamsdeel ziet rood (4)
10. zijn zin moet koning kraaien (10)
11. Het is wel keurig, al zitten er gaten
in (7)
12. Een deel van twee beroepen is weg
(7)
15. Daarmee breng je het in de war (9)
17. Niet dood gemaakt, maar toch
geslacht (5)
21. Zo een heeft helemaal geen grond (5)
23. 's Zomers niet beschikbaar (9)
25. Omdat dit daar is (7)
28. King-size tuin (7)
31. Beleefd, doch sneller gaand (10)
32. Zuidedijk plezier (4)
33. Hij word-t steeds magerder (11)
Verticaal
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
13.
14.
18.
18.
19.
20.
22.
24.
26.
29.
30.
Zij ligt tussen kussen en matras (5)
Dit is precies verkeerd (8)
Stukje vis aan het been (4)
Het vertrek van de acteur (8)
Zij is ten minste bijna anderhalve
meter hoog (5)
De geest draagt zo een sluier (8)
De zus uit het sprookje (4)
Allen dragen hem (3)
Knap wapen (5)
In Iberië is dit hemellichaam muzi
kaal (3)
Zes-en-dertig-honderd momenten (3)
Als deze open moet ls het mis (8)
Op deze zandvlakten kan men niet
verder (8)
Deze heet niet sterk te zijn 3)
Bladerbron 6)
Het einde van deze Bijbelse figuur is
niet slim (4)
De moeder en het meisje zijn een
vrouw (5)
Deze baan maant tot spoed (5)
Hieronder rust men uit (4)
Oplossing vorige
kruiswoordraadsel
Horizontaal: 1. gaar; 4. prinses; 9. klap;
13. ras; 14. la; 15. nee; 16. te; 17. ere; 18.
aker; 20. re; 22. nu; 23. meer; 24.
moskee; 26. modder; 28. Epe; 31. drum
mer; 33. antenne; 36. re; 37. K.S.G.; 39.
eb; 40. ml; 42. la; 44. kater; 46. In; 47.
S.E.; 48. iel; 49. karbonade; 30. zon; 51.
nr.; 52. T.S.; 53. oeros; 54. pd.; 56. pa: 57.
me; 59. lat; 61. as; 63. etaleur; 65. poor
ter; 67. Lea; 70. nestor; 72. halter; 76.
paar; 78. uk; 80. Po; 81. lied; 83. Ida; 84
au; 85. oom; 87. os; 88. eed; 89. lama; 90.
Rusland; 91. Etna.
Verticaal: 1. gram; 2. aak; 3. asem; 4.
parkiet; 5. ln; 6. net; 7. S.E.; 8. student;
10. Leer; 11. are; 12. Pers; 19. rommel; 21.
Ee; 22. no; 23. meteen; 25. Ee; 26. me; 27.
er; 29. pastorale; 30. ln; 31. dominee; 32.
Ur; 34. nb.; 35. evenaar; 37. kabel; 38.
genot; 41. Ier; 43. aks; 44. K.R.O.; 45. ras,
46. iep; 47. sop; 52. teller; 55. dartel; 57.
ma; 58. cultuur; 60. potlood; 62. st; 64. te;
66. el; 67. Lr.: 68. ah; 69. spil; 70. naam;
71. o.k.; 73. A.P.; 74. riet; 75. Edda: 77.
Ada; 79. tol; 82. een: 85. os; 86. ma.
,E prijswinnaars van ons kruiswoord
raadsel van Jl. zaterdag zijn:
J. L. Trommel, Kloosterkade 164, Delft;
H. W. de Boer, Agelobrlnk 18, Enschede;
J. van Setten, Favrestraat 23, Rotterdam;
Mevr. C. M. Wessel-Riko, Van Fauken-
bergeplein 42, Voorburg; Mej. H. W. Kaas.
De Clercqstraat 115(bel), Amsterdam. Zij
zullen een boek ontvangen.
Zendt uw oplossing vóór woensdag as.
naar de redactie van het Algemeen Dag
blad, Witte de Withstraat 73, Rotterdam
en vermeldt in de linkerbovenhoek:
Cryptogram.