notities Arnhem doet het eens anders met toeristen borden 1 w W W' w mm m SSTTg „Jongeren zouden 't moeten leren" Improvisatie speelt een grote rol Dordrecht maakte goed gebruik van watertol SCHAKEN door H. KRAMER Hoe lang? Overdracht Techniek Dimensie Oratorium Waal en Linge Palissaden Scheiding Wetering Eivorm Drempel Vertwijfeld Jl i it 1 U B n &j§ n E '1A Ji A IP m 1 s DAMMEN door J. M. BOM BRIDGE door H. W. FILARSKI CRYPTOGRAM D Restauratie: uitdaging voor de aannemer VToor de aannemer is res- tauratiewerk een extra uitdaging om zijn vakman schap te bewijzen, aldus de directie van N.V. Aannemers bedrijf v/h Boele en Van Ees teren, Den Haag, in een uit gave die geheel aan restaura tiewerken in Nederland is ge wijd. „Utiliteitsbouw, zoals die vandaag-de-dag bedreven wordt, is negenennegentig pro cent organisatie en een heel klein beetje improvisatie. Straffe en strikte organisatie is een wezenstrek van de eigentijdse nieuwbouw. Res tauratie is vanzelfsprekend óók een flink stuk organisa tie, maar de beslissing van het ogenblik, de improvisatie, speelt een veel grotere rol. Dat element van improvisa tie is de extra uitdaging, die in restauratie besloten ligt, een uitdaging vooral aan het vakmanschap, aan het oude ambacht. Die ambachtelijke kennis-en-kunde is schaars aan het worden. r)e oudere vaklieden be- schikken er nog over. Maar hoe lang kunnen zij hun bijdrage nog leveren? En bij de vraag of er een nieuwe generatie dóórgeschoolde vak lieden, die de taak kan over nemen, aan het ontstaan is, moet een heel groot vraagte ken geplaatst worden. Als Ne derland inderdaad ernst wil maken met sanering en hér structurering van historische steden, zou een ontbreken van dat oude vakmanschap wel eens kunen blijken een héél ernstige belemmering te zijn. Prof. dr. W. Albeda van de Ned. Economische Hogeschool heeft bepleit de technische school met een klas uit te breiden voor die verfijning van de vakkennis, maar de jeugd is zó gebrand op snel geld verdienen, dat het de vraag is of een dergelijke uitbreiding van de technische school wel jongeren zou aan trekken. Men houdt meer re kening met de verdiensten van het ogenblik dan met de salarismogelijkheden van over tien of vijftien jaar, die na tuurlijk gunstiger liggen als men specialistisch geschoold is. D innen het bedrijf bevor deren we die overdracht van vakkennis door jongeren met ouderen mee te laten lo pen, zoals dat heet. Maar een toegespitste opleiding op een technische school geeft na tuurlijk betere mogelijkheden. „De suggestie van professor Albeda verdient overweging", aldus de B.E-directie, erva ren in de moderne bouwtech nieken, maar ook geïnteres seerd als het gaat om het behoud van monumenten uit de bouwkunst. l")e aannemer kan zich na tuurlijk puur materialis tisch opstellen en zich alleen voor dié bouwwerken interes seren, die een rendabele winstmarge opleveren. Winst maken blijft natuur lijk onder alle omstandighe den een motief, dat niet ver onachtzaamd mag worden (dat is ook de verantwoorde lijkheid tegenover de aandeel houders), maar daarmee is een bijdrage aan die uiterst belangrijke hérstructurering niet uitgesloten. \foor ons gevoel worden, uit een oogpunt van snelle en doelmatige conservering, daar de beste resultaten behaald, waar functionaliteit van het gebouw en herstel van de authenticiteit van de gevel hand-in-hand kunnen gaan. De rijksdienst stimuleert dit beleid steeds meer. Als het te restaureren ge bouw, mét respect voor het his torische, een bestemming krijgt, die past in de moderne samenleving, dan wordt zo'n restauratie economisch gezien een beter haalbare kaart. Voor ons gevoel moet 't in die rich ting gezocht worden, willen wij althans nog op korte termijn trachten te behouden wat over enkele tientallen jaren wellicht niet meer te redden valt, of het zou onverantwoord hoge bedragen gaan kosten. T^e aannemer is, uit hoofde van zijn uitvoerende posi tie, niet in eerste instantie in gesteld op historiciteit en es thetiek. Zij bijdrage is vóór alles een stuk techniek, maar de kwaliteit van deze techniek is veelal bepalend voor de es thetische waarde van het be haalde restauratieresultaat. „De aannemer kan natuur lijk als uitvoerder zonder meer bij een restauratie betrokken worden. Voor ons als bouw- deskundigen is het echter veel boeiender reeds in een vroegtr stadium bij de voorbereidingen betrokken te worden, als lid van het bouwteam. Dat komt ons ook constructiever voor. De techniek van de restauratie is vaak bijzonder complex, eist een goede planning, het tijdig vrijmaken van gespecialiseer de krachten. Bovendien draagt de aannemer een grote verant woordelijkheid. Een histori sche gevel, die tijdens de res tauratiewerkzaamheden, vaak als een decorstuk overeind ge houden moet worden, mag niet instorten. Om dit te voorko men zijn ingrijpende techni sche maatregelen nodig. Hoe eerder de aannemer in de pro blemen en plannen gekend wordt, hoe doelmatiger de voorzieningen kunnen zijn. Vroegtijdige technische in spraak kan veelal de zaken vereenvoudigen. Tedere échte restauratie heeft altijd het karakter van een extra dimensie, die voorname lijk door Monumentenzorg bij gedragen wordt, zijnde dat be langrijke historische geweten, een gegeven dat de principaal voor nieuwbouw niet of in veel mindere mate ent. „Het onderzoekingswerk van deze rijksdienst is van eminen te waarde. Veelal zijn de teke ningen van historische gebou wen niet bewaard gebleven. Alles moet dus opgemeten wor den en in tekening gebracht, een opgave die voor de betrok kene veel werk meebrengt. Het specialisme van Monumenten zorg dat hierop volledig is afgestemd speelt de tech niek gegevens toe, zonder welke restauratie vrijwel on denkbaar zou zijn. Restauratie staat en valt (en dat „valt" kan ook letterlijk genomen worden) met de voorbereiden de inbreng van de rijksdienst. Meer financiële armslag zou deze dienst in staat stellen meer planne tot uitvoering te brengen. Want er is nog ver schrikkelijk veel, dat hard on derweg is in verval te gera ken, maar de middelen tot be houd ontbreken. Dat de parti culiere belegger zich meer voor de restauratie gaat interesse ren, is een verheugende ont wikkeling, waarvan te ho pen is dat de conjunctuur der mate stabiel blijft, dat deze trend kan doorzetten. Bij de overheid is de wil tot behoud aanwezig en tevens een grote historische know-how. Als deze potentie gekoppeld kan worden aan investeringen uit de parti culiere sfeer zullen er onge twijfeld nieuwe mogelijkheden ontstaan. Technische mogelijk heden zijn er naar ons gevoel in de Nederlandse aannemers wereld voldoende aanwezig", aldus de publikatie. Qp 24 maart zal in Arnhem een geheel nieuw systeem van toeristische bewegwijze ring in gebruik worden geno men. Op strategische punten aan de acht grote invalswe gen komen zg. introductie borden, waarop ten gerieve van de gemotoriseerde vreem deling in symbool en meerta lige tekst de aandacht wordt gevestigd op de toeristische trekpleisters. Op deze intro ductieborden is een systeem van „volgborden" afgestemd, waarop de toeristische trek pleisters alleen nog maar in symbool zullen zijn afgebeeld en die de toerist direct naar zijn bestemming leiden. Dit systeem is nieuw voor Neder land en 't voorziet in een gro te behoefte aan een goede, dui delijke vorm van geleiding van het toeristisch verkeer. In dien 't in de praktijk voldoet, zal het ook op andere plaatsen in het land worden ingevoerd. O» Arnhem-project is een initiatief van de „Junior Kamer Arnhem", een vereni ging van jonge mensen werk zaam in verschillende takken van het maatschappelijk le ven in en om Arnhem. De „Junior Kamer Arnhem" werd in 1965 opgericht en is onderdeel van de Internationa le Junior Kamer Organisatie, die in Nederland ook in ande re plaatsen afdelingen kent. De Junior Kamers werken aan de verwezenlijking van uiteenlo pende projecten, die voor de gemeenschap van belang kun nen zijn. Wat de toeristische bewegwijzering betreft, was het de leden van de „Junior Kamer Arnhem" opgevallen, dat de bestaande Arnhem-be wegwijzering slechts op voet gangers en wielrijders was af gestemd en weinig of geen re kening hield met het gemoto riseerde verkeer en met het internationaal karakter van het toerisme. Verloren strijd voor Tiel grootste haven van Europa TTe inwoners van Tiel vertel- len nu nog met trots dat hun stad eens de grootste ha venplaats van West-Europa was. Hoe dat mogelijk was en wanneer dat geweest is weet slechts een enkele ingewijde. Er bestaat een hoogst merk waardige geschiedbeschrijving van Tiel uit het midden van de vijftiende eeuw, het ver maarde Chronicon Tielense, geschreven door de landbou wer Willem van Wije. Het vol ledige handschrift berust thans in het Rijksarchief-de pot te Arnhem, nadat het aan vankelijk bewaard was in de Sint-Maartenskerk en op het stadhuis van Tiel terecht kwam. Het geheel bestaat uit zes stukken, waarvan Mr. Jo- han Diederik van Leeuwen, stichter van het kerkhof „Ter Navolging", die leefde van 1737-1817, in 1789 het 6e deel uitgaf. Wij komen op dit ver maarde handschrift nog uit voerig terug. Voor de geschie denis van Tiel is dan dit 6e stuk van groot belang. WTij begonnen onze geschied- beschrijving van Tiel met het apocrief verhaal over Ur sula en haar landing in de ha ven van Tiel. Dat zij en de elfduizend maagden in de Gal lische haven Tiel geland zou zijn in 451 (andere handschrif ten hebben 454) is beslist on aannemelijk. Het bedoelde Chronicon Tielense maakt er trouwens in 't geheel geen melding van. Maar wel van het feit dat de Frankische ko ning Dagobert in 618 te Tiel zou geland zijn en „apud Por- tum Gallie Tyell" (in de na bijheid van de Gallische haven Tiel) een „oratorium" bouw de. Hoe dit ook geweest mag zijn, steeds duikt het gegeven havenplaats op en waar een haven is, daar is handel. Toch zou. het eerst na de on dergang van Dorestad rond 860 zijn dat de inwoners van het dorp Tiel de kansen schoon zagen en tot groter ex pansie kwamen. En wat zien wij dan gebeuren? De „por- tus", de eigenlijke kooplieden- wijk, lag niet aan de tegen woordige Waal, maar aan de Dode Linge. De bloeitijd van Tiel als rijke handelsvestiging is te stellen ongeveer het jaar 1000 en toen was deze Linge niet „dood", maar stroomde met een zeer wijde meander (bocht) eerst tot Zoelen in noordwestelijke richting en vervolgens „benedenwaarts" tot Wadenoijen in zuidelijke richting. De bodemkartering leverde zelfs een oude stroom- bedding op die over Echteld naar Zoelen stroomde. Het toenmalige rivierstelsel week belangrijk af van ons huidige. TTe Linge was 'n Waalarm die tussen Zandwijk en Tiel zich splitste en bij Gorinchem weer in de hoofdstroom viel. Bovendien was er tussen Zoe len en Zoelmond naar het noordwesten een weinig mean derende waterverbinding met de Lek, de Zole o Zoele en naar het zuidwesten idem een waterweg tot Sint-Andries, ge lijk aan hetzelfde Waalpand dat recent aanwezig is en daar bovendien een splitsing met de huidige Maasstroom was. Het is een uitgemaakte zaak dat de Waal vanaf Sint- Andries in westelijke richting in feite 't vervolg van de oor spronkelijke Maas is. De Lin ge is onbetwist in de vroege middeleeuwen als Waalarm be varen geweest. Talloos zijn de bewijzen door teruggevonden middeleeuwse schepen. Wij hebben in de Linge de Boven- Waal te zien. De beide scheve dwarsverbindingen zullen op hun beurt moeten beschouwd worden als hoogwater- en overstromingsbeddingen, ont staan door catastrofen in de geschiedenis. Wij bedoelen dus de Zoele en het Waalpand Tiel - Sint-Andries en veron derstellen dat deze wateren in de na-Romeinse tijd zijn ge vormd. TTan begrijpen wij ook béter het beeld van de Pentinger kaart. Dan wès de Maas ook hoofdrivier. Hoe oud het „rechte" Waalpand kan zijn? Wij hebben een goederenlijst van de abdij van Prumen met een wat vage omschrijving: „in Testrebant, juxta Lingui- ni". Is dit de Linge? Wat wel opmerkelijk is, dat is dat na drukkelijk vermeld staat dat Teisterbant aan de overkant van de Waal benéden Tiel is gelegen. Het Waalpand tussen Tiel en Sint-Andries bestond dus reeds vóór het jaar 1000, waarover de goederenlijst gaat. Mogelijk is dit Waal pand het gevolg geweest van de overstromingen rond 860 en kwam Tiel in de splitsing met de Boven-Waal te liggen. Het dorp zal al spoedig met palissaden omringd zijn ge weest. In de goederenlijst van Prumen van 893 wordt Tiel trouwens uitdrukkelijk een „Oppidum" genoemd. De Duits-roomse keizer Otto III bezat in het jaar 1000 een curtis of hof in Tiel, die hij aan de kerk te Aken schonk. Zoals uit de opgravingen te Wijk bij Duurstede bleek (Holwerda) en recent blijkt waren daar het oppidum en het hof omringd door een hou ten palissadering. Het zou al zéér vreemd zijn als 't elfde- eeuwse Tiel niet versterkt was geweest. Trouwens, de niet ge heel van chauvinisme vrij te pleiten Albertus van Metz stelt ons de Tielse inwoners als rijke en zelfgenoegzame mensen voor; wat ruwe koop lieden die een vrolijk leventje leidden. Maar verwondert het dan dat zulke slappelingen voor de Vikingen op de loop gingen toen in Dorestad niets meer te halen was. Dezien wij deze toestand aan de hand van de indeling van de stad, dan valt op, door de ligging aan de Dode Linge, die dus aanvankelijk tot het stroomverloop van de Boven-Waal behoorde, dat er een scherpe scheiding bestond tussen Tiel en Zandwijk. Ook is het dan niet meer zo vreemd dat Zandwijk tot het ambt van Neder-Betuwe be hoorde. De Dode Linge en de Zoele vormden de natuurlijke grens! En dan bedenke men dat er nog nauwelijks sprake was van bedijking en zéker niet zo samenhangend en de polders omgevend als in late re eeuwen het geval was. De Waterstraat in Tiel zal langs een water gelegen hebben zo dat aan te nemen is dat de Dode Linge er parallel mede liep en het pleintje dat nu Markt genoemd wordt, vroe ger de „dam" was die in de Dode Linge gelegd werd (op oude kaarten héét dat Dam!) waardoor de „Voorstad Zand wijk" op dat punt met de stad Tiel verenigd werd en deze uit stulping omgracht zijnde deel van de vesting Tiel ging uit maken. |~\e Boven-Linge is niets an- ders dan een wetering en kan nooit als rivier worden aangezien. De werkelijke ver binding met de meanderende Linge ging, zoals wij reeds opmerkten, over Zoelen naar Wadenoijen. Hier ligt, naar gedurende de bodemkartering is gevonden, een sterk mean derende oude stroombedding, zeer duidelijk in het terrein zichtbaar en omringd door ho ge, vooral langs de oude ri vierloop grintrijke stroom- ruggronden. Dit is dan een nóg oudere, fossiele stroom bedding van de Boven-Waal. Hier liggen de zéér oude cul tuurgrondkernen met de dor pen Zoelen, Erichem, Kerk- Avezaath en het stadje Buren. Bewijzen voldoende voor de hoge ouderdom van deze woonplaatsen. Zeer opmerke lijk is hierbij dat de middel eeuwse woongronden Zand wijk en Westeroyen beide aan de andere zijde van de Boven- Waal lagen. De beroemde plattegrond van Jacob van Deventer, zich bevindende in het Rijksarchief-depot Arn hem, toont ons de stad Tiel zoals de kern binnen de om- grachting er nóg uitziet, n.l. eivormig, en Santwijck en Westeroyen geheel zelfstan dig buiten de stad. p'en punt van belang is ook dat zo goed als alle gees telijke stichtingen uit de vroe ge middeleeuwen in het oude gedeelte te vinden zijn. In het zuidelijke gedeelte treffen wij dan ook de Sint-Maar tenskerk en lag bij de Buren- se poort voorheen de kapittel kerk van Sint-Walburgis. De ligging van de hoofdkerk is als bij veel aan rivieren gele gen steden dicht bij de wal len en muren. Opmerkelijk voorbeeld is de oude Sint-Cu- nerakerk te Rhenen! Maar ook voor Wijk bij Duurstede gaat dit op als wij bedenken dat deze stad aan de Krom me Rijn gesticht werd. Door de aanwas naar het oosten en noorden kreeg de stad uit eindelijk de met haar punt aan de recente Waal gelegen eivorm. De stadsuitbreiding had plaats waar de oude ha ven uitgevallen was door het verloop van de handel over zee. Zo bleef de oude Sint- Maartenskerk eenzaam aan de rand van het oudste stads deel achter. W/'at nu is de oorzaak ge- weest dat de eens zo machtige havenstad van West- Europa totaal ten onder ging en degradeerde tot 'n provin ciestad, weliswaar om haar strategische ligging fél be geerd, maar in feite een dode stad, zoals eens Wijk bij Duur stede dat werd, liever gezegd Dorestad. Men heeft gerede neerd dat in de recente Waal een „drempel" aanwezig was waardoor de zeescheepvaart wél tot Tiel kon komen maar op deze plek „overgeslagen" moest worden op kleinere schepen voor de Rijnscheep vaart. In het jaar 1000 zou dit de grote bloei van Tiel be vorderd hebben. Maar er is niet voldoende bewijs voor aan te voeren. Zulk een „kwade plek" moet wel aanwezig zijn geweest, zelfs nog in de 19e eeuw, toen de Rijnvaartakte van 1839 in werking getreden was en de „Kölnische Schif- fahrtverein" klaagde dat de schepen bij Tiel moesten lich ten en later Amsterdam het nieuwe kanaal door de Gelder se Vallei wilde hebben. Toch is de remming van de groei van de handelsstad uit een geheel andere hoek gekomen. r\e Hollandse stad Dordrecht overvleugelde Tiel na de vestiging van de watertol door graaf Dirk III in 1015,, een tol die aanvankelijk in Vlaardin- gen gevestigd was. Het over brengen van de tol naar Dor drecht bracht zulk 'n vertwij feling bij de kooplieden en vrachtvaarders van Tiel dat zij bij de keizer en de bis schop aandrongen op een straf expeditie tegen de brutale Hol landse graaf. Deze veldtocht werd inderdaad op touw gezet en Godfried, hertog v. Neder- Lotharingen leidde deze, even wel zonder succes, want in 1018 werd de hertog zelfs gevangen genomen en werd de macht van het Hollandse huis nog vergroot. Dordrecht werd nog versterkt en vergroot en groei de uit tot een machtige stapel plaats. Het lot van Tiel als handelscentrum bleek beze geld. Geen keizer of andere vorst kon dit keren. En dan zien wij dat in 1174 keizer Frederik Barbarossa een watertol van Tiel eenvoudig liet verplaatsen naar Kaiserswerth (Keizers- weerd) aan de IJssel, Tiel had toen beslist al zijn „handelsbe kwaamheid" verloren. Die gra felijke roofridder had zijn plaats goed gekozen. En be denken wij bovendien dat niet alleen de klap die Dordrecht toebracht Tiel de nek brak. Na 1015 volgden oorlogen en twisten, branden en overstro mingen. En tóch kreeg het al vóór 1286 stadsrechten! Wij vermelden reeds de kroniek schrijver Albertus van Metz, die tusssen 1021 en 1025 in het Sint - Walburgis kapittelhuis wel zijn befaamde „De diver- sitate temporum" geschreven zal hebben. Hij was het die toen reeds de ondergang van de handel op Engeland vooral voorzag door de tol aan de Merwede. Tiel verviel niet zo als dat Dorestad verging door natuurgeweld, maar door de handigheid van een vorst. In geringe mate bleef Tiel nog handel drijven op Engeland en het stond tot in de 16de eeuw als belangrijk lid van de Han- za in handelsrelatie met de Oostzeelanden; als éérste zee haven had het reeds vóór de dertiende eeuw praktisch afge daan. Adriaan F. de Kleuver DE Zuidslavische schaker Kurajica won Ln 1965 te Barcelona de wedstrijd om het jeugdwereldkam pioenschap e.i verwierf daarbij tevens de titel van internationaal meester. Sindsdien is o- jonge Zuidslaaf steeds sterker geworden. Hij speelt snel en ge makkelijk, combineert uitstekend en weet, evenals alle jonge vooraanstaande meesters, veel van de openingen. Met zijn open rond gezicht en zijn blozende wangen ziet h'J er eerder uit als een Nederlander dan als een Zuidslaaf. Men bespeurt aan hem nauwelijks of hij wint of verliest, zo gemakkelijk Incasseert hij een nederlaag In zijn partij tegen Scholl had hij ogei.sch'jnlijk evenveel plezier in de manier waarop zijn koning de eeuwi ge jachtvelden werd ingejaagd als de winnaar. Toch zal hij waarschijnlijk nóg meer plezier hebben beleefd aan de on derstaande partij want men speelt nu eenmaal geen schaak om te verliezen. Wit: B. KURAJICA. Zwart: dr. M. UJ- TELKY. (Wijk aan Zee 1969.) ZUIDSLAVISCHE VERDEDIGING. 1. e2-e4, g7-g6 2. d2-d4, Lf8-g7. (Dit verdedigingssysteem werd in Wijk aan Zee veel toegepast.) 3. Pbl-c3, e7-e6. (De zwartspeler speelt het systeem op zijn eigen, bizarre, r-.anier. Gebruikelijk is 3. d6 in verbinding met Pf6.) 4. Lel-e3, d7 d5 5. Ddl-d2, h7-h6 6. 0-0-0, Pg8-e7 7. f2-f3, a7-a6 (Niet alleen om de loper in het spel te betrekken, maar ook om een aanval te beginnen tegen de vijandelijke rochadestelling.) 8. h2-h4, b7-b5 9. Pgl-el, Lc8-b7. (Scher per is 9b4 10. Pa4, a5 11. Pc5, Pd7.) 10. e4xd5. (Ni de zwarte koning geen aanstalten maakt om kort of lang te rocheren opent wit de e-lijn.) 10e6x-l5 II. h4-il5, g6-g5 12. f3-f4, g5-g4 (Wit wil een torenlijn op de rech terzijde openen; zwart niet.) 13. Kcl-bl, Pb8-d7 14. Pe2-cl. (Op weg naar het steunpunt c5 14Pd7-b6 15. b2-b3, b5-b4 16. Pc3-e2. a6-a5 17. Pe2-g3. Dd8-d6 18. Lfl-d3, 0-0. (Vermoedelijk in de mening, dat hij, na een spooaig f7-f5, volkogien bevredi gend zal staan.) 19. f4-f5 (Doorkruist zwarts plan: op 19Dxg3 wint 20. Lf4 de dame.) 19Dd-7 18 20. Tdl-fl, Pe7-c6 21. Tfl-f4! (Dekt <34 en valt g4 aan.) 2 1Tf8-r2 22. Pcl-e2 (Anders kan zwart op e3 een kansrijk kwaliteitsoffer brengen.) 2 2Kg8-f« 23. Tf4xg4, Lb7-a6 24. Thl-fl, a5-a4 (Zwart doet het uiterste om zijn aanval op gang te brengen, maar het is al te laat.) 25. Ld3xa6, Ta8xa6 26. Pe2-f4!, Te8xe3 27. Dd2xe3, Pc6xd4. De opgave van de week: hoe zette de witspeler zijn aanval briljant door? De oplossing vindt u in de rubriek van de volgende week. UJTELKY 8 7 6 W/M//. W/W/S 5 4 3 2 abcdefgh KURAJICA OPLOSSING De stand was: Wit (Medina): Kgl, Dh«, Tal en fl, pionnen a2, b2, c3, d3, g3, h2. Zwart: (Donner): Kh8, Dc7, Te8 en f8. pionnen a7, b5, c5, d6, f5 en h7. Er volgde: 25. Tal-el! en zwart gaf het op want op 25Dc7xc6 beslist het fraai* 26. Tel-e7ü (Txe7 27. Dxf8 mat.). HET zal het voortvarende Friesland wel niet helemaal goed bekomen zijn. dat zijn vertegenwoordigers ln de halve finale volkomen hebben ge faald. Voor de wedstrijd was zeker de ver wachting, dat twee van de drie Friezen de finale zouden kunnen binnenstappen. Oebele Hoekstra struikelde over een te grote voorzichtigheid, Anton Schotanus over zijn al meer vertoonde gemakzucht en de grote Friese hoop Frank Drost bleek misschien wel over de nodige aan leg te beschikken, maar werd geremd door een volslagen gebrek aan reken- vaardigheid. Slechts een enkele maal toonde hij voldoende energie te bezitten, voordelige stellingen wal nauwkeuriger te bereke nen, maar het merendeel van zijn kansen liet hij liggen. Zijn partijen te gen Bronstring en De Boer, waarin hij grote winstkansen had verkregen, bewij zen dit. Hieronder een partij, waaruit blijkt, dat met wat meer toernooi-erva- ring hij in de komende Jaren misschien toch nog wel ot de top kan doordrin gen: Wit: J. Blom: Zwart: F. Drost; Arn hem, 22-12-1968. 1. 32—28 20—24: 2. 38—32 18—23; 3. 43—38 14—20; 4. 31—27 10—14: 5. 49—43 23—29. Een speler als Bronstring kan zich ze ker inlaten op b.v. (17—21) 34—29 (23x34) 40x29 gevolgd door (24—30) enz. met zeer onduidelijk en moeilijk spel. 6. 34x23 24—30; 7. 35x24 20x18; 8. 37—31 510; 9. 41—37. Laat zich vrijwillig van het centrum di.ngen. Sterker is 40—34. 917—22; 10. 28x17 11x22; 11. 39—34 19-23; 12. 43—39 7—11; 13. 46—41 1—7; 14. 48—43 15—20. Zwart kan wits bevrijding niet goed meer tegengaan 3. 34—29 23x34; 16. 40x29 10—15; 17. 32—28 20—24. Switch na*"- een klassieke formatie, hetgeen onder de gegeven omstandighe den nog wel het beste is. 18. 29x20 15x24; 19. 28x17 12x32 20. 37x28 7—12 21. 41—37 4—10; 22. 38—32 14—19; 23. 31—27 9—14 24. 42—38 18—23; 25. 47—42 12—18; 28. 37—11 8—12; 27. 45—40 10—15; 28 40—34 14—20 29. 44—40 2—8; 30. 3i— 26. BESLISSEND De opbouwfase is voorbij en het blijkt, dat wit de beslissingen moet gaan ne men. Wat hil nu doet. is van verstrek kende betekenis. Misschien was gewoon 40—35 verstandiger geweest, echter is het gevaar dan niet denkbeeldig, dat zwart sterk in de aanval komt door (24—29) 33x24 (20x40) 35x44 op een gelegen tijdstip eventueel gevolgd door (1217) 30 11—17! Belet Uitwijken met 27—21 wegens (16x27) 32x21 (23x32) 38x27 (24—30!) dam en verlokt wit tot een bekende afklemma- noeuvre. 31. 36—31!? (zie diagram) Zwarts rechter vleugel is hierdoor on beweeglijk geworden, omdat (17—21) niet meer kan. Vlies hangt nu af van de ontwikkeling ean de andere vleugel, die echter door zwart beter beoordeeld is dan door wit; Men zie het vervolg: 31. 20—25; 32. 42—37 15—20! Bijzonder mood gevonden. 33. 5045 Als opgave voor deze week voor de lezers: Waarom kan wit zich hier niet inlaten op 40—35? 333—9; 34. 34—29 23x34; 35. 40x29 19—23; 36 28x30 25x23 37. 33—28 13—19; 38. 38—33 8—13; 39. 33—29 moet wel, anders loopt wit vast. 3923x<4 40. 39x30 18—23 41. 43—39 12—18; 42. 45—40 20—24; 43. 40—35 9—14; 44. 39—33? Laiger tegenstand biedt 39—34! 448—11; 45. 30—25 23—29! 46. 25—20 29x38! Op (14X23) volgt 27—21!! 47. 20x9 13x4; 48. 32x4? 4-9: 49. 43—39 9—14; 50. OPLOSSING 39—34 14—20 51. 34—30 18—23; en na enke le zetten gaf wit zich gewonnen! OPLOSSING De stand was: Wit: 'v.d. Star) 26, 28, 29, 31r SS, 34. 36, 37 38, 39, 40, 42, 44, 45. (14 St.) Zwart: (Jacobsen) 2, 6, 10, 11, 12, IS, 15, 17, 18, 20, 21, 22, 24 27 (14 St.) Een zeer moeilijke stand, waarin wit had moeten spelen: 29—23 (18x29) 34x28 Dit belet (13—18) wegens 40—35 (18x29) 35—30 (24x35) 33x24 (20x29) 45—40! (22x33) 31x22 (17x28) 26x8 (2x13) en 38—32! Na b.v. (10—14) 37—32 (13—19) 40—34 heeft wit goed spel. Op (24—30) kan volgen 38—32 (27x18) 40—34 enz. met gelijk spel. IN hoge mate dient een sterke speler aan de bridgetafel een goed psy choloog te zijn. Steeds moet hij zich afvragen waarom zijn tegenstander dit of dat doet, of nalaat. Soms zijn de voornemens van de tegenstanders zó duidelijk dat men daaruit de juiste con clusies kan trekken voor het nemen der maatregelen die nodig zijn. Soms ook, kan een tegenstander niet veel anders doen dan zijn voornemens duidelijk te laten blijken. Bijvoorbeeld in het spel van de vorige week: 7 AH V 10 6 5 O A H 7 4 2 H <?9 8 0 9 8 5 3 A H V 10 75 #642 9 B 7 3 2 O VB 6 #642 A VB 10 9 85 3 <?4 O 10 B93 Na een begin: noord één harten zuid één schoppen west twee klaveren noord drie ruiten, waren NZ tenslotte in het wat te hoge contract van zes schop pen geëindigd. West kwam met klaver heer uit welke hem bleef, waarna hij in slag 2 ruiten negen naspeelde. Hoe ver der als zuid?? Een spelleider die niet verder denkt dan zijn bridgeneus lang is, zal ruitenheer op tafel nemen, schoppen spelen en een mislukte snit op de heer maken. Na afloop heet het dan „pech" te zijn - in werkelijkheid echter is het speelplan nogal onnozel. Want waarom ter wereld geeft de westspeler zuid de kans om in schoppen te snijden? West weet, dat er in ruiten of harten niets te versieren valt de kracht dezer kleuren ziet hij op tafel (noord) geëtaleerd. Door klaver door te spelen, zou noord dus in slag 2 hebben moeten troeven (het is ondenkbaar, dat zuid ook slechts één klavertje heeft en zelfs als dat zo zou zijn is er niets verloren). Na dat troeven is het onmogelijk om op schoppenheer te snijden en zou zuid vroeger of later aan gewezen zijn op het spelen van troefaas waaronder de heer gaat vallen! Wests doorzichtige speelplan, het naspe len van een rode kaart in slag 2, kan dus alleen maar betekenen dat west graag wil dat zuid in schoppen gaat snijden... dus dat west de schoppenheer sec moet hebben Een speler van formaat, zoals de Zwitser Jean Besse, heeft zoiets door in dezelfde tijd die ik nodig heb om één woord van dit artikel te schrijven. De schoppensnit werd dus in slag 3 niet gemaakt en dat leverde applaus van de galerij op. Gold dat ook voor u?! Boekhorst-Vissinga zijn dus kampioen van Nederland in de meesterkiasse-pa- rencompetitie geworden. Verdiend, want de heren speelden vooral in de laatste moeilijke uren overtuigend bridge, want niet van velen hunner tegenstanders kon worden gezegd. Xokkes-van Heusden voldeden met de tweede plaats nog net aan hun bridge-standing, de derde plaats van Kees Kaiser-Kees Sint houdt belof ten in voor de toekomst. Mevrouw Willy van Heusden bewees opnieuw momenteel onze sterkste dame te zijn, waarvan een vierde plaats samen met de dit seizoen zeer goed spelende Jules van Ogtrop ge tuigenis aflegt. Hans Kreyns kwam met Bobby Biltzblu» op de vijfde plaats. Hoewel het de vraag is of Kreyns-Sla- venburg na hun nogal matige successen van dit jaar het zéér veel beter gedaan zouden hebben, willen wij Rotterdam gaarne deze Illusie gunnen en Bobby Blitzblum troosten met de opmerking dat het een ondankbare taak is opeens de prima-donna te moeten vervangen. Hoe vreemd de katten in het nauw (er waren drie degradanten) kunnen rondspringen, zagen wij in dit partijtje. waarop u de tanden eens stuk mag bij ten: West H42 9AV3 O 10 7 6 V972 Oost A C? 10 9 7 O A 9 8 5 4 AH83 West gever, NZ kwetsbaar. NZ zijn resp. Kokkes-van Heusden. waartegen het bieden als volgt verloopt: west één ruiten noord pas -- oost twee klaver zuid twee schoppen west drie kla ver noord doublet oost drie schop pen zuid pas west pas noord doublet oost vijf ruiten zuid en west passen waarna noord een niet mis te verstaan doublet geeft. Het bieden van west, voor u misschien grenzende aan de rand van krankzinnigheid, heeft de volgende verklaring: één ruiten is een soort psychologische actie, dienende om de tegenstander die immers zelf het sys teem der „Crazy Diamond" speelt te imiteren en misschien zelfs met succea te irriteren. Wests passen op partners „cuebid" van drie schoppen, is één der merkwaardigste curiositeiten uit de brid- gehistorie van de NBB. Waarom noord doubleerde zal ik volgende maal hopelijk kunnen uitleggen, maar hij dééd het waarna de getergde oost met grote snel heid in de enige parkeerhaven schoot di« hem nog vrij leek. Tegen vijf door noord gedoubleerde ruiten, begon noord met schoppen tien voor het aas van tafel (oost). In slag 2 volgde ruiten vier, zuid de ruiten drie en wests ruiten zes werd door noord met ruitenvrouw genomen. In slag 3 speelde noord schoppen drie, oost ruimde harten zeven op, zuid speelde schoppenboer bij en west maakte schoppenheer. In slag 4 speelde west ruiten zeven, noord ruiten twee en u mag van hieraf de taak van west overnemen. Ho« verder? Horizontaal: 1. Tongsmeerseltje (11) l. Dit lichaamsdeel ziet rood (4) 10. zijn zin moet koning kraaien (10) 11. Het is wel keurig, al zitten er gaten in (7) 12. Een deel van twee beroepen is weg (7) 15. Daarmee breng je het in de war (9) 17. Niet dood gemaakt, maar toch geslacht (5) 21. Zo een heeft helemaal geen grond (5) 23. 's Zomers niet beschikbaar (9) 25. Omdat dit daar is (7) 28. King-size tuin (7) 31. Beleefd, doch sneller gaand (10) 32. Zuidedijk plezier (4) 33. Hij word-t steeds magerder (11) Verticaal 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 13. 14. 18. 18. 19. 20. 22. 24. 26. 29. 30. Zij ligt tussen kussen en matras (5) Dit is precies verkeerd (8) Stukje vis aan het been (4) Het vertrek van de acteur (8) Zij is ten minste bijna anderhalve meter hoog (5) De geest draagt zo een sluier (8) De zus uit het sprookje (4) Allen dragen hem (3) Knap wapen (5) In Iberië is dit hemellichaam muzi kaal (3) Zes-en-dertig-honderd momenten (3) Als deze open moet ls het mis (8) Op deze zandvlakten kan men niet verder (8) Deze heet niet sterk te zijn 3) Bladerbron 6) Het einde van deze Bijbelse figuur is niet slim (4) De moeder en het meisje zijn een vrouw (5) Deze baan maant tot spoed (5) Hieronder rust men uit (4) Oplossing vorige kruiswoordraadsel Horizontaal: 1. gaar; 4. prinses; 9. klap; 13. ras; 14. la; 15. nee; 16. te; 17. ere; 18. aker; 20. re; 22. nu; 23. meer; 24. moskee; 26. modder; 28. Epe; 31. drum mer; 33. antenne; 36. re; 37. K.S.G.; 39. eb; 40. ml; 42. la; 44. kater; 46. In; 47. S.E.; 48. iel; 49. karbonade; 30. zon; 51. nr.; 52. T.S.; 53. oeros; 54. pd.; 56. pa: 57. me; 59. lat; 61. as; 63. etaleur; 65. poor ter; 67. Lea; 70. nestor; 72. halter; 76. paar; 78. uk; 80. Po; 81. lied; 83. Ida; 84 au; 85. oom; 87. os; 88. eed; 89. lama; 90. Rusland; 91. Etna. Verticaal: 1. gram; 2. aak; 3. asem; 4. parkiet; 5. ln; 6. net; 7. S.E.; 8. student; 10. Leer; 11. are; 12. Pers; 19. rommel; 21. Ee; 22. no; 23. meteen; 25. Ee; 26. me; 27. er; 29. pastorale; 30. ln; 31. dominee; 32. Ur; 34. nb.; 35. evenaar; 37. kabel; 38. genot; 41. Ier; 43. aks; 44. K.R.O.; 45. ras, 46. iep; 47. sop; 52. teller; 55. dartel; 57. ma; 58. cultuur; 60. potlood; 62. st; 64. te; 66. el; 67. Lr.: 68. ah; 69. spil; 70. naam; 71. o.k.; 73. A.P.; 74. riet; 75. Edda: 77. Ada; 79. tol; 82. een: 85. os; 86. ma. ,E prijswinnaars van ons kruiswoord raadsel van Jl. zaterdag zijn: J. L. Trommel, Kloosterkade 164, Delft; H. W. de Boer, Agelobrlnk 18, Enschede; J. van Setten, Favrestraat 23, Rotterdam; Mevr. C. M. Wessel-Riko, Van Fauken- bergeplein 42, Voorburg; Mej. H. W. Kaas. De Clercqstraat 115(bel), Amsterdam. Zij zullen een boek ontvangen. Zendt uw oplossing vóór woensdag as. naar de redactie van het Algemeen Dag blad, Witte de Withstraat 73, Rotterdam en vermeldt in de linkerbovenhoek: Cryptogram.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15