Abdij vol sfeer in Tongerlo E.E.G. en Engeland hebben elkaar nodig „Mooncat" sleept bewegende delen... Recepten uit klassieke kookboeken In De Meerr vondsten uit Romeinse tijd JEUGD IN FRANKRIJK VOELT ZICH GELUKKIG Ontvoerde vrouw gered dank zij lippenstift Aphrodites child Oude kopie run Da Vincis Avondmaalte bezichtigen GLAASJE OP, LAAT JE RIJDEN Vrouwen in Italië veelal vóór gehuwde priesters Gehaktballen Vijfde deel Beroep Op het dak Esperantovereniging kandidate voor Nobelprijs Waarde Even schrijven I „SMULLEN" VAN OUD-ROMEINSE GERECHTEN... A Is het kon, hadden we de Romeinse miljonair en fijnproever Apicius (eer- ste eeuw na Chr.) moeten horen brullen van teleurstelling. Want de Ju liaanse brij met gekookte hersenen, waarvoor hij negentien eeuwen geleden 10 zorgvuldig het recept samenstelde, lag ons eigenlijk een beetje als een brok beton in de maag. Apicius zelf zou in dit geval een pauweveer in de keel hebben gestopt om verder te kunnen eten, maar we lieten gewoon zijn lams vlees met liquamen (leggen we straks wel uit) voorbij gaan. Hoewel met de meeste eerbied. Het gebeurde op de kamer van me juffrouw Johanna Maria van Winter in Utrecht, die op de universiteit ■wetenschappelijk hoofd-medewerk- ster is aan het instituut voor geschie denis. Zij was het, die zo'n zes jaar geleden herdrukken in handen kreeg van zeer oude kookboeken. Nu lezen de meeste mensen die oude kook boeken alleen maar om de taal erin te bestuderen, maar mejuffrouw Van Winter had een heel ander idee. Een keer per zes weken haalt ze nu een paar studenten in de geschiedenis bij elkaar, om samen met haar steeds twee gerechten uit die kook boeken klaar te maken. Kunnen we een keer zo'n practicum meemaken, vroegen we haar. Het kon en zo stonden we samen met haar en de studenten Triensje, Klaas en Sjoerd gebogen over het kook boek van Apicius. Maar Klaas werd meteen aan het werk gezet om ge kookte tarwekorrels te pletten en Triensje Schaaps moest twee paren gekookte kalfshersenen vermengen met „vlees zonder been, fijngemaakt als voor gehaktballen" (Die at men destijds ook al). Er moesten ook talloze kruiden bij, wijn en dan het geheimzinnige li quamen. Dat is het vocht, dat de oude Romeinen gebruikten om hun gerechten te zouten. „Raad eens wat er allemaal in zit", sprak mejuffrouw Van Winter en ze duwde me een potje met uiterst opvallend geurend PARIJS De huidige Franse jeugd - in de leeftijd van 15 tot 29 jaar - voelt zich veel gelukkiger dan die uit 1957. Dit komt voor een groot deel, omdat zij zich vrij en ongebon den voelt, omdat zij praktisch niets tekort komt, omdat zij belangstel ling heeft voor haar werk, omdat zij zich niet al te veel vragen stelt, en zoals getrouwde pessimisten er aan toevoegen, omdat zij vrijgezel gebleven is. Want 71,3 procent van de jongens en 56,8 procent van de meisjes in die leeftijd ls niet ge trouwd. Dit alles blijkt uit een onderzoek van het Franse instituut van opinie onderzoek in opdracht van het week blad L'Express. De Franse jeugd vormt op het ogenblik één-vijfde deel van de Fransè bevolking. De jongens zijn in het algemeen student (20,5 pro cent), werkman (36,5), militair (12.2) of bediende (11). De meisjes zijn verkoopster (25,2), student (22.3) of hebben geen beroep (30,7). Negen op de tien ondervraagde jongemensen voelen zich gelukkig. Zij menen, dat de belangrijkste factoren van een gelukkig leven op het ogenblik zijn: zich interesseren voor zijn werk, een goede huisves ting, het bezitten van vrienden, het kunnen blijven studeren en het krij gen van kinderen, wanneer men dat wil. Voor de jeugd komt op de laat ste plaats het huwelijk zelf. vocht onder de neus. „Ik heb het ge trokken van vis, zout en wel vijftien soorten kruiden." De enige vraag, waarvoor zij zich werkelijk interesseert, is welk be roep zij zal gaan uitoefenen (38). De rest van de vragen haalde nau welijks de dubbele cijfers. De lief de vinden de Franse jongeren wél bijzonder belangrijk (83) en op dit gebied menen zij, dat beide part ners elkaar trouw dienen te blij ven (86 procent). Slechts dertien procent vindt het jammer, dat zij in dit tijdsgewricht leeft. Dit geringe percentage wordt verklaard door het feit, dat 92 pro cent van oordeel is, dat er zoveel veranderd is, dat de nieuwe gene ratie totaal verschillend zal zijn van die van de voorgaande. In 1957 nog dacht 76 procent, dat er totaal geen verschil in beide ge neraties zou komen. En dat bleek dan nog een heel eenvoudige vorm te zijn, want de oude Romeinen maakten dat zouten de vocht in grote potten, waarin laagjes vis, kruiden en zout gingen. Die potten werden neergezet op het platte dak van het huis en bleven daar een maand in de zon staan. Totdat de inhoud volledig was ge gist en voor gebruik gereed. Goed, liquamen dus en dat ging ook over het lamsvlees, dat in olijfolie werd gebakken, met uien, wijn en alweer talloze kruiden. En de Juli aanse brij werd uiteindelijk iets, dat leek op de ragoüt waarmee wij anno 1969 onze pasteitjes vullen. Er is, achter het fornuis van mejuf frouw Van Winter, ook al wel eens Middeleeuwse erwtensoep gemaakt, (heel zwaar, met kip erin en eieren) en een Romeins soort erwtensoep, die bestond uit groene erwten en inktvissen. „Erwten en linzen zijn dingen, die de mensheid al heel lang gebruikt", al dus mejuffrouw Van Winter, die er bij vertelde dat aan de erwten nog iets bijzonders vast zit. Men veron derstelt dat veelvuldig erwten eten zwangerschappen tegengaat. En wel omdat er in tijden waarin een be volking niet zo hard groeide altijd erg veel erwten werden gegeten. „Hoewel", vertelde mejuffrouw Van Winter, „er over het eten van het gewone volk in vroeger tijden erg weinig bekend is. De kookboeken werden destijds alleen geschreven voor mensen in kloosters, voor het hof en de rijke burgers." Daar kon het dan ook gebeuren dat een diner maar drie gangen had, maar dan wel gangen die bijvoor- elk bestonden uit twaalf tot achttien gerechten. Dat was het geval bij de feestmaaltijd ter ere van de kro ning van koning Hendrik IV van En geland in de veertiende eeuw. De eerste gang bestond bijvoorbeeld uit de kop van een everzwijn met slag tanden, groot vlees, jonge zwanen, vetgemeste kalkoen, fazant, reiger, steur en snoek. Tweede gang onder meer: gevulde biggetjes, pauwen, kraanvogels, konijn, roerdomp, kip, taarten, varkensvlees, geroosterd wild. Derde gang: zilverreiger, wulp patrijs, kweeperen, duiven, kwar tels, konijntjes, vogeltjes, enzovoort, tot achttien gerechten dit keer. Niet dat mejuffrouw Van Winter dit allemaal gaat namaken, maar ze heeft met alle gegevens uit haar oude kookboeken wel een ander plannetje, nèèst dat koken met de studenten. De gerechten die in haar keuken zijn klaargemaakt en goed bevonden, be schrijft zij iedere keer in het maand blad „Spieghel Historiael". Mét de mensen van dit tijdschrift heeft zij het idee gekregen, dat er ergens in Nederland een restaurantje moet ko men, waar louter Middeleeuwse en bijvoorbeeld oud-Romeinse gerechten gegeten kunnen worden. Zodat iedereen een keer Jacobijnen- taart kan eten of Viaund Rogal: ko ningsvlees, bestaande uit brij van eierdooiers, honing, wijn, rozijnen en stukjes kip. Na een groep uit Scandinavië en uit Spanje is het nu de beurt aan de Griek se groep „Aphrodites Child" om de Ne derlandse hitparade te bestormen. Frankrijk komt de eer toe de interna tionale mogelijkheden van het Griekse trio met de mythologische naam Aphro dites Child onderkend te hebben. Toe val (of wellicht de tussenkomst van Olympus wees de drie jonge Grieken, die al him songs in het Engels zingen een kortere weg naar internationale roem. Hun eerste plaat die door Philips Griekenlnd werd opgenomen, werd zo goed ontvangen in Engeland, dat men besloot de jongens over te laten komen naar London om daar nieuwe, meer professionele opnamen te maken. Hun vliegtuig maakte een tussenlanding in Parijs toen daar de staking uitbrak waardoor ze gedwongen waren een paar dagen in Parijs te blijven. Produ cer Pierre Sberro zag zijn kans schoon en stelde ze voor een plaat te maken. Het zou een bewerking moeten worden van de beroemde „Canon" van Pachel- bel, de zeventiende-eeuwse organist en componist. Het aanbod werd geaccep teerd en het resultaat was „Rain and Tears", dat binnen enkele dagen op de eerste plaats van de Franse hitparade stond. Vangélis Papathanassiou, die zijn twee vrienden Demis Roussos en Lucas Sideras overhaalde om met hem een trio te vormen, schreef de arrangemen ten voor het nummer. De tekst werd ge leverd door een Fransman, Boris Berg man. Deze Grieks-Franse samenwer king resulteerde in een Engels-talige hit. Een hit die in Nederland ook tot in de hoogste regionen van de hitparade zal stijgen. De sneeuw maakt het allemaal wel wat vriendelijker, maar toch vormt de oprijlaan naar de abdij in het Belgische Tongerlo een zwaarmoedig plechtig begin van het bezoek aan het grote gebouw, daar verderop. Aan het eind van deze met lindebomen afgebakende weg staat een poort, die er al vele honderden jaren trouwe dienst op heeft zitten en waarachter de kloosterwereld schemert. Een in lange witte pij gestoken monnik loopt er langs. STOCKHOLM. De Algemene Espe rantovereniging, de in Rotterdam ge vestigde organisatie met leden in meer dan tachtig landen, wordt voorgesteld als kandidate voor de Nobelprijs voor de Vrede van dit jaar, wegens haar verdiensten in de strijd voor een be tere internationale verstandhouding. Achtendertig leden van het Zweedse parlement, behorende tot diverse poli tieke partijen, dienden dit voorstel in. Een dergelijk voorstel deden ook ver scheidene leden van het Italiaanse par lement en andere vooraanstaande per sonen. Voorbij de poort ligt de binnenplaats: groot, verrassend groot zelfs en inge sloten door hoofdzakelijk negentiende- eeuwse gebouwen, want de Franse re volutie maakte indertijd korte metten met een groot deel van het klooster, dat in 1133 van de grond kwam. Wer kelijk oud in nu alleen nog die toe gangspoort (met een onderbouw uit de 14e eeuw), de hoeve (een boerderij in het kloostercomplex), een schuur uit 1618 en nog enkele andere gebouwen, alles met elkaar niet om over naar huis te schrijven, maar toch: deze abdij in Tongerlo maakt een veel oude re indruk dan zij in werkelijkheid is en houdt op die binnenplaats een forse brok sfeer gevangen. De bijna absolute stilte valt hier te beluisteren, want ook uit de omrin gende gebouwen, die in keurig gelid langs de grasvelden staan, komt geen geluid. Alles is nog precies zo als vroe ger en zelfs die grote binnenplaats heeft zijn aloude functie behouden. Het vee graast er 's zomers, 's Winters vindt het onderdak in een van de stal len in het klooster. Zo'n verkenning van het plein en van enkele gebouwen kost u onge veer een half uur de kerk is echt het bekijken wel waard en daar na neemt pater De Swet het heft in handen. Een groot gedeelb van het complex is niet te bezichtigen, maar hieronder valt niet een klein mo dern gebouwtje, waarin de trots van het klooster te kijk hangt, aan de achterwand. Het is een kopie van het beroemde Laatste Avondmaal, geschilderd door Andrea Solario, kort nadat zijn leer meester Leonardo da Vinei het origi neel maakte. „Daarin zit de waarde van deze kopie", zegt pater De Swet en zijn hand wijst eerbiedig naar het enkele jaren geleden nog eens geres taureerde doek, dat in 1545 door een zekere heer Streyters uit Antwerpen voor 450 Rijngulden werd gekocht en na veel omzwervingen tenslotte in Ton gerlo terechtkwam. Het doek is volgens pater De Swet aanzienlijk beter bewaard gebleven dan het origineel in het Dominicaner- klooster van Milaan, „waarvan een deel (bijna de helft) nagenoeg verlo ren is gegaan. En zoiets verhoogt na tuurlijk de belangrijkheid van dit schilderij in Tongerlo". Hij voegt er on middellijk aan toe, dat er veel meer kopieën zijn zeker dertig stuks), „maar die werden niet ten tijde van Da Vinei geschilderd". Het schilderij kan op zaterdagen worden bekeken van 10 tot 12 en van 14 tot 17 uur; op zondag van 14 tot 17 uur. U hoeft uw komst van tevo ren niet aan te kondigen, wat wel nodig is (en dan liefst schriftelijk) wanneer u in deze maanden op een werkdag langs wilt komen. Voor wie er eens wil gaan kijken heeft het Belgisch Verkeersbureau in Amsterdam deze route ontworpen: Breda, Baarle-Nassau, Turnhout, Kasterlee (bosrijke omgeving en goe de hotels met prima eten zoals in hotel Bosrand of hotel de Bonte Os), Geel, en nu richting Biest. Vervol gens nadat u de autoweg bent over gestoken (oppassen), rechtsaf naar Tongerlo. De terugweg kan gaan via Olen, He renthals (stadhuis, begijnhof), Poeder- lee, Wechelderzande, Vlimmeren, Oost- malle en eventueel nu een zij sprongetje maken naar Westmalle, waar het trappistenbier (in het café „De Trappisten", tegenover de ingang van de abdij) zo voortreffelijk smaakt. Terug naar Oostmalle, Rijckevorsel, Hoogstraten, Meerle, Breda. Alles heen en terug zo'n 150 kilometer. Bij het Belgisch verkeersbureau in Amsterdam liggen gedetailleerde kaartjes van de omgeving voor u klaar. De Meem Naar het Archeolo gisch Instituut van de rijksuniversiteit te Utrecht meedeelt, zijn tijdens graaf werkzaamheden nabü de kruising Word- laan-Castellumlaan in De Meern (Utr) destijds belangrijke vondsten uit de Romeinse tijd gedaan. Deze zijn mo gelijk afkomstig uit een „afvalkuil" die, blijkens het schervenmateriaal, in de periode van laat-Vespasianus-Tra- janus heeft dienst gedaan. Onder de scherven, die door de he ren R. Bok en D. Dijs zijn verzameld, bevinden zich vele fragmenten van versierde en onversierde terra sigil- lata. Deze stammen voor het meren deel uit Zuidgallische fabrieken en zijn te dateren uit de tijd van Vespa- sianus Domitianus. Enkele stukken zou den gedateerd kunnen worden uit de periode Nero-Vespasianus en Domi- tianus-Trajanus. Zij zijn van verschillende vormen en de Middengallische fabrieken zijn slechts met enkele stukken vertegen woordigd. Een gering aantal Oostgal- lische produkten, die op latere date ring van het vondst-complex zouden kunnen wijzen, zijn hoogstwaarschijn lijk uit de bovengrond afkomstig. Zij dragen diverse pottenbakkersstempels. Het vondstenmateriaal omvat tevens gladwandig wit, gevernist en ruw- wandig aardewerk, terra nigra, glas en enige inheemse scherven. Vermeldenswaard zijn onder meer een fragment van een pijpaarden beeld je, een lichtgroene meloenkraal van glaspasta, ijzeren spijkers en een dena rius van Vespasianus (69-79). Negentien eeuwen geleden kook te de Romeinse miljonair Api cius lekkere dingetjes voor zijn vrienden, en het kookboek dat van zijn recepten werd samengesteld, bestaat nog steeds. Zijn Juliaanse brij en zijn lamsvlees werden nog eens nagemaakt in Utrecht, door studenten in de geschiedenis. Dat gebeurde onder leiding van mejuf frouw J. M. van Winter van de Utrechtse universiteit (tweede van links). Verder op de foto: v.l.n.r.: de studenten Triens Schaaps, Sjoerd Visser en Klaas Kalkwiek. He politie van Bonifay (Florida) heeft verklaard, dat 'n met lippestift ge schreven mededeling op de spiegel in het toilet van een restaurant heeft ge leid tot de opsporing van een vrouw, die probeerde te ontkomen aan een ex- gevangene, die haar twaalf dagen te voren had ontvoerd. Ik ben ontvoerd, help me a.u.b., zo luidde de mededeling. Onder de spiegel, op een rolhand- doek, stond nog een mededeling: „bel dit nummer op, vraag naar de heer Deloach en vertel hem, dat zijn vrouw het goed maakt. Zij wordt naar Orlan do gebracht". De mededelingen werden gevonden in een wegrestaurant te Crestview, 60 km ten westen van Bonifay. De politie slaagde er al spoedig in de ontvoerder, Robert Martin uit At lanta, aan te houden. De man was voorwaardelijk ontslagen uit de gevan genis van Georgia. Mevrouw Deloach, een knappe, 35 jaar oude brunette, moeder van vijf kinderen, was in shocktoestand. Zij heeft tegenover de politie verklaard, dat zij op 5 febr. werd gedwongen Mar tin te volgen. Hij heeft haar sindsdien steeds gevangen gehouden. Hij liet haar slechts alleen naar een toilet gaan. De vrouw vertelde de politie, dat zij de mededelingen in lippestift overal in Noord-Florida in de toiletten van restaurants had geschreven. Volgens de politie van Atlanta, is Martin kennelijk een vriend van de heer en mevrouw Deloach. Martin nam de vrouw mee, toen hij haar in het ziekenhuis bezocht, waar zij voor sui kerziekte werd behandeld. Hij beweert dat zij vrijwillig met hem is meege gaan. J onden In de Atlantische Oceaan ligt, tussen het Europese conti nent en de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk. Het wordt be woond door 26,5 miljoen jolly good fellows en 28,2 miljoen eveneens jol ly good leden van het andere ge slacht. Die 54,7 miljoen vormen te zamen een club die heel lang heette: Brits en best. De club toont een tragische en o.i. wat overdreven be reidheid om in onze jaren haar naam te wijzigen in: Brits maar niet zo best. Die grote club speelde heel lang in de kopploeg van de eredivisie over heel de wereld. Nu wil ze al leen nog maar ten westen van Suez spelen. Voor uitwedstrijden ten oosten van die stad heeft zij tegen woordig noch het geld, noch de macht, noch de ambitie. Heel lang traden de clubleden in hun vrije tijd ook nog op als assistent-politie mannen van Oom Sam, die aan de overkant van het grote water woont. Ook daarin hebben de clubleden in afnemende mate lust. De club der 54,7 miljoen wil al jaren iets heel anders: spelen in de eerste divisie der Westeuropeanen, die geheten is Europese Economi sche Gemeenschap. Enige malen in de loop van het laatste dozijn jaren hebben ze hun best gedaan om lid te worden, even zo vaak zei de ballo tagecommissie: „Neen". Niet omdat de meerderheid van die commissie tegen was, maar omdat een oude ge neraal, honorair voorzitter van die commissie er tegen was en is en wel blijven zal. 'Y/'erlaten we hier onze pogingen om de collega's van de sportredactie te evenaren en stellen we de, met name ook voor ons, Nederlanders, belangrijke vraag: Willen de Brit ten, nadat ze twee keer afgewezen zijn, nog wel toetreden tot de West- europese club? Het zal je gebeuren, als bezoeker van het continent, dat aan het einde van een maaltijd een hoge Britse ambtenaar die met deze materie al jaren bezig is, naar je toe komt en haast wanhopig vraagt: „Zoudt u ons nu in 's hemelsnaam nog een idee aan de hand kunnen doen? Zoudt u nog één mogelijkheid weten voor ons om in de Europese Gemeenschap te worden opgenomen, die wij over het hoofd kunnen hebben gezien?" Wie werkelijk als reactie op zo'n vraag een pasklaar en hanteerbaar stelletje denkbeelden op tafel zou kunnen gooien, zou knapper zijn dan die reeksen specialisten die er zo veel honderden uren over hebben vergaderd en energieker dan al die Westeuropese ministers die „hm" mompelden, als de generaal in Pa rijs weer eens „neen" had gezegd. We hadden dus géén pasklaar ant woord. Maar het feit alleen al, dat de vraag met zo veel klem werd ge steld, tekent Groot-Brittanniës posi tie. Men zal, zo zei een Brits minister ons, maar heel weinig mensen in Groot-Brittannië vinden die, bijvoor beeld als gevolg van gekwetste trots, zeggen dat de Britten maar uit de Gemeenschap moeten blijven. Maar nadat men twee keer op zijn gezicht is gevallen, is het enthousiasme er voor lelijk geslonken. Een toenemend aantal Britten zou bereid zijn, een werkelijk niet zo „splendid isolation" voorlopig dan maar te aanvaarden, wachtend tot de tijden veranderen; dat wil dus zeggen: wachten tot De Gaulle verdwijnt. En dat geldt voor regering èn oppositie. T abours regering ziet geen moge lijkheden voor een nieuw initia tief. Natuurlijk: de aanvrage voor het lidmaatschap blijft in Brussel, maar afgezien van wat kleine acti viteit j es op lager diplomatiek niveau blijft het daarbij. En de oppositie, de Conservatieve partij, die blijkens recente opinie-onderzoekingen sterk aan de winnende hand is, heeft ter zake ook geen pakket van denkbeel den. In een recent pamflet van de Conservatieven: „Maak het leven beter!" staat er alleen maar over: „De landen van West-Europa ko men tot elkander na eeuwen van con flicten. De wil is sterk, de obstakels groot, de uitgeloofde prijs enorm. De meeste Europeanen zien duide lijk dat een verenigd Europa niet gebouwd kan worden zonder de Brit ten. Wanneer we geduldig rijn en vastbesloten, kan de prijs worden binnengehaald". En dat is het dan. Niet bepaald in spirerend, mag men zeggen. In de Britse kranten leest men inderdaad bar weinig meer over de Europese Gemeenschap terwijl nog maar anderhalf jaar geleden elk bericht erover hoge nieuwswaarde had. In gesprekken met Britten die zij zelf over dit onderwerp niet snel meer beginnen hoort men niet veel anders dan: We zouden wel wil len, we zien niet meer hoe.... TXet ongelukkige is, dat er voor Groot-Brittannië geen alterna tief is: Het Gemenebest is een aflopende zaak, dat is tijdens de conferentie der gemenebest!anden in januari jl. weer gebleken. De Vrijhandelsassociatie die de Britten, met zes niet tot de E.E.G. behorende landen, hebben gevormd, nadat rij voor de eerste maal buiten die E.E.G. werden gehouden, komt niet op indrukwekkende wijze van de grond. Trouwens: met Engeland hebben er nog drie leden van de club van acht (Denemarken, Ierland, Noorwegen) aanvragen in Brussel liggen om tot de E.E.G. te worden toegelaten. Het aanknopen van nauwere rela ties met Amerika wordt door de meerderheid der Britse politici van regering èn van oppositie maar een hachelijk denkbeeld gevonden; men is er toch al bang voor een te sterke economische overheersing door Amerikanen. De landen van de E.E.G. zijn bo vendien Engel ands grootste handels partners. In 1966 werd aan goederen geïmporteerd uit de Verenigde Sta ten voor 722,8 miljoen pond, uit de landen van de Vrijhandelsassociatie voor 840,8 miljoen pond, uit de lan den van de Europese Gemeenschap voor 1.103,6 miljoen pond! Enge- lands uitvoer gaf dat jaar hetzelfde beeld te zien: voor 625,8 miljoen pond ging naar Amerika, voor 739,6 miljoen pond naar de landen van de Vrijhandelsassociatie en voor 955,9 miljoen pond naar de zes landen van de E.E.G. jVaar onze overtuiging is het, zeker na de devaluatie van het Britse pond, in ieder geval voor ons land economisch van nog meer betekenis geworden dan voorheen dat Groot- Brittannië deel zal gaan uitmaken van de Europese Economische Ge meenschap en daarmee andere le den van de Vrijhandelsassociatie. Bo vendien zou men ervan kunnen ver wachten, dat de E.E.G., die de laatste tijd toch een probleemkindje aan het worden is, er nieuwe kracht aan zou kunnen ontlenen. En als de Russen inderdaad zoals ze on langs lieten weten belangstelling hebben voor nauwere relaties met de E.E.G., dan wordt het voor de Brit ten nog hachelijker, buiten het ge zelschap te blijven. -* «•'-■ui- Dit is de mooncat", een radiografisch bestuurd voer tuig, bestemd voor het voortslepen van bewegende doelen op het cavallerieschietkamp ,,De Vliehors". De actieradius van het voertuig, dat door het Nederlandse leger is ontwikkeld en uniek is in West-Europa, is twaalf kilometer. De snelheid kan worden opgevoerd tot vijftig kilometer per uur. De Italiaanse vrouwen zijn in meer derheid voor gehuwde priesters en hartoverplantingen. Dit is gebleken uit een opinie-onderzoek, ingesteld door het internationale centrum voor markt onderzoek (CIRM) te Milaan. CIRM heeft in het kader van dit onderzoek 3.000 huisvrouwen van 21 tot 65 jaar vragen gesteld over twee van de felst omstreden kwesties in Italië. Volgens de Italiaanse wet, moeten 24 uur verstrijken sinds het intreden van de dood voordat de dood officieel wordt. Dientengevolge zijn hartover plantingen in Italië onmogelijk. Uit het opinie-onderzoek is gebleken, dat 74.9 pet. van de huisvrouwen voor hartoverplantingen is, 6 pet staat er onverschillig tegenover, 8.9 pet. moet er niets van hebben, 8.3 pet. verklaar de niet voldoende ingelicht te zijn om er een mening over op na te houden en de overigen weigerden te antwoor den. Voor gehuwde geestelijken sprak 42 pet van de vrouwen zich uit. Daartegen was 32.4 pet, terwijl 14.2 pet er zich niet voor interesseerde. De overigen verklaarden niet voldoende van he' onderwerp af te weten of weigerden te antwoorden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 11