Abdij vol sfeer
in Tongerlo
E.E.G. en Engeland
hebben elkaar nodig
„Mooncat" sleept bewegende delen...
Recepten uit klassieke kookboeken
In De Meerr
vondsten uit
Romeinse tijd
JEUGD IN
FRANKRIJK
VOELT ZICH
GELUKKIG
Ontvoerde vrouw
gered dank zij
lippenstift
Aphrodites
child
Oude kopie run Da Vincis
Avondmaalte bezichtigen
GLAASJE OP,
LAAT JE RIJDEN
Vrouwen in Italië
veelal vóór
gehuwde priesters
Gehaktballen
Vijfde deel
Beroep
Op het dak
Esperantovereniging
kandidate voor Nobelprijs
Waarde
Even schrijven
I
„SMULLEN" VAN
OUD-ROMEINSE
GERECHTEN...
A Is het kon, hadden we de Romeinse miljonair en fijnproever Apicius (eer-
ste eeuw na Chr.) moeten horen brullen van teleurstelling. Want de Ju
liaanse brij met gekookte hersenen, waarvoor hij negentien eeuwen geleden 10
zorgvuldig het recept samenstelde, lag ons eigenlijk een beetje als een brok
beton in de maag. Apicius zelf zou in dit geval een pauweveer in de keel
hebben gestopt om verder te kunnen eten, maar we lieten gewoon zijn lams
vlees met liquamen (leggen we straks wel uit) voorbij gaan. Hoewel met de
meeste eerbied.
Het gebeurde op de kamer van me
juffrouw Johanna Maria van Winter
in Utrecht, die op de universiteit
■wetenschappelijk hoofd-medewerk-
ster is aan het instituut voor geschie
denis. Zij was het, die zo'n zes jaar
geleden herdrukken in handen kreeg
van zeer oude kookboeken. Nu lezen
de meeste mensen die oude kook
boeken alleen maar om de taal erin
te bestuderen, maar mejuffrouw Van
Winter had een heel ander idee. Een
keer per zes weken haalt ze nu een
paar studenten in de geschiedenis
bij elkaar, om samen met haar
steeds twee gerechten uit die kook
boeken klaar te maken.
Kunnen we een keer zo'n practicum
meemaken, vroegen we haar. Het
kon en zo stonden we samen met
haar en de studenten Triensje, Klaas
en Sjoerd gebogen over het kook
boek van Apicius. Maar Klaas werd
meteen aan het werk gezet om ge
kookte tarwekorrels te pletten en
Triensje Schaaps moest twee paren
gekookte kalfshersenen vermengen
met „vlees zonder been, fijngemaakt
als voor gehaktballen" (Die at men
destijds ook al).
Er moesten ook talloze kruiden bij,
wijn en dan het geheimzinnige li
quamen. Dat is het vocht, dat de
oude Romeinen gebruikten om hun
gerechten te zouten. „Raad eens wat
er allemaal in zit", sprak mejuffrouw
Van Winter en ze duwde me een
potje met uiterst opvallend geurend
PARIJS De huidige Franse
jeugd - in de leeftijd van 15 tot 29
jaar - voelt zich veel gelukkiger dan
die uit 1957. Dit komt voor een groot
deel, omdat zij zich vrij en ongebon
den voelt, omdat zij praktisch niets
tekort komt, omdat zij belangstel
ling heeft voor haar werk, omdat
zij zich niet al te veel vragen stelt,
en zoals getrouwde pessimisten er
aan toevoegen, omdat zij vrijgezel
gebleven is. Want 71,3 procent van
de jongens en 56,8 procent van de
meisjes in die leeftijd ls niet ge
trouwd.
Dit alles blijkt uit een onderzoek
van het Franse instituut van opinie
onderzoek in opdracht van het week
blad L'Express.
De Franse jeugd vormt op het
ogenblik één-vijfde deel van de
Fransè bevolking. De jongens zijn
in het algemeen student (20,5 pro
cent), werkman (36,5), militair
(12.2) of bediende (11). De meisjes
zijn verkoopster (25,2), student
(22.3) of hebben geen beroep (30,7).
Negen op de tien ondervraagde
jongemensen voelen zich gelukkig.
Zij menen, dat de belangrijkste
factoren van een gelukkig leven op
het ogenblik zijn: zich interesseren
voor zijn werk, een goede huisves
ting, het bezitten van vrienden, het
kunnen blijven studeren en het krij
gen van kinderen, wanneer men dat
wil. Voor de jeugd komt op de laat
ste plaats het huwelijk zelf.
vocht onder de neus. „Ik heb het ge
trokken van vis, zout en wel vijftien
soorten kruiden."
De enige vraag, waarvoor zij zich
werkelijk interesseert, is welk be
roep zij zal gaan uitoefenen (38).
De rest van de vragen haalde nau
welijks de dubbele cijfers. De lief
de vinden de Franse jongeren wél
bijzonder belangrijk (83) en op dit
gebied menen zij, dat beide part
ners elkaar trouw dienen te blij
ven (86 procent).
Slechts dertien procent vindt het
jammer, dat zij in dit tijdsgewricht
leeft. Dit geringe percentage wordt
verklaard door het feit, dat 92 pro
cent van oordeel is, dat er zoveel
veranderd is, dat de nieuwe gene
ratie totaal verschillend zal zijn van
die van de voorgaande.
In 1957 nog dacht 76 procent, dat
er totaal geen verschil in beide ge
neraties zou komen.
En dat bleek dan nog een heel
eenvoudige vorm te zijn, want de
oude Romeinen maakten dat zouten
de vocht in grote potten, waarin
laagjes vis, kruiden en zout gingen.
Die potten werden neergezet op het
platte dak van het huis en bleven
daar een maand in de zon staan.
Totdat de inhoud volledig was ge
gist en voor gebruik gereed.
Goed, liquamen dus en dat ging ook
over het lamsvlees, dat in olijfolie
werd gebakken, met uien, wijn en
alweer talloze kruiden. En de Juli
aanse brij werd uiteindelijk iets, dat
leek op de ragoüt waarmee wij anno
1969 onze pasteitjes vullen.
Er is, achter het fornuis van mejuf
frouw Van Winter, ook al wel eens
Middeleeuwse erwtensoep gemaakt,
(heel zwaar, met kip erin en eieren)
en een Romeins soort erwtensoep,
die bestond uit groene erwten en
inktvissen.
„Erwten en linzen zijn dingen, die de
mensheid al heel lang gebruikt", al
dus mejuffrouw Van Winter, die er
bij vertelde dat aan de erwten nog
iets bijzonders vast zit. Men veron
derstelt dat veelvuldig erwten eten
zwangerschappen tegengaat. En wel
omdat er in tijden waarin een be
volking niet zo hard groeide altijd
erg veel erwten werden gegeten.
„Hoewel", vertelde mejuffrouw Van
Winter, „er over het eten van het
gewone volk in vroeger tijden erg
weinig bekend is. De kookboeken
werden destijds alleen geschreven
voor mensen in kloosters, voor het
hof en de rijke burgers."
Daar kon het dan ook gebeuren dat
een diner maar drie gangen had,
maar dan wel gangen die bijvoor-
elk bestonden uit twaalf tot achttien
gerechten. Dat was het geval bij de
feestmaaltijd ter ere van de kro
ning van koning Hendrik IV van En
geland in de veertiende eeuw. De
eerste gang bestond bijvoorbeeld uit
de kop van een everzwijn met slag
tanden, groot vlees, jonge zwanen,
vetgemeste kalkoen, fazant, reiger,
steur en snoek. Tweede gang onder
meer: gevulde biggetjes, pauwen,
kraanvogels, konijn, roerdomp, kip,
taarten, varkensvlees, geroosterd
wild. Derde gang: zilverreiger, wulp
patrijs, kweeperen, duiven, kwar
tels, konijntjes, vogeltjes, enzovoort,
tot achttien gerechten dit keer.
Niet dat mejuffrouw Van Winter dit
allemaal gaat namaken, maar ze
heeft met alle gegevens uit haar
oude kookboeken wel een ander
plannetje, nèèst dat koken met de
studenten.
De gerechten die in haar keuken zijn
klaargemaakt en goed bevonden, be
schrijft zij iedere keer in het maand
blad „Spieghel Historiael". Mét de
mensen van dit tijdschrift heeft zij
het idee gekregen, dat er ergens in
Nederland een restaurantje moet ko
men, waar louter Middeleeuwse en
bijvoorbeeld oud-Romeinse gerechten
gegeten kunnen worden.
Zodat iedereen een keer Jacobijnen-
taart kan eten of Viaund Rogal: ko
ningsvlees, bestaande uit brij van
eierdooiers, honing, wijn, rozijnen en
stukjes kip.
Na een groep uit Scandinavië en uit
Spanje is het nu de beurt aan de Griek
se groep „Aphrodites Child" om de Ne
derlandse hitparade te bestormen.
Frankrijk komt de eer toe de interna
tionale mogelijkheden van het Griekse
trio met de mythologische naam Aphro
dites Child onderkend te hebben. Toe
val (of wellicht de tussenkomst van
Olympus wees de drie jonge Grieken,
die al him songs in het Engels zingen
een kortere weg naar internationale
roem. Hun eerste plaat die door Philips
Griekenlnd werd opgenomen, werd zo
goed ontvangen in Engeland, dat men
besloot de jongens over te laten komen
naar London om daar nieuwe, meer
professionele opnamen te maken. Hun
vliegtuig maakte een tussenlanding in
Parijs toen daar de staking uitbrak
waardoor ze gedwongen waren een
paar dagen in Parijs te blijven. Produ
cer Pierre Sberro zag zijn kans schoon
en stelde ze voor een plaat te maken.
Het zou een bewerking moeten worden
van de beroemde „Canon" van Pachel-
bel, de zeventiende-eeuwse organist en
componist. Het aanbod werd geaccep
teerd en het resultaat was „Rain and
Tears", dat binnen enkele dagen op de
eerste plaats van de Franse hitparade
stond.
Vangélis Papathanassiou, die zijn
twee vrienden Demis Roussos en Lucas
Sideras overhaalde om met hem een
trio te vormen, schreef de arrangemen
ten voor het nummer. De tekst werd ge
leverd door een Fransman, Boris Berg
man. Deze Grieks-Franse samenwer
king resulteerde in een Engels-talige
hit. Een hit die in Nederland ook tot in
de hoogste regionen van de hitparade
zal stijgen.
De sneeuw maakt het allemaal wel wat vriendelijker, maar toch vormt de
oprijlaan naar de abdij in het Belgische Tongerlo een zwaarmoedig
plechtig begin van het bezoek aan het grote gebouw, daar verderop.
Aan het eind van deze met lindebomen afgebakende weg staat een poort, die
er al vele honderden jaren trouwe dienst op heeft zitten en waarachter de
kloosterwereld schemert. Een in lange witte pij gestoken monnik loopt er langs.
STOCKHOLM. De Algemene Espe
rantovereniging, de in Rotterdam ge
vestigde organisatie met leden in meer
dan tachtig landen, wordt voorgesteld
als kandidate voor de Nobelprijs voor
de Vrede van dit jaar, wegens haar
verdiensten in de strijd voor een be
tere internationale verstandhouding.
Achtendertig leden van het Zweedse
parlement, behorende tot diverse poli
tieke partijen, dienden dit voorstel in.
Een dergelijk voorstel deden ook ver
scheidene leden van het Italiaanse par
lement en andere vooraanstaande per
sonen.
Voorbij de poort ligt de binnenplaats:
groot, verrassend groot zelfs en inge
sloten door hoofdzakelijk negentiende-
eeuwse gebouwen, want de Franse re
volutie maakte indertijd korte metten
met een groot deel van het klooster,
dat in 1133 van de grond kwam. Wer
kelijk oud in nu alleen nog die toe
gangspoort (met een onderbouw uit de
14e eeuw), de hoeve (een boerderij in
het kloostercomplex), een schuur uit
1618 en nog enkele andere gebouwen,
alles met elkaar niet om over naar
huis te schrijven, maar toch: deze
abdij in Tongerlo maakt een veel oude
re indruk dan zij in werkelijkheid is en
houdt op die binnenplaats een forse
brok sfeer gevangen.
De bijna absolute stilte valt hier te
beluisteren, want ook uit de omrin
gende gebouwen, die in keurig gelid
langs de grasvelden staan, komt geen
geluid. Alles is nog precies zo als vroe
ger en zelfs die grote binnenplaats
heeft zijn aloude functie behouden. Het
vee graast er 's zomers, 's Winters
vindt het onderdak in een van de stal
len in het klooster.
Zo'n verkenning van het plein en
van enkele gebouwen kost u onge
veer een half uur de kerk is echt
het bekijken wel waard en daar
na neemt pater De Swet het heft in
handen. Een groot gedeelb van het
complex is niet te bezichtigen, maar
hieronder valt niet een klein mo
dern gebouwtje, waarin de trots van
het klooster te kijk hangt, aan de
achterwand.
Het is een kopie van het beroemde
Laatste Avondmaal, geschilderd door
Andrea Solario, kort nadat zijn leer
meester Leonardo da Vinei het origi
neel maakte. „Daarin zit de waarde
van deze kopie", zegt pater De Swet
en zijn hand wijst eerbiedig naar het
enkele jaren geleden nog eens geres
taureerde doek, dat in 1545 door een
zekere heer Streyters uit Antwerpen
voor 450 Rijngulden werd gekocht en
na veel omzwervingen tenslotte in Ton
gerlo terechtkwam.
Het doek is volgens pater De Swet
aanzienlijk beter bewaard gebleven
dan het origineel in het Dominicaner-
klooster van Milaan, „waarvan een
deel (bijna de helft) nagenoeg verlo
ren is gegaan. En zoiets verhoogt na
tuurlijk de belangrijkheid van dit
schilderij in Tongerlo". Hij voegt er on
middellijk aan toe, dat er veel meer
kopieën zijn zeker dertig stuks), „maar
die werden niet ten tijde van Da Vinei
geschilderd".
Het schilderij kan op zaterdagen
worden bekeken van 10 tot 12 en van
14 tot 17 uur; op zondag van 14 tot
17 uur. U hoeft uw komst van tevo
ren niet aan te kondigen, wat wel
nodig is (en dan liefst schriftelijk)
wanneer u in deze maanden op een
werkdag langs wilt komen.
Voor wie er eens wil gaan kijken
heeft het Belgisch Verkeersbureau in
Amsterdam deze route ontworpen:
Breda, Baarle-Nassau, Turnhout,
Kasterlee (bosrijke omgeving en goe
de hotels met prima eten zoals in
hotel Bosrand of hotel de Bonte Os),
Geel, en nu richting Biest. Vervol
gens nadat u de autoweg bent over
gestoken (oppassen), rechtsaf naar
Tongerlo.
De terugweg kan gaan via Olen, He
renthals (stadhuis, begijnhof), Poeder-
lee, Wechelderzande, Vlimmeren, Oost-
malle en eventueel nu een zij
sprongetje maken naar Westmalle,
waar het trappistenbier (in het café
„De Trappisten", tegenover de ingang
van de abdij) zo voortreffelijk smaakt.
Terug naar Oostmalle, Rijckevorsel,
Hoogstraten, Meerle, Breda. Alles
heen en terug zo'n 150 kilometer.
Bij het Belgisch verkeersbureau in
Amsterdam liggen gedetailleerde
kaartjes van de omgeving voor u klaar.
De Meem Naar het Archeolo
gisch Instituut van de rijksuniversiteit
te Utrecht meedeelt, zijn tijdens graaf
werkzaamheden nabü de kruising Word-
laan-Castellumlaan in De Meern (Utr)
destijds belangrijke vondsten uit de
Romeinse tijd gedaan. Deze zijn mo
gelijk afkomstig uit een „afvalkuil"
die, blijkens het schervenmateriaal,
in de periode van laat-Vespasianus-Tra-
janus heeft dienst gedaan.
Onder de scherven, die door de he
ren R. Bok en D. Dijs zijn verzameld,
bevinden zich vele fragmenten van
versierde en onversierde terra sigil-
lata. Deze stammen voor het meren
deel uit Zuidgallische fabrieken en
zijn te dateren uit de tijd van Vespa-
sianus Domitianus. Enkele stukken zou
den gedateerd kunnen worden uit de
periode Nero-Vespasianus en Domi-
tianus-Trajanus.
Zij zijn van verschillende vormen en
de Middengallische fabrieken zijn
slechts met enkele stukken vertegen
woordigd. Een gering aantal Oostgal-
lische produkten, die op latere date
ring van het vondst-complex zouden
kunnen wijzen, zijn hoogstwaarschijn
lijk uit de bovengrond afkomstig. Zij
dragen diverse pottenbakkersstempels.
Het vondstenmateriaal omvat tevens
gladwandig wit, gevernist en ruw-
wandig aardewerk, terra nigra, glas en
enige inheemse scherven.
Vermeldenswaard zijn onder meer
een fragment van een pijpaarden beeld
je, een lichtgroene meloenkraal van
glaspasta, ijzeren spijkers en een dena
rius van Vespasianus (69-79).
Negentien eeuwen geleden kook
te de Romeinse miljonair Api
cius lekkere dingetjes voor zijn
vrienden, en het kookboek dat van
zijn recepten werd samengesteld,
bestaat nog steeds. Zijn Juliaanse
brij en zijn lamsvlees werden nog
eens nagemaakt in Utrecht, door
studenten in de geschiedenis. Dat
gebeurde onder leiding van mejuf
frouw J. M. van Winter van de
Utrechtse universiteit (tweede van
links). Verder op de foto: v.l.n.r.:
de studenten Triens Schaaps,
Sjoerd Visser en Klaas Kalkwiek.
He politie van Bonifay (Florida) heeft
verklaard, dat 'n met lippestift ge
schreven mededeling op de spiegel in
het toilet van een restaurant heeft ge
leid tot de opsporing van een vrouw,
die probeerde te ontkomen aan een ex-
gevangene, die haar twaalf dagen te
voren had ontvoerd.
Ik ben ontvoerd, help me a.u.b., zo
luidde de mededeling.
Onder de spiegel, op een rolhand-
doek, stond nog een mededeling: „bel
dit nummer op, vraag naar de heer
Deloach en vertel hem, dat zijn vrouw
het goed maakt. Zij wordt naar Orlan
do gebracht".
De mededelingen werden gevonden
in een wegrestaurant te Crestview, 60
km ten westen van Bonifay.
De politie slaagde er al spoedig in
de ontvoerder, Robert Martin uit At
lanta, aan te houden. De man was
voorwaardelijk ontslagen uit de gevan
genis van Georgia.
Mevrouw Deloach, een knappe, 35
jaar oude brunette, moeder van vijf
kinderen, was in shocktoestand. Zij
heeft tegenover de politie verklaard,
dat zij op 5 febr. werd gedwongen Mar
tin te volgen. Hij heeft haar sindsdien
steeds gevangen gehouden. Hij liet haar
slechts alleen naar een toilet gaan.
De vrouw vertelde de politie, dat
zij de mededelingen in lippestift overal
in Noord-Florida in de toiletten van
restaurants had geschreven.
Volgens de politie van Atlanta, is
Martin kennelijk een vriend van de
heer en mevrouw Deloach. Martin nam
de vrouw mee, toen hij haar in het
ziekenhuis bezocht, waar zij voor sui
kerziekte werd behandeld. Hij beweert
dat zij vrijwillig met hem is meege
gaan.
J onden In de Atlantische Oceaan
ligt, tussen het Europese conti
nent en de Verenigde Staten, het
Verenigd Koninkrijk. Het wordt be
woond door 26,5 miljoen jolly good
fellows en 28,2 miljoen eveneens jol
ly good leden van het andere ge
slacht. Die 54,7 miljoen vormen te
zamen een club die heel lang heette:
Brits en best. De club toont een
tragische en o.i. wat overdreven be
reidheid om in onze jaren haar naam
te wijzigen in: Brits maar niet zo
best.
Die grote club speelde heel lang
in de kopploeg van de eredivisie
over heel de wereld. Nu wil ze al
leen nog maar ten westen van Suez
spelen. Voor uitwedstrijden ten
oosten van die stad heeft zij tegen
woordig noch het geld, noch de
macht, noch de ambitie. Heel lang
traden de clubleden in hun vrije
tijd ook nog op als assistent-politie
mannen van Oom Sam, die aan de
overkant van het grote water woont.
Ook daarin hebben de clubleden in
afnemende mate lust.
De club der 54,7 miljoen wil al
jaren iets heel anders: spelen in de
eerste divisie der Westeuropeanen,
die geheten is Europese Economi
sche Gemeenschap. Enige malen in
de loop van het laatste dozijn jaren
hebben ze hun best gedaan om lid
te worden, even zo vaak zei de ballo
tagecommissie: „Neen". Niet omdat
de meerderheid van die commissie
tegen was, maar omdat een oude ge
neraal, honorair voorzitter van die
commissie er tegen was en is en wel
blijven zal.
'Y/'erlaten we hier onze pogingen om
de collega's van de sportredactie
te evenaren en stellen we de, met
name ook voor ons, Nederlanders,
belangrijke vraag: Willen de Brit
ten, nadat ze twee keer afgewezen
zijn, nog wel toetreden tot de West-
europese club?
Het zal je gebeuren, als bezoeker
van het continent, dat aan het einde
van een maaltijd een hoge Britse
ambtenaar die met deze materie al
jaren bezig is, naar je toe komt en
haast wanhopig vraagt: „Zoudt u
ons nu in 's hemelsnaam nog een idee
aan de hand kunnen doen? Zoudt u
nog één mogelijkheid weten voor ons
om in de Europese Gemeenschap te
worden opgenomen, die wij over het
hoofd kunnen hebben gezien?"
Wie werkelijk als reactie op zo'n
vraag een pasklaar en hanteerbaar
stelletje denkbeelden op tafel zou
kunnen gooien, zou knapper zijn dan
die reeksen specialisten die er zo
veel honderden uren over hebben
vergaderd en energieker dan al die
Westeuropese ministers die „hm"
mompelden, als de generaal in Pa
rijs weer eens „neen" had gezegd.
We hadden dus géén pasklaar ant
woord. Maar het feit alleen al, dat
de vraag met zo veel klem werd ge
steld, tekent Groot-Brittanniës posi
tie.
Men zal, zo zei een Brits minister
ons, maar heel weinig mensen in
Groot-Brittannië vinden die, bijvoor
beeld als gevolg van gekwetste trots,
zeggen dat de Britten maar uit de
Gemeenschap moeten blijven. Maar
nadat men twee keer op zijn gezicht
is gevallen, is het enthousiasme er
voor lelijk geslonken. Een toenemend
aantal Britten zou bereid zijn, een
werkelijk niet zo „splendid isolation"
voorlopig dan maar te aanvaarden,
wachtend tot de tijden veranderen;
dat wil dus zeggen: wachten tot De
Gaulle verdwijnt. En dat geldt voor
regering èn oppositie.
T abours regering ziet geen moge
lijkheden voor een nieuw initia
tief. Natuurlijk: de aanvrage voor
het lidmaatschap blijft in Brussel,
maar afgezien van wat kleine acti
viteit j es op lager diplomatiek niveau
blijft het daarbij. En de oppositie,
de Conservatieve partij, die blijkens
recente opinie-onderzoekingen sterk
aan de winnende hand is, heeft ter
zake ook geen pakket van denkbeel
den. In een recent pamflet van de
Conservatieven: „Maak het leven
beter!" staat er alleen maar over:
„De landen van West-Europa ko
men tot elkander na eeuwen van con
flicten. De wil is sterk, de obstakels
groot, de uitgeloofde prijs enorm.
De meeste Europeanen zien duide
lijk dat een verenigd Europa niet
gebouwd kan worden zonder de Brit
ten. Wanneer we geduldig rijn en
vastbesloten, kan de prijs worden
binnengehaald".
En dat is het dan. Niet bepaald in
spirerend, mag men zeggen. In de
Britse kranten leest men inderdaad
bar weinig meer over de Europese
Gemeenschap terwijl nog maar
anderhalf jaar geleden elk bericht
erover hoge nieuwswaarde had. In
gesprekken met Britten die zij
zelf over dit onderwerp niet snel
meer beginnen hoort men niet
veel anders dan: We zouden wel wil
len, we zien niet meer hoe....
TXet ongelukkige is, dat er voor
Groot-Brittannië geen alterna
tief is:
Het Gemenebest is een aflopende
zaak, dat is tijdens de conferentie
der gemenebest!anden in januari jl.
weer gebleken.
De Vrijhandelsassociatie die de
Britten, met zes niet tot de E.E.G.
behorende landen, hebben gevormd,
nadat rij voor de eerste maal buiten
die E.E.G. werden gehouden, komt
niet op indrukwekkende wijze van
de grond. Trouwens: met Engeland
hebben er nog drie leden van de club
van acht (Denemarken, Ierland,
Noorwegen) aanvragen in Brussel
liggen om tot de E.E.G. te worden
toegelaten.
Het aanknopen van nauwere rela
ties met Amerika wordt door de
meerderheid der Britse politici van
regering èn van oppositie maar een
hachelijk denkbeeld gevonden; men
is er toch al bang voor een te sterke
economische overheersing door
Amerikanen.
De landen van de E.E.G. zijn bo
vendien Engel ands grootste handels
partners. In 1966 werd aan goederen
geïmporteerd uit de Verenigde Sta
ten voor 722,8 miljoen pond, uit de
landen van de Vrijhandelsassociatie
voor 840,8 miljoen pond, uit de lan
den van de Europese Gemeenschap
voor 1.103,6 miljoen pond! Enge-
lands uitvoer gaf dat jaar hetzelfde
beeld te zien: voor 625,8 miljoen
pond ging naar Amerika, voor 739,6
miljoen pond naar de landen van de
Vrijhandelsassociatie en voor 955,9
miljoen pond naar de zes landen van
de E.E.G.
jVaar onze overtuiging is het, zeker
na de devaluatie van het Britse
pond, in ieder geval voor ons land
economisch van nog meer betekenis
geworden dan voorheen dat Groot-
Brittannië deel zal gaan uitmaken
van de Europese Economische Ge
meenschap en daarmee andere le
den van de Vrijhandelsassociatie. Bo
vendien zou men ervan kunnen ver
wachten, dat de E.E.G., die de
laatste tijd toch een probleemkindje
aan het worden is, er nieuwe kracht
aan zou kunnen ontlenen. En als de
Russen inderdaad zoals ze on
langs lieten weten belangstelling
hebben voor nauwere relaties met de
E.E.G., dan wordt het voor de Brit
ten nog hachelijker, buiten het ge
zelschap te blijven.
-* «•'-■ui-
Dit is de mooncat", een radiografisch bestuurd voer
tuig, bestemd voor het voortslepen van bewegende
doelen op het cavallerieschietkamp ,,De Vliehors". De
actieradius van het voertuig, dat door het Nederlandse
leger is ontwikkeld en uniek is in West-Europa, is twaalf
kilometer. De snelheid kan worden opgevoerd tot vijftig
kilometer per uur.
De Italiaanse vrouwen zijn in meer
derheid voor gehuwde priesters en
hartoverplantingen. Dit is gebleken uit
een opinie-onderzoek, ingesteld door
het internationale centrum voor markt
onderzoek (CIRM) te Milaan. CIRM
heeft in het kader van dit onderzoek
3.000 huisvrouwen van 21 tot 65 jaar
vragen gesteld over twee van de felst
omstreden kwesties in Italië.
Volgens de Italiaanse wet, moeten
24 uur verstrijken sinds het intreden
van de dood voordat de dood officieel
wordt. Dientengevolge zijn hartover
plantingen in Italië onmogelijk.
Uit het opinie-onderzoek is gebleken,
dat 74.9 pet. van de huisvrouwen voor
hartoverplantingen is, 6 pet staat er
onverschillig tegenover, 8.9 pet. moet
er niets van hebben, 8.3 pet. verklaar
de niet voldoende ingelicht te zijn om
er een mening over op na te houden
en de overigen weigerden te antwoor
den.
Voor gehuwde geestelijken sprak 42
pet van de vrouwen zich uit. Daartegen
was 32.4 pet, terwijl 14.2 pet er zich
niet voor interesseerde. De overigen
verklaarden niet voldoende van he'
onderwerp af te weten of weigerden te
antwoorden.