DISCUSSIE-INTERVIEWS MET VOORAANSTAANDE FIGUREN UIT HET KERKELIJK LEVEN Pagina 5 DONDERDAG 27 FEBRUARI 1969 WAT WIJ GELOVEN Dr. J. Visser, pastoor van de oud-katholieke parochie te Amersfoort. Na een korte onderbreking ten behoeve van de serie „Wat men ervan denkt", hervat ditmaal onze medewerker Rik Valkenburg zijn alom in het land bekend geworden discuss ie-interviews met vooraan staande kerkelijke figuren onder de titel „Wat wij geloven". Er was temeer aanleiding om de serie voort te zetten omdat uit onze lezers kring het verzoek kwam om ook een vooraanstaande Oud-Katho liek te interviewen. Daartoe nam de heer Valkenburg contact op met Mgr. Van Kleeft, bisschop te Haarlem, die hem verwees naar pas toor dr. J. Visser te Amersfoort, die bereid bleek aan een interview mee te werken. „Het doet even vreemd aan bij een pastoor op be zoek te gaan en dan ontvangen te worden door een dame die zich de vrouw van de eerwaarde mag noemen en koffie gepresenteerd te krijgen door hun zoontje..." zo vertelde Rik Valkenburg. „Maar", zo voegde hij er aan toe, „het werd een fijn gesprek met veel infor matie waarbij ook steeds weer geprobeerd werd de inzichten van de geachte opponent te toetsen aan andere opvattingen". Omdat de ge schiedenis van de Oud-Katholieke Kerk niet zo heel erg bekend is en het voor een goed begrip van haar opvattingen nodig is die his torie te kennen, is dit gesprek langer geworden dan gewoonlijk, re den waarom het in twee afleveringen zal worden weergegeven. Hier onder het eerste deel dat hoofdzakelijk handelt over het ontstaan van dit kerkgenootschap en binnenkort dan het tweede gedeelte, dat de discussie weergeeft over de principiële tegenstellingen tussen de Oud-Katholieken, de Rooms-Katholieken en de Reformatorische Kerken. Sommige uitspraken van dr. Visser zijn door de schrijver aangevuld het citaten van A. H. Heyligers te Alkmaar uit zijn bro chure „De Oud-Katholieke Kerk". Bijzondere gasten op het laatste internationale congres van de oud-katholieken in Wenen (september 1965). Van links naar rechts de bisschoppen Luis C. R. Pereira uit Portugal, Santos Molina uit Spanje, Isabelo de los Reyes en Camilo C. Diel van de Philippijnen. Met hun kerken is tijdens dit congres een ,,full communion" tot stand gekomen. Pastoor Visser, wilt u mij wat biografische infor maties verschaffen?.... Ik ben in 1931 te IJmuiden, één der grootste pa rochies van de Oud-Katholieke kerk, geboren, en ging daar op de lagere school. Vader was een middenstan der. In IJmuiden was er een goede samenwerking tussen Hervormden en Oud-Katholieken. Een soort integratie?.... Enigzins wel. Mijn grootvader van moeders kant was Hervormd en via het grootvaderlijk huis kwa men we in contact met de liedjes van Johannes de Heer. Vaders kant was Oud-Katholiek. Mijn moeder kreeg een gevarieerde opvoeding. Dat vond men daar allerminst bezwaarlijk. Mijn moeder werd Oud-Ka tholiek en mijn vader was dat van huis-uit. Ik kom dus uit een Oud-Katholiek gezin. Had u al jong genegenheid tot priesterwijding?... Ja. Toen ik dertien was ging ik naar het Semi narium met die bedoeling. Uit een roepingsbesef?.... Nou, zo zou ik het niet willen stellen, al vond ik het als jongen wel fijn om misdienaar te zijn bij de pastoor, die mij dat vroeg. Het maakte indruk op me. Stimuleerden uw ouders u in uw keus?-.. Ze stonden er wat gereserveerd tegenover, maar ik zei hun dat ik mensen wilde helpen. Dus toch wel een roeping?... Och, ik zei het wat nuchter. Als ik met een maat schappelijk werker in aanraking was gekomen, was ik waarschijnlijk maatschappelijk werker geworden. Feitelijk is het zo, dat je constant weer opnieuw kiest, in elke fase van je studietijd... Wordt het theologie of niet En altijd kies je daar weer voor, met steeds meer overtuiging. Daarom zou ik willen spreken van een groeiend roepingsbesef. Hoe groeit dat dan?.... Onder andere door de sfeer van het Seminarium. Je wordt kerkelijk gevormd. Je groeit in de liturgie in, en het doet je ook wat, zij het dan aangepast aan het niveau van je leeftijd. Nu zeg je weieens: hé, zag ik dat toen zo? Nu beleef je hetzelfde weer an ders. Bracht en brengt het geloof u wel eens in verruk king voor God?.... Wij spreken niet zozeer van religieuze ervarin gen. Het subjectieve beleven is bij ons niet los te den ken van de liturgie. Doet de kerk niet aan mystiek?.... Wij zijn een liturgische kerk. De mystieke erva ringen liggen vast in het liturgische gebeuren, binnen het kader van de eredienst. Daar geniet ik de meest diepe religieuze ervaringen, vooral vanuit de regel matige eucharistie-viering. Ook als jongen was dit voor mij zeer bepalend. Heeft dat ook hoogtepunten?.... Het voor de eerste maal dienst doen als priester in de eucharistie-viering is wel een hoogtepunt in je leven. Beleeft de leek dit ook zo?.... Zeker, immers de misviering is niet een exclu sief voorrecht van de priester, al gaat hij wel voor. In de eerste plaats komt, dat allen samen de eucharis tie vieren. Speelt het persoonlijk gebed en bijbellezen geen grote rol?.... - De samenkomst der gemeente is bij de Oud-Ka tholieken primair. Van daar uit komt het tot persoon lijk gebed en bijbellezen. Wordt er dan geen appèl gedaan op het individu?.... De nadruk op het persoonlijke is bij ons zeer sterk. Mijn Oud-Katholieke grootvader kende de bij bel van voor naar achter. Bij ons wordt persoonlijk bijbellezen steeds geaccentueerd. Is dat ook bij de Rooms-Katholieken?.... De Rooms-Katholieke liturgie was een heilige handeling tegenover het gehele volk, rozekransen biddend. Daar voltrok het ritueel zich, waar de ge lovigen passief bij aanwezig waren. Tegen deze nu verouderde R-K praktijk hebben de Oud-Katholieken zich verzet. Er is dus wat dat betreft een concreet verschil met hen?.... Door onze persoonlijke beleving van wat litur gisch plaatsvindt staan we in dat opzicht dichter bij de Reformatie dan bij Rome. We gaan echter wel uit van de liturgie in de eenheid van de R-K kerk. Hoe is eigenlijk de Oud-Katholieke kerk ontstaan?... Na het concilie van Trente kwamen binnen de Katholica twee stromingen. Trente was niet alleen een polemisch concilie tegenover de Hervorming, maar ook een restauratie in de Katholieke kerk zelf. De genoemde twee stromingen bestonden uit a. Een groep die zich uitsluitend bezon op de oude traditie. Zij wilde terug naar vroeger. De tijd van de eerste Christenheid, b. Een groep die wilde vernieuwen, aan gepast aan de mens van die tijd. Het Evangelie moest dus wat meer nr de mens worden. Een soort secularisatie?.^ Zo zou u het kunnen noemen. Hoe verliep het verder?.— Er kwam strijd tussen deze twee Katholieke stro mingen. Wij, Oud-Katholieken zijn voortgekomen, zo als u zal blijken, uit de stroming die teruggreep op de traditie van de oude kerk. Deze gaat dus terug tot vór de scholastiek. Historisch kenmerkt hen een veel strakkere mentaliteit. Duidelijk „verticaler" gericht. Dat waren ook de Jansenisten, waar wij sterk aan verwant zijn. En de andere groep?.... Die waren „horizontaler"' gericht. Vertegenwoor digers van deze waren in 1600 de Jezuïeten. Zij wa ren vooral bedacht zich te voegen naar de mentali teit van de mensen van die dagen. Een horizontalisme dus, met het doel zieltjes te winnen?.... Misschien wel een juiste definitie. Maar ook al maakte dit deze indruk, men mag niet vergeten dat de Jezueten wel degelijk pastoraal bewogen waren met de „moderne mens". Hoe was het historisch verloop?.... De oude Hollandse clergé (opgeleid in Leuven) kreeg onbehagen tegen allerlei nieuwigheden b.v. op het gebied van het kerkbestuur. Er kwam een toe name van centraal-kerkbestuur. Men dacht meer in autonomie op kerkelijk terrein ook wat betreft het gezag van de Paus. Want de Jezueten wilden steeds meer centralisalisatie van de kerkelijke macht. Wat Lo- dewijk XIV zei: „L'étïat c'est moi" werd door hen door getrokken in de kerk. Waartoe die centralisatie-drang?.... Ten eerste vanuit een parallelle staatkundige ont wikkeling en ten tweede had men de schrik in de be nen door de Reformatie. Men wilde de gelederen slui ten. Voorheen was de Paus meer constitutioneel mo narch; nu werd de Paus meer absoluut monarch. Hoe reageerde Rome op de activiteiten in ons land?.... Voor Rome waren de Katholieken in Nederland na de Reformatie geen eigen kerk meer. Zij werd- den op één lijn gezet met missiegebieden, ook al had den zij de confrontatie met de Reformatie, weliswaar gehavend, doorstaan. Speelden de Jezuten ook hierin hun rol?.. Het was betreurenswaardig dat in deze tijd, waarin de Katholieke kerk alle krachten moest in spannen om staande te blijven, de vrede onder de Katholieken ernstig verstoord werd. De oorzaak daar van lag beslist bij de Jezuten. Zij kwamen voor het eerst in 1590 uit het buitenland naar deze gewes ten met het doel de Nederlandse kerk te helpen en te steunen in haar strijd tegen de Protestanten. Werd hun hulp op prijs gesteld?.... Al spoedig raakten de inheemse geestelijkheid en de aartsbisschop van Utrecht met hen in conflict. De bisschop meende dat zij niet met de nodige voorzich tigheid optraden. Oorzaak van dit conflict was onge twijfeld een verschillende mentaliteit. Overigens moet gezegd dat zij poogden de goed betaalde en veilige posten te bezetten, terwijl hun hulp op ande re plaatsen, die minder veilig waren, meer gewenst was. Deed niemand daar wat aan?.... Zover liep het conflict op dat de paters probeer den de bisschop bij Rome in diskrediet te brengen. De interne strijd tussen de geestelijkheid en Jezuïe ten noodzaakte zelfs bisschop Rovenius om in 1622 persoonlijk naar Rome te gaan om zich over de Je zuten te beklagen. Hielp het?.... Op alle mogelijke manieren en met tal van be schuldigingen blefen de Jezuïeten tegen de Holland se bisschoppen en geestelijken in Rome intrigeren. Zij probeerden het boek „Amor poenitens" (de boet vaardige liefde) van aartsbisschop van Neercassel te doen veroordelen, maar de paus getuigt: „Het boek is goed en zijn schrijver een heilige". Ook de laatst genoemde bisschop zag zich genoodzaakt naar Rome te gaan (1670) wegens deze interne onverkwikkelijk heden. De paus evenwel hield telkens de Utrechtse bisschoppen de hand boven het hoofd. Waaruit bleek dat?.... Na de dood van de aartsbisschop van Neercassel (1686) deden de Jezuïeten een poging om een hun be vriende kandidaat op de Utrechtse zetel te krijgen. De paus voldeed echter niet aan hun wensen, maar benoemde Petrus Codde. Deze was door het Kapittel van Utrecht verkozen, dat van oudsher het recht van bisschoppenverkiezing bezat. Was deze Codde niet een aanhanger van Janse- nius?.... Bepaalde bezwaren die men te Rome tegen Janse nisten had, zoals b.v. het stimuleren van het bijbel lezen en het verzwakken van de positie van Maria, onderschreef Codde niet Was Jansenius door de paus veroordeeld?.... Na de dood van Jansenius werd zijn boek uitge geven, dat door Rome veroordeeld werd. De paus veroordeelde de stellingen van Jansenius inhoude lijkbovendien stelde hij, dat deze veroordeling ook de bedoelingen van de auteur volledig dekte. In dit laatste ging de paus aantoonbaar te ver. Hoezo? Objectief heeft de paus het recht om stellingen onjuist te verklaren en dus te veroordelen. Of de stel lingen aldus door Jansenius bedoeld waren (subjec tief) dat kon de paus niet, stelden de Jansenisten te recht vast. Toch deed de paus dat- Petrus Codde accepteerde dat dus niet?.... Zoals gezegd onderschreef hij niet alle pauselijke bezwaren en toen hebben met nog groter hevigheid de Jezueten tegen de aartsbisschop en zijn geeste lijkheid geageerd. Talloos waren hun aanklachten die zij te Rome indienden. In 1700 werd Codde te Rome tre verantwoording geroepen, waar een speciale rechtbank de klachten zou onderzoeken. De aarts bisschop vroeg om inzage in de beschuldigingen, hij verzocht de namen en klachten van zijn tegenstan ders te mogen vernemen, maar antwoord kreeg hij niet. Ongeveer twee jaar verbleef de aartsbisschop te Rome, terwijl er geen enkele voortgang gemaakt werd, totdat de paus in 1702 de Utrechtse aartsbis schop uit zijn ambt ontzette. Dit besluit werd gemo tiveerd met de simpele mededeling, dat het geschied de „wegens ernstige redenen". Een succes dus voor de Jezueten? Dit is wel wat scherp gesteld. U kunt zeggen dat de tegenpartij van Codde zegevierde. Wel protesteer de bisschop Codde tegen deze onrechtmatige daad, maar hij verrichtte tot aan zijn dood (1710) geen en kele bisschoppelijke handeling meer. 't Kapittel van Utrecht echter nam nu het kerkelijk bestuur over, daar het zichzelf daartoe op dat moment bevoegd achtte. Was dit geen rebellie tegen de paus?.... Men wilde wel de Paus erkennen. Maar omdat de zelfstandigheid van de kerk van Utrecht werd aange tast kwam men in verweer tegen Rome. Men wilde de positie van de paus wel aanvaarden maar men zag dat deze niet goed functioneerde omdat de paus eenzijdig zou worden geïnformeerd door de curie. Hoe namen de Jezuïeten de daad van het Kapittel op?.... Zij beweerden, dat er geen Kapittel meer be stond en zij verklaarden de Nederlanden tot missie gebied. Daardoor nam de tweespalt in de Katholie ke kerk hier te lande steeds meer toe, hoewel het Kapittel „moet constateren dat de meeste geestelij ken en gemeenten zich gaan voegen naar het gezag van Rome". Deed het Kapittel dan verder niets? Het had toch het recht een aartsbisschop te benoemen?.... Men voelde zich hierover erg gekoeieneerd door Rome, daarom werd op 23 april 1723 Cornelis Steen oven in Den Haag, na rijp beraad, door het Kapittel tot aartsbisschop van Utrecht gekozen, waarvan de goedkeuring vanuit Rome echter uitbleef. Het Kapit tel was nu vastbesloten een eind te maken aan het bisschoploze tijdperk en liet Steenhoven door de Fran se bisschop Variet in 1725 wijden, uiteraard zonder Rome's goedkeuring. Dit kan als de definitieve breuk met Rome beschouwd worden. Het Schisma was nu eigenlijk een feit. De geschiedschrijving spreekt hier polemiserend over. Ik zou 't graag genuanceer der, want er zat veel meer achter, zoals ik tijdens dit gesprek heb aangetoond. Er was dus een openlijke verdeeldheid?... De gelovigen waren door de Jezuïetische agita tie op tragische wijze verdeeld in bisschop- en paus- gezinden. Dez laatsten bekommerden zich niet om de aartsbisschop zodat Cornelis Steenoven slechts over een klein gedeelte van de Hollandse Katholieken het bestuur vermocht uit te oefenen. Door al deze ver wikkelingen was de aartsbisschop met zijn kerk in een geïsoleerde positie gekomen in het grote geheel van de Westerse Katholieke kerk, hoewel er later ook •nog een bisschop van Haarlem en van Deventer ge wijd werden. Probeerde niemand tot verzoening te komen?.... Aanvankelijk belokkeerde Rome het gesprek. Het wilde alleen maar onderwerping. Er werd van alle kanten, zelfs vanuit het buitenland op verzoening aan gedrongen. In 1774 scheen eindelijk de verzoening na bij. Paus Clemens XIV had de Jezuïeten-orde opge heven, waardoor de weg naar de verzoening vrij kwam. Rechtstreekse vredesonderhandelingen werden nu geopend. Een delegatie uit de Hollandse kerk was reeds aangewezen. Maar de schielijke dood van de paus deed alle verwachtingen teniet. Er zat voor de Hollandse kerk niets anders op dan te hopen op een nieuwe gelegenheid om de verbroken eenheid te her stellen. Kwam die ook?.... IJdele hoop! Op 4 maart 1853 stelde de paus een aartsbisschop van Utrecht aan, een bisschop van Haarlem en nog anderen voor nieuwe Nederlandse bis dommen, nadat hierover langdurige onderhandelin gen met de Nederlandse regering gevoerd waren. Nu was elke poging tot toenadering eenvoudig onmoge lijk geworden. Men moest het feit aanvaarden, dat er van dit ogenblik af twee aartsbisschoppen van Utrecht waren en twee bisschoppen van Haarlem. Het schisma was nu toch wel volledig een feit. De Oud-Katholieken hadden een eigen plaats in de Ka tholica ingenomen. Rogier en Pollman geven hier over objectieve voorlichting in hun geschriften. Wie werden nu de Oud-Katholieken?.... Vooral het intellectuele deel van de clerus bleef de aartsbisschop trouw. Hoe ontstond er internationaal contact tussen de Oud-Katholieken?.... In 1870, op het Vaticaans Concilie, had Paus Pius IX een dogma afgekondigd van de pauselijke onfeil baarheid in geloofszaken en van zijn universeel epis copaat over de gehele Kerk. Hiertegen rees in ver schillende R.-K-kerken in Europa verzet omdat men het beschouwde als zijnde in strijd met de Bijbel en de Traditie van de kerk. Zo ontstond er in Duitsland een groep, die het oud-katholieke geloof wilde belij den, zonder het dogma van de onbevlekte ontvange nis van Maria, en de onfeilbaarheid van de Paus. Zij noemden zich Oud-Katholiek. WAS DIT ALLEEN IN DUITSLAND HET GEVAL? Ongeveer op dezelfde wijze als in Duitsland ont stond er ook in Zwitserland een oud-katholieke bewe ging onder leken en priesters. Ook hier kwam het tot een zelfstandige Oud-Katholieke kerk. Zo waren dan in het buitenland tengevolge van de pauselijke onfeil baarheidsverklaring Oud-Katholieke kerken ontstaan, waardoor de kerk van Utrecht uit haar gesoleerde positie mocht treden. KON MEN HET ONDERLING NOGAL MET ELK AAR VINDEN? Er waren tal van moeilijkheden te overwinnen, omdat men vanuit verschillende historische achter gronden voortkwam. Toch ontstond er in 1889 een ge meenschappelijke beginselverklaring, op een bijeen komst in de aartsbisschoppelijke woning in Utrecht, bestaande uit 8 artikelen. BLEEF HET BIJ DEZE DRIE LANDEN? I Ook in andere landen ontstonden Oud-Katholieke kerken, die door de ondertekening van de „Utrechtse bisschopsverklaring van 1889" zich vij deze „Unie van Utrecht" aansloten. Behalve in genoemde landen zijn er thans Oud-Katholieke kerken in Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Amerika, Polen, Kroatië. Al deze kerken beschouwen de Nederlandse kerk gaarne als hun „moederkerk" en verlenen aan het aartsbisdom van Utrecht een ereprimaat. Zo is de Hollandse kerk in plaats van ten onder te gaan, geworden tot het centrum van alle van Rome onafhankelijke Katho lieke kerken. ZIJN ER BEPAALDE KENMERKEN TE NOEMEN VOOR DE NEDERLANDSE. DUITSE EN ZWITSER SE OUD-KATHOLIEKE KERKEN? Na verloop van tijd werden de Duitse en Zwitserse kerken in verschillende opzichten wat prograssiever dan hier in Nederland. Er kwam een tendens tot li beralisme. De Nederlanders remden dit wat af. Iemand karakteriseerde het als volgt: De Zwitserse Oud-Katholieken fungeerden als stokers, de Duit sers als machinisten en de Nederlanders als remmers. ZIJN DEZE VERSCHILLEN ER NU NOG?... Er is nu veel overeenstemming tussen deze drie groepen Oud-Katholieken. Aanvankelijk waren de Zwitsers nogal „vrijzinnig". Echter, onder invloed van de protestantse Zwitserse theologie, met name van Karl Barth, is dat nu sterk veranderd. De Neder landse Aartsbisschop van Utrecht is voorzitter van de Oud-Katholieke bisschop-conferentie van de drie groe pen uit Nederland, Zwitserland en Duitsland. De Duit sers noemen dit een ereprimaat! De Oud-Katholieke kerk is wel progressief te noemen; toch blijft het Oud-Katholieke Ker in woord en daad. HOE IS DE VERHOUDING TEN AANZIEN VAN DE ROOMS-KATHOLIEKEN EN DE PROTESTAN TEN?.... Qua kerkinrichting is de Oud-Katholieke kerk echt katholiek, qua beleving ligt zij het dichtst bij de Re formatie. HEEFT U MISSCHIEN EEN KERNACHTIGE DE FINITIE? Men zou kunnen zeggen: Een Oud-Katholiek is (als Jansenist) een Calvinist die de Mis celebreert. NOG ENKELE VRAAGJES. TEN AANZIEN VAN ONDRSCHEID EN OVEREENKOMST MET DE K.KERK: VEREREN DE OUD-KATHOLIEKEN OOK OOK D HEILIGEN?... Gelovend, dat wie Christus toebehoort in eeuwig heid niet sterven zal, is de Oud-Katholieke kerk over tuigd, dat tot Christus' kerk ook behoren degenen, die reeds ontslapen zijn en dat er een vand blijft be staan tussen de levenden en de averledenen. Wij ge denken hen voor God, gelijk zij het ons doen. Noch van deze, noch van gene zijde van het graf kan men iets anders doen dan elkander in liefde voor God gedenken. Daarom eert de Oud-Katholieke kerk de ..heiligen" wel, maar zij wijst af een verering, waar door men de heiligen aanroept om hulp op andere wijze dan door hun voorbede. Zij hebben dus geen deel aan het verlossingswerk... Een bijzondere verdienste der heiligen voor ons zou afbreuk doen aan Christus' algenoegzaam verlos singswerk. De kerk spreekt van heiligen, die zij eert en van ontslapenen voor wie zij bidt. Zo spruit de „verering der heiligen" en het gebed voor de overle denen voort uit dezelfde gedachte. Vnidt dit grond in de bijbel?.... Als de kerk sommigen, die voorbeeldig waren in hun geloof „heiligen" noemt, geeft zij daarmee te ken nen, dat zij ziet op de „wolk der getuigen", geden kend de leidslieden die het Woord Gods verkondigd hebben. Maar voor Maria bestaat er wel een speciale ver ering?-... Niet een speciale verering, wel een in voorrang. En dat omdat Maria mag gelden als de moeder van alle gelovigen, als één in wie wij het gelovig-zijn op de hoogste wijze belichaamd zien Tegenover de Maria- dogma's staan de Oud-K; thoüeken echter afwijzend. Niet alleen op theologische gronden, maar ook omdat naar hun overtuiging een dogma-verklaring een zaak van de gehele kerk en niet alleen van de romana la. En hoe xit dat met de Eucharistie-viering?.... Als de Oud-Katholieke kerk haar ontslapen leden bij het Heilig Avondmaal gedenkt doet zij dit voor al len met hetzelfde ceremonieel. Vast uw kerk op dezelfde wijze als de RK-kerk?... Volgens nieuwstestamentische aanwijzing kent zij ook het vasten maar zij legt geen lijsten van verbo den prijzen aan. Zij laat zich niet leiden door een men selijk voorschrift, dat de deur openzet voor een tegen strijdige uitwerking en het vasten tot een aanfluiting maakt. Het vasten zij een onthouding, waarbij de mens streng te werk ga in ontzegging van genoegens van welke aard deze ook mogen zijn. Hoe staat het met de reliquiseënverering?..-. Verering van reliquieën, bedevaarteb, rozekransen, aflaten, enz, kent de Oud-Katholieke kerk niet. Een positieve definitie van uw kerk?.... Zij houdt vast aan en belijdt het geloof der Kerk, zoals het als een Blijde Boodschap in de Evangeliën te vinden is, zoals door de Apostelen is verkondigd en zoals zij in haar oecumenische geloofsbelijdenissen be- ledenhee ft.Zij huldigt de stelregel van Cincentiüs Lerinensis: „Laten wij vasthouden wat overal, wat altijd en wat door allen geloofd is, want dit is waar lijk en eigenlijk katholiek"... Maar u zet zich af tegen Rome? De Oud-Katholieke kerk van Nederland heeft de breuk met Rome altijd gezien als een noodlottig ver loop van historische gebeurtenissen. Zij heeft dan ook elke poging tot herstel van de eenheid met Rome aan gegrepen, helaas zonder enig resultaat. Doet uw kerk aan oecumene?. De Oud-Katholieke kerken die na het Vaticaans» concilie van 1870 op de wereld ontstaan waren, heb ben met de Nederlandse kerk in de „Utrechtse bis schopsverklaring van 1889" de hoop uitgesproken, dat het gelukken zal, om een overeenstemming te ver krijgen omtrent de geschillen, die sedert de scheu ringen in de kerk ontstaan zijn. Gedreven door dit oecumenisch beginsel werden op de Internationale Oud-Katholieken-congressen. die regelmatig gehouden worden, steeds vertegenwoordigers van andere kerken uitgenodigd. Was uw kerk daarin ook positief actief?.. Toen na 1910de tegenwoordige oecumenische be weging startte, hebben de Oud-Katholieke kerken daar aan van meet af deelgenomen. Op de conferenties van Genève 1920, Lausanne 1927, Stockholm 1925, Oxford en Edinburgh 1937 waren zij door hun bisschoppen en theologen vertegenwoordigd. Zij behoorden tot de op richters van de Wereldraad van Kerken in Amster dam 1948 en waren steeds op de grote bijeenkomsten van de Wereldraad vertegenwoordigd, in Evanston 1954 en New Delhi in 1961. De Oud-Katholieke kerk van Nederland heeft dan ook haar afgevaardigden in de oecumenische raad van kerken in Nederland. In de Stichting Oecumenische Jeugdraad is zij eveneens vertegenwoordigd. Is er kerkelijke gemeenschap met de Anglicaanse Kerk?.. Kerken die onafhankelijk van Rome gebleven zijn, zullen dicht bij de Oud-Katholieke staan. Dit is het geval met de Anglicaanse kerkgemeenschap. Er was jaren terug reeds een vriendschappelijke ver houding tussen de Anglicanen en Oud-Katholieken. Van weerskanten had men eikaars leer en inrichting onder zocht. Op het Oud-Katholiekencongres van Bern in 1925 werd gepleit voor een nauwere aaneensluiting van beide kerken. Dit leidde er toe, dat de aartsbis schop van Canterbury de aartsbisschop van Utrecht uitnodigde met een commissie uit de Lambeth-confe- rentie van 1930 besprekingen te voeren en te onder zoeken in hoeverre de kerken met elkaar overeenstem men. Op grond van dit onderzoek werd door de Lam- beth-conferentie deze resolutie aangenomen: „De con ferentie is het er over eens dat er niets in de Bis schopsverklaring van Utrecht is, dat strijdt met de leer van de Kerk in Engeland". Is er ook contact met de Oosters-Orthodoxe kerk? Sedert 1954 is de breuk tussen de Oosterse en Wes terse kerk de oorzaak van de grotere verwijdering van Oost en West. De Oosters-Orthodoxe kerk heeft steeds de meeste nadruk gelegd op en vastgehouden aan de leer van Bijbel en Overlevering van de eerste eeuwen. Daardoor is de belangstelling van de Orthodoxe voor de Oud-Katholieke kerk en omgekeerd volkomen te be grijpen. Toch is er geen gemeenschap ontstaan?.... In 1874 en 1931 is daar met vrucht aan gewerkt. Het jongste contact was in 1962. Toen hebben de Oud- Katholieke bisschoppen van Utrecht en Zwitserland een officieel bezoek gebracht aan de patriarch van Konstantinopel, Athenagoras, met wie over deze aan gelegenheid gesproken is. Intussen is door de voorcon ferentie op Rhodos in 1964 de kerkelijke gemeenschap tussen Orthodoxie en Oud-Katholieke kerk als pro grammapunt voor de misschien weldra komende pan orthodoxe synode aanvaard. Commissies uit beide ker ken zullen vooraf nog overleg met elkaar hebben. Ziet u daarin nog een taak voor uw kerk?.... Uit wat ik reeds noemde wordt duidelijk hoe er langzamerhand een grotere eenheid ontstaat tussen de bisschoppelijke kerken. Mocht de fullcommunion tussen de Orthodoxe en Oud-Katholieke kerk tot stand komen, dan zal de laatste wellicht als brugkerk kun- men dienen-tussen de Orthodoxie en Anglicaanse kerk. Copyright: Rik Valkenburg.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 5