Generale repetitie voor de „eerste voet"
ZIEZO
De maanspin die vandaag volgens plan door de
drie Amerikaanse astronauten van de Apollo-9,
McDivitt, Scott en Schweickart, zal worden afge
stoten in een andere baan om de aarde, is onder
de ruimtevaartboliden een lelijk, maar heel kost
baar eendje, dat deze week het middelpunt was
van een generale repetitie voor de eerste landing
van een mens op de maan. We zullen het ding
waarschijnlijk nooit meer terugzien. Een tweede
exemplaar staat in Amerika gereed voor de wer
kelijke landing, deze zomer nog. Op dat ding zal
het aankomen. Vandaar dat de eerste LM, zoals
het officieel heet, de afgelopen week tot in de
kleinste onderdelen werd beproefd.
We zijn geneigd na de beroemde kerstvlucht
van 1968, de „laatste stap" maar een kleinigheid
meer te vinden, maar in kringen van deskundigen
zegt men dat de echte landing op de maan nog
wel iets anders is dan de cirkelbanen om aarde en
maan. Er hebben zich in de verschillende ruimte
schepen al eerder moeilijkheden voorgedaan.
Steeds weer konden correcties en andere ingre
pen gedaan worden, die redding brachten. Maar
bij de maanspin houdt men er ernstig rekening
mee, dat, èls zich moeilijkheden voordoen bij de
landing, het verblijf of de start op het maanopper
vlak, er een zeer kleine kans is op redding van de
astronauten.
In de ruimtevaart zijn we zo langzamerhand ge
wend geraakt aan huzarenstukjes, aan technische
wonderen. Hoe serieus echter de beproevingen
van de LM zijn geweest, landing en start op de
maan maken onderdeel uit van een geheel nieuwe
techniek die uiteraard wel op allerlei manieren is
nagebootst, maar die tenslotte één keer in werke
lijkheid en in aanwezigheid van mensen moet
worden toegepast.
Tot nu toe hebben de drie astronauten een ge
weldig aantal proeven met de maanspin genomen.
Als zij de volgende week misschien dit week
einde al op de aarde terug zijn, zullen hun aan
tekeningen en opmerkingen worden gebundeld
tot lijvige rapporten. Eigenlijk hebben zij het werk
gedaan van invliegers, die met gevaar voor eigen
leven alle „kinderziekten" van een nieuw ontwor
pen vliegtuig moeten opsporen tijdens de vlucht.
Zij weten dat niet alleen hun eigen leven op het
spel staat, maar ook dat van de drie mannen die
over een half jaartje wereldgeschiedenis moeten
maken.
De spanningen bij de technici concentreren
zich in hoofdzaak dus op het functioneren van het
voertuig, waarvan wij vandaag een uitgewerkte
tekening aan onze lezers offreren.
Nadat de astronauten op de maan zullen zijn
geland en daar, als alles goed gaat, een „wijle"
hebben vertoefd, komt het er op aan, dat het bo
venstuk van deze spin zich losmaakt van het on
derstel, dan opstijgt d.m.v. een kleine raket en ten-
zaterdag 8 maart 1969
slotte contact maakt met de Apollo-cabine die om
de maan is blijven cirkelen tot de missie is vol
bracht. Deze week zijn uitgebreide proeven geno
men met de koppeling van cabine en spin. Over
die koppeling zal men zich vermoedelijk niet meer
de grootste zorgen maken, maar de start op de
maan is een nieuw hoofdstuk.
Op deze tekening met de verschillende verwij
zingen ziet men duidelijk bovenaan het gat met de
tunnel, waardoor de astronauten in en uit de maan
spin kruipen. Om de spin heer> zijn enkele details
verduidelijkt die te maken hebben met: 1. verbin
dingen met de aarde; 2. het contact tussen LM en
Apollo; 3. het wenden en keren van de spin; 4. de
energievoorziening; 6. de voortstuwing (het dalen
en stijgen) en 7. de lucht- en waterverversing.
Verscheidene soorten antennes worden ge
bruikt voor het onderhouden van verbindingen
met de aarde. Wanneer de LM op de maan staat, is
radiotelefonisch contact met de aarde mogelijk.
Ook worden dan.stromen technische gegevens en
gegevens over de lichamelijke conditie van de
astronauten naar de aarde geseind. Ook aan tele
visie-uitzendingen van de maan naar de aarde is
gedacht.
Met elektronische, optische en mechanische
middelen voeren de astronauten een koppeling
van LM en de kegelvormige cabine van de Apollo
uit. Zij werken met een koppelingsradar, een com
binatie van periscoop en telescoop, en met een
vernuftig vizier. Bovendien moet een van de twee,
door een smal bovenluik kijkend, ook met gewone
zintuiglijke waarneming aan de koppeling mee
werken.
Het manoeuvreren van de LM in de wereld
ruimte vereist zeer grote nauwkeurigheid, vooral
tijdens het koppelen. Alles hangt daarbij af van de
wijze waarop de vier groepen van vier kleine ra-
ketjes, gemonteerd aan de buitenzijde van het
bovenstuk van de LM, werken. Die raketjes samen
vormen het standregelingsysteem van het maan
landingsvoertuig. De twee opvarenden van de LM
bedienen het elk met twee handles.
De stroom die aan boord van de LM nodig is
wordt geleverd door zes zilver-zink-batterijen. Vier
daarvan bevinden zich in het onderste deel van de
LM en twee in het bovenste deel. De batterijen zijn
schematisch getekend. Zijn zijn voorzien van kou
de platen. Elke batterij weegt ruim 65 kilo en kan
zes uur lang stroom (28 volt, 25 ampère) leveren.
De LM heeft twee voortstuwingssystemen. Het
ene, aangebracht in het onderste deel, moet de
LM eerst in de richting van de maan stuwen en
daarna de valsnelheid al afremmend te niet doen.
Het andere voortstuwingssysteem dient voor het
laten opstijgen van het bovenstuk van de LM, na
een eerste kort verblijf van twee astronauten op
de maan. Beide grote raketsystemen zijn schema
tisch getekend.
De apparatuur die een goed leefklimaat moet
handhaven bestaat uit twee gedeelten. Het ene
maakt deel uif van de vaste uitrusting van de LM.
Het bevindt zich in het bovenste deel van de LM.
Het andere is draagbaar. Als rugbepakking nemen
astronauten voor zij aan een „uitstapje" beginnen
de draagbare apparatuur mee. Die maakt kabel
verbindingen met de LM overbodig.
microgolf-antennes
sacterimitrn
uitschuifbare antenne
aansluiting
zuurstofslangen
draagbaar lucht.
enj
waterverversing*.
apparaate
ka8elt rommfth|a
brandstop
heliumtank
heuumpomp
vizier
koppelingsradar
afqaungsmotor
"manoeuvreer
raketjes i
voorzijde
stuurhut van
binnen gezien
De MAANSPIN is een LELIJK EENDJE
■BATTERIJ
VOOR
RU1MTEPAK
s rand-antennös