DEZE WEEK: nader beschouwd In veel rumoer een juiste keuze Goud lokt als chaos dreigt Ajax en de miljoenen We dijken willen ...we steeds meer in... steeds meer HET GAAT MIS MET HET STREEKVERVOER water J. A. van Hunk de man die voor „beef moet zorgenheeft het niet gemakkelijk De bus moet het afleggen tegen de auto 75 Moeilijk Lichtpunten Lonen omhoog Subsidies Bus luuir lunltzM Toezicht Goed hart EEUWENLANG WERKTEN WE WATER WEG - NU IS HET ZAAK WATER TE MAKEN In al het Ajax-rumoer van deze week Is de verkiezing van dr. Gustav Heine- man tot president van de Westduitse Bondsrepubliek tot veel Nederlanders maar nauwelijks doorgedrongen. Zo min ais er veel aandacht is geweest voor het Russisch/Oostduitse optreden dat deze verkiezing heeft begeleid. Nu is dat laat ste geen ramp: zolang West-Berlijn deze In feite absurde status heeft zal er van Oostdult8e zijde niets worden nagelaten om te laten zien dat de DDR bestaat en het in dit deel van Duitsland voor het zeggen heeft. Dit soort manifestaties lukt uiteraard alleen maar als de Rus sen wat mee willen werken ze hebben het ook deze keer weer gedaan maar klaarblijkelijk niet van harte. Af en toe la de wegverbinding tussen West-Duits- land en West-Berlijn dan wel eens enke le uren versperd geweest, maar van een fel en overtuigend optreden Is geen spra ke geweest. En daar kan men blij om zijn. Omgekeerd kan men zich ook afvra gen of het nu wel zo hard nodig was de Westduitse president in Berlijn te verkie zen. Het beste wat men hiervan zeggen kan is dat het nuttig was om Ulbricht en rijn makkers weer eens duidelijk te ma ken dat West-Berlijn Inderdaad door de grootmachten als een stukje West-Euro pa wordt beschouwd. De eensgezinde wil van de drie westelijke mogendheden om de status van Berlijn te houden zoals die is, is weer getoond. Maar dan nog blijft de vraag of het in de toekomst niet ver standiger zou zijn dit soort speldeprikken- over-en-weer te vermijden, want voor het streven naar een werkelijke ontspan ning zijn deze prestigekwesties weinig bevorderljk. Misschien ligt hier een taak voor dr. Heinemann, de nieuwe president. Weliswaar mag een Duitse president zich (terecht) niet met de directe poli tiek bemoeien, maar hij drukt wel me de zijn stempel op het beeld dat men naar buiten toe van een land krijgt. En van die mogelijkheid kan een wijs man als dr. Heinemann is gebruik maken om de scherpe kanten in de verhouding tus sen oost en west wat af te slijpen. Wij menen dat dit bij hem In betere handen is dan in die van zijn tegenkandidaat Schroder. Ook Gerhard Schröder is zon der enige twijfel een onkreukbaar man, maar als hij gekozen was zou men hem, zeker in de communistische landen, al leen maar gezien hebben als een zetbaas van de machthebbers binnen de CDU. En dat is voor een president een groot nadeel, zeker kt een land als Duitsland dat door zijn oostelijke buurlanden nog altijd met groot wantrouwen wordt be keken. Daarom menen we dat de West duitse afgevaardigden een juiste keus hebben gedaan, waarmee ook de weste lijke buurlanden ingenomen zullen zijn. Het evenwicht op het gebied van het buitenlands geld is weer ver te zoeken. Zodra de economie van een land In moei lijkheden dreigt te geraken, hetzij door ontwikkelingen van buitenaf dan wel door binnenlandse moeilijkheden, gaat de vlucht uit het geld beginnen. Dat zien wij nu weer met Frankrijk gebeuren. Enkele maanden geleden al vluchtte ledereen uit de Franse franc, omdat men een devaluatie verwachtte. Het geijkte materiaal om In te vluchten Is nog altijd het goud, zodat op de vrije markt de prijs daarvan fors steeg. Met de valuta's echter bleef het allemaal bij het oude: geen waardevermindering van de franc, even min een opwaardering (een revaluatie) van de Duitse mark. De hele valutazaak is een uiterst du bieus geval gebleven. Er is geen of nau welijks sprake van eenstemmigheid. Dr. C. F. Karsten, lid van de raad van be stuur van de Amro Bank, heeft daarover dezer dagen nog hartige woorden gezegd. Hij sprak zelfs van noodoplossingen die Indertijd zijn getroffen, maar die niet zijn opgevolgd door definitieve oplossingen. De vraag is echter of er ooit definitieve maatregelen zijn te treffen. Men kan wel afspreken dat in geval van een crisis-toe- stand, wanneer zware druk op de munt soort van een bepaald land wordt ge oefend. de speculatieve geldstroom wordt teruggeleid naar het land van herkomst, maar daarmee is de speculatie nog niet verdwenen. Er zijn altijd lieden die, visend In troe bel water, munt trachten te slaan uit heftige koersschommelingen. Maar gezien de bedragen die daarmee zijn gemoeid, wil men er enige winst uit slepen, is deze speculatie toch niet zo overweldigend. Veel meer moet het bedrijfsleven als de zogenaamde speculant worden gezien. Dat bedrijfsleven namelijk is eenvoudigweg verplicht zich In een crisistoestand voor zijn buitenlandse tegoeden te dekken. Van die zijde zat dan ook op het ogenblik weer het merendeel van de zogenaamde speculatieve geldstroom afkomstig zijn. in ieder geval blijft de Ijzeren wet be staan dat, zolang men in eigen land geen orde op zaken kan stellen, wantrouwen In valuta zal blijven bestaan. Dat is thans opnieuw met Frankrijk het geval. Laten we dit stukje commentaar be ginnen met een gelukwens voor Ajax, opdat niemand ons voor a-sportief zal kunnen houden. We zijn er blij om en er ook een beetje trots op dat een Neder landse voetbalploeg zich met zoveel suc ces kan meten met de topploegen van de wereld. We willen ook wel verklappen dat we met gespannen aandacht de wedstrijd op het beeldscherm hebben gevolgd. Niet 's middags maar 's avonds omdat het ons 's middags niet uitkwam. En we kun nen er alle begrip voor opbrengen dat een dergelijk voetbalgebeuren velen dus danig In zijn greep heeft dat de arbeids- produktiviteit er op zo'n middag onder lijdt. Sport en speciaal voetbal neemt in onze samenleving nu eenmaal een grote plaats in - het zien van een goede voet balwedstrijd is voor velen dé ontspanning In het drukke gewoel van het leven van elke dag. Is de samenleving daarmee veroordeeld? Laten we dan bedenken dat die veroordeling tegen ons allen gericht is. Bovendien is de werkelijke situatie niet zo somber want in ons serieuze land worden nog altijd heel veel goede zaken serieus aangepakt. Daarom irriteert het ons als plotseling allerlei rekenaars gaan becijferen wat zo'n wedstrijd Ajax-Benfica de gemeen schap wel kost aan gederfde arbeidspro- duktiviteit. Wat een dwaasheid. Op die manier kun je ook uitrekenen wat de vie ring van de zondag ons wel kost, op hoe veel miljoenen koninginnedag ons komt te staan, enz. enz. Wie op zijn verjaardag elk taartje dat de gasten opeten met lede ogen ziet, ver dwijnen omdat het weer zoveel dubbeltjes kost, die is niet waard dat er gasten ko men. En dat geldt precies zo voor de genen die op deze manier onze nationale genoegens en feestdagen beschouwen. Op die manier leeft men niet écht. Ruim zevenhonderdduizend zoetwaterhenge laars vragen in ons land niet alleen een plaatsje onder de zon maar vooral op en aan goed viswater. En het legioen der hengel sportminnaars blijft snel groeien. Was dat al les dan zou de taak van de heer J. A. van Hurck, vroeger hoofdinspecteur van politie te Rotterdam, nu adjunct-directeur van de directie der visserijen, afdeling sportvisserij en beroepsbinnenvisserij, van het ministerie van landbouw en visserij, niet gemakkelijk zijn maar toch heel wat eenvoudiger dan nu. Dan zou zijn taak volbracht zijn als hij een goede regeling tot stand had gebracht tussen de „broodvissers", de mensen van de beroepsbinnenvisserij, en de sportvissers èn als hij kans zou 'zien tegen alle waterver vuiling in een goede visstand in Nederland op peil te houden. Nogmaals: geen gemakkelijke opgave, maar er komen nog een paar problemen bij. Pro blemen die met onze tijd samenhangen. Vroe ger was een hengeldag in de meeste gevallen een uitje voor pa en zijn visvrienden - tegen woordig trekt hij er met het hele gezin op uit. Pa en zoonlief hengelen, ma en de dochters willen misschien ook wel eens een snoertje ingooien, maar ze vragen toch voor al een plaatsje om te zonnen. Dus: goed viswater is niet alleen water met vis maar ook water met een plekje voor de zonne- baadsters. En dan probleem nummer twee: niet alleen het hengelaarslegioen stijgt snel, maar niet minder snel neemt 't aantal zeilers, eigenaren van motor- en speedbootjes en waterskiërs toe. Want de watersport wordt met het jaar meer populair en waarom zouden deze „watergebruikers" minder rech ten hebben dan de hengelaars? Dus: de heer van Hurck zal bij het uitstippelen van zijn beleid ook terdege met hen rekening moeten houden. het winnen van recreatie-water en zo komt men, door de goede zorgen en samenwer king van allerlei overheidsinstanties en de Recreatiegemeenschap, zelfs op de „droge" Vel uwe plassen tegen waar het goed zwem men en straks misschien ook goed henge len of zeilen is. Dat alles is precies wat de heer Van Ijurck wil. „Eeuwenlang hebben we in dit land water weggewerkt", zegt hij, „en nu zullen we water, beter water, moeten maken! Daar bij bedenkend hoe sterk de recreatieve druk op het water al ls en nog worden zal Nu heeft Nederland als'geheel"èvér walór- niet te 'klagen. En waar door inpolderingen water verloren gaat, daar wordt er ander zijds door de deltawerken weer nieuw binnen water toegevoegd. Als over twee jaar het Brouwershavense gat afgesloten zal zijn, ligt de Grevelingen open voor de watersport: 10.000 ha water tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Én over een jaar of tien, na de afdamming van de Oosterschelde. zal daar een nog veel reusachtiger binnen meer ontstaan. Voor de Gelderse watersportliefhebber ligt .dat allemaal ver weg, hoewel afstan den in onze tijd de neiging hebben steeds kleiner te worden! Maar ook hij Is er de laatste jaren niet slechter oj* geworden met het Veluwemeer en het vele goede vis water dat in de drooggevallen polders is overgebleven. Want met het winnen van land is men ook water gaan winnen, watgr voor de sportvisser en voor de (bescheiden) booteigenaar. Er is meer. Voor de ver snelde wegenaanleg is zand nodig, veel zand dat ergens vandaan gehaald moet worden. Daarin ligt een nieuwe kans voor De heer Van Hurck weet waarover hij praat. Niet alleen omdat hij oud-kampioen casting is (werpen met de werphengel) en oud-voorzitter van de hengelsportvereniging Groot-Rotterdam, maar omdat hij nu al weer een paar jaar binnen het ministerie van landbouw en visserij de belangen van de sportvissers behartigt» Niet zo'n gemakke lijke opgaaf: in het vaak roerige, moeilijke èn nogal eens in zichzelf verdeelde wereldje van de georganiseerde hengelsport wordt lang niet alles wat de heer van Hurck in zijn nieuwe functie heeft ondernomen met applaus begroet. Maar niemand kan ontken nen dat er, sinds gij dat werk doet, meer ten goede voor de sportvisseri} is bereikt dan in de vele jaren ervoor. „We moeten ervoor zorgen", zegt hij, „dat al die beoefenaren van uiteenlopende vormen van watersport elkaar het leven niet node loos zuur maken. Wie in een bootje zit te hengelen ergert zich groen aan waterskiërs om zich heen. Wie met een zeilboot een jacht haven uitlaveert wordt nijdig als er voor die haven tientallen hengelaarsbootjes liggen. Op het Brielse meer, straks op de Grevelin gen maar ook bijv. op het Veluwemeer en op de drukke plassen van Holland en Utrecht zullen alle watersporters wat moeten gaan geven en nemen. Maar er kunnen regelingen worden getroffen, om dat gemakkelijker te maken. Je kunt denken aan zonering naar plaats en tijd om botsingen te voorkomen. Je kunt waterkiërs en lui met speedboten hun sport niet verbieden! In grote wateren kan je een deel afzonderen voor die mensen. An dere delen kun je alleen voor sportvissers re serveren. Voor jachthavens zou overdag niet met bootjes moeten worden gevist om de zei lers ruim baan te geven. Zonering „in de tijd": zeilers en waterskiërs komen veel la- Het gaat met het openbaar vervoer in Nederland de verkeerde kant uit. De spoorwegen rijden al enkele ja ren met verlies, de Staat heeft al vele miljoenen moeten bijpassen. En als de voortekenen niet bedriegen is dit jaar het streekvervoer aan de beurt, het regionale autobusvervoer waarop de spoorwegen tot dusverre nog aardig konden terugvallen als men onrenbadele lijnen wilde afsto ten. Dit jaar raken vele busonderne mingen in de rode cijfers en ook daaraan zal de Staat niet zo maar kunnen voorbijgaan. Want de auto bus is onmisbaar wil men althans niet de inwoners van vele kleine dorpen in het isolement rangeren. Hoe het komt dat het streekver voer juist dit jaar in de knoei dreigt te raken is niet moeilijk aan te ge ven. Het is een cirkelgang: het aan tal passagiers loopt hard terug als gevolg van he} toenemende autobe zit daarentegen stijgen de kosten voortdurend als gevolg van loons verhogingen en belastingmaatrege len die kosten kan men alleen maar opvangen door grotere effi ciency (maar daar komt nu eenmaal een eind aan) en door het verklei nen van het dienstbetoon tegen ho gere tarieven maar dat laatstse jaagtnog weer meer reizigers weg en zo is de cirkel gesloten. Die snelle teruggang van het rei zigersaanbod is begonnen in 1963. In de jaren tussen '57 en '63 zijn de tarieven van de streekbussen vrij wel ongewijzigd gebleven. De kos ten stegen weliswaar maar men kon die stijging opvangen door grotere efficiency in de bedrijfsvoering en door meer onderlinge samenwer king. Maar aan het opvoeren van de efficiency komt een eind, zeker In een bedrijfstak waarin de loon som rond 60 pet. van de kosten uit maakt Dus moet men terugvallen op tariefsverhogingen met als ge volg dat bijvoorbeeld bij de VAD (toch een van de betere streekver- vevoersondernemingen) het reizigers percentage sinds 1963 met 30 pet. Is teruggelopen. En dit jaar wordt het eerder slechter dan beter. VAD-di- recteur drs. G. Pasman onthulde dat de reizigersbezetting in januari j.l. met liefst 15 pet. was teruggelopen ten opzichte van januari 1968. Daar entegen gaf februari een veel guns tiger beeld: sneeuw en ijzel zijn wel vijanden van de buschauffeurs maar ze brengen veel mensen er toe auto of brommer thuis te laten en de bus te nemen. Bewijs temeer hoe onmis baar de bus is! Een bijzonder teer punt in het he le streekvervoer vormen de lonen. Tussen werkgevers en werknemers is onlangs een nieuwe collectieve ar beidsovereenkomst gesloten die een kostenverhoging van twaalf procent met zich brengt. Twaalf procent be tekent in dit verband twaalf mil joen gulden want de totale loonsom bedraagt omstreeks honderd mil joen Deze forse CAO-verhoging komt voort uit een geschil. Het is namelijk zo dat de chauffeurs van de meeste gemeentelijke vervoers bedrijven aanzienlijk meer verdie nen dan hun collega's in het streek vervoer. Stadschauffeurs namelijk worden normaal ingedeeld in de ge- meentelijke rangendienst, wat tot gevolg heeft dat hun basisloon al ho ger ligt dan dat van de streekchauf- feurs, maar krijgen bovendien ook hogere toeslagen voor onregelmatige arbeid en dergelijke. Dat verschil in beloning hebben de streekchauffeurs altijd met lede ogen aangezien in de nieuwe CAO is dat verschil dan ook gedeeltelijk overbrugd via een extra verhoging van rond 33 gulden per maand en bovendien is men overeengekomen dat een commissie zal gaan onderzoeken of het werk in de stad en de streek met elkaar te vergelijken is. Zou dat het geval blijken te zijn en de chauffeurs zijn die mening toegedaan dan zullen zonder twijfel nog enkele ste vige loonsverhogingen moeten vol gen. „Dat zou de genadeklap voor het streekvervoer betekenen", zegt de heer J. J. de Jongh, secretaris van de KNVTO, de organisatie waarbij de meeste streekvervoerondernemin- gen zijn aangesloten. Voorlopig wil hij er nog maar niet aan denken aan de aangekondigde verhogingen van de wegenbelasting en van de ac cijns op benzine en olie heeft hij a' de handen vol. Daarmee is de rol van de overheid in het geding gebracht. Tot dusver re hebben de meeste streekvervoer ders het zonder enige overheidshulp kunnen klaren. Een bedrijf als de VAD krijgt volgens een bepaalde verdeelsleutel subsidie van de ge meente Apeldoorn maar dat geldt alleen voor het stadsvervoer dat door allerlei oorzaken niet (of nog niet) rerydabel is. Omgekeerd vraagt de overheid van de bedrijven wel het volle pond aan belastingen. Een paar jaar geleden heeft de KNVTO om vermindering van de belastingdruk gevraagd er is niets van terecht ge komen. „Had men toen iets gedaan" zegt de heer De Jongh, „dan was dc klap nu niet zo hard aangekomen". Bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft men daar begrip voor: dit jaar voor het eerst drie miljoen gulden subsidie voor het streekvervoer uitgetrokken. Gegeven de kostenstijgingen een haast bela chelijk klein bedrag op het mi nisterie heeft men ook wel willen toegeven dat he* alleen maar een vertrekpunt' is. Men beseft heel wel dat er heel wat meer uit de schat kist zal moeten komen, wil het streekvervoer zijn onmisbare func tie in onze samenleving behoorlijk kunnen vervullen. Drs. Pasman ziet de subsidie als een vanzelfsprekende zaak, ook al is hij niet blij dat het zo moet lopen. Heel simpel vertelt hij wat er alle maal gedaan is om de kosten zo laag mogelijk te houden: een intensieve samenwerking op allerlei gebied tus sen die ondernemingen die bij el kaar passen; waar mogelijk een ge zamenlijke directie en gezamenlijke staffunctionarissen om de „over- head-kos.ten" te drukken; één geza menlijke werkplaats voor meer ondernemingen. Daarnaast de energieke pogingen om een tweede poot onder het bedrijf te schroeven: het groepsvervoer, het dagje-uit- en toer-vervoer. Want het materieelbestand moet nu eenmaal afgestemd zijn op de piek, op een februarimaand zoals we gehad hebben met veel sneeuw en ijs. Dat bestand moet ook op an dere tijden rendabel gemaakt wor den en daar wordt alles aan ■ge daan. Maar als'dan nog blijkt dat het bedrijfsresultaat negatief uitpakt, dan is er maar één weg: de vervoers frequentie op onrendabele tijden en op onrendabele lijnen verminderen en als het niet anders kan onrenda bele lijnen afstoten. Wil de over heid dat niet omdat men het recht van de burger op openbaar vervoer wil honoreren, dan zal de overheid het verlies moeten betalen. En daar zal veel geld mee gemoeid zijn! De spoorwegen hebben onlangs de resultaten bekend gemaakt van een diepgaande studie over de toe komst: Spoor naar '75. Ook de bus ondernemingen zijn met een derge lijke studie bezig, omdat zij besef fen dat het zo niet kan doorgaan. „Maar ja", zegt de heer Pasman, „bij de spoorwegen kunnen ze de knap ste koppen voor een dergelijke stu die vrijmaken bij ons hebben de kopstukken zoveel omhandén dat er niet veel tijd voor studie overblijft. Je probeert het wel, maar als je om de kosten te drukken toch al direc teur bent over meer bedrijven dan heb je al meer dan genoeg om handen!" Werkelijk spectaculaire veranderingen zoals de spoorwegen die willen, ziet hij voor het busver voer dan ook niet. „Vermoedelijk zal de komende zomerdienstregeling, waaraan we nu werken, al spectacu lair genoeg zijn. Want het moet toch ergeqs vandaan komen 1" Daar wach ten we dan maar op... ter zelden voor een uur of negen op het water, maar dan is een goede hengelaar al uren bezig. Bepaalde stukken water zou je in de vroege tochtend wél taan de hengelaar kunnen laten, daarna niet meer. Ik weet best dat dit alles gemakkelijker is gezegd dan gedaan, want veel hengelaars denken altijd dat nét dertig meter verder die hele grote op hen ligt te wachten maar we zullen toch die kant uitmoeten. Hoe? Beheerders van viswateren dus vereni gingen of federaties van verenigingen van hengelaars zullen met bestuurders van zeilverenigingen, waterskiërs etc. om de ta fel moeten gaan zitten". „In dat verband moeten we ons ook afvra gen of er geen eigen toezichthouders voor de grote viswateren moeten komen. Mensen die net als bijv. jachtopzieners ook onbe zoldigd rijkspolitie-ambtenaar zijn en dus kunnen ingrijpen als er verkeerde dingen ge beuren. Dan zou, denk ik, ook het aantal pro testen van boeren, polderbesturen etc. over vernielingen en vervuilingen die door sport vissers zouden worden veroorzaakt, kunnen afnemen. Of dat te betalen is? Als grote beheers- eenheden of de twee organisaties, de Alg. Hengelaarsbond (A.H.B.) en het Centraal Nederlands Hengelaarsverbond (C.N.H.V.) zulke volledig bezoldigde controleurs aanstel len, dan denk ik dat de kosten goeddeels kun nen worden gesubsidieerd door het departe ment van landbouw en visserij. En hoe we ook al die mensen vis moeten laten vangen? Er kan nog heel veel gebeuren om viswa- xter te verbeteren en echt niet alleen door overal dure vis als zalmforel uit te zetten. Dat is nu in het Veerse meer een groot suc ces geworden en daar ben ik blij mee. we gaan er zeker mee door, misschien straks ook in Grevelingen maar waarom zouden we daar, als het water zoeter wordt, ook geen snoekbaars uitzetten? En waarom zou je in een heerlijk brasemwater als de Rotte de brasem gaan wegvangen .met de zegen en er karper of forel uitzetten? Laat daar toch braeem tieren; als je er goed op vist is het een beste hengelvis!" Hij staat daarbij op het standpunt dat al le wateren van betekenis onder beheer moe ten komen van verenigingen of federaties van verenigingen en dat de beroepsvisserij die gesaneerd wordt nog alleen de aal- visserij voor haar rekening houdt. De hele schubvisserij moet voor de sport blijven. Dat is ook alweer gemakkelijker gezegd dan gedaan, want snoek en snoekbaars bren gen de broodvisser mooie prijzen op maar wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen, en 700.000 hengelaars wegen zwaar! Daarbij kan de beroepsvisser aan de sport ook nog vaak het beleg op zijn brood verdienen, zeker in grote wateren. Denk eens aan het Veluwemeer, waar „de sport" misschien niet eens in staat zal blijken elk jaar de hele natuurlijke produktie weg te vangen. Die natuurlijke produktie moet die nen om de hengelaar ter plaatse sport te geven en om het „overcompleet" weg te la ten vangen door de broodvisser, die deze vi« kan verkopen aan beheerders van water met te kleine natuurlijke produktie. Maar de beheerder dus de sportclub moet bepalen wat er weggevangen mag wor den. Die .sportvissersvereniging houdt de ver antwoordelijkheid voor visstand en viswater. Dat juiste beheer van het water zou met we tenschappelijke begeleiding gediend zijn". Al zulke plannen zullen er niet zo maar komen! Want ook al blijkt uit de nieuwe vis- serijwet (waarvan de memorie van antwoord bij de Tweede Kamer is) dat minister Lar- dinois de sportvisserij een goed hart toe draagt, natuurlijk wil de overheid niet ver der gaan dan de belangen van de sport pri mair stellen. De belangen van de broodvisse rij mag zij echter niet veronachtzamen! We zwijgen daarbij maar over de aloude strijdvraag of op het IJsselmeer de kuilvis- serij verboden moet worden. Alle hengelex- perts zijn het daarover eens en wij zien het er ook wel van komen, maar politiek ligt die zaak niet zo rimpelloos als een mooie kar pervijver op een windstille morgen... Nog één vraag over de nieuwe viswateren die we straks aan de Grevelingen krijgen: Wordt er bij de aanleg van jachthavens ge rekend op plaats vobr visboten? „Ik zie het nog anders", zegt de heer Van Hurck. „Aan een jachthaven worden hoger* eisen gesteld dan aan haventjes voor plat boomde hengelbootjes. Jachthavens zijn gauw erg duur, ook omdat economische za ken alleen de onrendabele top subsidieert. Ik zie niet in dat sportvissers door een dure aanleg op hoge kosten moeten komen. Dit kan de oplossing zij,n: maak bij jachthavens heel eenvoudig geoutilleerde haventjes voor visboten, zo dicht bij de jachthaven dat d( beheerder daarvan ook op de visboten kar letten en dat de hengelaars een winkel, kof fiehuis etc. bij de hand hebben. Ik weet do de commissie sportvishavens van de Delta federatie zich al tot het departement van cu' tuur, recreatie en maatschappelijk wei heeft gericht om te bekijken of zoiets te sui sidiëren is".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 14