DEZE WEEK: nader beschouwd
In veel rumoer een juiste keuze
Goud lokt als chaos dreigt
Ajax en de miljoenen
We
dijken
willen
...we
steeds meer in...
steeds meer
HET GAAT MIS MET HET STREEKVERVOER
water
J. A. van Hunk de man die voor „beef
moet zorgenheeft het niet gemakkelijk
De bus moet het afleggen tegen de auto
75
Moeilijk
Lichtpunten
Lonen omhoog
Subsidies
Bus
luuir
lunltzM
Toezicht
Goed hart
EEUWENLANG
WERKTEN WE
WATER WEG -
NU IS HET
ZAAK WATER
TE MAKEN
In al het Ajax-rumoer van deze week
Is de verkiezing van dr. Gustav Heine-
man tot president van de Westduitse
Bondsrepubliek tot veel Nederlanders
maar nauwelijks doorgedrongen. Zo min
ais er veel aandacht is geweest voor het
Russisch/Oostduitse optreden dat deze
verkiezing heeft begeleid. Nu is dat laat
ste geen ramp: zolang West-Berlijn deze
In feite absurde status heeft zal er van
Oostdult8e zijde niets worden nagelaten
om te laten zien dat de DDR bestaat en
het in dit deel van Duitsland voor het
zeggen heeft. Dit soort manifestaties
lukt uiteraard alleen maar als de Rus
sen wat mee willen werken ze hebben
het ook deze keer weer gedaan maar
klaarblijkelijk niet van harte. Af en toe
la de wegverbinding tussen West-Duits-
land en West-Berlijn dan wel eens enke
le uren versperd geweest, maar van een
fel en overtuigend optreden Is geen spra
ke geweest. En daar kan men blij om
zijn. Omgekeerd kan men zich ook afvra
gen of het nu wel zo hard nodig was de
Westduitse president in Berlijn te verkie
zen. Het beste wat men hiervan zeggen
kan is dat het nuttig was om Ulbricht en
rijn makkers weer eens duidelijk te ma
ken dat West-Berlijn Inderdaad door de
grootmachten als een stukje West-Euro
pa wordt beschouwd. De eensgezinde wil
van de drie westelijke mogendheden om
de status van Berlijn te houden zoals die
is, is weer getoond. Maar dan nog blijft
de vraag of het in de toekomst niet ver
standiger zou zijn dit soort speldeprikken-
over-en-weer te vermijden, want voor
het streven naar een werkelijke ontspan
ning zijn deze prestigekwesties weinig
bevorderljk. Misschien ligt hier een taak
voor dr. Heinemann, de nieuwe president.
Weliswaar mag een Duitse president
zich (terecht) niet met de directe poli
tiek bemoeien, maar hij drukt wel me
de zijn stempel op het beeld dat men
naar buiten toe van een land krijgt. En
van die mogelijkheid kan een wijs man
als dr. Heinemann is gebruik maken om
de scherpe kanten in de verhouding tus
sen oost en west wat af te slijpen. Wij
menen dat dit bij hem In betere handen
is dan in die van zijn tegenkandidaat
Schroder. Ook Gerhard Schröder is zon
der enige twijfel een onkreukbaar man,
maar als hij gekozen was zou men hem,
zeker in de communistische landen, al
leen maar gezien hebben als een zetbaas
van de machthebbers binnen de CDU.
En dat is voor een president een groot
nadeel, zeker kt een land als Duitsland
dat door zijn oostelijke buurlanden nog
altijd met groot wantrouwen wordt be
keken. Daarom menen we dat de West
duitse afgevaardigden een juiste keus
hebben gedaan, waarmee ook de weste
lijke buurlanden ingenomen zullen zijn.
Het evenwicht op het gebied van het
buitenlands geld is weer ver te zoeken.
Zodra de economie van een land In moei
lijkheden dreigt te geraken, hetzij door
ontwikkelingen van buitenaf dan wel door
binnenlandse moeilijkheden, gaat de vlucht
uit het geld beginnen. Dat zien wij nu
weer met Frankrijk gebeuren.
Enkele maanden geleden al vluchtte
ledereen uit de Franse franc, omdat men
een devaluatie verwachtte. Het geijkte
materiaal om In te vluchten Is nog altijd
het goud, zodat op de vrije markt de prijs
daarvan fors steeg. Met de valuta's echter
bleef het allemaal bij het oude: geen
waardevermindering van de franc, even
min een opwaardering (een revaluatie)
van de Duitse mark.
De hele valutazaak is een uiterst du
bieus geval gebleven. Er is geen of nau
welijks sprake van eenstemmigheid. Dr.
C. F. Karsten, lid van de raad van be
stuur van de Amro Bank, heeft daarover
dezer dagen nog hartige woorden gezegd.
Hij sprak zelfs van noodoplossingen die
Indertijd zijn getroffen, maar die niet zijn
opgevolgd door definitieve oplossingen.
De vraag is echter of er ooit definitieve
maatregelen zijn te treffen. Men kan wel
afspreken dat in geval van een crisis-toe-
stand, wanneer zware druk op de munt
soort van een bepaald land wordt ge
oefend. de speculatieve geldstroom wordt
teruggeleid naar het land van herkomst,
maar daarmee is de speculatie nog niet
verdwenen.
Er zijn altijd lieden die, visend In troe
bel water, munt trachten te slaan uit
heftige koersschommelingen. Maar gezien
de bedragen die daarmee zijn gemoeid,
wil men er enige winst uit slepen, is deze
speculatie toch niet zo overweldigend.
Veel meer moet het bedrijfsleven als de
zogenaamde speculant worden gezien. Dat
bedrijfsleven namelijk is eenvoudigweg
verplicht zich In een crisistoestand voor
zijn buitenlandse tegoeden te dekken. Van
die zijde zat dan ook op het ogenblik
weer het merendeel van de zogenaamde
speculatieve geldstroom afkomstig zijn.
in ieder geval blijft de Ijzeren wet be
staan dat, zolang men in eigen land geen
orde op zaken kan stellen, wantrouwen In
valuta zal blijven bestaan. Dat is thans
opnieuw met Frankrijk het geval.
Laten we dit stukje commentaar be
ginnen met een gelukwens voor Ajax,
opdat niemand ons voor a-sportief zal
kunnen houden. We zijn er blij om en er
ook een beetje trots op dat een Neder
landse voetbalploeg zich met zoveel suc
ces kan meten met de topploegen van de
wereld.
We willen ook wel verklappen dat we
met gespannen aandacht de wedstrijd op
het beeldscherm hebben gevolgd. Niet
's middags maar 's avonds omdat het
ons 's middags niet uitkwam. En we kun
nen er alle begrip voor opbrengen dat
een dergelijk voetbalgebeuren velen dus
danig In zijn greep heeft dat de arbeids-
produktiviteit er op zo'n middag onder
lijdt. Sport en speciaal voetbal neemt in
onze samenleving nu eenmaal een grote
plaats in - het zien van een goede voet
balwedstrijd is voor velen dé ontspanning
In het drukke gewoel van het leven van
elke dag. Is de samenleving daarmee
veroordeeld? Laten we dan bedenken dat
die veroordeling tegen ons allen gericht
is. Bovendien is de werkelijke situatie
niet zo somber want in ons serieuze land
worden nog altijd heel veel goede zaken
serieus aangepakt.
Daarom irriteert het ons als plotseling
allerlei rekenaars gaan becijferen wat
zo'n wedstrijd Ajax-Benfica de gemeen
schap wel kost aan gederfde arbeidspro-
duktiviteit. Wat een dwaasheid. Op die
manier kun je ook uitrekenen wat de vie
ring van de zondag ons wel kost, op hoe
veel miljoenen koninginnedag ons komt te
staan, enz. enz.
Wie op zijn verjaardag elk taartje dat
de gasten opeten met lede ogen ziet, ver
dwijnen omdat het weer zoveel dubbeltjes
kost, die is niet waard dat er gasten ko
men. En dat geldt precies zo voor de
genen die op deze manier onze nationale
genoegens en feestdagen beschouwen. Op
die manier leeft men niet écht.
Ruim zevenhonderdduizend zoetwaterhenge
laars vragen in ons land niet alleen een
plaatsje onder de zon maar vooral op en
aan goed viswater. En het legioen der hengel
sportminnaars blijft snel groeien. Was dat al
les dan zou de taak van de heer J. A. van
Hurck, vroeger hoofdinspecteur van politie
te Rotterdam, nu adjunct-directeur van de
directie der visserijen, afdeling sportvisserij
en beroepsbinnenvisserij, van het ministerie
van landbouw en visserij, niet gemakkelijk
zijn maar toch heel wat eenvoudiger dan
nu. Dan zou zijn taak volbracht zijn als hij
een goede regeling tot stand had gebracht
tussen de „broodvissers", de mensen van
de beroepsbinnenvisserij, en de sportvissers
èn als hij kans zou 'zien tegen alle waterver
vuiling in een goede visstand in Nederland
op peil te houden.
Nogmaals: geen gemakkelijke opgave, maar
er komen nog een paar problemen bij. Pro
blemen die met onze tijd samenhangen. Vroe
ger was een hengeldag in de meeste gevallen
een uitje voor pa en zijn visvrienden - tegen
woordig trekt hij er met het hele gezin op
uit. Pa en zoonlief hengelen, ma en de
dochters willen misschien ook wel eens een
snoertje ingooien, maar ze vragen toch voor
al een plaatsje om te zonnen. Dus: goed
viswater is niet alleen water met vis maar
ook water met een plekje voor de zonne-
baadsters. En dan probleem nummer twee:
niet alleen het hengelaarslegioen stijgt snel,
maar niet minder snel neemt 't aantal zeilers,
eigenaren van motor- en speedbootjes en
waterskiërs toe. Want de watersport wordt
met het jaar meer populair en waarom
zouden deze „watergebruikers" minder rech
ten hebben dan de hengelaars? Dus: de heer
van Hurck zal bij het uitstippelen van zijn
beleid ook terdege met hen rekening moeten
houden.
het winnen van recreatie-water en zo komt
men, door de goede zorgen en samenwer
king van allerlei overheidsinstanties en de
Recreatiegemeenschap, zelfs op de „droge"
Vel uwe plassen tegen waar het goed zwem
men en straks misschien ook goed henge
len of zeilen is.
Dat alles is precies wat de heer Van Ijurck
wil. „Eeuwenlang hebben we in dit land
water weggewerkt", zegt hij, „en nu zullen
we water, beter water, moeten maken! Daar
bij bedenkend hoe sterk de recreatieve druk
op het water al ls en nog worden zal
Nu heeft Nederland als'geheel"èvér walór-
niet te 'klagen. En waar door inpolderingen
water verloren gaat, daar wordt er ander
zijds door de deltawerken weer nieuw binnen
water toegevoegd. Als over twee jaar het
Brouwershavense gat afgesloten zal zijn, ligt
de Grevelingen open voor de watersport:
10.000 ha water tussen Goeree-Overflakkee en
Schouwen-Duiveland. Én over een jaar of
tien, na de afdamming van de Oosterschelde.
zal daar een nog veel reusachtiger binnen
meer ontstaan.
Voor de Gelderse watersportliefhebber
ligt .dat allemaal ver weg, hoewel afstan
den in onze tijd de neiging hebben steeds
kleiner te worden! Maar ook hij Is er de
laatste jaren niet slechter oj* geworden met
het Veluwemeer en het vele goede vis
water dat in de drooggevallen polders is
overgebleven. Want met het winnen van
land is men ook water gaan winnen, watgr
voor de sportvisser en voor de (bescheiden)
booteigenaar. Er is meer. Voor de ver
snelde wegenaanleg is zand nodig, veel
zand dat ergens vandaan gehaald moet
worden. Daarin ligt een nieuwe kans voor
De heer Van Hurck weet waarover hij
praat. Niet alleen omdat hij oud-kampioen
casting is (werpen met de werphengel) en
oud-voorzitter van de hengelsportvereniging
Groot-Rotterdam, maar omdat hij nu al weer
een paar jaar binnen het ministerie van
landbouw en visserij de belangen van de
sportvissers behartigt» Niet zo'n gemakke
lijke opgaaf: in het vaak roerige, moeilijke
èn nogal eens in zichzelf verdeelde wereldje
van de georganiseerde hengelsport wordt
lang niet alles wat de heer van Hurck
in zijn nieuwe functie heeft ondernomen met
applaus begroet. Maar niemand kan ontken
nen dat er, sinds gij dat werk doet, meer
ten goede voor de sportvisseri} is bereikt dan
in de vele jaren ervoor.
„We moeten ervoor zorgen", zegt hij, „dat
al die beoefenaren van uiteenlopende vormen
van watersport elkaar het leven niet node
loos zuur maken. Wie in een bootje zit te
hengelen ergert zich groen aan waterskiërs
om zich heen. Wie met een zeilboot een jacht
haven uitlaveert wordt nijdig als er voor die
haven tientallen hengelaarsbootjes liggen.
Op het Brielse meer, straks op de Grevelin
gen maar ook bijv. op het Veluwemeer en
op de drukke plassen van Holland en Utrecht
zullen alle watersporters wat moeten gaan
geven en nemen. Maar er kunnen regelingen
worden getroffen, om dat gemakkelijker te
maken.
Je kunt denken aan zonering naar plaats
en tijd om botsingen te voorkomen. Je
kunt waterkiërs en lui met speedboten hun
sport niet verbieden! In grote wateren kan
je een deel afzonderen voor die mensen. An
dere delen kun je alleen voor sportvissers re
serveren. Voor jachthavens zou overdag niet
met bootjes moeten worden gevist om de zei
lers ruim baan te geven. Zonering „in de
tijd": zeilers en waterskiërs komen veel la-
Het gaat met het openbaar vervoer
in Nederland de verkeerde kant uit.
De spoorwegen rijden al enkele ja
ren met verlies, de Staat heeft al
vele miljoenen moeten bijpassen. En
als de voortekenen niet bedriegen
is dit jaar het streekvervoer aan de
beurt, het regionale autobusvervoer
waarop de spoorwegen tot dusverre
nog aardig konden terugvallen als
men onrenbadele lijnen wilde afsto
ten. Dit jaar raken vele busonderne
mingen in de rode cijfers en ook
daaraan zal de Staat niet zo maar
kunnen voorbijgaan. Want de auto
bus is onmisbaar wil men althans
niet de inwoners van vele kleine
dorpen in het isolement rangeren.
Hoe het komt dat het streekver
voer juist dit jaar in de knoei dreigt
te raken is niet moeilijk aan te ge
ven. Het is een cirkelgang: het aan
tal passagiers loopt hard terug als
gevolg van he} toenemende autobe
zit daarentegen stijgen de kosten
voortdurend als gevolg van loons
verhogingen en belastingmaatrege
len die kosten kan men alleen
maar opvangen door grotere effi
ciency (maar daar komt nu eenmaal
een eind aan) en door het verklei
nen van het dienstbetoon tegen ho
gere tarieven maar dat laatstse
jaagtnog weer meer reizigers weg
en zo is de cirkel gesloten.
Die snelle teruggang van het rei
zigersaanbod is begonnen in 1963. In
de jaren tussen '57 en '63 zijn de
tarieven van de streekbussen vrij
wel ongewijzigd gebleven. De kos
ten stegen weliswaar maar men kon
die stijging opvangen door grotere
efficiency in de bedrijfsvoering en
door meer onderlinge samenwer
king. Maar aan het opvoeren van
de efficiency komt een eind, zeker
In een bedrijfstak waarin de loon
som rond 60 pet. van de kosten uit
maakt Dus moet men terugvallen
op tariefsverhogingen met als ge
volg dat bijvoorbeeld bij de VAD
(toch een van de betere streekver-
vevoersondernemingen) het reizigers
percentage sinds 1963 met 30 pet. Is
teruggelopen. En dit jaar wordt het
eerder slechter dan beter. VAD-di-
recteur drs. G. Pasman onthulde dat
de reizigersbezetting in januari j.l.
met liefst 15 pet. was teruggelopen
ten opzichte van januari 1968. Daar
entegen gaf februari een veel guns
tiger beeld: sneeuw en ijzel zijn wel
vijanden van de buschauffeurs maar
ze brengen veel mensen er toe auto
of brommer thuis te laten en de bus
te nemen. Bewijs temeer hoe onmis
baar de bus is!
Een bijzonder teer punt in het he
le streekvervoer vormen de lonen.
Tussen werkgevers en werknemers
is onlangs een nieuwe collectieve ar
beidsovereenkomst gesloten die een
kostenverhoging van twaalf procent
met zich brengt. Twaalf procent be
tekent in dit verband twaalf mil
joen gulden want de totale loonsom
bedraagt omstreeks honderd mil
joen Deze forse CAO-verhoging
komt voort uit een geschil. Het is
namelijk zo dat de chauffeurs van
de meeste gemeentelijke vervoers
bedrijven aanzienlijk meer verdie
nen dan hun collega's in het streek
vervoer. Stadschauffeurs namelijk
worden normaal ingedeeld in de ge-
meentelijke rangendienst, wat tot
gevolg heeft dat hun basisloon al ho
ger ligt dan dat van de streekchauf-
feurs, maar krijgen bovendien ook
hogere toeslagen voor onregelmatige
arbeid en dergelijke. Dat verschil in
beloning hebben de streekchauffeurs
altijd met lede ogen aangezien in
de nieuwe CAO is dat verschil dan
ook gedeeltelijk overbrugd via een
extra verhoging van rond 33 gulden
per maand en bovendien is men
overeengekomen dat een commissie
zal gaan onderzoeken of het werk in
de stad en de streek met elkaar te
vergelijken is. Zou dat het geval
blijken te zijn en de chauffeurs
zijn die mening toegedaan dan
zullen zonder twijfel nog enkele ste
vige loonsverhogingen moeten vol
gen. „Dat zou de genadeklap voor
het streekvervoer betekenen", zegt
de heer J. J. de Jongh, secretaris van
de KNVTO, de organisatie waarbij
de meeste streekvervoerondernemin-
gen zijn aangesloten. Voorlopig wil
hij er nog maar niet aan denken
aan de aangekondigde verhogingen
van de wegenbelasting en van de ac
cijns op benzine en olie heeft hij a'
de handen vol.
Daarmee is de rol van de overheid
in het geding gebracht. Tot dusver
re hebben de meeste streekvervoer
ders het zonder enige overheidshulp
kunnen klaren. Een bedrijf als de
VAD krijgt volgens een bepaalde
verdeelsleutel subsidie van de ge
meente Apeldoorn maar dat geldt
alleen voor het stadsvervoer dat
door allerlei oorzaken niet (of nog
niet) rerydabel is. Omgekeerd vraagt
de overheid van de bedrijven wel het
volle pond aan belastingen. Een paar
jaar geleden heeft de KNVTO om
vermindering van de belastingdruk
gevraagd er is niets van terecht ge
komen. „Had men toen iets gedaan"
zegt de heer De Jongh, „dan was dc
klap nu niet zo hard aangekomen".
Bij het ministerie van Verkeer en
Waterstaat heeft men daar begrip
voor: dit jaar voor het eerst drie
miljoen gulden subsidie voor het
streekvervoer uitgetrokken. Gegeven
de kostenstijgingen een haast bela
chelijk klein bedrag op het mi
nisterie heeft men ook wel willen
toegeven dat he* alleen maar een
vertrekpunt' is. Men beseft heel wel
dat er heel wat meer uit de schat
kist zal moeten komen, wil het
streekvervoer zijn onmisbare func
tie in onze samenleving behoorlijk
kunnen vervullen.
Drs. Pasman ziet de subsidie als
een vanzelfsprekende zaak, ook al is
hij niet blij dat het zo moet lopen.
Heel simpel vertelt hij wat er alle
maal gedaan is om de kosten zo laag
mogelijk te houden: een intensieve
samenwerking op allerlei gebied tus
sen die ondernemingen die bij el
kaar passen; waar mogelijk een ge
zamenlijke directie en gezamenlijke
staffunctionarissen om de „over-
head-kos.ten" te drukken; één geza
menlijke werkplaats voor meer
ondernemingen. Daarnaast de
energieke pogingen om een tweede
poot onder het bedrijf te schroeven:
het groepsvervoer, het dagje-uit- en
toer-vervoer.
Want het materieelbestand moet
nu eenmaal afgestemd zijn op de
piek, op een februarimaand zoals
we gehad hebben met veel sneeuw
en ijs. Dat bestand moet ook op an
dere tijden rendabel gemaakt wor
den en daar wordt alles aan ■ge
daan.
Maar als'dan nog blijkt dat het
bedrijfsresultaat negatief uitpakt,
dan is er maar één weg: de vervoers
frequentie op onrendabele tijden en
op onrendabele lijnen verminderen
en als het niet anders kan onrenda
bele lijnen afstoten. Wil de over
heid dat niet omdat men het recht
van de burger op openbaar vervoer
wil honoreren, dan zal de overheid
het verlies moeten betalen. En daar
zal veel geld mee gemoeid zijn!
De spoorwegen hebben onlangs de
resultaten bekend gemaakt van een
diepgaande studie over de toe
komst: Spoor naar '75. Ook de bus
ondernemingen zijn met een derge
lijke studie bezig, omdat zij besef
fen dat het zo niet kan doorgaan.
„Maar ja", zegt de heer Pasman, „bij
de spoorwegen kunnen ze de knap
ste koppen voor een dergelijke stu
die vrijmaken bij ons hebben de
kopstukken zoveel omhandén dat er
niet veel tijd voor studie overblijft.
Je probeert het wel, maar als je om
de kosten te drukken toch al direc
teur bent over meer bedrijven
dan heb je al meer dan genoeg om
handen!" Werkelijk spectaculaire
veranderingen zoals de spoorwegen
die willen, ziet hij voor het busver
voer dan ook niet. „Vermoedelijk
zal de komende zomerdienstregeling,
waaraan we nu werken, al spectacu
lair genoeg zijn. Want het moet toch
ergeqs vandaan komen 1" Daar wach
ten we dan maar op...
ter zelden voor een uur of negen op
het water, maar dan is een goede hengelaar
al uren bezig. Bepaalde stukken water zou je
in de vroege tochtend wél taan de hengelaar
kunnen laten, daarna niet meer.
Ik weet best dat dit alles gemakkelijker is
gezegd dan gedaan, want veel hengelaars
denken altijd dat nét dertig meter verder die
hele grote op hen ligt te wachten maar
we zullen toch die kant uitmoeten. Hoe?
Beheerders van viswateren dus vereni
gingen of federaties van verenigingen van
hengelaars zullen met bestuurders van
zeilverenigingen, waterskiërs etc. om de ta
fel moeten gaan zitten".
„In dat verband moeten we ons ook afvra
gen of er geen eigen toezichthouders voor de
grote viswateren moeten komen. Mensen die
net als bijv. jachtopzieners ook onbe
zoldigd rijkspolitie-ambtenaar zijn en dus
kunnen ingrijpen als er verkeerde dingen ge
beuren. Dan zou, denk ik, ook het aantal pro
testen van boeren, polderbesturen etc. over
vernielingen en vervuilingen die door sport
vissers zouden worden veroorzaakt, kunnen
afnemen.
Of dat te betalen is? Als grote beheers-
eenheden of de twee organisaties, de Alg.
Hengelaarsbond (A.H.B.) en het Centraal
Nederlands Hengelaarsverbond (C.N.H.V.)
zulke volledig bezoldigde controleurs aanstel
len, dan denk ik dat de kosten goeddeels kun
nen worden gesubsidieerd door het departe
ment van landbouw en visserij. En hoe we
ook al die mensen vis moeten laten vangen?
Er kan nog heel veel gebeuren om viswa-
xter te verbeteren en echt niet alleen door
overal dure vis als zalmforel uit te zetten.
Dat is nu in het Veerse meer een groot suc
ces geworden en daar ben ik blij mee.
we gaan er zeker mee door, misschien straks
ook in Grevelingen maar waarom zouden
we daar, als het water zoeter wordt, ook
geen snoekbaars uitzetten? En waarom zou
je in een heerlijk brasemwater als de Rotte
de brasem gaan wegvangen .met de zegen
en er karper of forel uitzetten? Laat daar
toch braeem tieren; als je er goed op vist
is het een beste hengelvis!"
Hij staat daarbij op het standpunt dat al
le wateren van betekenis onder beheer moe
ten komen van verenigingen of federaties
van verenigingen en dat de beroepsvisserij
die gesaneerd wordt nog alleen de aal-
visserij voor haar rekening houdt. De hele
schubvisserij moet voor de sport blijven.
Dat is ook alweer gemakkelijker gezegd
dan gedaan, want snoek en snoekbaars bren
gen de broodvisser mooie prijzen op maar
wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen,
en 700.000 hengelaars wegen zwaar!
Daarbij kan de beroepsvisser aan de
sport ook nog vaak het beleg op zijn brood
verdienen, zeker in grote wateren. Denk
eens aan het Veluwemeer, waar „de sport"
misschien niet eens in staat zal blijken elk
jaar de hele natuurlijke produktie weg te
vangen. Die natuurlijke produktie moet die
nen om de hengelaar ter plaatse sport te
geven en om het „overcompleet" weg te la
ten vangen door de broodvisser, die deze vi«
kan verkopen aan beheerders van water met
te kleine natuurlijke produktie.
Maar de beheerder dus de sportclub
moet bepalen wat er weggevangen mag wor
den. Die .sportvissersvereniging houdt de ver
antwoordelijkheid voor visstand en viswater.
Dat juiste beheer van het water zou met we
tenschappelijke begeleiding gediend zijn".
Al zulke plannen zullen er niet zo maar
komen! Want ook al blijkt uit de nieuwe vis-
serijwet (waarvan de memorie van antwoord
bij de Tweede Kamer is) dat minister Lar-
dinois de sportvisserij een goed hart toe
draagt, natuurlijk wil de overheid niet ver
der gaan dan de belangen van de sport pri
mair stellen. De belangen van de broodvisse
rij mag zij echter niet veronachtzamen!
We zwijgen daarbij maar over de aloude
strijdvraag of op het IJsselmeer de kuilvis-
serij verboden moet worden. Alle hengelex-
perts zijn het daarover eens en wij zien het
er ook wel van komen, maar politiek ligt die
zaak niet zo rimpelloos als een mooie kar
pervijver op een windstille morgen...
Nog één vraag over de nieuwe viswateren
die we straks aan de Grevelingen krijgen:
Wordt er bij de aanleg van jachthavens ge
rekend op plaats vobr visboten?
„Ik zie het nog anders", zegt de heer Van
Hurck. „Aan een jachthaven worden hoger*
eisen gesteld dan aan haventjes voor plat
boomde hengelbootjes. Jachthavens zijn
gauw erg duur, ook omdat economische za
ken alleen de onrendabele top subsidieert.
Ik zie niet in dat sportvissers door een dure
aanleg op hoge kosten moeten komen. Dit
kan de oplossing zij,n: maak bij jachthavens
heel eenvoudig geoutilleerde haventjes voor
visboten, zo dicht bij de jachthaven dat d(
beheerder daarvan ook op de visboten kar
letten en dat de hengelaars een winkel, kof
fiehuis etc. bij de hand hebben. Ik weet do
de commissie sportvishavens van de Delta
federatie zich al tot het departement van cu'
tuur, recreatie en maatschappelijk wei
heeft gericht om te bekijken of zoiets te sui
sidiëren is".