r Om een (e^en front Van onderen! m bi je* SCHAKEN door H. KRAMER Postzegels en gidsen met di leren Broedplaatsen voor ooievaars Talenpracticum voor L.T.S. Wageningen DAMMEN door J. M. BOM BRIDGE door H. W. FILARSKI z CRYPTOGRAM TIELstad met een eeuwenoud verleden f k ie, Sh ■rt'x. rtr* A rent van Slichtenhorst (1616-1657) beweert in zijn „Gekiersche Geschiedenissen" uitgegeven in 1653, dat in# de middeleeuwen de bevolking van Tiel voor een derde uit geestelijken bestond. Maar on onwillekeurig stelt men zich dan toch de vraag waar al die geestelijke verblijven stonden. Allereerst is de stad véél klei ner geweest dan bijv. op de vermaarde kaart van Jacob van Deventer (1560) staat aan- fegeven. Dwars door Tiel ging een dijk met schouwplicht, vol gende de recente straten: Westluidense straat. Koren markt, Ambtmanstraat, ver volgens noordwaarts door het Moogeinde langs het voorma lige Hof van Arkel en zo door de Burense poort naar de straat die nu nóg Lingedqk heet. U moet nu eens opletten hoe in het westelijke deel van de stad alle geestelijke ver blijven en beide kerken zich bevonden. Het oostelijke en noordelijke deel van de stad is ontstaan op aangeslibde grand langs de Boven-Waal of Dode Linge en gaf aan de stad die opmerkelijke eivorm met de „punt" rustend tegen onze recente Waal. Ook Rhe- nen heeft zulk een eivormig grondplan en ook daar lagen de geestelijke gebouwen èn de Cunarakerk „beneden" een de stad doorsnijdende heerweg met aan het begin en einde een poort. De overeenkomst met Rhenen is frappant. "Voor zover wij na kunnen gaan bezat Tiel 2 vrou wenkloosters, een Commande rij van de Duytsche Orde Ba- lye van Utrecht (reeds volle dig behandeld) en het verblijf van een kleine gemeenschap, de Cellebroeders. En dan bui ten de stad het klooster op Westeroyen aan de Boven- Waal aan de Neder-Betuwse zijde. Maar dat behoorde niet tot Tiel zoals nu dat grond gebied geannexeerd is. Over één van deze kloosters is vrij veel bekend. De kloos terkapel bestaat nog en doet dienst als Evangelisch-Luther- se kerk, de Sint Caeciliaka- pel. Bij veel dat verloren ging mag Tiel zich verheugen over het behoud ervan nu het eeu wenoude kerkje zo puntgaaf gerestaureerd is. Deze eenvou dige kapel maakte dan deel uit van het Sint-Caeciliakloos- ter, dat in gebruik was bij een groep Regularissen die leef den naar de regels van Au- gustinus. De stichtingstijd gaat ver loren in de nevelen van het verleden en het klooster wordt eerst officieel ineen akte ge noemd in 1494, waaruit blijkt dat de kloosterlingen zonder regels leefden en hun kerke lijke plichten in de St. Maar tenskerk waarnamen. In 1494 nu werd een overenkomst gesloten tussen Nicolaas van Teefelen, pastoor van de pa rochiekerk van Sint Maarten en de nonnen, die kort tevo ren het besluit hadden geno men over te gaan tot het „besloten" kloosterleven en dus ook geheel zelfstandig diensten gingen houden, o.m. het dagelijks koorgebed en de bediening van de mis door hun eigen geestelijke en biecht vader. De pastoor eximeerde de zusters dus van de paro chie. Het merkwaardige van de Augustijner orde is de hang naar de genadeverkondi ging. Het is niet eens _o ver wonderlijk, dat de Augustij ner monnik Maarten Luther juist de nadruk op de Godde lijke genade ging leggen. Hoe de Tielse Regularissen tot het aannemen van Sint Caecilia als patrones kwamen is even min bekend. Het betreft een Romeinse martelares uit de derde eeuw en haar verering nam zulk een vlucht, dat zij in de heiligencanon en dus te vens in de mis op haar feest dag 22 november vermeld staat. In de 13e eeuw heeft men de -list van haar marte laarsakte verkeerd uitgelegd waar staat: „Terwijl anderen zich op het bruiloftsfeest met muziek vermaken, heeft zij (Caecilia) enkel oor voor God; zij zong voor God (in haar hart)". Dat „in haar hart" liet men later weg en zo werd zij bij het volk patrones van de muziek. Het schijnt evenwel, dat zij ook door de wevers vereerd werd, want de non nen van Tiel waren lid van het weversgilde aldaar. 14et Sint Caeciliaklooster deed vooral van zich spre ken, toen de Tachtigjarige oorlog reeds tien jaar woed de. Dat deze strijd in eerste instantie geen geloofsstrijd was, maar een strijd voor vrijheid en recht, bewijst wel hoe schoorvoetend de refor matie van de oude roomse kerk plaats had. Te Tiel eerst definitief onder het doortas tend bewind van de ambts man Dirk Vijgh, heer Van Zoe- len, in 1580, nadat een aan tal burgers reeds in 1566 om een „Evangelischer predicher" hadden verzocht. Wij komen uiteraard op dit alles nog uit voerig terug. Tiel is reeds in 1524 toneel geweest voor een reformatiepoging! Het jaar 1576 staat in de annalen van de stad Tiel en het gewest Gel- re aangetekend als vluchtplaats voor de verdreven klooster lingen van Westeroyen. In het geschiedkundig overzicht van het voormalige gerecht Zand wijk is hierover reeds iets ge schreven. Er zijn evenwel eni ge interessante corresponden ties over deze molestatie van de nonnen van Westeroyen bewaard gebleven. A llereerst is er het verhaal van 1606 over de lotgeval len van het vrouwenklooster van St. Caecilia binnen Tiel, opgemaakt door frater Gis- bertus Spechtig, prior van het Predikherenklooster te Keu len en getekend door de ge machtigde van het Tielse klooster, genaamd Hendrick de Jongh. Het gaat daarbij over de toestand tussen 1572 en 1606. Hieruit blijkt dat het Sint- Caecilia convent aan het Keul se klooster twee hypoteek- renten schuldig was op vier morgen land in de gerechten van Tiel en Zandv'ver leend in 1526 en uit overige goederen anno 1529. Als ge volg van de oorlog, waardoor in 1572 Tiel rondom van vij anden omringd was wij zul len nog zien hoe Spaanse troe pen zich in de stad genesteld hadden! en de convent-goe deren niets opbrachten en bo vendien het klooster een deel van de activa kwijtgeraakt was, waren de rentebetalingen achterwege gebleven. Het gebouwencomplex was door inlegering van soldaten praktisch geruïneerd. De prior te Keulen kon wel begrijpen dat alles wat aangevoerd werd over de slechte tijden, dijkdoorbraak, overval door soldaten, etc. beroerde zaken waren, maar dat had hij bij Keulen zelf ook ondervonden. De betalingen konden wel in gedeelten plaats hebben en wordt „der Weisse und Vor- sichtige Herr Burgermeister Rudolff van Ommeren als rentmeister des convents zo Sanct Cecilien bynnen Tyell" verzocht de eerwaarde moeder van het klooster (werdige ma- terse) te berichten dat zij de schuld alsnog zal moeten vol doen. Maar waar schraalhans keukenmeester is, daar valt niets te halen. Hendrick de Jongh, burger van de stad Tiel en gemachtigde van het convent schreef de Keulse prior in 1606 dat hij wel zijn best had gedaan, maar geen volmacht had tot betalen ling, zodat de prior zich nog maar eens bedenken moest. (~)ok de toelating van de ge- vluchte nonnen uit Zand wijk in 1567 bracht veel pen nen in beweging. Allereerst is er de brief van de burgemees ter, schepenen en raad van de stad Tiel aan Charles de Bri- meu, graaf van Megen en stadhouder van CJelderland namens de landvoogdes Mar- garetha de Parma, gezonden op 19 april 1567. Direct werd de plundering van het kloos ter op Westeroyen doorgege ven. In de vroege ochtend tus sen drie en vier uur waren omtrent driehonderd man krijgsvolk van het leger, dat onder Brederode te Vianen gelegerd was in de richting van Tiel getrokken en hadden het dorp Westeroyen „uuytge- slaegen" en alles wat ze in t klooster vonden, meegenomen hadden en de kloosterkerk in wendig volkomen vernield. Dus een échte beeldenstorm! Daarop waren ze met het ge roofde over „die groote brug ge" in de richting van Ra- venswaay getrokken en voorts, naar die van Tiel vermoed den, zich op Vianen terugge trokken. Zo men gehoord had waren dit soldaten die onder bevel van de heer van Baten- burch stonden en men ver zocht de stadhouder deze te willen schrijven het geroofde (haeff en de beesten) aan de nonnen terug te laten geven. Maar wat wilde men? Een dag later schreef De Brimeu aan Margaretha dat de plunderin gen vanuit Vianen steeds er ger werden. Tiel lag zéér ge vaarlijk. In 's-Hertogenbosch dreigde een Geuzenopstand en die van Vianen waren voorne mens te hulp te snellen. Bre derode evenwel richtte zijn aanval op Amsterdam. En ach, het was ook nog véél te vroeg om resultaten te verwachten. Het bleef daarom in de buurt van Tiel onveilig. De nonnen van Westeroyen bléven in de stad Tiel en vonden onderdak bij hun zusters in het Sint Caeciliakl'ooster. De Raden van het Hof van Gelderland gaven nog in 1576 opdracht aan de magistraat van Tiel 't verblijf van deze kloosterlin gen in het Tielse convent te verlengen en er zorg voor te dragen dat er van de zijde van de Tielse nonnen niets ondernomen wordt tegen de vluchtelingen uit Westeroyen, omdat deze zich „in desen ge- feherlicken tijde sich buiten der stadt nyet enthalden en kunnen". Wat er na 1578 met de kloosterlingen gebeurd is weten wij niet. Ze moesten al hun goedern mét inventaris aan de magistraat overgeven, toen de hervorming in de stad Tiel een feit geworden was. Het kloostererf lag van de Kerkstraat langs de Achter weg en achter de huizen van de ambtmansstraat (toen Hoof- straat!) tot achter het erf van het in 1525 gebouwde Ambt manshuis. Vóór 1621 moet het klooster gesloopt zi.in geweest, waarop de 26ste september 1634 in de gespaarde kapel de eerste hervormde dienst ge houden werd. Over deze ka pel volgt meer in de komen de reeks bijzondere gebou wen. "Veel minder weten wij nog over het Sint-Agnie- Franciscanessen. Het werd in 1443 door de Utrechtse bis schop van Utrecht bevestigd als officiële stichting. Omtrent het stichtingsjaar verkeert men volledig in het onzekere. Het was, evenals eenzelfde stichting te Rhenen, in hoofd zaak een klooster voor begij nen, veelal ongehuwde vrou wen en weduwen, die ver enigd waren in de Derde Or de van Franciscanen (niet te verwarren met de Clarissen orde) en als patrones hadden Sint Agnes (maagd), de Ro meinse martelares uit de der de of vierde eeuw, wiens naamdag 21 januari is en op haar graf in Rome grote ver ering plaats vond. De roomse kerk vond deze begijnenkwes tie zeer gevaarlijk, want steeds als ergens hervormingsge dachten tot uiting kwamen, waren deze vrouwen er het eerst mede behept. Schrijver meent iets in die geest voor Tiel te mogen veronderstellen. Het Agnietencontven verdween ahet ware geruisloos van 't stadstoneel. Van het eigenlijke klooster rest niets meer. De in 1478 geconsacreerde kapel werd niet gesloopt en na de reformatie bleven nog lang de kloostergebouwen bestaan. Ze werden in 1656 ingericht tot Latijnse School annex woning voor de rector. De Sint Agnie- tenkapel werd in 1886 ge sloopt. Naar men vermoedde was de in de voormalige Wa terpoort gehangen hebbende klok van deze kloosterkerk afkomstig. Deze had als rand schrift: Agnes est nomen me- um. Anno domini MCCCCCIII Wilhelmus Moer et Jasper fra- tres me fecerunt". De zgn. kloosterpoort in de Agnieten- straat was de doorgang vanaf de zuidzijde naar het achter gelegen Bleekveld. ]\og duisterder is wat over de kleine gemeenschap van Cellebroeders van de or de van Sint Augustinus be kend is. Er werd in 1465 in de Afterstraat (die nu Tolhuis straat heet) een huis gekocht waar slechts vier broeders konden wonen en hun werken van barmhartigheid konden verrichten. Ze stonden onder de bijzondere bescherming van de burgemeester van Tiel. Nog in 1538 werd melding van deze kleine gemeenschap ge maakt. Na het voorgaande moeten wij de bewering'van de overi gens zo gewaardeerde dr. Arent van Slichtenhorst be slist herzien. Het aantal kloos terlingen binnen de stad Tiel in de Middeleeuwen zal mis schien de honderd nog niet gehaald hebben. Adriaan P. de Kleuver De directie van Ouwehands Dierenpark te Rhenen zal in het komende seizoen niet al leen een tentoonstelling or ganiseren van postzegels waarop vogels en dieren voor komen, maar deze expositie aanvullen met gidsen die door alle dierentuinen ter wereld in de loop der tijden zijn uil- gegeven. De directie van het Rhenense dierenpark is druk bezig het benodigde mate riaal te verzamelen, waartoe de medewerking is ingeroe pen van alle diergaarden ter wereld. A17e hebben er al eens eerder over geschreven over de afschuwelijke zeehondenvangst die nu weer aanstaande is. Verschillende van onze lezers hebben ons gevraagd: wat kun nen wij Nederlanders nu ondernemen tegen deze wreed heden. Zoals men weet is er in Nederland een Werkgroep Zeehondenvangst. Deze werk groep geeft als antwoord op deze vraag: de enige campag ne die uitzicht biedt op ver mindering (respectievelijk stopzetting) van dc jaarlijkse wrede knuppel- en vilprak- tijken, op zeehonden is een combinatie van de volgende activiteiten: 1. Publikatie van zoveel mo gelijk gegevens in zoveel mo gelijk publiciteitsorganen, nu de vangst begint. Het besef dat de komende weken 700 of 800 knuppelaars bezig zijn om 100.000 weerloze zeehonden jongen te vermoorden, kan tot gevolg hebben dat de publieke opinie eindelijk eens 'n tegen- front gaat vormen tegen der gelijke praktijken, die de mid deleeuwen niet zouden mis staan. Bovendien wordt op deze wijze de zeehondenbont-dra- gende vrouw geconfronteerd met de misdaden die in haar naam worden begaan. Eén ding wordt er in ieder geval mee bereikt: geen enkele vrouw, gehuld in zeehonden bont, zal ooit meer kunnen zeggen: „Dat heb ik niet ge weten"; 2. Documentatie zenden naar 406 adressen van de Neder landse bonthandel met een be geleidende brief waarin wordt verzocht het publiek hun good- wil te tonen door geen zeehon denbont meer te verkopen. De Werkgroep Zeehondenvangst heeft daartoe een rode sticker laten vervaardigen waarop de beeltenis van de knuppelaar met de tekst „HIER GEEN ZEEHONDENBONT". Deze sticker kan op de etalageruit of de deur van de zaak worden aangebracht. Dit gebaar zal niet nieuw .zijn, maar wel effectief. Een van de grootste bonthandela ren van de Verenigde Staten, met een wereldnaam, heeft vo rig jaar een dergelijke boycot actie gevoerd met zeer veel succes, waarbij andere gere nommeerde bontzaken zich hebben aangesloten. De Werkgroep Zeehonden vangst is van mening dat het bovenstaande wel het minste is dat Nederland kan en moet doen. De enorme aandacht die internationaal wordt besteed aan de zeehondenvangsten leidt in de ons omringende lan den eveneens tot ingrijpende acties die ten doel hebben de publieke opinie wakker te schudden. De activiteiten van de Werk groep Zeehondenvangst (Louis Davidsstraat 88 te Rijswijk, tel. (070) 90565) hebben de vol le sympathie van o.a. het We reld Natuur Fonds Nederland, de Nederlandse Vereniging van Dierenbescherming en het Brian Davies Save the Seals Fund. |Vu we laten we hopen voorlopig af zijn van sneeuw en ijs op de weg, moet er nodig iets aan de au to gebeuren. Overal ziet men nijvere autobezitters al be zig, met slang of emmertje. Eén ding wordt daarbij vaak vergeten, namelijk dat veel te veel van het zout, waar mee de afgelopen maanden rijkelijk is gestrooid, nog lan ge tijd tegen de onderkant van de auto's blijft „ge plakt". Geniepig werkt het daar roest in de hand. Er is maar één oplossing tegen. Spuiten! Nu is dat voor al degenen die hun auto's met behulp van enkele emmers water wassen gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ook als u de auto naar een wasin richting brengt, moet u niet verwachten dat de bodem wordt afgespoten. De enige mogelijkheid voor al degenen die zelf geen aan sluiting van een slang op een kraan hebben, Is een van de zelfbedieningswas automaten op te zoeken. Pro beer niet in de tien minuten waarin de automaat tegen in- worp van een gulden werkt, de auto compleet te wassen. Spendeer er een tweede gul den aan en gebruik een groot deel van de tijd om de auto van onderen af te spuiten. De wielkasten zijn vrij ge makkelijk bereikbaar. Spuit echter ook van opzij en van achteren tegen de bodem van de auto. Ook in Ouwehands Dieren park gaat men pogingen in het werk stellen om jonge ooievaars te fokken. Het parkpersoneel is druk bezig in het betreffende vogelver- blijf de nodige nesten te bouwen. WAGENINGEN In z(jn vergadering van 26 februari j.l. heeft het bestuur van de Technische school te Wagenin gen besloten over te gaan tot de aankoop van een talenprac ticum. De hiervoor benodigde apparatuur wordt in onderde len gekocht en uiteraard behorende bij het karakter van de school in eigen beheer gemonteerd en geïnstalleerd. Er wordt naar gestreefd de installatie tijdig van de aan vang van het komende school jaar, dat met ingang van 1 augustus a.s. begint, gereed te hebben, zodat de leerlingen die thans worden ingeschreven reeds ten volle van dit leermid del kunnen gaan profiteren. Een talenpracticum is voor de leerlingen een hulpmiddel om de taal snel en op natuur lijke wijze te leren. Voor de leerlingen aan de Technische school te Wageningen betekent dit vooral het bevorderen van goed taalgebruik in de Engelse en Duitse taal. IN HET eerste deel van de wedstrijd om het kampioenschap van de Sowjetunie, speelde de 45 jaar oude Saeharov de hoofdrol. De naam van deze Oe- krainer is in het buitenland nauwelijks bekend, hoewel hij heel kort geleden in Warna een eerste prijs behaalde in een vrij sterk bezet meestertoernooi. Saeha rov is niet ln het bezit van de titel internationaal meester; hi.1 is niet zo jong meer en hij speelt weinig buiten de grenzen van zijn vaderland. Hij is echter kampioen van de Oekraïne en Juist in de laatste tijd bewijst hij met zijn resulta ten. dat het ook op niet al te jonge leeftijd nog mogelijk is tot de top door te dringen. Hieronder een spannende partij van Saeharov. Hij laat zich in op een pionof fer van de tegenstander, ondanks het feit dat daar duidelijke gevaren aan zijn ver bonden. Maar juist op het moment, dat de tegenstander het geofferde materiaal terugwint, staat Saeharov klaar voor de briljant uitgevoerde straf-expeditie tegen de vijandelijke residentie. Wit: SACHAROV. Zwart: TSCHEREP- KOV. (Alma Ata 1969.) Réti-opening. t. c2-c4, Pg8-f6 2. Pbl-c3. e7-e6 3. Pgl-f3, d7-d5 4. g2-g3 (Aldus ontstaat na enige zetten een bekende variant van de Réti-opening. waarbij het niettemin merkwaardig blijft dat zwart de opmars d5-d4 achterwege laat.) 4Lf8-e7 5. Lfl-g2. 0-0 6. 0-0. Pb8-d7 7. b2-b.3, b7-b6 8, c4xd5, Pf6xd5 (Op 8exd5 zou 9. Pd4, Lb7 10. Pf5 onaangenaam kunnen zijn.) 9. Pc3xd5, e6xd5 10. Lcl-b2, Lc8-b7 11. Tal-Cl, C7-C5 12. d2-d4, Tf8-e8 13. TC1-C2. (Deze eigenaardige zet dient om even tueel Dal en Tfcl te laten volgen waarna zwarts stelling onder grote druk komt te staan.) 13Le7-f6 14. Lg2-h3!, c5-c4!7 (Met dit vindingrijke pionoffer heft zwart de druk tegen zijn pionnencen- trum op.) 15. b3xc4, d5xc4 16. Tc2xc4, Lb7-d5 17. Tc4-a4 (De enige manier om het pas verworven bezit te handhaven. Niet Juist is 17. Tel. Lxa2 18. Da4 wegens 18 Le6.) 17b6-b5 18. Ta4-a3. Pd7-b6 19. Pf3-e5. Pb6-C4 20. Pe5xc4, Ld5xc4 21. Lh3-g4, a7-aa 22. Ddl-c2, Dd8-b6. (Na 22. b4 23. Dxc4, bxa3 24 Lc3 heeft wit in zijn loperpaar en zijn pionnenovermacht in het centrum voldoende compensatie voor de kwaliteit.) 23- Tfl-dl. Ta8-d8 24. e2-e3. Lf6-e7? (Te ongeduldig; beter is 24g6.) 25. Ta3-c3, Lc4xa2 26. Tc3-c6. Db6-b6 27. e3-e4, a5-a4 28. Tdl-d3 (Verhindert a4-a3 en bereidt Tf3 voor.) 28La2-C4 29. Td3-f3, Db8-b7 30. d4-d5, Le7-f8 31. Lg4-f5, Lc4-b3. 32. Dc2-cl, Lb3-C4 33. Tf3-f4, a4-a3 34. Lb2-al (Op 34. Lxa3 Lxa3 35. Dxa3 heeft zwart 35Txd5ü 36. exd5. Tel 37. Kg2. LxdSt ln petto!) 34Td8-d6. De opgave van de week: hoe besliste de witspeler de partij vanuit de dia gramstelling? De oplossing vindt u in de rublek van de volgende week. TSCHEREPKOV abcdefgh SACHAROV OPLOSSING De stand was: Wit (Portlsch): Kfl, Ddl. Tbl en gl, Ld2 en e2. pionnen a2. b2. ci. e3, f4 en h2. Zwart (Forintos): Kg8, Dh4. Te8 en fS. Lc6. Ph5, pionnen a7, b7. c5, d6, g4 en hf. Er volgde: 21Tf8xf4tü 22. e3xf4. Dh4-h3t 23. Kfl-f2 (Of: 23. Kei, Lf3.) 22. Dh3xh2t 24. Kf2-fl, Ph5-g3t Tglxg3, Dh2xg3 en wit gaf het op. JN Zwltaerland geeft ook de wedstrijd om het persoonlijk kampi oenschap geen nieuwe gezichtspunten, bij andere jaren vergeleken. Het gehele damleven wordt beheerst door twee „geïmporteerde" Helveten: Casemier en Andreas Kuyken, beiden van Neder landse afkomst. Hoe groot het krachtsverschil wel is, blijkt uit de stand na de zesde ronde: 1. Casemier met zes gewonnen partijen en Kuyken met vijf overwinningen, beiden nog zonder enig verliespunt! Een verge lijking tussen Kuyken en casemier valt ongetwijfeld ten gunste van de Jongste van de twee uit. Kuykens spel is geva rieerder. hij neemt veel meer risico's en is bereid om tegen al zijn tegenstanders zeer onoverzichtelijke partijen te spelen. Hieronder een interessant voorbeeld daarvan: Wit: J. Augagneur; Zwart: A. Kuyken; Kamp. Zw. 3e Ronde. 1. 33—28 18—22; 2. 31—27 22x33; 3. 39x28. Het is merkwaardig, dat vele openingen, die al door de grondleggers van de we tenschappelijke theorie werden vastge legd, juist heden ten dage zich weer mogen verheugen in een grote populari teit. 317-21; 4. 44-39 20-25; 5. 39-33. Ster ker is 38-33, dat een betere materiaalver deling geeft. 515-20; 6. 49-44. Op 50-44 kan vol gen (25-30) 35x15 (14-20) 15x24 (19x50) 49-44 (50x39) 33x44. Het is echter de vraag, of zwart zich hierop zou hebben Ingelaten! EXPLOSIEF 10-15: 7. 44-39 5-10; 8. 36-31 12-17. Hier de eerste aanduiding, dat zwart de gebaande wegen wil verlaten. Geijkt is (21-26) 41-36 (12-18) 27-22 enz. met een „Utrechf-systeem, dat wel moeiLijk, maar ook zeer bekend is! 9. 31-26 7-12; 10. 41-36 20-24: 11. 47-41. Niet 37-31? wegens de dubbel-combinatie (24-29) op 33x24 gevolgd door (19x30) 35x24 (17-22) 27X7 (1x12) 26x17 (11x35) en na 34x23 besloten met (17-22) 27x7 (1x12) 26x17 (11x22)28x17 (19x26) schijfwinst. 1124-30; 12. 35x24 19x30; 13. 28-23!? veiliger is 37-31 enz. maar wits voortzet ting voert op korte termijn tot een zeer explosieve stelling. 1315-20; 14. 36-31 10-15; 15. 41-36 20-24. Opnieuw een bijzonder interessante voortzetting en bovendien zeer sterk: wits mogelijkheden worden tot een mini mum beperkt. 16. 46-41 (zie diagram). Hoewel wits positie zeer delicaat is, valt er weinig positiefs voor zwart aan te tonen. Op b.v. (30-35) kan volgen 34-30 (35x44) 30x10 (44-49) 50-44! (49x18) 10-5! en de zwarte dam wordt altijd afgenomen terwijl die van wit nog zomaar niet kan worden geëlimineerd. Daarom volgt: 1614-20; 17. 50-44 4-10; 18. 33-29. Wit had nu kansrijk spel kunnen bereiken door (23-18!) 12x23 (27-22) 17x28 (26x17) 11x22 (32-27) 16-21 gedw. (27x29) 21-27 (31x22) 28x17 en het is moeilijk te beoordelen, wie er eigenlijk beter staat. 1824x33; 19. 38x29 30-35. Als interessante opgave voor onze le zers deze week: Waarom liet zwart hier het sterker schijnende (13-18) achterwege? 20. 42-38 10-14; 21. 38-33 13-18; 22. 33-28 9-13; 23. 34-30? Jammer; op het hoogte punt van de partij faalt wit. Hier moest 43-38 en het is niet te zien, wie in deze wonderlijke stelling de beste papieren heeft! Er volgde nu: 2335x22; 24. 39-34 18x29; 25. 27X9 1-7 26. 34x23 8-13; 27. 9x18 21-27; 28. 31x22 17x19; en wit gaf op. OPLOSSING De stand was: Wit: 6, 16, 26, 28, 30, 32, 35. 37. 40, 43, 44. 45 (12 St.) Zwart: 1, 7, 18, 12, 13, 14, 15, 17, 19, 2» 29 (12 St.) Op (13-18) zou volgen: 37-31! belet nu (18-22) door 26-21 enz. dus (9-13) 31-27 en zwart zal een stuk verllezèn. In de cij- ferstand kan dan alleen nog gespeeld worden: (7-11) 26x28 (13x33) 32-27 (9-13) 44-39 (33x44) 38x49 (13-18) 27-21! enz. met zeer goed spel voor wit. UIT een zak met 52 knikkers neemt een blinde man drie willekeurige knikkers en het blijken één rode en twee groene te zijn. De blinde doet twee van die drie knikkers in een doosje voor Jan en één knikker in een doosje voor Piet. In welke van de twee doosjes zit nu de rode knikker? U zult terecht zeggen dat men dit niet met zekerheid kan weten, maar dat de kans natuurlijk tweemaal zo groot is dat de rode knikker in het doosje (met twee knikkers) van Jan zit. Doch er zijn ook mensen die zelfs dit niet geloven en zeggen: de kans is gelijk, want die rode knikker zit of in Jan's of in Piet's doosje! Zij praten dan net als iemand die een lot koopt in de staatsloterij en zegt 50 pet. kans te hebben op de hoofd prijs, want is zijn redenering ik win hem of ik win hem niet! Met deze eenvoudige vraagstukjes zijn we aanbeland bij een elementair onder deel van praktisch bridgespel: de kansberekening. Daarmee hield het spel van de vorige week verband: 652 7 6 O H V 7 4 +_H_V_9 2 N W O 3 103 5 4 2 O 8 G 875 A C H V 8 3 O A B 10 9 5 2 4 H B 10 7 4 CT;AB AB 10 3 Oost gever, niemand kwetsbaar. Oost één ruiten zuid do Met noord één SA oost twee harten zuid twee schoppen west drie harten noord drie schoppen oost vier harten zuid vier schoppen einde. Tégen vier harten start west met rui ten acht, noord de vrouw en oost het aas. Hartenheer na. die zuid neemt met het aas dan klaver drie naar noords klavervrouw en nu op ruitenheer bij zuid hartenboer weggedaan. In slag 5 speelt noord schoppen twee en oost wint met het aas west de drie. Oost speelt dan ruiten twee na. waarmee het zonne klaar is dat hij hoopt dat west kan overtroeven en ook dat hij (oost) graag klaver nagespeeld wil hebben die oost zal kunnen introeven. Het is zuid wel duidelijk dat als west nu nog schoppen V 9 8 heeft er geen en kele winstkans meer is. Maar bieden en spelen maken het hoogst waarschijnlijk dat west met drie schoppen startte en oost met twee schoppen. Thans, in slag 6. heeft west nog twee schoppen en oost heeft er nog éen. Welke? Nu terug naar de twee knikkers van Jan en de éne van Piet de kans dat Piet die éne rode knikker heeft is 2:1. Hier zijn er drie schoppen 'onbekend', n.l. twee kleinere (de acht en de negen) en één plaatje (de vrouw). De 'kans' dat west de vrouw heeft is dus 2:1 en daarop zal zuid moeten spelen. Dus: ruiten twee introeven met schoppenheer en dan schoppenboer naspelen. West nad V 9 3 en oost had A 8. 'Maar' zegt u 'als oost nu AV had gehad, zou zuid met deze speel wijze down gegaan zijn!' Inderdaad maar bedenk dat ook de kleinste kans een enkele keer wel eens wint, anders zou het geen 'kans' meer zijn. Tenslotte wint vaak iemand met één lootje in een loterij de hoofdprijs! OOG IN AL Het begint er aardig op te lijken dat de faam van Utrecht als stad van sterke bridgespelers weer mooi in de verf is gekomen. Het goede spel van de Bridge club 'Oog in Al' in de meesterklasse is daaraan niet vreemd, terwijl Boek- horst-Vissinga als leden dezer club het nationale parenkampioenschap behaal den. Na vrij lange jaren van Utrechts» bridgemisère heeft Oog in Al d» glansrijke traditie waarin namen schitte ren als De Stichtse, UBC en Star voort gezet. Wanneer een club eenmaal een grot» naam begint te krijgen, lijkt dat inspire rend te werken op de verrichtingen van alle leden. Wanneer u de volgende week de oplossing van het onderstaande spel verneemt, zult u het wellicht een zéér sterk verhaal vinden. Het zou in de BC Oog in Al zo gespeeld zijn als het moet een verzachtende omstandigheid is, dat het mij aan het eind van een opge wekt borreluurtje ter kennis werd ge bracht. Hier is deze Utrechtse parel: - 9A84 OAH97642 532 AV 6 (?HV 7 6 3 - O 5 A 10 6 4 Oost gever. NZ kwetsbaar. Oost opend» met drie schoppen waarna NZ in het „psychiatrisch" eindcontract van... ze» Sansatout terecht kwamen! Er werd niet bij verteld dat dit gedoubleerd en gere doubleerd werd. maar ook zonder dat is het al mooi genoeg, vodral wanneer ik u vertel dat west uitkwam met klaverheer. Een spelletje voor de Anton Geesinks on- der de bridgespelers! 1. Een tandarts ls goed in het re kenen (13) 10. Als de onverschrokkenheid zich achter de wilde haver ophoudt wordt zij onderdanig (7) 11. Dode dieren zijn erg hinderlijke wezens (7) 12. Zulk een pilaar treft men in Hilversum in veelvoud aan (4) 13. Als u voor uw legerstede staat moet u een verzoek doen (5) 15. Een Gelders getal (4) 17. Vogelkooi (3) 19. Geen overdaad, geen tekort (6) 20. Dit werk valt niefr zwaar (6) 21. Het is over (3) 23. Hier wonen geen bovenburen (15) 26. Dit meisje en haar naamgenote houden des zondags vele man nen in haar ban (4) 27^ De steel van de hooggeplaatste (5) 28. Zitvereniging (4) 31. Hierop zit men een treetje ho ger (7) 32. Deze spraakkunst wordt niet op school onderwezen (7) 33. Dit staat er naast (9,4) VERTICAAL: 2. Van zulk sparen wordt men niet rijker (7) 3. Deze jongen geeft geluld (4) 4. De schrik der dames (6) 5. Het eind wordt verschoven (6) 6. Deze jongen is dapper (4) 7. Zij, die ons doen griezelen (7) 8 Deze familieleden zijn niet groot van stuk (13) 9. Vrij terrein (7,6) 14. Dit is ver van het slot gelegen (5) 16. Luidruchtig bestaan (5) 18. Afbraak in bed (5) 21. Wat zo is is tot gelding gebracht (8) 22. Zijden (8) 24. Geheugensteuntje (7) 25. Zo geeft men toegang (7) 29. Brabantse larf (4) 30. De knol die (soms) c klappen krijgt (4)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15