Kinderen moeten meer doen dan rekenen en taal Verse groenten en vruchten tegen voorjaarsmoeheid Jazz-onderricht op Rotterdams' muziekschool NEDERLANDSE LENTE-MODE SCHOOLHOOFD ZEEGERS: FIJNE ONTWIKKELING MEEGEVEN Uw bankstel voorjaarsfris gereinigd. Even bellen met één onzer filialen en afspreken wanneer wij het kunnen hélen Donkere kamer Beter dan opstel Perfectie Bert Haanstra I kit is detyd, waarin vrijwel ieder- een die in de geïndustrialiseerde wereld leeft en speciaal in een kli maat als het onze, gaat lijden aan wat met een zeer algemene en vage term: voorjaarsmoeheid wordt ge noemd. Dit verschijnsel openbaart zich niet alleen in „zware benen" en geprikkelde zenuwen, maar ook in een afnemende weerstand tegen ziektekiemen. De lange wintermaan den vorderen hun tribuut! Wij heb ben in die maanden te weinig zon ge noten, te weinig beweging in de frisse lucht genomen, te zware kost gegeten en aldus de stofwisselings organen te zwaar belast. Het enige wat u kunt doen om het „lijden" te verlichten is, zoveel mogelijk mee werken aan een snelle regeneratie. Hierbij enige nuttige wenken: Niet te veel en licht eten, zo mogelijk veel verse groenten. Vruchten mag u geen dag overslaan. Appelen zijn er genoeg! Dagelijks een half uur wandelen, zo enigszins mogelijk in een omge ving, waarvan de atmosfeer niet door de uitlaatgassen van automobi listen wordt bedorven. Enige malen gedurende de wandeling met open mond diep in-en uitademen. Multi- vitaminen slikken. Eventueel bloed zuiverende en/of opwekkende mid delen gebruiken; dit echter alleen na raadpleging van de huisarts. Wat suikerklontjes eten tot een paar uur ADVERTENTIE ascot uw handen vragen erom Uit de lente- en zomercollectie van de couturier Frans Molenaar komen deze gestreepte jassen, uitge voerd in dubbel geweven wollen stof. Twee broekpakken van gestreepte jersey met sjaals van hetzelfde materiaal in het haar, eveneens een ontwerp van Frans Molenaar. Een witte zomermantel van katoenen imprimémet Ada Kok als fotomodelzij draagt hier een creatie zijden sjaal en een witte gazen zomerjurk met van de Amsterdamse mode-ontwerper Edgar Voss. bloemmotief en een batisten sjaal. Oteï, dat u weer een jaar of negen k was. Moest uw moeder toen ook de school opbellen om te vragen of u nu alsjeblieft eens een keer thuis wilde komen? Maar u kon dan waarschijn lijk ook het schoolhoofd niet zo gek krijgen dat hij m de uitverkoop twee elektrische gitaren kocht en een Joe goslavische muziek- en dansgroep op lichtte. U mocht ook niet steeds maar door de klas lopen en in de gang gaan zitten om een „dom" jongetje uit te leggen hoe hij bepaalde breuken moest maken. En u mocht ook niet de Ko ninklijke Marine opbellen, als u zo graag iets over duikboten wilde weten. 0 Nu niag u voor of tegen de nieu we onderwijs-systemen zijn, maar er is in Nederland in ieder geval éért school waar dit allemaal gebeurt en waar de moeders inderdaad moeten opbellen of Frank-Jan of Peter eens thuis komt. Die school is de bijna vijf jaar oude Prinses Christinaschool in Maassluis. ROTTERDAM .la» en amusements muziek zijn als onmisbaar en waar devol onderdeel van het muziekonder wijs voor de Rotterdamse Muziek school geen fictie meer. Een van de pianoleraren, Robert van der Linden, de 32-jarige broer van dirigent Dolf, laat er groepen leerlingen in jazz combo's musiceren. Hij heeft in nauw overleg met directeur Henk Stam en onderdirecteur J. Michael Nuyten een voorlopig lesprogramma ontworpen, waarin deze twee taboes in de muziekwereld eindelijk een kans krijgen. Het uitgangspunt is even simpel als doelmatig. De muziekschool heeft als taak de leerling op grond van zijn ei gen aanleg tot muzikale prestaties te brengen. Daarbij mag rustig worden aangenomen, dat de belangstelling voor jazz en amusementsmuziek (waarónder uiteraard ook beat- en popmuziek vallen) in de samenleving verhoudingsgewijs groter is dan die voor de „serieuze" muziek. Er wordt de jonge amateurmusici dus niet lan ger iets opgedrongen waar ze vreemd tegenover staan en eigenlijk geen zin in hebben, maar iets waar ze zelf de hele dag mee leven. „Bovendien", zegt de adjunct-directeur Nuyten. „wordt in ons muziekonder wijs veel te veel gereproduceerd. Netjes van blad naspelen, is schering en inslag. Maar wat biedt de jazz bijvoorbeeld niet aan nieuwe kansen voor de eigen creativiteit van de leer ling? Nu komt een begrip als impro visatie, dat honderden jaren voortdu rend is onderdrukt, eindelijk tot zijn recht." I neen van de leslokalen in het tot mu ziekschool verbouwde voormalige klooster aan de Dalweg in Rotterdam- Zuid werkt Robert van der Linden met een ensemble fluit, piano, bas en slagwerk. Geduldig legt hij zijn jonge leerlingen uit dat je „deze acht ste noot luider moet spelen" omdat 't anders te stijfjes klinkt. Midden in sommige partituren heeft hij de noten weggelaten. Daar mogen zijn leerlingen hun eigen muzikale verhaal vertellen. En dat lukt al gaat het stamelend, wat angstig en overvoorzichtig. Van der Linden heeft een comservato- riumopleiding piano in zijn zak. Hij werkte voornamelijk als repetitor bij musicals, maar liep altijd al met het idee rond om zijn kennis van de jazz en de amusementsmuziek dienst baar te maken aan de jeugd. In okto ber 1967 werd hij bij de Rotterdamse Muziekschool benoemd en na lange gesprekken met adjunct-directeur Nuyten kwam het er van. „Een methode voor deze vorm van mu ziekonderwijs is er niet", zegt hij. „Ik ben er zelf voortdurend mee be zig. Bovendien is er veel geld nodig voor instrumenten als een compleet slagwerk, een basgitaar of voor ver sterkers. Op het ogenblik gaat het om drie dingen: het leren improvise ren in groepsverband, het gelijktijdig spelen van syncopen en ritmen, en het spelen van ensemblestukken in verschillende stijlen. „Daarnaast willen we de leerlingen door middel van platen en geluids banden wegwijs maken in de doolhof van stijlen en ritmen. Er worden na tuurlijk wel bestaande werkjes van blad gespeeld, zoals „Here'sN boogie woogie" van Stanford King, maar daar moet je voor oppassen. Dat zijn immers alleen maar voordrachts stukjes. die het wezen van de jazz nauwelijks raken". Het zijn nog maar een paar eerste stappen die daar aan de Rotterdamse Muziekschool zijn gezet, maar ze kun nen een enorme betekenis krijgen. Henk Stam zegt er dit van: „Noem het de eerste verkenningen op dit grote gebied. We doen dit omdat we vinden dat je niet meer om de jazz en om de vele vormen van amuse mentsmuziek heen kan. Wij zijn nu helemaal onderaan begonnen, maar op de lange duur zal de beroepsop leiding aan het conservatorium ze ker volgen. Daar ben ik van over tuigd". De heer O Zeegers, hoofd van de Prinses Christina school: „lk wil mensen af leveren die niet alleen jaartallen kennen, maar kinderen met een fijne algemene ontwikkeling en belangstelling." Daar schrijven de leerlingen ook regel matig hun schoolkrant vol en daar zijn oude kranten verkocht om centjes te krijgen voor een fototoestelletje, zodat er een fotoclub kon worden op gericht. En toen was er ook nog een onderwijzer die zijn vergrotingsappa raat op school zette en een donkere kamer inrichtte. Er is ook een tekenfilm gemaakt en een musical is in voorbereiding, op die school in Maassluis waar de heer O. Zeegers (37 jaar) schoolhoofd is. „Toen ik in 1953 besloot onderwijzer te worden, heb ik me namelijk voorge nomen dat ik geen kinderen zou afle veren die alleen maar keurig konden rekenen en jaartallen kenden, mèar kinderen met een fijne algemene ont wikkeling en belangstelling", aldus de heer Zeegers. Bijna niemand op de lagere Prinses Christinaschool in Maassluis heeft tussen de middag tijd om naar huis te gaan. Als er geen Joegoslavische muziek wordt gemaakt en gedanst, dan wordt er gefotografeerd, geschreven voor de schoolkrant, gerepeteerd voor een musical, gevoetbald of potten gebakken zich liever bezighouden met dansen en muziek, kleren kopen en televisie kijken. „Daar is bij ons geen sprake van", zo zegt de heer Zeegers, „hoewel de kin deren hier natuurlijk ook graag tele visie kijken. Maar denk niet dat het alleen cowboy-films zijn. Laatst riep iemand iets over een programma en ik verstond „Bonanza". Het kind was dodelijk beledigd, want het sprak over Bert Haanstra." Dat praten over televisie mag, als het interessant genoeg is, gewoon in de lessen die vaak niets meer met de ouderwetse lessen te maken hebben. Op de Prinses Christinaschool zit bij voorbeeld de heer Zeegers achterin de klas en de kinderen werken in groepjes van vijf ot zes. o'n groep moet soms gezamenlijk een „werkstuk" maken. Zelf het onder werp kiezen, zelf documentatiemate riaal uit de bibliotheek halen en soms opbellen of naar mensen buiten de school toegaan om te praten over het gekozen onderwerp. „De resultaten zijn enorm", aldus de heer Zeegers. „De kinderen wer ken veel beter dan dat ze ieder voor zich een opstel moeten schrijven. Een jongetje bijvoorbeeld dat lelijk schrijft, mag van de andere kinde- re kinderen alleen maar meedoen als hij belooft geweldig zijn best te doen en tevoren een proeve van zijn schrijfkunst bij hen inlevert". En dan wil hij ook nog even dit zeg gen: kinderen leren ook rekenen en geschiedenis zonder extra dingen in schoolverband, maar voor hem zijn de extra bezigheden doodgewone noodzaak. „Als je het op je neemt, kinderen te vormen, moet je het ook zo goed mogelijk doen", zegt hij. „Ik ben een grote perfectionist. Toen ik in mijn tijd op de kweekschool kran ten bezorgde om toch iets te verdie nen en ik had één krant over, ging ik de adreslijst helemaal na of ik soms iemand vergeten was. Ik vind dat zoiets gewoon je plicht is als je een bepaald werk op je hebt geno men". En dat is dan weer iets. dat misschien niet zo heel veel mensen de heer Zeegers kunnen nazeggen. ADVERTENTIE voor de maaltijd; niet te laat, want suiker stilt de honger. Gebruik van alkohol, rokertjes, koffie en thee be perken, daarentegen voor het slapen gaan een glas (gesuikerd) vruchten sap drinken. Zet uw gezin in deze dure tijd eens wat gerechten uit ingewanden voor in plaats van vlees. Hier te lande is alleen de lever redelijk populair. Maar nieren, hart en hersens zijn niet minder aan te bevelen. Al deze vaak als afval gekwalificeerde de len van het rund, het varken of het schaap zijn ealorie-arm. rijk aan mineralen en vitaminen en boven dien goedkoper dan het vlees van de ze dieren. Raadpleeg uw kookboek en u zult verbaasd staan, wat u al lemaal doen kunt met deze in het al gemeen met uitzondering van lever dan weinig populaire onderdelen van slachtvee. Honing is ook in Nederland een ge liefde versnapering en tevens een ge zond voedingsmiddel. Bij brood, als zoetstof, maar ook als huismiddel tje (met warme melk bij verkoud heid) is honing nog altijd zeer po pulair, en terecht. Men kan, om re denen van persoonlijke smaak, de een of de andere soort honing prefere ren: alle soorten honing zijn mits on der behoorlijke hygiënische omstan digheden bereid, even goed. Alleen kleur, smaak en prijs verschillen, niet de kwaliteit. Wie honing lang be waart heeft kans dat zij gaat kristal liseren en 'n min of meer vaste sub stantie gaat vormen. De kwaliteit lijdt daar niet onder, maar wel de handel baarheid. Men kan gekristalliseerde honing weer goesd vloeibaar maken door 't potje enige tijd in 'n waterbad va nongeveer 40 gr. Celsius te ver warmen. Honing bewaren in niet te koude, droge ruimten waar het zon licht geen toegang heeft. Potjes goed sluiten, dan kunt u de honing tot on geveer een jaar bewaren zonder scha de aan de kwaliteit. In Japan neemt, na een periode van experimenten, het gebruik van potten, blikken en bussen voor con serven, voorzien van een doorzichtig deksel van kunststof snel toe. Deze „vensterdeksels" bieden het voor deel. dat de consument kan zien wat hij koopt. Tot dusver zijn het voor al vruchten, groenten, zeevis en der gelijke die men op deze wijze aan de man brengt. Een rem op de snelle uitbreiding is het feit, dat het aldus toegeruste verpakkingsmateriaal niet onaanzienlijk duurder is dan het conventionele. Voorts zijn er moei lijkheden by 't sluiten van de verpak king: men moet het vensterdeksel namelijk nog met de hand aanbren gen en vervolgens moet dit met een metalen band verzegeld worden. Dit laatste kan reeds halfautomatisch geschieden. Men zoekt ijverig naar mogelijkheden, dit procédé geheel automatisch te doen verlopen. Na dc verzegeling wordt het geheel geste riliseerd; het kunststof vensterdeksel kan daar uitstekend tegen. In Australië neemt men proeven met een beschermende kunststoffilm, waarin vlees wordt verpakt Deze film is eetbaar en volkomen smakeloos. Men kan dus de film met het vlees eten. Voordeel: veel grotere houd baarheid van het vlees, dat men nu rustig een dag of tien, twaalf kan la ten liggen zonder dat het, zelfs in de hete Australische zomer, bederft. „Je moet op een school dus ook dingen doen die buiten die reken- en taallessen vallen. Een kind dat nu niet zo'n geweldige intellectueel blijkt te zijn, moet de kans krijgen bij voet ballen of bij fotograferen of muziek maken nu eens wél op te vallen en eer te behalen." Hij worstelt daarbij niet met de moei lijkheid waar de meeste middelbare scholen wél over mee kunnen pra ten: de leraren willen na schooltijd nog wel iets „doen", maar de leerlin gen tonen geen interesse omdat ze Zij leek mi/ op hat eerste gezicht wat wij met overtuiging zo'n echte flinke vrouw noemen. Handig, vlug, stevig in haar aanpak en beslist in haar optreden. Geknipt voor het beroep dat zij blijkbaar met geheel haar hart en aanleg gekozen had: verpleegster. Een moeilijk beroep, dat weet ieder die voor een tijdje alle zelfbeschikkingsrecht heeft moeten opgeven om gehoorzaam als een kleine meid, alle strenge voorschriften en waarschuwingen van zo'n witgemutst gezag op te volgen. Al nam de waakzame twinkeling in haar donkere ogen veel van de strengheid in haar optreden weg: „Het is nu eenmaal niet leuk, maar het is voor uw bestwil", zei hij fris rond gezicht tegen elke patiënte, in wier gezichtsveld zij verscheen. En het languit gestrekte, machteloze voorwerp van haar zorg schikt zich in die discipline, want wat zal een hulpeloos ziek mens tegen zoveel deskundige autoriteit beginnen. Dat is dan nog maar haar gezag aan deze kant van de dubbele deur. Maar daarachter, op de gangen, in de keuken, de verbandkamer en wat er nog meer achter gesloten deuren met strenge opschriften verscholen gaat, is weer een ander gezag nodig dat wél zo moeilijk lijkt uit te oefenen. De discipline handhaven onder jonge, levenslustige en niet altijd gemakkelijke leerlingen, die nog met één dartele voet in het onbezorgde meisjesleven staan. Zij menen het niet kwaad, zij zijn meestal van goeden wille en aanleg, maar zien van alle mogelijke preciesheden en stiptheden de noodzaak niet zo in. Terwijl haar gedachten bij tijden weghuppelen van de ziekenkamer naar het vriendje en het dansavondje en hel beeldschone jurkje, dat daarvoor thuis in de kast hangt Het toezicht alleen al op dat jonge, onervaren goed eist een voortdurende aandacht van deze oudere, serieuze en rondom gediplomeerde verpleegster. Hoeveel verantwoordelijkheidsgevoel, besluitvaardigheid, nauwlettendheid, strengheid én tact wordt er naast gedegen vakkennis geëist van deze stevige, wakkere verschijning, die toch zo geruisloos de schemerige kamer weet binnen te glijden op het dringend belletje van een benauwde patiënte. Maar hoe is zij nu buiten de ziekenhuismuren, als zij haar uniform heeft verwisseld voor een fleurige jurk en ergens waar en hoe? haar vrije tijd doorbrengt in een omgeving die niets met verplegen of leidinggeven uitstaande heeft? Is zij nog ergens kind aan huis of Dat niet meer: zij bezit haar eigen gerieflijke flat, met alle moderne comfort en een prachtig vrij uitzicht over nog ongerepte weilanden. Na de dood van haar ouders heeft zij na veel zoeken dit eigen besloten domein gevonden, waar zij zich heerlijk in volkomen rust kan terugtrekken na een drukke werkperiode. Jaren heeft zij erover gedaan deze flat zo gerieflijk en smaakvol mogelijk in te richten, met gordijnen en vloerbedekking die op elkaar zijn afgestemd, modern kleurig en toch weer rustig genoeg om te harmoniëren met haar geërfde antieke meubels en proselein en schilderijen, haar moderne boekenrekken en radio-grammofoon. Het klinkt alles bijna te volmaakt om waar te zijn, die bereikte evenwicht tussen werk en persoonlijk leven: menige getrouwde vrouw zou er jaloers op kunnen worden. Het moet alleen wel wat riskant voor haar zijn deze eigen woning met de kostbare inhoud vaak zo lang onbeheerd te moeten laten. Ook dat is geen probleem in haar geval, want zij heeft buren op dezelfde verdieping die voor haar als huisbewaarders optreden. Een kinderloos echtpaar dat al naast haar ouders woonde en met haar mee is verhuisd. Zij hebben de sleutel van haar flat en verzorgen bij haar afwezigheid de poes en de bloemen, luchten de kamers, controleren de verwarming, houden de haard in de woonkamer aan, noteren de telefonische boodschappen. Het relaas van deze service klinkt echter niet zo opgewekt: schuilt hier ergens het verborgen slangetje in dit kleine paradijs? Dat meeverhuizen lijkt al wat opdringerig en niet heel en al belangeloos. Zij begint zelf, zonder enige directe vraag, onverwacht haar teleurstelling te luchten. Het leek in het begin zo mooi.' zo volkomen betrouwbaar, het waren toch oude bekenden en zij van haar kant had hun diensten altijd royaal vergoed met cadeaus en uitstapjes op haar kosten. Maar de huisbewaarders schijnen langzamerhand medebewoners geworden, vooral in haar afwezigheid. Zij zijn niet altijd voorzichtig met haar kostbare spullen, gebruiken haar huishoudelijke apparaten, zetten haar grammofoonplaten op, beschikken zelfs over haar voorraad spijzen en dranken. Daar zit zij nu, de capabele verpleegster, de vrouw met gezag in haar werkkring, maar in haar eigen huis het slachtoffer van weinig scrupuleuze buren. „Het is zo geleidelijk gegaan, en ach, je kunt zo moeilijk optreden en onenigheid riskeren met oude bekenden, op wie zij als alleenstaande vrouw in geval van nood is aangewezen. En haar hoofd staat ook niet naar een hartig woordje als zij moe naar huis komt. Zij is niet de enige, en er is zo weinig aan te doen, behalve alle kasten afsluiten en de sleutels altijd bij zich dragen. Vrijpostigheid is niet voor verbetering vatbaar, en parasieten raakt men maar moeilijk kwijt.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 11