Zoek klever zo Eerste Rotterdamse agente kijkt terug op carrière Recherche nog steeds taboe Losse tapijtjes brengen kleur in uw huis W:: Jeugdzaken «- Boeiend werk Geen praktijk »- „jDag schat!" Charmant VerkeersL's Lang gepraat 22.000 voor een stuiver DONDERDAG 20 MAART I96t ALS VROUW BIJ DE POLITIE Tanneer er zon honderd trouwen van de geünifor meerde politie op straat lopen, komt er ook een tijd dot ze bij de recherche gaan werken. Je kunt een vrouw nu eenmaal niet tot haar zestigste jaar de straatdienst laten doen. KA TOEN Iedereen denkt natuurlijk het eerst aan kinder- en zedenpolitie. Ook geeft het wel een charmante noot in de stad als een vlot geüniformeerd meisje het verkeer regelt. Minder leuk is al een agente speciaal te zien letten op fout- parkeren en bonnen tussen de ruiten wissers stoppen. In sommige steden doen geünifor meerde dames samen met een manne lijke collega dienst in een surveillance wagen. Niemand zal echter van zo'n vrouwelijke agente verlangen dat zij gewelddadig optreedt tegen verstoor ders van de openbare orde, inbrekers of rovers. Toch stuiten deze surveillan cewagens ook op moeilijke situaties. De politie van Hamburg heeft het op treden van de vrouw bij de politie ge specialiseerd in brigades. Die bestrij den de morele en criminele gevaren waardoor vrouwen en minderjarigen worden bedreigd. Die brigades zijn een succes. Er komen er steeds meer van. Nu zijn ook al mannelijke collega's er bij ingedeeld. Mejuffrouw M. A. van Haselen, ka pitein bij de rijkspolitie, ziet in de taak van officier jeugdzaken de beste en mooiste vervulling voor vrouwen bij de politie. Intellectuele vrouwen met een middelbare vooropleiding en een op academisch niveau liggende eindstudie vinden in dat werk stellig veel voldoe ning, zo ervaart zijzelf in de dagelijkse praktijk. Zij vindt ook dat de rijkspoli tie daarmee een mooie, veelomvatten de en doelbewust gerichte taak heeft voor de dames. Hoewel nog niet alle districten een eigen officier jeugdzaken hebben, zijn er nu al vijftien in functie. Zij verlenen medewerking aan de on derzoeken waar vrouwen en minderja rigen bij betrokken zijn. „Dat is al gauw het geval", zegt mej. Van Haselen. „Zodra er iets mis is in een gezin, komen de kinderen of de vrouw dikwijls in het gedrang. Je komt bij dit werk voor de meest onverwachte situaties te staan waarvoor je dan snel een oplossing moet weten", zegt zij ge ïnspireerd. „Het is boeiend werk. Je werkt sa men met de politiemensen die het on derzoek doen. Vaak is overleg met de officier van justitie nodig. Neen, vech ten met burgers is niets voor de vrouw bij de politie", vindt ook mejuffrouw Van Haselen. De officieren jeugdzaken dragen geen uniform. Zij rijden in auto's zon der het bordje „rijkspolitie". Bevoegd zijn zij echter volledig: bij de opleiding is het inspecteursdiploma een van de eisen. Gun de kleintjes ook een luchtig leven Voor jonge wildebrassen ziet u links een broek- pak uit onverslijtbare katoenen ribfluweel. Het meisje op de middelste foto draagt een heel licht en luchtig feestjurkje uit katoenbatist met lichtblauwe ruitjes. Haar beschermheer draagt een tweedelig pakje uit een helder blauwe stevige katoenpiqué. Het jack met korte mouwen heeft aan de voorkant een con trasterende ritssluiting. Dat Parijse mode-ontwerpers zich niet alleen be zig houden met kleding voor volwassenen bewijst het meest rechtse model dat ontworpen werd door een van Frankrijks modekoningen, Pierre Cardin. Hij koos voor de rok een witte katoenen matelassé. Het ingeweven bloemmotief past bijzonder goed bij het geometrisch dessin van de katoenvoile blouse. r)e tüd waarin kinderen tevreden moesten zijn met kleding, die slechts een afspiegeling was van de mode voor volwassenen, is voorbü- Tegenwoordig is er een kindermode met een geheel eigen karakter, waarbij er nauwelijks meer sprake is van een beïnvloeding door de „grote mensen"-mode. Een van de oorzaken is de gestegen welvaart, waardoor wij in staat en bereid zijn meer en vaker geld uit te geven aan kleding voor onze kinderen. Zo werd b.v. aan meisjes- en jongens- kleding vorig jaar bijna 480 miljoen gulden uit gegeven, terwijl vier jaar eerder, in 1964, ca. 300 miljoen gulden werd gespendeerd. Een tweede oorzaak, die in gewicht niet onder doet voor onze gestegen welvaart, moet gezocht worden bij de confectionairs van kinderkleding die de laatste jaren met hun collecties bewezen hebben, dat er ook voor kinderen een eigen mode kan bestaan. Katoenen stoffen hebben in kinderkleding altijd een belangrijke rol gespeeld en doen dat nog steeds. Zo is in meisjeskleding het aandeel van katoen meer dan 40%; voor jongens ligt het katoenaandeel iets hoger. nl. ruim 47%. Deze percentages hebben betrekking op zomer- én winterbovenkleding. De onderkleding voor kin deren is vrijwel geheel uit katoen gemaakt. Om te bewijzen, dat kindermode in katoen mei een heel eigen karakter ook echt bestaat, heeft het International Institute for Cotton in Brussel een fotoserie laten maken van zuiver katoenen modellen, geselecteerd uit de zomercollecties 1969 van 41 vooraanstaande kinderkleding-con- fectionairs uit tien verschillende Europese lan- flen, w.o. Nederland. Deze kinderkleding is gewoon in de winkel verkrijgbaar. Grote mensen kopen hun kleding zelf en letten daarbij behalve op uiterlijk en pasvorm ook steeds meer op de draageigenschappen van het materiaal dat ervoor werd gebruikt. Zij willen kleding, die gewoon fijn zit. Bij vrijetijdskleding is dit bijvoorbeeld heel duidelijk. En juist katoen, met zijn hoge vochtabsorptie en zijn groot venti lerend vermogen, komt in vele opzichten aan onze wensen voor dit deel van onze garderobe tegemoet. Bijna 60% van deze kleding is namelijk uit katoenen stoffen gemaakt. Maar ook ten aanzien van kinderkleding zijn wij ons kennelijk bewust van de grote voordelen, die katoen biedt. Kinderkleding moet nl. vaak en grondig gewassen worden. Katoen kan daar tegen en is bovendien heel gewillig in de was. Daarnaast is katoen tijdens het dragen niet benauwd, maar juist heel luchtig; iets wat voor kinderen van net zo groot belang is als voor volwassenen. Dat katoen voor kinderkleding inderdaad bo venaan staat, heeft een recent onderzoek in Engeland uitgewezen. De grote meerderheid van de Engelse moeders (en waarom zouden zij an ders denken dan hun Nederlandse zusters) ziet katoen als de meest geschikte vezel voor kinder kleding. In volgorde van belangrijkheid werd katoen tijdens deze enquête in nauw verband gebracht met de^volgende waarderingen^ je krijgt waar voor je geld je kunt het gemakkelijk zelf wassen het houdt zich goed tijdens het dragen na vele malen wassen is het nog steeds als nieuw vlekken zijn gemakkelijk te verwijderen het ziet er fris uit het is aangenaam te dragen Voor de 35-jarige Corrie Michielsen-van der Graaf in 1955 een van de eerste vrouwen, die in de randstad Holland In een politie-uniform rondstapten is het speurderswerk van de afdeling recherche altyd haar ideaal geweest. Zü begon met vier collega's by de Rotterdamse politie. Nu, in 1969, werken er 22 meisjes in die geüniformeerde dienst. D« vrouwen zUn er in byna alle afdelingen doorgedrongen. behalve by de recherche. Mevrouw Michielsen met het donkere kapsel en de charme van Emma Peel de oplettende speurster uit de televisie-serie De Wrekers heeft zich, behalve enkele losse „karweitjes" (zoals een Inval in een speelhol aan de Mathenesserlaan), in die veertien jaar by de politie moeten beperken tot de straatdienst, de verkeersdienst en de afde ling voorlichting. Zij treurt niet lang om haar gemiste kans, maar vindt in haar huis in het piepkleine dijkdorp Everdingen, tussen Culemborg en Vianen, waar zij na haar afscheid bij de politie alleen echtgenote en huisvrouw i .sdat „zij te vroeg ge boren is". In 1954 schreef zij als telefoniste bij een Rotterdams havenbedrijf of vrou wen het tekort aan politiemensen niet konden opheffen. Het gemeentebestuur vond dit geen gek idee en plaatste haar naam boven aan de lijst vrouwelijke kandidaten. „Ik wilde iets avontuurlijkers dan el ke dag in een hokje de gesprekken van anderen doorverbinden. Op de politie school kreeg ik meteen lessen in schie ten en in judo." Volledigheidshalve ver telt zij er bij dat zij deze lessen nooit in praktijk heeft gebracht. Het leven van een politievrouw bleek minder romantisch te zijn dan zij zich had voorgesteld. Als kennissen haar vragen of zij wel eens een misdadiger heeft gepakt, dan moet zij altijd nee zeggen. Toch zorgde de confrontatie van vooral de mannelijke bevolking met de politievrouwen voor lachwekkende situaties. „Een jongen negeerde mijn stopsignaal midden op een drukke krui sing en streek mij onder de kin met een „dag schat". Ik ben hem achterna ge rend, maar hij was mij te snel af." Mevrouw Michielsen herinnert zich nog dat er in het begin mannen waren Vrouw ziet nog wemig m Vijftien jaar na de verschijning van de eerste vrouwelijke politieagent op straat, zijn er nog geen 150 bij de politie in dienst. Dit aantal is zo klein, dat de minister van Binnenlandse Zaken de burgemeesters en korpschefs heeft aangespoord wat meer vrouwen voor het politiewerk te interesseren. Overal ir> er een tekort aan politie personeel. Bij de snelle groei van woon- centra wordt de achterstand steeds gro ter. Waarom is de politie niet aantrek kelijk voor vrouwen, vraagt de minis ter. Zij zouden het tekort mooi kunnen aanvullen. Hoofdcommissaris mr. F. Perrick in Nijmegen, die in zijn Heerlense tijd ook aan de wieg van de vrouwelijke politie heeft gestaan, heeft onlangs met deze dames in uniform een soort gewetens onderzoek gehouden. Ook hij wil weten waarom er niet meer vrouwen en meis jes zich tot de politie voelen aangetrok ken. De enige commissaris van vrouwe lijke kunne, mejuffrouw mr. T. de Jong in Amsterdam, heeft in een studiecon ferentie van hogere politiefunctionaris sen opgesomd in welke taken de vrouw nog niet betrokken is bij de politie. Met haar vindt ook de heer Jongboer het zinvoller vast te stellen waarvoor de vrouw bij de politie zeker niet in aanmerking mag komen. Nu zweeft het en is veel onduidelijk. Dames, die en thousiast begonnen, worden daar nog al eens door teleurgesteld. Hoofdagente mevrouw C. Mi chielsenvan der Graaf: Het speurderswerk van de recherche is altijd mijn ideaal geweest." die zo gecharmeerd waren van 'n vrou welijke agent, dat zij zich met opzet lie ten bekeuren. De vijf gulden hadden zij graag over voor een vluchtige ontmoe ting. Na anderhalf jaar straatdienst trouw de mevrouw Michielsen met een oud collega en verhuisde naar de afdeling Verkeersvoorlichting. Ruim elf jaar heeft zij honderden kinderen in Rotter dam verkeersles gegeven. Maar recher che. Ho maar. „Zij gaan er van uit dat vrouwen in burger als rechercheur makkelijker te herkennen zijn dan mannen in burger. Het verhaal is bekend, dat winkeldie ven met inbreken wachten totdat de re chercheur de hoek om is", aldus me vrouw Michielsen. LONDEN Een penny stuiver uit 1933 heeft woensdag op een veiling in Londen 22.000,- opgebracht. Vol gens deskundigen zijn er maar acht van geslagen. Een serie van zestien postzegels uit Anguilla. in 1967 uitgegeven ter ge legenheid van de onafhankelijkheid van het nu door Britse soldaten be zette eilandje, bracht 4.200 op. 'TVjen het kamerbreed tapgt in de mode kwam, dacht menigeen, dat de tijd van losse tapijten nu wel voor bij was. Maar al heel spoedig bleek, dat daarvan geen sprake was. Integen deel. Vele mensen kiezen een vast ta pijt met een rustige kleur, om dat te gebruiken als de drager van hun ka merinrichting. Op dat kamerbreed ta pijt kiezen zij meubels en vooral stoe len en fauteuils, waarvan de bekleding contrasteert m etde kleur van het ta pijt, en als extra kleurige noot leggen zij onder de salontafel een fraai gedes sineerd los tapijtje. Zo'n los tapijtje geeft een warme en. kleurige toets aan de zithoek en het geeft de hele kamer een extra verzorgd cachet. Losse tapijten en tapijtjes zijn er tegenwoordig ip schier eindeloze kleurenvariaties en dessins. Soms zö mooi, dat het bijna zonde is om ze op de vloer te leggen en we hebben dan ook al mensen ontmoet, die in een rui me lichte kamer zo'n klein tapijtje met modern fel gekleurd dessin als een schilderij tegen de muur gehangen heb ben. Een fantastisch gezieht. Anderen gebruiken en klein for maat tapijt om tegen de muur in de hal te hangen. Samen met 'n banksta- len kapstok (verkrijgbaar in diverse afmetingen bij ijzerzaken) vormt zo'n tapijt een chic uitziende en originele garderobehoek. Wanneer uw interieur aan „iets nieuws" toe is, moet u toch eens bij een tapijtverkoper gaan kijken naar de eindeloze keus in losse tapijten. Speel in gedachten eens met wat kleu ren en dessins en probeer u voor te stel len, hoe een bepaald tapijt het zal doen op uw vaste vloerbedekking en bij uw salonmeubels. Vraag desnoods enkele tapijtjes op zicht en leg ze een voor een op de be stemde plaats om het kleureffect te be oordelen en het samenspel met uw meubels en de vaste vlöerbedekking. Een los tapijt kan fel contrasteren, maar het is ook mogelijk om zoals in de mode „ton sur ton" te werken: op een groen kamerbreed tapijt een los tapijtje van een andere tint groen. Dit soort combinaties vraagt echter een goed kleurgevoel, opdat de twee tinten niet „tegen elkaar in vloeken". Losse tapijtjes zijn er met korte, ge schoren pool, maar ook met zeer lang harige pool, zodat een vacht-idee ont staat. Bedenk bij aanschaf goed waar aan uw tapijt blootgesteld gaat worden. Wordt uw kamer rustig bewoond, dan kan een langharig tapijt bijzonder stijl vol zijn. KINDEREN IN Als u naar een concert gaat, wat trekt u dan aan? Een indiscrete vraag misschien, maar dat is echt niet mijn schuld. Het geklede middagjurkje of twin setje op bijpassend rokje, dat u en mij waarschijnlijk zo dierbaar is, blijkt namelijk uit de tijd. Naar mij via de radio ter ore gekomen is, dienen wij ons ook in de concertzaal te onderwerpen aan progressieve, moderne inzichten, ook wat de kleding betreft. Het was wel even een dreuntje op het argeloze hoofd, en dat op zondagmiddag. In de pauze van een uitgezonden concert pleegt dan een deskundige jongeman ons het een en ander over muziek en muziekgeschiedenis uit de doekjes te doen. ,,Tot beter begrip" wie zou niet graag zijn muzikale onkunde een beetje bijspijkeren en dat nog wel gratis. Tot zover geen vuiltje aan de lucht, en de voordracht i8 op zichzelf al een genoegen om naar te luisteren. Een levendig, helder betoog, niet dat eentonig droog oplezen van een papiertje. Maar dan volgt onverwacht op de leerzame theorie, verlevendigd met muzikale illustraties, een stukje persoonlijke mening van de spreker. Niet over het behandelde begrip concert", maar over de huidige manier van muziek uitvoeren en, vooral, beluisteren. Kijk, daar deugt nu letterlijk niets van. Een concert is een saaie, plechtige aangelegenheid, waarheen wij ons begeven in een donker, stemmig jurkje, of een saai pak met gedekte das. Daar zitten wij dan, de zaal is donker, het publiek doodstil, en de dirigent in rok heft zijn stok ten overstaan van een gezelschap ernstige heren op het podium, eveneens in stemmig zwart gestoken. Nog neerdrukkender, altijd volgens deze radiostem, is de sfeer in een concertzaal tijdens de uitvoering van een oratorium of ander muzikaal werk met vocale solisten en koor. Behalve die sombere muzikanten en de even stemmig geklede solisten op de rand van het podium, genieten wij dan ook nog van het uitzicht op een van top lot teen in het zwart gestoken koor. In de pauze mogen wij ons even vertreden in de corridors, of een rokertje opsteken en een kopje donker vocht tot ons nemen. Dan gaat de bel voor de tweede muzikale ronde: op zijn best een gematigd modern werk van minstens een halve eeuw oud. Alles bij elkaar een plechtige, sombere aangelegenheid van uren op een stoel gekluisterd zwijgend zitten luisteren. Het wordt de hoogste tijd dat daarin eens grondig verandering komt. Muziek maken en beluisteren moet een plezierige tijdpassering zijn, waarbij iedereen zich ongedwongen gedraagt als op een instuif of een feestavond van een middelbare school als ik de bedoeling goed begrepen heb. Het orkest, in huiselijke jasjes, zit op de achtergrond te spelen liefst iets hypermoderns van een eigentijdse componist. Het publiek, ook al in informele kledij, luistert naar believen of wandelt rond, converseert, rookt, drinkt een biertje. En in de pauze, als de orkestleden zich het dampig voorhoofd afwissen (waar zij hard aan toe zijn, dacht mij zo), dan verschijnt een totaal ander soort artiesten op het podium. Een dansgroep, een stel acrobaten, een goochelaar om de stemming nog meer op te fleuren. Na de pauze kan het publiek dan voortgaan met rondwandelen, glaasje heffen en converseren, terwijl op het podium voor de gezonde variatie nu eens een beatgroep of desnoods een happening aan bod komt. Tot zover, vrij vertaald, het programma van het ideale ..concert" der toekomst, dat mij eerder van de hand van Justus van Maurik of Bet je Wolff afkomstig leek. Want een dergelijke vrolijke boel, waarbij iedereen maar praatte, lacht?, dronk, rookte, wegwandelde of binnenstapte, dateert stellig al van een eeuw of twee terug, en heeft talloze oprechte muziekliefhebber» bitter geërgerd. Als wij de concertzaal nu weer in een soort luidruchtige kermistent moeten veranderen lijkt dat al heel weinig op vooruitgang. De huiselijke jasjes daargelaten, zullen de orkestleden het niet bepaald op prijs stellen de rol van een gehuurde pianist op een bruiloft of feestavond te gaan overnemen, en temidden van rookwolken, gepraat en gerinkel een moeilijke klassieke symfonie tot klinken te moeten brengen. Aan de arme vocale solisten durven wij nog niet eens te denken, en de ware muziekliefhebber zal niet veel anders overblijven dan een stoel op het podium te tillen om althans nog iets te kunnen horen. Ach nee, het is natuurlijk hopeloos conservatief, maar wij vinden het juist zo heerlijk om na een drukke dag in een schemerige stille zaal, met alle rinkelende kopjes en glazen veilig achter gesloten deruen, keurig aangedaan naar muziek te luisteren. En in de pauze lopen wij nog liever een straatje om, dan te gaan kijken naar een goochelaar of een stel acrobaten, vlak na Schuberts Unvollendete of een pianoconcert van Mozart. Dat is heus niet een kwestie van leeftijd en dus behoudzucht. Want wie onze jeugd op haar best wil zien, kan zijn hart ophalen in de concertzaal. Het is verheugend hoeveel jong publiek echt niet in spijkerbroek en slobbertrui daar in volle concentratie zit te luisteren naar klassiek en modern repertoire. En laat niemand het wagen te fluisteren of van zijn stoel op te staan: zij zijn de eersten die verontwaardigd omkijken. Kapitein Van Haselen: ,,Als of ficier jeugdzaken zijn vrouwen bij de politie het beste op hun plaats." Er is op die bijeenkomst lang en uit puttend gepraat. De dames vertelden over het werk dat zij kregen opgedra gen, over de wensen die zij hadden en welke taken zij het liefst zouden doen, maar ook daar werd de steen der wij zen niet gevonden. Verwonderlijk is dat niet. Deze over het algemeen ijverige dienaressen van de politie zullen niet zo makkelijk de drijfveren kunnen vat ten van de tegenstandsters. Commissaris C. A. Jongboer, direc teur van de rechercheschool in Wolfhe- ze, vindt vrouwen bijzonder geschikt voor het recherchewerk. Hij heeft er een paar opgeleid. Naar zijn mening hebben vrouwen meer oog voor het de tail. Ook observeren zij dikwijls beter. Dames weten over het algemeen beter dan mannen wat een ander aan heeft. Toch is het maar een zeldzaamheid als een agente bij de recherche gaat werken.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 13