Morgen officiële ingebruikstelling
üodewaard
kreeg toch
vertrouwen in
kerncentrale
Een belangrijke
stap naar
popularisering
aandelenbezit
Voorkant reactorgebouw
Achterkant reactorgebouw
Achterkant turbinegebouw
I „linoleum"' probeert
het eens met tapijt
Voorkant turbincgebouw
Wethouder wil
toestanden bij
Binnengasthuis
uitpraten
Snelle promotie
hij rechterlijke
macht
Avenue Cahiers
Philips-aandeel f 10.-
BELASTINGVRIJ
MATIGE RENTE
KWALITEIT
LUSTEN EN LASTEN
HITTE
GEEN BEZWAAR
DOORZETTEN
ZEILDOEK EN OLIE
INGEVOERD
VERANDERING
CONSULENT
NIET TEGENOP
KORTE GEDINGEN
DINSDAG 25 MAART 1969
Zonder dat er een haan naar heett gekraaid heelt Nederland leren leven
met het vreedzame gebruik van kernenergie. Sedert het einde van het vorige
jaar produceert de eerste kerncentrale van ons land per maand ruim 26.5
miljard kilowatt-uur stroom. Die kerncentrale, gelegen aan de Waal bij Dn-
dewaard, zal koningin Juliana woensdag oficieel in gebruik stellen.
De kerncentrale produceert stroom, en het enige bijzondere daaraan is dat
daarvoor geen steenkool, olie of aardgas als brandstof wordt gebruikt, maar
verrijkt uranium.
Over verrijkt uranium heeft de laatste dagen zoveel in de kranten gestaan,
dat nu elk schoolkind ongeveer weet wat dat is.
De uitgifte door Philips van aan
delen van tien gulden betekent een
nieuwe belangrijke stap in de rich
ting van de popularisering van het
aandelenbezit.
Dat is een hele mond vol. Het be
tekent dat ieder, die een bedragje
opzij kan leggen voor sparen of be
leggen, belang kan nemen bij Phi
lips in de vorm van een aandeel.
Een aandeel van tien gulden bete
kent echter niet, dat men ook, door
tien gulden op tafel te leggen, zulk
een aandeel kan bemachtigen. De
prijs daarvan is afhankelijk van de
beurskoers. Op het ogenblik be
draagt de beurskoers van een aan
deel Philips, dat 25 gulden groot is.
ongeveer 170 gulden. Een aandeel
van tien gulden zou dan uitkomen
op ongeveer 68 gulden.
Voor de argeloze belegger is dat
niet bepaald een koopje. Wil men
in aandelen beleggen dan moet men
wel enkele zaken in aanmerking
nemen. Aandelen schommelen in
prijs in koers op de golven van
vraag en aanbod. Stijgt die koers
dan wordt het aandeel automatisch
meer waard en kan men dit aan
deel via de bank of de effectenhan
delaar op de beurs verkopen.
Men krijgt daarvoor de geldende
dagprijs onder aftrek van kosten en
zegelrecht. Ook voor de aankoop van
een aandeel moet men zich tot een
bank of een effectenhandelaar wen
den en ook dan worden kosten bere
kend, die evenwel niet hoog zijn.
Interessant wordt een aandelen
belegging wanneer de prijs van de
aandelen stijgt. Want de winst die
men dan zou maken wanneer men
zijn aandelenbezit verkoopt, is vrij
van belasting. Maar ook kunnen
koersen dalen. Wanneer de beleg
ger niet zou beschikken over belang
rijke contanten, door plotselinge
oorzaken gedwongen zou worden zijn
aandelen te verkopen, juist op zulk
een ongelukkig moment, dan moet
hij verlies nemen. En zulk een ver
lies is dan voor de belasting niet af
trekbaar van zijn inkomen.
Veel is gezegd over de geldont
waarding. De geldontwaarding is zo
oud als het geld zelf. Zij houdt in
dat men van jaar tot jaar voor een
zelfde bedrag steeds minder kan ko
pen. Het is nu de kunst om daar
tussen een middenweg te vinden.
Dadelijk opvraagbaar geld kan
men uitzetten bij de spaarbank en
bij de gewone handelsbanken, die
een matige rente geven, rente ove
rigens die belastbaar is en bij het
inkomen moet worden geteld.
Geld dat men niet direct nodig
heeft, zou men inderdaad voor aan
delenbelegging kunnen gebruiken.
In geval van koersdalingen zou men
zulk een lange adem moeten heb
ben dat men zijn effecten rustig
laat liggen, totdat de koers weer op
loopt.
Een belangrijk punt daarbij is dat
men alleen aandelen van de aller
beste kwaliteit zou moeten kopen.
Ze zijn doorgaans duur en de kans
op belangrijke koerswinst is dan be
trekkelijk gering. Daarnaast vormt
een aandeel in een beleggingsmaat
schappij een alternatief. Zulk een
beleggingsmaatschappij bezit zelf
een grote post van de meest uiteen
lopende aandelen. Door een aandeel,
via bank of effectenhandelaar, van
een goede beleggingsmaatschappij
te kopen, krijgt men tevens een be
lang in die grote aandelenpot van
de beleggingsmaatschappij. Dan is
een grote spreiding van het risico
bereikt.
Tot de goede aandelen behoren
ook die van Philips. Men kan voor
een betrekkelijk gering bedrag bij
een uitstekend werkend concern een
belang nemen, maar men dient wel
te beseffen dat men zijn geld heeft
gestoken in een aandeel. Dit houdt
in dat men meedeelt in de lusten
in de vorm van uitkeringen uit de
winst, maar ook in de lasten.
Brandstof is eigenlijk het goede
woord niet voor verrijkt uranium,
want van verbranding is geen spra
ke. Het voornaamste kenmerk van
de gebruikelijke elektrische centra
le de rij hoge schoorstenen
ontbreekt dan ook. En met die ho
ge schoorstenen ontbreekt ook de
luchtverontreiniging. De ene hoge
schoorsteen die de kerncentrale bij
Dodewaart flankeert moet dienen
om de lucht vrij te houden van
schadelijke stoffen.
Nee. een brandstof is verrijkt
uranium niet. maar een hittebron.
Wanneer de reactor in werking is
ontstaat in de kern ervan door splij
tingsprocessen die nauwkeurig re
gelbaar zijn heel veel warmte. Die
warmte verhit water tot stoom. En
het is ten slotte de met grote snel
heid circulerende stoom die voor
de produktie van elektrische stroom
wordt gebruikt. Alleen wat de
warmtebron betreft wijkt een kern
centrale dus af van een gewone
elektrische centrale. Ook al daar
om ziet de kerncentrale bij Dode-
waard er ongeveer net zo uit als
een gewone centrale. Het is een fa
briek die stroom produceert, meer
niet.
Zo zijn de bewoners van Dodc-
waard en andere dorpen in de buurt
de kerncentrale ook gaan zien. Zij
die het in het begin niet helemaal
vertrouwden hebben alle gelegen
heid gekregen om zelf in de nieu
we fabriek rond te kijken onder
deskundige leiding. Ook de druk
bezochte voorlichtingsbijeenkom
sten hebben veel bijgedragen tot
verdwijning van een vage afkeer
voor het nieuwe dat nog niet hele
maal werd begrepen. Nu is het zo
ver dat de meeste omwonenden
eigenlijk geen bezwaar zullen heb
ben wanneer ook de tweede Neder
landse kerncentrale bij Dodewaard
komt te staan.
Ongeveer een vijfde deel van de
beroepsbevolking van Dodewaard
werkt in de landbouw. Het gemeen
tebestuur beseft heel goed dat dit
niet altijd zo zal kunnen blijven.
Vestiging van de tweede Neder
landse kerncentrale (die veel groter
zal worden dan de eerste) bij Do
dewaard is dan ook een doel waar
naar het gemeentebestuur krachtig
streeft.
Waar ook die grote kerncentrale
zal komen te staan, de Nederland
se industrie zal een flink aandeel
in de bouw ervan kunnen krijgen.
En dat zal dan weer te danken zijn
aan het taaie doorzetten van de
gezamenlijke Nederlandse elektri
citeitsmaatschappijen. Die immers
stelden indertijd de eis dat de kern
centrale bij Dodewaard grotendeels
door Nederlandse ondernemingen
zou worden gebouwd. De ontwer
per van de centrale, de Amerikaan
se onderneming General Electric,
willigde die eis in.
Vroeger hebben wij eens in een
artikel over de kerncentrale twee
derde van het geïnvesteerde Neder
landse kapitaal het „schoolgeld"
genoemd dat ons land betaalde in
de hoop industriële kennis en er
varing van onschatbare waarde op
te kunnen doen. Die hoop is goed
deels in vervulling gegaan. Vele
Nederlandse ondernemingen bou
wen thans mee aan buitenlandse
kerncentrales, zelfs Amerikaanse.
Het schoolgeld Is goed besteed ge
weest.
1. Pompen voor regelstaafaandrijf-
svsteem; 2. Splytstoflaadvloer; 3 Bio
logische afscherming van de reactor;
4. Pompen voor kerninundatiesvs-
teein; 5. Vertragingsleiding voor gas-
afvoer: 6. Wateraanmaaksysteem: 7.
Voedingswaterpompen: 8. Turbine:
9. Noodeondensator; 10. Neutronen
gifsysteem: 11. Afvoervat voor splijt
stof; 12. Hulpbordes voor reactorvat.
13. Reactorkamer; 14. Reactorvat;
15. Reactorkern: 16. Schoorsteen; 17.
Regelstaafaandrijving; 18. Splijtstof
opslagplaats; 19. Waterafscheiders
turbine; 20. Stoomleidingen; 21. Be-
tondeksels reactorkamcr; 22. Biolo
gisch schild; 23. Condensatievaten
van het drukvereffeningssysteem; 24.
Noodeondensator.
25. Noodstopvalen van de regelsta-
ven; 26. Splijtstofopslagbassin; 27.
Iloofdstoomleiding; 28. Koelwaterlei
ding: 29. Condensators; 30. Toe-
gangssluis reactorgebouw: 31. Ach
terkant regelzaalpaneel; 32. Neutro-
nenijksysteem; 33. Ventilatoren; 34.
Splytstofverwisselingsbrug; 35.
Kraan; 36. Turbine.
t
KROMMENIE De weg naar meer welvaart wordt in ons land steeds
meer geplaveid met vast tapijt. De vraag naar nieuwe, betere en, vooral
duurdere soorten vaste vloerbedekking stijgt met reuzenschreden.
Het „warme" vaste tapijt Ls de laatste jaren veruit favoriet. Jaarlijks neemt
het aantal kopers met dertig procent toe. De forse groei blijkt ook wel uit
het snel stijgende aantal aanbieders: Nu zijn er al ruim honderd bedrijven
om aan de vraag te voldoen.
37. Personensluis reactorkamcr: 38.
Tra mator; 39. Regelzaal; 40. Ra
dio. et afval-gebouw; 41. Labora
torium.
Vorige week is daar 'n Nederland
se reus op het gebied van vloerbe-
kingen bij gekomen. De Nederlandse
Linoleumfabriek in Krommenie bood
voor het eerst naast linoleum en vi
nyl ook tapijt aan.
„Wij konden deze ontwikkeling niet
langer over het hoofd zien", ver
klaart directeur G. W. A. Kaars
Sijpestetjn de jongste stap van de
uit de vorige eeuw stammende fa
briek.
„Onder de grote Europese fabrie
ken van vloerbedekking zijn wij wel
iswaar een van de laatste die ook
vast tapijt gaan verkopen. Maar dat
wrij nooit voorop lopen neeft onze
groei ook nog nimmer belemmerd".
De oliemolen en zeildoekweverij
van zijn overgrootvader, die eind vo
rige eeuw met het maken van lino
leum begon is uitgegroeid tot een
concern met 1450 werknemers.
Krommenie ls sinds oktober vorig
jaar een volledige dochter van het
Zwitserse concern Continental Lino
leum Union, waarin ook de Zweedse
Forshage, de Franse Sarlino en de
Zwitserse Giubiasco zitten. Kromme
nie heeft dochters in Frankfort, Aus
tralië en Zuid-Afrika.
„Van de Europese markt voor li
noleum en vinyl verzorgen wij tus
sen de tien en vijftien procent. In
Nederland is dat natuurlijk nog veel
meer", becijfert de 43-jarige Zaanse
directeur, wiens broer weer een van
de drie directeuren van de moeder
maatschappij Continental in Zwitser
land is.
De familie Kaars Sijpesteijn heeft
het linoleum eigenlijk naar Neder
land gebracht. De overgrootvader
van de huidige generatie directeuren
Kaars Sijpesteijn „ik denk dat
wij vroeger kaarsen maakten"
was tegen het eind van de vorige
eeuw van plan samen met zijn vrouw
van een rustige oude dag te gaan
genieten.
Zijn zoons namen de oliemolen
en dc zeildoek weverij over. Spoedig
ontviel hem echter zijn vrouw, waar
na de oude man weinig rust meer
kende.
Die onrust bracht hem ertoe om
op een van zijn vele reizen van de
Britse uitvinder Fred Walton in
de trein het patent voor het ma
ken van linoleum te kopen. Daar had
je lijnolie en zeildoek voor nodig, en
dat was er voldoende in Krommenie.
Met zijn zoons zette overgrootvader
toen tegen wil en dank een fabriekje
op.
„Een deel van onze fabriek staat
nog op de plaats van de oude weve
rij", wijst de heer Kaars Sijpesteijn,
niet zonder trots. „Van het begin af
aan is de zaak hard blijven groeien.
Natuurlijk, de hele boel is ook nog
een paar keer afgebrand. Maar toch
kwamen wij telkens weer terug.
Vlak na de laatste oorlog hadden
wij 600 man personeel, nu meer dan
het dubbele".
De grotere welvaart bracht al in
de jaren vijftig een verandering in
de vraag: „Toen kwamen wij al met
nieuwe produkten. De komst van het
vast tapijt ging echter de groei in
de vraag naar het linoleum en vinyl
afremmen. De andere grote Europe
se fabrikanten waren ook al eerder
tapijt gaan voeren".
„Na een jaar van onderzoek en
ontwikkeling, zijn wij ook gekomen.
Het tapijt wordt voor ons in Zwitser
land en door een fabriek buiten het
concern gemaakt. Als de zaken goed
gaan zullen wij wellicht het zelf gaan
maken."
De heer Kaars Sijpesteijn, die zo'n
twintig jaar geleden in het bedrijf
als jongste bediende begon, voorziet
dat er wel wat aanbieders van vast
tapijt zullen moeten verdwijnen: „Er
is op de lange duur gewoon niet ge
noeg plaats voor allemaal. De komst
van Krommenie op deze markt heeft
de ruimte inderdaad nog iets kleiner
gemaakt".
Welke plaats Krommenie op deze
sterk uitbreidende markt zal gaan
innemen valt niet te voorspellen.
Haar directeur zegt slechts: „Voorlo
pig gaan wij eens kijken hoe het
loopt. Hier aan de Zaankant doen wij
gewoon ons best".
AMSTERDAM De Amsterdam
se wethouder voor de gezondheid en
de ziekenhuizen, dc heer A. Verhey,
heeft een uniek initiatief genomen:
een gezamenlijke bijeenkomst tus
sen oud-verpleegden en verplegend
personeel van het Amsterdamse Bin
nengasthuis.
Dit naar aanleiding van de ernsti
ge klachten van oud-patiënten in de
ze krant gepubliceerd, over de onhy
giënische toestanden in het overjari
ge Binnengasthuis.
Eerder antwoordde wethouder Ver-
heij al op schriftelijke vragen over
deze kwestie dat het ziekenhuis in
derdaad hard aan vervanging toe is.
Nu wil de heer Verheij proberen
om via een rechtstreeks gesprek tus
sen oud-patiënten en verplegend per
soneel de beste oplossingen voor het
functioneren van het ziekenhuis tc
vinden.
Zaterdagmorgen 29 maart is uitge
kozen voor het gesprek in het Am
sterdamse stadhuis. De bedoeling is
dat ervaringen worden uitgewisseld,
zodat de wenselijkheid of noodzake
lijkheid van verdere verbeteringen in
het Binnengasthuis kan blijken.
AMSTERDAM Tot president van
de Alkmaarse rechtbank is benoemd
mr. L. H. Graaf Schimmelpenninck,
een 47-jarige jurist die tot ongeveer
zes jaar geleden zijn carrière nog
buiten de rechterlijke macht heeft
gezocht, maar eenmaal rechter ge
worden opvallend snel promotie heeft
gemaakt.
Na zijn studie in Leiden kwam hij
in 1947 als trainee bij de Twentse
Bank in Enschede. Van 1948 tot 1951
werkte hij als commissionair in ef
fecten op de Amsterdamse Effecten
beurs, maar dat boeide hem niet ge
noeg
Daarom trad hij in 1951 in dienst
bij de Dienst Economische Zaken
van de Nederlandse Spoorwegen,
waar hij als lid van een transport
commissie van de Kolen- en Staalge
meenschap veel reisde.
Nadat hij in 1957 belastingconsulent
bij een Amsterdams belastingadvies
bureau was geworden kreeg hij be
langstelling voor het werk van de
rechterlijke macht. „Toen ik als be
lastingsconsulent steeds meer te ma
ken kreeg met de juristerij, dacht
ik: „Mijn toekomst ligt wat meer
aan de beschouwelijke kant", vertel
de mr. Schimmelpenninck ons.
„Ook de onafhankelijkheid van de
rechter, het niet gebonden zijn aan
de belangen van een cliënt trok mij
aan".
In 1964 werd hij benoemd tot rech
ter in de Amsterdamse rechtbank,
nadat hij daar al anderhalf jaar
rechter-plaatsvervanger was geweest.
In de Amsterdse rechtbank maakte
hij kennis met verschillende kanten
van het rechterswerk o.a. ook met
de strafrechterlijke kant ervan.
Mr. Schimmelpenninck maakte een
jaar lang deel uit van de strafka
mer die wordt geleid door de zeer
ervaren vice-president mr. B. van
der Waerden. „Bij strafzaken is de
sociale kant veel belangrijker dan
de juridische", ervoer mr. Schim-
melpeninck. „Het is uitermate boei
end werk"
Dat oordeel geeft hij ook over de
periode van bijna twee jaar dat hij
rechter-commissaris in strafzaken is
geweest, de periode dus waarin hij
gerechtelijke vooronderzoeken heeft
geleid. Veel rechters zien die functie
als een corvee, zegt de nieuwe Alk
maarse president. „Ik zag er niet
tegenop. De meeste anderen valt het
trouwens achteraf mee".
Veel ingewijden, onder wie de cri
minoloog prof. Kempe, vinden het
onjuist dat meestal jonge rechters
voor de taak van rechter-commissa
ris worden uitgekozen. Mr. Schim
melpenninck, die zelf dus al in de
veertig was toen hij het werd heeft
wel begrip voor die bezwaren. „Je
moet er een zekere levenservaring
voor meebrengen", formuleert hij
voorzichtig.
Zijn kennis van en ervaring met
het belastingrecht, opgedaan als be
lastingconsulent, kregen ook bij de
rechterlijke macht de aandacht. Vo
rig jaar kreeg hij naast zijn functie
van rechter in de rechtbank ook die
van raadsheer-plaatsvervanger in
de belastingkamer van het Amster
dams Gerechtshof.
Als 1 juli zijn benoeming tot pre
sident van de Alkmaarse rechtbank
is ingegaan, moet hij daar ook kor
te gedingen gaan behandelen, de ci
viele spoedzaken, waarin de presi
dent in enkele dagen tijds een soms
zeer verstrekkende beslissing moet
nemen. Daar heeft mr. Schimmel
penninck nog geen ervaring mee.
„Maar", zegt hij, „het zal wel luk
ken".
Het zelfvertrouwen lijkt niet mis
plaatst. Het is hem immers ook ge
lukt na zestien jaar zijn carrière een
heel andere weg te laten inslaan en
op die weg al in zeer korte tijd een
mijlpaal te bereiken.
I le redactie van „Avenue", een der
uitgaven van de Geïllustreerde
Pers NV„ is exclusief voor haar
lezers begonnen met een reeks
„Avenue Cahiers", waarin zij belang
rijke actuele informatie geeft, waar
voor in dag- en weekbladen geen
ruimte is.
De eerste twee delen zijn: „Het
hoge woord in 1968" en „Amerika's
president", terwijl „Afscheid van het
geweld" (opstellen over geweldloze
defensie als alternatief voor militaire
defensie) in voorbereiding Ls.
Het genoemde eerste deel behelst
een verzameling redevoeringen, ar
tikelen en manifesten uit 1968: wij
noemen o.a. Johnson's rede over
Vietnam waarin hij aankondigde
geen kandidaat meer te willen zijn
voor een nieuwe ambtstermijn, Ed
ward Kennedys toespraak bij de be
grafenis van zijn broer Robert, be
langrijke redevoeringen van De
Gaulle en Dubcek en de integrale
tekst van de pauselijke encycliek
„Humanae Vitae".
Het tweede deel is een profiel van
Amerika's nieuwe president Richard
Nixon, geschreven door drs. Hans
Gruyters. De „Avenue Cahiers" zijn
(bij meer exemplaren tegelijk) a rai-
son van f 2,50 te bestellen bij het
adres: Postbus 407 te Amsterdam.