a a Koningin stelde eerste kerncentrale in werking In Dodewaard begint het atoomtijdperk ■Sill WOENSDAG 26 MAART 1969 3 Het reactorvat, het hart van de kerncentrale, waar het proces van de splitsing van de atomen zich afspeelt. DODEWAARD Wij, Neder landers, hebben het dan toch maar klaargespeeld, zij het met een klein Amerikaans steuntje in de rug. Weliswaar had Chicago al in 1943 een kerncentrale, maar vandaag kunnen wij ons erop be roemen, dat er op vaderlandse bodem nucleaire energie wordt ontwikkeld. Vanmorgen heeft ko ningin Juliana in Dodewaard onze eerste kerncentrale officieel in ge bruik gesteld en daarmee is een nieuw tijdperk ingeluid. Honderd veertig miljoen gulden is in de centrale geïnvesteerd en van dat bedrag kan ongeveer de helft worden aangemerkt als leer geld, want ons land had tot dus ver vrijwel geen ervaring met de opwekking van nucleaire energie. Die ervaring is er nu dus wel en vormt het grote belang van de ze centrale, die slechts ongeveer voor een procent aan onze natio nale elektriciteitsbehoefte tege moet zal kunnen komen. De vier jaar durende bouw van deze centrale geldt in feite als een experiment. Intussen heeft men al weer verder gekeken, want de (Van een onzer verslaggevers) plannen voor de bouw van een tweede centrale liggen klaar en verwacht wordt dat de beslissing waar deze zal komen te staan bin nenkort wordt genomen. Er zijn twee kanshebbers; allereerst op nieuw Dodewaard en in de tweede instantie Vlissingen. Per jaar levert de reus, daar aan de Waal in Dodewaard, 26,5 mil jard kilowatt-uur stroom. Stroom uit uranium. Stroom opgewekt door kernenergie. De centrale, die een capaciteit heeft van 50.000 kilowatt en die is aangesloten op het landelijke eléktriciteits-distri- butienet, levert Nederland behal ve die stroom ook de wetenschap, dat we bezig zijn4aan een enorm omschakelingsproces. Hoe ouderwets lijkt het nu al bij 'n „gewone" elektrische centrale een rokende schoorsteen aan te treffen en hoe ver ligt de tijd nu al ach ter ons, dat we in de schoolban ken leerden dat de kracht van water werd gebruikt om energie op te wekken. Wie nu het hart van de centrale, het enorme reactorvat, bekijkt, beseft dat de ontwikkeling van de De kerncentrale beschikt over een groot eigen laboratorium, waar proeven worden genomen met de ver schillende soorten water, die in de centrale worden gebruikt. techniek ternauwernood meer bij te benen is ook, d^t een term als „atoomtijdperk" wezenlijke in houd begint te krijgen. In dat reactorvat, een kolossale cilinder met dikke betonnen wan den. wordt de meest verbijsteren de vinding van deze eeuw toege past. De atoomkernen van uranium worden daar door verhitting in twee delen gesplitst. Daarbij komen neu tronen vrij, die ook in het splij tingsproces worden opgenomen. Zo ontstaat een kettingreactie. Bij de splijting ontstaan snelle en langzame neutronen en omdat proeven hebben aangetoond, dat bij de langzame neutronen de kans op splijting veel groter is, maakt men gebruik van een moderator om de snelle neutronen af te rem men. De reactor in Dodewaard is een water-gemodereerde reactor. En omdat er met water wordt ge werkt, dat kookt, spreekt men van een kokend-water-reactor. Het wa ter van de Waal wordt dan weer gebruikt in het afkoelingsproces. Om al deze technische details hebben de mensen in Dodewaard zich nauwelijks bekommerd, al hebben ze wel tekst en uitleg ge had omtrent de werking van de centrale. Tijdens „open dagen" werd de bevolking er uitdrukkelijk op gewezen, dat men, populair ge zegd, nergens bang voor hoefde te zijn. Want er werd tegen het kolossale bouwwerk, dat daar in de uiterwaarden werd neergezet, vreemd aangekeken. Wie dacht dat er wel eens wat van „dat atoom-gedoe" uit de centrale zou kunnen ontsnappen met alle denkbeeldige risico's van gevaarlijke stralingen weet nu wel beter. Trouwens, ir. P. Mostert, hoofd van de psychische afdeling van de N.V. Gemeenschappelijke Kern energie Centrale Nederland (waar in de Nederlandse elektriciteits- produktiebedrijven verenigd zijn en tevens het orgaan dat de cen trale liet bouwen en gaat exploi teren) heeft het gisteren nog eens duidelijk gezegd: „Het ongenuan ceerd vrijkomen van energie is De regelzaal, van waaruit de centrale kan worden bediend. Op de panelen wordt de gehele turbine met hulpsystemen grafisch weergegeven. Men kan er ook de standen van schakelaars, stromen en spanningen aflezen. praktisch onmogelijk. De splijtings- produkten zouden vier barrières moeten doorbreken. De mogelijkheid bestaat wel dat er gasvormige radio-actieve stof fen in kleine proporties naar bui ten komen, maar als dat gebeurt waarborgt een strenge controle de veiligheid..." Zo'n kerncentrale, gaat daar dan ten opzichte van de omgeving geen enkele straling van uit? Ir. Mostert legt uit, dat het stra lingsniveau maar 5 millirem per jaar bedraagt. Om te weten of daar enig gevaar in schuilt kan een vergelijking met bijvoorbeeld het kijken naar de televisie een goede graadmeter zijn. Wie regelmatig naar de televisie kijkt wordt blootgesteld aan een gelijke portie straling, dus ook on geveer die 5 millirem per jaar. En wie een röntgenfoto van zijn borstkas laat maken moet op 100 millirem rekenen. Er zijn vanzelfsprekend regels betreffende de straling, waarmee het personeel van de centrale wordt geconfronteerd. 5000 milli rem per jaar is maximaal toege staan, maar ir. Mostert verzeker de dat men daar in Dodewaard ruimschoots onder blijft. Vandaar zijn conclusie: „Wij zijn een van de schoonste en vei ligste industrieën geworden.." Het is dan ook niet waar en niet nodig dat het personeel er in zware, beschermende pakken rond loopt. Ze dragen wel een appa raatje bij zich, dat het stralingsge vaar via een metertje precies aan geeft. Nog even een paar getallen, een kilogram uranium-235 kan een energie opwekken van acht mil joen kilowatt-uur. Een kilogram kolen maar drie kilowatt-uur, een enorm verschil dus, die de grote vooruitgang van de toepassing van kernenergie duidelijk demon streert. Vandaag is er een einde geko men aan een periode van experi menteren. Het financiële offer, dat de overheid, de elektriciteitsbedrij ven en Euratom samen hebben ge bracht zal geen vrucht afwerpen in de vorm van een lonende exploi- Het gebouw van de centrale verschilt uiterlijk maar nauwe- lijks met het exterieur van een .gewone' centrale. De hoge .schoor steen' links dient niet om afval- stoffen naar buiten te brengen, maar vormt een onderdeel van het ven tilatiesysteem tatie. Dat offer is toch verantwoord omdat er een belangrijke stap mee in de toekomst gezet kan worden. Zo zien de technici van Dodewaard het. Vanuit die gedach te werken ze. Ze weten dat Dode waard slechts een proef wil zijn. Een experiment als basis voor een nieuwe toekomst. Het interieur van het turbine - gebouw op de begane grond, waar de apparatuur van het supple tiewatersysteem is ondergebracht, (foto links) Op 36 meter hoogte ligt in het gebouw het splijtstof bassin, dat men met water heeft laten vollopen. Bij het laden van de reactorkern wordt de splijtstof uit de droge op slagruimte naar dit bassin overge bracht. Het water in het bassin straalt een geheimzinnig blauw licht uit. (foto rechts)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 7