Nieuwe, moderne
huisvesting wordt
zeer noodzakelijk
Pas verschenen
boeken
Verbeteringen kunnen
geen afdoende
oplossing bieden
Duitse Bondsdag heeft
luxueus onderkomen
Onoplosbare
ruimte-
perikelen
Zwak verhaal
Lege levens
VROEGERU
BALZAAL
VOELDOET
AL SINDS
VEERTIG
JAAR NIET
MEER AAN
REDELIJKE
EISEN
Het gebouw van de Tweede Kamer is te klein en bovendien precies datgene wat de Neder
landse kiezer zich voorstelt van het partijbestel: een doolhof.
Het adres is Binnenhof la, niet een etagewoning zoals men zou veronderstellen, wel een te
benauwde, ondoelmatige en ingewikkelde behuizing van het parlement van het Koninkrijk der
Nederlanden. Het barst er dan ook uit!
Drom
Veel te gering
Niet afdoende
Vleugel
Bestemming
Toen nog erger
Jaren gepiekerd
Bonn krijgt regeringswijk
Primitief
Zalig plekje
Zonder moeite
Weinig opwekkend
MAART 1969
KAMER BARST UIT KRAPPE DOOLHOF
Tweede-Kamerleden en publiek
willen allebei een moderner huis
vesting van het parlement. Voor
kamerleden wordt het parlemen
taire en politieke werk steeds
meer een volledige dagtaak.
Wat is redelijker dan de wens
in dat geval te beschikken over
een behoorlijke werkkamer? Grif
fier Schepel van de Tweede Ka
mer: „De roep om een „eigen ka
mer" in het Kamergebouw wordt
dan ook steeds luider". Parlemen
tariërs van buiten de Randstad
uiten steeds vaker de wens, dat
het parlement wordt toegerust
met logeergelegenheid. En veel
vuldig wordt het parlementsge
bouw in Bonn als voorbeeld ge
noemd van hoe het zou kunnen.
Het publiek, dat geleidelijk
meer belangstelling krijgt voor
het parlement, wil vaker dan
vroeger een plaats op de publieke
tribune. By belangwekkende Ka
merdebatten staat een drom men
sen voor de deur naar de publieke
tribune, die door een politieman
met revolver wordt bewaakt. Op
de tribune zijn welgeteld 32 zit
plaatsen. Verder is er een tribune
voor genodigden; kennissen van
kamerleden, burgemeesters die er-
by willen zyn als de Kamer be
sluit hun gemeente op te heffen
en ook voor schoolklassen. Totaal
aantal plaatsen ook hier: 32. Voor
1951 was de accommodatie nog
schameler. Toen was er slechts
een smal tribunetje. dat genoeg
plaats bood aan het Rococo-or-
kestje van Willem V. In de begro-
ting-1950 stond over de situatie:
„Het gebouw van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal vol
doet sedert lang niet meer aan
redelyke eisen. Niet alleen is de
ruimte op de tribunes, vooral op
de publieke tribune, veel te gering
en verkeert de toegang tot de pu
blieke tribune en de perskamers
in een toestand, welke niet over
eenkomt met de waardigheid van
de Volksvertegenwoordiging, doch
ook is er gebrek aan kamers voor
de verschillende fracties."
Van maart 1950 tot juni 1951
vergaderde de Kamer in de Rid
derzaal om gelegenheid te geven,
de vergaderzaal te moderniseren.
De toestand dat ministers slechts
met gebogen hoofd de Kamer
konden binnenkomen omdat zy
anders hun hoofd stootten tegen
de opgang naar de perstribune
(„kippenren" genoemd) verdween.
De verbetering werd door Ka
mervoorzitter Kortenhorst toen
nog allerminst afdoende geacht,
w ant de behoeften van de nieuwe
tiid, zo zei hy, „brengen mede.
dat de leden meer dan in het ver
leden op eigen bodem en onder
ik ook de vertegenwoordigers der
eigen dak contacten en conferen
ties kunnen beleggen met poli-
tiek-zakeiyke relaties, onder wie
ik ook de vertegenwoordigers
pers reken, in aangename sfeer."
De uitbreiding van de Kamer met
twee vleugels aan de kant var
de Hofweg was de volgende fa
se. Over de daaropvolgende fasen
wordt druk gedelibereerd.. Men
wil de aangrenzende ruimten van
de Raad van State en zoveel mo-
geiyk andere ruimten aan het
Binnenhof voor het parlement
bestemmen. Maar het ministerie
van Verkeer en Waterstaat dat
leegkomt, zal worden bezet door
de minister-president: het parle
ment vist achter het net. Een an
dere mogeiykheid is nog, aanvul
lende ruimte te zoeken buiten het
Binnenhof.
Ook wordt gedacht aan een
nieuwe vleugel op een aangren
zend parkeerterrein. Wat er ook
gebeurt: de vergaderzaal kan niet
worden vergroot de voorzieningen
voor het publiek evenmin. Steeds
meer begint de gedachte veld te
winnen dat de enige oplossing is:
een nieuw Kamergebouw, elders
in Den Haag. I)at iïlce is niet
brandnieuw: al in 1930 werd ge
opperd een Kamergebouw te
stichten op het landgoed Sorgh-
vliet, waar het Catshuis staat. Het
werd in 1929 ten geschenke aan
geboden door drie leden van de
familie Goedkoop, om er binnen
tien jaar een representatief ge
bouw neer te zetten. Dat is niet
gebeurd. Een Kamergebouw op
die plek kwam trouwens niet met
de bedoeling van de schenkers
overeen, zoals minister De Geer
scheef.
Zo goed als een groot bedryf
een modern, goed geoutilleerd
kantoorpand kan optrekken, kan
de volksvertegenwoordiging dat
doen. De historische banden met
het Binnenhof hoeven minder
zwaar te wegen als men een pas
sende bestemming voor de eeu
wenoude gebouwen heeft gevon
den. Men heeft wel geopperd, het
Instituut voor Sociale Studies er
onder te brengen. Dit instituut op
academisch niveau voor opleiding
van mensen uit ontwikkelings
landen wil binnenkort een ge
bouw neerzetten voor ongeveer
dertig miljoen gulden aan over
heidsgeld. Dat zou een mooi be-
ginbedrag zyn voor e en nieuw
parlementsgebouw dat voldoet
aan de eisen die Kamerleden en
publiek in deze tyd stellen.
Liet wil er by ons niet in dat een
Nederlandse freelance agent en
-detective in 1969 uit hoofde van zijn
beroep en passant een paar lastige
tegenstanders van kant maakt en
dat daar hoegenaamd geen haan
naar kraait.
In de Zwarte Beertjes-pocke'
..Bonbons voor Belinda" laat Fa-
ber Heeresma zijn alsmaar stevig
vloekende held Francis Pax (ieder
een in dit boek vloekt er trouwen.-
voortdurend lustig op los en ge
bruikt heel stoere schuttingwoor
den) de meest onwaarschijnlijk»
karweitjes opknappen en folterin
gen doorstaan. Francis komt na
tuurlijk alle moeilijkheden snel er
glansrijk te boven en slaagt erin tc
verhinderen dat een Chinees eer
lid van ons koninklijk huis ver
moord. Tussen de bedrijven door weet
hij ook nog 'n grote doos bonbons,
die hij in Engeland voor zijn vrien
din Belinda heeft gekocht, te redden,
maar als hij bij Belinda aankomt,
De vergaderzaal biedt onvoldoen
de plaats voor 150 afgevaardigden.
Een gewoon Kamerlid beschikt niet
over een eigen werkruimte. Als hij
een bezoeker krijgt, loopt hij vaak
vruchteloos rond te zoeken naar een
spreekkamer. De tribunes voor het
publiek hebben minder zitplaatsen
dan een touringcar.
In het hele gebouw is maar één
lift die vaak niet werkt. Het restau
rant is eens door een misschien wat
cynische parlementaire journalist
„het slechtste ten westen van de
Oeral" genoemd.
De volksvertegenwoordigers, afge
vaardigd door bijna zeven miljoen
burgeressen en burgers, werken in
dat gebouw onder omstandigheden
en met een toerusting, waar een jon
ge hoofdadministrateur met een ver
gelijkbaar salaris (veertig mille)
voor zou bedanken.
Deze toestand bestaat al jaren,
met dien verstande dat het vroeger
dat is tien jaar geleden nog er
ger was. Er is veel aan gedaan en
wijlen Kamervoorzitter dr. Korten
horst heeft daartoo de stoot gegeven.
Dat staat dan ook in marmer onder
zijn beeltenis in de wandelgangen
gebeiteld.
Maar ondanks alle uitbreidingen
en verbouwingen, ondanks vernieu
wingen en verbeteringen is de huis
vesting van ons parlement onder
maats gebleven. Ook in vergelijking
met de parlementsgebouwen in Bel
gië, Denemarken en Zwitserland.
Bouw durven wij hier niet te noe-
Veel moeite is er gedaan om er
nog wat van te maken. Er is jaren
lang gepiekerd, gepuzzeld, getekend
en getimmerd. Toch is het gebouw,
wat ruimte, inrichting en toerusting
betreft, ontoereikend voor de 150 af
gevaardigden, van wie tegenwoor
dig wordt verwacht dat zij van hun
politieke werk een dagtaak maken,
die zij goeddeels in het Kamerge
bouw moeten vervullen.
viert deze juist haar verloving met
een ander.
Wij kunnen dit thriller-debuut van
Faber Heeresma beslist niet zo veel
belovend vinden alk de Uitgevers
maatschappij Bruna in Utrecht, bij
wie deze pocket is verschenen. Dc
compositie, stijl, woordkeus en span
ning zijn daarvoor wat teveel aan
de zwakke kant.
lie paarden van dc winter zyn
waanzin en dood" is het motto
van de roman „De Winterpaarden"
door A. A. T. Davies, die als nr. 31
verscheen in de serie ..Literair pas
poort" een coproduktic van Meu-
'enhoff en „De bezige bij". En in
derdaad uitingen van waanzin en
?en dodelijke levensarmoede komer,
Ie lezer veelvuldig tegemoet in dit
iverigens boeiend en indringend ge-
chreven verhaal.
Ruim vierhonderd pagina's lam
:eemt men kennis van 't huivering
vekkend lege bestaan van de van hei
.me bed naar het andere fladdere-
de vrouwenjager Johnn Morann en
an de begaafde onderwijzer Petei
Keevil, die onontkoombaar naar zijn
oerverse bestemming wordt gedre
ven.
De auteur ,die Engels doceert aan
de Groningse universiteit bedient zich
ondanks alle uitbreidingen is er in
wezen nauwelijks iets verbeterd,
omdat in de loop van de tijd niet al
leen het aantal Kamerleden is ver
hoogd, maar bovendien het parle
mentaire werk aanmerkelijk is toe
genomen. Men houdt op het Binnen
hof dan ook zijn hart vast bij de ge
dachte dat de Tweede Kamer nog
wel eens groter zou kunnen wor
den!
De beperktheid en bekrompen
heid van de huisvesting bevorde
ren stellig ook niet het decorum en
de status van de volksvertegen
woordiging. Een leraar die met zijn
klas op excursie gaat naar het
„hart van Holland", moet twee
maanden tevoren plaatsen op de
tribune bespreken, om dan maar af
te wachten of er dan wel iets inte
ressants aan de orde is. En wat de
Kamerleden zelf betreft: in de kof
fiekamer is zelfbediening. Zo gaat
dat in ons parlement: nogal smallet
jes.!
i iI HP - s
Iedere andere Nederlander, in het
bedrijfsleven of bij de overheid, met
een vergelijkbaar inkomen, zal wel
een eigen werkkamer hebben mis
schien ook wel met een tapijt!
en ook tenminste iemand die zijn
brieven dichtlikt. Een Nederlandse
volksvertegenwoordiger vindt het al
prachtig als zijn vrouw hem bijstaat
met de post, telefoontjes en zijn
agenda.
Eenmaal tot lid van „deze hoge
vergadering" gekozen, valt hij terug
tot de staat van zelfdoener, onder
hoogs t primitieve omstandigheden
Er is veel verbeterd. Sinds drie
jaar beschikken de beide grootste
fracties die van de KVP en van
de Partij van de Arbeid - over rui
me vergaderzalen en voldoende ka
mers voor hun secretariaten en me
dewerkers. Deze laatsten huizen ech
ter voor een deel onder de hanebal-
ken, zij het dan in propere vertrek
jes. Op dat niveau wordt er overi
gens nog altijd getimmerd aan nieu
we kamertjes.
Het baat allemaal niet. In de weid
se fractiezalen zitten vaak nog afge
vaardigden hun brieven te tikken of
hun redevoeringen uit te schrijven,
omdat er nergens anders plaats is.
De fractiekamer van de PvdA
maar dat zijn nu eenmaal van die
werkers! lijkt af en toe op een
typekamer.
Soms zoekt een afgevaardigde
zijn heil in de bibliotheek, het za
ligste plekje dat de Tweede Kamer
kent. Daar heerst de sfeer van een
sociëteit of vfen een herenkamer.
van buitengewoon beeldende en rea
listische taal, wat in de vertaling
door Helen Knopper goed overkomt:
onsmakelijk plastisch bij de beschrij
ving van een sterfbed of een bloedig
verkeersongeluk, sterk erotisch in dc
talrijke bedscènes, grimmig in het
verslag van een sadistische séance
en haast poëtisch in de schildering
van de natuur in Cornwall of Schot
land.
Het is geen boek waar men gees
telijk rijker van wordt. Het beest in
in de mens krijgt veel aandacht,
soms in die mate, dat de lezer een
verward en beklemd gevoel krijgt
door de geestelijke afgronden, die
zich voor hem openen. Mensen, die
zich nogal gauw geshockeerd voelen,
zijn bij deze gewaarschuwd: Davies
?aar er erg hard tegenaan.
Als nummer 32 in de serie „Lite-
air Paspoort" verscheen „De som
berste zomer van Samuel S" door
F. P. Donleavy het nogal bizarre
verhaal van een Amerikaan, die in
Venen een psychiatrische kuur on
dergaat voor een of ander sekscom-
plex en, staande de behandeling,
r-rotisch wordt benaderd door een
Oostenrijkse gravin en 'n jong meis
je uit de States. In tegenstelling tot
de enthousiaste, op de omslag gere
produceerde, kritieken van „The New
York Times" en „The National Ob
server". vonden wij het maar een
romannetje van niks.
met haar rustgevende groene vloer
kleed en de blankhouten betimme
ring. Waar het aan ligt kan nie
mand vertellen, maar dit oord van
rust wordt weinig gebruikt. Mis
schien maakt de politiek de politi
ci wel te ongedurig.
De drie middelgrote fracties
(VVD, ARP en CHU) hebben een
prestigeslag moeten leveren om,
nadat de beide groten in de nieuwe
vleugels aan hun trekken waren ge
komen, ook een navenante huisves
ting te veroveren.
Het zij toegegeven: dit is een
zegd, maar het tekent wel de si
tuatie dat twee leden van een van
deze fracties ergens gewoon maar
een spreekkamertje hebben „be
zet", om tenminste ongestoord te
kunnen werken. Het is niet een
voorbeeld dat tot navolging strekt.
De kleinste fracties zitten in een
belendend perceel, dat met veel
moeite is verbouwd. Dat is dan ook
te merken. De Kamerleden die
daar „huizen", moeten nu onge
veer een halve kilometer hollen als
de bellen voor een stemming gaan.
om op tijd op hun bankje in de ver
gaderzaal neer te ploffen. Daar
blijven zij dan beslist niet langer
zitten dan nodig is, want met z'n
drieën is het er hoog-uit een kwar
tiertje uit te houden.
De vergaderzaal diende bijna
twee eeuwen geleden de stadhou
derlijke familie tot balzaal. Sinds
dien is zij niet groter geworden!
En Monumentenzorg heeft ervoor
gewaakt dat de beide balkon»
met de publieke en perstribunes
zo zijn aangebracht dat zij zonder
bezwaar zijn weg te breken om de
zaal in haar historische staat terug
te brengen. Neerlands parlement
vergadert in een danszaal!
Vorige week heeft iemand in de
wachtkamer enkele jassen met
verf besmeurd. Zoiets kan inder
daad ongestoord gebeuren, en nog
wel ergere dingen ook. De Tweede
Kamer is zo openbaar dat iemand
die dat beslist wil, zonder moeite
en zonder dat hem iets in de weg
wordt gelegd, overal kan komen.
Tot zelfs in de vergaderzaal toe.
Het is wel eens voorgekomen dat
een loodgieter tijdens een debat
midden in de zaal opdook. Hij was
per ongeluk het trapje voor de ste
nografen op gegaan en daar stond
hij! Het is trouwens heel lastig om
de weg in dit gebouw te vinden. De
ANWB zou zich hier uitleven als hij
het verzoek kreeg om een doeltref
fende bewegwijzering aan te bren
gen.
Nergens kan een bezoeker ook te
recht om het „hoe, wie en wat"
van zijn eigen parlement te weten
te komen. Er is niet zoiets als een
inlichtingenkiosk. De voorlichter
huist ergens twee hoog-achter en
merkwaardigerwijs dit in tegen
stelling tot de Kamerleden in een
zaal waar enkele jaren geleden, tij
dens een van de verbouwingen,
twintig journalisten moesten wer
ken!
Pet zij toegegeven: dit is een
lang en weinig opwekkend verhaal.
Het is ook een oud verhaal, want
Blik op de Bondsdag vanaf de publieke tribune. Links boven: de diplo-
matentribuneLinks achter: de regeringsbank. Rechts achter: de plaat-
sen voor de leden van de Bondsraad.
BONN In de enorme parlc-
m entszaal van de Westduitse
Bondsdag hebben de 518 afgevaar
digden allemaal hun eigen armstoel
met een lessenaartje dat veel weg
heeft van een luxueuze schoolbank.
Deze royale opzet brengt wel mee.
dat de meeste debatten worden ge
voerd voor een zee van lege stoe
len.
Voor publiek en pers zijn er rui
me tribunes. Al met al is de mo
dern-strakke zaal zo ontzaglijk, dat
critici klagen dat de mensen erin
verdrinken en de ruimte veeleer lijkt
ontworpen als hangar voor een zep
pelin.
Ten gerieve van de parlements
leden herbergt het Bundeshauscom-
plex o.m. een bibliotheek, documen
tatiedienst, postkantoor, telexkan
toor, kapsalon, sportzaaltje, boe
ken- en tijdschriftenwinkel, milkbar
en een groot café-restaurant, waar
de gepeperde prijzen weer enigs
zins worden goedgemaakt door
zonnige buitenterrassen met uitzicht
op de Rijn.
Jarenlang was er vooral nijpend
gebrek aan vergader- en bureau-
ruimte. De meeste volksvertegen
woordigers moesten met twee, soms
drie man één klein kantoortje de
len.
Daarin komt nu verbetering door
het geleidelijk gereedkomen van "n
nieuw bureaugebouw, een honderd
meter hoog wolkenkrabbertje van
29 verdiepingen, dat 150 miljoen
mark heeft gekost. Het omvat ne
gentien vergaderzalen voor commis
sies, en voor elke afgevaardigde een
kleine, sobere werkkamer.
Voor een eventuele assistent is
daarin nauwelijks ruimte. Secreta
resses, ten dele ter algemene be
schikking, zijn groepsgewijs in af
zonderlijke kamers gehuisvest. De
critici mopperen derhalve dat ook
deze nieuwe bureaus te klein zijn.
Bovendien achten zij de afstand
tot de parlementszaal vierhon
derd meter te groot om snel over
te wippen bij belangrijke stemmin
gen. Een pendeldienst met kleine
busjes gaat dit bezwaar ondervan
gen.
Op den duur wil men, dichter bij
deze wolkenkrabber, een nieuwe
parlementszaal neerzetten. Rondom
is al een begin gemaakt met wat
eens 'n heuse „regeringswijk" moet
worden. Daarin komen o.m. win
kels, een hotel, kunstijsbaan, over
dekt zwembad, en fiats voor parle
mentsleden die hun eigenlijke thuis
ver van Bonn hebben.