Voorjaar in de Vallei PLANTENRIJKDOM VERARMT DOOR VERDROGING GELD. VALLEI S. v. „Renswouw" heeft al ruim 400 leden Bosanemonenlelietjes der dalengagelbosjes en keverorchissen zijn bijna nergens meer te vinden Beroepen Inbrekersgilde zeer actief Moedercursus Groene Kruis Wonder Sterfte Verdroging Fluitjeshout door Adriaan P. de Kleuver Wierook Speenkruid Vosjes Concertino Holbewoners Club 500 sloot in Kamp Overberg het seizoen af DINSDAG I APRIL 1969 Een leeuwerik zal in de wolken In vreugderoes zijn lied vertolken. En in 't orkest der lent'idolen, Daar strijken mee natuurviolen Pinksterbloemen aan de beken Stemmen in met frêle streken Narcissen trompet'ren luid ..Prima Vera is de bruid Bovenstaand gedicht is het laatste couplet van een véél langer gedicht, dat het verlangen van de schrijver naar het moment dat een zoel zuidenwindje de nare kou zal verdrijven vertolkt. Je merkt het aan iedereen, ledereen is het ijstijd je dat wij nog op de koop toe krijgen, dik zat. Er is misschien wel nooit zo'n honger naar zomer warmte en groen geweest bij mens en dier als in deze koudste maand maart van de laatste 100 jaar. En maar wachten op de komst van Zephyrus, die de grimmige Germaan Thialf moet verdrijven. Opeens is 't zo ver. De hazelaars hadden al uitge daan en hun stuif meel was al weer weggestoven toen het er in februari al zo'n beetje op begon te gelijken. Geelbepoederd stonden ze op de Slaperdijk onder Renswoude, zó veel stuifmeel was op de ademtocht van een ietsje wind door het ka le takkenstaketsel gezweefd. Die hazelaars zijn vreemde ver schijningen. Dat planten helemaal g'een „seksuele" prikkels hebben, daar geloof ik niks van. Neem nou dit geval. Een beetje zonnewarmte prik kelt het mannelijke katje tot afgifte van zaadcellen (stuifmeel is plantensper- ma!) en dan wordt het vrouw-bloem pje meteen geprikkeld tot activiteit. Tussen het beschutte pakketje met het verborgen vruchtbeginsel piepen ineens een paar fraai karmijnrode „draadjes" naar buiten, de kleverige stempeltjes van dat vrouwbloempje. Allicht blijft een weinig stuifmeel daarop achter en dan is het moment daar waarop het wonder van de be vruchting plaats kan hebben. Dat zaadcelletje (stuifmeelballetje) krijgt een ragfijn buisje dat zich door het stempeltje heen werkt en als het dan in het eicelletje boort, dan ver smelten beide componenten en kan de vrucht groeien. Er is geen principieel verschil tussen de bevruchting bij plant •n dier. Zouden wy juist daarin niet 't be wijs moeten zoeken dat alle leven stoelt op één oerbegin? Of men nu eencelli ge plantjes of diertjes heeft dan wel de enorme en gecompliceerdste levens vormen bij plant en dier, het delings principe van de cel bij de aanleg van het nidividu is in wezen hetzelfde. Vanaf dat begin heeft de vorming van het soorteigen individu plaats. Is dat dan geen scheppingswonder? Het gróótste van alles! Vanaf dat be slissende moment groeit 't eicelletje van 'n hazelaar uit tot hazelnoot en verder tot hazelaar. Vanaf een éven beslissend moment groeit het eicelletje van een mens uit tot een mensenkind. Hoe goed zorgt de natuur dan verder voor het geschapene. Heel lang blijft dat tere eicelletje in een soort sluimer toestand ingepakt, tot in de zomer met verbazingwekkende snelheid zich de ha zelnoot gaat ontwikkelen. Na de hazelaars komen al gauw de elzen langs de slootkanten en op nog maar een paar plekken in de Gelderse Vallei de gagel. Een veertig jaar gele den wist ik zó onder Renswoude wel vijfentwintig groeiplaatsen. Oorzaak van dat verdwijnen? Beïn vloeding van het milieu door water onttrekking en ook wel door de ver giftiging van de oeverlanden van de beekjes door spuitmiddelen. Dat het peil van het Valleikanaal, de voormali ge grift en Lunterse beek, zo drastisch verlaagd is heeft overal verdroging ten gevolge. Zo verdwenen wel een paar honderd wilde plantensoorten uit onze omgeving. Verder is dat Valleikanaalwater en ook het water van de eertijds heldere beken bezwangerd met allerlei »gifstof- fen. Dat begint al met de nlaat van Rijnwater via de Grebbesluis. Men mene niet dat tot de Groene- veldse brug de grift zuiver en schoon water bevat. Men zou eens moeten zien hoe veel smerig, vuil en stinkewd water van Bennekom komt via wat dan heet de Bennekomse sloot! En dan nog zo nu en dan een flinke por tie spuitmiddelen uit de sloten, af valwater uit de buurt van Wagenin- gen en Achterberg en dan beseft men heel goed dat ook voor dit griftwater Veenendaal bereikt heeft er onder weg al een en ander fout gaat. In de Bennekomse meent groeit geen gagel meer en evenmin in de Blauwe Hel. Vroeger waren wij beroemd om onze melk viooltjes in de moerassen. Ze staan er niet meer. Net dan een flink eind van de grift af hebben we nog wat orchideeënveld- jes. Voor de rest is dat allemaal exit. Langs de griftoevers nog wel riet, lies gras en mannagras, maar noemens waard geen karakteristieke waterplan ten. Oorzaak? Milieu-vergiftiging! Zo nu en dan treedt daar ook een flinke vissterfte op. Er sterven zeker de helft van de wilde eendenkuikens en dito varl meerkoet en waterhoen. Oorzaak? Vermoedelijk té hoog kool- zuurgehalte van het griftwater! Hoe ik daar op kom? Door de werkelijk ca tastrofale charalgraei in 1968. Het be strijden daarvan heeft de Provinciale Waterstaat een kapitaal gekost. Waarom dat de ko£ ingedrukt moest worden? Van de oppervlakte tot de bo- dam bestond over kiloeters de grift uit niets dan chara, een snelgroeiende en gemeen stinkende soort wier. Denk u Op een goede dag openen zich ook dit jaar langs de slootkanten de botergele dotterbloemen. in wat zou geburen bij een wolkbreuk. Dat smerige spul zou de afvoer van het hemelwater stagneren en... wij had den een kleine overstroming te ver wachten. Veenendaal is niet alleen de boosdoe ner en wat daar in het zuiden van de vallei gaande is zal na het in werking treden van de waterzuivering aan de Rode Haan voortgaan. Het eigen afvalwater zal uiteraard gezuiverd worden voor zover dat mo gelijk is. Een loffelijk iets! Maar er blijft, ook al gaan Wageningen en Ben nekom even drastisch als wij zuiveren, aavoer van onzuiver water waar niets aan te doen is. Men denkt er té weinig bij na dat Veenendaal naast onzuiverwaterp'rodu- cent ook ontvanger van onzuiver water is. En dan heb ik het nog niet eens over de alles verpestende Enka-sloot, die vroeger de Krakerswijk heette. Hoe toepasselijk! Als er iets „gekraakt" moet worden dan toch zeker dat vuile stinkende water. Bovendien zitten wij met een lelijke stop aan de Rode Haan, de schotbalkensluis, waardoor de zuide lijke Gelderse Vallei in feite een spaar bekken van eerste orde blijft. De door stroming is niet constant. Er zal be slist een generatie voorbij gaan eer er van „schoon" water sprake is. Of nooit? Dat was ineens allemaal niet zo mooi. Maar als ik schrijf dat er zo veel natuurschoon naar de haaien is, dan moet ik toch trachten de oorza ken aan te wijzen. En dat is in de eerste plaats de verdroging van de vallei. Nergens is dat beter te zien dan bij het Nieuwe werk onder Renswoude, waar voorheen de aardige Fliertse beek doorheen snelde. Het oude beekbeddink- je bleef behouden, maar na de „kana lisatie" en verlegging van dat zeld zaam mooie beekje houdt het oude ge deelte geen druppel /ater meer. De nieuw< „beek" ligt wel een meter la ger! Na een tiental jaren is dat goed merk baar aan de begroeiing. Alles is op re tour: minder bosanemonen en lelietjes der dalen, haast geen keverorchissen meer en... verdwijnen van het gagel bosje. Neen, liefst maar van drie ga gelgroeiplaatsen in de directe omge ving! Nu ken ik nog maar één prach tige plek met gagel onder Renswoude in de bossen bij Wagensveld. Het bijzondere bij gagel is dat het tweehuizige struikjes zijn. De vrouwe lijke katjes zitten allemaal aan één struikje en de mannelijke dan vanzelf ook. voorkomt en in ons land maar één soort heeft: Mynica gale. Een „mannelijke" katjeswilg kan soms ver van een „vrouwelijk" exem plaar verwijderd zijn. Zie nu hoe moe der natuur aan alles gedacht heeft! Wilgen stuiven er maar niet raak op los. Dat zijn al volwaardige „bloemen" met echte meeldraden en helmknoppen en een nectardepot. Als het maar een beetje zonnig is dan ruikt u de heerlijke zoete geur al. Dat lokt honderden bijen en hommels. Zie eens hoe de ruige bontjasjes van die insekten op 't laatste geel bepoe derd zijn. En zo geraken ze ook op vrouwelijke wilgen en dan puren ze naar nectar tussen het katje dat vol van die flesvormige dingetjes zit. Zó komt wat van dat meegevoerde stuifmeel op de kleverige, groene stem pels. Zie daar wat de bedoeling was. Zó is dat allemaal geregeld. Die wilgen leverden ons ook het fluitjeshout. Welke jongen maakt nog in april fluitjes? In Renswoude deden ze dat van lijs- terbessenhout. Om de bast los te krij gen klopten ze met het hecht van een zakmes nét zo lang op zo'n stokje tot ze het huisje er af konden wringen. Dat ging gepaard met een versje: ,,Siepe, sappe houtje, Ik sla je op je boutje, Ik sla je met mijn messeheft. Als vogels leggen, kruppen in de heggen, Zeg knorrepot! Wil je nog niet uit de dop!" Zelf herinner ik mij van zo'n versje mets meer. Wel dat je suf werd van het nat maken met „spuug" en doof van zo'n vlak bij je oor snerpend schel uit gestoten geluid. Bij het Nieuwe werk gaat de Slaper dijk verder op het werk bij Daatselaar aan. Daar zijn ook wel een paar zandi ge plekjes met in het vroege voorjaar de pracht van de heel kleine voorjaars- vroegeling. Ze groeien er bij duizenden tegelijk en in vergelijking met het mi niatuurplantje zijn de bloempjes groot. Allemaal witte sterretjes aan heel dun ne steeltjes die samen een fijn patroon vormen als ligt daar een stukje kant. Wij wilden er een dia van maken, maar het is een hele toer dat beverige spulletje te fotograferen. Tot wij op merkten, dat zodra de berken door de wind stevig bij het haar gepakt werden, het „beneden" even stiller werd. Dan moest de sluiter het werk doen. Je verwondert je over de grote schoonheid van 't kleine, dat zich bo vendien van de gewraakte verdroging niets aantrekt. Als je er op je knieën bij gaat zitten dan wordt zo'n plekje voor- jaarsvroegeling net zo mooi voor je als een plek in het bos vol anemonen. Ja, en bosanemonen staan in de natte vallei- tjes ter weerszijden van det oude beek je nog genoeg. Eigenlijk letten wij veel te weinig op wilde planten. Bloemen hebben' zon nodig en die dringt in het vroege voorjaar in de wildwallen en broekbosjes langs de beken voldoende door om op de bosbodem een tapijt van wit en violet.te weven. Dat violet ziet men vooral als de overdag wijdgeopende bloemkelken zich tegen de avond sluiten, de bloem gaat „slapen" en als ze met een knip oog de dag goenacht zegt. Morgen komt er weer een dag en dan is er weer reden voor gepast feestvertoon. Want oh, het kan nog zo koud zijn 's nachts. Zo'n mannelijk gagelkatje is prachtig oranjebruin en een heel takje vol is iets schoons. En dan geurt dat kleine ding verrukkelijk. Na al dat geschrijf over stinkend water is het een weldaad over wierook te kunnen schrijven, want daar heeft de geur wel iets van. Ook wel van dennegeur. Maar dan héél apart. Het „vrouwelijke" takje is veel min der elegant en de roodbruine knopjes van onze Myrica gale hebben ieder twee stempels. Wonderlijk struikje toch, dat geheel met goudgele of rode kliertjes bezet is, de takjes en de kat- js en veel later ook de blaadjes. Het meest geurt het struikje toch in de bloeitijd. En waar voor? Geen insekt bezoekt ze. Dat behoeft ook niet. Het allervreemdste is, waar al le delen van de plant die geurige olie afgeven het stuifmeel droog en onge woon rijk aanwezig is. Bevruchting dus altijd raak. Dan komen de wilgen op gang. Die vind je letterlijk overal. Als de grond droger wordt komen er wel soorten te staan die daar van houden. En dan heb je een massa bastaarden waar je helemaal moeilijk mee overweg kunt. Dat „wilgenpluis" gaat nu letterlijk overal heen. Licht dat er een zaadje bij is dat op een bepaalde plaats het wel doen zal. Wilgenkatjes kent ieder. Al was het maar van het kerststukje. Ze is net als gagel twee ïuiz'g. Maar hei is an de; als bij gagel, die massaal door elkaar Dan had ik het nog niet over het speenkruid met boven de glanzend groe ne bladeren een zee van even glanzen de gele sterretjes. Het duurt niet zo lang meer of het plekje dalkruid n het dijk- talud zal héél fijntjes gaan bloeien en nog wat later de lelietjes der dalen en nóg wat later de salomonszegels, alle drie bescheiden leden van de roem ruchte leliënfamilie. Toch zijn de inwoners van Rens woude verzot op de lelietjes der da len. Hoe bescheiden ook, als de sten geltjes nog vol groene knopjes zitten plukt men ze al af. Om de verrukke lijk geurende, roomwitte bolle klok jes is het te doen. Hoe zelden echter lukt het ze zó in bloei te trekken. In ons lieflijke valleidorp heeft men bepaald nog nooit van zekere dr. Jac P. Thijsse gehoord. Nu dan, diie goe de man heeft eens gezegd: „laat die na u komen óók nog genieten". Gelijk met de overdadige wilgenbloei verschijnen oe eerste insekten. Dan prijken langs de wegen en op zonbe schenen greppels ook de gele bloem korfjes van het kleine hoefblad. Je ziet de eerste hommelkoninginnetjes ijverig rond de wilgen doende met het verzamelen van stuifmeel en nectar om ergens in een holletje in de grond het nestje te maken voor eieren en larven en dat spul als voedselvoorraad aan te leggen. Kijk eens uit naar zo'n holletje waar de hommel steeds in duikt. Daar worden de werksters en mannetjes nu geboren die slaafs de leidster bijstaan. De man netjes zijn er trouwens alleen maar om voor de bevruchting te zorgen. Dan komen al gauw de eerste bonte dagvlinders, de kleine vos vooral en is dat dan geen fijn lentegebeuren? maar wat op krachten gekomen zijn, dan is het grote vlinderwonder aan staande. Een andere vlinder komt in zicht en met de in de sprieten op de kop zetelende reukorganen bemerkt het mannetje dat het een vrouwtje is. Zie nu toch eens wat een blijdschap er is over die ontmoeting! Alsof het vol leerde balletdanseresjes zijn. zo ele gant en vol overgave heeft de huwe lijksdans plaats. Al maar op en al maar neer, tot eindelijk de paring plaats heeft. En dat is dan óók weer zo'n wonder. Zo'n klein vossenvrouw- tje leeft vrij lang, nét zo lang tot de grote brandnetels beginnen te komen en zó lang houdt het vlindervrouwtje het zaad van het mannetje in reserve. Ze laat telkens iets van dat opgepotte sper ma schieten als een eitje op de brand netels afgezet wordt. April is al aan de laatste dagen toe wanneer de vraatzucht van de zwart behaarde rupsjes aanvangt. Je zou toch zeggen! Zo'n onvriendelijke plant en tóch voedster van het kroost van één van onze mooiste vlinders. Kijkt men goed, dan zitten op die brandne tels ook grotere zwarte rupsen. Dat zijn de voorlopers van de schitterende dagpauwogen. Maar wat een natuur wonderen allemaal. Wat ik na de verdrogingsverschijnse- len dus mis zijn vooral ook de gro te plekken met kruipend zenegroen. Bij de Munikkenheul stonden er duizen den. Maar vreemd genoeg komen de gele dovenetels beter op gang. Eerlijk is eerlijk, óók zeggen als het tegendeel blijkt. Een zeldzame plant bij ons. Maar bij Beek en op de Duivelsberg zag ik ze bij duizenden'. Daarentegen gaan de keverorchissen schrikbarend terug en bosklaverzuring weet ik bij Renswoude nergens meer te staan. Hier en daar aan het einde van het kanaal staan nog wel wat revinsviool- tjes, de lichtblauwige bosviooltjes met hun bleke spoor. Als om het wonder te vervolmaken bloeit overal het fluite- kruid. Ja, dat is soms nog een concer tino voor blauwe violen en fluitekruid. Ook in de plantenwereld is de jubel om de herboren lente aanwezig. Dat al les is slechts gericht op dat ene, dat grootse in de natuur, de voortplanting en daarmede het voortbestaan van de soort. Ben ik op de fiets dan volg ik bij de straatweg altijd graag de oude Kerk dijk, die nu Emmikhuizerlaan gedoopt is. Dat éérste stuk langs het kasteelbos is nog als vijftig jaar geleden. De gracht vol ruigt rechts is een geliefde broedplaats voor wilde eenden en wa terhoentjes. Die zitten daar zó fantas tisch gecamoufleerd dat kénners ze soms niet eens opmerken. Een inwoner van Renswoude, die daar een wilde eend wist te zitten, zei tegen mij: „nou moet je góéd kijken of je een glimmend knoopje ziet; dat is dan het oog van de eend". En 't was zo. Dat was geen camouflage meer; dat was je reinste mimicri. De vogel was volledig opgenomen in de omge ving, ja was er volkomen één mee ge worden. Zo ga je in Gods vrije natuur maar voort van wonder naar wonder, al maar meer beseffende dat een mens zelfs in zijn beste ogenblikken nog maar een stumper is in vergelijking met de creaturen die in Gods eigen land wonen. Wij zijn holbewoners ge worden in huizen, winkels, pakhuizen en fabrieken. Geen mens in de om ge- Zodra de sneeuw gesmolten is en de wolkenvelden de Gelderse Vallei over trekken is de verwachting en de hoop geboren. ving zal beter begrijpen wat het wil zeggen holbewoner te zijn. Is het wonder dat die randstadbewo ners óók veertien dagen midden in het groen willen zitten? Daar lééf je toch compleet naar toe. Je teert er 50 we ken op. Ga eens bij de vogels kijken. Kun je nog wat van opsteken. Alle me rels bouwen hun nest volkomen iden tiek. En nu de paarden zo verminderd zijn blijven de vinken en kneuen tóch draadjestoestanden maken. In een doornheg bij de Rijn vond ik een kneuennest dat hélemaal gemaakt was van kleurige cocosvezels, die de vogel bij de tapijtfabriek van Van Wijn gaarden (Rhenen) gehaald had. Bij Renswoude vond ik een vinkennest waarin bontgekleurd poetskatoen ver werkt was. Nood breekt wet. Géén paarden meer, dan maar een er pp ge lijkende vervanging. Allemaal toeval ligheden met eenzelfde resultaat: een volkomen gelijkvormig nest. Nergens Zelfs als er nog sneeuw ligt, bloeit de hazelaar volop als maar een verwar mend zonnetje even de takken van de struik beroert. hoorde ik een vink opschepperig roepen dat hij de mooiste draadjes had. En dié natuur willen wij niet missen. Laat ik liever zeggen: het restant van de vroegere natuurrijkdom is ons nog zéér lief. RENSWOUDE De onlangs opgerichte sportvereniging „Renswouw" telt al 400 leden. Dit werd gisteravond meegedeeld tydens een ledenvergadering die in zaal „Rehoboth" werd gehouden. Dit was overigens niet het enige positieve geluid, dat viel te beluisteren. De plaatselijke industrie met name Verboom en Co n.v. gaat de vereniging een helpende hand toesteken wat betreft "de accommodatie- moeilijkheden waar „Renswouw" mee te kampen heeft. Binnenkort start dit be drijf met de bouw van een bedrijfsruimte van 15 x 42 meter, die ook ter beschik king van de sportvereniging zal worden gesteld. De voorzitter van het voorlopig be stuur, de heer P. van Leerdam, liet in zijn openingswoord de eerste maan den van het bestaan van de sportver eniging de revue passeren. Op 8 januari ging men van start met een eerste uitvoering. De heer Van Manen werd bereid gevonden, om in eerste instantie de training op zich te nemen. De voorzitter sprak de wens uit dat de heer Van Manen dit nog zal blijven doen, maar wel bleek later dat het voor de trainer moeilijk is zich steeds vrij te maken uit zijn bedrijf. Het bestuur was voorlopig samenge steld uit: De heer Van Leerdam (voorzitter), mevr. De Boer (secretaresse), mevr. Hiding (penningmeesteres) en ver der mevr. v.d. Vendel en de heren Niemeijer, Hidding en Schreuder. De heer Heida heeft de leiding van de volleybalafdeling. De vereniging kampt met ruimtege brek. Tot nog toe traint de gymnas- tiekafdeling in de grote zaal van Reho both, terwyl de volleyballers zyn on dergebracht in de grote schuur van de heer Lagerwey. De voorzitter bracht zijn dank over aan de heer Lagerwey voor het af staan van die ruimte. Wanneer de hal bij de firma Ver boom klaar is waarschijnlijk in september zal het ook mogelijk zyn dat er in schoolverband sport wordt beoefend. Tot nog toe zijn de scholieren Van elke sport verstoken. Met houdt er re kening mee dat nog zeer zeker een jaar of 5 van deze nieuwe hal gebruik zal moeten worden gemaakt. Besloten werd om zo spoedig moge lijk koninklijke goedkeuring aan te vragen en een definitief bestuur te kiezen. Tijdens de vergadering bleek, dat er voldoende belangstelling is voor een sportvereniging. Men denkt verder nog aan badmin ton, basketbal, tennis, korfbal, e.a. sporten. De vereniging heeft besloten zich aan te sluiten bij het K.N.G.V. afde ling Stichtse Turnkring. Men had voor deze avond de heer Blom, voorzitter van genoemde kring uitgenodigd, om een explicatie te geven over de voor delen die aan het lidmaatschap ver bonden zijn. Het contact met ande ren, aldus de heer Blom, bevordert de liefde voor eigen club. Door lid te zijn van de K.N.G.V. is het voor de verenigingen mogelijk mee te doen aan /de eens in het jaar te houden vaardigheidsproeven waaraan een diploma is verbonden. Spreker merkte op dat van regeringswege sub sidie wordt toegekend en dat tevens 25 procent vanuit de toto-pot wordt toegekend voor het aanschaffen van toestellen. In principe organiseert de St. Turn kring geen sportevenementen op zon dag, omdat verschillende christelijke verenigingen zijn aangesloten. Voor de jongeren, aldus de heer Blom heeft men in de zomer kampevenementen in Beekbergen. Na de pauze volgde de verkiezing van het definitieve bestuur. De heer Blom stelde voor dat zo mogelijk het voorlopige bestuur gehandhaafd kon worden. Daarmee ging de vergadering akkoord. Tevens werd de heer K. Veldhuizen als oudere Renswoudenaar aan het bestuur toegevoegd. EDERVEEN Door de Nederlandse Hervormde Kerkeraad is in verband met de a.s. vacature door het vertrek van ds. J. C. de Bie naar Rijssen een toe zegging van beroep uitgebracht op ds. G. C. Post te Giesendam. Bejaardenmiddag. A.s. woensdagmiddag 2 april wordt in het bijgebouw van de Nederlandse Hervorde Kerk weer een bejaardenmid dag gehouden. Ds. De Bie zal dan voor de laatste keer de bejaardenmid dag bijwonen. De bejaarden die ge haald wensen te worden kunnen zich opgeven bij de koster Lagerwei en bij v. Boveneind. Héél de winter zaten die voorjaars vlinders weggedoken in de vermolmde eikenstobben en zodra het éérste len- ezonnetje die verborgen plekjes gaat beschijnen worden de kleine vosjes wakkergeku..; Het eersL wat zt boen is zich voldrinken met nectar en als ze RHENEN Opnieuw is de gemeente Rhenen het werkterrein geweest van één of meer inbrekers. Aan de Nieuwe Veenendaalseweg werd een kraak ge zet bij de familie Van K„ waar maar liefst ongeveer f 1100,- werd ontvreemd In de Julianastraat werd ingebroken bij de familie De V., waar een bedrag van ongeveer f 70,-- wordt vermist. In beide gevallen werd de woning aan de achterzijde geforceerd. Aan de Bontekoestraat werd een be zoek gebracht bij mevrouw Van L., ter wijl ook mej. S. aan de Herenstraat werd „bezocht". In beide laatstgenoem de gevallen wordt echter niéts vermist. Mej. S., die in de keuken iets meende te horen, ging een kijkje nemen. De lamp bleek te branden en de deur stond open. Vermoedelijk is de inbre ker hier in zijn werk gestoord. Van politiezjde wordt er voor ge waarschuwd 's avonds de gordijnen te sluitep bjj het riaar bed gaan. Eventuele (ongewenste) nieuwsgierigen krijgen dan niet de gelegenheid naar binnen te glure om te zien of er wellicht iets van hun gading aanwezig is. Tenslotte is de politie van mening, dat men vaak nog veel te slordig met geld omgaat. OVERBERG Voor de laatste maal in dit seizoen heeft Club 500 uit De Bilt de jongens van Kamp Overberg weer aangenaam bezig gehouden, één en an der onder leiding van en gepresenteerd door de heer Roberty uit Bussum. Na een kort openingswoord door de directeur van het Tehuis, de heer C. J. G. M. Geurts, zorgden de volgende ar tiesten voor een niet onverdienstelijk programma. Het accordeonduo de Cavello's kwa men verschillende malen voor het voet licht, waarbij zij blijk gaven over een behoorlijke vingervaardigheid te be schikken en doordat zij tevens aardig goed op elkaar ingespeeld zijn, stond het gebodene op een behoorlijk peil. Ve le bekende liedjes, die momenteel „in" zijn, werden gespeeld en het publiek kreeg ruimschoots gelegenheid mee te zingen, doch hier werd maar gedeelte lijk gebruik van gemaakt. „Contact leggen" met de zaal is een soms moeilijk en apart onderdeel. Anette van Schaik uit Geffen, zangeres met een internationaal repertoire en voor Club 500 en het tehuis geen onbe kende, wist de zaal weer te boeien met haar volle stem. Zij had geen enkele moeite de zaal mee te krijgen en dat dit wel gewaardeerd werd bewees het overweldigend applaus. De beatgroep Focus uit Utrecht, be staande uit 2 gitaristen, drummer, orga nist en een zanger, begon met een val se muzikale start mede door het niet goed functioneren van de uitgebreide technische installatie, waardoor het eerste optreden niet was om over naar huis te schrijven. Maar bij de volgende nummers gaven de jongens blijk heel wat in hun mars te hebben. Er werd met wisselende combinaties gespeeld, waarbij zelfs het van ouds vertrouwde mondorgel niet ontbrak. Nadat de leider van Club 500 alle ar tiesten aan de zaal had voorgesteld, be dankte de directeur van het tehuis voor het gebodene en liet dit vergezeld gaan van enige versnaperingen. VEENENDAAL Het Groene Kruis, afdeling Veenendaal, organiseert op nieuw een moedercursus voor belang stellenden. De cursus wordt geleid door zr. Weynoltz, districtsverpleegster op het gebied van kinderhygiëne. De totale kosten bedragen vier gulden. De eerste les wordt gegeven op donder dag 10 april, 's middags om drie uur in het Wijkgebouw aan de Eikenlaan. De cursus is speciaal bestemd voor aan staande moeders en jonggehuwden, die wat meer. kennis op willen doen over de geboorte v -n :;euwe wereldbur ger. Belangstellenden kunnen zich op geven bij de wijkverpleegsters of op het adres Kerke wijk 28, tel. 12307.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9