Voorjaar in de Vallei
PLANTENRIJKDOM VERARMT
DOOR VERDROGING GELD. VALLEI
S. v. „Renswouw" heeft
al ruim 400 leden
Bosanemonenlelietjes
der dalengagelbosjes en
keverorchissen zijn bijna
nergens meer te vinden
Beroepen
Inbrekersgilde
zeer actief
Moedercursus
Groene Kruis
Wonder
Sterfte
Verdroging
Fluitjeshout
door
Adriaan P. de Kleuver
Wierook
Speenkruid
Vosjes
Concertino
Holbewoners
Club 500 sloot in
Kamp Overberg
het seizoen af
DINSDAG I APRIL 1969
Een leeuwerik zal in de wolken
In vreugderoes zijn lied vertolken.
En in 't orkest der lent'idolen,
Daar strijken mee natuurviolen
Pinksterbloemen aan de beken
Stemmen in met frêle streken
Narcissen trompet'ren luid
..Prima Vera is de bruid
Bovenstaand gedicht is het laatste couplet van een véél langer gedicht, dat het
verlangen van de schrijver naar het moment dat een zoel zuidenwindje de nare
kou zal verdrijven vertolkt. Je merkt het aan iedereen, ledereen is het ijstijd je
dat wij nog op de koop toe krijgen, dik zat. Er is misschien wel nooit zo'n
honger naar zomer warmte en groen geweest bij mens en dier als in deze
koudste maand maart van de laatste 100 jaar. En maar wachten op de komst
van Zephyrus, die de grimmige Germaan Thialf moet verdrijven.
Opeens is 't zo
ver. De hazelaars
hadden al uitge
daan en hun stuif
meel was al weer
weggestoven toen
het er in februari
al zo'n beetje op
begon te gelijken.
Geelbepoederd
stonden ze op de
Slaperdijk onder
Renswoude, zó
veel stuifmeel was
op de ademtocht
van een ietsje
wind door het ka
le takkenstaketsel
gezweefd.
Die hazelaars
zijn vreemde ver
schijningen. Dat
planten helemaal
g'een „seksuele"
prikkels hebben,
daar geloof ik niks van. Neem nou
dit geval. Een beetje zonnewarmte prik
kelt het mannelijke katje tot afgifte van
zaadcellen (stuifmeel is plantensper-
ma!) en dan wordt het vrouw-bloem
pje meteen geprikkeld tot activiteit.
Tussen het beschutte pakketje met
het verborgen vruchtbeginsel piepen
ineens een paar fraai karmijnrode
„draadjes" naar buiten, de kleverige
stempeltjes van dat vrouwbloempje.
Allicht blijft een weinig stuifmeel
daarop achter en dan is het moment
daar waarop het wonder van de be
vruchting plaats kan hebben.
Dat zaadcelletje (stuifmeelballetje)
krijgt een ragfijn buisje dat zich door
het stempeltje heen werkt en als het
dan in het eicelletje boort, dan ver
smelten beide componenten en kan de
vrucht groeien. Er is geen principieel
verschil tussen de bevruchting bij plant
•n dier.
Zouden wy juist daarin niet 't be
wijs moeten zoeken dat alle leven stoelt
op één oerbegin? Of men nu eencelli
ge plantjes of diertjes heeft dan wel
de enorme en gecompliceerdste levens
vormen bij plant en dier, het delings
principe van de cel bij de aanleg van
het nidividu is in wezen hetzelfde.
Vanaf dat begin heeft de vorming van
het soorteigen individu plaats.
Is dat dan geen scheppingswonder?
Het gróótste van alles! Vanaf dat be
slissende moment groeit 't eicelletje van
'n hazelaar uit tot hazelnoot en verder
tot hazelaar. Vanaf een éven beslissend
moment groeit het eicelletje van een
mens uit tot een mensenkind.
Hoe goed zorgt de natuur dan verder
voor het geschapene. Heel lang blijft
dat tere eicelletje in een soort sluimer
toestand ingepakt, tot in de zomer met
verbazingwekkende snelheid zich de ha
zelnoot gaat ontwikkelen.
Na de hazelaars komen al gauw de
elzen langs de slootkanten en op nog
maar een paar plekken in de Gelderse
Vallei de gagel. Een veertig jaar gele
den wist ik zó onder Renswoude wel
vijfentwintig groeiplaatsen.
Oorzaak van dat verdwijnen? Beïn
vloeding van het milieu door water
onttrekking en ook wel door de ver
giftiging van de oeverlanden van de
beekjes door spuitmiddelen. Dat het
peil van het Valleikanaal, de voormali
ge grift en Lunterse beek, zo drastisch
verlaagd is heeft overal verdroging ten
gevolge. Zo verdwenen wel een paar
honderd wilde plantensoorten uit onze
omgeving.
Verder is dat Valleikanaalwater en
ook het water van de eertijds heldere
beken bezwangerd met allerlei »gifstof-
fen. Dat begint al met de nlaat van
Rijnwater via de Grebbesluis.
Men mene niet dat tot de Groene-
veldse brug de grift zuiver en schoon
water bevat. Men zou eens moeten
zien hoe veel smerig, vuil en stinkewd
water van Bennekom komt via wat
dan heet de Bennekomse sloot! En
dan nog zo nu en dan een flinke por
tie spuitmiddelen uit de sloten, af
valwater uit de buurt van Wagenin-
gen en Achterberg en dan beseft men
heel goed dat ook voor dit griftwater
Veenendaal bereikt heeft er onder
weg al een en ander fout gaat.
In de Bennekomse meent groeit geen
gagel meer en evenmin in de Blauwe
Hel. Vroeger waren wij beroemd om
onze melk viooltjes in de moerassen.
Ze staan er niet meer.
Net dan een flink eind van de grift
af hebben we nog wat orchideeënveld-
jes. Voor de rest is dat allemaal exit.
Langs de griftoevers nog wel riet, lies
gras en mannagras, maar noemens
waard geen karakteristieke waterplan
ten. Oorzaak? Milieu-vergiftiging!
Zo nu en dan treedt daar ook een
flinke vissterfte op. Er sterven zeker
de helft van de wilde eendenkuikens
en dito varl meerkoet en waterhoen.
Oorzaak? Vermoedelijk té hoog kool-
zuurgehalte van het griftwater! Hoe ik
daar op kom? Door de werkelijk ca
tastrofale charalgraei in 1968. Het be
strijden daarvan heeft de Provinciale
Waterstaat een kapitaal gekost.
Waarom dat de ko£ ingedrukt moest
worden? Van de oppervlakte tot de bo-
dam bestond over kiloeters de grift uit
niets dan chara, een snelgroeiende en
gemeen stinkende soort wier. Denk u
Op een goede dag openen zich ook dit
jaar langs de slootkanten de botergele
dotterbloemen.
in wat zou geburen bij een wolkbreuk.
Dat smerige spul zou de afvoer van
het hemelwater stagneren en... wij had
den een kleine overstroming te ver
wachten.
Veenendaal is niet alleen de boosdoe
ner en wat daar in het zuiden van de
vallei gaande is zal na het in werking
treden van de waterzuivering aan de
Rode Haan voortgaan.
Het eigen afvalwater zal uiteraard
gezuiverd worden voor zover dat mo
gelijk is. Een loffelijk iets! Maar er
blijft, ook al gaan Wageningen en Ben
nekom even drastisch als wij zuiveren,
aavoer van onzuiver water waar niets
aan te doen is.
Men denkt er té weinig bij na dat
Veenendaal naast onzuiverwaterp'rodu-
cent ook ontvanger van onzuiver water
is. En dan heb ik het nog niet eens
over de alles verpestende Enka-sloot,
die vroeger de Krakerswijk heette. Hoe
toepasselijk! Als er iets „gekraakt"
moet worden dan toch zeker dat vuile
stinkende water. Bovendien zitten wij
met een lelijke stop aan de Rode Haan,
de schotbalkensluis, waardoor de zuide
lijke Gelderse Vallei in feite een spaar
bekken van eerste orde blijft. De door
stroming is niet constant. Er zal be
slist een generatie voorbij gaan eer er
van „schoon" water sprake is. Of nooit?
Dat was ineens allemaal niet zo
mooi. Maar als ik schrijf dat er zo
veel natuurschoon naar de haaien is,
dan moet ik toch trachten de oorza
ken aan te wijzen. En dat is in de
eerste plaats de verdroging van de
vallei.
Nergens is dat beter te zien dan bij
het Nieuwe werk onder Renswoude,
waar voorheen de aardige Fliertse beek
doorheen snelde. Het oude beekbeddink-
je bleef behouden, maar na de „kana
lisatie" en verlegging van dat zeld
zaam mooie beekje houdt het oude ge
deelte geen druppel /ater meer. De
nieuw< „beek" ligt wel een meter la
ger!
Na een tiental jaren is dat goed merk
baar aan de begroeiing. Alles is op re
tour: minder bosanemonen en lelietjes
der dalen, haast geen keverorchissen
meer en... verdwijnen van het gagel
bosje. Neen, liefst maar van drie ga
gelgroeiplaatsen in de directe omge
ving! Nu ken ik nog maar één prach
tige plek met gagel onder Renswoude
in de bossen bij Wagensveld.
Het bijzondere bij gagel is dat het
tweehuizige struikjes zijn. De vrouwe
lijke katjes zitten allemaal aan één
struikje en de mannelijke dan vanzelf
ook.
voorkomt en in ons land maar één soort
heeft: Mynica gale.
Een „mannelijke" katjeswilg kan
soms ver van een „vrouwelijk" exem
plaar verwijderd zijn. Zie nu hoe moe
der natuur aan alles gedacht heeft!
Wilgen stuiven er maar niet raak op
los. Dat zijn al volwaardige „bloemen"
met echte meeldraden en helmknoppen
en een nectardepot. Als het maar een
beetje zonnig is dan ruikt u de heerlijke
zoete geur al. Dat lokt honderden bijen
en hommels.
Zie eens hoe de ruige bontjasjes van
die insekten op 't laatste geel bepoe
derd zijn. En zo geraken ze ook op
vrouwelijke wilgen en dan puren ze
naar nectar tussen het katje dat vol van
die flesvormige dingetjes zit.
Zó komt wat van dat meegevoerde
stuifmeel op de kleverige, groene stem
pels. Zie daar wat de bedoeling was.
Zó is dat allemaal geregeld. Die wilgen
leverden ons ook het fluitjeshout. Welke
jongen maakt nog in april fluitjes?
In Renswoude deden ze dat van lijs-
terbessenhout. Om de bast los te krij
gen klopten ze met het hecht van een
zakmes nét zo lang op zo'n stokje tot
ze het huisje er af konden wringen.
Dat ging gepaard met een versje:
,,Siepe, sappe houtje,
Ik sla je op je boutje,
Ik sla je met mijn messeheft.
Als vogels leggen,
kruppen in de heggen,
Zeg knorrepot!
Wil je nog niet uit de dop!"
Zelf herinner ik mij van zo'n versje
mets meer. Wel dat je suf werd van het
nat maken met „spuug" en doof van
zo'n vlak bij je oor snerpend schel uit
gestoten geluid.
Bij het Nieuwe werk gaat de Slaper
dijk verder op het werk bij Daatselaar
aan. Daar zijn ook wel een paar zandi
ge plekjes met in het vroege voorjaar
de pracht van de heel kleine voorjaars-
vroegeling. Ze groeien er bij duizenden
tegelijk en in vergelijking met het mi
niatuurplantje zijn de bloempjes groot.
Allemaal witte sterretjes aan heel dun
ne steeltjes die samen een fijn patroon
vormen als ligt daar een stukje kant.
Wij wilden er een dia van maken,
maar het is een hele toer dat beverige
spulletje te fotograferen. Tot wij op
merkten, dat zodra de berken door de
wind stevig bij het haar gepakt werden,
het „beneden" even stiller werd. Dan
moest de sluiter het werk doen.
Je verwondert je over de grote
schoonheid van 't kleine, dat zich bo
vendien van de gewraakte verdroging
niets aantrekt. Als je er op je knieën bij
gaat zitten dan wordt zo'n plekje voor-
jaarsvroegeling net zo mooi voor je als
een plek in het bos vol anemonen. Ja, en
bosanemonen staan in de natte vallei-
tjes ter weerszijden van det oude beek
je nog genoeg. Eigenlijk letten wij veel
te weinig op wilde planten. Bloemen
hebben' zon nodig en die dringt in het
vroege voorjaar in de wildwallen en
broekbosjes langs de beken voldoende
door om op de bosbodem een tapijt van
wit en violet.te weven.
Dat violet ziet men vooral als de
overdag wijdgeopende bloemkelken
zich tegen de avond sluiten, de bloem
gaat „slapen" en als ze met een knip
oog de dag goenacht zegt. Morgen
komt er weer een dag en dan is er
weer reden voor gepast feestvertoon.
Want oh, het kan nog zo koud zijn
's nachts.
Zo'n mannelijk gagelkatje is prachtig
oranjebruin en een heel takje vol is
iets schoons. En dan geurt dat kleine
ding verrukkelijk. Na al dat geschrijf
over stinkend water is het een weldaad
over wierook te kunnen schrijven, want
daar heeft de geur wel iets van. Ook
wel van dennegeur. Maar dan héél
apart.
Het „vrouwelijke" takje is veel min
der elegant en de roodbruine knopjes
van onze Myrica gale hebben ieder
twee stempels. Wonderlijk struikje
toch, dat geheel met goudgele of rode
kliertjes bezet is, de takjes en de kat-
js en veel later ook de blaadjes.
Het meest geurt het struikje toch
in de bloeitijd. En waar voor? Geen
insekt bezoekt ze. Dat behoeft ook
niet. Het allervreemdste is, waar al
le delen van de plant die geurige olie
afgeven het stuifmeel droog en onge
woon rijk aanwezig is. Bevruchting
dus altijd raak.
Dan komen de wilgen op gang. Die
vind je letterlijk overal. Als de grond
droger wordt komen er wel soorten te
staan die daar van houden. En dan
heb je een massa bastaarden waar je
helemaal moeilijk mee overweg kunt.
Dat „wilgenpluis" gaat nu letterlijk
overal heen.
Licht dat er een zaadje bij is dat op
een bepaalde plaats het wel doen zal.
Wilgenkatjes kent ieder. Al was het
maar van het kerststukje. Ze is net als
gagel twee ïuiz'g. Maar hei is an de;
als bij gagel, die massaal door elkaar
Dan had ik het nog niet over het
speenkruid met boven de glanzend groe
ne bladeren een zee van even glanzen
de gele sterretjes. Het duurt niet zo lang
meer of het plekje dalkruid n het dijk-
talud zal héél fijntjes gaan bloeien en
nog wat later de lelietjes der dalen en
nóg wat later de salomonszegels, alle
drie bescheiden leden van de roem
ruchte leliënfamilie.
Toch zijn de inwoners van Rens
woude verzot op de lelietjes der da
len. Hoe bescheiden ook, als de sten
geltjes nog vol groene knopjes zitten
plukt men ze al af. Om de verrukke
lijk geurende, roomwitte bolle klok
jes is het te doen. Hoe zelden echter
lukt het ze zó in bloei te trekken. In
ons lieflijke valleidorp heeft men
bepaald nog nooit van zekere dr. Jac
P. Thijsse gehoord. Nu dan, diie goe
de man heeft eens gezegd: „laat die
na u komen óók nog genieten".
Gelijk met de overdadige wilgenbloei
verschijnen oe eerste insekten. Dan
prijken langs de wegen en op zonbe
schenen greppels ook de gele bloem
korfjes van het kleine hoefblad. Je
ziet de eerste hommelkoninginnetjes
ijverig rond de wilgen doende met het
verzamelen van stuifmeel en nectar om
ergens in een holletje in de grond het
nestje te maken voor eieren en larven
en dat spul als voedselvoorraad aan te
leggen.
Kijk eens uit naar zo'n holletje waar
de hommel steeds in duikt. Daar worden
de werksters en mannetjes nu geboren
die slaafs de leidster bijstaan. De man
netjes zijn er trouwens alleen maar
om voor de bevruchting te zorgen.
Dan komen al gauw de eerste bonte
dagvlinders, de kleine vos vooral en is
dat dan geen fijn lentegebeuren?
maar wat op krachten gekomen zijn,
dan is het grote vlinderwonder aan
staande. Een andere vlinder komt in
zicht en met de in de sprieten op de
kop zetelende reukorganen bemerkt het
mannetje dat het een vrouwtje is.
Zie nu toch eens wat een blijdschap
er is over die ontmoeting! Alsof het vol
leerde balletdanseresjes zijn. zo ele
gant en vol overgave heeft de huwe
lijksdans plaats. Al maar op en al
maar neer, tot eindelijk de paring
plaats heeft. En dat is dan óók weer
zo'n wonder. Zo'n klein vossenvrouw-
tje leeft vrij lang, nét zo lang tot de
grote brandnetels beginnen te komen en
zó lang houdt het vlindervrouwtje het
zaad van het mannetje in reserve. Ze
laat telkens iets van dat opgepotte sper
ma schieten als een eitje op de brand
netels afgezet wordt.
April is al aan de laatste dagen toe
wanneer de vraatzucht van de zwart
behaarde rupsjes aanvangt. Je zou
toch zeggen! Zo'n onvriendelijke plant
en tóch voedster van het kroost van
één van onze mooiste vlinders. Kijkt
men goed, dan zitten op die brandne
tels ook grotere zwarte rupsen. Dat
zijn de voorlopers van de schitterende
dagpauwogen. Maar wat een natuur
wonderen allemaal.
Wat ik na de verdrogingsverschijnse-
len dus mis zijn vooral ook de gro
te plekken met kruipend zenegroen.
Bij de Munikkenheul stonden er duizen
den. Maar vreemd genoeg komen de
gele dovenetels beter op gang. Eerlijk
is eerlijk, óók zeggen als het tegendeel
blijkt. Een zeldzame plant bij ons.
Maar bij Beek en op de Duivelsberg
zag ik ze bij duizenden'.
Daarentegen gaan de keverorchissen
schrikbarend terug en bosklaverzuring
weet ik bij Renswoude nergens meer
te staan.
Hier en daar aan het einde van het
kanaal staan nog wel wat revinsviool-
tjes, de lichtblauwige bosviooltjes met
hun bleke spoor. Als om het wonder te
vervolmaken bloeit overal het fluite-
kruid. Ja, dat is soms nog een concer
tino voor blauwe violen en fluitekruid.
Ook in de plantenwereld is de jubel
om de herboren lente aanwezig. Dat al
les is slechts gericht op dat ene, dat
grootse in de natuur, de voortplanting
en daarmede het voortbestaan van de
soort.
Ben ik op de fiets dan volg ik bij de
straatweg altijd graag de oude Kerk
dijk, die nu Emmikhuizerlaan gedoopt
is. Dat éérste stuk langs het kasteelbos
is nog als vijftig jaar geleden. De
gracht vol ruigt rechts is een geliefde
broedplaats voor wilde eenden en wa
terhoentjes. Die zitten daar zó fantas
tisch gecamoufleerd dat kénners ze
soms niet eens opmerken.
Een inwoner van Renswoude, die
daar een wilde eend wist te zitten, zei
tegen mij: „nou moet je góéd kijken
of je een glimmend knoopje ziet; dat is
dan het oog van de eend". En 't was
zo. Dat was geen camouflage meer;
dat was je reinste mimicri. De vogel
was volledig opgenomen in de omge
ving, ja was er volkomen één mee ge
worden.
Zo ga je in Gods vrije natuur maar
voort van wonder naar wonder, al
maar meer beseffende dat een mens
zelfs in zijn beste ogenblikken nog
maar een stumper is in vergelijking
met de creaturen die in Gods eigen
land wonen. Wij zijn holbewoners ge
worden in huizen, winkels, pakhuizen
en fabrieken. Geen mens in de om ge-
Zodra de sneeuw gesmolten is en de
wolkenvelden de Gelderse Vallei over
trekken is de verwachting en de hoop
geboren.
ving zal beter begrijpen wat het wil
zeggen holbewoner te zijn.
Is het wonder dat die randstadbewo
ners óók veertien dagen midden in het
groen willen zitten? Daar lééf je toch
compleet naar toe. Je teert er 50 we
ken op. Ga eens bij de vogels kijken.
Kun je nog wat van opsteken. Alle me
rels bouwen hun nest volkomen iden
tiek. En nu de paarden zo verminderd
zijn blijven de vinken en kneuen tóch
draadjestoestanden maken.
In een doornheg bij de Rijn vond ik
een kneuennest dat hélemaal gemaakt
was van kleurige cocosvezels, die de
vogel bij de tapijtfabriek van Van Wijn
gaarden (Rhenen) gehaald had. Bij
Renswoude vond ik een vinkennest
waarin bontgekleurd poetskatoen ver
werkt was. Nood breekt wet. Géén
paarden meer, dan maar een er pp ge
lijkende vervanging. Allemaal toeval
ligheden met eenzelfde resultaat: een
volkomen gelijkvormig nest. Nergens
Zelfs als er nog sneeuw ligt, bloeit de
hazelaar volop als maar een verwar
mend zonnetje even de takken van de
struik beroert.
hoorde ik een vink opschepperig roepen
dat hij de mooiste draadjes had. En
dié natuur willen wij niet missen. Laat
ik liever zeggen: het restant van de
vroegere natuurrijkdom is ons nog zéér
lief.
RENSWOUDE De onlangs opgerichte sportvereniging „Renswouw" telt al
400 leden. Dit werd gisteravond meegedeeld tydens een ledenvergadering die in
zaal „Rehoboth" werd gehouden. Dit was overigens niet het enige positieve geluid,
dat viel te beluisteren. De plaatselijke industrie met name Verboom en Co n.v.
gaat de vereniging een helpende hand toesteken wat betreft "de accommodatie-
moeilijkheden waar „Renswouw" mee te kampen heeft. Binnenkort start dit be
drijf met de bouw van een bedrijfsruimte van 15 x 42 meter, die ook ter beschik
king van de sportvereniging zal worden gesteld.
De voorzitter van het voorlopig be
stuur, de heer P. van Leerdam, liet
in zijn openingswoord de eerste maan
den van het bestaan van de sportver
eniging de revue passeren.
Op 8 januari ging men van start
met een eerste uitvoering. De heer
Van Manen werd bereid gevonden, om
in eerste instantie de training op zich
te nemen. De voorzitter sprak de
wens uit dat de heer Van Manen dit
nog zal blijven doen, maar wel bleek
later dat het voor de trainer moeilijk
is zich steeds vrij te maken uit zijn
bedrijf.
Het bestuur was voorlopig samenge
steld uit:
De heer Van Leerdam (voorzitter),
mevr. De Boer (secretaresse), mevr.
Hiding (penningmeesteres) en ver
der mevr. v.d. Vendel en de heren
Niemeijer, Hidding en Schreuder. De
heer Heida heeft de leiding van de
volleybalafdeling.
De vereniging kampt met ruimtege
brek. Tot nog toe traint de gymnas-
tiekafdeling in de grote zaal van Reho
both, terwyl de volleyballers zyn on
dergebracht in de grote schuur van de
heer Lagerwey.
De voorzitter bracht zijn dank over
aan de heer Lagerwey voor het af
staan van die ruimte.
Wanneer de hal bij de firma Ver
boom klaar is waarschijnlijk in
september zal het ook mogelijk
zyn dat er in schoolverband sport wordt
beoefend.
Tot nog toe zijn de scholieren Van
elke sport verstoken. Met houdt er re
kening mee dat nog zeer zeker een
jaar of 5 van deze nieuwe hal gebruik
zal moeten worden gemaakt.
Besloten werd om zo spoedig moge
lijk koninklijke goedkeuring aan te
vragen en een definitief bestuur te
kiezen. Tijdens de vergadering bleek,
dat er voldoende belangstelling is
voor een sportvereniging.
Men denkt verder nog aan badmin
ton, basketbal, tennis, korfbal, e.a.
sporten.
De vereniging heeft besloten zich
aan te sluiten bij het K.N.G.V. afde
ling Stichtse Turnkring. Men had voor
deze avond de heer Blom, voorzitter
van genoemde kring uitgenodigd, om
een explicatie te geven over de voor
delen die aan het lidmaatschap ver
bonden zijn. Het contact met ande
ren, aldus de heer Blom, bevordert de
liefde voor eigen club.
Door lid te zijn van de K.N.G.V. is
het voor de verenigingen mogelijk mee
te doen aan /de eens in het jaar te
houden vaardigheidsproeven waaraan
een diploma is verbonden. Spreker
merkte op dat van regeringswege sub
sidie wordt toegekend en dat tevens
25 procent vanuit de toto-pot wordt
toegekend voor het aanschaffen van
toestellen.
In principe organiseert de St. Turn
kring geen sportevenementen op zon
dag, omdat verschillende christelijke
verenigingen zijn aangesloten. Voor
de jongeren, aldus de heer Blom heeft
men in de zomer kampevenementen
in Beekbergen.
Na de pauze volgde de verkiezing
van het definitieve bestuur. De heer
Blom stelde voor dat zo mogelijk het
voorlopige bestuur gehandhaafd kon
worden. Daarmee ging de vergadering
akkoord. Tevens werd de heer K.
Veldhuizen als oudere Renswoudenaar
aan het bestuur toegevoegd.
EDERVEEN Door de Nederlandse
Hervormde Kerkeraad is in verband met
de a.s. vacature door het vertrek van
ds. J. C. de Bie naar Rijssen een toe
zegging van beroep uitgebracht op ds.
G. C. Post te Giesendam.
Bejaardenmiddag.
A.s. woensdagmiddag 2 april wordt
in het bijgebouw van de Nederlandse
Hervorde Kerk weer een bejaardenmid
dag gehouden. Ds. De Bie zal dan
voor de laatste keer de bejaardenmid
dag bijwonen. De bejaarden die ge
haald wensen te worden kunnen zich
opgeven bij de koster Lagerwei en bij
v. Boveneind.
Héél de winter zaten die voorjaars
vlinders weggedoken in de vermolmde
eikenstobben en zodra het éérste len-
ezonnetje die verborgen plekjes gaat
beschijnen worden de kleine vosjes
wakkergeku..; Het eersL wat zt boen is
zich voldrinken met nectar en als ze
RHENEN Opnieuw is de gemeente
Rhenen het werkterrein geweest van
één of meer inbrekers. Aan de Nieuwe
Veenendaalseweg werd een kraak ge
zet bij de familie Van K„ waar maar
liefst ongeveer f 1100,- werd ontvreemd
In de Julianastraat werd ingebroken
bij de familie De V., waar een bedrag
van ongeveer f 70,-- wordt vermist. In
beide gevallen werd de woning aan de
achterzijde geforceerd.
Aan de Bontekoestraat werd een be
zoek gebracht bij mevrouw Van L., ter
wijl ook mej. S. aan de Herenstraat
werd „bezocht". In beide laatstgenoem
de gevallen wordt echter niéts vermist.
Mej. S., die in de keuken iets meende
te horen, ging een kijkje nemen. De
lamp bleek te branden en de deur
stond open. Vermoedelijk is de inbre
ker hier in zijn werk gestoord.
Van politiezjde wordt er voor ge
waarschuwd 's avonds de gordijnen te
sluitep bjj het riaar bed gaan. Eventuele
(ongewenste) nieuwsgierigen krijgen
dan niet de gelegenheid naar binnen te
glure om te zien of er wellicht iets van
hun gading aanwezig is. Tenslotte is de
politie van mening, dat men vaak nog
veel te slordig met geld omgaat.
OVERBERG Voor de laatste maal
in dit seizoen heeft Club 500 uit De Bilt
de jongens van Kamp Overberg weer
aangenaam bezig gehouden, één en an
der onder leiding van en gepresenteerd
door de heer Roberty uit Bussum.
Na een kort openingswoord door de
directeur van het Tehuis, de heer C. J.
G. M. Geurts, zorgden de volgende ar
tiesten voor een niet onverdienstelijk
programma.
Het accordeonduo de Cavello's kwa
men verschillende malen voor het voet
licht, waarbij zij blijk gaven over een
behoorlijke vingervaardigheid te be
schikken en doordat zij tevens aardig
goed op elkaar ingespeeld zijn, stond
het gebodene op een behoorlijk peil. Ve
le bekende liedjes, die momenteel „in"
zijn, werden gespeeld en het publiek
kreeg ruimschoots gelegenheid mee te
zingen, doch hier werd maar gedeelte
lijk gebruik van gemaakt.
„Contact leggen" met de zaal is een
soms moeilijk en apart onderdeel.
Anette van Schaik uit Geffen, zangeres
met een internationaal repertoire en
voor Club 500 en het tehuis geen onbe
kende, wist de zaal weer te boeien met
haar volle stem. Zij had geen enkele
moeite de zaal mee te krijgen en dat
dit wel gewaardeerd werd bewees het
overweldigend applaus.
De beatgroep Focus uit Utrecht, be
staande uit 2 gitaristen, drummer, orga
nist en een zanger, begon met een val
se muzikale start mede door het niet
goed functioneren van de uitgebreide
technische installatie, waardoor het
eerste optreden niet was om over naar
huis te schrijven. Maar bij de volgende
nummers gaven de jongens blijk heel
wat in hun mars te hebben. Er werd
met wisselende combinaties gespeeld,
waarbij zelfs het van ouds vertrouwde
mondorgel niet ontbrak.
Nadat de leider van Club 500 alle ar
tiesten aan de zaal had voorgesteld, be
dankte de directeur van het tehuis voor
het gebodene en liet dit vergezeld gaan
van enige versnaperingen.
VEENENDAAL Het Groene Kruis,
afdeling Veenendaal, organiseert op
nieuw een moedercursus voor belang
stellenden. De cursus wordt geleid door
zr. Weynoltz, districtsverpleegster op het
gebied van kinderhygiëne.
De totale kosten bedragen vier gulden.
De eerste les wordt gegeven op donder
dag 10 april, 's middags om drie uur in
het Wijkgebouw aan de Eikenlaan. De
cursus is speciaal bestemd voor aan
staande moeders en jonggehuwden, die
wat meer. kennis op willen doen over
de geboorte v -n :;euwe wereldbur
ger. Belangstellenden kunnen zich op
geven bij de wijkverpleegsters of op het
adres Kerke wijk 28, tel. 12307.